TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Zeden en gewoonten in Egypte. FEUILLETON. Mattesen Ties de Kiesjeskèl Zaterdag 16 Februari 1935 Zes en vijftigste Jaargang No 7 Land van mythe en mysterie. Land waarin zich de blauw-vlakke, 6500 K.M. lange .Nijl- voortbeweegt, traag en loom, met wuivende palmen aan zijn boorden en de „felucca's" met witte zeilen meevoerend naar het hart van Afrika. Rechts en links in de verte vervagend, machtige bouw- werken, de Pyramiden, waaraan honderdduizend menschen hielpen die om de drie maanden door anderen vervangen werden. Gebouwen waar aan men meer dan twintig jaar werkte. Als men In eerbiedige bewondering heeft gestaan voor de Pyramiden met hun machtige schaduwen op het golvende zand werpend, wanneer men de „chic" van Cairo heeft leeren kennen, dan zou men zich een voor stelling van Egypte maken, die verre van zuiver is. Al die schoonheid zou men kunnen vergelijken met een scène die gespeeld wordt, maar ach ter de coulissen speelt zich het ware leven af in al zijn aaneenschakelingen van wreedheid, onbeschaafdheid, armoede en intense luiheid... Bygeloovigheid. Een Egyptenaar is erg bijgeloovig. Dit verschijnsel treft men vooral bij de boeren aan, zoowel bij de arme als onder de meefWelgestelde klassen der bevolking. Woidt een kind ge boren, dan mag niemand het zien. Die mogelijkheid opent zich pas na drie maanden en langer. Ze gelooven dat diegenen, die iets over de pas geborene zeggen, het wicht zuilen doen sterven. Ze willen dat de kinderen om niets benijd wordeo. De kinderen hebben meestal kleine zakjes om het lichaam gebonden, waarin zich verschillende dingen bevinden, zooals fijngestampt brood, sleuteltjes, papiertjes met geheime teekens erop en andere snuisterijen om hen te beschermen. De Njjl. In vroegeren tijd was de Nijl een soort afgod van de oude Egyptenaren. Deze werd door hun aanbeden, want zonder de Nijl zou Egypte een sluk van de woestijn zijn. Ieder jaar werd er een meisje ingeworpen, levend en als bruidsmeisje gekleed. Tegen die handelwijze kwam men in opstand en op een keer werd een papiertje in de Nijl gedeponeerd, waarop geschreven stond, dat voortaan geen meisjes meer geofferd zouden worden en dat in de plaats daarvan poppen zouden komen en dat de Nijl verder kon doen en laten wat hij wilde. Ieder jaar wordt met Juni een prach tig aangekleede pop in de Nijl ge worpen. Deze festiviteit wordt met veel plechtigheid volbracht. Tallooze menschen gaan naar Cairo om deze plechtigheid bij te wonen. Plechtigheden. In de maand Ramadan vasten de Mohammedanen. Ze mogen den ge- heelen dag niets eteD, drinken of rooken. lederen avond om vijf uur hoort men een kanonschot in Cairo en in de groote plaatsen. Dit beduidt dat ze mogen eten. Om vijf uur in den morgen gaat er een kanooschot ten teeken dat ze moeten ophouden. De Mohammedanen zijn in deze maand zeer voorbeeldig en bidden véél. Op het einde der maaod gaat een man de woestijn in en blijft de heele nacht naar de maan kijken. Als de maan een speciale vorm heeft, bericht hij dat. Opnieuw worden de kanonnen afgeschoten, ten teeken, dat het vasten ten einde is. Polygamie Een Mohammedaan mag vier vrou wen hebben, tenminste als ze geld hebben om ze te onderhouden. In sommige huizen ziet men dan ook vier en dikwijls maar twee of drie van die stumpers. Het grootste ge deelte loopt nog gesluierd. In Cairo en de groote steden worden de vrouwen moderner, maar ze vinden het vreeselijk als een Egyptisch meisje zonder kousen of met korte mouwen loopt. De jongens mogen ook niet blootshoofd op straat loopen. De vrouw staat lager dan de man. Gehoorzaamt de vrouw niet, dan wordt ze eenvoudig de deur uitgegooid. Men zou deze vrouwen met gewillige hondjes kunnen ver gelijken. Wreedheid. Wat men overdreven aan liefde voor de kinderen betoont, doet men tekort aan de dieren. Dierenliefde is een onbekend woord. Daar behoort weikelijk verandering in te komen. Een leek kan zich gewoon niet voorstellen hoe wreed de Egypte naren zijn. Vooral de honden moeten het ontgelden, die in de oogen van de Mohammedanen onreine beesten zijn. Ze worden ontzettend afgebeuld. De ezels der boeren hebben soms groote wonden onder hun zadels en toch moeten ze verder, voortstUDte- lend met schrijnende vleeschwoDdeD. Het is een gewoon verschijnsel als men een hondje aantreft vol met wonden niet door menscnenbanden, maar door insecten veroorzaakt d e in millioenen rondzwermen. Men houdt er hier een eigenaardigen vorm van dierenbescherming op na Sedert een half jaar worden door het gouvernement iederen dag menschen met een soott baken er op uit ge stuurd. Iedere hond die ze zien, wordt gevangen en naar een groot pakhuis gebracht. Als nu de eigenaar niet binnen vier dagen zijn hond terughaalt en meteen drie gulden be taalt, krijgen de honden een stukje vleesch met vergif erin en in zeer korten tijd heeft hun hondenleven afgedaan. Komt men zoo'n gebouw binnen dan struikelt men bijna over de vergiftigde honden. De Mohamme danen denken nu eenmaal dat dieren geen gevoel hebben. Industrie. De katoen speelt de hoofdrol, doch de laatste jaren is de prijs erg terwijl ook de opbrengst steeds minder wordt. Er zijn weverijen en spinnerijen, zeepfabrieken en fabrieken om uit de katoenzaden olie te persen. Oorspronkelijk verhaal van de Noord-Limburgsclie grenzen door BERNARD VIELER. 21 Ties had er met zijn honden- handel wel wat mee ingezeten, maar 't was hem toch gelukt. Twee reuije8 had hij verkocht aan den jager van het kasteel, een teefje aan den baron van Gaasteren, een dito aan den rijken steenbakker in Havert en een allerliefst mannelijk exemplaar aan de oude juffrouw van den Bogaert, die zoo dol gek op hon den en katten was. Nauwelijks had deze dame het snoezelige, mollige beestje gezien, of ze moest het hebben, want ze was nog in den lichten rouw over haar laatste lieveling Kilty dien zij dood gevoerd had. Maar nu had de brouwer van Velsen aan Ties laten weten, dat hij ook een van die honden uit hetzelfde nest wilde hebben, en Mattesen Ties had hem waarach tig den zesden hond toegezegd. Ter verontschuldiging mag aan gehaald worden.dat onze honden- koopman, die zich veelde alsof hij op weg was schatrijk te worden, op dat oogenblik een kleine »snee in den neus" had. Den volgenden avond wandelde in de smerige en ontzettend vuile straten. In Beni-Suef, een plaats van 33000 inwoners, die zeker tot de groote steden gerekend mag worden, zijn de straten allersmerigst. De reiniging is zeer primitief. Het vuil wordt een voudig op straat gegooid. Een man haalt het weg en raapt het dikwijls met zijn handen op. In een soort wagentje wordt het weggebracht. Een Hollandsch dorpje zou bij Beni- Suef vergeleken een goed figuur slaan. De huizen krioelen van ongedierte zoowel bij de arme als bij de rijke Egyptenaren. Er heerscht veel armoede... Zoo is de toestaud te midden van wuivende palmen, majestueuze bouw werken. Maar de waarheid wil men in den regel niet zien... het is de politiek die de waarheid verdoezelt. Als de Engelsche kranten op voor gaande, doch juiste wijze Merry Old Englands koloniën, bezittingen, pro tectoraten en domini ons meenJen te populariseeren, dan zou het tourisme aan banden gelegd worden... Politiek is politiek... Aanpassingspoütek en hypotheekwezen. Tenslotte, welke Europeaan zou willen ^.onen in een land waar de boeren haast als beesten leven In een land temidden van vuile, luie, onbeschaafde, onontwikkelde men schen. De kantoren zijn alleen s morgens geopend' Aanpakken kent men niet. Lezen of schrijven kunneo de boeren niet en meisjes veel uit de gegoede stand ook niet. Ze vicden het niet noodig. klinkt het laconiek. Nu is de taal, het Arabisch, niet bepaald gemakkelijk, neen, het is ontzettend moeilijk. Het teekenschrift wordt van achteren Daar voren gelezen. Muzikale aspiraties hebben de Egyptenaren in de vorm van schreeuwerig zingen. Hoe zou een Europeaan hier ooit z'n opgeruimd humeur kunnen be houden met al die vuiligheid om zich heen, waar 't krioelt van bedelaars Mattesen Ties toevallig langs het landhuisje van juffrouw ''an den Bogaert en zag daar den nieuwen lieveling der oude dame vroolijk tusschen de bloemen en struiken in den hof jakkeren en spelen. Toen de kleine rakker zijn vo- rigen meester zag en diens door dringend lippengeluid hoorde, kwarn hij in woeste vaart op hem aangehold. Beej now kiek toch is, zei Ties, 't is krek zo'n sort as die hunt van meej Ik geleuf ver domd dat el er enne is van de mien, den erreges weggeloope is. Gaol mer mooikes nao huus, men- neke, zuut zien heur menneke. Langzaam keerde hij zich om en ging erg langzaam naar huis; toen hij daar aankwam, zat er warempel weer zoo'n zelfde jonge hond bij hem 'n naokomerke, zei Ties. De brouwer van Velsen had den volgenden dag de beloofde jonge achthond in zijn bezit juffrouw Marie Glotilde van den Bogaert treurde over het verlies van haar lieveling, even erg als de moeder van Friedrich von Eichenfels; toen haar zoontje door de zigeuners ontvoerd was. XIX In 't Café Stappers. De herberg van Jean Stappers bestond nog maar sedert betrek kelijk korten tijd. Het drukste en voornaamste café en logement was altijd ge weest bij de oude juffrouw Betje Damen en de gasten, die bij haar Wij behooren tot hen, schrijft de Msb. die van meening zijn, dat de aanpassingspolitiek niet enkel moet aansturen op verlaging van loonen en salarissen, waarin misschien al te ver gegaan werd maar zich ook zal moeten uitstrekken tot de vermindering van de vaste Jasten, waartoe behooren de renten van hy pofhecac vorderiogen. Maar wij vragen dit niet op grond van de strikte rechtvaardigheid, doch alleen omdat het algemeen welzija dit eischt. Wij komen ertoe, dit nog eens met nadruk te zeggen, omdat een katholiek dagblad het „Dagblad van Noordbrabant" in zijn num mer van 5 Februari 1.1., eeD hoofd artikel. getiteld „De aanpassing in de hypotheken" van dezen ondertitel voorziet: „Een onrecht, waarbij on- mlddelijk ingegrepen diende te wor den. Wat de praktijk leert". Welk onrecht leert nu de praktijk Het blad noemt twee gevallen. Vooreerst dat van een bakker, die in 1917 een bakkerij kocht, en op dat pand een hypotheek nam van f 4400. a 5i/t pet. Hij loste de eerste zes jaar f 100 per jaar af. Daarna Diet meer; waarmee de hypotheek- gever blijkbaar genoegen nam. Wel werd de jaarlijksche rente geregeld betaald. Thans, in 1934, heeft de hypo theekhouder dit geld noodig, om een dringende belastingschuld te betalen, en zegt de hypotheek op. De bakker kan van elders die f 3800 .niet op nieuwe hypotheek krijgen. Het huis. dat onderwijl zeker met een derde in waarde verminderd is, wordt nu verkocht. Inderdaad, het is voor den oud geworden bakker een treurig geval Maar waarin zit hier het onrecht Het „Dagblad van Noordbrabant" qualificeert dit geval zelfs al „on houdbare onrechtvaardigheid". Om dat de gulden van nu grooter koop kracht heeft dan de gulden van 1917. Ligt hierin werkelijk een onrecht vaardigheid Als de koopkracht van den gulden in dien tijd gedaald ware, zou de bakker dan uit rechtvaardigheid een grooter bedrag dan de nominale som van de hypotheek hebben moeten logeerden, hadden het er steeds erg puik gehad en voor een klein beetje geld. De kamers waren eenvoudig, maar zindelijk en geriefelijk en Betje Damen genoot de vermaard heid, dat ze »buutegewoon goed kos koke" en op geen eitje of wat boter keek. t Was er in één woord opper best en daardoor is 't te verklaren dat er zich niet spoedig iemand aan waagde mét haar te gaan concurreeren. Maar het goede mensch werd oud en had zich al vaak uit gelaten, dal ze uitscheiden wilde, daarom had Jean Stappers, die kort geleden gehuwd was met een flinke, bekwame jongedochter uit het dorp, het toch maar gewaagd, ook herberg te gaan houden, voorloopig echter nog zonder een logementbedrijf. De jongelui uit het dorp hadden den gebruikelijken '"meiboom voor de deur der nieuwe herberg ge plaatst en waren overeenkomstig de traditie door den nieuwen hospes royaal getrakteerd gewor den. Hel huis van Stappers lag ook in de Maasstraat, volstrekt niet ongelegen, tegenover een kleine zijstraat. De gladgeschilderde mastboom met de dikke guirlande van groen, om heen geslingerd en de kroon met papieren bloemen en vlaggetjes in den top, paradeerde nog altijd voor 't nieuwe café, maar de toeloop van bezoekers liet nog veel te wenschen over. Wel kwamen er Zondags een paar jongelui, vrienden van Jean terugbetalen Hier verwart men het treffende van een verlies door waardedaling van bet pand en koopkrachtstijging van het geld, met het recht bij over eenkomst het risico vast te stellen. Wanneer deze bakker, in plaats van af te lossen, voor dat geld effecten had gekocht, die in 1927 een sterk gestegen waarde hadden gekregen en daarom door hem weer met flinke winst verkocht waren, zou men dan meenen, dat hij daarom dan uit recht vaardigheid verplicht was geweest, den hypotheekgever in die behaalde winst te laten deelen Immers neen. Hij had kunnen volstaan met de nominale restanthypotheek ter aflos sing aan te bieden. Als hij in 1917 het huis de prijzen waren toen buitensporig hoog gekocht en betaald had, zou hij dan nu van den verkooper een deel van de koopsom kunnen terugvor deren omdat het pand een derde in waarde verminderd Immers neen. Als kooper nam hij het risico van de tamelijk waarschijnlijke prijsdaling op zich. Het tweede geval is niet anders. Een boer erft een boerderij ter waar de van een ton. Zijn zuster moet hij de halve waarde uitkeeren, als haar aandeel in deze erfenis. Zij vindt goed, dat hij 't geld op hypo theek behoudt Thans is die boerde rij nog maar een halve ton waard. Hij heeft dus niets meer, zijn zuster heeft wel haar vordering van f 50 000. Ook hierin zit geen onrecht. Als t geloopen ware. en de boerderij zou thans li/z ton waard zija, dan had de boer een ton en zijn zuster Diet meer dan haar halve ton hypo theek. Hij hij indertijd 't geld gehad en aan zijn zuster uitgekeerd, zou hij dan thans, omdat die boerderij voor de helft in waarde is verminderd, eeDig recht hebbeD. om van zijn zuster een deel van het toen betaalde erfenisdeel terug te vorderen Immers neen. Daarom kan men ook dit geval diep treurig en hard vinden, zooals wij ook doen, maar onjuist is het, hier van onrechtvaardigheid en van onrecht te spreken. Men moet een goede zaak niet bederven, door het gebruiken van ODjuiste argumenten te harer verde diging. Te verdedigen valt een tijdelijke beperking van het executierecht, een wettelijke verlaging van te hoog ge worden rente, de vergemakkelijking «van het treffen van een akkoord, bij niet mogelijke betaling van het volle geleende bedrag, edg. Maar dit alles niet op grond van strikte rechtvaar digheid. maar omdat het algemeen belang in dezen tijd dergelijke maat regelen noodzakeiijk maakt. Trouwens, wat het „Dagblad van Noord-Brabant" feitelijk wil, is practisch niet uitvoerbaar. Wil men bij de aflossing van vroeger geleende gelden rekening houden met het verschil van koopkracht van het geld in 't jaar van 't aangaan der leening "t jaar» van aflossing, dan z'ou meo hoe in tal van jareD, bijv sinds 1913, jaar van jaar de koop kracht vaD den gulden moeten vast stellen, en evenzeer in de jaren, die volgen, jaar voor jaar. En het aldus gevonden verschil zou daD verrekend kucnen worden. Hoe ernstig dit bij de wet ingrijpen in bereids te goeder trouw gesloteo contracten is, behoeft geen betoog. De consequentie zou er ook aan vastzitten, dat bij verdere daliog van de koopkracht van den gulden, als een beetje buurten en een enkele keer ook een kaartje leggen, maar de ware trek was er niet. Jean had er al eens een paar maal over geklaagd tegen zijn ouden schoolkameraad Giel van Dommelen. Op zekeren dag was hij weer met zijn klaagliederen begonnen tegen Giel en Flipse Frans, die als eenige bezoekers bij hem aan tafeltje zaten te praten. De eerste probeerde hel echter hem een hart onder den riem te steken en zei heel luchtig en opgeruimd: »Dor zeuj toch de duuvel mil peule, as wéj dat nie klaor kosse speule om wat vollek naor hier te trekke en ow 'n bitje klandizie te bezurge. Laot méj mer is begaon mer, dat zeg ik ow de moei halde 1" En meteen begon hij de twee anderen op geheimzinnige wijze in zijn plan in te wijden. Den volgenden Zondag na de Hocgmis verscheen de gemeente veldwachter als naar gewoonte op het pleintje voor de kerk en klopte met zijn hamer op het koperen klankbord de nieuwsgierigen bij een om hen konde te doen van allerlei dingen, die hen misschien interesseeren konden. Deze veldwachter, Hannes Uit- tenbroek, was meer algemeen bekend onder den naam van Hannes Pa'kaon, ofschoon hij, behalve »de geprissenlierde borrels en glaas hier" eigenlijk het liefst niets aanpakte. Tjing, tjing, klonk het omroe- >ersbord en met luide stem begon dannes Pakaan van een stuk papier af te lezen: de eind 1933 aangevangen prijsstijging van de goederen doorgaat, ook deze daling voor in 1934 en volgende jaren geleende gelden in rekening zal moeten worden gebracht, en dus de schuldenaar nominaal meer zal moeten terugbetalen dan hij, al of niet onder hypothecair verband, van een ander geleend heeft. Terecht schreef daarom de Regee ring „Ingrijpen op bet stuk van het hypotheekrecht in de huur-en pacht- contiacten moet met de uiterste voorzichtigheid geschieden, wil men voorkomen, dat het economisch leven nog erger wordt verstoord dan reeds het geval is." De positie van het Pluimveebedrijf. Het gemeentebestuur van Barne- veld zond aan den voorzitter van den ministerraad onderstaand schrij ven Wij veroorloven ons voor het volgende Uwer Excellence's bijzon dere aandacht te vragen. De pluimveehouderij is niet meer rendabel. Dit feit is voor de inge zetenen onzer gemeente funest. Onze Nederlandschepluimveesfapel maakt het noodig om plus minus 700 000.000 Kg graan in te voeren. Wij behoeven Uwe Excellentie niet duidelijk te maxen dat dit van groote beteekenis is voor scheepvaart, havenbedrijf, verdere transportmidde len en nevenbedrijven. Dat de pluim veehouderij aan talloos velen buiten de pluimveehouders werk en brood verschaft, maakt haar tot een belang rijken tak van volksbestaan. Daarom wagen wij het met te grooter vrij moedigheid Uwer Excellence's bij zondere aandacht te vragen. Om de pluimveehouders op de been te houden is in de eerste plaats noodig. dat de graanrechten werkelijk vergoed worden. Het intrekken van d» exportpremie welke ingesteld was als compensatie voor graaarechten en de monopolieheffiog van f 1 per 100 eieren bij uitvoer naar Duitsch- laad is o.i. een maatregel, die vol komen billijk geacht kan worden gezien de extra groote winst, welke bij export naar Duitschland gemaakt werd. Dat de marktprijs dientengevolge belangrijk is ingezonken, is volmaakt onjuist. Nadat de exportpremie is ingetrok ken en de mooopolieheffiog werd ingesteld, is het nadeellge verschil in den prijs vergeleken bij een jaar terug niet grooter geworden. Wij verzoeken derhalve met- te grooter nadruk de exportpremie niet weer in te stellen en dringen er ernstig op aan spoedig de graan rechten metterdaad te vergoeden. Als dat, naast de voorgenomen in krimping, geschiedt, kan de pluim veehouderij zich waarschijnlijk zonder steun handhaven. Een besluit om de bouwbedrijven van boven 20 H.A. maar toe te staan om 25 kippen te houden helpt weinig, omdat h«t getal kippen, dat in totaal op dergelijke bedrijven ge houden wordt, ten op/.ichte van het totaal weinig uitmaakt. Bovendien helpt dit op zijn vroegst in 1936 en ook alleen dan, als het houden van pluimvee loooend is. Als het niet loont om 100 kippen te houden is het dit ook niet bij 110 stuks. Wij meenen van Uwe Excellentie te mogen aannemen, dat een beiaDg rijke tak van volksbestaan, die met weinig of geen kosten in stand gehouden kan worden, op den krach* tigen steun van Uwe Excellentie kan rekenen cn dientengevolge spoedig hulp komt opdagen. Desgewenscht willen wij gaarne ons stanjpunt mondeling toelichten. De spoorwegen uit den tijd? De notaris van Doornik zal op Dinsdag aanstaande houtver- kooping houden in de kasleelsche bosschen laDgs den weg naar Borghees, waar allerlei gekapt dennenhout, geschikt voor balken, slieten, heiningen, boonstaken en ander geriefhout verkocht wordt. Samenkomst bij 't heiligenhuiske van Hannes Bomiiiesenus. Aanwij zing doet de boschwachter. Voor de lezers, die 't nog niet weten, zij hier medegedeeld, dal hier bedoeld was het kapelleke van den heiligen Johannes Nepo- mucenus. Dan volgden er nog eenige aan kondigingen van andere verkoo- piugen en verpachtingen en toen werd er weer driemaal op het klankbord geklopt. Tjing I Tj ng 1 Tjing I Op den Drul slaat een ge kalfde koe te koop en de keus uit een loom jonge baggen. Tjing Tjirig I Tjing Bij vrouw Arriaons is puike herring te kriegen uut de ton. Tjing 1 Tjing Tjing Deze week zal Karei de ronde doen door de kom van het dorp, om de schoorsleenen te vegen Tjing 1 Tjing 1 Tjing! Aanstaanden Zondag na de hoogmis kunnen degenen, die nug oude Venlosche almanakken in hun bezit hebben, deze tegen den prijs van 25 cent inleveren in de herberg van Jean Stappers, waar toe zitting zal worden gehouden in de achterkamer van genoemde herberg. Deze aankondiging omtrent het inleveren der almanakken vond nogal eenige belangstelling, want Het is al een paar jaren geleden, dat wij schrijvend over de primi tieve bediening van een locaal spoor lijntje in de buurt de opmerking plaatsten, dat de spoorwegen hun tijd gehad hebben en dat op de groote verbindingen na de ijzeren weg op den duur gemist kan worden. Minister Deckers, op een inspectie tocht in 't noorden geïoiervieuwd, heeft over dit thema ook zijn meening gezegd. Zijne Excellentie sprak echter ook nog over enkele andere belang rijke zaken, welice we onzen lezers niet willen onthouden. Ziehier een stuk relaas van het intervieuw: Hoe is Uw algemeene indruk Excellentie Nederland staat er nog Diet zoo slecht voor. We hebbeD nog ver schillende slapende reserves. En we hebben een geweldig hoog levenspeil. Als U dat vergelijkt met het buiten land dan staat U paf. Waar vindt U hel levenspeil zoo hoog als in Nederland We eten graag goed. We doen het. We kleeden ons graag goed. We doen het. We hebben schitterende wegen. Nergens vindt U ze zoo. En zoo kunt U maar doorgaan. Ed de spoorwegen Die hebben misschien hun tijd ge had. Het is mogelijk, dat er in de toe komst enkele groote lijoen over blijven. Maar het is zeer wel moge- iijk, dat de kleine lijntjes heen gaan. Het verk;er gaat zich in andere banen bewegen. Hét wordt aange wezen op autotractie. Maar. en dat is weer de 2aak, waar vindt U zoo'n schitterend net spoorwegen Die eischen we, en we moeten er ook voor betalen. En dat doen we ook wel, maar dat alles vraagt veel geld. En nu de inzinking er is, maakt dit alles het wel war moeilijk. Maar zoo is het altijd geweest. We hebben tijden van opgang en van inzinking. Nu hebben we den tijd van inzinking. Maar hoe was het in het begin der vorige eeuw Toen werd half Amsterdam onder steund, maar ook dat zijn we te boven gekomen. Goddank zijn we nu niet zoo ver. We zullen met alle kracht inspanning ons er nu ook wel weer boven op werken. Ingekomen en vertrokken personen van 2 tot 8 Februari. VERTROKKEN: G. van Staten, z.b., naar Gemert E. Ch. M. Eibers, idnaar Asten H. E H. Goumans, idem, naar Hannut (B Th. H. Geurts, wed. Verhoeven, naar Sambeek, Twist F. Roffel, marechaussee, naar Oss. langs den Maaskant kan men in ieder huis den Venloschen alma nak vinden. Behalve de heiligendagen en de beweeglijke feestdagen, staan er alle piarden-, beesten- en andere markten, benevens alle Limburg- sche kermissen in vermeld, met nog heel wal wetenswaardigheden voor den boerenstand, betreffende het slachlgewicht van varkens, den zaaitijd der tuinvruchten en eene rubriek met grappen en anecdoten. Daar de aanschaffingsprijs niet meer dan dertig cent bedroeg en men voor de gebruikten thans een kwartje kon terugmaken, is het licht te begrijpen, dat er in alle huizen van Meerhout in tafella den en kabinetten, alsmede op de schappen en schoorsteenriggels naar oude exemplaren van don Venloschen Almanak gezocht werd. De groote gelagkamer bij Jean Stappers was dan ook den volgen Zondag na de hoogmis geheel gevuld met gegadigden, die ieder een of meer almanakken in zak hadden, want eenige berekenende hoofden waren er zelfs op uit geweest om hier eu daar bij de oniogewijden de vergeten exem plaren voor een of twee groschen op te koopen, in 't vooruitzicht er een slaatje uit te slaan. In de achterkamer van Stappers die op de binnenplaats uitzag, zaten Giel van Dommelen, Frans Flipse, Domien van Aersen en Dnekske Linders rondom de ronde tafel, waarop een groote inmaakflesch met morellen op brandewijn en een aantal ledige borrelglaasjes stonden. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1935 | | pagina 5