Tweed© Blad van „F11L El MAAS" Handelspolitiek. Varia. Bij 's Vaderlands verdediging. Geen woorden maar daden! Loonvraagstuk. FEUILLETON. De ondergang der Bokruiters. Zaterdag 19 Augustus 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 33 indexcijfer, de kosten van levens onderhoud betreffende, tengevolge zal hebben. De levensstandaard zal dan nog verder versoberd moeten worden, de consumptie zal verminde/en en noodzakelijke consequentie 1 de productie zal wotden ingekrompen en de werkloosheid vergroot. We zijn geen stuurlui aan den wal, welke een betere regeeringskoers pretendeeren te kunnen aanwijzen, we willen alleen maar waarschuwen. Het kan misschien niet anders, maar de regeering geve de publieke opinie gelegenheid om de nog in te dienen voorstellen tijdig te beoor- deelen. Er kunnen misschien menschen zijn, die betere middelen weten te bedenken. Als straks de regeerings- plannen bekend worden gemaakt op een tijdstip, waarop de regeering haast moet doen maken met de be handeling, omdat ze op de te nemen voorzieningen zit te wachten, dan is er geen tijd meer om het roer te wenden en zoo mogelijk op een andere haven aaD te stevenen. De regeering late in dezen zeer bijzonderen tijd eens wat van haar plannen weten, voor de parlementaire gebruiken dat vereischen. Onze crisis-uitgaven zijn enorm gestegen en wanneer we nu en dan eens enkele cijfers onder het oog krijgen, dan duizelen we ervan. In April werd in één week aan werklooze arbeiders uitbetaald f 1.688.000 Let weldat is het cijfer van één week. En dat is lang niet alles. Daar komt nog bij een ferm bedrag voor werkverschaffing en daar komt nog bij een geweldig cijfer voor steun aan den landbouw en de veeteelt en de varkensfokkerij... Men behoeft geen groot econoom te zijn om te beseffen, dat we op deze wijze maar niet onbepaald kun nen voortgaan zonder financieel ge heel in het moeras te geraken. Er moet meer werkgelegenheid komen in het eigen land, niet kunst matig door werkverschaffing, maar doordat de eigen bedrijven een deel van het millioenenleger der werk- loozen weer arbeid en brood kunnen verschaffen. Daarvoor is echter noodig, dat onze regeering nu eindelijk eens ten aanzien van de handelspolitiek het roer omgooit. Het blijft nog steeds waar, dat Nederland zoon beetje de vergaar bak is van al hetgeen andere landen teveel hebben. De Maasbode noemde dat nog pas je reinste krankzinnigenwerk. Daar aan zal spoedig een einde moeten worden gemaakt. Zoo denken er ook onze groote sociale organisaties over die van werkgevers, midden standers. boeren en arbeiders, blijkens het urgentie program. Dat program met zijn radicale maatregelen, schijnt echter bij minister Verschuur niet in goede aarde te zijn gevallen. Het gevolg daarvan is geweest, dat Dr. Kortenhorst blijkens een artikel in de Katholieke Werkgever namens de genoemde vier sociale organisaties aan minister Verschuur zonder meer het vertrouwen heeft opgezegd. Dr. Kortenhorst constateert, dat er een kloof gaapt tusschen het Katho lieke volk en minister Verschuur en dat het vertrouwen in diens econo misch beleid zienderoogen bij het Katholieke volk is getaand omdat heel zijn economische politiek onze industrie verder in den afgrond brengt en hij blijft weigeren hierin een wijziging te brengen en rekening te houden met de verlangens, welke bij de Katholieke werkgevers, boeren, middenstanders en arbeiders leven. Het is ongetwijfeld een scherp vonnis, dat hier niet alleen door een katholiek afgevaardigde, maar ook door een der voormannen uit ons katholiek sociaal leven over een katholieke minister wordt uitgespro ken. Welk vonnis aan beteekenis wint, doordat ook in de Eerste Kamer een drietal katholieke senatoren, waar onder de voorzitter van de Katho lieke Eerste Kamer-fractie Mr. van Lanschot, duidelijk hebben uitgespro ken, dat zij zich met het beleid van minister Verschuur zooals dit tot nu toe is gevoerd, moeilijk kunnen ver eenigen. Hier dreigt gevaar voor zeer groote moeilijkheden, ook van politieken aard. De medewerker van „Ons Noorden", die al meermalen b'ijk gaf van een „scherpen politieken neus" zegt er o.m. van Er wordt herhaaldelijk geklaagd over te weinig contact tusschen den minister en de organisaties van be langhebbenden. De minister is te veel omgeven van adviseurs, die zoo geheel vreemd staan tegenover de eischen, die bij een groot deel van ons volk leven. Bijvoorbeeld in de Crisis-Varkens Centrale zit geen enkele Katholiek op dit oogenblik, niettegenstaande een groot percen tage der handelaren katholiek is. Het departement van den minister is economisch zeer eenzijdig georiën teerd en de minister heeft dit eer versterkt dan verzwakt. Vandaar dat er bij de katholieke organisaties zoo veel wantrouwen is. Laat de minister eens beginnen met het contract beter te maken. Daarnaast mogen we ook wijzen op ons katholieke program waarop de katholieke organisaties tegenover dezen katholieken bewind man een beroep kunnen doen, voor het voeren van een actievere han delspolitiek, dan de minister tot nu toi heeft gedaan en ook tot nu roe voornemens schijnt te zijn. Mocht het intusschen om welke redenen dan ook, voor een katho lieken minister in dit Kabinet niet mogelijk zijn, op het gebied van onze handelspolitiek te regeeren, zooals ons katholieke volk. mede op grond van ons program mag ver wachten, dan zouden wij veel liever zien, dat een katholieke minister voor deze portefeuille bedankte. Dus naar een minister-crisis Als 't moet. in Godsnaam, zouden we zeggen, want met deze politiek voortsukkelen, geeft nog meer en erger stukken. Zelfs wordt gefluisterd, dat er al aan een Kamerontbinding gedacht wordt, wanneer de Kamer de regee ring niet volgt in haar plannen van bezuiniging en nieuwe belastingen. Wie weet, wat ons in politiek jpzicht nog boven het hoofd hangt? Lceftyd van dieren. Een beer leeft zelden langer dan 20 jaar, een wolf ook 20 jaar. een vos 14 a 16 jaar. De leeuwen leven lang; een leeuw van den dierentuin te Londen, is 70 jaar oud geworden de eekhoorntjes en de hazen leven 8 jaren, de konijnen worden maar 7 jaren oud. Het is bewezen dat olifanten 400 jaar oud geworden zijn Toen Alexan der de Groote den Indischen koning Porus overwonnen had, offerde hij aan de zon een olifant, die hevig voor dien Koning gevochten had en noemde hem Ajax hij liet het beest loopen met een opschrift dat hij er aan gebonden had. Men vond het 350 jaren later terug. De varkens kunnen 20 jaar oud worden. De rhinoceros leeft maar 25 jaren. Er is een paard geweest van 62 jaar de gemiddelde ouderdom dien de paarden bereiken kunnen, is van 25 tot 30 jaren. De koeien werden omstreeks 25 jaar oud. Men veronderstelt dat de walvisch omtrent 1000 jaar oud wordt. Te Weenen is indertijd een arend gestorven, die 103 jaren telde. De pelikanen worden 62 jaar oud, de schildpadden tot 1000 jaren. Spiegels. In welke tijden de spiegels uitge vonden zijo, is niet bekend. De oppervlakte van het water zal wel de oorspronkelijke, natuurlijke spiegel zijn geweest, maar reeds vroeg bezat men kunstspiegels. In het Bijbelboek Exodus wordt gemeld, dat van de koperen spiegels der vrouwen een wascbvat voor de priesters vervaardigd werd, en in het boek Job wordt de hemel met een gegoten spiegel vergeleken. Algemeen maakten de oude volkeren de spie gels van metaal, van koper of tin en in de dagen van weelde waren te Rome zilveren spiegels zóózeer in de mode, dat schrijvers als Plinius en Seneca tegen die toenemende pronkzucht waarschuwden en beweer den, dat zelfs de dienstmeisjes zonder zilveren spiegels niet tevreden waren. Ook steenen spiegels worden er in de oudheid vermeld, gemaakt van een in Abessynië ontdekte lavasoort. Onze glazen spiegels zijn van later tijd. Nadat men waarschijnlijk in de beginne zwart geverfd glas gebezigd had kwam men op de gedachte, het gloeiende glas met een metaalmengsel te begieren en nog later, denkelijk het eerst te Murano in Italië, belegde men de glasplaten met foelie van tin. De eerste berichten over spiegels van glas zijn uit de 13e eeaw afkomstig, en het blijkt wel dat ze eerst lang zaam in algemeen gebruik zijn ge nomen. De Eifcltoren te Parys. Menigeen zal niet-weten, uit hoe veel materialen dit wereldberoemde bouwwerk bestaat. Een opsomming daarvan vindt u hieronder. Het bouwwerk bestaat uit Metalen stukken12.000. Aantal klinknagels 2.500.000. Oppervlakte door de basis van den toren ingenomen: een vierkant van 129.22 meter aan elke zijdedus veel meer dan een hectare. De drukking op de voetstukken van gehouwen steen, waarop de toren rust bedraagt 30 kilogram per vier kanten centimeter. Maar het feitelijke draagvermogen is meer dan 1200 Kg. per vierkanten centimeter. Gewicht 7 millioen kilogram ijzer en ongeveer 2 millioen kilogram voor de houten vloeren, de verschillende betimmeringen en de meubileering. Hoogte 300 meter. Een paar vergelijkingen tot beter begrip. De kerk van Notre-Dame is 66. meter hooghet Panthéon 83 de groote Pyramide 146; de Dom te Keulen 159; het monument van Washington 169.25 meter. Daaruit volgt dus, dat, als men de groote Pyramide, het Panthéon en de Notre Dame op elkaar zou zetten, de hoogte der torens van laatstgenoemde bijna tot den top van den Eifeltoren zou reiken. Het zou slechts 5 meter schelen. Kosten 6 500.000 francs. li. Kameraden. Er gebeurt iets met den jongen mensch, wanneer hij zijn burgerlijk heid verwisselt met het militairen- dom. Hij gooit iets van zichzelf weg en grijpt iets terug, wat misschien ook wel aan hem eigen is, maar in den dagelijkscben gang schuilt gaat achter den berg fatsoensbegrippen, die 's menschen verzuren. Het grijze uniform vervormt den man. Twee.dagen in de kazerne, en hij praat me over zijn meisje. Ik krijg foto's te zien en zeg dat het een machtig aardig kind is. „Nou kerel", zeg ik tegen een dikke boerenjongen, die me zijn zwaarlijvige toekomstige vrouw toont, „ik zou waarachtig wel in jouw plaats willen zijn" en bij gnuift vergenoegd. „Moet uw geweer niet gepoetst worden." vraagt hij aanstonds daarop en ik zeg, om hem te plezieren, natuurlijk ja! Hij zal 't de heele week doen voor me en hij springt voor me in de houding en presenteert me een „Pirate", die ik eigenlijk wel niet aan mag nemen, maar die ik volgens mijn hart niet mag afslaan. Allemaal, omdat ik zijn meisje heb geprezen om haar schoon heid en me jaloers heb getoond. De soldaat is vertrouwelijk; hij heeft niemand met wien bij van hart tot hart zonder woorden kan spreken en daarom vertelt hij de dingen van zijn gewone leven met eenvoudige openhartigheid. Een struische Rotter dammer, een bootwerker met handen als pionierschoppen, vraagt me een brief te scfirijven voor een betrekking na zijn diensttijd. Hij vertelt me van zijn werk aaD de kade. van de booten, de kisten, de zeelui en de negers, van de havens en van de kroegen, van zijn meisje en haar vader, die inbreker is en al twee jaar zit te brommen in Leeuwarden. Hij belooft me ongevraagd m'n kistjes te zullen tranen en de zolen van beslag te voorzien. Zoo is de soldaathij is een bonk onverschilligheid en vadsigheid dik wijls, maar hij is goed en trouw, meegaand, een kameraad voor wie kameraad wil zijn. Als zy thuis komen. Het is een bof van den dokter binnendienst te krijgen. Dat wil zeggen, dat je iets oi niets mankeert, want ook een dokter is om den tuin te leiden. Binnendienst is een ideale werkkringmen moet zwabberen, vegen en kribben versjouwen, zoo langzaam mogelijk natuurlijk. En verder je toevlucht zoeken tot je krib. De troep zwoegt ergens in 't veld en zet kletterende passen van be slagen schoenen op een langen weg. En wordt drijfnat van de hitte. En de man die binnendienst pleegt, lacht vergenoegd en met leedvermaak hij trekt de lijn. Als ze thuis komen, staat hij buiten. Hij hoort de trom en ziet de beenen in gelijke bewegingen voor waarts gaan links, rechts, links, rechts. De linkerarmen zwaaien, de helmen staan scheef of achterover op de hoofden en alle gezichten zijn rood. Zij zweeten. De schutter loopt met doorzakkende knieën zwoegend onder een mitrailleur. De sectie commandanten zwaaien hun klewang. Er loopen brandende, heete lichamen over het kazerneterrein, in dikke pakken. De man van den binnen dienst staat in zijn werkpakje met de handen in zijn zakken te kijken en te lachen, de leelijkerd. De mannen loopen langs hem heen en hij lacht zijn kameraden uit: zij hebben ge werkt en hij niet. Bij het inrukken stormt de troep uiteen en vechten de mannen bij de deur om het eerst binnen te komen, dicht bij krib en frisch water. Als zij langs den luiaard komen, slaat uit hen op een warme damp van zweet en stof, bedwelmend eh benauwend. „Hoe was 't Lekker niets uitge voerd, ik! Op m'n donder gelegen Maar ook nog wat anders dan organisatorische en justitioneele maatregelen. Zelden was een rake en scherpe opmerking ons zoo uit het hart ge grepen als dat het geval is met een stukje van Quaeritur in De Morgen over hetgeen onze tijd vraagt op sociaal en economisch gebied. Wij nemen het hier met volle instemming over Geen woorden, maar daden Voor treffelijke leus, welke aller gemoed beroert Maar helaas is het woord „daden" ook qjet meer dan een woord. Pakt het communisme bij den kop, onderdrukt alle onzedelijkheids- propagaoda. Ook al iets wat tot de categorie der krachtige daden wordt gerekend. Maar laten we ons toch asjeblieft niet wijs maken, dat organisatorische en justitioneele maatregelen het einde van alle wijsheid zijn. Een recht vaardig werkgever, die uit kracht van zijn katholieke principes, een voorbeeld van sociaal plichtsbesef is, doet meer tegen het communisme dan een bataljon geheime politie, dat op ruiers inpikt. Een katholiek huiseigenaar, die zich beijvert om gezonde woning toestanden te scheppen en billijkheid te betrachten in onverwachte moei lijkheden zijner huurders, hij is een scherper bestrijder van de onzede lijkheid dan wie Nieuw-Malthusiaan sche brochures in beslag neemt. En omgekeerd opruiers zijn niet alleen lid van de Communistische Partij. Er zijn z.g. beste brave menschen. die hun zaken-doen in het teeken van het koudste egoïsme hebben ge zet, die vooral geen groote gezinnen in hun woningen willen hebben, om dat hun dierbare eigendom er mis schien een beetje door in waarde daalt, die hun ongevallige sociale wetgeving bestrijden met vulgaire agitatie-methodes, die niets liever doen dan anderen kapot concurreeren, die het heilige misbruiken voor een handeltje, die lasterpraat voortcol- porteeren over „de" onwillige en inhalige werkloozen. die... afijn een heeleboel andere dingen doen, welke hen ook zonder dat ze 't weten in het regiment der opruiers en morali- teitondermijners inlijven. Dat alles moet men niet vergeten bij het ijveren voor steviger optreden tegen alle destructieve krachten, wat ik ovetigens ook van harte zou toe juichen. Terwijl we in Europa ons heil zoeken in loonsverlagingen, probeert men in Amerika juist door middel van loonsverhoogingen uit de crisis- narigheid te komen. Degenen, die op loonsverlaging aansturen, redeneeren, dat een goedkooper product tot ver hoogden afzet zal leiden, dus werk verruiming tengevolge zal hebben, terwijl de Amerikanen beweren, dat ho^gere loonen de koopkracht van het publiek verhoogen en tot grootere consumptie in staat stellen, óók al weer met hetzelfde gevolg. In beide redeneeringen zit een grond van waarheid. Als wij hier in ons land wij alléén de loonen verlaag den, dan zou de mogelijkheid om met het buitenland te concurreeren inderdaad aanzienlijk worden opge voerd en kon onze export wan neer in het buitenland geen kunst matige belemmeringen daartegen werden opgeworpen 1 met sprongen omhoog gaan. En met verhoogde Een zonderlinge Historie. Naar het Duitsch. 21 Ik was gisteren bij onzen jongen adjunct om een en ander met hem te bepraten. Deze ging eenigen tijd weg en ik bekeek intusschen heel toevallig een brief die op tafel lag, zonder eigenlijk te weten, wat ik deed. Toen viel mijn oog plotseling op uw naam. Daarom las ik den brief. Het mag niet in den haak zijn, maar mis schien was het toch goed. Hij was afkomstig uit Her- togenrade, gedateerd van verleden Zondag en klaarblijkelijk verzon den door een bekwaam en zeer kundig man. Het gedeelte, dat op u betrekking had, luidde ongeveer: »Gij hebt mij geschreven, dat uw landheer, 'kapitein Festenrath, hierheen zou komen. Ik had mij er zeer op verheugd hem te leeren kennen. Tot op heden is hij hier niet gearriveerd, wel echter een vreemdeling, die zich weliswaar anders noemt, maar er toch ge heel en al uitziet, zooals ik mij uw kapitein had voorgesteld. Zou hij er reden voor hebben, hier loonen zou in Amerika de biünen- landsche consumptie werkelijk wor den opgevoerd, als de verhoogde loonen niet parallel gingen met ver hoogde prijzen der producten. En bovendien met inflatie der gelds waarde. Zoowel het eene systeem derhalve als het andere zou baat kunnen brengen, als bij toepassing de vele „mits"-en niet automatisch in werking traden. De practijk heeft thans dan ook wel genoegzaam uitgewezen, dat noch een geforceerde loonsverlaging, noch een dito verhooging de begeerde uit komst in crisisnood kan brengen, al zal bet natuurlijk wél noodzakelijk blijven, dat de loonen, in welke richting dan ook, fluctuueien met de prijzen der producten en met de kosten van levensonderhoud in het algemeen. Wenscht men te voorkomen, dat de crisis ons nog erger slagen zal toebrengen en de werkloosheid nog wordt verhoogd, dan dient alles er op gericht te wezen, dat tusschen loonen en prijzen van producten voor levensonderhoud de juiste verhouding blijve gehandhaafd. De loonen zijn in de laatste jaien vrij sterk omlaag gevoerd. Wél wordt beweerd lees b.v. maar de toelichtingen bij sommige wetsont werpen dat de loonen nog geen zoodanige verlaging hebben onder gaan als de meeste der artikelen, welke we voor ons levensonderhoud behoeven, maar in het algemeen kan men bij den werkenden stand toch niet veel meer onderkennen ven wat op weelde gelijkt en ook degenen, die nog regelmatig arbeid hebben, zouden niet lang aarzelen, wanneer ze in staat zouden worden gesteld om hun huidige positie met die van enkele jaren terug weer om te wis selen. Men moet bij de beoordeeling van een en ander niet alleen letten op de individueele inkomens, maar vooral ook op de zoo geheel ver anderde positie van de gezinnen in haar geheel. Waar een vader-kostwinner nog regelmatig werk heeft, daar heeft hij nu misschien een dochter thuis, werklooze jongens, kinderen, die hij maar laat leeren. omdat er toch geen baantje voor ze is enz. De gezins- lasten, en ook de lasten van den fiscus, zijn sterk verzwaard geworden. Met dat alles wordt o.i. niet ge noeg rekening gehouden, wanneer de regeering, bij de verdediging o.a. van een verhoogden vleescbprijs als ge volg van een nieuwe heffing, beweert, dat loonen nog niet zoo sterk zijn gedaald als de prijzen van vele pro ducten. Niet dat we tegen die heffing zijn We begrijpen zeer goed, dat de enorme kapitalen voor crisis- steunverleening benoodigd, ergens vandaan gehaald moeten worden en we achten het volstrekt niet onmoge lijk, dat daartoe geen betere bronnen zijn aan te boren dan die, welke de regeering wijst, maar dat alles maakt de zaak niet minder bedenkelijk. We hebben reeds mogen vernemen, dat het kabinet de komende begroo ting weer sluitend heeft kunnen maken, „mits de Staten Generaal de voor te stellen maatregelen zullen aanvaarden." We vreezen, dat die maatregelen ook weer verschillende heffingen op producten zullen bevat ten, welke tenslotte ten laste der consumenten zullen komen. Eerst op het einde van September, als de millioenennota zal zijn ingediend, komen we van die nieuwe heffingen iets meer te weten. De omzetbelasting zal dan reeds zijn aangenomen en de nieuwe dekkingsvoorstellen zullen om de urgentie spoedigst moeten worden behandeld. Niet onmogelijk lijkt het ons, dat alles tesamen dan een vrij aanmerkelijke verhooging van het onder een anderen naam le ver toeven Schrijf mij loch nauwkeurig hoe hij er uitziet. Ik zou het zoo grappig vinden om achter zijn ge heim te komen en schrijf mij spoedig, want de vreemdeling ver wekt hier een zekere opmerk zaamheid"... Zoo ongeveer luidt de brief, waarvan ik de onderteekening niet kan lezen. Ik wilde, ioen de adjunct terugkwam, het gesprek op Hertogenrade brengen en hem vragen, of hij daar iemand kende. Maar toen werd de adjunct bij den ouden Willem Dieter geroepen die op sterven ligt en ik kon hem niet ophouden. Maar ik zal toch nog eens met hem spreken. Het handschrift van den briefschrijver was eenigszins zonderling. Hij maakte de hoofdletter S ongeveer op deze wijze (hier volgde deze letter)... Neemt u mij niet kwalijk, hernam Festenrath, die de regels lang bestudeerd had en thans den brief bij zich stak. Ik ben direct tot uwe beschikking. Hebt u den heer Kirchhoff lang niet gezien Vandaag niet, maar hij moet weer hier zijn, want hij zond mij een ziekteverklaring, waarom ik hem heb verzocht. Het betreft hier onze arme juffrouw Mertens wegens haar opneming in het ziekenhuis en mogelijkerwijze nog plaatsing in het krankzinnigenge- geslicht te Aken. Hebt u die verklaring nog vroeg de kapitein. Kan ik deze even inzien Bokelmann overhandigde ze hem en de kapitein gaf uet papier, nadat hij het langzaam had door gelezen, terug. Zijn gelaat had een eigenaardige uitdrukking aange nomen, hij scheen plotseling iets te willen zeggen, maar hij bedacht zich. Ik dank u zeer, was alles wat hij zei. Laten we nu gaan. Festenrath was op weg naar het huis van den rentmeester zeer zwijgzaam; de rechter scheen dit echter toe le schrijven aan 't weerzien in den huizeRiedenburg en vroeg niets. De vrouw van den rentmeester ontving beiden met groote vrien delijkheid; Annette was momen teel niet aanwezig. Bokelmann en zijn metgezel moesten de uitnoo- diging aannemen om een kopje koffie te blijven drinken. Natuurlijk kon Festenrath voor zijn bezoek geen andere reder, op geven dan de bedoeling, mevrouw Riedenburg voor haar vriendelijke hulp en zorg in dien bewusten nacht nogmaals te bedanken. Intusschen was deze motiveering van zijn bezoek zelfs geheel over bodig. Een vriend van den heer Bokelmann en dan nog wel zoo'n beleefd en voorkomend iemand was ten allen tijde een welkome gast. 1 Toen Annette binnentrad; was zij gelukkigerwijze door de dienst maagd voorbereid. Desondanks bloosde zij hevig, toen Festenrath op haar toetrad en haar hand kuste. Het gesprek liep onder hel ge bruik der koffie hoofdzakelijk nog steeds over den diefstal en daar de gastvrouw en de heer Bokel mann dit gesprek bijna alleen voerden, waren Festenrath en Annette in de gelegenheid een zwijgende, doch veelbeteekenend onderhoud met de oogen aan te knoopen. Klaarblijkelijk deed Anneite alle mogelijke moeite om zich natuur lijk en rustig voor te doen. Maar het gelukte haar niet. Festenrath's blikken drukten de zaligheid, die hij in tegenwoordigheid van zijn geliefde gevoelde, te duidelijk uit, dan dat Annette daar ongevoelig voor had kunnen blijven. Ook hem straalde tenslotte een harte lijke blik vol liefde uit haar oogen legen en juist op dit oogenblik zei Bokeimann U moet mij toch eens uw voorjaarsrozen laten zien, mevrouw Riedenburg. Waar staan ze toch Daar ginds bij het raam. Als u een oogenblik wilt meegaan? Bokelmann stond op. De beide oudsten van het gezelschap ver lieten het vertrek met een korte verontschuldiging en de beide jongsten bleven alleen achter. Zooals altijd bij zulk een onver wacht gunstig toeval, sloegen bei den eerst de oogen neer. Toen echter stond Festenrath op, trad op Annette toe en nam haar hand in de zijne. Juffrouw Riedenburg, zei hij ik wil hier niet herhalen, wat ik reeds in mijn brief geschreven heb. Ik ben nog gedurende enkele dagen gedwongen een naam ie dragen, die de mijne niet is. Ik wil u alleen maar dank zeggen voor het antwoord, dat u mij ge zonden hebt. Slechts lerwille van u ben ik hierheen gekomen en wanneer ik weet, dat u mij niet zult afwijzen, dan waag ik alles, ja zelfs mijn leven om u te ver werven. U kunt mij thans nog niet begrijpen, maar het zal u echter spoedig duidelijk worden. Geef u mij slechts deze eenige belofte, dat u geen ander uw hand zult schenken, alvorens ik openlijk onder mijn waren naa n kan optreden en aanzoek om u kan doen. Annette's gelaal werd met een vlammend rood bedekt, maar zij trok haar hand niet uit de zijne terug. Vader heeft vandaag ge schreven hij komt morgen terug, antwoordde zij daarop ge jaagd. Gisteren heeft Kirchhof hem ontmoet, of toevallig of met voorbedachten rade, dat weet ik niet precies. Maar ik vrees, dat daar alles is afgesproken en op vaders verjaardag zal de verloving plaats vinden... En zou uw vader u niet een enkele week bedenktijd willen toestaan vroeg Festenrath. Ik zal hel probeeren fluis terde Annette. Neen, ik kan zijn vrouw niet worden... Dank, duizendmaal dank riep de kapitein. Hebt u Ooit, vroeger misschien, mijn naam in het bijzijn van Kirchhoff genoemd? O nooitHet was immers slechts een vage herinnering, waaraan ik zelf niet meer durfde le denken Buiten werd aan de huisdeur gebeld, Bokelmann en mevrouw Riedenburg kwamen terug en de meid diende den chirurg aan. Festenrath voelde, dat hij zich thans met alle kracht moest be- heerschen. Ilij wierp Annette nog een innigen buk toe en stond met de anderen tegelijk op, om den chirurg te begroeten. Deze scheen eenigszins verwon derd den heer Meisner hier aan te treffen, verontschuldigde zijn bezoek doch nam de uitnoodiging aan om een kopje koffie te blij ven drinken. Hij vertelde, dat hij den rentmeester den vorigen dag geheel onverwacht in het dorpje Beek had ontmoet en bracht nu zijn groeten over. De aanwezigheid van Festen rath scheen hem niet in 't minst ongelegen te zijn; hij behandelde Annette met een opmerkelijke vertrouwelijkheid, ja zelfs met 'n zekere teederheid, totdat Auneite

Peel en Maas | 1933 | | pagina 5