Tweede Blad van „FEIL El MAAS"
Werkloosheids
bestrijding.
FEUILLETON.
De ondergang
der Bokruiters.
De gezonde gulden.
Het groote gezin
Het mond- en
klauwzeer.
Zaterdag 7 October 1933
Vier en vijftigste Jaargang No. 40
Hoe men liet in Duitscliland
aangepakt heeft.
Vooruitzichten nog,niet rooskleurig
Tot de dringendste taken van
dezen tijd behoort het bestrijden der
werkloosheid. Met belangstelling ziet
daarom ook eenieder uit naar alles
wat er elders gedaan wordt, om deze
verfoeilijke kwaal in het volkslichaam
te genezen. Speciaal dat wat het
nieuwe bewind in Duitschland ver
richt wordt met de grootste aandacht
gevolgd. Het proclameert overal luid.
dat het aantal werkloozen reeds is
teruggebracht van 6 op 4 millioec.
Hoe nu is dat geschied 7
Jules Sauerwein van de „Matin"
is op tournee geweest in hel Derde
Rijk en hij schildert de verschillende
middelen aldus (vertaling „De Tijd");
Wij hebben nog, zoo zei men mij.
in heel het land verontrustend hooge
werkloozencijfers. Maar we hebben
op de eerste plaats geprofiteerd van
een zekere opleving, die zich bij ons
overal dpet gevoelen. Dat kan wat
de zaken betreft uitgedrukt worden
met een verbetering van acht per-
cent.
Ten tweede is er met de komst
van het nieuwe regime nieuw ver
trouwen ontstaan bij de ondernemers.
Zij zijn begonnen hun gebouwen te
herstellen en zich beter te outilleeren
En dit heeft ook weer werk gege
ven aan een aantal werkloozen. Ook
moet men rekening houden met de
ongeveer 360.000 vrijwilligers bij den
„Arbeitsdienst". Dan is er het sy
steem van de „Landhelfer dat zijn
lieden, die op groote en kleine boer
derijen en landgoederen bijstand ver-
leenen. Zij worden eenvoudig daar
heen gezonden en worden gekozen
uit arbeiders der steden, die ook
eenig benul hebben van landarbeid.
Deze methode is vooral toege
past op boerderijen en landgoederen
onder de twintig hectaren.
De eigenaar krijgt een ondersteu
ning, de „Landhelfer" krijgt kost en
inwoning plus wat geld. niet veel,
zoo ongeveer 25 Mark per maand.
Naar nu moet u er aan denken, dat
de gemiddelde ondersteuning der
werkeloosheid 47 mark per maand
bedraagt. Kost en inwoning plus 25
mark beteekenen dus een verbetering.
Voorts heeft de regeering bij een
wet van Juli 1933 een milliard be
schikbaar gesteld, om de werkloos
heid te doen afnemen. Groote wer
ken zullen worden uitgevoerd.
Vooral worden publieke gebouwen
gerestaureerd, wordt er grondwerk
uitgevoerd en wordt woeste grond
in cultuur gebracht. In Oost Pruisen
zijn 70 000 meoschen bij deze werken
betrokken llun leven is hard. EeD
warme maaltijd per dag, zwaar werk
en 25 mark per maand. Moreel
heeft dit aan het werk zetten een
uitstekenden invloed, vooral voor
menschen. die jaren lang niets gedaan
hebben. En tenslotte probeert men
van alles. De normaie werkmarkt is
hier en daar ook williger geworden
en door gevarieerde combinaties
•heeft men met een zekere virtuositeit
ook arbeid geschapen.
Wat opvalt in deze mededeelio
gen is op de eerste plaats, dat al
degenen, die in werkverschaffing zijn
aangesteld (daaronder kan men den
Vrijwilligen Arbeidsdienst ook reke
nen) van het aantal werkloozen
worden afgetrokken
Voorts treft de bizondere laagte
der uitkeeringen. Een gemiddelde
van 47 mark of 28 gulden per maand
Een zonderlinge Historie.
Naar het Duitsch.
28
Hij rangschikte de papieren
weer netjes op de tafel en zocht
daarna Bokelmann op de gang
van het gebouw op. De rechter
wilde hem nog terughouden. Maar
Feslenralh was ontstemd en zijn
besluit stond vast om te vertrek
ken Ook 's middags zou hij niet
terugkomen, zeide hij.
U bent er toch niet boos om
dat ik uw raad niet opvolg
vroeg de rechter.
Boos Neen, antwoordde de
kapitein.
Maar ik zal u waarschijnlijk
geen enkele mededeeling meer te
doen hebben, want de personen
die ik nog zou kunnen noemen
zouden u nog onaantastbaarder
toeschijnen dan degenen, die ik
u reeds opnoemde!
Het gesprek had plaats in oen
afgelegen hoekje, waar zij niet
beluisterd konden worden.
Bokelmann was eveneens zicht
baar uit zijn humeur over de hals
starrigheid van zijn nieuv"
blijft verre beneden hetgeen men bij
ons als bestaansminimum beschouwt.
Intusschen rijst ook de vraag:
Kunnen al deze maatregelen blijven
de verbetering brengen?
De Fransche journalist constateer
de bij de betrokken autoriteiten maar
gematigd enthousiasme:
Ik heb hun twee hoofdvragen
voorgelegd Ten eerste is de hoogte
van het loon gestegen of gedaald en
ten tweede zijn er bij de genoemde
werken niet een groot aantal, die in
den winter niet kunnen worden
doorgevoerd
De antwoorden die ik gekregen
heb. waren niet erg bemoedigend.
Voorzoover men het kan overzien
is tengevolge van de belastingen en
de hooge premie voor de verschillen
de verzekeringen de hoogte van het
loon achteruitgegaan, zoodat het
duidelijk is, dat de loonen aaD, die
twee millioen aan het werk gezetten
of wel drukken op de subsidie van
den staat of zijn genomen uit de
vermindering der overige loonen.
Iq den laatsten tijd heeft men in
de Duitsche kranten voortdurend
kunnen lezen van de jacht op dubbel-
verdieners en op degenen, die men
„Schwarz-arbeiter" noemt. Een dub-
belverdiener is iemand, die, niet
tevreden met zijn loon, nog ander
werk buiten zijn gewone doet.
„Zwarte arbeiders" zijn zij, die niet
tevreden zijn met hun werkloozen-
ondersteuning en daarom nog een of
ander baantje uitoefenen. De betrok
ken autoriteiten zijn maar matig over
de maatregelen tegen deze delioquen-
ten te spreken. Het resultaat is rrou-
wens mager en de vervolging der
delinquenten is zeer hard.
Wat het ophouden van verschil
lende werken in den winter betreft,
heb ik in ervaring gebracht, dat de
.Landhelfer" en al de geïmprovi
seerde grondwerkers waarschijnlijk
hui armen over elkaar kunnen slaan.
Harde maanden zijn op kom;t. Ver
schillende industrieën, vooral in Sak
sen hebben geprofiteerd van de nazi
beweging door het vervaardigen van
uniformkleeding en laarzen. In den
omtrek van Berlijn is er eenige
activiteit in de fabrieken te bespeuren.
Maar de arbeiders, die weet worden
aangesteld, verdienen veel minder
dan voor den oorlog, 50 mark per
maand. De regeerlng helpt bier en
daar, vooral de metaal industrie door
het opgeven van wapenleveranties.
Maar ik geloof niet, dat daardoor
het verlies wordt goed gemaakt, dat
geleden wordt door de boycotactie,
die voornamelijk van Rusland uit
gaat.
Ook de uitzichten voor den handel
zijn somber. Verschillende vreemde
mogendheden betrekken minderwaren
Duitschland, om hun eigen in
dustrie in dezen crisistijd te steunen.
Het wordt dus nog een harde tijd
voor Duitschland. Doch tenslotte
heeft de Fransche journalist bewon
dering voor wat Duitschland dragen
kan
,De in uitzicht genomen remedies
zijn meer van geestelijken dan van
economiscben aard. Zij bestaan in
harde offers, zeer harde ontzeggingen
in een discipline zonder voor
beeld. Daardoor wil men alle bron
nen in dienst stellen van het alge
meen, om te vootkomën, dat mil-
lioenen Duitschers niet ten onder
gaan. Dit volk beeft reeda zoovele
'oorbeelden van uithoudingsvermogen
gegeven, dat men van te voren reeds
kaa zeggen, dat elke krachtsinspan
ning van dit volk mogelijk is. welke
ook zal worden gevraagd."
Zou het waar zijn
eenige begaafdheid en met weinig
maatschappelijke kennis, vormt men
zich toch ooit een meening daarover.
Zoo ging het mij ook toen ik voor
eenigen tijd mijn artikeltje schreef
„Inflatie uit een anderen kant bezien"
Ik deed dat schuchter want ik meen
de de geheele financieele en 'n groot
stuk van de overige wereld tegen
mij te hebben.
Het deed mij daarom genoegen
dezer dagen van deskundige finan-
cieele zijde een betoog te lezen, dat
maar weinig afwijkt van bovenge
noemd artikeltje.
In het wekelijksch beursoverzicht,
van C. A. ten Hope en Co. te A dam
lees ik onder bovenstaanden titel
Sedert 10 Juli j.l. is de goud
voorraad van de Nederlandsche
Bank met bijna 79 millioen gulden
gestegen, en voorloopig ziet het er
niet naar uit, als zou aan die voort
durende vermeerdering een eind:
komen, want nog steeds lezen wij
over belangrijke goudzendingen uit absoluut gezond moet blijven, door
Engeland en Britsch-Indië naar Am- dat de Staat van zijn ongeschokt
sterdam. Voorloopig kan dus dejcrediet dan ook gebruik maakt om
Als gewoon menschenkind, zonder
kennis en zoo scheidden beide
mannen voor den eersten maal
niet met de vroegere hartelijkheid
en vertrouwelijkheid.
Festenrath gaf den jongen op
dracht, hel paket naar Vliets huis
te brengen en liep met een ernstig
bijna somber gelaal door de straten
van het stadje. Hij kwam ook
voorbij het huis van Riedenburg
Voor het eene raam zag hij een
oudachtig heer staan, die een
levendig gesprek scheen te voeren.
Festenrath vermoedde, dat het
de vader van Annette was en
aangezien de oude heer den
vreemdeling met licht verklaar
bare opmerkzaamheid opnam
groette de kapitein onwillekeurig
en zijn groet werd met een zekere
verwondering beantwoord.
De kapitein sloeg niet den ge
wonen weg naar de stadspoort in
maar hij begaf zich in de richting
van de wacht en informeerde bij
een knaap, waar de woning van
den overste Schadow was.
Zij was dicht in de buurt en hij
trof den ouden krijger, die juist
terugkeerde van een oefenings-
tocht met zijn dragonders en was
bezig om zich te kleeden.
Ah, bent u het, mijnheer,
och nee, dat mag ik immers niet
zeggen 1 riep de oude dragonder
vriendelijk. Ik heb dikwijls aan u
gedacht en zeer naar u verlangd,
het is hier in dit verwenschte gat
haast niet uit te houden van ver
veling. Enfin, het zal u wel niet
zal zijn, is een open vraagstuk.tenzij een klein meisje. Terwijl mijn
Zeker is het echter, dat, indien de man nooit kan thuisblijven. Is amb-
toestanden in het bedrijfsleven niet
verbeteren, het oogenblik, dat de
rente op de staats en gemeente
obligatiën niet meer zal kunnen be
taald worden, in Diet al te verre
toekomst zal aanbreken.
Want de bedragen, waarirede de
schuldendienst wordt betaald, moeten
alleen komen uit de belastingen.
Deze kunnen niet meer worden ver
hoogd. daarover is ieder het eens.
Ook de bezuinigingen kunnen be
zwaarlijk meer worden uitgebreid.
Trouwens in deze vreemde tijden
moet iedere bezuiniging eigenlijk uit
den booze worden geacht.
Want daardoor wordt de koop
kracht verminderd en dus de omzet
der goederen ingekrompen.
Het eenige middel is derhalve
opleving van handel en industrie.
Deze kan alleen bereikt worden door
inflatie, of wanneer de gulden dan
bankpolitiek, welke ook onze regee-
ringspolitiek is, gehandhaafd blijven
wordt de gulden „gezond" ge
houden. De groote vraag voor ons
volksbestaan is echter of die gezonde
gulden nu ook ons bedrijfsleven en
onzen landbouw gezond zal maken,
en dit is zeer twijfelachtig. Daarom
groeit het aantal dergenen, die er
voor ijveren, dat onze munt zich zal
aanpassen aan den dollar en het
pond ter verruiming van onze export
mogelijkheid en ter vermindering
van onze schulden.
Et bestaan tegen de invoering van
inflatie, ook in Nederland, twee
ernstige bezwaren de verzwakking
van het staatscrediet en de zooge
naamde immoraliteit. Het woord van
den President onzer circulatie-instel
ling „Wij zijn geen muntverval-
schers" vindt nog steeds zijn bewon
deraars. Doch is deze uitdrukking
niet eenigszins overdreven scherp
Roosevelt en Mac Donald zullen
zich toch wel niet laten aanleunen,
dat zij bun munt vervalscht hebben.
Maar wij behoeven ons niet te ver
gelijken met deze groote mogend
heden, laten we een voorbeeld
zoeken in onze onmiddellijke nabij
heid, een staat, waar de economische
verhoudingen zeer d cht de onze
nabij komen, namelijk Denemarken,
Heeft dit land niet, een week na
Engeland, den gouden standaard
verlaten En heeft ook maar iemand
aan deze natie daarover een verwijt
gemaakt Integendeel men vond het
volkomen verklaarbaar, dat de Deen-
sche regeering voor den aandraug,
voornamelijk uit landbouwkringeo,
zwichtte. En nog steeds zijn de
Deensche boeren niet tevreden en
eischen verdere inflatie. De Deensche
minister-president Stauning heeft in
een rede in Januari 11. te 's Graven-
hage gehouden, duidelijk uiteengezet,
dat, wanneer men den gouden stan
daard niet verlaten had, storingeD
van absoluut vernietigenden aard de
Deensche samenleving zouden hebben
getroffen.
Wat het staatscrediet betreft, heeft
de toestand in Denemarken de vrees
van hen, die inflatie noodlottig achten,
bewaarheid. De pogingen tot con
versie der 4i/z en 5 pet. leeningen
in obligaties van 4 pet. zijn mislukt.
Men schijnt op dit noordelijke schier
eiland niet zoo vaderlandslievend te
zijn als in de Angel-saksische rijken
Men moet echter niet vergeten, dat
het staatscrediet ook door andere
oorzaken kan worden aangetast,
namelijk, wanneer de begrootingen
niet sluiten.
Voor 1934 is men met kunst- en
vliegwerk erin geslaagd, de Neder
landsche staatsbegrooting te laten
kloppen. Of dit met de begroetingen
van tal van gemeenten ook het geval
door middel van groote leeningen
groote openbare werken uit te voeren
en steun te verleenen aan het land
bouwbedrijf en aao de levensvatbare
industrieën en scheepvaartlijnen, die
op 't oogenblik in moeilijkheden
verkeeren.
Er loopen reeds geruchten, dat de
Nederlandsche Staat een groote
crisis-leeniog zal uitschrijven tegen
4 pet. Dit schijnt ons 'n uitweg. In
den oorlog vond men ook het geld,
dat benoodigd was. uit leeningen.
Wij bevinden ons nu ook in een
oorlog, in een economiscben oorlog
waarin het helaas niet mogelijk is
neutraal te blijven. Wij zijn dus
alleszins gerechtigd een deel der
crisislasten op het nageslacht af le
werpen.
Maar zal dit nageslacht ons niet
veel dankbaarder zijn als wij door
inflatie een einde maken aan den on-
houdbaren toestand van het oogen
blik Zwitserland en Nederland zijn
thaos de eenige in de wereld, die na
den oorlog nog niet tot een derge-
lijken maatregel zijn overgegaan.
Wij erkennen volkomen dat de ge
varen, die er aan het loslate van den
gouden standaard verbonden zijn.
Men kan deze echter door de erva
ringen van andere volken geleerd,
vermijden.
Maar een gezond bedrijfsleven,
een bloeiende land en tuinbouw zijn
duizendmaal meer waard dan een
gezonde gulden.
Tot zoover dit beursoverzicht. Ik
bedoel hiermede niet reclame te
maken voor inflatie, ofschoon ik
persoonlijk niet overtuigd ben dat t
thans beter is en fiaancieel minder
gevaarlijk. In ieder geval is het stuk
het lezen en overdenken waard.
D.
tenaar. Moet den geheelen dag op
zijn bureau zijn, tot laat ia den
avond.
Is dit dan niet wat kostbaar
Jawel, maar daar is niets aan
te doen.
Wat betaalt ge den dokter
Vijf en dertig gulden.
Hoeveel bij het eerste kindje
Ook vijf en dertig.
Bij het tweede
Vijf en dertig
Bij het derde
Altijd vijf en dertig.
En ook nu. bij dit zevende
Ja, nu ook weer.
Wat betaalt ge per dag aan
het ziekenhuis
Drie gulden vijftig voor me
zelf. En voor het kindje een gulden.
Altijd en in alles dezelfde
prijzen
De ziekenhuiskosten zijn iets
verminderd, tengevolge van de alge-
meene prijsverlaging van levens
middelen en andere benoodigdheden.
Goed, maar dus gééu verlaging
omwille van het toenemend aantal
keeren
Toch een katholiek ziekenhuis.
En beheerd door eerwaarde zusters.
En de katholieke leer wil dat de
groote gezinnen zullen beschermd
worden. Wil de Kerk daa enkel
maar in theorie Of ook in de
practijk Moesten de kosten niet
afnemen, naarmate het aantal keeren
toeneemt Moest het niet zoo zijn,
dat bijvoorbeeld de kosten vermin
derden, naarmate het aantal beval
lingen toenam.
Kon het niet aldus worden ge
regeld, dat bijvoorbeeld de kosten
met een beduidend percentage ver
laagd worden bij elk volgend kind.
zoodat zelfs bij het 5de of 6de kind
de behan leling geheel gratis werd 7
Niet als een gunst, doch rechtens
en wettelijk.
En als de behandeling, dokter en
eventueel ook het ziekenhuis dan
werden schadeloos gesteld door de
de gemeenschap 7
Dat moet toch mogelijk wezen!
De katholieke maatechappijleer en
ethiek is er toch niet enkel voor de
sehoonklinkende theorie
InderdaadAls zoo gauw dat
maar eenigszius doenlijk is de moge
lijkheid werd geschapen, om een
Rijkskinderfonds te stichten, dan
zouden ook dergelijke compensaties
daar onder kunnen vallen. Doch
zoolang dit niet geschiedt, dunkt het
ons niet onredelijk, als een beroep
wordt gedaan op de beheerders
van katholieke ziekenhuizen en op
katholieke doktoren, om te dezer
zake ook het sociale plichtsgevoel
sterker te laten meespreken.
Een bezoek aan het ziekenhuis.
veel beter gaan. Ik kan me niet
voorstellen, dat u hier een leven
leidt als een verwende prins. Gis
teren ontmoette ik Bokelmann
nog, die mij vertelde, dal u nog
altijd op den loer lag. Ik wensch
van harte, dat u geluk mag heb
ben en dat u het geheim en dalu
het geheim ontdekt; dan kregen
wij tenminste ook werk aan den
winkei, al was het dan ook maar
vervelenden politie-arbeid. Maar
In de „Nieuwe Tilburgsche Crt."
schrijft Wouter Lutkie, priester,
over onzen plicht, om steeds met de
volle energie van een levendig en
gewetensvol plichtsbesef op te komen
voor verbetering van zoowel de
economische als de moreele positie
van het kinderrijke gezin.
Hij geeft ter illusstratie het relaas
van een bezoek in een ziekenhuis
Bij een jonge moeder. In leeftijd
niet zoo heel jong meer, doch: zoo
pas moeder geworden.
Hoeveel kleintjes
Dit is het zevende
Waarom niet thuis
Och, zoo lastig. De zes kin
deren, allen nog klein, Dog maar een
of twee schoolgaand. En geen hulp,
vanzelf, of soms een bijzonder
doel den „kameraad" tot een be
zoek genoopt had.
Overste, antwoordde deze, u
zult zich de tamelijk zonderlinge
omstandigheden nog herinneren
waaronder wij met elkander heb
ben kenis gemaakt. Het leek mij
toe, alsof u dadelijk een oprecht
vertrouwen in mij stelde en dat
deed mij veel genoegen. Alleen
feit, dat u en de heer Bokelmann
u ziet er heelemaal niet naar uit,(mij onvoorwaardelijk hun ver-
alsof u op het goede spoor bent trouwen schonken, gaf mij aan-
u trekt een heel zuur gezicht!
Maar ga zitten, kameraad
hier in mijn eigen huidje en nu de
jongen er uit is, mag ik u zoo
wel noemen en drink u een
glas Markobrunnet een aalpas
tei heb ik vandaag weliswaar niet,
maar een stuk Edammer...
Festenrath dankte beleefd, ver
zocht echter den ouden officier, die
zelf een hartversterking zeer noo-
dig scheen te hebben, zich wat
hem betrof niet in het minst te
laten storen
Eindelijk nam hij om den oude
niet uit zijn humeur te brengen,
een glas wijn en liet den ruwen
krijgsman eerst behoorlijk uitra
zen over het verwenschte verblijf
in dit galgennest en dergelijke,
want eerder zourhij toch nie' tot
een verstandig gesprek komen, dat
wist hij zeker.
Zoo was het ook werkelijk en
^oen de oude soldaat zijn gemoed
eens flink had gelucht, vroeg hij
leiding de rol op mij te nemen,
die ik hier momenteel speel en'
stellig niet voor mijn plezier.
Zeer juist zeide de oude
heer. In u kan men zich niet zoo
gemakkelijk vergissen
Ik dank u zeer, antwoordde
Feslenralh. Maar mijn taak is
veel moeilijker, veel ingewikkel
de»- geworden, dan ik dacht Zeer
zeker ben ik op het spoor, zelfs
op een zeer goed spoor, maar ik
moet zekerheid hebben, anders
gelooft mij nooit meer iemand,
dat mijn aanwijzingen op waar
heid berusten, want het gaat hier
om personen, die... maar genoeg
Twee dingen moet ik goed in het
oog houden: in de eerste plaats
wil ik deze schurkachtige bokrui
ontmaskeren en ik hoop, dat dit
mij zal gelukken. Bovendien heb
ik, zooals u weet, een geheimen
vijand hier, die vermoedt of weet
dat ik in de buurt ben en die mij
uit den weg wil ruimen, als het
Nog steeds uitbreiding.
Men heeft in ons blad kunnen
lezen, dat het mond- en klauwzeer,
zich nog steeds uitbreidt. In bet
district-Den Bosch (w.o. ook kleine
gedeelten van de provincies Gelder
land en Limburg ressorteeren) waren
de afgeloopen week ruim 600
nieuwe gevallen. Dr. J. H. Picard.
inspecteur van de Volksgezondheid
van het Veeartsenijkundig Staats
toezicht te Den Bosch, heeft over
de epidemie aan het Volksbl. o.m.
het volgende medegedeeld
De ziekte is waarschijnlijk uit
Belg.ë ons land binnengekomen. Via
Zeeuwsch Vlaanderen, heeft ze zich
toen in den Westhoek verspreid, en
langzamerhand is de geheele provin
moet zelfs met geweld.
Deze geheime vijand, die ik
nu eveneens meen te kennen,
werkt mij zooveel mogelijk legen.
Hij tracht mij bij diegenen in een
erkeerd daglicht te stellen, die
mij tot nu toe hun vertrouwen
geschonken hebben. Ik moet hier
dus, omdat ik een onbekende
persoonlijkheid ben, zeer op mijn
hoede zijn. Het zou kunnen ge
beuren, dat juist op het beslissen
de oogenblik uil wantrouwen mij
de noodige hulp geweigerd werd.
die ik ter uitvoering van mijn
moeilijke en waarschijnlijk niet
gevaarlooze onderneming volstrekt
noodig heb.
Daarom heb ik den volgen
den wensch: Hier zijn mijn pa
pieren, mijn pas en eenige andere
gewichtige documenten. Wilt
deze voor mij bewaren, opdat ze
mij niet juist op een oogenblik
worden ontstolen, dat ik ze nood
zakelijk moet gebruiken Wil; u
zich gedurende enkele dagen met
de bewaring dezer papieren be
lasten
Ik kan u niet geheel en al
begrijpen, wat uw geheimen vij
and betreft, antwoordde de oude
overste. Dat komt waarschijnlijk
omdat u mij niet alles openhartig
hebt verteld of mij misschien zelfs
niet mag vertellen. Maar met het
bewaren uwer papieren belast ik
mij met het grootste genoegen,
dat spreekt natuurlijk van zelf.
U spreekt overigens zoo ernstig,
cie aangetast.
Een jaar of drie geleden heeft ook
in het Noorden des lands een mond
en klauwzeer epidemie gewoed. Met
groote krachtsinspanning heeft men
het Zuiden er toen voor kunnen
bewaren. Alle autoriteiten verleen
den daaraan hun medewerking,
strenge politiemaatregelen werden
genomen, en op groote schaal werden
serum-inspuitingen gegeven.
Wat dit laatste betreft, een serum
inspuiting kost ongeveer vijf gulden
per dier, en de meeste boeren kunnen
dat op het oogenblik niet betalen.
Toch kunnen zij wat doen, mits de
goede wil er is. Want met wat bloed
van doorgeziekte dieren bereikt men
hetzelfde resultaat als met serum.
Maar door de slechte tijden zijn de
meeste boeren in een toestand ge
komen, dat zij zich nergers meer
veel van aantrekken, en daardoor is
een vrij enge laksheid waar te nemen
op het platteland. Men kan daar
met weinig kosten voorzorgsmaat
regelen nemen, maar dat doet men
niet, men wacht maar af wat er ge
beuren gaat. We hebben de laatste
dagen verscheidene landbouwers ge
sproken over het gevreesde mond
en klauwzeer, dat in Zuid-Oostelijk
Noord Brabant gelukkig nog tot
enkele gevallen beperkt blijft. Onze
indruk is, dat in de landbouwkringen
in deze streken wel terdege alles
gedaan is om de ziekte te voorko
men of genezing te bevorderen. Dr.
Picard generaliseert hier o.i. wel
eenigszins ten onrechte.
Het is te hopen, dat men er in
zal slagen een actieve immunisatie
tegen de ziekte te vinden. Nu wor
den de veterinaire politie-maatregelen,
zooals verbod van vervoer en af
sluiting, met groote gestrengheid toe
gepast.
Vooral in Made, Gilze, Raams-
donk, Oosterhout, Baarle Nassau,
Eethen, Culemborg, Alphen en Riel
Almkerk is het aantal gevallen
zeer groot. Iedere week worden
ongeveer zeshonderd nieuwe vee
stapels besmet verklaard, er was
zelfs al een week van 664 bij.
Beter in staltyd.
En wat zijn uw verwachtingen
voor de naaste toekomst vroegen
wij.
Waarschijnlijk zal het aantal
aangetaste veestapels in den eersten
tijd nog wel toenemec, aldus dr.
Picard. Maar als de winter komt,
de staltijd dus, komen de beesten
vanzelf me:r geïsoleerd te staan, en
dan is ook wel een daling te ver
wachten. Bij goede verpleging en
met goed drinkwater is de schade
voor de boeren tot een minimum
terug te brengen zorgen zij daar
□iet voor. dan kunnen er heel wat
dieren sterven aan de bekende com
plicaties. Trouwens de schade is
toch al ontzettend groot melkver-
lies, vleeschverlies, handelsbelemme
ringen, enz. Nogmaals wordt er ten
sterkste op aangedrongen alle melk
voor het gebruik te koken.
Ingekomen en vertrokken
personen
van 22 tot 29 Sept.
INGEKOMEN
W. v. d. Munckhof, z.b., Groote
straat van Oss
M. Katers, dienstbode, Oostrum
D 56 van Boxmeer
C h, Kepser, dienstknecht, Veulen
131 van Helmond.
VERTROKKEN
A. Jeuken, dienstbode.naar Wans-
sum-Geysteren
A. v. d Pasch, idem, naar Bergen
Wellerlooi F102
H. Rex, slager naar Lobberich
M. Arts, dienstbode, n. Biltboven
alsof er werkelijk gevaar voor u
dreigt
Dat is het ook, overste, zei
Festenrath rustig. Onder deze
papieren bevindt zich zelfs mijn
testament. Bewijst u mij in ieder
geval nog een dienst, door uw
naam als bevestiging hier onder
den mijnen te plaatsen, om voor
zoover noodig later als bewijs
le dienen, dat hel testament door
mijzelf is geschreven.
De oude dragonder schudde het
hoofd, doch hij onderteekende
zonder aarzelen.
Nu nog iets! zeide Festen
rath. Zult u mij hulp zenden,
ingeval ik daarom vraag Het
geval zou zich kunnen voordoen.
Stellig, kapitein, daartoe ben
ik immers verplicht 1 riep de offi
cier.
Ik wil daarmee alleen maar
zeggen, dat ik heel graag had,
indien het wantrouwen, dat tegen
mij gezaaid is, en dat in de eerst
volgende dagen reeds belanrijke
resultaten zou kunnen hebben,
ook niet op u van invloed was en
u soms op een zeker oogenblik
zou doen aarzelen. Misschien heb
ik geen hulp noodig. Maar de
mogelijkheid bestaat toch, dat ik,
die talrijke en vastberaden bende
der bokruiters niet zonder hulp
zal kunnen ontmaskeren.
Reken maar op mij Ik zal
u niet in den steek Laten riep
de overste uit, hem de hand
reikend. Wordt vervolgd.