PATER EN PETER
Onze zuidelijke
provincies.
nieuwigheden.
Pluimveeteelt.
MARKTEN
Provinciaal Nieuws
vaarlijke omgeving en een eind in
de richting van oos Limburgsche
Eysden.
Zelf wil ik nog eens bij Dr.
Goffin, den directeur van het college
„St. Hadelin" op bezoek gaan. Ik
stuit onderweg op een troep stom
dronken soldaten, die mijn papieren
van hand tot hand laten gaan, maar
me overigens niet onwelwillend ge
zind bleken, nu ze moesten aanne
men, dat ik een Nederlandsch jour
nalist was.
Ze zingen, tieren en zwaaien met
hun armen; de meesten hebben fles-
schen drank bij zich, welke ze
voortdurend aan den mond brengen.
Een groepje uhlanen vermaakt zich
onschuldiger met eenige geroofde
flesschen suikergoed „spekken"
noemden de Vlamingen ze en
ook blijken verschillende oorlogs-
dapperen zich onledig te houden met
het rooven van allerlei spullen uit
de brandende huizen, met geen ander
doel daü om deze dingen buiten op
straat stuk te smijten.
Het groote gebouw van het col
lege St, Hadelin blijkt nog overeind
te staan. Zoo gauw de eerwaarde
directeur, Dr. Goffin me zag, brak
hij in snikken uit en greep m'n hand
die hij lang en sprakeloos drukt.
Zelf had ik evenmin behoefte om
wat te zeggen. Eindelijk stamelt de
gebroken man:
Hadt u het ooit kunnen denken
dat ons..,, dat ons een zoo wreed
lot zou treffen Wat heeft de arme
bevolking misdaan Hebben we niet
alles gegeven, wat we hadden
Hebben we bun bevelen niet stipt
gehoorzaamd Hebben we niet meer
gedaan, dan ze eischten
Hun gewonden, hebben we ze
niet liefdevol verpleegd Ja, die
stakkers zijn vol dank jegens me.
Maar mijn God waarom dan
toch dit alles
We hebben niets meer in huis
voor die arme oude menschen, die
in hun vlucht niet verder dan tot
hier konden brengen, We hebben
geen voedsel meer voor de gewon
de Dultsche soldaten, welke we
hier verplegen. Onze dokter is hier
weggehaald en gevankelijk wegge
voerd. We zijn zonder medische
hulp. Er is geen eten in huis.
Steeds snikte de brave man wan
hopend vooxt. Hij steekt zijn arm
door den mijnen en voert me naar
de recreatiezaal van het gebouw,
waar 20 Duitsche militairen in bed
den liggen, gewonden uit den strijd
om de forten.
Hij nadert man voor man aan hun
bed en vraagt ze met betraande
oogen, hoe ze 't maken en dan:
Zeg me eerlijk, heb je heb
je het goed hier
De zieken stamelen slechts woor
den van dank; sommigen wenden
zich beschaamd en huilend om;
anderen zijn niet in staat om een
woord te uiten, maar vatten de
hand van den directeur en drukken
die lang en innig.
In kleine leszaaltjes liggen gewon
de burgers, waarvan enkelen spoedig
moeten sterven. Ze zijn door kogels
getroffen tijdens de wilde beschieting
door de Dultschers in den voor-
gaanden nacht.
De dokter echter is weggevoerd:
er is geen medische hulp voor de
ongelukkigen. En er is ook geen
eten....
In een andere zaal liggen een
aantal heel oude vrouwtjes, die de
veilige grenzen van Nederland niet
konden halen.
Md. Wordt vervolgd.
Zün ze te verdedigen
Brave burgemeesters, die
niet beseffen wat ze vra
gen.
Nu vanuit het Zuiden van ons
van alsof Ties een bezoek bij een
gevangene ging brengen, als hij
zijn meisje achter de tralies zag
staan. Ze hadden afgesproken.dat
Trui, als er onraad was, een wit
katoenen lapje onder het buiten
luik zou uithangen, ten teeken
voor Ties, dat dan de kust niel
veilig was
Voor »Fiks«, den ouden kees
hond van den Lerkenhof, be
hoefde hij niet bang te zijn, want
die kende hem ook thans nog
heter als zijn eigen baas wanneer
hij op eenigen afstand de boerderij
naderde en n.aar een kuchje of
een zacht gefluit deed hooren,
wist de hond al wie er aankwam
en kroop dan weer kalm in zijn
pelroleumlon terug. Moeder en
dochter gingen negen uur, te bed,
want 's morgens was doorgaans
al vroeg dag voor hen. De slaap
kamer der oude lui lag aan de
andere zijde van het huis.
Op de ontvang- of vrijavonden
ging Trui echter niet terstond te
bed, maar bleef dan aangekleed
zitten wachten, voor tijdverdrijf
den rozenkrans biddend, totdat de
afgesproken drie zachte tikjes op
het vensterluik haar het teeken
gaven, dat Ties er voor stond,
Gedurende eenigen lijd waren
deze bijeenkomsten zonder stoor
nis vertoopen, maar op een avond
in den winter,'t zal zoo omstreeks
half Januari geweest zijn, be
merkte Ties aan de slem zijner
dulcinia, dat er een haar in de
boter was en vroeg haar wat er
aan scheelde.
Och Ties, zei het meisje, ik
land de propaganda voor een ver
sterking van onze weermacht wordt
voortgezet, is in eenige bladen, ook
in een katholiek Brabantsch dagblad
te kennen gegeven, dat burgemeesters
toch eigenlijk niet de aangewezen
persoonlijkheden zijn om uit te
maken, wat voor een goede weer
macht benoodigd is.
Men mag hun bezorgdheid voor
't door hen bestuurde gebied loven,
maar moet ze toch de deskundigheid
ontzeggen om te bepalen, hoe dat
gebied militair moet worden be<
schermd.
Toen bij de ontvangst van de
militaire autoriteiten, die onlangs in
Brabant de manoeuvres leidden, de
burgemeester van Breda een propa-
gandarede hield voor uitbreiding van
het leger, opdat de zuidelijke pro
vincies bij oorlog konden worden
verdedigd, toen hield de bevelvopren
de generaal zich in zijn antwoord
op de militaire vlakte.
Hij prees de belangstelling, maar
verklaarde niet aan politiek te doen.
Was het een lesje aan den bur
gemeester om van zijn kant... de
strategie liever aan de militairen
over te laten?
Het is bekend, dat sinds jaar en
dag een verdediging van Brabant en
Limburg in tijd van oorlog onnoodig
wordt geacht en bet schijnt, dat
sommigen in het Zuiden zich daar
door achter gesteld gevoelen.
O.i. ten onrechte, Het is denkbaar
dat in een oorlog met België b.v.
onze zuidelijke provincies met succes
zouden kunnen worden verdedigd,
maar practisch is het uitgesloten,
dat een Belgisch-Nederlandsch con
flict ooit tot deze twee landen kan
worden beperkt.
Indien wij in oorlog geraken, zal
de strijd er een wezen, welke geheel
West en Midden-Europa omvat.
De ontwikkeling van den strijd en
dus de machtsverhoudingen, zullen
bepalen, waar ons leger ten slotte
komt te staan, doch eerste taak zal
als regel wezen om onze militaire
macht veilig te stellen en een posi
tie in te nemen, welke door hare
natuurlijke geaardheid de defensieve
kracht van ons leger verhoogt.
Een positie langs de grenzen zou
de frontlinie voor een bescheiden
leger als het onze veel te lang maken
Een positie langs de wateren van
Holland en U'recht daarentegen ver-
kórt de frontlijn aanmerkelijk en
geeft bovendien een natuurlijke be
scherming,
Is het een verwaarloozlng van de
overige provincies, wanneer die niet
aanstonds worden verdedigd
Volstrekt niet.
In vroegere oorlogen moge het al
van belang zijn geweest, hoeveel
„vijandelijk" gebied een legermacht
kon bezetten, in den technischen
modernen oorlog vormt al dat
vreemde bezette gebied vaak maar
last; bet maakt de verbindingen lang
en bindt massa's manschappen, die
aan het front benoodigd kunnen
wezen, aan een voorlooplg onbelang
rijk achterland.
Een oorlog wo-dt uitsluitend aan
het front uitgevochten, onverschillig
of dat front op eigen of vreemd
gebied ligt.
In dat opzicht kan de geschiedenis
van den jongsten wereldoorlog toch
wel wat hebben geleerd, ook
aan de burgervaders in het Zuiden.
Duitschland verloor den strijd,
welke op vreemd grondgebied werd
geleverd en daardoor keerde al het
bezette gebied automatisch onder 't
oude gezag terug.
Roemenië was geheel door den
vijand overmeesterd, maar omdat de
centrale mogendheden den etrijd
elders verloren, herrees Roemenië
grooter en machtiger uit den oorlog
dan het ooit was geweest.
Hetzelfde kan van Servië worden
getuigd en ook in België, Frankrijk
en Italië werden de bezette gebieden
bevrijd, zonder dat daar iD de be
trokken provincies zelf nog om ge-
heb toch zo'n par akelige daag
durgemakt. Ik kan 't ow nie
zegge, hoe ik me gevuuld heb.
Ge mot wete, gepassierde Zondag
is me dor den mök van 'ne kei
uut Meerhout, geej kent um wel,
de zoon van den Flammertschen
boer zaliger, hier gewist en hit
vader gevraogd of heej unit meej
vreeje mugt. Den alden boer
zien vader is nou bekant en
jaor dood en zien moeder al vul
langer en nou mot heej en boerin
hebbe op den hof. Vader was 't
sebiet mit um ens en moeder ok,
went de kei hit veul eens en en
groote boerderij. Ik wier der ok
beej geroepe um de koffie op te
schudde en toe begos den mispun-
tige kei al dalik nor mien hand
te foemele en zien ooge, die (och
al zo verkeerd ien ziene kop
slaon, te verdreije, of ie vertien
daag niks as zuute borrels haaj
gepruufd, mer ik zei niks tigge
um, toidatheej me eindelik vroeng
of ik mit um trouwe wooj en toe
heb ik um gëzeet, dat ik niks
van. um hebbe mos en Idatlie
beter deej mit nor en ander uut
te kieke. Mer toe heb ik 't te
kwaod gekrege mil vader en
moeder en bin ik kwaod wegge-
loope- En liedje later is de Flam
mertschen boer ok weggegaon en
nou ligt?e vader en moeder me
de gansen dag an de kop te za-
nikke, da'k mit den kei trowwe
zal, mer ik doej 't toch niet, went
ik blief van ow halde en mil ow
wil ik trowwe.
Wordt vervolgd.
vochten behoefde te worden.
Als de Zuidelijke burgemeesters
thans vragen, dat hun gebied militair
zal worden verdedigd, dan toonen
ze er geen besef van te hebben,
welke ellende ze eigenlijk over hun
burgers afroepen.
Wanneer burgers het recht hebben
te klagen over hun lot, in tijd van
oorlog, dan zijn het allereerst de
menschen, die ih het gebied wonen,
hetwelk als tooneel van strijd in
een gewapend conflict is bestemd,
dat zijn dus de menschen van boven
den Moerdijk, in het bijzonder de
Hollanders, de Zeeuwen, de Utrech
tenaren en de Friezen misschien.
Of een versterking van onze
weermacht benoodigd is, daarover
hebben we het in dit artikel niet,
maar noodig ter verdediging van
onze Zuidelijke provincies, is deze
versterking zeer zeker niet.
Als de -Zuidelijke propaganda
succes zou hebben, dan krijgen we
een grooter leger, maar laat men er
zich geen illusies over maken, dat
dit grootere leger bij het uitbreken
van een oorlog dan stelling zou
kiezen langs de Limburgsche en
Brabantsche grenzen.
Ons veldleger daar kan slechts tot
taak hebben om de eerste stooten
op te vangen en gelegenheid te
scheppen tot het inrichten van ODze
eigenlijke verdedigingslinie.
Daar zal worden gevochten
ook voor 't behoud van Brabant en
Limburg in ons Nederlandsch staats
verband.
Belangrijke
In de laetsfe jaren komen zooveel
nieuwigheden onze aandacht vrageD,
dat wij heelemaal niet vreemd meer
opkijken als bij het vele nieuws weer
een nieuwste nieuws toegevoegd
wordt. Wij zijn als het ware ermede
verzadigd, wij zijn aan alles wat
nieuw, wat vreemd, wat anders is,
gewend geraakt.
Maar hierin schuilt het gevaar,
dat wij niet opmerken, het voor ons
bruikbare in wat nieuw binnen onze
gezichtskring komt.
Wij lezeo, wij hooren, wij zien
iets wat nieuw is, vinden het in
teressant en vergeten het weer of
besteden er tenminste niet die aan
dacht aan, die bet voor ons per
soonlijk of voor ons bedrijfsleven
verdient.
Nu is het waar, dat h^t'meeste
wat met veel ophef als iets nieuws
wordt aangekondigd, al heel spoedig
blijkt een... sof te zijn.
Oogenschijnlijk waardevol, doch
inderdaad ondeugdelijk.
Vooral in boeren- en tuinders-
kringen staat men vaak heel terug
houdend ten opzichte van het
nieuwe, wantrouwt het of stelt er
geen blijvend belang in. Maar an
dere dingen, die nog onwaarschijn
lijker zijn, worden soms gretig aan
vaard.
Voor ons bedrijfsleven zijn in
korten tijd heel wat nieuwigheden
gekomen, die werkelijk van betee-
kenis zijn. Zelfs voor dezen tijd,
omdat ze voordeel brengen; door
beter producten, door voordeeliger
bedrijfsvoering, door sneller handelen
mogelijk te maken
Wij stellen ons voor een serie
artikeltjes op te nemen over deze
nieuwigheden, die bewijzen, dat de
wetenschap steeds sneller voort
schrijdt.
Ook ten onzen bate.
Verzoinering der gewassen.
Vanuit Rusland *is kort geleden
iets nieuws en in dit geval iets
goeds tot ons gekomen.
Wij bedoelen de jarowisatie, wat
wil zeggen: verzomering onzer ge
wassen.
Een Russisch geleerde, die uit de
beroemde verzameling van 7000
tarwevarieten de beste moest zoeken,
kwam tot de overtuiging, dat men
het zaaizaad voor het zaaien ont
wikkelingsfactoren kan bijbrengen,
waardoor de plant, welke uit dit
zaad ontstaat, deze ontwikkelings
periode niet meer behoeft door te
loopen.
Zoo moet wintertarwe in de ont
wikkelingsperiode lage temperatuur
en veel duisternis ondervinden.
Daarom bloeit wintertarwe, die in
het voorjaar gezaaid is, niet in dat
zelfde jaar, want de noodige koude
en duisternis, die anders in den
winter hun invloed lieten gelden,
kunnen niet inwerken als het zaad
in het voorjaar gezaaid wordt.
Men ontdekt nu, dat men deze
koude en duisternis, wel vooraf
hun invloed kon laten uitoefenen,
wanneer men tarwe heel eventjes
iaat kiemen en dan het zaad geduren
de 40 a 42 dagen op lage temperatuur
houdt (tusscheu 2 en 4 graden C
Dan zal wiotertarwe, in 't voorjaar
gezaaid, datzelfde jaar op de gewone
tijd geoogst kunnen worden.
Ook in Italië heeft men dit ont
dekt en het vorig jaar reeds proeven
genomen met goed resultaat.
Het mooie is, dat men het behan
delde zaad niet dadelijk behoeft uit
te zaaien. Men kan het ook drogen
en later uitzaaien.
Dit gaat ook met andere zaaizaden
op. De voor ontwikkeling van de
plant vereischte factoren kan men op
het zaaizaad reeds laten inwerken,
Dit geeft veel mogelijkheden.
Korter groeiperiode en zuiverder
en regelmatiger inwerken der factoren
Met verschillende zaaizaden neemt
men nauwkeurige proeven. Ook in
ons land.
Straks koopt men niet alleen ont
smet, doch ook „gejarowiseerd-'
zaaizaad. Of past zelf deze „verzo
mering" toe.
Dure toestellen of benoodigdheden
vereischt het niet.
Alleen eenige secuurheid van
handelen.
Electrieiteit in de Pluimveeteelt.
Met het systeem van den avond
maaltijd zijn te Beekbergen geen
practische ervaringen opgedaan. Bij
dit systeem laat men de kippen, bij
't invallen der duisternis, de zitstok-
ken opzoeken, om ze dan te 8 a 9
uur weer te wekken door de ver
lichting gedurende b.v. één uur vol
in te schakelen. Natuurliik moeten ze
dan gevoederd worden, en even
Datuurlijk moeten ze, met behulp van
een extra schemerverlichting, weer
„op stok" worden geholpen. Hoewel
dit systeem in de practijk goed
schijnt te voldoen, blijft de ocbteDd-
verlichting o i. te verkiezen, door de
zeer eenvoudige installatie en door
de arbeidsbesparing ten opzichte van
de andere systemen, waartegenover
de geringe besparing aan electrieiteit
geen rol speelt, vooral niet bij de
tegenwoordig zoo lage tarieven.
Rest nog te vermelden, dat de hok
verlichting behoort aan te vangen
omstreeks eind September en behoort
te eindigen omstreeks einde Maart
het doelmatigste is dus de ochtend
verlichting, waarbij de lampen te 4
uur worden ontstoken, liefst met
behulp van een automatische schakel
klok ze kunnen dan te 8 a 9 uur
's morgens worden uitgeschakeld,
wat gevoeglijk uit de hand kan ge
schieden, omdat dan toch wel steeds
iemand op het bedrijf aanwezig is.
De electrisclie verwarming.
Toen de stroomprijzen nog hoog
waren, viel aan electrieiteit verwar
ming niet te denken. De uit electrici
teit verkregen warmte eeoheid(calorie)
toch was zóó duur, dat ondanks de
vele groote voordeden, aan de toe
passing verbonden, niet kon worden
gedacht aan een toepassing op
eenigszins ruime schaal. Met' de in
voering der lage vastrecht-tarieven is
de situatie evenwel geheel veranderd.
Weliswaar is de uit electrieiteit
verkregen calorie nog steeds duur in
vergelijking met langs andere wegen
verkregen warmte eenheden, daar
staat echter tegenover, dat de uit
electrieiteit verkregen warmte zich
zéér nuttig laat toepassen. Langs
elect-ischen weg toch is het mogelijk
om elke gewenschte hoeveelheid
warmte bij elke gewenschte tempe
ratuur te brengen juist op de plaats
waar de warmte noodig is; voorts
vindt de omzetting van electrieiteit
in warmte steeds plaats met een
rendement van volle honderd procent
en is het gemakkelijk om de warmte
met behulp van automatische tempe-
ratuurregelaars precies te regelen.
Voeg hierbij de voordeelen van
groote zindelijkheid, bet geheel ont
breken van veibrandingsgasseD,
weinig brandgevaar (althans bij een
goede electrische installatie) en de
belangrijke arbeidsbesparing, die de
electrische verwarming mogelijk
maakt, dan valt het niet te verwon
deren, dat juist ia 't pluimveebedrijf,
waarin de genoemde factoren van
zooveel belang zijn, het electrisch
verwarmen hand over hand toeneemt.
Broedmachiües
Dat bij de broedmachines de eerste
successen geboekt konden worden is
duidelijk. Zoo ergens, dan bestaat bij
deze toestellen de mogelijkheid om
zoo weinig mogelijk van de ont
wikkelde warmte verloren te laten
gaan, terwijl anderzijds juist bij de
broedmachines de eigenschap van de
electrisch verkregen warmte, zich
uiterst nauwkeurig en gemakkelijk te
laten regelen op elke gewenschte
temperatuur, prachtig tot zijn recht
komt. Een bezwaar was, dat in
vroegere jaren de electiiciteitsvoor
zieniog niet altijd even bedrijfszeker
was, dat het wel eens kon voor
komen, dat in een bepaald net
gedeelte de spanning gedurende
eenige uren of nog langer wegviel.
Maar ook dit bezwaar geldt thans
niet meerde betrouwbaarheid der
electrische netten is aanzienlijk toe
genomen en mocht er al eens een
hoogst enkele maal een storing op
treden, dan zijn de storingsdiensten
der electriciteitsbedrijven wel zoo
voortreffelijk georganiseerd, dat er al
een ware ramp moet zijn geschied,
wanneer de storing niet binnen het
halve uur is opgeheven.
Meer en meer komen dan ook de
electrische broedmachines in gebruik,
wat ook logisch is. wanneer men het
onderstaande staatje nauwkeurig be
ziet, waarin is aangegeven, welke
hoeveelheden petroleum, anthraclet
en electrieiteit aan elkaar gelijkwaar
dig kunnen worden geacht voor
broedmachines van verschillende
grootte
petr. anthr. electr,
gr. broedmachines
(3000-9000 eieren) 70L. 1 mud 70kW
kl. broedmachines
(100 600 eieren) 60 L. - 70 kW.
Wychen
Deurne
Dinsdag 30 October
Maandag 29 October
Peter. Ik moet U toch eens
iets vragen, Pater, maar U moet niet
kwaad worden.
Pater. Vraag maar raak, Peter,
hoe meer hoe liever, zoolang gij ook
bereid zijt te luisteren naar 't ant
woord. Dan lijdt ge niet aan onge
zonde nieuwsgierigheid, maar eert U
zelf door lofwaardige weetgierigheid,
Peter. Als nu al de priesters
eens heilig waren, zou dan heel de
wereld zich niet bekeeren
Pater. Een tegenvraag. Peter.
Was O.L.H. Jezus Christus, heilig
Peter. 't Zal wel waar zijn, de
Heiligheid in persoon.
Pater. Hij heeft drie jaren lang
heel het H. Land doorkruist, van
Noord tot Zuid, van Oost tot West.
onvermoeid gepreekt bij dag en bij
nacht, en zijn weg als bezaaid met
mirakelen zonder tal en zonder weerga.
Hij kon en durfde zijne vijanden in
hun aangezicht vragen „Wie uwer
zal mij ook maar van een enkele
zonde beschuldigen
Peter. Alles zeer waar.
Pater. En hoevelen heeft Hij er
bekeerd
Peter. Daar heb ik weinig over
nagedacht maar 't zullen er wel
niet veel zijn geweest.
Pater. Niet veel, zegt gij. En
als ik eens zei Geen een.
Peter. Maar zijne Apostelen
dan
Pater. Waarvan een Hem ver
raadt en verkoopt voor 30 miserabele
geldstukken, een ander, hun hoofd
nog wel. Hem driemaal verloochent,
en de tien overigen Hem verlaten en
op de vlucht slaan. De rest kan ik
U wel schenken.
Peter. Maar dat is eenvoudig
verschrikkelijk.
Pater. Een beroemd priester
schrijver heeft zelfs durven spreken
van een bankroet, een mislukking
van den Goddelijken Hoogepriester
en Leeraar.
Peter. Maar hoe zoo iets te
verklaren
Pater. Naar de verklaring hoe
ven we niet te zoekendie heeft de
Meester zelf gegeven. „Dit is het
oordeel, zegt Hij (Joh. III. 19). Het
licht is in de wereld gekomen, maar
de menschen beminden meer de
duisternis dan het lichtwant hunne
werken waren boos, en allen die het
kwaad doen haten het licht, en
komen niet tot het licht, opdat hunne
werken niet aan 't licht zouden
komen. Maar wie handelt naar waar
heid, komt tot het licht.
Peter. Dus 't ligt aan de men
schen als zij zich niet bekeereD,
wanneer zij daartoe gelegenheid
hebben.
Pater. Je kent toch de parabel
van het zaad. Het zaad is 't woord
Gods, puik zaad, maar schiet niet op
op hard geloopen wegen, verdort
spoedig op rotsachtigen grond, wordt
verstikt door distelen en doornen.
En O L H. heeft zonder poozen het
goede zaad uitgestrooid, het woord
Gods verkondigd, Hij heeft het be
bekrachtigd door tallooze mirakelen,
welke onze priesters zoo maar niet
bij de hand hebben, overstraald met
den glans der hoogste heiligheid. En...
Peter. Ja, en... de menschen
deugden niet, en wilden niet deugeD.
Pater. We zijn er. De mensch
is en blijft vrij; tegen of zonder zijn
wil haalt geen preeken uit. Hij moet
van goeden wil zijo. Zonder dien
goeden wil kan zelfs O.L.H. niemand
zalig maken. De grootste denker der
wereld, de H, Augustus zei God
heeft U wel geschapen zonder U,
maar zonder U kan Hij U niet zalig
maken.
Peter. - Ik zie 't wel. Als zelfs
de heiligheid van O.L.H. niet bekeerde
en zalig maakte, dan zou toch de
heiligheid van arme menschen, gelijk
de priesters toch zijn, nog lang geen
waarborg zijn voor de bekeeriDg der
wereld.
Pater. Ik geloof stellig en zeker,
dat O.L.H. geen succes in zijn be-
keeringswerk heeft willen hebben om
al zijne priesters te troosten, wanneer
zij bedroefd en ontmoedigd worden
bij 't zien van de onvruchtbaarheid
hunner beste pogingen, of wanneer
door onnadenkenden hun naar 't
hoofd het verwijt wordt geworpen
Waart gij maar heilig, dan zou heel
de wereld wel heilig zijn.
Peter. Knap wie daar een speld
tusschen steekt.
Pater. -Wilt ge een ander bewijs?
De Apostelen waren toch heilig, ja
in de heiligheid bevestigd. Zij hebben
heel de toen bekende wereld afge-
loopen hun woord is doorgedrongen
tot aan de grenzen der aarde. Hebben
zij heel de wereld bekeerd, al be
schikten ook zij over de macht der
mirakelen
Peter. Neen, want ze zijn, meen
ik, allen gemarteld, toch zeker niet
door bekeerlingen.
Pater. Drie eeuwen lang hebben
al de Pausen en ontelbare priesters
hunne heiligheid gemerkt en bezegeld
met hun bloed. Hebben zij heel de
wereld bekeerd
Peter. Dan hoefde ze niet meer
bekeerd te worden.
Pater. Hoeveel duizenden, tien
en honderdduizenden missionarissen
zijn niet in den loop der geschiedenis,
als helden, de heele wereld door
getrokken. Eu...
Peter. De wereld telt op onge
veer 2000 millioen slechts een goede
300 duizend katholieken, heb ik laatst
tot mijne verbazing gehoord.
Pater. Wie raapt den eersten
steen op om al die Missionarissen te
steenigen, te beginnen met de Apos
telen, ja met O.L.H. in eigen persoon.
Peter. Alleen stommelingen, zou
ik denken, want O.L.H. heeft toch
zelf gezegd, dat men geen grooter
bewijs van liefde geven kan dan 2ijn
eigen leven, wat onze missionarissen
toch zeker doen.
Pater. Ja, beweren dat de wereld
niet bekeerd en heilig is omdat de
priesters geen heilige zijn, is beweren,
dat er nooit heilige priesters geweest
zijn, maar nooit. Dat is inderdaad
krankzinnig. En als er vroeger goede
en heilige priesters zijn geweest, al
waren er nog zooveel heidenen, on-
geloovige en slechte christenen, hoe
kan dan tegenwoordig de boosheid
der wereld een bewijs zijn dat onze
tegenwoordige priesters niet deugen?
Peter. Wilt U gelooven, Pater,
dat ik er genoeg van krijg van al
dat geleuter.
Pater. Ik ook eD al lang maar
ik mag 't er zoo niet bij laten, hoor.
S. H. PEETERS, M. S. C
VENRAY, 20 October 1934
Overplaatsing.
In verband met een gewijzigde
indeeling in klassen der post en
telegraafkantoren is de heer Pulles,
directeur van het Post- en Telegraaf
kantoor alhier overgeplaatst naar de
Inspectie te Maastricht.
Nakeuring van springsticron
in 1934.
Dinsdag 23 October.
Te Horst, ter plaatse genaamd
„Markt", des voormiddags te 9 uur,
voor de gemeenten Horst en Seve-
num.
Te Venray, ter plaatse genaamd
„Hensenlusplein" des voor middags
te 11 uur, voor de gemeenten Ven
ray, Meerlo en Wanssum.
Bouwvergunningen.
Ingevolge de Bouwvergunning werd
vergunning verleend aan G. Peters
te Oirlo, tot opbouw van zijn afge
brande boerderij aldaar; aan de
Psychiatrische Inrichting St. Anna
tot het opbouwen van een melkin
richting op zijn terrein; aan A. Lau-
rensse tot het bouweu van een woon
huis in de Hofstraat.
Verbouwing Parochiekerk
Castenray.
De verbouwing der parochiekerk
te Castenray vordert snel. Het kleine
kerkgebouw is door aanbouw danig
vergroot, terwijl thans ook een
prachtige toren erbij gebouwd is.De
werkzaamheden zijn zoo ver gevor-
detd, dat alles zeer waarschijnlijk
met Allerheiligen in gebruik kan'
worden genomen. Door de goede
zorgen van pastoor Verheggen, wordt
nu tevens centrale verwarming aan
gelegd, waarvoor de parochianen hun
Herder zeer dankbaar zullen zijn.
MERSELO. Maandagavoad hield
de vereeniging Jonge Boeren Merselo.
een algemeene ledenvergadering, ter
bespreking van de a s. wintercampagne
De Voorzittter, de heer Ant. Mar
cellis heet de leden van harte welkom,
in het bijzonder de heer Wijnhoven,
Hoofd der Landbouwschool.
De notulen en verslag der vorige
vergadering worden zonder op of
aanmerkingen goedgekeurd.
De heer Pubben. voorzitter van
den Boerenbond, verkrijgt hierna het
woord, ter bespreking van enkele
crisis maatregelen en de a.s. Jongvee-
keuriog. Hij spoort de leden aan,
allen met hun jongvee aan deze
keuring deel te nemen om deze te
doen slagen. De heer Jaspaar, inspec
teur van het N.R.S. heeft zich bereid
verklaart deze keuring te komen
verrichten.
Hierna werd het woord verleend
aan den heer Wijchoven, die op de
hem eigene, zeer bevattelijke wijze
uiteenzet de a.s. clubvorming en de
ontwikkeling op godsdienstig gebied
van onze Jonge Boeren.
Besloten wordt om op de eerst
volgende vergadering enkele van
deze clubs op te richten en wel
Propagandaclub, Eucharistlscheclub,
Liturgischeclub en Politieke of Kern
club.
Toen was aan de orde het prijs-
uitdeelen aan de verschillende proef
veldhouders. De 1ste prijs werd
behaald door W. van Stiphout, met
een erwtenkalkproef, waarvoor hem
37 punten werden toegekend en hij
tevens in aanmerking kwam voor de
2e prijs van den kring Horst.
De 2e prijs werd behaald door
Ant. Poels met 34 punten, voor een
zomergewassen proef.
De 3e prijs kreeg A. Arts-v, d.
Zanden met 29.5 punt, voor een
erwtenrassen proef, terwijl de 4e
prijs in het bezit kwam van A. Poels
voor een roggerassen proef.
Besproken werd de a.s. tentoon
stelling, die in 1935 te Venray wordt
gehouden.
De heer Wijnhoven besprak in
verband met deze tentoonstelling de
proeven die genomen móeten worden.
Na nog enkele besprekingen van
huishoudelijken aard, brengt de
Voorzitter een woord van dank aan
de sprekers van dezen avond,
speciaal den heer Wijnhoven en sloot
deze zeer goed geslaagde vergadering
met den gebruikelijken groet.
„Feierschicliten" aan de
Limburgsche my non.
Als gevolg van de nieuwe maat-