TWEE!)!] BI.AD VAN PEEL EN MAAS
Openbare vergadering van den
Raad der gemeente Venray,
gehouden op 12 October 1934,
des namiddags vier uur.
FEUILLETON.
De overweldiging
van België.
Zaterdag 17 November 1934
Vijf en vijftigste Jaargang No 46
Voorzitter: de heer O. L. P. van de Loo, burgemeester.
Secretaris: de heer A. F. M. van Haaren.
Afwezig met kennisgeving de heeren Stoot en Vermeulen.
De Voorzitter opent de vergadering met qebed, waarna de notuleu
der vergadering van 28 Augustus 1934 en 31 Augustus 1934 ongewijzigd
worden vastgesteld.
Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 1 getrokken is. zoodat
bij stemmingen in deze vergadering no. 1 der presentielijst, i.e. de heer
Geurts, het eerst zijn stem moet uitbrengen.
Vervolgens leest de Voorzitter voor het proces verbaal van kasopname
bij den Gemeente-Ontvanger, over het 3e kwartaal 1934, waaruit blijkt,
dat op 21 September 1934 het totaal der inkomsten bedroeg f 620084.13
en het totaal der uitgaven f 510676.08, zoodat op 21 September j.l, in
kas was f 109408.05.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Hierna worden aangeboden
a. het verslag van het Staatsboschbeheer ter zake bebossching met
renteloos voorschot over 1933:
b. het verslag der Gasfabriek over 1933;
c. het Gemeente-verslag over 1933.
Wordt algemeen goedgevonden deze verslagen voor de leden ter
Secretarie ter inzage te leggen.
Het kohier der trottoirbelasting worJt vervolgens vastgesteld tot een
bedrag van f 832 34 en het kohier der rioolbelasting tot een bedrag van
f 9950.07.
Dan is aan de orde: vaststelling der vergoedingen ten behoeve der
verschillende bijzondere lagere scholen over 1932, overeenkomstig het
bepaalde bij de artikelen 101 en 103 der Lager Onderwijswet 1920.
De Voorzitter deelt mede, dat de vergoeding eerst kan worden be
paald, als de rekening over het desbetreffend dienstjaar is vastgesteld.
Dit is geschied en overeenkomstig de gelijksoortige openbare school
bedraagt de vergoeding oer leerling f 5.53 en is het totaal bedrag voor
het St. Josephsgesticht f 78111; voor de bijzondere school v^enray-Kom
f 2560.39; idem Oirlo (Jongensschool) f 503.23; idem Oirlo (Meisjes
school) f 464 52; idem Leunen (Meisjesschoo1) f 428 57; idem Leunen
(Jongensschool) f 408 22; idem Ysselsteyn f 741.40; idem Castenray
I 663 60; idem Oostrum f 663.60; idem Merselo f 624.89; voor school
A der Zusters Ursulinen f 1598.17; voor school B der Zusters Ursu-
linen f 1053 46 en voor school Veulen f 427.19.
Wordt algemeen goedgevonden.
Nog is aan de orde: Voorstel van B. en W. tot wijziging en aan
vulling der begrootiog dienst 1934.
De Voorzitter leest de voorgestelde wijzigingen voor, welke algemeen
worden goedgevonden.
De Voorzitter vestigt er, in verband hiermede de aandacht op. dat
een vergissing heeft plaats gehad van de zijde der belasting administra
tie, waardoor f 5700.te veel werd opgegeven en ontvangen voor
opcenten Gemeentefondsbelasting 1933/34, die nu door de gemeente
moeten worden terugbetaald.
Het voorstel van B. en W. tot wijziging der verordening op de
heffing en invordering van besmettelijk ziektengelden in verband met
enkele gemaakte opmerkingen door heeren Gedeputeerde Staten, wordt
vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Dan wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot het afgeven der
verklaring als bedoeld in art. 5, eerste, tweede en derde lid der wet tot
wijziging van de Winkelsluitingswet
De Voorzitter zegt, dat de heeren de memorie van toelichting met
ontwerp besluit hebben ontvangen. Uit de gehouden enquete is gebleken,
dat enkel voor de winkels in brood enz. en die in tabaksartikeien de
vereischte meerderheid is verkregen, terwijl voor de win seis in fruit
wel enkelen, doch niet de meerderheid heeft geteekend.
Volgens onze winkelsluitingsverordering. die geldig is tot 15 April
a.s., doch dan opDieuw kan worden vastgesteld waarvoor door B.
en W. tijdig nieuwe voorstellen zullen worden ingediend mogen ook
thans alle wiokels des Zondags open zijn des voormiddags van half 9
tot 12 uur. Door het afleggen der verklaring zouden nu de brood-,
banket- en suikerwerk winkels de gelegenheid krijgen des Zondags 6
uur en de tabakswinkels 4 uur, ter geheel vrije keuze, geopend te zijn.
De Vereeniging R.K. Venreysche Middenstand heeft voorts medege
deeld, dat het een algemeen belang is de verruiming toe te passen;
spreker kon het feitelijk eerder een algemeen belang achten, als het niet
hoefde, want dan waren de buitengewone omstandigheden voorbij.
De heer Millen zou de verklaring ook willen uitstrekken tot de fruit
winkels, vooral met het oog op het ziekenhuis en het Zondagsbezoek
aldaar.
De Voorzitter zegt, dat zich daarvan geen meerderheid voor verrui
ming heeft uitgesproken.
Jawel, zegt de heer Millen, want er zijn m.i. slechts 3 fruitwinkels en
daarvan hebben er 2 geteekeod.
De Voorzitter meent toch, dat er meer zijn, die fruit verkoopen en
die hebben niet geteekend. Spreker betwijfelt dan ook zeer of de Minis
ter dit zou goedvinden.
De heer Millen blijft van oordeel, dat er slechts 3 ftuitwinkels zijn,
de rest is groentenwinkel.
De heer van Haren meent het oordeel van den heer Millen te moeten
deelen. Ook hij vindt, dat wel mag worden aangenomen, dat van de
uitgesproken fruithandelaars de meerderheid, n.l. 2 van de 3 geteekend
hebben.
Wethouder Odenhoven zegt, dat waar Tacken b.v. niet geteekend
De reputatie van Kolderman
was danig slechl; bij dsglichl zag
men zelden iemand bij hem aan
de deur, maar 's avonds als het
donker was, belde menige schat
plichtige van den onbarmhartigen
woekeraar aan het kleine land
huisje achter den molen.
Kolderman verstrekte aan Mat
tesen Ties een som van driehon
derd gulden, waarvoor deze een
tweede hypotheek op het land gaf
tegen zes percent rente, maar bo
vendien teekende Ties een bewijs
dat hij iedere maand een percent
rente over de geheele som zou
voldoen.
Met hel geld kon Ties aan zijn
zuster hel haar toekomende erf'
deel uitbetalen.
De dood var moeder Malhijsen
was voor den jongen boschwachter
een zware slag, in alle opzichten.
Niet alleen dat hij de goede
moeder, die hij innig liefhad,
woest missen, maar voor hem
stas het ergste, dat hij hare ver-
z andige raadgevingen r.iet meer
ou hooren en niet meer door
haar op den goeden weg geleid
en van het kwaad afgehouden
zou worden.
Natuurlijk was zijn eerste ge
dachte aan trouwen, maar dat
zou voorloopig zeker niet gaan
omdat het geenszins te verwachten
stond, dat vader en moeder Ver
berken in een huwelijk met hun
dochter inwilligen zouden.
En toch kon hij op den duur
daar zoo niet blijven zitten, want
doordat hij bijna den gehaelen
dag van huis was, kon hij geen
Mattesen Ties
de Kiesjeskèl
Oorspronkelijk verhaal van de
Noord-Limburgsclie grenzen
door BERNARD VIELER.
8
De boschwachterswoning met
den tuin en een stukje bouwland
waren eigendom van den jonker
en overigens was er behalve hel
huisraad en een weinig gereed
geld, niets om te verdeelen.
Het aandeel van Toontje was
reeds vroeger geregeld geworden,
zoodat de erfenis slechts in twee
deelen ging.
Ties moest den inboedel natuur
lijk behouden, behalve de kleeren
en de weinige sieraden zijner
moeder en daar ze het land niet
gaarne verkoopen wilden, was het
moeilijk dit le verdeelen, omdat
Ties niet genoeg geld had om het
part van zijn zuster uit te keeren.
Zoo bleef die zaak voorloopig
hangende, totdat iemand aan Ties
den onzaligen raad gaf het be-
noodigde geld te leenen van een
zekeren Kolderman, een gepen
sioneerd hoofdkommies, die met
zijn vrouw eenig geld betrouwd
had, dat hij nu uitleende, meestal
aan arme stakkerds, die in den
nood vastzaten en van wie hij
woekerrente nam.
heeft, deze er schijnbaar meer voor voelt om Zondags gedurende 3ift
uur alles te verkoopen.
De Voorzitter zegt hier best in te kunnen komen, want als men zich
als fruithandel heeft aangegeven, mag men enkel fruit verkoopen gedu
rende die vrije uren en nu moet ieder voor zich maar uitmaken, wat
hem het voordeeligst is. Spreker zegt er verder geen bezwaar tegen te
hebben het voorstel van den heer Millen over te nemen, al kan hij dan
ook niet de zekerheid geven, dat het door den Minister zal worden
goedgevonden.
Wordt algemeen goedgevonden de verklaring af te leggen ten aanzien
van de winkels in fruit, brood enz. en tabaksartikelen.
Daarna is aan de orde: Voorstel van B. en W. tot wijziging der
motor- en rij wiel verordening dusdanig, dat het voorschrift van artikel
16, le lid van het motor- en rijwielreglement, dat stilstaande motorrij
tuigen tusschen een half uur na zonsondergang tot een half uur voor
zonsopgang van de voorgeschreven verlichting moeten voorzien zijn, niet
noodig is op de openbare wegen, gelegen in de bebouwde kommen der
gemeente, ten aanzien van motorrijtuigen, stilstaande in het licht van een
op ten hoogste 25 Meter afstand aanwezige brandende lantaarn der
openbare straatverlichting.
De heer Millen vraagt, of daaronder ook de parkeerplaatsen vallen.
Zeker wat de Groote Markt betreft, antwoordt de Voorzitter, want
die valt binnen 25 M. van het licht van een straatlantaarn; voor het
Henseniusplein wordt overwogen nog een der straatlantaarns 's nachts
te laten branden, omdat de afstand daar anders te ver word t
De heer van Haren zegt zich ten volle met deze wijziging te kunnen ver
eenigen, doch zou den Voorzitter willen verzoeken de politie soepel te
doen optreden, vooral in den beginne.
De Voorzitter zegt de politie te zullen opdragen de noodige soepel
heid te betrachten en vooral in de eerste weken te waarschuwen.
Wordt algemeen goedgevonden te besluiten overeenkomstig het voor
stel van B. en W.
Dan wordt algemeen goedgevonden een bedrag van f 1000.—, voort
spruitende uit den verkoop der oude school met onderwijzerswoniog te
Leunen en den verkoop van gronden, op de voor de gemeente meest
gunstige wijze te beleggen in Nederlandsche, Nederlandsch-Indische,
provinciale of gemeenteleeniDgen.
Vervolgens wordt op zijn verzoek wegens het bereiken van den 65-
jarigen leeftijd, met ingang van 1 December 1934, aan J. H. Folbers
eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van conducteur-chauffeur
bij den autobusdienst der gemeente naar het station v.v.
Hierna is aan de. orde: Voorstel van B. en W. tot het geven eener
compensatie aan alle ambtenaren, wier bezoldiging door of vanwege de
gemeente is vastgesteld, wegens het wettelijk verplichte verhaal van
pensioensbijdragen.
De Voorzitter zegt, dat dit voorstel nu voor de tweede maal aan de
orde is, Dadat de Raad zich in eerste instantie in beginsel vóór compen
satie heeft uitgesproken. Intusschen zijn, volgens het verlangen van den
Raad, de organisaties gehoord en heeft de Ned. R.K. Politiebond „St.
Michael" medegedeeld, dat hij zich met dit voorstel geheel kan vereeni
gen. Spreker leest vervolgens de ingekomen adviezen voor van de
A.R.K A. en den bond van keurmeesters van vee en vleesch.
Wat betreft het ingekomen verzoek van den Bond van Keurmeesters,
om bet salaris van den hulpkeurmeester te verhoogen, staan B. en W.
op het standpunt, dat, waar dit salaris nog in 1929 verhoogd is, dit in
vergelijking met. andere ambtenaren en met name dat van de politie,
niet te laag is. Waar echter volgens de in 1932 vastgestelde regeling
voor de politie het maximum bereikt wordt in 8 jaren vier twee-
jaarlijksche verhoogingen stellen B. en W..voor dit ook aldus te
regelen voor den hulpkeurmeester, terwijl de 4 periodieke verhoogingen
der aanvangswedde voor hem tot dusverre op zoodanigen voet waren
geregeld, dat het maximum der aan de betrekking verbonden jaarwedde
eerst na 12 jaren kan bereikt worden. Hierdoor bereikt hij dus eerder
zijn maximum-salaris.
Ditzelfde zouden B. en W. ook willen voorstellen ten aanzien van de
ambtenaren ter Secetarle en dan verder a^e ambtenaren te compenseeren
als voorgesteld in het hieromtrent door B. en W. voorgestelde rapport
met dien verstande evenwel, dat deze compensatie enkel geldt voor de
thans in functie zijnde ambtenaren, opdat de Raad vrij is ten opzichte
van nieuw te benoemen ambtenaren.
Bij de berekening der jaarbedragen zouden 3. en W. voorts hetgeen
minder is dan 50 ct. willen verwaarloozen en 50 ct. of meer naar
boven tot een vollen gulden willen afronden.
De heer van Haren vraagt hoe het staat met de dienstjaren van de
ambtenaren ter secretarie. Spreker meent, dat er ambtenaren zijn met
meer dienstjaren dan die voor hen bij berekening van het salaris in
aanmerking worden gebracht.
De Voorzitter zet uiteen, dat in 1931 bij vaststelling der verordening,
regelende de bezoldiging voor de ambtenaren ter secretarie, aan eiken
ambtenaar een aantal dienstjaren is toegekend voor de toepassing dezer
verordening. Van den Boom komt nu aan zijn maximum, alsook de
Vocht, nu het maximum in 8 jaren bereikt wordt, terwijl de ambtenaar
Aerts door deze regeling eerder zijn maximum bereikt.
De heer van Haren vindt het oojuist, dat' ambtenaren minder dienst
jaren krijgen toegekend dan ze in werkelijkheid hebben.
De Voorzitter zegt, dat dit bijna steeds gebeurt bij benoeming van
imbtenaren in een hoogeren rang.
Na voorlezing der voorgestelde bedragen wordt algemeen goedgevon
den de ambtenaren en beambten dienovereenkomstig te compenseeren,
terwijl ook algemeen accoord gegaan wordt met de voorgestelde wijzi
ging der instructie voor den bulpkeurmeester en de verordening regelen
de de bezoldiging, den kinderbijslag en de woningtoelage voor de
ambtenaren ter Secretarie.
Vervolgens leest de Voorzitter voor het ingekomen schrijven van
Gedeputeerde Staten, inzake herziening salarisregeling burgemeesters en
secretarissen.
De heer van Haren kan zich met de regeling als zoodanig wel ver
varken meer mesten, en er bleef
hem bijna geen tijd over om den
tuin en den kleinen akker in
orde te houden, afgezien van het
ongeregelde huiselijke leven dat
hij leidde.
De helft van den tijd had hij
geen lust om warm eten voor hem
zelf te koken of een spekkoek te
bakken en dan at hij maar wat
brood met spek of wat hij bij den
slager in het dorp kocht. Daarbij
verveelde hij zich vreeselijk, wan
neer hij gedurende de lange
avonden alleen thuis zat en zoo
kwam het, dat hij er toe overging
nu en dan hier en daar in de
herbergen te gaan buurten eerst
een half uurtje of een uur, later
wat langer, totdat hij tenslotte
een vaste habitué geworden was
in een klein kroegje achteraf,
waar nu juist niet het beste publiek
van Groenrode verkeerde.
Bijna iederen Woensdagavond
ging hij echter een stukje vrijen
bij zijn Truitje aan het slaap
kamervensierke. Bij een van dia
gelegenheden had het meisje hem
ernstig onder handen genomen
over zijn geregelde bezoeken in
het »Poeske«. Hij trachtte zich te
verontschuldigen met over de
eenzaamheid zijner avonden ginds
in de boschwachterswoning te
spreken en wat gekheid te maken
tenslotte had hij beterschap be
loofd.
Slechts korten lijd was er iets
van die beterschap te bespeuren,
want opeens ging het praatje rond
dat er 's avonds tevoren »kiët ge
wist en dat er gevochten wierien
het Poeske"
De bewuste herberg heette
eigenlijk de Leeuw, maar de artiest
die het uithangbord schilderde,
had daarbij zeker eene tamme
bevlieging gehad, want de anders
zoo woeste woeslijnkoning geleek
beslist meer op een dakhaas dan
op een sspecies Felis leo".
Mattesen Ties had weliswaar
geen deel genomen aan de vecht
partij, maar »ze zéajen as dat ie
stom bezopen was gewist en Driek
de schoesler, die um noar huus
haaj gebrocht, haaj verteld,
dattie wel twieë uur mit um onder-
weges was gewist en as dattie
elleke kier as enne zaltzak dernèr
geploft was".
Al worden er op de dorpen geen
couranten uilgegeven, toch circu
leeren de nieuwtjes er minstens
even vlug als in de groote wereld
centra en beslist veel intensiever,
omdat ieder inwoner den anderen
kent. Ook op de dorpeD vindt men
menschen, die er hun behagen in
scheppen alle voorvallen en ge
beurtenissen, maar met een bij
zondere voorliefde de schandalen
of wandaden van dezen en gene,
't zij half gebakken en half gaar
uit den oven, 't zij na zorgvuldige
bereiding, van de noodige pikan
terien en bijsmaakjes voorzien,
aan de argelooze familieleden of
belanghebbenden op te disschen,
zoodat deze ze zoo maar slikken
kunnen. In de meeste gevallen
laten die onbegeerde nleuwspastei
tjes echter een wrangen nasmaak
achter.
De scène in het Poeske had zich
eenigen, doch wil et tevens op wijzen en zelfs voorstellen, dat de Raad
als zijn meening uitspreekt, dat hem niet juist voorkomt, dat de salaris
sen in Limburg altijd achteraan komen. Het verschil met Noord Brabant
b.v. is enorm.
De iieer Houben is het hier geheel mee eens. Waarom zijn de sa
larissen in Limburg zooveel lager dan in Holland en vooral dan in
Noord Brabant, waar de levensstandaard toch zeker niet hooger is dan
hier Het schijnt wel, aldus Spreker, dat het werk der ambtenaren hier
minder wordt geapprecieerd.
Ook de heer van Boven vindt, dat het maar eens uit moet zijn met
de achterstelling van Limburg; ook ten aanzien der arbeiders is dit het
geval. Spreker heeft daar reeds meermalen op gewezen en hij vindt dat
evengoed onjuist ten aanzien van den burgemeester en secretaris.
De Voorzitter zegt, dat als hij den Raad goed begrijpt, dus aan Ged.
Staten moet worden medegedeeld, dat in de huidige tijdsomstandigheden
de voorgestelde verlagiog op zich zelve niet onredelijk is te achten,
doch de Raad het als een onbillijkheid aanvoelt, dat de salarissen dier-
zelfde functionarissen in andere provinciën en met name in Noord-
Brabant, waar de toestanden het meest overeenkomen met de Limburg-
sche, niettegenstaande de salarissen daar in het algemeen veel hooger zijn,
niet verlaagd worden en deze functionarissen dus hierbij blijvend ten achter
staan en dat de Raad het juister zou vinden, wanneer in deze meer
uniformiteit gebracht werd.
Wordt algemeen goedgevonden
Dan is aan de orde de aanviage der Vakteekenschool, om eene bij
drage ingevolge de Nijverheids-onderwijswet
De Voorzitter zegt, dat deze bijdrage volgens de ingezonden begroo
ting dient te worden vastgesteld op f 443.70.
Wordt algemeen goedgevonden.
Na toelichting door den Voorzitter wordt vervolgens algemeen goed
gevonden een rechtsgeding te voeren tegen den curator in het faillisse
ment van M. Kelders, teneinde te verkrijgen, dat de Arrondissements-
Rechtbank te Roermond de gemeente toelate als s;huldeischeres in
voornoemd faillissement met recht van preferentie.
De heer Millen vraagt, wanneer de verlichting van den Oude Oostrumsche
weg gereed komt, waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit werk door
het lang uitblijven der goedkeuring op de begrooting is vertraagd.
Waarschijnlijk komt deze verlichting echter de volgende week klaar.
De heer van Boven vraagt, of nog iets gehoord is van de ingezonden
verordening op de openbare vermakelijkheden, waarop de Voorzitter
ontkennend antwoordt.
De heer van Boven vraagt dit vooral in verband daarmede, of de
bioscoop dan weer opengaat, dan wel of nu weer conflict komt omtrent
den leeftijd. Mocht dit laatste het geval zijn, dan zullen de heeren van
den Bioscoopbond ondervinden, dat wij niet onder hun commando slaan.
De Voorzitter zegt vernomen te hebben, dat nu bij Tegelen en Hel
den. waar bioscoopconflict is in verband met den toelatingsleeftijd, ook
Venray wordt geteld. Officieel weten B. en W. het echter niet. Hier
is het conflict ontstaan in verband met de vermakelijkheidsbelasting en
dat conflict is nu, meenén wij, opgelost.
De heer Arts Wijst er op, dat het sluitingsuur voorde cafés met
Koninginuefeest bepaald was op half twaalf en de café's ter gelegenheid
van het Ruiterfeest tot twaalf uur mochten geopend zijn. Spreker vindt
dit verkeerd en zegt Koninginnedag toch een hoogeren dag te vinden
dan het Ruiterfeest.
De Voorzitter aotwoordt, dat het later stellen van het uur der sluiting
aan hem is. De meenicg van den heer Arts, hoe langer de café's open,
hoe hooger de dag. of omgekeerd, kan Spreker echter niet deelen; dezen
maatstaf viDdf Spreker geheel verkeerd.
Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord
verlaogende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed en gaat de
Raad in geheime zitting over.
Herinneringen aan de omzwervin
gen van een oud-oorlogseorros-
pondent tusschen do strijdende
party en.
GEVANGEN GEZET.
Het was duidelijk, dat de ver
schillende Dultsch: bevelhebbers in
den aanvang van den oorlog niet
goed wisten, wat hun te doen stond,
wanneer hun pad gekruist werd door
een roDdzwervenden oorlogscorres
pondent. De laa'ste oorlog tusschen
„beschaafde" Europeesche naties
dateerde van 1870 en sindsdien was
de persdienst heel wat verandeid.
Normaal vragen oorlogscorrespon
denten een officieele toelating in het
Hoofdkwartier, waar ze dan met
onderscheiding worden behandeld en
officieele communiqué's krijgen toe
bedeeld. Is de vijand ergens winnende,
dan worden de oorlogscorrespon
denten met zorg achteraf gehoudeD,
maar hebben de eigen troepen voor
deden behaald, dan worden de
journalisten in leger-auto's naar het
terrein van de victorie geleid en
Maandagavond afgespeeld en
Woensdagavond daarna ging
Mattesen Ties als naar gewoonte
naar den Lerkenhof, waar hij de
bekende drie zachte tikjes op het
vensterliiikske gaf. Msar, ofschoon
hij eenig geluid daarbinnen ver
nam, want hij was met zijn oor
legen de planken gaan luisteren,
toch werd het luik niet geopend.
Hij klopte nog eens zachtjes drie
maal eenige oogenbltkken daarna
ging het luik dan toch werkelijk
open, maar slechts op een kiertje,
want Trui hield de binnenhaak
in de hand.
»Kiert mer werrum en got naor
huus, klonk het gedempt en half
snikkend van daarbinnen, tussen
ouw en mej is alles uut, mit
zö'nen lap van 'nen kèl wil ik
niks mèr te doehn hebben. Géej
hoeft noeit mèr hier trug le
komme, ik wil ouw nie mèr ziehn."
En met dat werd het luik weer
gesloten.
Mattesen Ties bleef beteuterd
staan kijken maar er zat niets
anders op dan maar met de stille
trom af te trekken als hij leven
of schandaal maakte, werd hel
zeker niet beter. De weg naar de
Hooge Klef was hem nog nooit
zoo lang gevallen en de jonge
kerel die anders den geheelen
nacht doorsliep zondereen enkele
keer wakker te worden en op dit
oogenblik nog een erg zwaar
hoofd had van de nawerking der
zuippartij van den laalslen maan
dagavond lag nu in zijn bed
stede heen en weer te wentelen,
zonder een oog le kunnen sluiten;
toonen begeleidende officieren hun
de markanste punten, welke werden
veroverd, alsmede de hoeveelheid
materiaal, welke werd buit gemaakt.
Zoo gauw de jongste wereld
oorlog in een loopgravenstrijd was
overgegaan, was het niet mogelijk
om het verloop op andere wijze te
volgen dan als officieel toegelaten,
in bet Hoofdkwartier opgesloten
oorlogscorrespondent, maar in de
eerste maanden viel er voor den
reporter als journalistiek vrijbuiter
beel wat te beleven en daarom had
ook ik er de voorkeur aan gegeven
om liever op eigen gelegenheid den
oorlog te gaaa ervaren dan als gast
van de legerleiding.
Het gevolg was natuurlijk, dat ik
ieder oogenblik werd aangehouden
en voor bevelvoerende officieren
werd geleid. Daar mijn papieren
altijd in orde waren, kon men over
het algemeen niet anders dan beleefd
tegen me wezen, maar toch was het
me eiken keer weer opnieuw duide
lijk. dat mijn persoontje den militairen
autoriteiten altijd een moeilijkheid
opleverde ze wisten waarachtig niet,
wat ze met zoo n losloopenden
Nederlandschen dagbladschrijver
moesten beginnen. Slechte een enkele
maal leidde de verlegenheid er toe,
dat men me norsch en brutaal be
handelde.
nu eens met het beeld van Truitje
voor den geest, dan weer naden
kend over hare afwijzende woor
den.
t Ken haar immers niet ge
meend zijn, dat zij niets meer
mei hem te doen wilde hebben....
neen, dat kon niet, daarvoor had
ze teveel van hem gehouden, al
moest hij toegeven, dat hij in den
laalsten tijd loca werkelijk slecht
geleefd had en dat nog wel nadat
hij haar nog kort geleden beter
schap beloofd had.
't Begon al weer licht le worden
en hij kon de voorwerpen in de
kamer, waar hij sliep, reeds
onderscheiden. De bedstee bevond
zich achter in de keuken, die
tevens els woonkamer dienst deed.
Moeder had daa»* altijd geslapen,
terwijl hij vroeger op het boven
kamertje gelegen had, maar na
den dood der oude vrouw was hij
beneden gaan slapen, om overal
kort bij te zijn. Vanuit het bed
zag hij de driepotige klaptafel
aan het raam met den ouden
hoogruggigen leuningstoel, waarin
zijn moeder altijd 's avonds na
het eten gezeten had, om haar
rozenkrans te bidden. Hij zag ook
het mooie kruisbeeld boven op de
kroonlijst van de groote haard-
schouw, de vrouw van den school
meester, de metres, zooals ze hier
in Groenrode genoemd werd, had
het aan vrouw Malhijdsen ge
schonken en deze had er altijd,
als ze 's avonds zat te bidden,
naar omhoog gekeken.