TWFF.TÏF BI.AD VAN PEEL EN MAAS Qeld Jan. De nood van de werkers In den landbouw. FEUILLETON. Arme Middenstand.. mmna mmvmumm Varia FOSTERS MAAGP1LLEN Marktberichten. Zaterdag 9 Juni 1934 Vijf en vijftigste Jaargang No 23 Zy krygen de volle maat van de crisis-narigheden. Den landarbeider zy een behoor lijk beslaan verzekerd. Onder de groepen, die in dit deflatie-tijdperk de lasten des tijds in ruime mate te dragen krijgen, be~ hooren zonder twijfel de werkers in den landbouw. De vreeswekkende teruggang van den export, de waardedaling van de producten, die zij voortbrengen, de waardestijging van de bedrijfsschul den, die op hunne ondernemingen rusten, 't zijn alle zoovele schroeven waardoor hun toch al niet te weel' derige positie, geperst wordt. 't Wil ons voorkomen, dat vele van de oorzaken, die tot een derge lijke benauwende positie hebben ge leid, niet vallen onder menschelijke pogingen tot verbetering, omdat ze aan de economische mogelijkheden van dit oogenblik ontsnappen. Nog zeer onvoldoende blijkt de waarheid bij het gros der menschen te zijn doorgedrongen, dat zoo lang de ordening der wereld niet meer gevorderd is, zoolang de onderlinge concurrentie nog de drijvende kracht is in den strijd om het bestaan, zoolang de handelsbeperkingen in steeds sterkere mate den noodzake lijken goederenruil verhinderen van een algemeeue welvaart niet meer gesproken zal kunnen worden, aldus de landbouwmedewerker van Ons Noorden. Wij gaan economisch zeer sterk en zeer hard achteruit en onze eigen middelen zijn zeer beperkt om de gevolgen daarvan te voorkomen. We zullen ze noodgedwongen moeten aanvaarden. Gaat men nu eens rustig en on bevooroordeeld na, op welke groepen de schade van dezen tijd neerdaalt en welke daaraan tot nu toe weten te ontsnappen, dan is het wel voor geen tegenspraak vatbaar, dat het vooral de werkers in den landbouw zijn. die de volle maat krijgen toe bedeeld van de crisis narigheden Onverschillig ot ze dan huurboer heeten of hypotheekboer, onverschil lig ook of ze heeten landarbeiders of arbeiders in de werkverschaffing. Bij hen allen gaat het om dezelfde zaak. Een redelijke belooning van hun arbeid als het primaire bezit en het eenigste middel om hen zelf en hun gezinsleden te kunnen onder houden. Het is een groot misverstand en een funeste gedachtenbesmetting van het liberalisme, dat er een tegenstel ling in belangen zou zijn tusschen den huurboer, hypotheekboer en de andere arbeiders in den landbouw. Dat is onwaar. Een huurboer is een zelfstandige werker op het bedrijf van een ander met iets meer risico en iets grooter winstkans dan de gewone landar beider. Behalve zijn arbeidskracht benut hij het kleine kapitaal, dat hij zelfstandig in zijn gehuurd bedrijf steekt en door een overeenkomst met den eigenaar van bet gepachte goed stelt hij zijn arbeidsverhouding voor eeDige jaren vast, en bepaalt hij in ietwat eigenaardigen vorm zijn ar beidsloon. Ia wezen is echter het huurcon tract niets anders dan een aparte vorm van een arbeidscontract, alleen van toepassing in de landbouw- wceld. De hypotheekboer heeft als regel een grooter kapitaal en tracht nu met behulp van het kapitaal van een ander te voldoen aan de gerecht- Een plattelandsgesehïedenis van de Belg.-Limb, grens. 16 En als dal niet hielp, dan moest hij het ding maar afsluiten. Prikkeldraad had Jan reeds bij den smid besteld, maar het duurde nog eenigen tijd eer-de omheinings- paaltjes gereed waren en in- tusschen trapten zij zijn uitge sproten zaad weer in den grond en werd zijn land zoo hard be treden als een dorschvloer. Dan kon hij zijn werk her beginnen. Wat had hij aan zijn arbeid, zijn onkosten Dat was doodjammer 1 Met stijfkoppen en nijdigaards had hij telkens te doen. Dit had hij nu weder dezer dagen ondervonden. De kinderen werden door de ouders tegen hem opgehitst. Daar om zou hij ze aframmelen. De kinderen en zoo noodig ook de ouders ja de ouders vooral. Zoo liet hij zich niet onder de voeten frappen. Om den duivel niet I .Plotseling daar had de herber gier een treffend middel gevonden Eerst nog een nieuw glas Snuffels moest in het weekblad vaardigde aanspraken van eigen arbeid en het gezamenlijke kapitaal. De landarbeider tenslotte heeft alleen zijn arbeidskracht en stelt die in dienst van het bedrijf. De groote fout nu, die zich op al deze drie groepen wreekt, is de verhouding, die men bij de verdeeling van de vruchten der bedrijven in acht neemt tusschen de aanspraken van den arbeid en die van het ka pitaal. Beide zijn het productie factoren en beide hebben zij recht op een deel van de vruchten, die door hun samenwerking zijn voortgebracht. Maar hier is nu een belangrijk sociaal principe, wat voor al deze groepen geldt. En dat is, dat de levende arbeid een recht van prefe rentie heeft op den z.g. gestolden arbeid, die in het kapitaal vastgelegd is. Bij de vetdeeling van de vruch ten moet dus her eerst gedacht wor den aan den levenden arbeid van arbeider, huurboer en hypotheekboer. Daarop berusten in laatste instan tie de principen, die omtrent de pacht en de hoogte van de hypo theeksommen gelden. Maar daarop rustten evenzeer de aanspraken van den arbeider, die niets heeft dan zijn arbeidskracht. Voor hem geldeD ze zelfs in de eerste plaats. En nu moet het als een groote fout worden aangemerkt, dat de huurboer, die streeft naar een billijk arbeidscontract in den vorm vaneen goede pachtovereenkomst en de hy potheekboer. die een hypotheek wenscht tegen een matige rente, evenzeer als de eigen boer, die de steunmaatregelen opeischt van de regeering en het volk, dat deze zelfde groepen er naar zouden stre ven om den arbeider, die op dezelf de gronden een matig arbeidsloon wenscht, in dezen wensch en eisch te bestrijden. Wat wij aan de hand van nauw keurige gegevens uit Zuid, Oost, West en Noord moeten constateeren over de gezindheid van vele land bouwers ten opzichte van hun me dewerkers, de arbeiders, stemt ons droef. Bijzonder als we op zoo menige plaats ook moeten zien, dat onze eigen katholieke menschen hier niet beter voor bun katholieke beginse len uitkomen. Niet op de eerste plaats het be drag van het loon komt hier ter sprake. Dat is een varieerend bedrag naar gelang de omstandigheden en de plaatselijke cultures. Maar het is een eisch van het katholiek-sociaal geweten, dat er overleg met de arbeiders gepleegd moet worden om te komen tot een collectief contract. Heusch, ik weet niet of de voor stellen van de landarbeiders in Zeeuwsch Vlaanderen om 'n loon in den zomer van f 2.25 en in den winter van f 2 per dag een over dreven eisch is. Ik kan daar blijkbaar niet ovér oordeelen, want ik vind het gewoonweg treurig, maar wel weet ik, dat het schandelijk is, om dan nog te durven berichten, dat men daarover niet eens wil onder handelen. Als alle boeren zoo waren als deze door en door liberaal-hebzuch tige menschen, den zou de regeering wijs doen om de steunmaatregelen maar radicaal op te heffen. En dat gebeurt in een streek, waar de grond vruchtbaar is als bijna nergens en de producten voor een zeer belangrijk deel flink gesteund wordeD. Dat steunen was bedoeld als een steun aan de werkers in den landbouw en het is diep treurig, dat al deze offers, waarvoor ook wij met alle kracht hebben geijverd, zoo worden misbruikt. Men spreekt nog wel eens over de machteloosheid van het liberalisme. Zeker, in het laten drukken dal het verboden was over zijn eigendom te gaan. De boerenlui hadden schrik voor gedrukte dingen. Als dat in de krant stond, was het waar, dan waren de lui overtuigd van zijn recht en zouden zij uil angst voor vervolging wel een anderen weg kiezen, 't Was Hink. Na veel zoekens kwam de herbergier met verkleurden inkt en dito schrijf gereedschap aanzetten, 'l Kostte moeite en drank, vee! papier en geredekavel, eer ze het volgende berichtje drukvaardig hadden VERBODEN WEG 11 „Hierbij maak ik bekend, dat het streng verboden is, op gevaar van proces-verbaal, te gaan op het voetpad, loo- pende vroeger door mijn heide thans geakkerd land, vlak voor mijn huis. Jan Snuffels". De waard moest het naar den uilgever sturen. Jan zou de kosten van de aankondiging per postwis sel betalen. Nu haalde Jan innerlijk gevleid zijn plankjes bij den schrijnwerker die er hem veel geluk mee wenschte. Bij den smid liep hij aan om hem nog eens op het hart te drukken, dat hij zooveel moge lijk spoed moest maken met de omheining. De heide was reeds bezaaid en de koppige boeren uit het gehucht wilden er met ge parlement zitten niet veel officieele liberalen meer, maar ons volk is het in meerderheid, in overgroote meer derheid nog in het economisch leven. En het meest schrijnend komt dit op de meeste plaatseD tot uiting, waar het de zwakste groep vaD onze medeburgers betreftde land arbeiders. Ik zou van deze plaats wel een dringend beroep willen doen op de katholieke boeren in onze gewesten. Onder U zijn er, God zij dank, verschillenden, die een edele opvat ting hebben van den werkman in uw bedrijf. Ik ken er. die veel harder vechten voor zijn belangen dan voor hun eigen. Dat is een katholiek werk van het hoogste en meest verstrek kende belang. Dat is directe gelo ffs- verdediging, vooral in crisistijd. Want juist de Katholieken hebben in dezen het zout der aarde te zijo, zullen zij aan hun taak beantwoorden. Het ware te wenschen, dat er van onzen kant veel sterker en dringender werd aangedrongen op dit stuk van onzen Christenplicht, vooral voor de economisch zwakkeren onder onze medemenschen. Daar zal de zegen des hemels, waaraan wij allen in dezen tijd zoo zeer behoefte hebben, zonder twijfel in rijke mate op neerdalen. Het loon moetin overeenstemming zijn met den tijd, waarin wij leveD, maar alles wat wij kunnen doen om het loon van de minst draagkrach- tigen te ondersteunen, alles, wat wij kunnen doen om de collectieve arbeidsovereenkomsten te bevorderen, de ongunst der tijden zooveel moge lijk van de zwakken af te houden, in ieder geval niet ben den vollen looden last vaa de moeilijke om standigheden op te leggen, is een werk van het hoogste belang en een prachtig stuk Christendom van de daad. De positie en het loon van den landarbeider is de graadmeter van het bewuste katholicisme van den boer. Dezer dagen is het verslag gepu bliceerd over 1933 van „De Bijen korf", die in de drie groote steden een geweldig warenhuis exploiteert. Uit dit jaarverslag blijkt, dat dit warenhuis Diet te klagen heeft. Over de winst, die trouwens niet zoo buitensporig groot is, zullen we hier echter niet vallen. Het gaat om de methode, waarop deze winst gemaakt wordt. In de toelichting op het verslag staat nl. o.m. het volgende „Naast de steeds voortgaande omzet-ontwikkeling is hierbij een factor het overwicht, dat een groot lichaam steeds doch vooral in deze tijden van vertraagden afzet bij de inkoopsonderhandelingen met leve ranciers heeft. Dit natuurlijke feit leidt tot uiterst lage inkoopprijzen". En even later wordt als voordeel opgemerkt, dat men ook lange be talingstermijnen kan bedingen, zoodat men dus de kleine fabrikanten nog als geldschieters aan de warenhuizen op laat treden. Met groote openhartigheid wordt hier dus de bedrijfspolitiek van deze groote concerns onthuld. Men wil een groote economische* machtscon centratie om op die wijze een over wicht te krijgen op leveranciers en andere personen in het productie proces betrokken. En tengevolge van dezen economischen machts-voor- sprong worden daa anderen eenvou dig afgeslacht, doordat zij gedwongen worden tegen uiterst lage inkoop prijzen te leveren. Op die wijze kunnen dan deze groote concerns een bestaan vinden en wiDsten maken. Het groote bedtijf zoekt zijn weid over. Nog eenige dagen ge duld. Met zijn plankjes «Verboden weg", die hoog over zijn schouders uitstaken, met zijn lijf vol hierop beenen, die moeile hadden om al dien last te dragen, strompelde hij naar huis en roesde in met de gedachte, dat hij ze morgen zou verdrijven. Met de eerste ochtendschemering plantte Jan zijn plankjes bij de twee uiteinden van het oude voet paadje. Een «verboden weg« stond naar den kant yan het gehucht en een ander «verboden weg« liep in het oog voor den wandelaar, die uit het dorp kwam. Een blinde moest het zien. Maar Jan waakte toch over zijn bezaaiden akker. Op oogenblikken dat gewoonlijk het volk afkwam, stond Jan op post. Dezen ochtend volgden de kerkgangers de groote laan, zonder dal hij ze behoefde terug te sturen. Hij was uiterst tevreden. Dat was een treffend zichtbaar uit werksel van de afschrikkende plankjes. Alles zou nog beter dan hij gedacht had afloopen. Hij wenschte een frisschen har- telijken morgen aan de lui, die stemmig doorgingen. Dat ze niet groetten, kon hem eigenlijk niet schelen. Zoo ze maar van zijn land afbleven, konden en mochten zij zoo'n zuurleelijk gezicht zetten als het maar mogelijk was. Verder konden die van uit het expansie ten koste van de econo misch zwakkeren. Het moderne recht is helaas nog niet ingesteld om den kleinen winkelier en producent tegen deze moderne roofridderspraktijken te beschermen. juist vanwege dit kapitalistisch winst systeem zijn dergelijke concerns en warenhuizen voor het maatschap pelijk leven zoo funest. Want terwille van de winst van enkelen, in den regel geldschieters, die voldoende andere bestaansmid delen hebben, worden tal van een voudige zakenmenschen met hun gezin geruineerd. Omdat ze doodge drukt worden door het overwicht, dat een groot lichaam als een modern warenhuis, over heel het land ver spreidt, bij de inkoops-onderhande- lingen over zijn leveranciers heeft, zooals het jaarverslag van de Bijen korf ons onthult. De middenstand zal dan ook goed doen, als één man achter de actie te slaan, die gevoerd wordt tot ordening en saueering van het be drijf, in welke actie ook aandacht geschonken wordt aan de waren huizen. PIJN IN I)EN RUG NEEMT U IN ACHT. Wanneer tengevolge van een ge vatte koude, overwerking, te veel inspanning, slijtage, enz. bepaalde organen trager beginnen te werken, doen zich verschijnselen voor, waar van men de oorzaak dikwijls tever geefs zoekt. Het valt echter gemak kelijk te begrijpen, dat zich als gevolg dier trage werking onzuiver heden in het lichaam ophoopen en onder deze is een afzetting van urine zuur in de gewrichten en organen het meest te vreezen. Gewoonlijk merkt gij dan op pijn in den rug of de leodenen, hoofdpijn, een loom of duizelig gevoel, rheumatische pijnen en meerdere verschijnselen van onwel zijn, die, naar gelang van de lichamelijke gesteldheid van den lijder verschillend kunnen optreden. Verwaarloozing van dergelijke ver schijnselen kan tot zeer ongewenschte verwikkelingen leiden. Foster's Rugpija-Nieren Pillen heb ben gedurende de dertig jaren, waarin lijders aan dergelijke ziekteverschijn selen ze leerden kennen en waar deeren, naam gemaakt en getoond, dat zij de afvoerorganen (bij trage spijsvertering gebruike men eenige Foster's roaagpillen) opwekken tot gezonde werking. Een kuur met Foster's Rugpijn Nieren-Pillen maakt, dat rijk en gezond bloed uw aderen doorstroomt, en gezondheid en kracht aan alle levensorganen gebracht wordt. Verkrijgbaar bij apothekers drogisten a f 1.f 1 75 en f 3.—* per doos, omzetbelasting inbegrepen Let vooral op den juisten naam. 50 Een bedenkelijke campagne. In het „vrije" Duitschland waar ucht en orde heerschen en iedereen met opgewekten en frisschen geesi meewerkt aan den opbouw van het nazi land, doet zich toch een beden kelijk verschijnsel voor. Het „verschijnsel" van kankerpitten -j kritikasters is niets Dieuws en behoeft als zoodanig ook geen redeD tot zorg of ongerustheid te geven. Kankeraars zijn er altijd geweest gehucht hem verhagelen. Nu zou hij gerust zijn dagelijksche bezig heden kunnen afwerken. Die stijfkoppen hadden hem reeds veel tijd doen verliezen. Maar alles zou toch wel ten goede komen en hij spoedde zich naar zijn hofje achter zijn woning, waar heel wat te schoffelen en te wieden viel, zoo erg had het oirkruid zich slingerend weelderig tusschen de planten ingewoekerd. Toen hij een tijdje vlijtig had doorgewerkt, hoorde hij op eens een ploffend geluid. Hij zag rond maar bemerkte niets. Weer luis terde hij en spitste zijn ooren,als een schuw opgeschrikten haas. Van den heikant knakte iets... Stil ging hij loeren en zag nu de schoolkinderen van uit het gehucht met steenen werpen naar de plankjes. Als een razende hond zette hij hen achterna, die door hagen en struiken, over velden en wegen schreeuwend wegijlden. Dood had hij hen geslagen, zoo hij ze maar tusschen zijn vingers gekregen had. Hij schold en vloekte. Dat moest en zou ophouden. Van dat gespuis wilde hij verlost zijn. Ondanks het verzet der vrouw, die liever de gendarmen in huis had, ging hij naar het dorp op zijn poot spelen bij den onder wijzer, die geheel uii zijn lood geslagen was. Deugnieten van kinderen had bij. Zij liepen over het land, en zullen er wel altijd blijven, zoo lang de mensch nog niet van den mensch verlost is. Het bedenkelijke ligt ergens anders. In het feit, dat het getal en de beteekenls van de kankeraars drei gende vormen gaat aannemen, getuige de onlangs officieel ingezette actie tegen de mopperaars in het meerge noemde Nazi-land. De vraag rijstwie zijn nu eigen lijk de ontevredenen, of. om 't iets minder scherp te zeggen de kan keraars Zijn de officieele Nazi-leiders ontevreden omdat een groot deel van het Duitsche volk ontevreden is onder zooveel dwang Of zijn de mopperaars kankerig omdat.... Neen, waarde lezer in dat kringetje wordt men dol. Wij zullen niet probeeren uit te maken wie van de partijen de meeste reden heeft om ontevreden te zijn. Wij constateeren enkel, dat de campagne tegen de kankerpitten ijverig wordt voortgezet. De straffen die aan de Kritikasters worden uit gedeeld zijn vaak niet gering. Zoo meldt de Berlijnsche corres pondent van de Times dat een inge nieur die in het openbaar had gezegd dat dr. Goebbels de oorzaak was van de narigheid in Duitschland, in het concentratiekamp te Papenburg is gestopt. Hetzelfde lot heeft een lid van een adellijke familie onder gaan nadat bij was uitgevaren tegen een koopman, die op zija uithang bord de woorden „De eenige adel is die van den arbeid" had laten schilderen. Het begrip kankeraar schijnt overigens fantastische vormen aan te nemen. Zoo is te Breslau een imita- teur die in een tingeltangel Hinden burg, Hitier en andere leiders van het derde rijk nabootste, gestraft met een verbod van verdere vertoonin gen. Zyn groote mannen groote eters Tot nu toe was men haast alge meen van meening, dat groote man nen ook natuurlijk in meer of mindere mate groote eters zijn. Vaa de grootste Duitsche persoon lijkheden: den ouden Frits en van Bismarck vooral, weet men, dat zij gewoon waren ontzaglijk veel te eten en zich tenslotte gedwongen zagen, geneeskundige hu'p in te roepen voor hun oproerige magen. Geheel andere ervaringen met den eetlust van groote mannen beweert tegenwoordig de Zwitser Léon de Koit, de alom gewaardeerde chef kok der Vereenigde Staten gemaakt te hebben. Hij is er trotsch op, da- hij in zijn voornaam hotel mannen als president Taft, Harding, Wilson, Coolidge, Hoover en vele andere grootheden van dezeu tijd meermalen ontvaogen en bedienen mocht en vol gens zija waarnemingen namen die steeds altijd de voorzichtigheid in acht, wanneer al die heerlijk smaken de gerechten voor hen op een feest banket werden opgediend. Met bijzonderen trots herinnert Léon de Kort zich den dag, waarop in zijn hotel professor Wilson op deD uitslag der presidents-verkiezingen wachtte. Natuurlijk had hij de chefkok den voornamen heer den tslag der stemming voorspeld. „Ach, Léon, als het zoover maar eens was luidde het antwoord. En met vol doening werd het menu van den ge denkt aardigen dag in de annalen der ^geschiedenis opgeteekend: een groot glas sinaasappelsap met rauwe eieren erin, havermeel, geroosterd brood en thee. Met voldoening ver meldt Léon de Kort verder een reus ondanks de waarschuwende plank die ze met steenen kapot gesmeten hadden. Daar moest een einde aan komen. Zoo niet, dan maakte hij den onderwijzer verantwoor delijk voor de gevolgen, die komer, zouden. De school was door Jan zijn optreden in rep en roer.... Hard had hij op dedeur geklopt en het opgewekt gesprek tusschen het hoofd der school en den kwaden boer konden de schom melende kinderen goed hooren. Een tijdje vierden zij kermis. Gerommel van voeten, stemmen- gefluisler en gegichel ruischten over de zwarte lange banken door de vierkante ruimte. Die van «uit het genucht", die 't nieuws snel aan hun buurtjes lachend en onrustig vertelden, zouden er van krijgen. Maar alle gerucht hield plotseling op bij '1 driftig binnentreden van den onderwijzer, die de kinderen streng berispte en aan die van't gehucht een zware straf oplegde. Eerst viel een groote neerslach tigheid over de getroffenen; ze mokten stil tegen Jan, dien ze 't betaald zouden zetten. Nu zou het wel ophouden, dacht hij. En hij peinsde en her- peinsde onderweg over zijn heide over nieuwe plannen van ver sperring. Thuisgekomen vertelde hij aan zijn wederhelft, dat hij 't pleit gewonnen had, dat de onderwijzer Verstopping en slechte spijsvertering beder ven Uw humeur. Neem de zacht werkende Foster's Maag pillen en gij gevoelt U spoedig frlsch en opgewekt, f 0.65 per flacon. achtige pruimentaart, die onder zija 'leiding voorbereid was en die nie mand minder dan Herbert Hoover zelf een matig man in hoogst eigen persoon aansneed. Rijkspresi dent von Hindenburg voor een prui mentaart te zien zitten... of voor een glas sinaasappelen met havermeel... is het niet iets onmogelijks Men weet, dat de grijze veldmarschalk altijd buitengewoon graag een flink glas bier drinkt. Wat Léon de Kort over het eten en drinken der Amerikaansche pro minenten bericht kan niet als een voor groote mannen algemeen kenteeke- nende gewoonte beschouwd worden. Misschien is het alleen typisch voor de Amerikaansche grootheden... waar op dan weer verschillende groote uitzonderingen te maken zijo: b.v. de groote George Washington en de militaristische Ulysses Grant houden van een dronk goeden wijn. Misschien ligt het er ook wel aan, dat de gas ten van den wakkeren Léon de Kort waarschijnlijk niet waren, wat de ge schiedenis groote mannen noemt, maar middelmatigen. Het is echter wel eens interessant te hooren, wat Léon verder nog uit zija levensherinneringen te vertellen weet. Gevaarlijke gasten waren hier de Prins van Hawai, die steeds uit gelezen spijzen en dranken - min stens kaviaar, schildpad en Bour gogne verlangde en de Russische gezant, die vreeselijk te keer ging, wanneer hij bij zijn aankomst niet direct een flesch rooden wijn kreeg. Zoodra de auto van den Moskouer begeleid van Kozakkpn, aankwam, vloog een gedeelte van het dienst personeel hals over kop in den wijnkelder. Een diplomatieke handigheid moest Léon de Kort aan den dag leggen, toen hij in het begin van den oorlog tegelijkertijd vertegenwoordigers van de centrale mogendheden en der geallieerden in zijn hotel zag ver schijnen. Men wees hen voorzichtig plaatsen aan, die ver van elkander verwijderd waren. Een bijzonder pijnlijk oogenblik moet het geweest zijn, toen de Duitsche gezant Graaf Bernstorff zija Engelschen collega, met wien hij eens zoo bevriend was, bij een deur ontmoette. Maar daar warende Yankee's zeer diplomatiek: Zaken zijn zaken. Hier toonden de Amerikanen zich werkelijk neutraal. tot zij tenslotte noodgedwongen de Entente ter hulp moesten komen.... waarna Léon de Kort Graaf Bernstorff, die juist zijn pas voor den terugkeer naar Duitsch land ontvangen had, een afscheids diner en laatste logies op Ameri- kaanschen bodem leveren kon. VENLO. Op de Coöp. Veiling vereniging van Maandag was de aanvoer 2.340.00C eieren. Groote eieren van f 2.10 tot f 3.70 Kleine eieren van f 1.70 tot f 1.90 Eendeneieren van t 2.tot f 2.60 Ganseieren van f tot f ROERMOND. Op de Coöp. Eiermijn van Maandag was de aan voer 6.000.000 eieren. Kippeneieren van f 1.70 tot f 3.90 Eendeneieren van f 2.— tot f 2.50 de jongens uit het gehucht streng zou straffen en dal hij natuurlijk het recht had den weg over zijn beakkerd land aan de lui te ver bieden. De meester moest het wel welen. Och, de kinderen zijn hier echte plaaggeesten, duivelsche deugnieten, meende de vrouw en als het verbod maar lang in hun geheugen geprent bleef Zoo dat niet hielp, zou hij het hun er wel inslaan, ja instampen als het zijn moest. Zijn werk hernatte hij weder, maar intusschen hield hij toch van tijd een waakzaam oog op zijn bezaaiden grond gericht. Maar dan eens moest hij toch zijn arbeid onderbreken om den een of anderen domkop grommend terug te drijven. Waren zij dan blind, stekeblind Konden zij niet of wilden zij dan niet lezen Maar terug moesten zij den grooten weg op door zijn dreigen met schop of riek, zoo zij er nog over durfden. Zulke ezelsooren had hij nooit ontmoet. Wat zij anders gaarne wilden of moesten zien, daar wisten ze wel hun groote kijkers breed uit voor open te zetten. Maar nu Dat was om hem te tergen, 't Zou niet blijven duren. Gelijk had hij en wilde hij ook hebben i Op eens klonken in de verte roepende en juichende kinder stemmen. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1934 | | pagina 5