Tweed© Blad van „F11L El MAAS"
Handelspolitiek.
Varia.
Bij 's Vaderlands
verdediging.
Geen woorden
maar daden!
Loonvraagstuk.
FEUILLETON.
De ondergang
der Bokruiters.
Zaterdag 19 Augustus 1933
Vier en vijftigste Jaargang No. 33
indexcijfer, de kosten van levens
onderhoud betreffende, tengevolge
zal hebben.
De levensstandaard zal dan nog
verder versoberd moeten worden, de
consumptie zal verminde/en en
noodzakelijke consequentie 1 de
productie zal wotden ingekrompen
en de werkloosheid vergroot.
We zijn geen stuurlui aan den
wal, welke een betere regeeringskoers
pretendeeren te kunnen aanwijzen,
we willen alleen maar waarschuwen.
Het kan misschien niet anders,
maar de regeering geve de publieke
opinie gelegenheid om de nog in te
dienen voorstellen tijdig te beoor-
deelen. Er kunnen misschien menschen
zijn, die betere middelen weten te
bedenken. Als straks de regeerings-
plannen bekend worden gemaakt op
een tijdstip, waarop de regeering
haast moet doen maken met de be
handeling, omdat ze op de te nemen
voorzieningen zit te wachten, dan
is er geen tijd meer om het roer te
wenden en zoo mogelijk op een
andere haven aaD te stevenen.
De regeering late in dezen zeer
bijzonderen tijd eens wat van haar
plannen weten, voor de parlementaire
gebruiken dat vereischen.
Onze crisis-uitgaven zijn enorm
gestegen en wanneer we nu en dan
eens enkele cijfers onder het oog
krijgen, dan duizelen we ervan.
In April werd in één week aan
werklooze arbeiders uitbetaald
f 1.688.000
Let weldat is het cijfer van één
week.
En dat is lang niet alles. Daar
komt nog bij een ferm bedrag voor
werkverschaffing en daar komt nog
bij een geweldig cijfer voor steun
aan den landbouw en de veeteelt en
de varkensfokkerij...
Men behoeft geen groot econoom
te zijn om te beseffen, dat we op
deze wijze maar niet onbepaald kun
nen voortgaan zonder financieel ge
heel in het moeras te geraken.
Er moet meer werkgelegenheid
komen in het eigen land, niet kunst
matig door werkverschaffing, maar
doordat de eigen bedrijven een deel
van het millioenenleger der werk-
loozen weer arbeid en brood kunnen
verschaffen.
Daarvoor is echter noodig, dat
onze regeering nu eindelijk eens ten
aanzien van de handelspolitiek het
roer omgooit.
Het blijft nog steeds waar, dat
Nederland zoon beetje de vergaar
bak is van al hetgeen andere landen
teveel hebben.
De Maasbode noemde dat nog pas
je reinste krankzinnigenwerk. Daar
aan zal spoedig een einde moeten
worden gemaakt. Zoo denken er
ook onze groote sociale organisaties
over die van werkgevers, midden
standers. boeren en arbeiders, blijkens
het urgentie program. Dat program
met zijn radicale maatregelen, schijnt
echter bij minister Verschuur niet in
goede aarde te zijn gevallen.
Het gevolg daarvan is geweest,
dat Dr. Kortenhorst blijkens een
artikel in de Katholieke Werkgever
namens de genoemde vier sociale
organisaties aan minister Verschuur
zonder meer het vertrouwen heeft
opgezegd.
Dr. Kortenhorst constateert, dat er
een kloof gaapt tusschen het Katho
lieke volk en minister Verschuur en
dat het vertrouwen in diens econo
misch beleid zienderoogen bij het
Katholieke volk is getaand omdat
heel zijn economische politiek onze
industrie verder in den afgrond brengt
en hij blijft weigeren hierin een
wijziging te brengen en rekening te
houden met de verlangens, welke bij
de Katholieke werkgevers, boeren,
middenstanders en arbeiders leven.
Het is ongetwijfeld een scherp
vonnis, dat hier niet alleen door een
katholiek afgevaardigde, maar ook
door een der voormannen uit ons
katholiek sociaal leven over een
katholieke minister wordt uitgespro
ken.
Welk vonnis aan beteekenis wint,
doordat ook in de Eerste Kamer een
drietal katholieke senatoren, waar
onder de voorzitter van de Katho
lieke Eerste Kamer-fractie Mr. van
Lanschot, duidelijk hebben uitgespro
ken, dat zij zich met het beleid van
minister Verschuur zooals dit tot nu
toe is gevoerd, moeilijk kunnen ver
eenigen.
Hier dreigt gevaar voor zeer groote
moeilijkheden, ook van politieken
aard. De medewerker van „Ons
Noorden", die al meermalen b'ijk gaf
van een „scherpen politieken neus"
zegt er o.m. van
Er wordt herhaaldelijk geklaagd
over te weinig contact tusschen den
minister en de organisaties van be
langhebbenden. De minister is te
veel omgeven van adviseurs, die
zoo geheel vreemd staan tegenover
de eischen, die bij een groot deel
van ons volk leven. Bijvoorbeeld in
de Crisis-Varkens Centrale zit geen
enkele Katholiek op dit oogenblik,
niettegenstaande een groot percen
tage der handelaren katholiek is. Het
departement van den minister is
economisch zeer eenzijdig georiën
teerd en de minister heeft dit eer
versterkt dan verzwakt. Vandaar dat
er bij de katholieke organisaties zoo
veel wantrouwen is. Laat de minister
eens beginnen met het contract beter
te maken. Daarnaast mogen we ook
wijzen op ons katholieke program
waarop de katholieke organisaties
tegenover dezen katholieken bewind
man een beroep kunnen doen, voor
het voeren van een actievere han
delspolitiek, dan de minister tot nu
toi heeft gedaan en ook tot nu roe
voornemens schijnt te zijn.
Mocht het intusschen om welke
redenen dan ook, voor een katho
lieken minister in dit Kabinet niet
mogelijk zijn, op het gebied van
onze handelspolitiek te regeeren,
zooals ons katholieke volk. mede op
grond van ons program mag ver
wachten, dan zouden wij veel liever
zien, dat een katholieke minister
voor deze portefeuille bedankte.
Dus naar een minister-crisis
Als 't moet. in Godsnaam, zouden
we zeggen, want met deze politiek
voortsukkelen, geeft nog meer en
erger stukken.
Zelfs wordt gefluisterd, dat er al
aan een Kamerontbinding gedacht
wordt, wanneer de Kamer de regee
ring niet volgt in haar plannen van
bezuiniging en nieuwe belastingen.
Wie weet, wat ons in politiek
jpzicht nog boven het hoofd hangt?
Lceftyd van dieren.
Een beer leeft zelden langer dan
20 jaar, een wolf ook 20 jaar. een
vos 14 a 16 jaar. De leeuwen leven
lang; een leeuw van den dierentuin
te Londen, is 70 jaar oud geworden
de eekhoorntjes en de hazen leven
8 jaren, de konijnen worden maar 7
jaren oud.
Het is bewezen dat olifanten 400
jaar oud geworden zijn Toen Alexan
der de Groote den Indischen koning
Porus overwonnen had, offerde hij
aan de zon een olifant, die hevig
voor dien Koning gevochten had en
noemde hem Ajax hij liet het beest
loopen met een opschrift dat hij er
aan gebonden had. Men vond het
350 jaren later terug.
De varkens kunnen 20 jaar oud
worden.
De rhinoceros leeft maar 25 jaren.
Er is een paard geweest van 62
jaar de gemiddelde ouderdom dien
de paarden bereiken kunnen, is van
25 tot 30 jaren.
De koeien werden omstreeks 25
jaar oud.
Men veronderstelt dat de walvisch
omtrent 1000 jaar oud wordt.
Te Weenen is indertijd een arend
gestorven, die 103 jaren telde.
De pelikanen worden 62 jaar oud,
de schildpadden tot 1000 jaren.
Spiegels.
In welke tijden de spiegels uitge
vonden zijo, is niet bekend. De
oppervlakte van het water zal wel
de oorspronkelijke, natuurlijke spiegel
zijn geweest, maar reeds vroeg bezat
men kunstspiegels.
In het Bijbelboek Exodus wordt
gemeld, dat van de koperen spiegels
der vrouwen een wascbvat voor de
priesters vervaardigd werd, en in het
boek Job wordt de hemel met een
gegoten spiegel vergeleken. Algemeen
maakten de oude volkeren de spie
gels van metaal, van koper of tin
en in de dagen van weelde waren
te Rome zilveren spiegels zóózeer in
de mode, dat schrijvers als Plinius
en Seneca tegen die toenemende
pronkzucht waarschuwden en beweer
den, dat zelfs de dienstmeisjes zonder
zilveren spiegels niet tevreden waren.
Ook steenen spiegels worden er in
de oudheid vermeld, gemaakt van
een in Abessynië ontdekte lavasoort.
Onze glazen spiegels zijn van later
tijd. Nadat men waarschijnlijk in de
beginne zwart geverfd glas gebezigd
had kwam men op de gedachte, het
gloeiende glas met een metaalmengsel
te begieren en nog later, denkelijk
het eerst te Murano in Italië, belegde
men de glasplaten met foelie van tin.
De eerste berichten over spiegels van
glas zijn uit de 13e eeaw afkomstig,
en het blijkt wel dat ze eerst lang
zaam in algemeen gebruik zijn ge
nomen.
De Eifcltoren te Parys.
Menigeen zal niet-weten, uit hoe
veel materialen dit wereldberoemde
bouwwerk bestaat. Een opsomming
daarvan vindt u hieronder.
Het bouwwerk bestaat uit
Metalen stukken12.000.
Aantal klinknagels 2.500.000.
Oppervlakte door de basis van
den toren ingenomen: een vierkant
van 129.22 meter aan elke zijdedus
veel meer dan een hectare.
De drukking op de voetstukken
van gehouwen steen, waarop de toren
rust bedraagt 30 kilogram per vier
kanten centimeter. Maar het feitelijke
draagvermogen is meer dan 1200
Kg. per vierkanten centimeter.
Gewicht 7 millioen kilogram ijzer
en ongeveer 2 millioen kilogram voor
de houten vloeren, de verschillende
betimmeringen en de meubileering.
Hoogte 300 meter.
Een paar vergelijkingen tot beter
begrip. De kerk van Notre-Dame is
66. meter hooghet Panthéon 83
de groote Pyramide 146; de Dom
te Keulen 159; het monument van
Washington 169.25 meter. Daaruit
volgt dus, dat, als men de groote
Pyramide, het Panthéon en de Notre
Dame op elkaar zou zetten, de
hoogte der torens van laatstgenoemde
bijna tot den top van den Eifeltoren
zou reiken. Het zou slechts 5 meter
schelen.
Kosten 6 500.000 francs.
li.
Kameraden.
Er gebeurt iets met den jongen
mensch, wanneer hij zijn burgerlijk
heid verwisselt met het militairen-
dom. Hij gooit iets van zichzelf weg
en grijpt iets terug, wat misschien
ook wel aan hem eigen is, maar in
den dagelijkscben gang schuilt gaat
achter den berg fatsoensbegrippen,
die 's menschen verzuren.
Het grijze uniform vervormt den
man. Twee.dagen in de kazerne, en
hij praat me over zijn meisje. Ik krijg
foto's te zien en zeg dat het een
machtig aardig kind is. „Nou kerel",
zeg ik tegen een dikke boerenjongen,
die me zijn zwaarlijvige toekomstige
vrouw toont, „ik zou waarachtig wel
in jouw plaats willen zijn" en bij
gnuift vergenoegd. „Moet uw geweer
niet gepoetst worden." vraagt hij
aanstonds daarop en ik zeg, om hem
te plezieren, natuurlijk ja! Hij zal 't
de heele week doen voor me en hij
springt voor me in de houding en
presenteert me een „Pirate", die ik
eigenlijk wel niet aan mag nemen,
maar die ik volgens mijn hart niet
mag afslaan. Allemaal, omdat ik zijn
meisje heb geprezen om haar schoon
heid en me jaloers heb getoond.
De soldaat is vertrouwelijk; hij
heeft niemand met wien bij van hart
tot hart zonder woorden kan spreken
en daarom vertelt hij de dingen van
zijn gewone leven met eenvoudige
openhartigheid. Een struische Rotter
dammer, een bootwerker met handen
als pionierschoppen, vraagt me een
brief te scfirijven voor een betrekking
na zijn diensttijd. Hij vertelt me van
zijn werk aaD de kade. van de booten,
de kisten, de zeelui en de negers,
van de havens en van de kroegen,
van zijn meisje en haar vader, die
inbreker is en al twee jaar zit te
brommen in Leeuwarden. Hij belooft
me ongevraagd m'n kistjes te zullen
tranen en de zolen van beslag te
voorzien.
Zoo is de soldaathij is een bonk
onverschilligheid en vadsigheid dik
wijls, maar hij is goed en trouw,
meegaand, een kameraad voor wie
kameraad wil zijn.
Als zy thuis komen.
Het is een bof van den dokter
binnendienst te krijgen. Dat wil
zeggen, dat je iets oi niets mankeert,
want ook een dokter is om den tuin
te leiden. Binnendienst is een ideale
werkkringmen moet zwabberen,
vegen en kribben versjouwen, zoo
langzaam mogelijk natuurlijk. En
verder je toevlucht zoeken tot je krib.
De troep zwoegt ergens in 't veld
en zet kletterende passen van be
slagen schoenen op een langen weg.
En wordt drijfnat van de hitte. En
de man die binnendienst pleegt, lacht
vergenoegd en met leedvermaak hij
trekt de lijn.
Als ze thuis komen, staat hij
buiten. Hij hoort de trom en ziet de
beenen in gelijke bewegingen voor
waarts gaan links, rechts, links,
rechts. De linkerarmen zwaaien, de
helmen staan scheef of achterover op
de hoofden en alle gezichten zijn
rood. Zij zweeten. De schutter loopt
met doorzakkende knieën zwoegend
onder een mitrailleur. De sectie
commandanten zwaaien hun klewang.
Er loopen brandende, heete lichamen
over het kazerneterrein, in dikke
pakken. De man van den binnen
dienst staat in zijn werkpakje met de
handen in zijn zakken te kijken en
te lachen, de leelijkerd. De mannen
loopen langs hem heen en hij lacht
zijn kameraden uit: zij hebben ge
werkt en hij niet.
Bij het inrukken stormt de troep
uiteen en vechten de mannen bij de
deur om het eerst binnen te komen,
dicht bij krib en frisch water. Als zij
langs den luiaard komen, slaat uit
hen op een warme damp van zweet
en stof, bedwelmend eh benauwend.
„Hoe was 't Lekker niets uitge
voerd, ik! Op m'n donder gelegen
Maar ook nog wat anders dan
organisatorische en justitioneele
maatregelen.
Zelden was een rake en scherpe
opmerking ons zoo uit het hart ge
grepen als dat het geval is met een
stukje van Quaeritur in De Morgen
over hetgeen onze tijd vraagt op
sociaal en economisch gebied. Wij
nemen het hier met volle instemming
over
Geen woorden, maar daden Voor
treffelijke leus, welke aller gemoed
beroert Maar helaas is het woord
„daden" ook qjet meer dan een
woord. Pakt het communisme bij den
kop, onderdrukt alle onzedelijkheids-
propagaoda. Ook al iets wat tot de
categorie der krachtige daden wordt
gerekend.
Maar laten we ons toch asjeblieft
niet wijs maken, dat organisatorische
en justitioneele maatregelen het einde
van alle wijsheid zijn. Een recht
vaardig werkgever, die uit kracht
van zijn katholieke principes, een
voorbeeld van sociaal plichtsbesef is,
doet meer tegen het communisme dan
een bataljon geheime politie, dat op
ruiers inpikt.
Een katholiek huiseigenaar, die
zich beijvert om gezonde woning
toestanden te scheppen en billijkheid
te betrachten in onverwachte moei
lijkheden zijner huurders, hij is een
scherper bestrijder van de onzede
lijkheid dan wie Nieuw-Malthusiaan
sche brochures in beslag neemt. En
omgekeerd opruiers zijn niet alleen
lid van de Communistische Partij.
Er zijn z.g. beste brave menschen.
die hun zaken-doen in het teeken
van het koudste egoïsme hebben ge
zet, die vooral geen groote gezinnen
in hun woningen willen hebben, om
dat hun dierbare eigendom er mis
schien een beetje door in waarde
daalt, die hun ongevallige sociale
wetgeving bestrijden met vulgaire
agitatie-methodes, die niets liever
doen dan anderen kapot concurreeren,
die het heilige misbruiken voor een
handeltje, die lasterpraat voortcol-
porteeren over „de" onwillige en
inhalige werkloozen. die... afijn een
heeleboel andere dingen doen, welke
hen ook zonder dat ze 't weten in
het regiment der opruiers en morali-
teitondermijners inlijven. Dat alles
moet men niet vergeten bij het
ijveren voor steviger optreden tegen
alle destructieve krachten, wat ik
ovetigens ook van harte zou toe
juichen.
Terwijl we in Europa ons heil
zoeken in loonsverlagingen, probeert
men in Amerika juist door middel
van loonsverhoogingen uit de crisis-
narigheid te komen. Degenen, die op
loonsverlaging aansturen, redeneeren,
dat een goedkooper product tot ver
hoogden afzet zal leiden, dus werk
verruiming tengevolge zal hebben,
terwijl de Amerikanen beweren, dat
ho^gere loonen de koopkracht van
het publiek verhoogen en tot grootere
consumptie in staat stellen, óók al
weer met hetzelfde gevolg. In beide
redeneeringen zit een grond van
waarheid. Als wij hier in ons land
wij alléén de loonen verlaag
den, dan zou de mogelijkheid om
met het buitenland te concurreeren
inderdaad aanzienlijk worden opge
voerd en kon onze export wan
neer in het buitenland geen kunst
matige belemmeringen daartegen
werden opgeworpen 1 met sprongen
omhoog gaan. En met verhoogde
Een zonderlinge Historie.
Naar het Duitsch.
21
Ik was gisteren bij onzen jongen
adjunct om een en ander met
hem te bepraten. Deze ging
eenigen tijd weg en ik bekeek
intusschen heel toevallig een brief
die op tafel lag, zonder eigenlijk
te weten, wat ik deed. Toen viel
mijn oog plotseling op uw naam.
Daarom las ik den brief. Het mag
niet in den haak zijn, maar mis
schien was het toch goed.
Hij was afkomstig uit Her-
togenrade, gedateerd van verleden
Zondag en klaarblijkelijk verzon
den door een bekwaam en zeer
kundig man. Het gedeelte, dat op
u betrekking had, luidde ongeveer:
»Gij hebt mij geschreven, dat uw
landheer, 'kapitein Festenrath,
hierheen zou komen. Ik had mij
er zeer op verheugd hem te leeren
kennen. Tot op heden is hij hier
niet gearriveerd, wel echter een
vreemdeling, die zich weliswaar
anders noemt, maar er toch ge
heel en al uitziet, zooals ik mij
uw kapitein had voorgesteld. Zou
hij er reden voor hebben, hier
loonen zou in Amerika de biünen-
landsche consumptie werkelijk wor
den opgevoerd, als de verhoogde
loonen niet parallel gingen met ver
hoogde prijzen der producten. En
bovendien met inflatie der gelds
waarde.
Zoowel het eene systeem derhalve
als het andere zou baat kunnen
brengen, als bij toepassing de vele
„mits"-en niet automatisch in werking
traden.
De practijk heeft thans dan ook
wel genoegzaam uitgewezen, dat noch
een geforceerde loonsverlaging, noch
een dito verhooging de begeerde uit
komst in crisisnood kan brengen, al
zal bet natuurlijk wél noodzakelijk
blijven, dat de loonen, in welke
richting dan ook, fluctuueien met de
prijzen der producten en met de
kosten van levensonderhoud in het
algemeen.
Wenscht men te voorkomen, dat
de crisis ons nog erger slagen zal
toebrengen en de werkloosheid nog
wordt verhoogd, dan dient alles er
op gericht te wezen, dat tusschen
loonen en prijzen van producten voor
levensonderhoud de juiste verhouding
blijve gehandhaafd.
De loonen zijn in de laatste jaien
vrij sterk omlaag gevoerd. Wél
wordt beweerd lees b.v. maar de
toelichtingen bij sommige wetsont
werpen dat de loonen nog geen
zoodanige verlaging hebben onder
gaan als de meeste der artikelen,
welke we voor ons levensonderhoud
behoeven, maar in het algemeen kan
men bij den werkenden stand toch
niet veel meer onderkennen ven wat
op weelde gelijkt en ook degenen,
die nog regelmatig arbeid hebben,
zouden niet lang aarzelen, wanneer
ze in staat zouden worden gesteld
om hun huidige positie met die van
enkele jaren terug weer om te wis
selen. Men moet bij de beoordeeling
van een en ander niet alleen letten
op de individueele inkomens, maar
vooral ook op de zoo geheel ver
anderde positie van de gezinnen in
haar geheel.
Waar een vader-kostwinner nog
regelmatig werk heeft, daar heeft hij
nu misschien een dochter thuis,
werklooze jongens, kinderen, die hij
maar laat leeren. omdat er toch geen
baantje voor ze is enz. De gezins-
lasten, en ook de lasten van den
fiscus, zijn sterk verzwaard geworden.
Met dat alles wordt o.i. niet ge
noeg rekening gehouden, wanneer de
regeering, bij de verdediging o.a. van
een verhoogden vleescbprijs als ge
volg van een nieuwe heffing, beweert,
dat loonen nog niet zoo sterk zijn
gedaald als de prijzen van vele pro
ducten. Niet dat we tegen die heffing
zijn We begrijpen zeer goed, dat
de enorme kapitalen voor crisis-
steunverleening benoodigd, ergens
vandaan gehaald moeten worden en
we achten het volstrekt niet onmoge
lijk, dat daartoe geen betere bronnen
zijn aan te boren dan die, welke de
regeering wijst, maar dat alles maakt
de zaak niet minder bedenkelijk.
We hebben reeds mogen vernemen,
dat het kabinet de komende begroo
ting weer sluitend heeft kunnen
maken, „mits de Staten Generaal de
voor te stellen maatregelen zullen
aanvaarden." We vreezen, dat die
maatregelen ook weer verschillende
heffingen op producten zullen bevat
ten, welke tenslotte ten laste der
consumenten zullen komen. Eerst op
het einde van September, als de
millioenennota zal zijn ingediend,
komen we van die nieuwe heffingen
iets meer te weten. De omzetbelasting
zal dan reeds zijn aangenomen en de
nieuwe dekkingsvoorstellen zullen om
de urgentie spoedigst moeten worden
behandeld. Niet onmogelijk lijkt het
ons, dat alles tesamen dan een vrij
aanmerkelijke verhooging van het
onder een anderen naam le ver
toeven
Schrijf mij loch nauwkeurig
hoe hij er uitziet. Ik zou het zoo
grappig vinden om achter zijn ge
heim te komen en schrijf mij
spoedig, want de vreemdeling ver
wekt hier een zekere opmerk
zaamheid"...
Zoo ongeveer luidt de brief,
waarvan ik de onderteekening
niet kan lezen. Ik wilde, ioen de
adjunct terugkwam, het gesprek
op Hertogenrade brengen en hem
vragen, of hij daar iemand kende.
Maar toen werd de adjunct bij
den ouden Willem Dieter geroepen
die op sterven ligt en ik kon hem
niet ophouden. Maar ik zal toch
nog eens met hem spreken. Het
handschrift van den briefschrijver
was eenigszins zonderling. Hij
maakte de hoofdletter S ongeveer
op deze wijze (hier volgde deze
letter)...
Neemt u mij niet kwalijk,
hernam Festenrath, die de regels
lang bestudeerd had en thans den
brief bij zich stak. Ik ben direct
tot uwe beschikking. Hebt u den
heer Kirchhoff lang niet gezien
Vandaag niet, maar hij moet
weer hier zijn, want hij zond mij
een ziekteverklaring, waarom ik
hem heb verzocht. Het betreft
hier onze arme juffrouw Mertens
wegens haar opneming in het
ziekenhuis en mogelijkerwijze nog
plaatsing in het krankzinnigenge-
geslicht te Aken.
Hebt u die verklaring nog
vroeg de kapitein. Kan ik deze
even inzien
Bokelmann overhandigde ze hem
en de kapitein gaf uet papier,
nadat hij het langzaam had door
gelezen, terug. Zijn gelaat had een
eigenaardige uitdrukking aange
nomen, hij scheen plotseling iets
te willen zeggen, maar hij bedacht
zich.
Ik dank u zeer, was alles
wat hij zei. Laten we nu gaan.
Festenrath was op weg naar
het huis van den rentmeester
zeer zwijgzaam; de rechter scheen
dit echter toe le schrijven aan 't
weerzien in den huizeRiedenburg
en vroeg niets.
De vrouw van den rentmeester
ontving beiden met groote vrien
delijkheid; Annette was momen
teel niet aanwezig. Bokelmann en
zijn metgezel moesten de uitnoo-
diging aannemen om een kopje
koffie te blijven drinken.
Natuurlijk kon Festenrath voor
zijn bezoek geen andere reder, op
geven dan de bedoeling, mevrouw
Riedenburg voor haar vriendelijke
hulp en zorg in dien bewusten
nacht nogmaals te bedanken.
Intusschen was deze motiveering
van zijn bezoek zelfs geheel over
bodig. Een vriend van den heer
Bokelmann en dan nog wel zoo'n
beleefd en voorkomend iemand
was ten allen tijde een welkome
gast.
1 Toen Annette binnentrad; was
zij gelukkigerwijze door de dienst
maagd voorbereid. Desondanks
bloosde zij hevig, toen Festenrath
op haar toetrad en haar hand
kuste.
Het gesprek liep onder hel ge
bruik der koffie hoofdzakelijk nog
steeds over den diefstal en daar
de gastvrouw en de heer Bokel
mann dit gesprek bijna alleen
voerden, waren Festenrath en
Annette in de gelegenheid een
zwijgende, doch veelbeteekenend
onderhoud met de oogen aan te
knoopen.
Klaarblijkelijk deed Anneite alle
mogelijke moeite om zich natuur
lijk en rustig voor te doen. Maar
het gelukte haar niet. Festenrath's
blikken drukten de zaligheid, die
hij in tegenwoordigheid van zijn
geliefde gevoelde, te duidelijk uit,
dan dat Annette daar ongevoelig
voor had kunnen blijven. Ook
hem straalde tenslotte een harte
lijke blik vol liefde uit haar oogen
legen en juist op dit oogenblik
zei Bokeimann
U moet mij toch eens uw
voorjaarsrozen laten zien, mevrouw
Riedenburg. Waar staan ze toch
Daar ginds bij het raam.
Als u een oogenblik wilt meegaan?
Bokelmann stond op. De beide
oudsten van het gezelschap ver
lieten het vertrek met een korte
verontschuldiging en de beide
jongsten bleven alleen achter.
Zooals altijd bij zulk een onver
wacht gunstig toeval, sloegen bei
den eerst de oogen neer. Toen
echter stond Festenrath op, trad
op Annette toe en nam haar hand
in de zijne.
Juffrouw Riedenburg, zei hij
ik wil hier niet herhalen, wat ik
reeds in mijn brief geschreven
heb. Ik ben nog gedurende enkele
dagen gedwongen een naam ie
dragen, die de mijne niet is. Ik
wil u alleen maar dank zeggen
voor het antwoord, dat u mij ge
zonden hebt. Slechts lerwille van
u ben ik hierheen gekomen en
wanneer ik weet, dat u mij niet
zult afwijzen, dan waag ik alles,
ja zelfs mijn leven om u te ver
werven. U kunt mij thans nog
niet begrijpen, maar het zal u
echter spoedig duidelijk worden.
Geef u mij slechts deze eenige
belofte, dat u geen ander uw
hand zult schenken, alvorens ik
openlijk onder mijn waren naa n
kan optreden en aanzoek om u
kan doen.
Annette's gelaal werd met een
vlammend rood bedekt, maar zij
trok haar hand niet uit de zijne
terug.
Vader heeft vandaag ge
schreven hij komt morgen
terug, antwoordde zij daarop ge
jaagd. Gisteren heeft Kirchhof
hem ontmoet, of toevallig of met
voorbedachten rade, dat weet ik
niet precies. Maar ik vrees, dat
daar alles is afgesproken en op
vaders verjaardag zal de verloving
plaats vinden...
En zou uw vader u niet een
enkele week bedenktijd willen
toestaan vroeg Festenrath.
Ik zal hel probeeren fluis
terde Annette. Neen, ik kan zijn
vrouw niet worden...
Dank, duizendmaal dank
riep de kapitein. Hebt u Ooit,
vroeger misschien, mijn naam in
het bijzijn van Kirchhoff genoemd?
O nooitHet was immers
slechts een vage herinnering,
waaraan ik zelf niet meer durfde
le denken
Buiten werd aan de huisdeur
gebeld, Bokelmann en mevrouw
Riedenburg kwamen terug en de
meid diende den chirurg aan.
Festenrath voelde, dat hij zich
thans met alle kracht moest be-
heerschen. Ilij wierp Annette nog
een innigen buk toe en stond met
de anderen tegelijk op, om den
chirurg te begroeten.
Deze scheen eenigszins verwon
derd den heer Meisner hier aan
te treffen, verontschuldigde zijn
bezoek doch nam de uitnoodiging
aan om een kopje koffie te blij
ven drinken. Hij vertelde, dat hij
den rentmeester den vorigen dag
geheel onverwacht in het dorpje
Beek had ontmoet en bracht nu
zijn groeten over.
De aanwezigheid van Festen
rath scheen hem niet in 't minst
ongelegen te zijn; hij behandelde
Annette met een opmerkelijke
vertrouwelijkheid, ja zelfs met 'n
zekere teederheid, totdat Auneite