Tweed© Blad van „FEIL MAAS Openbare vergadering van den Raad der gemeente Venray, Algem. weekoverzicht Zaterdag 29 Juli 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 30 gehouden op 6 Juli 1933, des nam. half 4. Voorzitter: de heer O. L. P. van de Loo, burgemeester. Secretaris: de heer A. F. M. van Haareo. Tegenwoordig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vorige vergadering aan de orde zijn. De heer Geurts zegt, dat in verband met de subsidieaanvrage van het Kerkbestuur te Oostrum. er door den Voorzitter op gewezen is, dat ook nog wel een aanvrage zou komen voor vergrooting der kerk te Castenray en Leunen en daar staat niets van in de notulen. De Voorzitter antwoordt, dat in de notulen staat, da', er nog meer dere aanvragen te wachten zijn. Spreker heeft echter inderdaad Leunen en Castenray met name genoemd en zegt, dat er dan ook geen bezwaar is, dat dit alsnog wordt opgenomen. Hierna worden de notulen, aldus aangevuld, vastgeste'd. Bij de gehouden trekking blijkt, dat no. 12 getrokken is, zoodat bij eventueele stemmingen in deze vergadering no. 12 der presentielijst, i.e. de heer van Boven, het eerst 2ijn stem moet uitbrengen. Vervolgens leest de Voorzitter voor het procesverbaal van kasopname bij den Gemeente-ontvanger over het tweede kwartaal 1933. waaruit blijkt, dat op 2 Juni 1933 het totaal der inkomsten bedroeg f 481983.85, het totaal der uitgaven f 410321.14, zoodat op 2 Juni ƒ.1. in kas was f 71662.71. Wordt vooc kennisgeving aangenomen. Hierna warde aaigebolen de rekening over 1932 en de balans per 31 December 1932 van d;n tak van dienst het bedrijf der Gasfabriek, overeenkom* ig het bepaalde b j artikel 265 der Gemeentewet. De Voorzitter wijst eene commissie aan, bestaande uit deheerenStoot, Vermeulen en Nelissen, die de rekening en balans kunnen onderzoeken en dan in de volgende vergadering verslag uitbreogeD. Dan is aan de orde: wijziging en aanvulling der gemeentebegrooting dienst 1932 en 1933. De Voorzitter leest de voorgestelde wijzigingen voor, welke algemeen werden goedgevonden. Vervolgens wordt aangeboden de rekening van het Burgerlijk Armbe stuur over 1932 en de begrooting voor 1934. De Voorzitter wijst eene commissie aan, bestaande uit de heeren Wethouder Odenhoven, Janssen en Geurts, die de begrooting en reke ning kunnen onderzoeken en dan in de eerstvolgende vergadering ver slag uitbrengen. Dan is aan de orde: voorstel van B. en W. tot verdere verlaging der pacht van enkele verpachte gronden. De Voorzitter zegt, dat bij de behandeling der begrooting 1933 be sloten, werd, pachters van gemeentegronden, die vóór 1930 hebben ge pacht met uitzondering van pachters van onontgonnen grond, eene verla ging van pachtprijs toe te staan v. 10 pet. Tegelijk werd toen toegezegd, dat in den loop van het jaar overwogen zou worden of verdere reductie noodig was, ook eventueel voor andere pachters. Spreker leest hierna het voorstel van B. en W. voor. De heer Millen zegt hier zoo niet over te kunnen oordeelen, hoewel hij voor verlaging is. Spreker verzoekt dergelijke ontwerpen voortaan bij de stukken ter inzage te leggen. De Voorzitter zegt, dat dit niet altijd kan. Dit besluit is pas Vrijdag vastgesteld en dit kan niet direct allemaal klaar gemaakt worden. Het moeat dan nog ia dia vereischten vorm g?gaten wo-dea enz Daarvoor is tijd noodig en eene secretarie als de ooze, kan er niet op berekend zijn om dat alles in 1 a 2 dagen af te doen. De heer van Dijck zegt niets gehoord te hebben omtrent verlaging pacht Ewals, die circa 17 H.A. heeft gepacht. De Voorzitter antwoordt, dat alle pachten zijn nagegaan en degenen, die f 15 of miad:r p:r HA. betalen of zouden gaan betalen door de verlaging, niet in aanmerking komen. De heer Millen meent toch. dat alles ter inzage moet liggen. Wil een raadslid degelijk zija plicht doen, dan moet hij de gelegenheid hebben zich van alles zooveel mogelijk groadig op de hoogte te stellen, want eerst dan is het mogelijk m:t volkomen keaais van zaken te oordeel n en zonder ter iazage legging der stukken is dit onmogelijk. De Voorzi ter antwoordt, dat dit hier met onze secretarie-bezetting niet gaat Ah wij alles van te voren aan dea Raad motten overleggen, hebben wij een heel andere werkwijze en dus meer personeel noodig. De heer van Dijck vraagt of ook rekeaiog is gehouden of al dan niet ontgonnen grond gepacht is. Zeker, zegt de Voorzitter en ook of op langer termijn gepacht is. De heer Stoot vraagt of d: heer Mtllen eens op wil gevea. welke punten het zijn, waarover de Raad niet voldoende is ingelicht, dan kun nen wij ineens al die punten aanhouden, want anders geeft dat telkens maar aanleiding tot d scussies eD stemming. B.v. de lijst van handteekeniogen, behoorende bij het verzoek tot stichting eener nieuwe school in de kom, zegt de heer Millen. De heer Stoot zou deze twee punten willen aanhouden. De Voorzitter verzoekt zich te houden aan het punt, dat in behan deling is. De heer Millen zegt niet tegen verlaging te zijn, integendeel, hij meent zelfs, dat sommige pachten nog te hoog zullen zijn. De kwestie is hier enkel de wijze van toelichting. De bóeren-raadsleden hebben die wellicht niet noodig, die kennen de gronden, doch wij niet. De Voorzitter antwoordt, dat al had het ontwerp ter inzage gelegen, de heer Millen nog de kwaliteit der gronden niet had niet had kunnen beoordeelen. Toegegeven, zegt de heer Millen, doch dan hadden wij ons nader door deskundigen doen voorlichten. Zóó is het hem niet duidelijk en kan hij dus niet aan vaststelling van het ontwerp medewerken. Hiermee wil Spreker echter, zooals hij reeds te kennen gaf, allerminst zeggen, dat er geen termen zijn voor verlaging, integendeel, voor zoover hij er thans over kan oordeelen, gaat het voor stel voor sommigen niet ver genoeg: er zijn er bij, die dan naar zijn oordeel, voor dezen tijd nog te veel pacht betalen, maar Spreker bedoelt enkel te zeggen, dat de Raad onvol doende is voorgelicht door B. en W, Wethouder Odenhoven wijst er op, dat als de Raadsleden er nog weten, die vergeten zijn. het hun vrij staat deze op te geven. Natuurlijk, zegt de Voorzitter, en dan zullen B. en W. dit gaarne nader onderzoeken. Wethouder Pubben zegt, dat B. en W. alle pachten zijn nagegaan. Misschien zullen de boeren raadsleden nog zeggen f 15is nog veel te veel, en dit is misschien jammer genoeg waar, doch Spreker zou toch advlseeren het besluit aldus vast te stellen. De heer Stoot vraagt of de heer Millen aanhouding wenscht. De Voorzitter zegt, dat deze vraag onjuist is daarover heeft de Raad te oordeelen en niet de heer Millen. De heer Van Boven sluit zich aan bij den heer Millen. Had het ont. werp ter inzage gelegen, dan hadden wij ons althans door deskundigen kunnen doen voorlichten. Dhr» Vermeulen heeft zich altijd voorgesteld, dat, als de agenda weg is. de stukken ook klaar zijn. Het zijn dan toch immers voorstellen van B. en W., ze staan tenminste aldus op de agenda, en derhalve kunnen ze van dan af toch ook voor de Raadsleden ter inzage liggen. De Voorzitter herhaalt dat, ook al zijn de voorstellen in de vergade ring van B. en VV. vastgesteld, ze nog niet klaar zijn. Dan moeten ze nog in den vereischten vorm gegoten worden, de juiste redactie gefor muleerd enz. De heer Millen stelt voor dit punt aan te houden, welk voorstel ge steund wordt door de heeren van Boven en Stoot. Ia stemming gebracht wordt dit voorstel met 10 tegen 5 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Wethouder Pubben, Houben, Nelissen, Goumans en Weihouder Odenhoven. Hierna wordt het kohier der voerdiensten vastgesteld met een totaal van 54. Het kohier der trottoirbelasting is opgemaakt tot een bedrag van f 764.27. De heer Millen vindt deze belasting te hoog en vraagt of het niet mogelijk is deze te verlagen. De Voorzitter zegt, dat door den Middenstand zelf indertijd een be drag van 30 ct. genoemd is, terwijl de Riad het heeft vastgesteld op 25 ct. Overigens moeten dergelijke voorstellen gedaan worden bij de behan deling der begrooting. Spreker wil echter nu reeds met den meesten ernst verlaging ontraden, want aan dez^ inkomsten hebben wij nog houvast. De heer Millen zal dan zijn voorstel in petto houden tot de behan deling der begrooting 1934. Het kohier der rioolbelasting wordt hierna vastgesteld tot een bedrag van f 9789.97. Vervolgens wordt behandeld a. voorstel van B. en W. tot onttrek king van een stukje weg, gedeelte van kadastraal Sectie H 2008, aan den openbaren dienst en verkoop van dit strookje weg aan J. van Veghel te Merselo, en aankoop van een strookje grond van J. van Veghel en dit te bestemmen tot weg en b. voorstel van B. en W. tot verkoop van een stukje grond, groot 13.30 Are, Sectie H 1168 aan J. van Veghel. De Voorzitter zegt, dat het hier feitelijk een verlegging van weg betreft en er op de gehouden zitting van bezwaren niemand is versche nen en ook geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht. Spreker leest vervolgens de voorstellen van B. en W. voor en voegt hieraan toe, dat het in den vervolge uiterst moeilijk zal zijn om wegen te ruilen of te verkoopen, aangezien voortaan telkens de goedkeuring der Kroon vereischt is. Wordt algemeen goedgevonden. De heer Geurts vraagt of een verzoek van Kuijpers te Castenray omtrent pacht van een stukje grond nog niet is afgehandeld in B. en W., waarop de Voorzitter antwoordt, dat van Kuijpers niets is inge komen, voorzoover hij zich kan herinneren. In verband met de aanvrage om subsidie van den Directeur der R.K. Militairen Vereeniging te Nijmegen, zegt de Voorzitter, dat nader is ge bleken, dat verschillende gemeenten in de buurt van Nijmegen de bij drage hebben geweigerd en B. en W. thans voorstellen voor dit jaar ook afwijzend te beschikken. Wordt algemeen goedgevonden. Dan wordt behandeld het schrijven van den heer G. Vermeulen, hoofd der bijz. school te Ysselsteya om huurvermindering der door hem van de gemeente gehuurde woning. De Voorzitter zegt, dat er in het algemeen geen motieven zijn voor verlaging der huren van de huizen der gemeente. B. en W. willen echter een uitzondering maken voor de woning, bewoond door het hoofd der school te Merselo en zouden de huur hiervan ingaande 1 Juli 1933 willen brengen van f 360.— op f 325,— en ten slotte, hoewel deze huur feitelijk niet te hoog is, doch rekening houdende met de plaats betrekkelijk afgelegen en de moeilijkheid om eventueel een anderen huurder te vinden, de huur der woning, bewoond door het hoofd der school te Ysselsteya, eveneens ingaande 1 Juli 1933 te brengen van f 325.op f 300.doch de andere huren alle te handhaven. De heer Vermeulen vraagt of nu niet de vrees blijft, dat de woning te Ysselsteya leeg komt te staan. De Voorzitter zegt, dat dit geen motief is om nog lager te gaan, want dan kan de huurder wel aan den gang blijven. De heer Arts zegt, zich met het voorstel van B. en W. te kunnen vereenigen. De heer Vermeulen vindt het ook goed, als de woning maar niet leeg komt te staan De heer Van Boven vraagt, of het hoofd der school dan gedreigd heeft de woning te verlaten. De Voorzitter antwoordt, dat hier geen kwestie is van dreigen. Zijn opmerking was een algemeene. De voorstellen van B. en W. worden hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Dan is aan de orde a. aanvrage van het R.K. Kerkbestuur der Parochie van St. Petrus Banden tot het ontvangen der benoodigde gelden voor de stichting van een R.K. drieklassige school te Heijde. b. aanvrage van het R K. Kerkbestuur der Parochie van St. Petrus BandeD tot het ontvangen der benoodigde gelden voor de stichting van een zevenklassige R.K. Jongensschool te Venray—Kom. In verband met deze twee punten deelt de Voorzitter mede, dat een wetsontwerp is ingediend ter beperking der uitgaven, welke voor de openbare kassen voortvloeien uit de uitvoering der Lager Onderwijswet. Aangezien dit ontwerp enkel bekend is uit de courant en Spreker dus niet met volle zekerheid en objectief den Raad kan inlichten, stelt hij aanhouding dezer punten voor De heer Van Boven hoopt dat het wetsontwerp in vervulling zal gaan en zou het treurig v.nden, dat in dezen malaisetijd zoo met het geld gegooid werd. De school is wellicht slecht, maar is dit niet mede een gevolg van verwaarloozing door het hoofd der school Vroeger werden alle aan ti brengen reparaties gerapporteerd en nu blijven groote gaten in het dak weken lang onhersteld. Die komen niet ioeens en waarom deze niet telkens verbeterd. Doch ook al was de school onge schikt, dan nog zegt Spreker per sé te zijn tegen een scho >1 aan den Oostrumscheweg. Hier is ze altijd geweest en hier moet ze blijven, anders zal blijken dat er ook nog anderen zijn die handteekeningeD kunnen verzamelen. Spreker is niet tegen aanhouding, maar wil nu reeds zeggen, dat hij zich met hand en tand tegen verplaatsing der school zal verzetten. Nu ligt de school goed, n.l. in het centrum der gemeente de inleg is even wel, dat geleidelijk alles uit de Schoolstraat en omgeving moet verdwij nen naar den anderen kant der gemeente. De Voorzitter meent, dat, waar aanhouding is voorgesteld, op het door den heer Van Boven gesprokene niet verder behoeft te worden ingegaan. Althans indien de Raad met het voorstel tot aanhouding m :degaat. Wordt algemeen goedgevonden dit punt aan te houden. In verband met het voorstel van B. en W. als toekomstigen weg te bestemmen een strook grond, voor het grootst gedeelte reeds thans als landweg in gebruik, loopende vau den Stationsweg langs den rand van het vastgesteld uiibreidingsplan (Oostsingel) kruisende den Oude-Oos- trumsche weg naar den Leunscheweg en verder dezen weg kruisende tot den weg naar Deurne en tot het bepalen eener voorgevelrooilijn voor woningen en andere gebouwen aan dezen weg, zegt de Voorzitter, dat alle voorafgaande formaliteiten zijn vervuld de stukken hebben ter inz >ge gelegen, er zijn geen bezwaren ingebracht en de Gezond heidscommissie is gehoord en het hier enkel betreft een voorzorgs maatregel om ondoelmatige bebouwing te kunnen tegengaan, waarna algemeen wordt goedgevonden te besluiten overeenkomstig het voorstel vaa B. en W. Vervolgens is aan de orde a. voorstel van B. en W. tot het vast stellen eener verordening tot het stellen voor nadere voorwaarden, onder welke de burgemeester toestemming mag verleenen lot het geven van gelegenheid tot dansen in inrichtingen, waarvoor eene vergunning of een verlof A is verleend. b. voorstel van B. en W. tot wijziging der Algemeene Politieveror dening in verband met de wijziging der Drankwet. De Voorzitter zet uiteen, dat onze Algemeene Politieverordening niet meer volkomen aansluit aan de Drankwet, zooals deze voor een paar maanden is gewijzigd en daaruit nu moeten worden gelicht de bepalingen betreffende het dansen in inrichtingen, waarvoor een vergunning of een verlof A is verleend. Deze moeten dan in een afzonderlijke verordening worden ondergebracht, welke onderworpen is aan de goedkeuring van Ged. Staten. Spreker leest vervolgens de concept-verordening voor en zegt, dat practlsch alles juist hetzelfde blijft als voorheen. De heer Millen vraagt, of hij goed gehoord heeft, dat ook in sommige gevallen de Raad vergunning tot dansen kan geven. Neen, zegt de Voorzitter, voor dansen kan enkel de Burgemeester vergunning geven. De Raad kan echter wel nadere bepalingen vast stellen, waaraan de Burgemeester zich te houden heeft, doch de Raad kan van den anderen kant den Burgemeester niet dwingen, vergunning tot dansen te geven noch ook verbieden vergunning te geven. Maar, zegt de heer van Boven, kan de Raad er dan niets aan doen als de Burgemeester nu nimmer toestemming zou geven. Neen, herhaalt de Voorzitter, de Raad kan den Burgemeester niet dwingen. De heer van Boven vindt het nogal een ingewikkelde kwestie en zou deze zaak willen aanhouden. De heer Arts is het hiermede eens. De Voorzitter acht dit niet noodig en acht het een belang deze ver ordening met de Venraysche kermis in werking te hebben. Wethouder Odenhoven vraagt, of er dan een voordeel aan verbonden is voor de menschen, waarop de Voorzitter antwoordt, dat practisch alles precies hetzelfde blijft. I Dan is er ook geen bezwaar tegen, zegt de heer Vermeulen. De Voorzitter herhaalt, dat er practisch geen verandering komt. Spreker heeft echter gaarne, dat de handelingen van den Burgemeester gedragen worden door den wil van den Raad, evenals tot dusver het geval is geweest. De heer van Boven zal dan, in vertrouwen, dat alles inderdaad blijft als tot dusverre, zijn voorstel intrekken. Zou echter naderhand blijken, dat er toch wijzigingen zijn gekomen, dan zal hij hierop nader terug komen. De voorstellen van B. en W. worden hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Dan wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot benoeming van twee leden werkgevers en twee leden werknemers en een voorzitter in de commissie van toezicht op de arbeidsbeurs, ingevolge het bepaalde in artikel 13 der arbeidsbemiddeliagswet 1930 en artikel 5 der -'erordening op den Gemeentelijken dienst der arbeidsbemiddeling en werkloosheids verzekering. De Voorzitter zegt, dat volgens art. 13 der arbeidsbemiddeliagswet 1930 de Commissie van Toezicht op den dienst der A. B. en \V. V. bestaat uittwee leden werkgever? of vertegenwoordigers van werk gevers, twee leden werknemers of vertegenwoordigers van werknemers, en een voorzitter, die buiten deze leden aan de commissie wordt toegevoegd. Deze voorzitter is dan tevens voorzitter der Commissie van Toezicht voor de districts arbeidsbeurs, waarin dan ook nog zitting krijgen ten minste één werkgever en één werknemer, die het bedrijf uitoefenen in eene andere gemeente van het district, dan waar de districts-arbeidsbeurs is gevestigd en twee leden van de besturen der tot het district be hoorende gemeenten met uitzondering van die, waar de districts-arbeids- beurs is gevestigd. B. en W. hebben zich tot de plaatselijke organisaties gewend, om hen in de gelegenheid te stellen, aanbevelingen in te zenden. Deze hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt en in verband daarmede hebben B. en W. de aanbevelingen opgemaakt. Spreker vestigt er voorts de aandacht op, dat het slechts aanbevelin gen zijn en dus de Raad daar gerust buiten kan gaan. Omtrent de werkgevers zijn door de organisaties voorgedragen R. K. Bouwpatrooos: J. H. H. Oudenhoven, G. H. Verstralen en P. M. Wijnhoven. Landbouwbonden: M. Goumans, G. H. Houben en M. Wismans. B. en W. achtea het wenschelijk, det er uit beide categorien een ge nomen wordt, hoewel de Raad daartoe niet gebonden i3. Twee land bouwers of twee bouwpatroons zoude niet in strijd zijn met de wet, doch dan werd de samenstelling der commissie wel eenzijdig. Spreker stelt vervolgeus voor op het stembiljet twee namen te zetten. De heer van Haren vraagt, of de gtnoemde heeren zijn aanbevolen door de organisaties of door B. en W. De Voorzitter antwoordt, dal deze heeren door de organisaties zijn aanbevolen en B. en W. geen termen hebben gevonden, om daarvan af te wijken en ze nu aanbevelen in alphabetische volgorde. Wethouder Pubben vraagt, of niet kan worden opgegeven in welke volgorde ze door de organisaties zijn aanbevolen. De Voorzitter ziet daar geen reden toe, nu B. en W. de candidaten alphabetisch hebben overgenomen. De heer Millen acht dit toch juister. Ia de werkliedenvereeniging b.v. is bij stemming de volgorde der candidaten opgemaakt. De heer Vermeulen zag ook gaarne voorlezing. De Voorzitter zegt, als de Raad er op staat, geen bezwaar te hebben tegen voorlezing der aanbevelingen, die resp. luiden 1. J. H. H. Oudenhoven, 2. G. H. Verstralen. 3. P. H. Wijnhoven; 1. G. H. Houben. 2. M. Wismans, 3. M. Goumans. De Voorzitter wijst vervolgens tot stemopnemers aan de heeren Stoot en Jacobs. Na de stemming blijkt, dat zijn uitgebracht 13 stemmen op den heer HoubeD, 1 op M. Goumans, 1 op G. Poels, 10 op J. H. H. Oudenhoven, 4 op G. H. Verstralen en 1 op P. M. Wijohoven, zoodat gekozen zijn de heeren G. H. Houben en J. H. H. Oudenhoven. Nu volgt de benoeming van twee werknemers of vertegenwoordigers van werknemers. Ook hierover is de organi.-atie gehoord. B. en W. zouden bet ook hier weer wenschelijk vinden, dat iemand werd aanbevolen uit de bouwvakarbeiders, sigarenmakers en landarbeiders en hebben daarom de volgende alphabetische aanbeveling opgemaakt. J. W. Janssen, A. Millen, W. Peeters, voorz. bouwvakarbeidersbond, Ponjée, secretaris bouwvakarbeidersbond, J.Smits, secr. sigarenmakers- bond en M. Willems lid sigarenmakersbond. De aanbeveling der R. K. Werkliedenvereeniging luidt1. A. Mllien, 2. Jos. Ponjée. 3. M. Willems. De heer Van Boven zegt, dat deze drie zija aanbevolen door de Werkliedenvereeniging. Het is wellicht juist den heer Milen niet te be schouwen als werknemer, doch hij dient wel beschouwd te worden als vertegenwoordiger van werknemers, want op de gehouden vergadering is hij met ongeveer algemeene stemmen hiertoe aangewezen. Wethouder Odenhoven beveelt ook de candidaten der Werklieden vereeniging aan en wijst er op. dat ook Ponjée, die reeds jaren secre- aris dezer vereeniging is, met ongeveer algemeene stemmen en dit waren er heel wat is aangewezen. Na de stemming blijkt, dat zija uitgebracht3 stemmen op den heer J. Janssen, 13 op A. Millen, 10 op J. Ponjée, 3 op J. Smits en 1 op M. Willems, zoodat benoemd zijn de heeren A. G. Millen en J. K. A. Ponjée. Slot volgt. Een uniform verbod op komst. Andere politieke zaken. Diefstalvrije rijwielplaatjes. De Lutine toren staat. De Merwedebrug óók, maar niet op de goede plaats. Sport en allerlei. Naar bericht wordt, Is deze week de indiening te verwachten van een ontwerp-wet. hetwelk verbod zal inhouden van het dragen van partij uniformen. Het verbod moet zoodanig zijn geconstrueerd, dat b.v. de „Graal" ook de A J.C. er buiten vallen. Het zal een teleurstelling zijn voor de verschillende groepen fascisten, die graag met een mooi pakje geuren ook van meening zijn, dat van hun uniform een fascineerenden in vloed uitgaat. De bedoelde groepen blijven zich intusschen zeer druk maken met het uitvechten van allerlei interne kwes ties. De „leiders" worden zoo vaak afgezet en door anderen vervangen, dat buitenstaanders er den kijk op verliezen. De „eenig echte" Neder- landsche Nazi-partij, welke ook in Duitschland wordt geduld, heeft nu ook den opperleider Albert van Waterland, die zich niet vrij van Joodsche smetten zou hebben ge houden. uitgeworpen en vervangen door den heer Adalbert Smit. Voor hoelang De Nederlandsche mussolini of Hitier schijnt nog maar niet ge vonden. Zaandam probeert het nog een3 om het met de regeering op een accoordje te gooien. B en W. heb nen nieuwe plannen beraamd om de begrooting8tekorten te dekken en daarover zal de raad op Donderdag a.s. worden gehoord. Het schijnt intusschen, dat de regeering strak a haar eigen eischen zal vasthouden. In Hillegersberg deed zich een min of meer vermakelijk geval van poli tieke actie voor. Een boycot comité uit de moderne arbeidersbeweging voert agitatie voor het weren van Duitsche producten. De manifesten zijn onderteekend met de namen Colijo, Welter en Deckers. Een mistificatie Neen, ia Hillegersberg dragen drie „partijgenooten" inder daad genoemde namen en zij werden in het comité opgenomen. Maar het zijn ministers, noch oud-ministers 1 Het Depa.temeut van Financiën heeft zich verdienstelijk gemaakt door de beschikbaarstelling van houders voor rijwielplaatjes, tegen betaling althans. De houders zijn goedkoop, maar voor de bevestiging is de hulp van een rijwielhersteller vereischt. Bovendien worden de houders voorloopig slechts in een tiental steden verkrijgbaar gesteld. De hou ders moeten diefstal zoo goed als onmogelijk maken, diefstal van de plaatjes aliééa tenminste. De georganiseerde rijwielhandel is ontsticht over de ministerieele con currentie. De Lutine-toren, welke de goud schap nabij Terschelling moest over huiven, is geplaatst. Eerst stond het geval een beetje scheef, maar ook dat is terecht gekomen. Het goud moet nu, volgens uitvinder Beckers, ongeveer voor het grijpen liggen. Het lied klinkt schoon en zal de aandeelen in de onderneming stellig goed doen rijzen. Minder fortuinlijk is het gegaan met de plaatsing, of liever met het vervoer van de Merwedebrug. Het moest Zaterdag een ingeniejs staal van technische kuust worden, maar de Merwedebrug kwam niet, waar ze zijn moest. Ze is vastgeloopen bij Zeeburg onder Amsterdam en

Peel en Maas | 1933 | | pagina 7