Tweed.© Klad van „FEEL MM MAAS" Levenswijding door Liturgie. FEUILLETON. De ondergang der Bokruiters. Ontgoocheling. Groot- of klein bedrijf Opvoeding tot oorlog. Zaterdag 16 September 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 36 LITURGISCHE GEEST. WERELDSCHE GEEST. In de week van 2027 Aug. Is te Venray de 17de Nederl. Lit. Week gehouden en tevens in die week, 24 Aug., de diocesane Liturgische Dag. Het algemeene onderwerp van die bovennatuurlijk-sociale Studieweek was: Levenswijding door de Liturgie; met andere woorden, hoe het geheele menschelijke leven, in al zijn veel zijdigheid en ingewikkeldheid, door de Liturgie of den kerkelijken eere- dienst aan God wordt toegewijd, toegeheiligd. Het menschelijke leven 1 Is er iets zoo veelzijdig, zoo in gewikkeld als het menschelijke leven Ziel; lichaam; irdividu; lid van een huisgezin, als vader, moeder of kind; lid der maatschappij als burger eener gemeente en vaderlander; met een apart vak, beroep, of bedrijf, met zijn lectuur, kleeding ontspanning en vermaken enz. enz. 't behoort al les tot het menschen leven. Maar, wat we ook zijn of wat we ook doen, altijd en overal moet 's men schen leven toegewijd zijn aan God, volgens deze twee antwoorden uit ue Catechismus (waarin alle levens wijsheid steekt): dat God de wereld heeft geschapen tot zijn eigen ver heerlijking en tot geluk zijner rede lijke schepselen en dat de mensch op aarde is om God te dienen en daardoor den hemel te verdienen. De H. Liturgie wijdt het huisgezin, grondslag van Kerk en Maatschappij aan God toe, heiligt het huisgezin: door het Sacrament des huwelijks; door de huwelijksmis met den huwe lijkszegen; ze wijdt de kinderen aan God toe door het H. Doopsel, waardoor ze tevens lid worden van de groote natuurlijke maatschappij, de Kerk; ze heiligt de moeder door den kerkgang; ze heiligt het huis en de beelden in huis door Kerkelijke zegeningen; ze zegent de automo bielen voor de zaak en men bidt het Kerkelijk reisgebed; de akkers worden gezegend door het palmtakje en de St. Marcus-processie en de kruisdagen; het vee kan worden ge zegend door een kerkelijke zegening; er zijn Missen „voor het weer'', niet alleen voor de boeren, maar ook voor de zakenmenscheo in de stad van belang; er zijn patroonheiligen vooralle vakken, beroepen, bedrijven ambachten en als ze er nog niet zijn, ze zullen komen Hebben we al niet een heilig fa brieksmeisje en een heiligen fabiieks- arbeider: Margaretha Sinclair en Mac Tarbott Is er in huis een zieke: de medi cijnen kunnen worden gezegend en de zieke zelf door een aparte zieken zegen, ook voor kinderen; de ster vende in huis: hoe zorgt onze Moeder de H. Kerk niet voor dat haar zoo dierbaar kind: H. Teer spijze, H. Oliesel en Pauselijke zegen En de lieve doode: het lijk wordt naar de kerk gedragen (eerste en laatste gang van den chjisteDmensch naar de Kerk en dan gedragen 1) en later in de aarde gelegd, alweer gezegend. Hoe wijdt de H. Liturgie den tijd niet aan God toe, door de viering van het Kerkelijke Jaar, de groote Kerkelijke feesten met hunne voor- en naviering, de groote kerkelijke boetetijden; ieder oogenblik van d:n dag en den nacht door het H. Mis ofEer, door de duizenden priesters opgedragen; door het Koorgebed der monniken en het breviergebed van de priesters. Hoevele wereldlijke feesten houden verbaod met Kerkelijke feesten of gebruiken (vroeger nog meer dan thans) Kermis met Kerstmis; Vasten avond met de vasten; St. Nicolaas; Kerstkribbe; PaascheiereD*, St. Maar tensvuren; Driekoningenkoek, Palm- paasch enz.; hoe was vroeger vooral niet het geestelijke volkslied en het tooneel verbonden met de Liturgie der Kerk, toen het volk ook ver stond in de kerk te zingen. Hoe is de burgerlijke maatschappij geheiligd daar, waar de bovenna tuurlijke maatschappij der Katholieke Kerk met hare parochies, die werk plaatsen van bovennatuurlijk leven, de burgerlijke maatschappij kan doordringen. Op vele plaatsen in de zuiver katholieke streken zoo mooi uitge drukt, doordat parochie en gemeente één zijn en de geestelijke en bur gerlijke. autoriteiten kunnen samen werken voor het behoud van het geloof en de goede zeden,... Ziedaar in bovenstaande met enkele korte woorden aangegeven, hoe dat de Liturgie of Eeredienst der Kerk heel het menschelijke leven aan God toewijdt en heiligt. Stel daar nu tegenover de walge lijke wereldsche geest: wat hij aan raakt, dat bezoedelt hij. Raakt de wereldsche geest de kleeding aan, hij maakt ze verfijnd, zinnelijk en schaamteloos; raakt hij de bioscopen aan, hij maakt ze zwoel met broeierige liefdegeschiedenissen, met een ontkrachting van 't frissche, energieke, blije plichtleven; raakt hij de bioscopen aan, hij maakt ze zwoel, met broeierige liefdesgeschiedenissen, met een ontkrachting van het fris sche, energieke, blije plichtleven; raakt hij het huwelijk aan, hij doodt de levenskiemen in de intimiteit van het echtelijke leven raakt hij het ambacht, vak, beroep of bedrijf aan, hij maakt het gewetenloos volgens de spreuk„Zaken zijn nu eenmaal zaken"raakt de wereldsche geest de ontspanning aan. het wordt een uitlevering van eer en van deugd en zelfs van gewoon burgerlijk fatsoen, zie het tegenwoordige toe- ristendom en de publieke bad- en zwemgelegenheden raakt hij den godsdienst aan, hij brengt voort slappe, futlooze sleur en naamkatho liekenraakt hij den tijd aan, bij doet de eeuwigheid vergeten. Dal is de wereldsche geestBederven en bedorven worden. De kerkelijke, liturgische geest wat hij aanraakt, dat heiligt hij. Heiligen en geheiligd worden, dat is de kerkelijke, de liturgische geest. De wereldsche geestdat is als het offer van den somberen Caïn aan den Vorst dezer wereld, waar van de stinkende walm neerslaat naar deze aarde. De liturgische geest dat is als het offer van den blijmoedigen Abel, waarvan de geurige, zon-doorschenen wolkjes overal en onophoudelijk op stijgen ten hemel als een schoon gebed voor Gods aanschijn... ZAAIER. Een zonderlinge Historie. Naar het Duitsch. 25 Toen echter, zich dadelijk her stellend, voegde Vliet er aan toe Zoo, als je die menschen zoo precies kent, laat je dan door hen bij de bende opnemen I Ik heb je toch immers al gezegd, dwaas die je bent, dat zij niemand naast zich willen dulden die even slim is als zij want als je denkt, dat zij alles eerlijk met je deelen, dan zijn jullie alle maal ezels. Je wordt door hen bedrogen, zooals in 't dagelijksch leven iedere domme door den slimme. En dan heb ik ook geen lust, om iedereen aan den neus te hangen, dat het mij slecht gaat, Bovendien zou mij dat bij andere plannen- kunnen schaden. Ben ik echter eenmaal in hun midden, dan moeten zij mij natuurlijk ook dulden. En dan zal ik mij zelf omhoog weten te brengen. In uw nadeel zal het in geen geval zijn. Al zullen we nu niet bepaald alles voor de helft deelen, toch zul je dan per jaar spelenderwijs meer verdienen, zonder een hand Allerwege heerscht biftere onte vredenheid. Ook onder den midden stand. Niet uitgezonderd de midden stand bij onze Oosterburen, de Duitschers. Ja, het schijnt zelfs, dat daar de ontevredenheid nog grooter is dan elders. Waarom Omdat daar aan den slechten gang van zaken in de eigen onderneming uit te steken, dan nu met al je moeiten en zorgen. Ik geef je de verzekering, dat ik mij van leer ling heel gauw tot meester zal weten op te werken. Dus wat heb je eigenlijk te riskeeren, als je me een keer meeneemt Ik zou een spion kunnen zijn, daar heb je gelijk aan. Maar dan wist ik toch feitelijk al genoeg, om een partij ..Van jullie aan de galg te brengén en de anderen zouden wel spoedig volgen. Wees dus nu verstandig. De nacht is alhaast voorbij. Laat ons eën accoord aangaan 1 Het blinken der vijftig guldens op de tafel misle zijn uitwerking niet op den waard. Ook was het niet onmogelijk dat hij dacht, dat een man, die al zoo veel wist, de rest wel mocht weten. Er wordt beweerd, dat de bokruiters iederen verrader dooden, zei hij loerend. Als ik dus tot hen behoorde, zou ik moeten sterven, indien ik sprak, net zoo goed als wanneer ik aan het gerecht zou worden uitgeleverd. Je zult in het geheel niet behoeven te spreken I riep Festen- rath kwaad uit, daar hij het lange onderhandelen moe werd. Je zult je me alleen maar meenemen naar de eerstvolgende vergadering en het verdere zal vanzelf wel komen Het zal, zooals ik je al reeds meer gezegd heb, in je eigen belang zijn, als ik mij omhoog werk. Zulke hocus-pocus, zooals ztch nog paart, het besef, bij den neus genomen te zijn. Want het valt niet langer te ont kennen, dat de Duitsche middenstand die in grooten getale zoo dapper heeft meegeholpen, om Hitier aan de macht te helpen, bitter ontstemd is over de niet-inlossing der beloften, welke de „Führerbij het voeren van zijn campagne had uitgesproken inzake bescherming van den midden stand tegenover verbruikscoöperatie en warenhuis. We hebben er al eens op gewezen hoe weinig van die beloften feitelijk zijn nagekomen. Niet alleen met betrekking tot de verbruikscoöperatie, doch evenzeer ten aanzien van het warenhuis wezen. Als motief daarvoor wordt aan gevoerd, dat het niet aangaat, te eischen, dat door sluiting der waren huizen het leger der werkeloozen nog eens met meer dan honderd duizend nieuwe leden wordt uitge breid. Bovendien: er zijn gegroeide toe standen, die niet zoo maar met een hand-omdraai kunnen worden weg gewerkt. Ook niet waar het credletverhou- dingen betreft. Daarom is thans van Nazi-zijde voorgesteld, dat door den midden stand de honderd millioenen crediet- schuld der warenhuizen zal worden overgenomen. Eerst als dit is geschied, kan over sluiting der warenhuizen worden gesproken. Mits dan tevens bereikt wordt, dat het personeel der warenhuizen door den zelfstandigen kleinhandel wegens verwachte vermeerdering van omzet in dienst zal worden genomen. 't Laat zich verstaan, dat bij zoo'n voorstel, vele Duitsche middenstan ders 't voelen kriebelen in de keel, en zij ternauwernood een verwen- schiog kunnen onderdrukken. Waarom heeft men hen dan met zoo stellige beloften gepaaid en door deze ertoe gebracht, achter het vaan del van Hitler aan te loopen Er heerscht groote ontstemming over deze handelwijze der nazi's bij den Duitschen middenstand. Trouwens, dat het nationaal socialisme, voor zoover dit princi pieel is gelijk te stellen met facisme ook tegenover de verbruikscoöpera tie niet zoo vijandig staat, als door velen wordt gemeend, moge mede hieruit blijken, dat het Italiaansche fascisme, bij zijn ordening van het bedrijfsleven, de verbruikscoöperatie niet alleen niet heeft weggewerkt, maar die zelfs officieel in de betref fende ordening heeft opgenomen. Daar toch telt men onder de acht groepeeringen, waarin van rechts wege alle werkgevers en werknemers zijn ingedeeld, naast die van den landbouw en van de nijverheid, ook de groepeering van handel en coö peratieve instellingen. Op het komend congres van den Middenstand worden dan ook de vraagstukken der verbruikscoöperatie en van het grootwinkelbedrijf be handeld, los van wat ten aanzien van die problemen in het buitenland is beloofd, maar vrijwel onuitgevoerd gebleven. Wij achten dit juist gezien. En wij verheugen er ons over, dat die behandeling niet is gedicteerd geworden door den waan van den dag. Maar dat is maar een zakelijke basis, waarop gepoogd wordt, een redelijke houding met betrekking tot die kwestie te bepalen. op een uitspraak van den vroegeren Minister van Buitenlandsche Zaken, den bekenden en gevierden Strese- mann, die op een vergadering van de Duitsche Volkspartij zou hebben verklaard „Duitschland is een arm land. De middenstand is verdwenen en ver- proli^ariseerd. Dit is een verlies voor het Duitsche volk. dat erger is dan het verlies van de provin cies en er moest vóór alles naar worden gestreefd, dezen midden stand weer te doen ontstaan, ten einde weer onafhankelijk te worden van de buitenlandsche credieten." In aansluiting hierop zij onzerzijds mede gewezen op een andere uit spraak van nog jongere datum en wel uit den mond van den nieuwen Rijkshankpresident, dr. Schacht. In een radio-rede toch, welke deze heeft gehouden omstreeks midden Maart van het loopende jaar, zeide deze bekende figuur uil de Duitsche financieele wereld „Waar zich ook maar productieve mogelijkheden in Duitschland voor doen, zij het in den landbouw, zij het in het bedrijfsleven, zal de Rijksbank n.l. hulp verleenen. Juist van het initiatief en de verant woording van den onafhaokelijken kleinen zakenman, zal zooveel mogelijk tegemoet moeten komen, nadat de over-organisatie en bu reaucratiseeriDg van de groote concerns, niet slechts sociaal, doch ook zooveel economische nadeelen aan het licht heeft gebracht." Deze uitspraak is mede van belang voor het komende congres van onzen Middenstandsbond, waar immers be handeld zal worden het vraagstuk der wettelijke bescherming van het klein- tegenover het grootbedrijf. Intusschen zijn door groote man nen in binnen- en buitenland reeds zoo herhaaldelijk en met zooveel nadruk dergelijke uitspraken gedaan, dat we daaraan eigenlijk geen be hoefte hebben. We zouden liever zien, dat door de verantwoordelijke autoriteiten nu ook eens naar die uitspraken werd „gehandeld". Doch daaraan ontbreekt nog vrij wel alles En toch, op de „daad" komt het n 1 Onlangs wees de Bredasche Courant jullie bij Til met George Merlens hebt uitgehaald, kan ik ook op een jongen toepassen en ik geloof dat ik het nog slimmer zou aan pakken, zonder dat het noodig zou zijn om een onschuldigen knaap te vergiftigen. Festenrath bracht de laatste woorden slechts met moeite uit, ondanks de schijnbare gemakke lijkheid en onbevangenheid waar mee hij zich voordeed, had hij slechts met groote inspanning en zelfbeheersching gesproken. Was hij er wel zeker van, dat hij op den goeden weg was Was het niet mogelijk, dat hij zich vergiste en dat hij hier bedenkingen uit sprak, die van allen grond waren ontbloot Het was voor den kapitein een lastige taak. Maar hij kon het raadsel niet anders oplossen en tot nu toe had de houding van Vliet hem in zijn overtuiging versterkt, dat hij zich in zijn ver moedens niet vergist had. Inderdaad scheen dan ook deze laatste troef den waard volkomen te ontwapenen. Hoe... wat? stamelde hij. Wat zeg je daar George Mertens ver giftigd Door wien Beste vriend, dat weetje net zoo goed als ik, antwoordde de kapitein. En ik vind, dat wij ons beiden daarvan niets hebben aan te trekken, als de overheid er zich niet mee bemoeit. Je zult je mondje natuurlijk dicht houden Er vertoonen zich weer grimmige tegenstellingen in Europa en de mogelijkheid van oorlog wordt openlijk bediscuteerd. Men kan als geruststelling daartegen aanvoeren, dat de leidende staatslieden toch steeds alle oorlogszuchtige bedoeling verwerpen en het kostelijke goed van den vrede prijzen. Zelfs Hitier heeft pas nog op den Partijdag te Neurenberg verklaard, dat het Duit' sche volk heelemaal niet noodig heeft, zich nieuwe lauweren op het slagveld te verwerven. Doch zulke woorden zeggen zoo weinig, als men daarnaa.it ziet. hoe de nieuwe volksopvoeding door- deesemd wordt van de gedachte, dat er in de toekomst weer gevochten moet worden. Een typeerend voorbeeld daarvan is een boekje, getiteld „Wehrwissen- schaft", dat Professor Ewald Banse, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Brunswijk, tot auteur heeft. In het „Handelsblad" lezen we daaromtrent het volgende Deze professor Banse behoort tot degenen, die eenigen tijd geleden aangewezen zijn om onderwijs te geven aan de Duitsche hoogescholen in de militaire wetenschappen, welke en ik zal dat ook doen, want wie een knaap gift toedient, kan dal ook een man doen. Overigens geef ik je mijn woord, dat jij, wat er ook gebeuren mag, straffeloos vri uit zult gaan, zoodra je getoonc hebt, dat je het oprecht met me meent en doet wat ik verlang. Ik sta op goeden voet met de politie, niet alleen hier, maar ook elders en ik zal altijd nog wel een achterdeurtje voor mij en mijne vrienden weten te vinden. Festenrath had juist geoordeeld toen hij verwachtte, dat deze laat ste woorden den waard geheel en al zouden overwinnen inplt van hem versteld te doen staan Want Vliet moest nu eindelijk wel begrepen hebben, dat deze man in ieder geval een zeer bruikbare vriend kon zijn, niet alleen als medelid der bende, maar ook in het ergste geval als redde in den nood. Zoodra hij Festenrath voor een schurk hield, geloofde hij er stellig aan, dat deze, waar het schurken streken betrof, eerlijk zou zijn en hem niet zou verraden. Maak mijn handen los zei hij. Het andere zal wel in orde komen. We zullen daar morgen verder over praten I Neen, zoo is de bedoeling niet 1 antwoordde Festenrath koel. Daar ligt het geld Wil je het hebben en eerlijk verdienen, sla dan toe en handel dienovereen komstig. Verraad je mij, neem je thans een plaats innemen op de roosters van de universiteiten. Deze functie van den schrijver verhoogt de beteekenis van het verschenen werkje, dat de samensteller gebezigd zou willen zien als handleiding voor het onderwijzend personeel. De „Times-correspondent" te Berlijn vestigt de aandacht op het handboek van prof. Banse, en dit is volkomen te begrijpen, indien men kennis neemt van den hoogst ernstigen en gevaarlijken inhoud. Blijkens het uitvoerige uittreksel, dat de correspondent van deze studie geeft (de pers had indertijd het voorschrift gekregen, geen melding te maken van de benoemingen der hoogleeraren in de militaire weten schappen, hetgeen te denken geeft 1) aanvaardt prof. Banse als een axioma dat de wereldoorlog onvermijdelijk is en moet komen. Als consequentie uit deze stelling acht hij het nood zakelijk, dat het Duitsche volk door drongen wordt van dit onvermijdelijk is en moet komen. Als consequentie uit deze stelling acht hij het nood zakelijk, dat het Duitsche volk door drongen wordt van dit onvermijde lijk feit en dat dientengevolge dit geheele volk, moreel en physiek, behoort te worden voorbereid op den oorlog. Daartoe behoort z.i. de Duitscher van kindsbeen at ver trouwd te worden gemaakt met oor log en met alles wat daaraan vastzit. Blanse's boek is geen technisch werk over den gewapenden strijd, maar bedoeld te zijn een middel om den geest van eiken Duitscher te door dringen van de oorlogsmentaliteit. Het opgroeiende geslacht, zoo schrijft hij o.a., moet erop getraind worden om de geheele natuur, de gesteldheid van den bodem enz. te bekijken van uit het militaire gezichtspunteen meer bij v. moet men leeren zien, niet alleen als een willekeurige watervlakte maar als een factor, welke invloed kan oefenen op troepenbewegingen ..Klaagliederen over het vredes verdrag van Versailles", constateert prof. Banse in zijn voorwoord, „leiden nergens toe en maken ons alleen maar belachelijk, indien wij ons lot niet in eigen handen nemen en ons niet in de eerste plaats in stellen op den oorlog. Want nie mand mag er aan twijfelen, dat er oorlog staat tusschen het heden en de toekomst van Duitschland." Waarna de hoogleeraar het beeld van den modernen oorlog teekent, en er tegen waarschuwt, dezen te beschouwen als een „frisschen en vroolijken veldtocht", doch als een geduchte beproeving. „Zulk een beproeving kan alleen een volk doormaken, waarvan ieder individu sinds jaren weet en er vast van overtuigd is, dat zijn leven den staat en den staat alleen, behoort. Wij willen daarom den oorlog niet in lichte kleuren afschilderen, en wij wenschen hem niet, maar wij zijn overtuigd, dat hij zal komen en dat de weg Daar de vrijheid alleen over oorlog kan leiden. Des te meer is het noodig, dat elke man en iedere vrouw beseft, wat de idee „oorlog" beteekent". Vervolgens prijst prof. Banse den oorlog als den „eeuwigen vernieuwer" verzekert, dat in het Derde Rijk de beoefening van de militaire deugden niet tot een klasse, zooals vroeger, zal worden beperkt, maar zal worden uitgestrekt over alle weerbare krach ten van het Duitsche volk; consta teert, dat de Kerk Haar deel moet hebben aan de psychologische voor bereiding op den oorlog en houdt ten slotte een pleidooi voor den bacteriologischen oorlog (ofschoon Duitschland behoort tot de landen, die de conventie van 1925, welke deze methode van oorlogvoering verbiedt, hebben onderteekend). Deze soort oorlog acht hij „ongetwijfeld het aangewezen wapen voor een natie, die ontwapend is. De Vo'ken bond heeft dezen vorm van oorlog voering weliswaar verboden, maar wanneer het gaat om het leven van een staat en een volk, dan is elk middel bruikbaar om den vijand eronder te krijgen." Ziedaar een paar grepen uit Pro fessor Banses studie, die bewijzen, hoe de oude militairisthche gedachten bewust en methodisch weer zullen worden ingedruppeld in het daarvoor zoo vatbare Duitsche volk. Wat beteekenen daartegenover de verzekeringen, dat men den oorlog niet wenschl De aankweeking van het fatalistisch besef, dat de oorlog toch niet te weerhoudeu is en dat men dan maar weer ieder middel gebruiken mag, vergiftigt de sfeer voor de propaganda en doorwerking der vredesgedachte totaal. Plechtige installatie van den Z. E. Heer Verheggen, Pastoor te Castenray. Het was feest te Castenray ter gelegenheid van de installatie van den Zeereerw. Heer Verheggen als Pastoor der nieuwe Parochie Casten ray. Met kwistige hand was door de parochianen een mooie versiering aangebracht met groen en bloemen en dundoek. Eerebogen prijkten bij het Patronaat en de Kerk. Bij het Patronaat werd de stoet opgesteld, welke werd geopend door de Ruiterclub, dan volgden de Schoolkinderen met onderwijzend personeel, Boerenbond en Jonge Boeren. Een 40-tal bruidjes en palmtakken dragende Maagden gaven aan het geheel een aardig cachet. Na het Zangkoor en het Kerkbe stuur kwam de nieuwe Herder, be geleid door den H. E. Heer Deken Thielen uit Venray en den Z. E. Heer Verheggen, Pastoor te Blitters- wijk, broeder van den nieuwen Pastoor. Ook zagen we in den stoet naast familie Verheggen, den Z. E. Heer Willems, Pastoor te Buggenum, den E. A. Heer Burgemeester v. d. Loo uit Venray. Nadat bij het Patronaatsgebouw door een tweetal lieve bruidjes den nieuwen Herder onder een passende toespraak de Herdersschop was aan geboden, zette de stoet zich in be weging en ging men naar de Kerk, waar de Heer Geurts, als lid van het kerkbestuur, den nieuwen Herder onder eene toespraak, de sleutels der kerk aanbood, waarop de nieuwe Pastoor antwoordde, dat hij was gekomen vooral om de liefde te prediken en te doen beoefenen. In den Naam des Heeren heeft hij het Herders-ambt aanvaard en hoopt onder Godszegen veel voor zijn parochianen te bereiken. Groot ge loof en groote liefde leven onder de Parochianen, die tal van offers heb ben gebracht vo.>r hun kerk en Rectorsfonds. De voldoening zal dan ook groot zijn, nu Castenray tot parochie verheven is. Gaarne zal Spreker dan ook zijn beste krachten geven om den Goeden Herder te zijn in de parochie, die klein in om vang, doch groot in offervaardigheid is. Spreker dankt allen, die door gebed en arbeid dit feest hebben opgezet en wijst er op, dat hij nu met de zoo juist ontvangen sleutels teekens zijner macht de kerk gaat openen, hopende dat al zijn parochianen steeds veel hun C hristus- Koning zullen komen bezoeken tot heil hunner zielen en het welzijn der parochie. dan in acht. Nog was Vliet niet geheel ge wonnen. Mag ik eerst meteen vriend daarover praten, die zooals ik meen te weten, tot de bokruiters behoort en mij dan zelf ook kan laten opnemen vroeg hij. Larie riep de kapitein. Je bent zelf zoon goed medelid, dat het niet noodig is om anderen te vragen. En wees nu niet dwaas. Wie zoo gesproken heeft, zooals ik met jou, die meent het goed Jij zult me tot eer en rijkdom brengen en je zult daarvoor een belooningontvangen, die volkomen aan je verdiensten beantwoordt. De bende zal je bovendien dank baar zijn, dat je een lid hebt aangeworven, dal meer kan, dan eten en drinken Als het gezel schap mij niet bevalt, dan trek ik mij stelletjes terug en jij houdt toch het geld, dat daar ligt. Nou, voor den duivel, vooruit dan maar I riep Vliet. Maar als je een verrader bent... Dan mag je met me doen. wat je wil I vulde Festenrath aan, ging kalm op hem toe, sneed de touwen door en wees met zijn hand naar het geld op de tafel. Vliet wreef zich de stijve han den, t^ad daarna op de tafel toe, telde het geld en stak het in zijn zak. Dus afgesproken I zei de kapitein. Maar denk er aan, jou mondje toe l Zoodra ik merk, dat je geen zuiver spel speelt en er met anderen over praat, dan sta je den hemel bij Je zoudt niet de.... Festenrath voltooide dezen zin niet, waarvoor hij zelf terugschrok maar desondanks misten de onuit gesproken woorden hun uitwerking op Vliet niet. Als ik eenmaal wat beloofd heb, dan kun jij je ook daarop verlaten! bromde Vliet. Onze af spraak gaat echter maar zoo ver, dat ik je alleen mee neem naar de volgende vergadering. Afgesproken I Ik hoop, dal jullie niet meer door de dragon ders uit elkaar wordt gejaagd zeide Festenrath kortaf. En thans wensch ik je goeden nacht. Ik ben erg moe zooals je wel kunt denken, want ik heb de laatste nachten niet bijzonder veel ge slapen Hij maakte de deur los en liet Vliet uit, die nog maar steeds half in een droom verkeerde. Festenrath grendelde de deur achter hem, ging ook naar de andere deur en sloot ook deze. Toen ging hij als uitgeput op een stoel zitten, kruiste de armen over de borst en keek langen tijd strak voor zich uit. Wel had hij reden lot nadenken. Het was een gevaarlijke stap, die hij gewaagd had. Indien de waard hem niet verried, werd hij tot de bokruiters toegelaten, dan was hij later aan de wraak van de bende overgeleverd. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1933 | | pagina 7