TWEE!)!] BI.AD VAN PEEL EN MAAS Openbare vergadering van den Raad der gemeente Venray, gehouden op 12 October 1934, des namiddags vier uur. FEUILLETON. De overweldiging van België. Zaterdag 17 November 1934 Vijf en vijftigste Jaargang No 46 Voorzitter: de heer O. L. P. van de Loo, burgemeester. Secretaris: de heer A. F. M. van Haaren. Afwezig met kennisgeving de heeren Stoot en Vermeulen. De Voorzitter opent de vergadering met qebed, waarna de notuleu der vergadering van 28 Augustus 1934 en 31 Augustus 1934 ongewijzigd worden vastgesteld. Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 1 getrokken is. zoodat bij stemmingen in deze vergadering no. 1 der presentielijst, i.e. de heer Geurts, het eerst zijn stem moet uitbrengen. Vervolgens leest de Voorzitter voor het proces verbaal van kasopname bij den Gemeente-Ontvanger, over het 3e kwartaal 1934, waaruit blijkt, dat op 21 September 1934 het totaal der inkomsten bedroeg f 620084.13 en het totaal der uitgaven f 510676.08, zoodat op 21 September j.l, in kas was f 109408.05. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Hierna worden aangeboden a. het verslag van het Staatsboschbeheer ter zake bebossching met renteloos voorschot over 1933: b. het verslag der Gasfabriek over 1933; c. het Gemeente-verslag over 1933. Wordt algemeen goedgevonden deze verslagen voor de leden ter Secretarie ter inzage te leggen. Het kohier der trottoirbelasting worJt vervolgens vastgesteld tot een bedrag van f 832 34 en het kohier der rioolbelasting tot een bedrag van f 9950.07. Dan is aan de orde: vaststelling der vergoedingen ten behoeve der verschillende bijzondere lagere scholen over 1932, overeenkomstig het bepaalde bij de artikelen 101 en 103 der Lager Onderwijswet 1920. De Voorzitter deelt mede, dat de vergoeding eerst kan worden be paald, als de rekening over het desbetreffend dienstjaar is vastgesteld. Dit is geschied en overeenkomstig de gelijksoortige openbare school bedraagt de vergoeding oer leerling f 5.53 en is het totaal bedrag voor het St. Josephsgesticht f 78111; voor de bijzondere school v^enray-Kom f 2560.39; idem Oirlo (Jongensschool) f 503.23; idem Oirlo (Meisjes school) f 464 52; idem Leunen (Meisjesschoo1) f 428 57; idem Leunen (Jongensschool) f 408 22; idem Ysselsteyn f 741.40; idem Castenray I 663 60; idem Oostrum f 663.60; idem Merselo f 624.89; voor school A der Zusters Ursulinen f 1598.17; voor school B der Zusters Ursu- linen f 1053 46 en voor school Veulen f 427.19. Wordt algemeen goedgevonden. Nog is aan de orde: Voorstel van B. en W. tot wijziging en aan vulling der begrootiog dienst 1934. De Voorzitter leest de voorgestelde wijzigingen voor, welke algemeen worden goedgevonden. De Voorzitter vestigt er, in verband hiermede de aandacht op. dat een vergissing heeft plaats gehad van de zijde der belasting administra tie, waardoor f 5700.te veel werd opgegeven en ontvangen voor opcenten Gemeentefondsbelasting 1933/34, die nu door de gemeente moeten worden terugbetaald. Het voorstel van B. en W. tot wijziging der verordening op de heffing en invordering van besmettelijk ziektengelden in verband met enkele gemaakte opmerkingen door heeren Gedeputeerde Staten, wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Dan wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot het afgeven der verklaring als bedoeld in art. 5, eerste, tweede en derde lid der wet tot wijziging van de Winkelsluitingswet De Voorzitter zegt, dat de heeren de memorie van toelichting met ontwerp besluit hebben ontvangen. Uit de gehouden enquete is gebleken, dat enkel voor de winkels in brood enz. en die in tabaksartikeien de vereischte meerderheid is verkregen, terwijl voor de win seis in fruit wel enkelen, doch niet de meerderheid heeft geteekend. Volgens onze winkelsluitingsverordering. die geldig is tot 15 April a.s., doch dan opDieuw kan worden vastgesteld waarvoor door B. en W. tijdig nieuwe voorstellen zullen worden ingediend mogen ook thans alle wiokels des Zondags open zijn des voormiddags van half 9 tot 12 uur. Door het afleggen der verklaring zouden nu de brood-, banket- en suikerwerk winkels de gelegenheid krijgen des Zondags 6 uur en de tabakswinkels 4 uur, ter geheel vrije keuze, geopend te zijn. De Vereeniging R.K. Venreysche Middenstand heeft voorts medege deeld, dat het een algemeen belang is de verruiming toe te passen; spreker kon het feitelijk eerder een algemeen belang achten, als het niet hoefde, want dan waren de buitengewone omstandigheden voorbij. De heer Millen zou de verklaring ook willen uitstrekken tot de fruit winkels, vooral met het oog op het ziekenhuis en het Zondagsbezoek aldaar. De Voorzitter zegt, dat zich daarvan geen meerderheid voor verrui ming heeft uitgesproken. Jawel, zegt de heer Millen, want er zijn m.i. slechts 3 fruitwinkels en daarvan hebben er 2 geteekeod. De Voorzitter meent toch, dat er meer zijn, die fruit verkoopen en die hebben niet geteekend. Spreker betwijfelt dan ook zeer of de Minis ter dit zou goedvinden. De heer Millen blijft van oordeel, dat er slechts 3 ftuitwinkels zijn, de rest is groentenwinkel. De heer van Haren meent het oordeel van den heer Millen te moeten deelen. Ook hij vindt, dat wel mag worden aangenomen, dat van de uitgesproken fruithandelaars de meerderheid, n.l. 2 van de 3 geteekend hebben. Wethouder Odenhoven zegt, dat waar Tacken b.v. niet geteekend De reputatie van Kolderman was danig slechl; bij dsglichl zag men zelden iemand bij hem aan de deur, maar 's avonds als het donker was, belde menige schat plichtige van den onbarmhartigen woekeraar aan het kleine land huisje achter den molen. Kolderman verstrekte aan Mat tesen Ties een som van driehon derd gulden, waarvoor deze een tweede hypotheek op het land gaf tegen zes percent rente, maar bo vendien teekende Ties een bewijs dat hij iedere maand een percent rente over de geheele som zou voldoen. Met hel geld kon Ties aan zijn zuster hel haar toekomende erf' deel uitbetalen. De dood var moeder Malhijsen was voor den jongen boschwachter een zware slag, in alle opzichten. Niet alleen dat hij de goede moeder, die hij innig liefhad, woest missen, maar voor hem stas het ergste, dat hij hare ver- z andige raadgevingen r.iet meer ou hooren en niet meer door haar op den goeden weg geleid en van het kwaad afgehouden zou worden. Natuurlijk was zijn eerste ge dachte aan trouwen, maar dat zou voorloopig zeker niet gaan omdat het geenszins te verwachten stond, dat vader en moeder Ver berken in een huwelijk met hun dochter inwilligen zouden. En toch kon hij op den duur daar zoo niet blijven zitten, want doordat hij bijna den gehaelen dag van huis was, kon hij geen Mattesen Ties de Kiesjeskèl Oorspronkelijk verhaal van de Noord-Limburgsclie grenzen door BERNARD VIELER. 8 De boschwachterswoning met den tuin en een stukje bouwland waren eigendom van den jonker en overigens was er behalve hel huisraad en een weinig gereed geld, niets om te verdeelen. Het aandeel van Toontje was reeds vroeger geregeld geworden, zoodat de erfenis slechts in twee deelen ging. Ties moest den inboedel natuur lijk behouden, behalve de kleeren en de weinige sieraden zijner moeder en daar ze het land niet gaarne verkoopen wilden, was het moeilijk dit le verdeelen, omdat Ties niet genoeg geld had om het part van zijn zuster uit te keeren. Zoo bleef die zaak voorloopig hangende, totdat iemand aan Ties den onzaligen raad gaf het be- noodigde geld te leenen van een zekeren Kolderman, een gepen sioneerd hoofdkommies, die met zijn vrouw eenig geld betrouwd had, dat hij nu uitleende, meestal aan arme stakkerds, die in den nood vastzaten en van wie hij woekerrente nam. heeft, deze er schijnbaar meer voor voelt om Zondags gedurende 3ift uur alles te verkoopen. De Voorzitter zegt hier best in te kunnen komen, want als men zich als fruithandel heeft aangegeven, mag men enkel fruit verkoopen gedu rende die vrije uren en nu moet ieder voor zich maar uitmaken, wat hem het voordeeligst is. Spreker zegt er verder geen bezwaar tegen te hebben het voorstel van den heer Millen over te nemen, al kan hij dan ook niet de zekerheid geven, dat het door den Minister zal worden goedgevonden. Wordt algemeen goedgevonden de verklaring af te leggen ten aanzien van de winkels in fruit, brood enz. en tabaksartikelen. Daarna is aan de orde: Voorstel van B. en W. tot wijziging der motor- en rij wiel verordening dusdanig, dat het voorschrift van artikel 16, le lid van het motor- en rijwielreglement, dat stilstaande motorrij tuigen tusschen een half uur na zonsondergang tot een half uur voor zonsopgang van de voorgeschreven verlichting moeten voorzien zijn, niet noodig is op de openbare wegen, gelegen in de bebouwde kommen der gemeente, ten aanzien van motorrijtuigen, stilstaande in het licht van een op ten hoogste 25 Meter afstand aanwezige brandende lantaarn der openbare straatverlichting. De heer Millen vraagt, of daaronder ook de parkeerplaatsen vallen. Zeker wat de Groote Markt betreft, antwoordt de Voorzitter, want die valt binnen 25 M. van het licht van een straatlantaarn; voor het Henseniusplein wordt overwogen nog een der straatlantaarns 's nachts te laten branden, omdat de afstand daar anders te ver word t De heer van Haren zegt zich ten volle met deze wijziging te kunnen ver eenigen, doch zou den Voorzitter willen verzoeken de politie soepel te doen optreden, vooral in den beginne. De Voorzitter zegt de politie te zullen opdragen de noodige soepel heid te betrachten en vooral in de eerste weken te waarschuwen. Wordt algemeen goedgevonden te besluiten overeenkomstig het voor stel van B. en W. Dan wordt algemeen goedgevonden een bedrag van f 1000.—, voort spruitende uit den verkoop der oude school met onderwijzerswoniog te Leunen en den verkoop van gronden, op de voor de gemeente meest gunstige wijze te beleggen in Nederlandsche, Nederlandsch-Indische, provinciale of gemeenteleeniDgen. Vervolgens wordt op zijn verzoek wegens het bereiken van den 65- jarigen leeftijd, met ingang van 1 December 1934, aan J. H. Folbers eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van conducteur-chauffeur bij den autobusdienst der gemeente naar het station v.v. Hierna is aan de. orde: Voorstel van B. en W. tot het geven eener compensatie aan alle ambtenaren, wier bezoldiging door of vanwege de gemeente is vastgesteld, wegens het wettelijk verplichte verhaal van pensioensbijdragen. De Voorzitter zegt, dat dit voorstel nu voor de tweede maal aan de orde is, Dadat de Raad zich in eerste instantie in beginsel vóór compen satie heeft uitgesproken. Intusschen zijn, volgens het verlangen van den Raad, de organisaties gehoord en heeft de Ned. R.K. Politiebond „St. Michael" medegedeeld, dat hij zich met dit voorstel geheel kan vereeni gen. Spreker leest vervolgens de ingekomen adviezen voor van de A.R.K A. en den bond van keurmeesters van vee en vleesch. Wat betreft het ingekomen verzoek van den Bond van Keurmeesters, om bet salaris van den hulpkeurmeester te verhoogen, staan B. en W. op het standpunt, dat, waar dit salaris nog in 1929 verhoogd is, dit in vergelijking met. andere ambtenaren en met name dat van de politie, niet te laag is. Waar echter volgens de in 1932 vastgestelde regeling voor de politie het maximum bereikt wordt in 8 jaren vier twee- jaarlijksche verhoogingen stellen B. en W..voor dit ook aldus te regelen voor den hulpkeurmeester, terwijl de 4 periodieke verhoogingen der aanvangswedde voor hem tot dusverre op zoodanigen voet waren geregeld, dat het maximum der aan de betrekking verbonden jaarwedde eerst na 12 jaren kan bereikt worden. Hierdoor bereikt hij dus eerder zijn maximum-salaris. Ditzelfde zouden B. en W. ook willen voorstellen ten aanzien van de ambtenaren ter Secetarle en dan verder a^e ambtenaren te compenseeren als voorgesteld in het hieromtrent door B. en W. voorgestelde rapport met dien verstande evenwel, dat deze compensatie enkel geldt voor de thans in functie zijnde ambtenaren, opdat de Raad vrij is ten opzichte van nieuw te benoemen ambtenaren. Bij de berekening der jaarbedragen zouden 3. en W. voorts hetgeen minder is dan 50 ct. willen verwaarloozen en 50 ct. of meer naar boven tot een vollen gulden willen afronden. De heer van Haren vraagt hoe het staat met de dienstjaren van de ambtenaren ter secretarie. Spreker meent, dat er ambtenaren zijn met meer dienstjaren dan die voor hen bij berekening van het salaris in aanmerking worden gebracht. De Voorzitter zet uiteen, dat in 1931 bij vaststelling der verordening, regelende de bezoldiging voor de ambtenaren ter secretarie, aan eiken ambtenaar een aantal dienstjaren is toegekend voor de toepassing dezer verordening. Van den Boom komt nu aan zijn maximum, alsook de Vocht, nu het maximum in 8 jaren bereikt wordt, terwijl de ambtenaar Aerts door deze regeling eerder zijn maximum bereikt. De heer van Haren vindt het oojuist, dat' ambtenaren minder dienst jaren krijgen toegekend dan ze in werkelijkheid hebben. De Voorzitter zegt, dat dit bijna steeds gebeurt bij benoeming van imbtenaren in een hoogeren rang. Na voorlezing der voorgestelde bedragen wordt algemeen goedgevon den de ambtenaren en beambten dienovereenkomstig te compenseeren, terwijl ook algemeen accoord gegaan wordt met de voorgestelde wijzi ging der instructie voor den bulpkeurmeester en de verordening regelen de de bezoldiging, den kinderbijslag en de woningtoelage voor de ambtenaren ter Secretarie. Vervolgens leest de Voorzitter voor het ingekomen schrijven van Gedeputeerde Staten, inzake herziening salarisregeling burgemeesters en secretarissen. De heer van Haren kan zich met de regeling als zoodanig wel ver varken meer mesten, en er bleef hem bijna geen tijd over om den tuin en den kleinen akker in orde te houden, afgezien van het ongeregelde huiselijke leven dat hij leidde. De helft van den tijd had hij geen lust om warm eten voor hem zelf te koken of een spekkoek te bakken en dan at hij maar wat brood met spek of wat hij bij den slager in het dorp kocht. Daarbij verveelde hij zich vreeselijk, wan neer hij gedurende de lange avonden alleen thuis zat en zoo kwam het, dat hij er toe overging nu en dan hier en daar in de herbergen te gaan buurten eerst een half uurtje of een uur, later wat langer, totdat hij tenslotte een vaste habitué geworden was in een klein kroegje achteraf, waar nu juist niet het beste publiek van Groenrode verkeerde. Bijna iederen Woensdagavond ging hij echter een stukje vrijen bij zijn Truitje aan het slaap kamervensierke. Bij een van dia gelegenheden had het meisje hem ernstig onder handen genomen over zijn geregelde bezoeken in het »Poeske«. Hij trachtte zich te verontschuldigen met over de eenzaamheid zijner avonden ginds in de boschwachterswoning te spreken en wat gekheid te maken tenslotte had hij beterschap be loofd. Slechts korten lijd was er iets van die beterschap te bespeuren, want opeens ging het praatje rond dat er 's avonds tevoren »kiët ge wist en dat er gevochten wierien het Poeske" De bewuste herberg heette eigenlijk de Leeuw, maar de artiest die het uithangbord schilderde, had daarbij zeker eene tamme bevlieging gehad, want de anders zoo woeste woeslijnkoning geleek beslist meer op een dakhaas dan op een sspecies Felis leo". Mattesen Ties had weliswaar geen deel genomen aan de vecht partij, maar »ze zéajen as dat ie stom bezopen was gewist en Driek de schoesler, die um noar huus haaj gebrocht, haaj verteld, dattie wel twieë uur mit um onder- weges was gewist en as dattie elleke kier as enne zaltzak dernèr geploft was". Al worden er op de dorpen geen couranten uilgegeven, toch circu leeren de nieuwtjes er minstens even vlug als in de groote wereld centra en beslist veel intensiever, omdat ieder inwoner den anderen kent. Ook op de dorpeD vindt men menschen, die er hun behagen in scheppen alle voorvallen en ge beurtenissen, maar met een bij zondere voorliefde de schandalen of wandaden van dezen en gene, 't zij half gebakken en half gaar uit den oven, 't zij na zorgvuldige bereiding, van de noodige pikan terien en bijsmaakjes voorzien, aan de argelooze familieleden of belanghebbenden op te disschen, zoodat deze ze zoo maar slikken kunnen. In de meeste gevallen laten die onbegeerde nleuwspastei tjes echter een wrangen nasmaak achter. De scène in het Poeske had zich eenigen, doch wil et tevens op wijzen en zelfs voorstellen, dat de Raad als zijn meening uitspreekt, dat hem niet juist voorkomt, dat de salaris sen in Limburg altijd achteraan komen. Het verschil met Noord Brabant b.v. is enorm. De iieer Houben is het hier geheel mee eens. Waarom zijn de sa larissen in Limburg zooveel lager dan in Holland en vooral dan in Noord Brabant, waar de levensstandaard toch zeker niet hooger is dan hier Het schijnt wel, aldus Spreker, dat het werk der ambtenaren hier minder wordt geapprecieerd. Ook de heer van Boven vindt, dat het maar eens uit moet zijn met de achterstelling van Limburg; ook ten aanzien der arbeiders is dit het geval. Spreker heeft daar reeds meermalen op gewezen en hij vindt dat evengoed onjuist ten aanzien van den burgemeester en secretaris. De Voorzitter zegt, dat als hij den Raad goed begrijpt, dus aan Ged. Staten moet worden medegedeeld, dat in de huidige tijdsomstandigheden de voorgestelde verlagiog op zich zelve niet onredelijk is te achten, doch de Raad het als een onbillijkheid aanvoelt, dat de salarissen dier- zelfde functionarissen in andere provinciën en met name in Noord- Brabant, waar de toestanden het meest overeenkomen met de Limburg- sche, niettegenstaande de salarissen daar in het algemeen veel hooger zijn, niet verlaagd worden en deze functionarissen dus hierbij blijvend ten achter staan en dat de Raad het juister zou vinden, wanneer in deze meer uniformiteit gebracht werd. Wordt algemeen goedgevonden Dan is aan de orde de aanviage der Vakteekenschool, om eene bij drage ingevolge de Nijverheids-onderwijswet De Voorzitter zegt, dat deze bijdrage volgens de ingezonden begroo ting dient te worden vastgesteld op f 443.70. Wordt algemeen goedgevonden. Na toelichting door den Voorzitter wordt vervolgens algemeen goed gevonden een rechtsgeding te voeren tegen den curator in het faillisse ment van M. Kelders, teneinde te verkrijgen, dat de Arrondissements- Rechtbank te Roermond de gemeente toelate als s;huldeischeres in voornoemd faillissement met recht van preferentie. De heer Millen vraagt, wanneer de verlichting van den Oude Oostrumsche weg gereed komt, waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit werk door het lang uitblijven der goedkeuring op de begrooting is vertraagd. Waarschijnlijk komt deze verlichting echter de volgende week klaar. De heer van Boven vraagt, of nog iets gehoord is van de ingezonden verordening op de openbare vermakelijkheden, waarop de Voorzitter ontkennend antwoordt. De heer van Boven vraagt dit vooral in verband daarmede, of de bioscoop dan weer opengaat, dan wel of nu weer conflict komt omtrent den leeftijd. Mocht dit laatste het geval zijn, dan zullen de heeren van den Bioscoopbond ondervinden, dat wij niet onder hun commando slaan. De Voorzitter zegt vernomen te hebben, dat nu bij Tegelen en Hel den. waar bioscoopconflict is in verband met den toelatingsleeftijd, ook Venray wordt geteld. Officieel weten B. en W. het echter niet. Hier is het conflict ontstaan in verband met de vermakelijkheidsbelasting en dat conflict is nu, meenén wij, opgelost. De heer Arts Wijst er op, dat het sluitingsuur voorde cafés met Koninginuefeest bepaald was op half twaalf en de café's ter gelegenheid van het Ruiterfeest tot twaalf uur mochten geopend zijn. Spreker vindt dit verkeerd en zegt Koninginnedag toch een hoogeren dag te vinden dan het Ruiterfeest. De Voorzitter aotwoordt, dat het later stellen van het uur der sluiting aan hem is. De meenicg van den heer Arts, hoe langer de café's open, hoe hooger de dag. of omgekeerd, kan Spreker echter niet deelen; dezen maatstaf viDdf Spreker geheel verkeerd. Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord verlaogende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed en gaat de Raad in geheime zitting over. Herinneringen aan de omzwervin gen van een oud-oorlogseorros- pondent tusschen do strijdende party en. GEVANGEN GEZET. Het was duidelijk, dat de ver schillende Dultsch: bevelhebbers in den aanvang van den oorlog niet goed wisten, wat hun te doen stond, wanneer hun pad gekruist werd door een roDdzwervenden oorlogscorres pondent. De laa'ste oorlog tusschen „beschaafde" Europeesche naties dateerde van 1870 en sindsdien was de persdienst heel wat verandeid. Normaal vragen oorlogscorrespon denten een officieele toelating in het Hoofdkwartier, waar ze dan met onderscheiding worden behandeld en officieele communiqué's krijgen toe bedeeld. Is de vijand ergens winnende, dan worden de oorlogscorrespon denten met zorg achteraf gehoudeD, maar hebben de eigen troepen voor deden behaald, dan worden de journalisten in leger-auto's naar het terrein van de victorie geleid en Maandagavond afgespeeld en Woensdagavond daarna ging Mattesen Ties als naar gewoonte naar den Lerkenhof, waar hij de bekende drie zachte tikjes op het vensterliiikske gaf. Msar, ofschoon hij eenig geluid daarbinnen ver nam, want hij was met zijn oor legen de planken gaan luisteren, toch werd het luik niet geopend. Hij klopte nog eens zachtjes drie maal eenige oogenbltkken daarna ging het luik dan toch werkelijk open, maar slechts op een kiertje, want Trui hield de binnenhaak in de hand. »Kiert mer werrum en got naor huus, klonk het gedempt en half snikkend van daarbinnen, tussen ouw en mej is alles uut, mit zö'nen lap van 'nen kèl wil ik niks mèr te doehn hebben. Géej hoeft noeit mèr hier trug le komme, ik wil ouw nie mèr ziehn." En met dat werd het luik weer gesloten. Mattesen Ties bleef beteuterd staan kijken maar er zat niets anders op dan maar met de stille trom af te trekken als hij leven of schandaal maakte, werd hel zeker niet beter. De weg naar de Hooge Klef was hem nog nooit zoo lang gevallen en de jonge kerel die anders den geheelen nacht doorsliep zondereen enkele keer wakker te worden en op dit oogenblik nog een erg zwaar hoofd had van de nawerking der zuippartij van den laalslen maan dagavond lag nu in zijn bed stede heen en weer te wentelen, zonder een oog le kunnen sluiten; toonen begeleidende officieren hun de markanste punten, welke werden veroverd, alsmede de hoeveelheid materiaal, welke werd buit gemaakt. Zoo gauw de jongste wereld oorlog in een loopgravenstrijd was overgegaan, was het niet mogelijk om het verloop op andere wijze te volgen dan als officieel toegelaten, in bet Hoofdkwartier opgesloten oorlogscorrespondent, maar in de eerste maanden viel er voor den reporter als journalistiek vrijbuiter beel wat te beleven en daarom had ook ik er de voorkeur aan gegeven om liever op eigen gelegenheid den oorlog te gaaa ervaren dan als gast van de legerleiding. Het gevolg was natuurlijk, dat ik ieder oogenblik werd aangehouden en voor bevelvoerende officieren werd geleid. Daar mijn papieren altijd in orde waren, kon men over het algemeen niet anders dan beleefd tegen me wezen, maar toch was het me eiken keer weer opnieuw duide lijk. dat mijn persoontje den militairen autoriteiten altijd een moeilijkheid opleverde ze wisten waarachtig niet, wat ze met zoo n losloopenden Nederlandschen dagbladschrijver moesten beginnen. Slechte een enkele maal leidde de verlegenheid er toe, dat men me norsch en brutaal be handelde. nu eens met het beeld van Truitje voor den geest, dan weer naden kend over hare afwijzende woor den. t Ken haar immers niet ge meend zijn, dat zij niets meer mei hem te doen wilde hebben.... neen, dat kon niet, daarvoor had ze teveel van hem gehouden, al moest hij toegeven, dat hij in den laalsten tijd loca werkelijk slecht geleefd had en dat nog wel nadat hij haar nog kort geleden beter schap beloofd had. 't Begon al weer licht le worden en hij kon de voorwerpen in de kamer, waar hij sliep, reeds onderscheiden. De bedstee bevond zich achter in de keuken, die tevens els woonkamer dienst deed. Moeder had daa»* altijd geslapen, terwijl hij vroeger op het boven kamertje gelegen had, maar na den dood der oude vrouw was hij beneden gaan slapen, om overal kort bij te zijn. Vanuit het bed zag hij de driepotige klaptafel aan het raam met den ouden hoogruggigen leuningstoel, waarin zijn moeder altijd 's avonds na het eten gezeten had, om haar rozenkrans te bidden. Hij zag ook het mooie kruisbeeld boven op de kroonlijst van de groote haard- schouw, de vrouw van den school meester, de metres, zooals ze hier in Groenrode genoemd werd, had het aan vrouw Malhijdsen ge schonken en deze had er altijd, als ze 's avonds zat te bidden, naar omhoog gekeken.

Peel en Maas | 1934 | | pagina 5