Tweede Blad van „PEEL MM MAAS" Openbare vergadering van den Raad der gemeente Venray, Zaterdag 24 Juni 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 25 gehouden op 9 Mei 1933 des namiddags 4 uur. Voorzitter de heer O. L. P. van de Loo. burgemeester, Secretarisde heer A. F. M. van Haaren. Tegenwoordig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vorige vergadering ongewijzigd worden vastgesteld. Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 9 getrokken is, zoodat bij stemmingen in deze vergadering no. 9 der presentielijst, i.e. de heer Vermeulen, het eerst zijn stem moet uitbrengen. Vervolgens leest de Voorzitter voor het proces-verbaal van kas- opiame bij den Gemeente-Ontvanger over het eerste kwartaal 1933, waaruit blijkt, dat op 10 Maart 1933 het totaal der inkomsten bedroeg f 402019,05, het totaal der uitgaven f 341438.61, zoodat 10 Maart j.l. in kas was f 60580.44. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Dan is aan de ordevaststelling der vergoedingen ten behoeve der verschillende bijzondere lagere scholen over 1931, overeenkomstig het bepaalde bij de artikelen 101 en 103 der Lager-Onderwijswet 1920. De Voorzitter deelt mede, dat de vergoeding eerst kan worden be paald, als de rekening over het desbetreffend dienstjaar is vastgesteld. Dit is geschied en overeenkomstig de gelijksoortige openbare school bedraagt de vergoeding per leerling f 6.34 en is hel totaal bedrag voor het St. Josephsgesticht f 881.26 voor de bijzondere school Venray Kom f 2853 idem Oirlo (Jongensschool) f 805.18idem Oirlo (Meisjesschool) 162.73 idem Leunen (Meisjesschool) 532.36idem Leunen (Jongensschool) f 489.76i/i idem Merselo f 722.76idem Ysselsteyn 876.505; idem Oostrum f 703.74 idem Castenray f 741.78 voor school A der Zusters Ursulinen 1714.97 voor school B der Zusters Ursulinen f 1164.97s en voor school Veulen f 351.87. Wordt algemeen goedgevonden. Hierna wordt het kohier der hand- en spandiensten vastgesteld met 2182 handdiensten en 1666 spandiensten. De Voorzitter dankt de heeren Raadsleden der gehuchten voor hunne voorlichting. Dan is aan de orde voorstel van B. en W. tot verkoop van circa 10 H,A. ontginnïngsgrond te Venray—Ysselsteyn aan J. H. Lamers te Ysselsteyn. De Voorzitter zegt, dat de geboden prijs lager is, dan die in de laatste jaren bedongen, doch het perceel ligt ook minder gunstig, ver van den grintweg verwijderd, en de grondprijzen zijn bovendien over het algemeen sterk gedaald. Lamers is van plan hierop eene boerderij te stichten. Burgemeester en Wethouders stellen voor dit perceel te verkoopen voor f 175.per H.A. waaraan zij echter de voorwaarde willen ver binden, dat op verbeurte eener onmiddellijk opeischbare hoete van f 1000.—, uiterlijk binnen een jaar na het passeeren der akte op het terrein een boerderij wordt gesticht. De heer Van Haren vraagt, wat er gebeurt als Lamers niet bouwt. Hiervoor is geen gevaar, zegt de Voorzitter, doch bovendien staan er voldoende waarborgen in de akte en hij verbeurt in elk geval een boete van f 1000. Wordt algemeen goedgevonden. Vervolgens wordt behandeld a. voorstel van B. en W. tot aankoop van circa 65 M2 grond, gelegen aan den provincialen weg Venray Castenray van de wed. H. LeyssenCox en b. voorstel van B. en W. tot het kosteloos beschikbaar stellen van dit terreintje aan de Stroom- verkoopmij. voor den duur der concessie. De Voorzitter zegt, dat voor de verbetering van de voeding van net net Castenray een transforraatorhuisje gebouwd moet worden in de Dabijheid van de hoeve van P. Duykers. Het voorgestelde stuk grond is wel het meest geschikte terrein hiervoor en de prijs bedraagt f 1.— per M2. De heer Vermeulen vraagt of de gemeente den benoodigden grond voor het stichten van transformatorhuisjes moet koopeD, waarop de Voor zitter bevestigend antwoordt en zegt, dat de gemeente deze terreintjes voor den duur der concessie kosteloos ter beschikking moet stellen. Dus dit moet worden toegestaan, zegt de heer van Haren. Zeker, zegt de Voorzitter, dit is in geheel Limburg zoo. De heer Van Haren zegt. dit speciaal te vragen, omdat hij gehoord heeft, 'dat de bouw aan iemand uit Horst is gegund. Dan zijn ze erg voorbarig geweest, zegt de Voorzitter. De heer Millen vindt het jammer, dat op grond, waarvoor de gemetDte moet zorgen, niet door een Venraysch aannemer kan worden gebouwd. Die zullen ook wel uitgenoodigd zijn, zegt de Voorzitter, want ge woonlijk worden er enkelen uit de omgeving gevraagd, ook uit andere gemeenten, en daar kunnen wij niets aan doen. De heer Geurts zegt te weten, dat Dinghs uit Castenray ook was uitgenoodigd. De heer Houben vraagt nog de juiste ligging van het perceel, het geen door den Voorzitter nader wordt aangeduid, waarna algemeen wordt goedgevonden te besluiten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Na toelichtig door den Voorzitter wordt vervolgens algemeen goed gevonden te besluiten tot ruiling van een strookje grond, gelegen te VenrayOostrum, met den Staat der Nederlanden in verband met de Bekennormalisatie. Hierna is aan de orde het voorstel van B. en W. tot het aaDgaan eener rekening-courant overeenkomst met de Nederlandsche Landbouw- bank, bijkantoor Venray, voor de periode van 1 Juli 193330 Juni 1934. De Voorzitter deelt mede, dat de thans geldende overeenkomst met 30 Juni a.s. eindigt en B. en W. zich voorstellen onder dezelfde voor waarden en zekerheidsstelling een nieuwe overeekomst voor den tijd van een jaar aan te gaan. Het minimum percentage voor debetrente zal worden bepaald op 4 pet. en dat voor creditrente op li/i pet. Wordt algemeen goedgevonden. Vervolgens wordt behandeld het voorstel van B. en W, tot vast stelling der afschrijvingen overeenkomstig de verordening, regelende den tak van dienst het bedrijf der gasfabriek. De Voorzitter leest de verschillende afschrijvingspercentages en be dragen voor, in totaal f 3320.en zegt, dat het nog te dekken verlies groot t 1041.overeenkomstig art. 41 der rekeningsvoorschriften uit de gemeentekas aan het bedrijf moet worden uitgekeerd. De heer Millen zegt gehoord te hebben dat het gasbuizennet wordt uitgebreid en vraagt of dit nog eerst in den Raad komt. De Voorzitter zegt, dat er voor deze uitbreiding het betreft hier de aansluiting van het ziekenhuis, het begin van den Oostsingel en het eerste gedeelte van den Oude Oostrumscheweg een post op de be grooting staat. Mocht er meer noodig zijn, dan komt dat vanzelf in den Raad. Wordt algemeen goedgevonden de afschrijvingen vast te stellen over eenkomstig het voorstel van B. en W. Hierna is aan de orde voorstel van B. en W. tot het opnieuw ver huren der oude school te Merselo aan de afdeeling Merselo van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond. De Voorzitter zegt, dat, in afwachting van eene eventueele beslissing omtrent aankoop van dit of een ander gebouw, de Boerenbond te Merselo gevraagd heeft, de huur van dit gebouw onder dezelfde voor waarden en bepalingen met een jaar te verlengen. Wordt algemeen goedgevonden. Nog is aan de orde: voorstel van B. en W. tot verpachting van circa 4.50 H.A. grond, gedeelte van Sectie H 1914 aan het Zwart- water aan L. H. Arts te Merselo. De Voorzitter zegt dat de pacht van dit perceel 15 October 1932 is afgeloopen en L. H. Arts hiervoor thans een pachtaanbod doet van f 45.— per jaar. Wethouder Pubben voegt hieraan toe, dat dit het verst gelegen ge deelte is der gronden, die de gemeente in cultuur heeft en het niet ge makkelijk valt daarvoor een goeden pachter te vinden. Spreker zou dan ook ten sterkste aanraden dit voorstel goed te keuren. Bij de verpachting aan van Tilburg is goedgevonden, dat daar een kippenhok bij zou komen, terwijl aan de boerderij van Arts een var kenshok zou worden bijgemaakt. De Voorzitter zegt dat beide werkjes dit jaar zullen gebeuren. Wordt algemeen goedgevonden. Vervolgens is aan de orde: Aanvrage van het Schoolbestuur der Eerw. Zusters Ursulinen om beschikbaarstelling der noodige gelden voor de aanschaffing van 16 schoolbanken. De Voorzitter zegt dat wegens uitbreiding van het aantal leerlingen 16 nieuwe schoolbanken noodig zijn. De aanschaffingskosten hiervan bedragen f 18.per bank. De heer van Boven zegt hier niet op tegen te zijn, doch vraagt of deze 16 banken ook beslist noodzakelijk zijn, want anders kon ook hier wellicht bezuinigd worden. De Voorzitter zegt zich persoonlijk overtuigd te hebben van de nood zakelijkheid dezer banken, waarna algemeen werd goedgevonden maxi maal f 288 beschikbaar te stellen. Dan is aan de orde Aanvrage om subsidie van den Directeur der R. K. Militaire Vereeniging te Nijmegen. De Voorzitter zegt dat B. en W., in afwijking van den regel dat subsidieaanvragen in den loop van het jaar niet behandeld worden, hier voorstellen een klein subsidie te geven en wel le. omdat het een klein bedrag is en 2e. omdat de Militairen-Vereeniging een buitenge woon nuttige instelling is. Het aangevraagde bedrag over 1935 bedraagt f 9.90. De heer Arts zegt, dat het aangevraagde bedrag niet veel is, maar dit veel kan worden als nu ook Venlo, 's Bosch. Breda, Ede, den Haag en andere plaatsen komen. Spreker zou eens afwachten wat die andere plaatsen doen, want ah wij het Nijmegen geven, kunnen wij het de andere plaatsen niet weigeren. De Voorzitter zegt dat door deze beslissing nog niets wordt vast gelegd voor andere jaren en voor alle gevallen. Wel zullen B. en VV. natuurlijk sympathiek staan tegen andere aanvragen van dezelfde soort, maar het is toch ook van groote moreele waarde dat de ouders weten waar hun jongens hun vrijen tijd kunnen doorbrengen. De heer van Boven is het met den heer Arts een3. Venlo komt zeker. En Venlo moet ook op de eerste plaats komen, want daar vol brengen drie kwart van onze jongens hun dienstplicht. Nijmegen is ten slotte niet van zooveel belang, daar zijn maar een paar Venraysche jongens. De Voorzitter herhaalt, dat we hier niet beslissen over volgende jaren en ook geen bedrag absoluut vastleggen. Mogelijk is wellicht een regeling, dat een bepaald bedrag per Venraysch lid wordt vastgesteld en dan krijgt elke vereeniging wat haar naar evenredigheid toekomt. Den heer van Boven valt het op dat het garnizoen met de minste Venraysche jongens het eerst om subsidie vraagt. Wethouder Odenhoven zegt, toen het voorstel in B. en W. behan deld werd, niet te hebben geweten dat er zoo weinig Venraysche jon gens in Nijmegen waien. Spreker vindt een klein subsidie echter niet misplaatst, maar zou, omdat het hier zoo weinig betreft, dit punt aan houden tot een volgende vergadering. De heer Stoot zegt dat het niets ter zake doet of er 3 of 25 Ven raysche leden in een plaats zijn. Het gaat er slechts om wat die ver eeniging is en voor onze jongens doet. Als we later b.v. Venlo sub sidieeren, kunnen we toch Nijmegen niets weigeren, omdat er maar een paar leden uit Venray zijn. De Voorzitter zegt dat dit ook allerminst de bedoeling is. Spreker heeft er echter geen bezwaar tegen de beslissing over dit punt aan te houden. Wordt algemeen goedgevonden dit punt aan te houden. De aanvrage om subsidie van de Stichting „Het Limburgsche Land schap" wordt hierna afgewezen, terwijl het Bestuur zal worden mede gedeeld, dat het hun intusschen vrij staat om voor 1934 tijdig eene nieuwe aanvrage te doen. Hierna wordt behandeld de aanvrage van A. Riozzi, bioscoophouder te Breda, om restitutie van door hem betaald standgeld voor de kermis 1932. De Voorzitter zegt dat Riozzi, in goed vertrouwen dat hem dit door den Bioscoopbond zou worden gerestitueerd, zijn standgeld had be taald. Door den Bioscoopbond is het hem onmogelijk gemaakt de kermis te Venray te bezoeken, zoodat wij toen nog slechts op het laatste nippertje nog een circus hebben kunnen laten komen, dat f 120 standgeld heeft opgeleverd. In ieder geval moeten wij dan ook f 112.50 restitueeren, doch B. en W. stellen voor b.v. f 150.— De heer Vermeulen vindt dit een kwestie tusschen Riozzi en den Nederlandschen Bioscoopbond. De Voorzitter antwoordt dat dit aanvankelijk ook de meening van B. en W. was. Riozzi heeft dan ook alle pogingen bij den Bioscoop bond om schadevergoeding gedaan, doch ongeveer niets gekregen. Riozzi is gedupeerd en kan er toch niets aan doen. De heer van Boven vraagt of het niet mogelijk is dat de Bioscoop bond er achter zit en gezegd heeft eerst probeeren bij de Gemeente. De Voorzitter weet zeker, dat dit niet het geval is. Wordt algemeen goedgevonden f 150.— te restitueeren. Dan wordt behandeld de aanvrage van het R. K. Kerkbestuur te Oostrum om eene bijdrage van 20 pet. tot een maximum van f 10.000 in de kosten van stichting eener nieuwe kerk aldaar. Na voorlezing van het request zegt de Voorzitter, dat B en W. op het standpunt staan, dat subsidie verleening hier alleszins gemotiveerd is. In Oirlo is indertijd ook voor de vergrooting der kerk dit standpunt ingenomen en toen is gegeven 10 pet. der kosten, na aftrek der subsi dies uit andere bronnen, tot een maximum van f 3000.—. De kosten zijn toen lager geweest en is slechts ruim f 2100.— gegeven behoeven te worden. Wat Oostrum betreft meenen B. en W., dat iets verder mag worden gegaan, omdat het hier nieuwbouw is. Er zullen eerlang echter nog wel meer aanvragen komen en bovendien moet rekening gehouden worden met den financieelen toestand. In dit verband mag de gemeente alleen subsidie verleenen in zooverre de bouw sober wordt gehouden in deze tijden mag de gemeente in luxe niet bijdragen. B. en W. stellen daarom voor een bijdrage te verleenen van 20 pet. in de bouwkosten tot een maximum van f 7000, onder voorwaarde, dat met den bouw der nieuwe kerk uiterlijk 1 Juli 1934 wordt begonnen. Het subsidie zal in termijnen worden uitbetaald, terwijl voor het bedrag een leening zal worden aangegaan, af te lossen in hoogstens 20 jaren. B. en W. kunnen echter ook goedvinden gedurende 20 jaren een sub sidie van f 5C0 per jaar te verleenen. Dit komt ongeveer op hetzelfde neer als men alles berekent en wij zouden dus de keuze aan het kerk bestuur kunnen laten. In de voorwaarden van aanbesteding wenschen B. en W. voorts de clausule opgenomen te zien, dat aan den bouw, voorzoo ver geschikte krachten aanwezig zijn, uitsluitend Venraysche werklieden mogen worden tewerkgesteld, of deze althans de voorkeur genieten. De heer Vermeulen meent, dat in het request staat, dat niet gebouwd kan worden als ze niet minstens f 10000 van de gemeente krijgen. Hebben B. en W. zich daaromtrent vergewist De Voorzitter meent, dat het daar niet vanaf zal hangen en zegt dat de Raad bij aanneming van het voorstel een ruim standpunt inneemt. De heer Goumans zegt, dat als het bedrag gelimiteerd wordt tot f 7000, de bouw toch bezwaarlijk zal worden en hij daarom dit zou brengen op hoogstens f 10000. De Voorzitter antwoordt, dat met f 35000 al heel wat te bereiken is en wij vooral niet uit het oog moeten verliezen, dat er nog meer aan vragen zullen volgen. B. en W. meenen dan ook zeer ver te zijn ge gaan. De heer Goumans zegt, dat in Ysselsteyn toch meer gegeven is. De Voorzitter antwoordt, dat het absoluut onjuist is den bouw van Ysselsteyn, waar geen kerk of kapel was, en waar de gemeente haar eigen gronden had verkocht, te vergelijken met dezen nieuwbouw. In Ysselsteyn hadden wij zeer bijzondere verplichtingen. De heer Van Haren zegt, zich te kunnen vereenigen met het voorstel van B. en W., doch zou dit ook kunnen als het bedrag iets hooger was, omdat het een bedevaartsplaats is en de draagkracht van Oostrum niet zoo groot is als die van de andere gehuchten; als het nu noodig blijkt, kunnen we dan later niet wat verder gaan Neen. zegt de Voorzitter, wij moeten een definitief besluit nemen met een vaststaande limite. De heer Goumans bepleit nogmaals een hooger subsidie, ook omdat Oostrum zich zoo uitbreidt, doch vooral omdat bet een bedevaartsplaats is. De Voorzitter antwoordt, dat de toename van het aantal inwoners juist een reden is om te verwachten, dat de inkomsten grooter zullen worden. Daarbij wordt in een bedevaartplaats niet alleen gebeden, doch ook geofferd. Ja, zegt de heer Goumans, maar daarom moet die kerk ook grooter worden men moet bij de ruimte rekening houden met de toename der bevolking. De Voorzitter antwoordt dat ook nog altijd de oude kerk blijft. De heer Stoot vraagt hoe de finantieele toestand der kerk is. waar op de Voorzitter antwoordt, dat als Oostrum niet behoefde te bouwen, het rectoraat er zou kunnen komen. Deze buitengewone uitgaven kan Oostrum zeer zeker niet bekostigen. De heer Vermeulen zegt zich overtuigd te hebben dat de finantieele toestand niet zoo gunstig is als buitenstaanders wellicht meenen, omdat alles er goed uitziet en er nogal pelgrims komen. De heer Nelissen vraagt of het niet mogelijk is de bestaande kerk te vergrooten. De Voorzitter zegt altijd gehoord te hebben dat dit moeilijk, zoo niet onmogelijk gaat. In elk geval is de conclusie van diverse des kundigen, dat het beter is een nieuwe grootere kerk te bouwen. De heer Vermeulen vraagt of niet tevens kan worden bepaald dat de aanbesteding onder Venraysche aannemers moet geschieden. De Voorzitter antwoordt dat dit niet kan. Maar, zegt de heer van Haren, er kan toch wel in het bestek wor den bepaald, dat uitsluitend Venraysche leveranciers in aanmerking komen. Dit heeft men b.v. ook in Nijmegen gedaan. De Voorzitter zegt dat dit niet zal kunnen, vooral ook omdat men voor kerkbouw ongetwijfeld speciale artikelen noodig heeft, die hier niet of zeer moeilijk te krijgen zijn. Daarbij, als we alles gaan voor schrijven, zouden we met de andere hand weer wegnemen wat we met de eene hand gegeven hebben. De heer van Boven zegt toch veel te voelen voor het gezegde van den heer van Haren, voor zoover dit eenigszlns mogelijk isdit komt ook den Venrayschen werklieden ten goede. Laten wij maar hopeD. aldus de Voorzitter, dat een Venraysche aan nemer het werk krijgt, dan komt dit alles van zelf in orde. De heer Vermeulen zou dan althans B. en W. willen verzoeken met den architect te overleggen en hem te kennen te geven dat het zeer op prijs zal worden gesteld dat de Venraysche leveranciers de voorkeur hebben. Voor zoover dit mogelijk is, zegt de Voorzitter hiertegen geen be zwaar te hebben. Wethouder Odenhoven betwijfelt of het wel juist is dat de gemeente, die feitelijk toch slechts een klein gedeelte bijdraagt, zooveel wetten en eischen stelt. Kunnen B. en W. door overleg wat gedaan krijgen, dan zullen en mogen zij dat niet nalaten, maar eischen stellen in alle op zichten dat gaat toch te ver. De Voorzitter constateert met genoegen dat de wethouder het in deze geheel met hem eens is en vraagt of iemand stemming verlangt. De heer Goumans stelt voor f 10.000 te geven. De heer Millen zegt dat B. en W. met een heel flink voorstel voor den dag zijn gekomen. Het voorstel Goumans wordt niet gesteund en komt dus niet in stemming. Hierna wordt het voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Vervolgens worden aangeboden a. verslag van den Vleeschkeuricgsdienst. b. verslag betreffende de Volkshuisvesting overeenkomstig artilcel 77 der Woningwet. Wordt algemeen goedgevonden deze verslagen voor de leden ter Secretarie ter inzage te leggen. 19323n *S aaa °rC*e aaavu^n® en wiJ^9*n9 ^er begrooting dienst De Voorzitter leest de voorgestelde wijzigingen en aanvullingen voor, welke algemeen worden goedgevonden. Nog is aan de orde voorstel van B. en W. tot vaststelling eener verordening op de geldschietbanken in de gemeente Venray. De Voorzitter zet de bedoeling der Geldschieterswet uiteen en zegt dat het noodig is in deze regelend op te treden, nu wij de geldschiet banken niet kunnen weren. De heer Van Boven juicht het voorstel toe en stelt er prijs op hier aan te kunnen meewerken, want er wordt in deze in vele gevallen van de arbeiders en vaak van de armsten onder hen misbruik gemaakt. Als we het de banken al te gemakkelijk maken en niet flin t controleecen, worden de arbeiders en ten slotte ook den Middenstand de dupe. De Voorzitter constateert, dat de heer Van Boven den toestand vol komen juist inziet en zegt, dat B. en W. volkomen op hetzelfde stand punt staan. Spreker leest vervolgens de ontwerp-verordening voor. De heer Arts zou de oppervlakte voor de localiteiten gerust nog wat grooter nemen, zooals b.v. in Venlo. waar het 20 M2 en 15 M2 is, of als men dan niet heelemaal zoo hoog wil gaan als Venlo 18 en 14 M2. Hoe hooger de eischen, aldus Spreker, hoe minder last wij er van krijgen. De Voorzitter antwoordt, dat zijn voorstel in B. en W. aanvankelijk ook iets hooger was dan nu voorgesteld, doch Wethouder Odenhoven meende toen, dat met het oog op de bestaande woningen hier, die over het algemeen zulke groote vertrekken niet hebben, wat lager zou kunnen worden gegaan; echter kan het dagelijksch bestuur zich er ook mede vereenigen indien de oppervlakte wat hooger wordt vastgesteld. De heer Millen zou dan gerust wat hooger gaan dan B. en W. voorstellen. Wij staan lager dan andere gemeenten, ook nog als we 18 en 15 M2 nemen. Op voorstel van den Voorzitter, wordt daarop de minimale oppervlakte der vertrekken door den Raad vastgesteld op resp. 18 en 15 M2. De verordening wordt verder in haar geheel zonder hoofdelijke stem ming vastgesteld overeenkomstig het voorstel van B. en W. Vervolgens wordt behandeld het schrijven van den heer G. Ver meulen, hoofd der bijz. school te Ysselsteyn, om huurvermindering der door hem van de gemeente gehuurde woning. Na voorlezing van het request, zegt de Voorzitter, dat de Gemeente evenmin als elk ander verhuurder rekening kan houden met verminderde inkomsten. Dit doet de gemeente ook niet bij eventueele salarisver- hooging, zoodat dus dit motief vaa den heer Vermeulen voor den Raad niet kan gelden; omdat aan deze zaak echter meer vast zit, willen B. en W. eerst een en ander nog eens onder de oogen zien en stellen zij daarom voor dit punt aan te houden. De heer van Boven ziet van dit laatste het nut niet in. Hoewel de menschen uit de arbeiderswoningen ook niet meer zoo veel ver- dieneu als vroeger zijn de huren ook niet verlaagd. En wat de be mesting en verzorging van den tuin betreft, meent Spreker in tegen stelling met het request, dat deze alles te wenschen overlaten en de tuin op een wildernis gelijkt en het dus niet ligt aan de bodemgesteld heid. De heer Arts meent, dat het request wel heel mooi is opgemaakt, doch betwijfelt zeer of alles wel overeenkomstig de werkelijkheid is. Hij zou maar afwerken. De heer Houben voelt meer voor aanhouding, dan kan deze zaak eens van alle kanten bekeken worden, mede in verband met de vraag of we op den duur niet met woningen als deze blijven zitten. De heer van Dijk is ook voor aanhouding en zou den Voorzitter in overweging willen geven zelf eens te gaan kijken. Als het iemand nog kan betalen is het zeker een ambtenaar als deze zonder kinderen. Wat betreft den tuin, zegt spreker, dat deze veel te groot is en van den be ginne af verkeerd is aangelegd. Wordt algemeen goedgevonden deze zaak aan te houden. Hierna komt in behandeling de aanvrage van W. Swaghoven om voor zes jaren in huur te mogen ontvangen een perceel grond ter grootte van circa li/t H.A., gelegen aan den Maasheescheweg, kadastraal bekend Sectie C 2443 en 2440. Na voorlezing van het request stelt de Voorzitter namens B. en W. voor, dat zij met aanvrager m overleg zullen treden en als er tot over eenstemming wordt gekomen aan aanvrager voor zes jaren den'grond te verpachten voor f 25 per jaar. De voorwaarden en bepalingen, welke B. en W. in overleg met den pachter noodig of gewenscht achten, zullen dan nader in de te sluiten overeenkomst worden vastgelegd. De baan zal in ieder geval zoo moeten worden gebouwd, dat zij door den A.N. W.B. kan worden goedgekeurd en er officieele wedstrijden kunnen ge houden worden. De heer Millen vindt de som nogal hoog, wijl de grond toch waarde loos is of althans renteloos ligt en zou willen voorstellen £10. De heer van Boven is het hiermede eens en zegt dat juist door die wielerbaan, die naar wij hopen veel verkeer medebrengt, er op den duur

Peel en Maas | 1933 | | pagina 7