PATER EN PETER ruwe huid. Binnenland. Gemengde Berichten Op den 20en Augustus sleepte ik mijn tweede oorlogsfiets over den berg bij Petit LaDay, om langs ongebaanden weg in het gevechts- gebied Tongeren—Haelen te kunnen komen. Het was een heele sjouw op dezen gloeiend-heeten dag. Van het hoogste punt af had ik een prachtig vergezicht en ik constateerde een sterke troepenconcentratie in de buurt van Riemst- Ik daalde in de richting van die gemeente af en kom voorloopig slechts nu en dan een boertje tegen, dat langs denzelfden weg, welken ik gekomen was, zijn vee naar Nederland probeerde over te brengen. Deze menschen waren arme lieden, die over het algemeen slechts een paar koetjes rijk waren en van dat schamele bezit reeds de helft of meer aan de doortrekkende troepen hadden moeten afstaan. Dwars door koren- en bietenvelden gaande, bereik ik het dorp Riemst, waar ik voor het eerst word aange houden. De eerste Duitsche posten waren nog al vriendelijk. Ab, ge zijt Hollander 1 Dan zijn we vrienden Dat was de normale begroeting, wanneer mijn papieren waren inge zien, waaronder geleidelijk verschei dene aanbevelingen waren gekomen van troepéncommandanten, met wie ik reeds eerder had kennis gemaakt. Ik moest overal vertellen, wat in Nederland van den oorlog bekend was en kon mijn weg dan weer vervolgen. Plots echter word ik door een officier aangehouden, die me wenkt, dat ik van mijn fiets moet afstappen en op zijn beurt mijn papieren vor dert. Hij is niet erg beleefd en na een vluchtige inzage draagt hij een paar soldaten op om me naar den Kommandantur te brengen. De houding der soldaten is nu ineens heel anders. Ik hoor van alle kenten nijdige opmerkingen, als ik langs ze word geleid en ze bezien me met vijandige blikken. Een van mijn begeleiders rukt me telkens ruw bij den arm. als ik niet vlug genoeg loop of iets naar links of rechts afwijk. In Riemst word ik een boeren hoeve binnengeleid „gestompt is juister uitgedrukt en weldra sta ik tegenover een groep officieren, die het zich in de pronkkamer zoo ge makkelijk mogelijk hebben gemaakt. Een deel van de inventaris ligt stuk op den grond en daartusschen liggen vple leege én volle wijnfles- schen. Men kon het den heeren trouwens aanzien, dat ze rijkelijk aan Bacchus hadden geofferd. Ze rede neerden heftig met elkaar, onderwijl een op tatel uitgespreide stafkaart werd bestudeerd. Eindelijk werd er notitie genomen van mijn persoontje. Een van mijn begeleiders deelde mede, dat hij me op last van den luitenant hij noemde een naam, dien ik niet ver stond werd voorgeleid. Wie ben je? bulderde een Hauptmann me toe. Herr Hauptmann... ik ben... Wat moet je hier Ik vertelde, dat ik een Nederlandsch journalist was en vroeg hem om m'n papieren te willen inzien. Papleren Papieren Ja, na tuurlijk 1 Jullie hebt allemaal papleren. Die lui, die in Visé op onze mannen hebben geschoten, komen óók met papieren uit Holland terug om weer door te gaan met hun gemeene stre ken... Ik schuchterde wat tegen, maar m'n woorden werden onderbroken met een barsch: Hier die papieren 1 Zet hem daar 1 De Hauptmann wees den soldaten een kamerdeur aan. De kerels pak ten me vast en brachten me in een aangrenzende kleine kamer. Ik vond er tot mijn verwondering twee sol daten met revolvers in de hand bij een priester en een boer. Zoo gauw de deur weer achter me gesloten wa9, wilde ik een praat je beginnen, maar van mijn bewakers kreeg ik in het geheel geen antwoord Ook Ties richtte er nu het oog op en voelde zooiets als een rilling over zijn rug. Was het de nawer king van den snaps of was het een moreele katterigheid Waar schijnlijk beide.., maar hij voelde zich zoo naar en beduusd, dat hij uit het bed sprong en zich begon aan te kleeden, ofschoon het nog geen vier uur was. Nadat hij in huis en achter op de kleine deel wat gerommeld en de geil gemolken had, at hij een paar sneden brood, waarbij hij een glas van de warme geiten melk dronk. Toen nam hij zijn geweer en ging het bosch in, zon der eenlg doel of plan. Omstreeks negen uur toen hij weer naar huis wilde gaan, hoorde hij achter fluiten.Hij werd uierdoor wakker uit zijn gemijmer en keek even om; 't was de jonker, die achter hem aankwam en hem wenkte, weshalve hij omkeerde en zijn heer tegemoet ging. Deze ontving hem r.u geheel anders dan toen wij hem Ties hebben hooren prijzen, nadat hij de dne stroopers van den Ster- renberg gepakt had en hij ging geweldig tegen hem te keer. Het slot was: Ik heb je nu genoeg gewaar schuwd en ben het moe je telkens weer opnieuw over dezelfde mis selijke dingen te moeten aanspre ken. 't Is alleen uit achting voor het aandenken van je brave vader en ie goede moeder, dat ik je niet reeds vandaag den looppas geef, en de priester zoowel als de boer lieten slechts een angstig ja of neen hooren, als ik ze iets vroeg. Twij felend en wanhopig keken ze dan naar hun bewakers, naar elkaar en naar mij, van wien ze tenslotte ook niet wisten, of ik een vriend of een vijand was. Met veel moeite kwam ik te weten, dat de priester de pas toor van het dorp was en de boer de burgemeester. Ze werden gevan gen gehouden als 'gijzelaars, bestemd om met hun leven te boeten voor eventueele den Duitscher onwelge vallige daden van de burgerbevol king. Ik stelde me met deze inlich tingen tevreden, begrijpende, dat elk verder voortgezet gesprek een kwel ling voor deze menschen moest zijn Ik zette me in een hoek der kamer op een stoel en begon mijn positie te overdenken, welke ik een beetje penibel en heelemaal niet interessant vond. Ik voelde me daar in die half-duistere kamer tasschen twee mede-gevangenen en twee met revol vers gewapende soldaten zoo'n beetje een levend lijk. Over het onderzoek van mijn papieren maakte ik me*ook een beetje ongerust; ze hadden n.l. ook mijn aanteekeningen afgenomen. Drie lange uren zat ik aldus op gesloten, uren, welke in zwijgzaam heid werden doorgebracht, waardoor ze dagen geleken. Eindelijk werd ik gehaald en weer voor den gelegec- heldskrijgsraad geleid. Ik moest ook alle overige papieren afgeven, welke ik nog in mijn zak had. U bent dus Nederlandsch journalist De toon klonk gelukkig vriende lijker. En wat kwam u hier doen Ik zei het ze met een braaf gezicht. Ik kwam de „waarheid" zoeken, vertelde ik, voor de lezers van mijn blad, omdat er zooveel „leugens" circuleerden over wat in België op het oorlogsterrein gaande was. Zijn dit uw aanteekeningen Men hield me mijn papieren voor en een beetje timide zei ik ja I Daar is niks van te ontcijferen I Het was me een ware opluchting. Kunt u dat schrift zélf wel lezen Ik knikte opgewekt. En toen moest ik een en ander „vertalen." Ik deed het, mc de vrij heid veroorlovende, welke iederen vertaler is toebedeeld. De stemming verbeterde merkbaar. Ze begonnen me te vragen, welk nieuws er in Nederland over den oorlog bekend was en ik vertelde- ze dat. Zij van hun kant deden me allerlei gruwelverhalen over het op treden der Belgische burgerbevolking, niet in Riemst natuurlijk, maar élders Ik moest die verhalen maar eens klaar en duidelijk overbrengen aan mijn lezers, zoo raadden ze me Tenslotte begonnen ze weer te dazen. Ik had ze verteld, dat ook Japan aan Duitschland den oorlog had had verklaard, maar ze verzeker den luidruchtig, dat ze voor niemand en niets bang waren. Alleen voor Montenegro 1 interrumpeerde een der officieren den Hauptmann onder daverende instem ming van zijn kameraden. En toen kreeg ik een reprimande. Ik moest mijn Nederlandsche lezers maar vertellen, dat ze het niet moes ten wagen om over de grens te komen en ook ik zelf moest voortaan in Nederland blijven. Voor mijn eigen bestwil en behoud. Mag ik dan een pasje hebben vroeg ik voor Maastricht Anders word ik onderweg wéér aangehouden 1 Dat kunt ge krijgen 1 was het antwoord. En dezelfde bevelvoerder, die me eenige oogenbllkken tevoren nog bezworen had, dat ik vooral aan niemand mocht zeggen en in mijn blad niet mocht publiceeren, welke troepen ik in Riemst had aangetrof fen, stempelde mijn Schein met den Duitschen Adelaar, waaronder de woorden „Königl. Preusicher 8, reserve inf. regt II balttaillon." Het maar reken er op: de eerste keer, dat ik weer zooiets van je hoor, ga je er uit en dat zonder pardon. Je moest je schamen, jij een zoon van zulke nette, brave ouders. Je bent toch geen kind meer! Hoe ben je toch zoover gekomen Ik begrijp het niet... Komaan nu, Ties wees nu eens weer een flinke kerel en beter je Nu, goeden morgen 1 De jonker, bij wien' de kwade bui al weer begon te zakken, keerde zich om en Ties vervolgde nu ook zijn weg. Inderdaad moest T gezegd zijn, dat er van nu af aan eengeheele verandering met den jongen bosch- wachier plaats had en 't had er allen schijn van, dat het nu wer kelijk ernst was geworden met de goede voornemens. Maar de satan zou hem.toch nog wel eens weer een spaak in 't wiel steken. VII. Nieuwspasteitjes met pikante saus In de nieuwtjesbakkerij hadden ze weer verschcn voorraad gebak ken en dezen keer was het een erg smakelijk nieuwspasleilje waarmede in Groenrode gevent werd. Daar Matlesen Ties tegenwoor dig niet meer in de herberg kwam en soms gedurende een aantal dagen niemand of slechts weinig menschen te spreken kreeg, had Schrale Lippen Gesprongen Handen was wél vertrouwelijk 1 Ik mocht den weg naar Maastricht niet per fiets gaan en liet deze daarom achter in een café op den hoek van den Tongerschen weg. Een paar dagen later reeds hebben de Duitschers de banden afgenomen en meegevoerd. Den anderen dag zat ik natuurlijk niet in Maastricht. Ik had Luik nog eens willen weerzien na de ver meestering der forten. De toestand was er niet prettiger op geworden voor de burgerij. Het brandt hier en daar, vooral in de wijk Outre Meuse. De bevolkiog wordt voortdurend met allerlei be dreigingen vrees aangejaagd en ze beziet dan ook eiken vreemdeling op schuwe wijze. Overal tref ik vluchtelingen aan, welke uit het ZuiJen zijn gekomen en ook Nederlanders, die naar het veilige moederland uitwijken. De Luikenaars zelf mogen weg. Regelmatig verschijnen nieuwe proclamaties op de muren een ervan bevat de mededeeling, dat de provin cie Luik een oorlogsbelastiug van 50 millioen francs moet opbrengen. Een ander houdt het verbod in om des namiddags na 6 uur nog op straat te vertoeven deuren moeten geopend blijven, vensters verlicht enz. Met fusillatie en brandstichting wordt gedreigd, wanneer er ergens nog wapenen worden gevonden, terwijl ook nog werd aangekondigd, dat in alle woningen huiszoeking zal worden gehouden. De meeste winkels zijn gesloten, omdat de Duitschers de voorraden hebben opgeëischtde étappendienst is nog onvoldoende verzekerd en daarvan lijdt in de eerste plaats de burgerij. Een proclamatie roept de arbeiders op om de veroverde forten te helpen versterken, opdat ze eventueel straks weer tegen het Belgische leger kun nen worden gebruikt 1 Straten en pleinen, waar zich militaire bueaux bevinden, zijn door troepen afgezet; niemand mag pas seeren. Van oorlogs- en ander nieuws is de stad geheel verstokende bladen mogen niet verschijnen en ook de Duitsche veldpost werkt zóó primitief, dat haast geen Duitsche kranten fn Luik komen en zeker geen nummers van de jongste dagen. Op de muren van lokalen, waar Duitsche militairen zijn ondergebracht, leest men met groote krijtletlers Bitte 1 Zeitungenl Md. Wordt vervolgd. Pater. Vertel me eens. Peter, heb je al ooit een Eerste misfeest bijgewoond Peter. Zeker, en meer dan één. Pater. Dan moet je mij eens zeggen, wat je daarbij 't meest ge troffen heeft 1 Peter. Dat zoo'n feest heel eene parochie in beslag neemt, en niet alleen op den dag der Eerste Mis, maar dagen, soms weken van te voren. Vooral hier in Limburg wordt van zoo'n feest ontzaglijk veel werk gemaakt. Eerebogen worden opgericht van het huis van den Neomist af tot aan de kerk toe, de straten versierd, de huizen bevlagd, de kerk pronkt in hare beste orna menten. Opschriften, chronica's in alle vormen. Er wordt gedicht, ge- hij nog geen gelegenheid gehad van het nieuwe baksel te snoepen, zoodat het feitelijk al een beetje oudbakken begon te worden, toen men het hem onveiwacht, onver pakt, zonder doekjes, papiertjes of doosjes, pardoes onder den neus duwde. Hedde 't al geheurd, Ties-? Truij van den Lerkenhof zal 't toch gaon waoge 1 't Kan wel zien, zei Ties, kwasi-onverschillig, maar hij kreeg een gevoel alsof iemand hem de keel dichtkneep, terwijl op zijn gezicht duidelijk eene weerspiegeling van een hevige aandoening zichtbaar werd. 't Was in den winkel bij de weduwe Boekholt, waar hij zijn kruidenierswaren pleegde te koo- pen» En omdat men veelal meent dat bij een pasteitje ook wat pi kante sau3 dient geserveerd te worden, kreeg hij er telkens een paar druppels van die Groenrode- sche Worchestersaus bij. Hoe komen de menschen in Groenrode nu toch aan pikante Engelsche-sau8 Jao mit enne schatrieken boer uut 'l Limburgs drie drup pels uit het pikante sausfleschje, En ennige zoon, zien vader en moeder zien allebei dood nog drie druppels. Heej mot bulleke van het geld alweer twee druppels. Wordt vervolgd. zongen harmonie of fanfare schalt de volksvreugde uit tegelijk met het luiden van de torenklokken kamers worden afgestoken. Pater. Dus algemeene vreugde. Peter. En dan moet men de receptie na de mis eens bijwonen 1 Een drukte van belangVan de hoogste tot de laagste standen acht iedereen zich gerechtigd, ja verplicht. Neomist en zijn ouders te gaan gelukwenschen. Pater. Gelukwenschen, zeg je, en waarmee Peter, Ook een vraag 1 Met de priesterwijding natuurlijk. rater. Jawel, maar wat bewonderen en prijzen die menschen •jn het priesterschap Peter. Wel, de hooge waar digheid, waartoe het een arm men schenkind verheft, eene waardigheid, waarbij alle menschelijke waardig heden tanen als sterren voor de zon. Dat kan men beluisteren bij alle toespraken in rijm en onrijm, welke tot den jongen priester gericht worden, dat kan men lezen in alle opschriften. De ontzaglijke macht van den priester over Christus' wer kelijk en mystiek lichaam, wordt in alle toonaarden bezorgen en de hoogste uitdrukking is dan wel, dat de priester een andere Christus is. Pater. Dat is die lui toch ge meend Daar zijn ze toch wel van overtuigd Dat is toch geen ledig compliment, een overdrijving in hun opvatting Peter. Wel neen; de lui staan er bij te luisteren met gespannen aandacht, - zijn diep ontroerd en menig oog wordt vochtig. Pater En gelijk, groot gelijk hebben zij. Toen de volksschare, die Jezus volgde, den Meester door een wonder zag bevestigen, dat Hij macht had om zonden te vergeven, werd zij met ontzag vervuld en verheerlijkte God, die zulk een macht aan menschen gegeven had. (Matth. IX. 8.) Diezelfde macht wordt den pries ter gegeven. Maar dat Joodsche volk wist nog niet wat ons katholiek volk weet en belijdt, n.l. dat God aan den priester niet alleen macht over de menschen en over de zon den, maar ook nog macht over zich zelf geeft in het H. Sacrament des Altaars en macht over al zijn gena demiddelen, te weten over al de Sacramenten, die bij in gewone om standigheden alleen kan en mag toe dienen. Weet je ook Peter, wanneer Jezus het priesterschap beeft ingesteld Peter, Ja zeker; na het laatste avondmaal, op den vooravond van zijn lijden, onmiddellijk na 't instellen van 't H Sacrament des Altaars. Pater. Zou je me ook kunnen zeggeD, waarom Jezus de instelling van het priesterschap tot aan 't uiterste eind van zijn leven heeft uitgesteld Peter. Daar heb ik, om u de waarheid te zeggen, tot hiertoe nooit over nagedacht; maar mij dunkt de oplossiog nu te kunnen raden. Pater. En dat is Peter. Niemand stelt bediena ren, ambtenaren, gevolmachtigden aan voordat de goederen aanwezig zijn, die beheerd moeten worden. Dus, zou ik zeggen, moet O.L.H. eerst de overige Sacramenten inge steld hebben, alvorens het Priester schap in te stellen. Pater. Mijn compliment, Peter. Uwe redeneering sluit als een bus. Nog eene vraag: Welk nut zouden de andere Sacramenten voor ons menschen gehad hebben, zonder het Sacrament van 't Priesterschap Peter. Geen, zou ik denkeD, net zoo min als een verborgen 3chat, al is hij nog zoo groot en als een afgesloten bron, al vloeit zij nog zoo rijk. Pater. Dus was en is het Priesterschap de kroon op het werk, de voltooiing van al wat Jezus voor ons heil aan genademiddelen had uitgedacht en tot stand gebracht, in Zijne oneindige Wijsheid en onbe grensde Liefde, 't Heeft mij altijd zoo getroffen, dat de H, Johannes het verbaal van 't laatste Avond maal. waar de H. H. Sacramenten des Altaars en van het Priesterschap ingesteld werdeD, begint met deze woorden Omdat Jezus de zijnen bemind heeft tot het einde toe. Zou ik verkeerd zien, als ik deze woor den even goed toepas op het Pries terschap als op het Sacrament des Altaars? De priester is een bewijs en een wonder van de grenzenlooze liefde van Jezus voor ons, zijne geloovigen. In en door den priester zet Hij onder ons zijne verlossings taak voortChristus leeft onder ons voort, en gaat onder ons weldoende rond in zijn gevolmachtigde blijft zijne macht voortbestaan. Peter. Dat is precies wat de katholieken zoo instinctmatig aan voelen, uitzeggen en uitjubelen bij net befeesten van ieder nieuwen priester. Pater. En wat er velen, helaas 1 totaal vergeten bij oude priesters. Voor den nieuwen priester bloemen, voor den ouden priester steenen, voor den nieuwen priester Hosanna's, voor den ouden priester kruisig hem. Maar 't hoort zoo 1 Peter. -— Neen, 't is glad verkeerd, dom. aartsdom, en verfoeilijk van ondankbaarheid. Pater. De knecht is niet beter dan de Meester. Peter. Maar de beulsknechten van O.L.H. deugden toch niet. Pater. We hebben beiden gelijk Peter. Laat ons enkel vragen, en bidden dat onze priesters alle Paasch- bokjes in Paaschlammeren mogen veranderen. Alleluja 1 S. H. PEETERS, M.SC. FRANCISCAANSCHE VONKEN. 'k Las een berichtje uit een tijd schrift Luctor et Emergo, dat mij een ogenblik tot nadenken bracht. Het luidde aldus In ronde getallen uitgedrukt zijn er op 't ogenblik 22-000 Minderbroeders, 12.150 Capu- cijnen, 1700 Conventueelen, 11000 Clarissen, 80.000 Kloosterzusters van de Derde Orde en 3.520.000 wereld lijke Derde Ordelingen. Wanneer men zulke getallen ziet, kan men inderdaad Br. Massaeus' woord als bewaarheid beschouwen Heel de wereld loopt U na, Franciscus. Dit berichtje trof me inderdaad. En wat nu op 't ogenblik geldt, dat is al 7 eeuwen zo geweest I Hoeveel milSioenen ea millioenen hebben de arme bedelaar van Assisi gevolgd Vanwaar dat verschijnsel? Heeft Franciscus als fiju organisa tor de mensen van zijn tijd op tact volle wijze weten te dwingen tot zijn instellingen toe te treden Is er van hogerhand dwang uitgeoefend Het tegendeel 1 Al die stichtingen zijn op slot van zake om Franciscus heen-gegroeid. Hij had er om zo te zeggen helemaal geen schuld aan, dat ze nog tijdens zijn leven tot een mach tige organisatie waren geworden. Hij, Ffanciscus, was maar gewoon mindere broeder. De minste van allen. Hij had alleen maar zijn hele leven naar God geriaht. En dat was ejgenlijk de eerste plicht van ieder christenmens. Maar daarom was Franciscus' levenswijze zo vanzelf sprekend en zo buitengewoon aan trekkelijk. Omdat hij in alles was de kleine en de dienaar. Wel was zijn woord inslaande door korte bondig heid en klare eenvoud. Maar sterker was zijn ongekunsteld voorbeeld, dat als een zware kei neerplofte in de onbewogen vjjver van het lege leven van zijn omgeving. Als men die getallen leest uit dat berichtje, dan zegt men onwillekeurig: Niettegenstaande alles, zal het ook zo zijn in onze tijd. Door Uw aantrekkelijk voorbeeld, heel de wereld loopt U na, Fran ciscus Derde Orde Raad. Bij Apoth. en Drogisten 147-9 Het crisis wee van de Spoor wegen Wardenier a!s con current uitheschakeld. Onze buitenlandsche schuldenaren. Tegen cumulatie van ambten en pensioenen. Eindhoven Groot stad. Allerlei. De spoorwegen hebben niet alleen den tijd, maar ook de techniek onzer dagen tegen. Met het gevolg dat de tekorten op de exploitatie steeds grooter worden en de ontevredenheid tegen het „beleid" groeit. Inde Kamer- afdeelingen. welke de begrooting on derzoeken, is een hartig woordje van ontstemming over de groeiende te korten geuit. De helft van de water- staatsbegrooting moet dan ook die nen om de bedoelde tekorten te dekken en dat is inderdaad een vaag teeken. Een kijkt er minister Kalff. die vóór de aanvaarding van zijn jongste ambt directeur der Spoor wegen was, boos om aan; de critiek heeft zijn persoon niet gespaard. Men had méér van hem verwacht dan hij heeft kunnen presteeren. Scherp is ook de critiek geweest op de af- deeling Dieseltractie der Spoorwegen; de gedane proefnemingen werden absoluut onvoldoende geacht. Gelet op de uitkomsten van het Spoorwegbedrijf kan de heer Kalff én als minister van waterstaat én als oud-directeur der Spoorwegen slechts een armen-zondaarsgezicht zetten. Die zijn droevig I Om billijk te zijn in het oordeel mag men echter ook niet vergeten, dat de Spoorwegen mede de techniek onzer dagen tegen zich hebben. De goedkoope auto's en vooral de auto bussen en de Jan Plezier's met een motor nemen veel van het van oude geëigende bebiet der Spoorwegen weg. De commissie van Toezicht op dit staatsbedrijf heeft in een en ander aanleiding gevonden om op scherpe wijze tegen de concurreerende ondernemingen te laten optreden. Deze week zijn vele autobussen, waarmee bepaalde lijndiensten wer den onderhouden, in beslag genomen en dat gold vooral op het traject Rotterdam Amsterdam. Met dergelijke maatregelen alléén echter kan het kwaad der groeiende tekorten niet worden bezworen. Van daar dat vanuit de Tweede Kamer aandrang werd uitgeoefend om tot een grondige en spoedige reorgani satie van het bedrijf te besluiteo. De gedachte zit daarbij voorop om spoor wegverbindingen uitsluitend tusschen de groote plaatsen te laten voort bestaan en de tusschenverblndiogen te doen verzekeren middels autobus sen (van het Spoorwegbedrijf). Een en ander zal een aanmerkelijke kapitaalafschrijviog vereiscben. De Spoorwegen hadden in het jongste week-end ook nog een materieelen tegenslag te boeken, Door een verkeerden wisselstand reden in Limburg twee treinen op elkaar, ten gevolge waarvan enkele personen lichte verwondingen be kwamen. Men mag van onze Spoor wegen zeggen, wat men wil, maar dergelijke evenementen behooren ten onzent gelukkig tot de hooge uit zonderingen I Wardenier, de uitvinder van den brandstofioozen motor zal voorloopig niet als concurrent van de Spoor wegen optredenHet werk van dezen jongeman is „sof" gebleken. Elk dorp van ons land heeft wel den een of anderen maniak, die met wereldhervormende plannen en uit vindingen rondlooptWardenier was slechts een derzulken Hij is voor het forum der publieke belangstelling gesleept door de lichtgeloovigheid en onbesuisde voortvarendheid van menschen, die technisch, noch weten schappelijk iets bijzonders te beteeke nen haddeD, maar omwille van hun maatschappelijken werkkring door de massa voor „vol" werden aangezien. De „pers" is er, in het algemeen gesproken, niet ingeloopeD, maar ze heeft het geval dusdanig sensationeel gemaakt, dat de „uitvinder" gesmoord raakte in de gevolgen van zijn verbeeldingsspel. Hij is ter verpleging opgenomen in een zenuwinrichting, nadat hij zijn motor als een waarde- looze fantasie heeft moeten afzweren. Voor geld en macht ondernemen de menschen heel veel. Dat deden ook de respectabele inwoners van Nijmegen, die hun „reisjes langs den Rijn" misbruikten om deviezen te smokkelen en zich de „eigenaardige" marken-politiek der Duitsche regeering ten voordeele te maken. Ze werden gesnapt en tot niet malsche gevan genisstraffen veroordeeld. Onder de veroordeelden waren meerdere dames. Men had algemeen met de lulden te doen, ook al, omdat betgeen zij in het klein misdreven, niets anders was dan hetgeen de Duitsche regeering dagelijks tegenover de Nederlandsche debiteurs in het groot doet. Men kent het spreekwoord van de kleine stelen en van de grooten, die stelen.... De stemming in het grensgebied raakte intusschen zóó verbitterd tegen Duitschland, dat men het in Cleve voordeeliger heeft gevonden om de vonnissen te herzi*n, d.w.z. de straf fen terug te brengen tot boeten. V Het werd deze week bekend, dat wij, Nederlanders, in het buitenland voor 75 millioen guldens aan ge blokkeerde vorderingen hebben uit staan, uitgenomen Duitschland, waar wij veel méér millioenen als voor loopig oninbare posten aan bevroren kapitaal hebben „bezitten 1" Als persoonlijke troost kan „ons" dienen, dat „we" niet behooren tot de „we" van de uitstaande millioenen I Dezelfde „we", die met den handel zooveel risico's beloopen, klagen sinds jaar en dag over de bevoor rechting van ambtenaren en dergelijke bevoorrechtten, die middels samen voeging van baantjes en pensioenen gedegen inkomens weten te verwer ven uit de publieke kassen, welke in ons land nog altijd „safe" zijn. Hun hooge sprongen zullen uit zijn. De pers bracht dezer dagen het bericht, dat de regeering een wijziging van de pensioenregeling ontwerpt om cumulatie te voorkomen. In Eindhoven zijn Zaterdag j.l. 99.999 inwoners aan hét fuiven ge slagen, toen één jonge wereldburger hun gezelschap was komen deelen De groei van deze Brabantsche industriestad is wel een merkwaardige; 10 jaar geleden had ze nog maar de helft van het huidige inwonerstal. Ze groeit tegen de crisisverdrukking in. De Philipsfabrieken hebben veel tot de bereikte hoogte bijgedragen. De uitvoer dezer fabrieken bereikte juist over October j.l. nog weer een recordcijfer voor watde radio-artike len betrof, n.l. van meer dan 6 millioen K.G. in één maand 1 Ook de sigarenindustrie en de textiel industrie breiden zich in Efndhoven nog steeds uit. Tenslotte eenig nieuws in uiterst beknopten vorm. In verband met de instelling van gemeente-fondsen voor huurverlaging heeft de minister aan de gemeente besturen instructies doen toekomen. Er is ook een nieuwe rijksregeling op komst voor te verleenen tweede hypotheken (van 30 pet. der bouw kosten) voor particulieren, die dan echter bij de vaststelling van de huurprijzen van arbeiderswoningen, aan limieten zullen worden gebonden. Bij besluit van de regeering wordt de tuinbouwsteun voorloopig met 3 millioen verhoogd. KlunA,, °ve,«ol Novene ''ai Te !m W dw reden. licP -hu w"d to. zlekenlgn De hes,m waardij Is uw rjjwielplaatje op de juiste wyze bevestigd In de laatste dagen zijn tal van M. h dl seloschan Th. bn Venlo M. ko Hoendeyai P. ]Je: H 27 v! K. Kat! M 60 E. Si. idem A. M. nj Merselo;) C. detn, sendaal C. M. i Roosens Th. Vfd van Me K. VJc M. M. ster, St 5 H. Kdi derstraaia P. z trumschvi H. H>r Eindstn S J. Wel van Bit M. Ore seniusplR M. "rt! Merselo3( P. A rg Merselo li M. P.a< Groote ra

Peel en Maas | 1934 | | pagina 6