Tweed© Blad van „FEIL MAAS
Openbare vergadering van den
Raad der gemeente Venray,
Algem. weekoverzicht
Zaterdag 29 Juli 1933
Vier en vijftigste Jaargang No. 30
gehouden op 6 Juli 1933, des nam. half 4.
Voorzitter: de heer O. L. P. van de Loo, burgemeester.
Secretaris: de heer A. F. M. van Haareo.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna de notulen
der vorige vergadering aan de orde zijn.
De heer Geurts zegt, dat in verband met de subsidieaanvrage van
het Kerkbestuur te Oostrum. er door den Voorzitter op gewezen is, dat
ook nog wel een aanvrage zou komen voor vergrooting der kerk te
Castenray en Leunen en daar staat niets van in de notulen.
De Voorzitter antwoordt, dat in de notulen staat, da', er nog meer
dere aanvragen te wachten zijn. Spreker heeft echter inderdaad Leunen
en Castenray met name genoemd en zegt, dat er dan ook geen bezwaar
is, dat dit alsnog wordt opgenomen.
Hierna worden de notulen, aldus aangevuld, vastgeste'd.
Bij de gehouden trekking blijkt, dat no. 12 getrokken is, zoodat bij
eventueele stemmingen in deze vergadering no. 12 der presentielijst, i.e.
de heer van Boven, het eerst 2ijn stem moet uitbrengen.
Vervolgens leest de Voorzitter voor het procesverbaal van kasopname
bij den Gemeente-ontvanger over het tweede kwartaal 1933. waaruit
blijkt, dat op 2 Juni 1933 het totaal der inkomsten bedroeg f 481983.85,
het totaal der uitgaven f 410321.14, zoodat op 2 Juni ƒ.1. in kas was
f 71662.71.
Wordt vooc kennisgeving aangenomen.
Hierna warde aaigebolen de rekening over 1932 en de balans per
31 December 1932 van d;n tak van dienst het bedrijf der Gasfabriek,
overeenkom* ig het bepaalde b j artikel 265 der Gemeentewet.
De Voorzitter wijst eene commissie aan, bestaande uit deheerenStoot,
Vermeulen en Nelissen, die de rekening en balans kunnen onderzoeken
en dan in de volgende vergadering verslag uitbreogeD.
Dan is aan de orde: wijziging en aanvulling der gemeentebegrooting
dienst 1932 en 1933.
De Voorzitter leest de voorgestelde wijzigingen voor, welke algemeen
werden goedgevonden.
Vervolgens wordt aangeboden de rekening van het Burgerlijk Armbe
stuur over 1932 en de begrooting voor 1934.
De Voorzitter wijst eene commissie aan, bestaande uit de heeren
Wethouder Odenhoven, Janssen en Geurts, die de begrooting en reke
ning kunnen onderzoeken en dan in de eerstvolgende vergadering ver
slag uitbrengen.
Dan is aan de orde: voorstel van B. en W. tot verdere verlaging der
pacht van enkele verpachte gronden.
De Voorzitter zegt, dat bij de behandeling der begrooting 1933 be
sloten, werd, pachters van gemeentegronden, die vóór 1930 hebben ge
pacht met uitzondering van pachters van onontgonnen grond, eene verla
ging van pachtprijs toe te staan v. 10 pet. Tegelijk werd toen toegezegd,
dat in den loop van het jaar overwogen zou worden of verdere reductie
noodig was, ook eventueel voor andere pachters.
Spreker leest hierna het voorstel van B. en W. voor.
De heer Millen zegt hier zoo niet over te kunnen oordeelen, hoewel
hij voor verlaging is. Spreker verzoekt dergelijke ontwerpen voortaan bij
de stukken ter inzage te leggen.
De Voorzitter zegt, dat dit niet altijd kan. Dit besluit is pas Vrijdag
vastgesteld en dit kan niet direct allemaal klaar gemaakt worden. Het
moeat dan nog ia dia vereischten vorm g?gaten wo-dea enz Daarvoor
is tijd noodig en eene secretarie als de ooze, kan er niet op berekend
zijn om dat alles in 1 a 2 dagen af te doen.
De heer van Dijck zegt niets gehoord te hebben omtrent verlaging
pacht Ewals, die circa 17 H.A. heeft gepacht.
De Voorzitter antwoordt, dat alle pachten zijn nagegaan en degenen,
die f 15 of miad:r p:r HA. betalen of zouden gaan betalen door de
verlaging, niet in aanmerking komen.
De heer Millen meent toch. dat alles ter inzage moet liggen. Wil een
raadslid degelijk zija plicht doen, dan moet hij de gelegenheid hebben
zich van alles zooveel mogelijk groadig op de hoogte te stellen, want
eerst dan is het mogelijk m:t volkomen keaais van zaken te oordeel n
en zonder ter iazage legging der stukken is dit onmogelijk.
De Voorzi ter antwoordt, dat dit hier met onze secretarie-bezetting
niet gaat Ah wij alles van te voren aan dea Raad motten overleggen,
hebben wij een heel andere werkwijze en dus meer personeel noodig.
De heer van Dijck vraagt of ook rekeaiog is gehouden of al dan niet
ontgonnen grond gepacht is.
Zeker, zegt de Voorzitter en ook of op langer termijn gepacht is.
De heer Stoot vraagt of d: heer Mtllen eens op wil gevea. welke
punten het zijn, waarover de Raad niet voldoende is ingelicht, dan kun
nen wij ineens al die punten aanhouden, want anders geeft dat telkens
maar aanleiding tot d scussies eD stemming.
B.v. de lijst van handteekeniogen, behoorende bij het verzoek tot
stichting eener nieuwe school in de kom, zegt de heer Millen.
De heer Stoot zou deze twee punten willen aanhouden.
De Voorzitter verzoekt zich te houden aan het punt, dat in behan
deling is.
De heer Millen zegt niet tegen verlaging te zijn, integendeel, hij meent
zelfs, dat sommige pachten nog te hoog zullen zijn. De kwestie is hier
enkel de wijze van toelichting. De bóeren-raadsleden hebben die wellicht
niet noodig, die kennen de gronden, doch wij niet.
De Voorzitter antwoordt, dat al had het ontwerp ter inzage gelegen,
de heer Millen nog de kwaliteit der gronden niet had niet had kunnen
beoordeelen.
Toegegeven, zegt de heer Millen, doch dan hadden wij ons nader door
deskundigen doen voorlichten. Zóó is het hem niet duidelijk en kan hij
dus niet aan vaststelling van het ontwerp medewerken. Hiermee wil
Spreker echter, zooals hij reeds te kennen gaf, allerminst zeggen, dat er
geen termen zijn voor verlaging, integendeel, voor zoover hij er thans
over kan oordeelen, gaat het voor stel voor sommigen niet ver genoeg:
er zijn er bij, die dan naar zijn oordeel, voor dezen tijd nog te veel
pacht betalen, maar Spreker bedoelt enkel te zeggen, dat de Raad onvol
doende is voorgelicht door B. en W,
Wethouder Odenhoven wijst er op, dat als de Raadsleden er nog
weten, die vergeten zijn. het hun vrij staat deze op te geven.
Natuurlijk, zegt de Voorzitter, en dan zullen B. en W. dit gaarne
nader onderzoeken.
Wethouder Pubben zegt, dat B. en W. alle pachten zijn nagegaan.
Misschien zullen de boeren raadsleden nog zeggen f 15is nog veel
te veel, en dit is misschien jammer genoeg waar, doch Spreker zou toch
advlseeren het besluit aldus vast te stellen.
De heer Stoot vraagt of de heer Millen aanhouding wenscht.
De Voorzitter zegt, dat deze vraag onjuist is daarover heeft de
Raad te oordeelen en niet de heer Millen.
De heer Van Boven sluit zich aan bij den heer Millen. Had het ont.
werp ter inzage gelegen, dan hadden wij ons althans door deskundigen
kunnen doen voorlichten.
Dhr» Vermeulen heeft zich altijd voorgesteld, dat, als de agenda weg is. de
stukken ook klaar zijn. Het zijn dan toch immers voorstellen van B. en
W., ze staan tenminste aldus op de agenda, en derhalve kunnen ze van
dan af toch ook voor de Raadsleden ter inzage liggen.
De Voorzitter herhaalt dat, ook al zijn de voorstellen in de vergade
ring van B. en VV. vastgesteld, ze nog niet klaar zijn. Dan moeten ze
nog in den vereischten vorm gegoten worden, de juiste redactie gefor
muleerd enz.
De heer Millen stelt voor dit punt aan te houden, welk voorstel ge
steund wordt door de heeren van Boven en Stoot.
Ia stemming gebracht wordt dit voorstel met 10 tegen 5 stemmen
aangenomen.
Tegen stemden de heeren Wethouder Pubben, Houben, Nelissen,
Goumans en Weihouder Odenhoven.
Hierna wordt het kohier der voerdiensten vastgesteld met een totaal
van 54.
Het kohier der trottoirbelasting is opgemaakt tot een bedrag van
f 764.27.
De heer Millen vindt deze belasting te hoog en vraagt of het niet
mogelijk is deze te verlagen.
De Voorzitter zegt, dat door den Middenstand zelf indertijd een be
drag van 30 ct. genoemd is, terwijl de Riad het heeft vastgesteld op
25 ct.
Overigens moeten dergelijke voorstellen gedaan worden bij de behan
deling der begrooting. Spreker wil echter nu reeds met den meesten ernst
verlaging ontraden, want aan dez^ inkomsten hebben wij nog houvast.
De heer Millen zal dan zijn voorstel in petto houden tot de behan
deling der begrooting 1934.
Het kohier der rioolbelasting wordt hierna vastgesteld tot een bedrag
van f 9789.97.
Vervolgens wordt behandeld a. voorstel van B. en W. tot onttrek
king van een stukje weg, gedeelte van kadastraal Sectie H 2008, aan
den openbaren dienst en verkoop van dit strookje weg aan J. van
Veghel te Merselo, en aankoop van een strookje grond van J. van
Veghel en dit te bestemmen tot weg en b. voorstel van B. en W. tot
verkoop van een stukje grond, groot 13.30 Are, Sectie H 1168 aan J.
van Veghel.
De Voorzitter zegt, dat het hier feitelijk een verlegging van weg
betreft en er op de gehouden zitting van bezwaren niemand is versche
nen en ook geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht.
Spreker leest vervolgens de voorstellen van B. en W. voor en voegt
hieraan toe, dat het in den vervolge uiterst moeilijk zal zijn om wegen
te ruilen of te verkoopen, aangezien voortaan telkens de goedkeuring
der Kroon vereischt is.
Wordt algemeen goedgevonden.
De heer Geurts vraagt of een verzoek van Kuijpers te Castenray
omtrent pacht van een stukje grond nog niet is afgehandeld in B. en
W., waarop de Voorzitter antwoordt, dat van Kuijpers niets is inge
komen, voorzoover hij zich kan herinneren.
In verband met de aanvrage om subsidie van den Directeur der R.K.
Militairen Vereeniging te Nijmegen, zegt de Voorzitter, dat nader is ge
bleken, dat verschillende gemeenten in de buurt van Nijmegen de bij
drage hebben geweigerd en B. en W. thans voorstellen voor dit jaar
ook afwijzend te beschikken.
Wordt algemeen goedgevonden.
Dan wordt behandeld het schrijven van den heer G. Vermeulen, hoofd
der bijz. school te Ysselsteya om huurvermindering der door hem van
de gemeente gehuurde woning.
De Voorzitter zegt, dat er in het algemeen geen motieven zijn voor
verlaging der huren van de huizen der gemeente. B. en W. willen echter
een uitzondering maken voor de woning, bewoond door het hoofd der
school te Merselo en zouden de huur hiervan ingaande 1 Juli 1933
willen brengen van f 360.— op f 325,— en ten slotte, hoewel deze
huur feitelijk niet te hoog is, doch rekening houdende met de plaats
betrekkelijk afgelegen en de moeilijkheid om eventueel een anderen
huurder te vinden, de huur der woning, bewoond door het hoofd der
school te Ysselsteya, eveneens ingaande 1 Juli 1933 te brengen van
f 325.op f 300.doch de andere huren alle te handhaven.
De heer Vermeulen vraagt of nu niet de vrees blijft, dat de woning
te Ysselsteya leeg komt te staan.
De Voorzitter zegt, dat dit geen motief is om nog lager te gaan,
want dan kan de huurder wel aan den gang blijven.
De heer Arts zegt, zich met het voorstel van B. en W. te kunnen
vereenigen.
De heer Vermeulen vindt het ook goed, als de woning maar niet
leeg komt te staan
De heer Van Boven vraagt, of het hoofd der school dan gedreigd
heeft de woning te verlaten.
De Voorzitter antwoordt, dat hier geen kwestie is van dreigen. Zijn
opmerking was een algemeene.
De voorstellen van B. en W. worden hierna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Dan is aan de orde a. aanvrage van het R.K. Kerkbestuur der
Parochie van St. Petrus Banden tot het ontvangen der benoodigde
gelden voor de stichting van een R.K. drieklassige school te Heijde. b.
aanvrage van het R K. Kerkbestuur der Parochie van St. Petrus BandeD
tot het ontvangen der benoodigde gelden voor de stichting van een
zevenklassige R.K. Jongensschool te Venray—Kom.
In verband met deze twee punten deelt de Voorzitter mede, dat een
wetsontwerp is ingediend ter beperking der uitgaven, welke voor de
openbare kassen voortvloeien uit de uitvoering der Lager Onderwijswet.
Aangezien dit ontwerp enkel bekend is uit de courant en Spreker dus
niet met volle zekerheid en objectief den Raad kan inlichten, stelt hij
aanhouding dezer punten voor
De heer Van Boven hoopt dat het wetsontwerp in vervulling zal
gaan en zou het treurig v.nden, dat in dezen malaisetijd zoo met het
geld gegooid werd. De school is wellicht slecht, maar is dit niet mede
een gevolg van verwaarloozing door het hoofd der school Vroeger
werden alle aan ti brengen reparaties gerapporteerd en nu blijven groote
gaten in het dak weken lang onhersteld. Die komen niet ioeens en
waarom deze niet telkens verbeterd. Doch ook al was de school onge
schikt, dan nog zegt Spreker per sé te zijn tegen een scho >1 aan den
Oostrumscheweg. Hier is ze altijd geweest en hier moet ze blijven,
anders zal blijken dat er ook nog anderen zijn die handteekeningeD
kunnen verzamelen.
Spreker is niet tegen aanhouding, maar wil nu reeds zeggen, dat hij
zich met hand en tand tegen verplaatsing der school zal verzetten. Nu
ligt de school goed, n.l. in het centrum der gemeente de inleg is even
wel, dat geleidelijk alles uit de Schoolstraat en omgeving moet verdwij
nen naar den anderen kant der gemeente.
De Voorzitter meent, dat, waar aanhouding is voorgesteld, op het
door den heer Van Boven gesprokene niet verder behoeft te worden
ingegaan. Althans indien de Raad met het voorstel tot aanhouding
m :degaat.
Wordt algemeen goedgevonden dit punt aan te houden.
In verband met het voorstel van B. en W. als toekomstigen weg te
bestemmen een strook grond, voor het grootst gedeelte reeds thans als
landweg in gebruik, loopende vau den Stationsweg langs den rand van
het vastgesteld uiibreidingsplan (Oostsingel) kruisende den Oude-Oos-
trumsche weg naar den Leunscheweg en verder dezen weg kruisende
tot den weg naar Deurne en tot het bepalen eener voorgevelrooilijn
voor woningen en andere gebouwen aan dezen weg, zegt de Voorzitter,
dat alle voorafgaande formaliteiten zijn vervuld de stukken hebben
ter inz >ge gelegen, er zijn geen bezwaren ingebracht en de Gezond
heidscommissie is gehoord en het hier enkel betreft een voorzorgs
maatregel om ondoelmatige bebouwing te kunnen tegengaan, waarna
algemeen wordt goedgevonden te besluiten overeenkomstig het voorstel
vaa B. en W.
Vervolgens is aan de orde a. voorstel van B. en W. tot het vast
stellen eener verordening tot het stellen voor nadere voorwaarden, onder
welke de burgemeester toestemming mag verleenen lot het geven van
gelegenheid tot dansen in inrichtingen, waarvoor eene vergunning of een
verlof A is verleend.
b. voorstel van B. en W. tot wijziging der Algemeene Politieveror
dening in verband met de wijziging der Drankwet.
De Voorzitter zet uiteen, dat onze Algemeene Politieverordening niet
meer volkomen aansluit aan de Drankwet, zooals deze voor een paar
maanden is gewijzigd en daaruit nu moeten worden gelicht de bepalingen
betreffende het dansen in inrichtingen, waarvoor een vergunning of een
verlof A is verleend. Deze moeten dan in een afzonderlijke verordening
worden ondergebracht, welke onderworpen is aan de goedkeuring van
Ged. Staten.
Spreker leest vervolgens de concept-verordening voor en zegt, dat
practlsch alles juist hetzelfde blijft als voorheen.
De heer Millen vraagt, of hij goed gehoord heeft, dat ook in sommige
gevallen de Raad vergunning tot dansen kan geven.
Neen, zegt de Voorzitter, voor dansen kan enkel de Burgemeester
vergunning geven. De Raad kan echter wel nadere bepalingen vast
stellen, waaraan de Burgemeester zich te houden heeft, doch de Raad
kan van den anderen kant den Burgemeester niet dwingen, vergunning
tot dansen te geven noch ook verbieden vergunning te geven.
Maar, zegt de heer van Boven, kan de Raad er dan niets aan doen
als de Burgemeester nu nimmer toestemming zou geven.
Neen, herhaalt de Voorzitter, de Raad kan den Burgemeester niet
dwingen.
De heer van Boven vindt het nogal een ingewikkelde kwestie en zou
deze zaak willen aanhouden.
De heer Arts is het hiermede eens.
De Voorzitter acht dit niet noodig en acht het een belang deze ver
ordening met de Venraysche kermis in werking te hebben.
Wethouder Odenhoven vraagt, of er dan een voordeel aan verbonden
is voor de menschen, waarop de Voorzitter antwoordt, dat practisch
alles precies hetzelfde blijft.
I Dan is er ook geen bezwaar tegen, zegt de heer Vermeulen.
De Voorzitter herhaalt, dat er practisch geen verandering komt. Spreker
heeft echter gaarne, dat de handelingen van den Burgemeester gedragen
worden door den wil van den Raad, evenals tot dusver het geval is
geweest.
De heer van Boven zal dan, in vertrouwen, dat alles inderdaad blijft
als tot dusverre, zijn voorstel intrekken. Zou echter naderhand blijken,
dat er toch wijzigingen zijn gekomen, dan zal hij hierop nader terug
komen.
De voorstellen van B. en W. worden hierna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Dan wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot benoeming van
twee leden werkgevers en twee leden werknemers en een voorzitter in
de commissie van toezicht op de arbeidsbeurs, ingevolge het bepaalde
in artikel 13 der arbeidsbemiddeliagswet 1930 en artikel 5 der -'erordening
op den Gemeentelijken dienst der arbeidsbemiddeling en werkloosheids
verzekering.
De Voorzitter zegt, dat volgens art. 13 der arbeidsbemiddeliagswet
1930 de Commissie van Toezicht op den dienst der A. B. en \V. V.
bestaat uittwee leden werkgever? of vertegenwoordigers van werk
gevers, twee leden werknemers of vertegenwoordigers van werknemers,
en een voorzitter, die buiten deze leden aan de commissie wordt toegevoegd.
Deze voorzitter is dan tevens voorzitter der Commissie van Toezicht
voor de districts arbeidsbeurs, waarin dan ook nog zitting krijgen ten
minste één werkgever en één werknemer, die het bedrijf uitoefenen in
eene andere gemeente van het district, dan waar de districts-arbeidsbeurs
is gevestigd en twee leden van de besturen der tot het district be
hoorende gemeenten met uitzondering van die, waar de districts-arbeids-
beurs is gevestigd.
B. en W. hebben zich tot de plaatselijke organisaties gewend, om hen
in de gelegenheid te stellen, aanbevelingen in te zenden.
Deze hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt en in verband
daarmede hebben B. en W. de aanbevelingen opgemaakt.
Spreker vestigt er voorts de aandacht op, dat het slechts aanbevelin
gen zijn en dus de Raad daar gerust buiten kan gaan.
Omtrent de werkgevers zijn door de organisaties voorgedragen
R. K. Bouwpatrooos: J. H. H. Oudenhoven, G. H. Verstralen en
P. M. Wijnhoven. Landbouwbonden: M. Goumans, G. H. Houben en
M. Wismans.
B. en W. achtea het wenschelijk, det er uit beide categorien een ge
nomen wordt, hoewel de Raad daartoe niet gebonden i3. Twee land
bouwers of twee bouwpatroons zoude niet in strijd zijn met de wet,
doch dan werd de samenstelling der commissie wel eenzijdig.
Spreker stelt vervolgeus voor op het stembiljet twee namen te zetten.
De heer van Haren vraagt, of de gtnoemde heeren zijn aanbevolen
door de organisaties of door B. en W.
De Voorzitter antwoordt, dal deze heeren door de organisaties zijn
aanbevolen en B. en W. geen termen hebben gevonden, om daarvan af
te wijken en ze nu aanbevelen in alphabetische volgorde.
Wethouder Pubben vraagt, of niet kan worden opgegeven in welke
volgorde ze door de organisaties zijn aanbevolen.
De Voorzitter ziet daar geen reden toe, nu B. en W. de candidaten
alphabetisch hebben overgenomen.
De heer Millen acht dit toch juister. Ia de werkliedenvereeniging b.v.
is bij stemming de volgorde der candidaten opgemaakt.
De heer Vermeulen zag ook gaarne voorlezing.
De Voorzitter zegt, als de Raad er op staat, geen bezwaar te hebben
tegen voorlezing der aanbevelingen, die resp. luiden
1. J. H. H. Oudenhoven, 2. G. H. Verstralen. 3. P. H. Wijnhoven;
1. G. H. Houben. 2. M. Wismans, 3. M. Goumans.
De Voorzitter wijst vervolgens tot stemopnemers aan de heeren Stoot
en Jacobs.
Na de stemming blijkt, dat zijn uitgebracht 13 stemmen op den heer
HoubeD, 1 op M. Goumans, 1 op G. Poels, 10 op J. H. H. Oudenhoven,
4 op G. H. Verstralen en 1 op P. M. Wijohoven, zoodat gekozen
zijn de heeren G. H. Houben en J. H. H. Oudenhoven.
Nu volgt de benoeming van twee werknemers of vertegenwoordigers
van werknemers.
Ook hierover is de organi.-atie gehoord.
B. en W. zouden bet ook hier weer wenschelijk vinden, dat iemand
werd aanbevolen uit de bouwvakarbeiders, sigarenmakers en landarbeiders
en hebben daarom de volgende alphabetische aanbeveling opgemaakt.
J. W. Janssen, A. Millen, W. Peeters, voorz. bouwvakarbeidersbond,
Ponjée, secretaris bouwvakarbeidersbond, J.Smits, secr. sigarenmakers-
bond en M. Willems lid sigarenmakersbond.
De aanbeveling der R. K. Werkliedenvereeniging luidt1. A. Mllien,
2. Jos. Ponjée. 3. M. Willems.
De heer Van Boven zegt, dat deze drie zija aanbevolen door de
Werkliedenvereeniging. Het is wellicht juist den heer Milen niet te be
schouwen als werknemer, doch hij dient wel beschouwd te worden als
vertegenwoordiger van werknemers, want op de gehouden vergadering
is hij met ongeveer algemeene stemmen hiertoe aangewezen.
Wethouder Odenhoven beveelt ook de candidaten der Werklieden
vereeniging aan en wijst er op. dat ook Ponjée, die reeds jaren secre-
aris dezer vereeniging is, met ongeveer algemeene stemmen en dit
waren er heel wat is aangewezen.
Na de stemming blijkt, dat zija uitgebracht3 stemmen op den heer
J. Janssen, 13 op A. Millen, 10 op J. Ponjée, 3 op J. Smits en 1 op
M. Willems, zoodat benoemd zijn de heeren A. G. Millen en J. K. A.
Ponjée.
Slot volgt.
Een uniform verbod op komst.
Andere politieke zaken.
Diefstalvrije rijwielplaatjes.
De Lutine toren staat. De
Merwedebrug óók, maar niet op
de goede plaats. Sport en
allerlei.
Naar bericht wordt, Is deze week
de indiening te verwachten van een
ontwerp-wet. hetwelk verbod zal
inhouden van het dragen van partij
uniformen. Het verbod moet zoodanig
zijn geconstrueerd, dat b.v. de „Graal"
ook de A J.C. er buiten vallen.
Het zal een teleurstelling zijn voor
de verschillende groepen fascisten,
die graag met een mooi pakje geuren
ook van meening zijn, dat van
hun uniform een fascineerenden in
vloed uitgaat.
De bedoelde groepen blijven zich
intusschen zeer druk maken met het
uitvechten van allerlei interne kwes
ties. De „leiders" worden zoo vaak
afgezet en door anderen vervangen,
dat buitenstaanders er den kijk op
verliezen. De „eenig echte" Neder-
landsche Nazi-partij, welke ook in
Duitschland wordt geduld, heeft nu
ook den opperleider Albert van
Waterland, die zich niet vrij van
Joodsche smetten zou hebben ge
houden. uitgeworpen en vervangen
door den heer Adalbert Smit. Voor
hoelang De Nederlandsche mussolini
of Hitier schijnt nog maar niet ge
vonden.
Zaandam probeert het nog een3
om het met de regeering op een
accoordje te gooien. B en W. heb
nen nieuwe plannen beraamd om de
begrooting8tekorten te dekken en
daarover zal de raad op Donderdag
a.s. worden gehoord. Het schijnt
intusschen, dat de regeering strak a
haar eigen eischen zal vasthouden.
In Hillegersberg deed zich een min
of meer vermakelijk geval van poli
tieke actie voor. Een boycot comité
uit de moderne arbeidersbeweging
voert agitatie voor het weren van
Duitsche producten. De manifesten
zijn onderteekend met de namen
Colijo, Welter en Deckers. Een
mistificatie Neen, ia Hillegersberg
dragen drie „partijgenooten" inder
daad genoemde namen en zij werden
in het comité opgenomen. Maar het
zijn ministers, noch oud-ministers 1
Het Depa.temeut van Financiën
heeft zich verdienstelijk gemaakt door
de beschikbaarstelling van houders
voor rijwielplaatjes, tegen betaling
althans. De houders zijn goedkoop,
maar voor de bevestiging is de hulp
van een rijwielhersteller vereischt.
Bovendien worden de houders
voorloopig slechts in een tiental
steden verkrijgbaar gesteld. De hou
ders moeten diefstal zoo goed als
onmogelijk maken, diefstal van de
plaatjes aliééa tenminste.
De georganiseerde rijwielhandel is
ontsticht over de ministerieele con
currentie.
De Lutine-toren, welke de goud
schap nabij Terschelling moest over
huiven, is geplaatst. Eerst stond het
geval een beetje scheef, maar ook
dat is terecht gekomen. Het goud
moet nu, volgens uitvinder Beckers,
ongeveer voor het grijpen liggen.
Het lied klinkt schoon en zal de
aandeelen in de onderneming stellig
goed doen rijzen.
Minder fortuinlijk is het gegaan
met de plaatsing, of liever met het
vervoer van de Merwedebrug. Het
moest Zaterdag een ingeniejs staal
van technische kuust worden, maar
de Merwedebrug kwam niet, waar
ze zijn moest. Ze is vastgeloopen
bij Zeeburg onder Amsterdam en