Tweede Blad van „PEEL MM MAAS
19
Dienende liefde.
FEUILLETON.
De ondergang
der Bokruiters.
Noord-Limb.
Paardenfokdag.
Zaterdag 17 Juni 1933
Vier en vijftigste Jaargang No. 24
Er is Diets nieuws onder de zon
Zoo is ook het onderwerp van
onzen 24en Limburgschen Katho
liekendag niet iets nieuws, niet iets.
dat nu eens gauw is uitgevonden,
om de wereld, om de menschheid te
redden.
Dienende liefde is Diets nieuws.
Door een gebrek aan dienende
liefde, doordat de menschheid de
dienende liefde niet meer beoefende,
is dat groote blok ellende, dat zoo
zwaar op ods drukt, in de wereld
gekomen. De menschheid wilde God.
wilde zijn evetiraensch niet meer
dienen io liefde. Het is door gebrek
aan dienende liefde, dat de wereld
ten onder gaat.
Daarom is het zoo goed. dat dit
onderwerp eens in het middelpunt
der belangstelling is geplaatst. Vooral
wij. Katholieken, moeten leeren zien,
hoe groot het tekort aan dienende
liefde in onzen modernen tijd is. Aan
duizenden en duizenden, die in Heer
len waren samengestroomd, zijn nog
eens de consequenties voorgehouden
van de liefdeleer van Christus, die in
de wereld kwam om te dienen en
niet om gediend te worden.
Als ééu groep van menschen in
staat is, de menschheid meer ont
vankelijk te maken voor die dienende
liefde, dan moeten het de Katholieken
zijn.
„Hieraan zal men erkenneD, dat
gij Mijn leerlingen zijt, dat gij el
kander liefhebt
Wanneer van ons Katholieke volk
dit weer in al zijn geledingen kan
gezegd worden, dan ligt de weg
naar de tedding der maatschappij
open.
Als die overtuiging zich baan gaat
breken bij de duizenden bezoekers
van onzen Katholiekendag, bij de
duizenden Limburgers, die Maandag
naar Heerlen optrokkeD, als die
duizenden het nu ook aandurven, dit
in eigen leven en in de samenleving
met anderen in practijk te gaan
brengen, werkelijk te gaan „doen
aan dienende liefde, dan zal deze 2e
Pinksterdag een zegen zijn.
Zeg, dat Limburg de wereld niet
is. en dat de geheele wereld moet
hervormd worden, goed, maar wij
kunnen niet wachten tot de geheele
wereld tot dit gezonde inzicht is
gekomen, en wij zullen toch ergens
moeten beginnen. En waarom daD
niet in Limburg?
Dienende liefde 1
O, zeker, zij is niet geheel en al
verdwenen, velen zijn er in het volle
katholieKe leven, die haar in toepas
siDg brengen.
Ook in onze Arbeidersbeweging.
Hoevelen zijn er niet, ouderen en
jongeren, die zich geven, die zich
offeren voor het mooie werk onzer
beweging. En dat niet alleeD, wan
neer het gaat om stoffelijke voor
deelen, om een dikkere boterham
Hoevelen van onze menschen trek
ken niet uit, avond na avond, om
de arbeiders te bewegen tot meer
meeleven met de goede zaak. om ze
te bewegen tot het deelnemen aan
de gesloten retraite, om hen over te
halen de neutrale krant op te zeg
gen, om hen te overtuigen, dat de
dienende liefde wordt beoefend door
stuiver-vrijwilliger te worden voor
Herwonnen Levenskracht, enz. enz.
In ooze beweging, speciaal in
Limburg, hebben wij de georgani
seerde „dienende liefde" in „Credo
Pugno", in onze dappere stormtroe
pen van Pater Jacobs, de man van
onze Propagandaclubs.
Dat leger van Apostelen, van be
oefenaars der dienende liefde, groeit
Een zonderlinge Historie.
Naar het Duitsch.
12
En wat een prachtige ridder
en rooversgeschiedenissen
sprookjes wist mijnheer Meisner
dan weer te vertellen, zoo mooi
en boeiend, dat zelfs de weduwe
Mertens achter de half geopende
deur bleef staan luisteren. Daar-
tusschen door ontbrak het ook
niet aan ernstige schetsen uit het
dierenrijk de olifant, de leeuw,
de tijger speelden een groote rol
in de gesprekken van den man
en het kind, en het was Festen
rath wel toevertrouwd om den
weetgierigen vrager niet zoo ge
makkelijk een antwoord schuldig
te blijven.
Als zich dan jeugdige over
moed, verbazing, bewondering en
verrukking afspiegelden in de
prachtige oogen van den knaap
en hij moedig het verlangen uit
sprak, om ook wilde dieren te
bestrijden of ten oorlog te trek
ken, of een boosaardigen roover
te overweldigen, dan legde Fes-
tenrath hem dikwijls de hand op
de volle, blonde lokken en fluis
terde hem hartelijk in God be
hoede je, mijn jongen 1
aan, gestadig, immer meer onder de
bezielende leiding van hun generaal
Pater Jacobs en dieDS volijverigen
adjudant Jan Maenen.
De geest in dat korps is over het
algemeen voortreffelijk. Zeker ook
hier zijo zwakke plekken. Maar was
zelfs onder de twaalf Apostelen geen
Judas
Men moet respect hebben voor
die kerels. Pater Jacobs schoolt hen
in studiekringen, die hier op Zater
dag. daar op Zondag gehouden
worden. En enkele honderden komen
Zaterdags na hun werk bijeen, of
offeren den geheelen Zondagmiddag
op, om deze studiekringen bij te
wonen. Men treft er aan, die hier
voor 3 a Bi/t uur fietsen over hebben
door weer en wind. En na afloop
van elke bijeenkomst gaan allen zich
vereenigen om den voet van het
Taberna.cel, om Hem te danken, die
ods de dienende liefde heeft gebracht.
Onhegrijpelijk is, dat deze bewe
ging nog niet meer harten heeft
doen ontvlammen, dat er nog zoo
vele plaatsen zijo, waar deze haar
banier nog niet heeft geplant. Maar
de kenteriog is er, gelukkig.
Aan dienende liefde moet ook in
onze organisatie nog veel meer wor
den gedaan. Wij kunnen helaas niet
ontkennen, nog vele georganiseerde
egoïsten in onze gelederen te hebbeD,
die zich méér afvragen, wat er te
halen" dan wat er te „doen" is.
Om dat te veranderen moet onze
Credo-Puguo beweging meer vooruit
Waar Dog gebrek is aan Kerels, daar
moeten zij gevormd worden. Mate
riaal hebben wij, overal, ook op
onze dorpen. Dat troepje behoeft
niet groot te zijn. De groote massa
van onze menschen zal toch eerst
langzamerhand gewonnen kunnen
worden. De liberale geest van „ieder
voor zich", die ook bij vele arbeiders
oog diep zit, breken wij ook bij ons
niet in enkele weken. Daarom hun
vorming in Credo Pugno, dan be
reiken wij ons doel wel.
Zij, die gelooven, haasten niet, zij
weten, dat de uiteindelijke overwin
ning aan de waarheid, dus aan ons
is.
Wanneer wij overal maar enkele
van die menschen bij elkaar kunnen
krijgen, die zich voor dit werk wil
len spannen, dan krijgen wij lang
zaam maar zeker de massa ook tot
meer meeleven. De groote massa,
ook de Diet katholieke arbeiders.
Wij blijven niet staaD, als wij aan
de grens van ons katholieke erf zijn.
Kloekmoedig springen onze Credo-
Pugno mannen over de afscheiding.
De dienende liefde, die Christus ods
heeft gebracht, heeft hij immers ge
bracht voor alle menschen.
Daarom strijdt Credo Pugno voor
dit ideaal, heeft zij dit tot parool
de geheele moderne arbeiderswereld
aan Christus onzen Koning.
Eu zij tracht dit ideaal te bereiken
en zij zal het ook bereiken door de
dienende liefde.
CUSTOS.
De beteekenis van den
landbouw in de
maatschappij.
En van den Nederlandschcn
landbouw voor Nederland.
We meenen voldoende te hebben
aangetoond de beteekenis, ja de
noodzakelijkheid van den landbouw.
En al hadden we daarvoor ook
geen enkel argument aangehaald
dan zou dit nog afdoende door de
geschiedenis bewezen zijn, al was 't
maar alleen dat de landbouw 't eerst
van alle takken van bedrijf, die in
den loop der eeuwen zijn opgekomen
is ontstaan. Het kan toch geen toe
val 2ijo, dat de eerste menschen
landbouwers waren en dat O. L
Heer tot Adam zeide in 't zweet
uws aanschijns zult ge uw „brood"
eten 1
Weliswaar is de landbouw alleen
niet in staat, we merkten dit reeds
op, het maatschappelijk gebouw op
te trekken, zooals dit du is ontstaan,
maar eene volkshuishouding zou bij
uitsluitend landbouw toch mogelijk
zijn, al was 't dan ook op beschei
dener, zelfs veel bescheidener wijze
dan thans. En juist dat de landbouw
niet die gemakken en geneugten kan
bieden is mogelijk wel de oorzaak
dat hij, bij het veel voor het leven
eischende menschdom, zoo weinig in
tel is. Toch is een verwijt in dezeD
wel zeer misplaatst, want buiten hem
is geen enkele tak van nijverheid
géén intellect in staat, uit eigen
kracht zelfs 't primitiefste bestaan te
verschaffen.
Bij een absoluut vrij ruilverkeer
zou bet mogelijk kunnen zijn, dat
een land zonder landbouw kon be
staan, doordat industrie en handel
zooveel inkomsten brachten, dat men
de opbrengst van eigen bodem kon
missen. In de practijk zal dit echter
wel nooit voorkomen, want als in
een land zooveel winst gemaakt
werd, zou men spoedig concurrentie
in andere landen ondervinden. Dat
ondervinden we nu reeds. De indus
trie van Europa, hoe gewichtig ook,
gaf toch laDg niet voldoende winst
om de inkomsten uit den landbouw
te kunnen derven en toch was die
winst in 't oog van velen al te
groot, zoodat men in andere wereld
deelen Europa gaat beconcurreeren.
Doch al zou een land het op
economisch gebied zonder landbouw
kunnen, toch zou dit zeer gevaarlijk
zijo en daarom onverantwoordelijk.
Denk maar eens aan eventueele oor
log of andere beroeringen, zij 't dan
nog niet in eigen land. Ook om deze
reden is de landbouw ook voor
Nederland steeds van bijzondere
urgentie, zoolang geen eeuwigduren
de vrede verzekerd is.
Of het juist is willen we thans in
't midden laten, feit is echter dat
voorheen landbouw en industrie, zoo
ongeveer naast elkaar leefden. Onze
industrie ging bij andere landen
(Amerika, Rusland enz) in den kost
en de Nederlandsche landbouw had
buitenlaDdsche kostgangers (Duifsch-
land. Engeland, Frankrijk enz.) Thans
nu de Nederlandsche landbouw, door
allerhande uitvoerbelemmeringen zijn
buitenlandsche kostgangers verliest,
willen velen der overige landgenoo
ten toch nog bij 't buitenland in den
kost blijven gaan, omdat deze hen,
door omstandigheden, goedkooper
bedienen kunnen.
Dit is echter slechts een schijn
voordeel, misschien een oogenblikke-
lijk individueel voordeel, maar eeD
nationaal nadeel.
Kinderen b.v. die bij hun ouders
in den kost gaan (ook een wantoe
stand, maar misstanden moet meD
met misstanden vergelijken I) kunnen
dat toch nog beter doen, ook al
moeten ze daar meer betalen als die
ouders anders niet zouden kunneD
leven, dan bij vreemden voor minder
geld. Aoders zouden ze misschleD
later, als de ouders behoeftig eu
arm waren, nog meer aan hen moeten
ten koste leggen, ten minste als ze
niet geheel en al hun plicht verzaak
ten. En al was 't eten in de ouder
lijke woning duurder, 't meerdere
bleef toch familiebezit en anders
werd het vreemden bezit.
Zoo gaat 't ook in ons Neder-
landsch volkshuishouden, als we alle
producten uit 't buitenland blijveD
betrekken, die hier ook koDden wor-
Vandaag was George al bijzon
der gelukkig geweest. De oude
schoolmeester had aan de jongens
gevraagd, wat ze van den olifant
wisten, en George had al zijn
kornuiten, die zwegen als mar
motten. in de schaduw gesteld,
door al dalgene te vertellen, wat
hij van zijn vriend Meisner had
geleerd en waarvoor de meester
hem zeer had geprezen. Dat ver-
lelde hij uilgelaten, terwijl hij
met zijn houten degen de gewel
digste bewegingen tegen een
vijand maakte, die alleen maar
in zijn jeugdige fantasie bestond.
Morgen zal mijnheer Schulz
ons wat over de beren vragen,
riep hij toen. Daarover zult u
mij toch zeker ook nog wat ver
lellen, niet waar, oom Meisner
O ja, dat wil ik graag, ant
woordde de kapitein glimlachend.
Ik was zelfs eens in Zweden en
Noorwegen, waar die grimmige
beesten rondloopen, zooals hier
de katten en honden.
En nu begon hij den onbe
weeglijk luisterenden knaap dade
lijk ie vertellen van een gevecht
met beren, waarbij hij opstond en
niet alleen de grappige manieren
van die dieren, maar ook het
schieten van de jagers nabootste,
zoodat George het heele verloop
duidelijk voor zijn oogen zag ge
beuren en nu eens verschrikt
terugdeinsde en dan weer in luid
gelach losbrak.
Toen Festenralh eindelijk weer
ging zitten want de heftige
bewegingen hadden toch wel wat
den voortgebracht. Enkele volks
groepen betalen weliswaar minder
costgeld, doch wat betaald wordt
verhuist ook geheel naar het buiten
land de boeren hebben geen kost
gangers meer, omdat 't buitenland,
uit beter inzicht, liever in 't eigen
land in den kost gaat, zoodat deze
verarmen en de geheele maatschappij
verarmt onnoodig met het bedrag,
dat voor den buitenlandschen kost
wordt besteed, wat in 't binnenland
had kunnen worden voortgebracht.
Zoolang totdat... al het kostgeld
is verteerd. Dan zal men ontwaren,
dat 't goedkoopere buitenland toch
nog duurder is geweest.
Dit is de economische schaduw
zijde. Men kan nu wel zeggen dan
moet onze landbouw maar tegen den
buitenlandschen coocurreeren, maar
met evenveel of liever, met even
weinig recht zou men kunnen eischeD,
dat de Nederlandsche arbeiders ook
met b v. de Indische en Japan9che
loonen genoegen namen.
Zoo menigmaal hoort men van
groote cultureele waarden. Maar de
grootste cultureele waarde is toch
wel gelegen in de bestaansmogelijk
heid. Wonder derhalve, dat men het
laatste laat ondergraven, zelfs ten
bate van het eerste, maar misschien,
ten koste van beiden.
Het is dus niet alleen een econo
misch wanbegrip den landbouw te
verwaarloozen en niet zooveel moge
lijk menschen een bestaan daaruit
te verzekeren, de sociale gevolgeD
zijn voor de boeren niet minder
ernstig en treurig. Want er bestaat
verband tusschen den landbouw en
den boer en eene verwaarloozing
van den eerste is een verwaarloozing
van den laatste.
Die plichten heeft, maar ook
rechten in de maatschappij Het is
daarom een economisch en sociaal
belang den boerenstand 't bestaan
mogelijk te maken. Doch daar wordt
nog steeds met verlies gewerkt en
een steunwetje hier en een garaotie-
prijsje daar kan dat niet verhinderen,
Daarvoor is noodig een systematische
regeling van onzen landbouw en al
wat daarmee annex is En dat is veel.
Maar hoe onberekenbaar zich de
toestanden ook ontwikkelen, de
nationale en internationale horizon
laat thans toch wel met eenige
duidelijkheid onderscheiden, welke
wegen men dient af te bakenen.
Want dat het tot afbakenen zal
moeten komen, zoowel voor produc
tie als afzet, staat wel vast.
(Wordt vervolgd)
pijn gedaan leunde de knaap
liefkoozend tegen den vriende
lijken man en sloeg zijn armen
om zijn hals, terwijl zijn oogen
schitterden vol levenslust.
Ik hou zooveel van u, oom
Meisner, zeide hij. Ik hou nel
zooveel van u als van oom Kirc i
hoff.
Er gleed een eigenaardige trek
over Feslenrath's gelaat, toen
echter zei hij: Zoo, hou je zooveel
van hem Vertelt de dokier of
chirurg je ook zulke mooie ver
halen
Neen, zoo mooi als u kan
hij niet vertellen, fluisterde de
knaap, den kapitein ernstig aan
ziende. Maar hij geeft me altijd
wat aardigs, als hij me daarginds
bij Tils aantreft, een klontje suiker
of een appel, of een stuk speel
goed, en dan laat hij me dikwijls
zulke grappige dingen zeggen en
maken....
Wat dan voor dingen vroeg
de kapitein, toen de knaap plot
seling ophield.
Ja, dat kan ik niet zeggen,
dat heeft hij mij verboden, ant
woordde George eenigszins ter
neergeslagen.
Nu, mij zou je er toch wel
iets van kunnen verteilenzei
Festenrath, zachtjes het haar van
den knaap streelend. Ik ben
immers een vreemdeling en ken
mijnheer Kirchhoff in 't geheel
niet.
Neen, neen 1 fluisterde George
geheimzinnig. Hij heeft het
mij verboden. En hoeveel ik ook
iBjpnnótB
Een einde aan het lyden
Het voortdurend succes van Foster's
Rugpijn Pillen is opmerkelijk „Dank
zij Foster's Pillen raakte ik bevrijd
van mijn kwellingen." „Had ik uw
geneesmiddel maar vroeger gekend,
dan had ik niet zoo lang behoeven
te lijden", zoodanig drukken duizen
den dankbare personen z ch uit.
Pas oprugpijn, duizeligheid,
zenuwpijnen, rheumatiek, spit. urine
stoornissen, blaasstoornissen, water
zuchtige zwellingen en andere ver
schijaseleu van verzwakking der
organen van den rug zijn te ernstig
om verwaarloosd te worden.
Deze verschijnselen toonen aan,
dat urinezuur en andere schadelijke
vergiften in het bloed achterblijven,
en dat gij driDgend behoefte hebt
aan de opwekkende en versterkende
hulp, die Foster's Pillen zoo zeker
verschaffen. Waarom zoudt gij niet
vandaag nog een flacon halen en
beginnen weer gezond te worden
„Foster's Rugpijn Pillen zijn verkr.
bij alle drogisten enz. f 1.—f 1.75
en f 3.— per doos." 28
van oom Kirchhoff houd hij
kan er toch ook erg kwaad uitzien
en toen hij het mij verbood, keek
hij mij zoo aan, net zooals een
leeuw, weel u wel, oom Meisner 1
zoodat ik bang voor hem werd
Festenrath leunde achterover in
zijn stoel en streek met zijn hand
nadenkend over zijn gezicht.
Als je het beloofd hebt, dan
moet je ook woord houden, zei
hij toen. Maar je behoeft in
het geheel niet bang te wezen, ik
zou je wel helpen. Waar wonen
de Tils?
Weet u dat nog niet? Dasr
ginds hij wees uit het raam
dat alleenstaande huis in de
buurt van het klooster. Ik speel
dikwijls met Lodewijk en Greta.
Festenrath keek droomerig en
peinzend in de richting van het
statige huis. Maar de blondge
lokte knaap stoorde hem al gauw
in zijn inwendige beschouwingen
Het hielp niets, hij moest nu
wat meer van de beren vertellen
en toen kwamen de soldaten weer
aan de beurt.
Moeder meent, dat u ook
soldaat moet zijn geweest 1 riep
George.
En waarom gelooft ze dal
dan, mijn jongen vroeg Festenrath
Omdat u daarvan zooveel
weet en omdat u er ook zoo als
een soldaat uitziet, antwoordde
George.
Nu, dal kan wel zoo zijn,
zeide de kapitein glimlachend.
Er was ook veel oorlog in
de laatste jaren.
Ingekomen en vertrokken
personen
van 2 tot 9 Juni
INGEKOMEN
M. H. Classens, z.b., F 26 van
Nijmegen
A. P. M. Bollen, idem, Kruitweg 1
van Blerick
W. M. Janssen, dienstkn.. Smakt
B 18b van Vierlingsbeek
J. M. G. Kiinen, idem. Veulen
H 26 van Sevenum
Guelen en gezin, schilder N.S.,
Akkerweg van Gennep
A. G. Th. Potten, dienstb., Helde
L 36 van Horst
G. J. Kelders, z.b., Merselo N 18
van Oploo
M. Th. P. Martens, idem. School
straat 28 van Maashees
C. H. Claassens, dienstbode, M 36
van Grubbenvorst
C. A. M. Swaghoven, idem. Maas
heescheweg 15 van Eindhoven
P. J. Th. v.d. Pas en vrouw, land
bouwer. Oirlo F 40 van Meerlo
H. A. M. Verstralen, z.b.. Eind-
straat 19 van Maastricht
M. H. van Getven, dienstknecht,
Leunscheweg 16a van Meerlo
J. J. M. Peeters. dienstb., Lang
straat 35 van Broekhuizen
M. J. van Dorst, dienstb., Hoen
derstraat 43 van Luykgestel
Th. E. Burgers, onderwijzeres,
Henseniusstraat 1 la van Arnhem
H. Rex, slager, idem, 16 van
Lobberich
Th. P. L. M. Koenen, onderwijze
res. Draalstraat 3 van Nijmegen
J. L. Mols, dienstknecht, Eindstr.
10 van Kessel
G. H. Engels, dienstbode. Oostrum
C 61 van Maashees
M. Harlinghausen, dienstbode, St.
AnDalaan 4 van Salzkotte
J. P. Verhaag, z.b., Oirlo E 35
van Sevenum
M. Th. Roosenboom, dienstbode,
Oostrum C 41 van Gennep
M. E. Keyzers, dienstbode, Oirlo
E 24 van Horst
F. v. d. Akker, dienstbode, N 20
van Bakel
F. A. Janssen, idem, B 14, van
Vierlingsbeek
W. A. M. A. Derks, verpleegster,
St. Annalaan 5 van Grave
M. R. L. J. de Jong, idem, idem
van Woensdrecht
VERTROKKEN
A. Tonnissen, verpleegster, naar
Maastricht
J. W. A. Huys, dienstknecht, naar
Blerick, Antoniuslaan 13
A.~L. Bexkens, z.b, n. Boxmeer
A. C. F. Otten, verpleger, naar
Groesbeek
A. M. H. Janssen, z.b., n. Roer
mond, Steenweg 25
M. G. Fleurkens, dienstbode, naar
Bergen. Wellerlooi F 88
P. C. L. Janssen, zb., n. Utrecht,
Oude Gracht 374 bis
A. H. J. Baurichter, z.b., naar
Losser. Zuid Lutte 141
M. C. v. d. Weyden, 1.1. verpl,
naar Bergen op Zoom
M. Laufmoller, dienstbode, naar
Ostenfelde
E Laufmoller, idem, naar idem
W. J. P. Stevens, z.b., n. Maas-
bees-Overloon A 96
Donderdag 8 Juni werd te Horst
de jaarlijksche Noord Limb, fokdag
van paarden gehouden, met premie
keuring vanwege de Provinciale
Regelingscommissie.
De paardenliefhebbers en bewon
deraars hebbeD in de heerlijke om-
Zijn de dragonders, die nu
hier liggen, ook in den oorlog
geweest vroeg George.
Enkelen van hen zeer zeker
antwoordde de kapitein. Bij
voorbeeld de oude overste.
Hij hield plotseling op, want
het schoot hem te binnen, dat
tusschen hem en Bokelmann was
afgesproken, dat Festenrath zijn
kennissen van de wacht niet mocht
herkennen. De officieren hadden
dezelfde aanwijzingen ontvangen
ook de dragonders. Anders zou
het al heel gauw bekend zijn ge
worden, dat men op de verzamel
plaats van de bokruiters een
vreemdeling had aangetroffen, die
gegevens omtrent de vergaderden
had verstrekt en Feslenrath's in-
cog"ito zou hopeloos verloren zijn
geweest.
Op hetzelfde oogenblik, dat Fes
tenrath de laatste woorden had
geuit, werd er tamelijk hard aan
de deur geklopt, die zooals hij
thans ontdekte, de knaap op een
klein kiertje had laten staan.
Op het luide »binnen> van den
kapitein opende Kirchhoff de
deur.
Hij zag er werkelijk eenigszins
lijdend uit en hield een stok in
de haad, dien hij van tijd lot tijd
als steun gebruikte. Overigens
was hij keurig netjes gekleed en
scheen betrekkelijk welvarend.
Ik zou wel dadelijk weer
rechtsomkeert kunnen maken, zei
hij, na een beleefde buiging te
hebben gemaakt, want uw krachtig
stemgeluid bewijst mij, dat mijn
geving van het voormalige Kasteel
en Oude Lind een prachtcollectie
paarden kunnen bewonderen, welke
niet voor andere jaren behoefde
onder te doen. Het getal deelne
mende paarden bedroeg ongeveer
150, terwijl niet minder dan 1600
julden aan prijzen werden toege
kend. Als juryleden fungeerden
J. Cremers, HeerlenP. Diederen.
Sittard W. Quaedvlieg, Voeren-
daal Jos. Urlings, Ulestraten H.
Kallen, Sittard Ant. Hendrikx,
Horn en Leo Packbier, Hulsberg.
Behalve beschikbaar gestelde groote
en kleine zilveren medailles van
verschillende vooraanstaande per
sonen uit Noord Limburg, werden
nog prachtige medailles geschonken
door H. M. de Koningin en Z.K H.
Prins Hendrik.
De Fokdag werd nog bijgewoond
door het volledig dagelijksch be
stuur van het Nederl. Trekpaarden-
Stamboek, met Jhr. van Vreden-
burch als Voorzitter.
Toegekende prijzen
Cat. I. Merrieveulens geboren in
1933 le prijs f 7.50 Lies van P.
Simons, Sevenum2e prijs f 5.—
Brunette van Laatberg van Joosten,
Helden 3e prijs f5.Leni van
Ooijen van E. Kallen. Broekhuizen-
vorst 4e prijs f 2.50 Grada de
Boomhof van J. H. Janssen, Kessel
5e prijs f 2.50 Odessa van Giemhof
van P. H. Muijsers, Merselo 6e
prijs f 2.50 Roska van de Molen
hoeve van J. Peeters, Oirlo.
Cat. II. Merrieveulens geboren in
1932 le prijs f 7.50 Hermine de
Helpeney van J. Soberjé, Horst2e
prijs f 5.— Flora van Eikelenbosch
van P. J. Michels, Hotst3e prijs
f 5.— Florlne van Andacieux van
H. Strijbos—Strijbos, Castenray 4e
prijs f 2.50 Finette van Andacieux
van E. Kallen, Broekhuizenvorst
5e prijs f 2.50 Gerda v. Andacieux
van Wed. P. J. Vullings, Horst
6e prijs f 2.50 Roza van J. Jacobs,
Horst eerv. verm. Monfreda van
P. H. Kleuskens, Horst en Lucia
van Ooijen van E. Kallen, Broek
huizenvorst.
Cat. III. Merrieveulens geboren
in 1931 le prijs f 30.— van H.
Strijbos—Friezen, Castenray 2e
prijs f 25.Bet je van Heibloem
van L. Heidens, Schoor3e prijs
f 20.— Comtesse de Gratjes van
Wed. vd Goor, Sevenum 4e prijs
f 15.Comtesse van Wed. P. J.
Vullings, Horst5e prijs f 10.
Rika de Helpeney van J. Soberjé,
Horst6e prijs f 7.50 Aotonia van
Mulkens van A. van Aerts, Blerick;
7e piijs f 7.50 Germioa van E Kal
len, Broekhuizenvorst; 8e prijs f 5
Juliana de Erf van M. Simons,
Grubbenvorst9e prijs f 5.— Elza
van Koekerse van P. Geutts Smakt.
Eerv. verm. Elza van W. Smits.
Meerlo en Rika van Giemhof van
P. H. Muijsers, Merselo.
Cat. IV. Merries geboren 1930
le prijs f 30.Fée de Grandglise
van Aot. Poels, Venray; 2e prijs
f 25.— Bertha de Lembecq van
Gebr. Battels, Blerick 3e prijs f 20
Lies van H. Bruereo, Velden4e
prijs f 15.Marie van G. Dinghs,
Casteoray5e prijs f 10.— Cavaline
van Fr. Hendrikx, Wanssum6e
prijs f 7.50 Lies van E. Kallen,
Broekhuizenvorst7e prijs f 5.—
Clara van Well van Jos. Haegens.
Witveld; 8e prijs f 2.50 Jeanette
van Vlaanderen vac VV. Bouten,
Blerick eerv. verm. Henriette van
W. Berden, BlerickPauline van
de Putt van Gebr. Bruijaen, Kessel;
Nellie van W. Niessen. Blerick
Bertine de Erf van P. H. Simons.
GrubbenvorstLiza van C. Tielen,
America.
bezoek volkomen overbodig is.
Als ik desondanks toch blijf...
Dan zult u mij heel welko n
zijn 1 vulde de kapitein aan, die
was opgestaan en den chirurg
tegemoet trad. Ik bon u ten
zeerste verplicht voor de bereid
willigheid
Waarde mijnheer Meisner,
alstublieft geen complimenten tus
schen mannen, zooals wij zijn!
sprak Kirchhoff op den toon van
een echten man van de wereld.
De wond was geheel onge
vaarlijk ik kon de genezing
gerust aan uw krachtig ges el
overlaten. Intusschen ging hij
zitten in een zetel, die Festenrath
hem aanbood. Als het erger
was geweest, wel, dan zou de
verkoudheid, waardoor ik mijn
kamer moest houden, mij stellig
niet hebben weerhouden, u eerder
een bezoek te brengen. Ah, George,
jij ook hier? Je hebt dus ai
vriendschap gesloten met den
vreemden mijnheer
Hij stak hem daarbij vertrouwe
lijk zijn hand toe, die George
hartelijk drukte.
Niet waar, die kan iemand
al zijn zorgen doen vergeten zei
Kirchhoff glimlachend. In dien
jongen zit een levendigheid, zooals
men dat maar zelden aantreft.
Men zou er afgunstig op kunnen
worden 1 Maar om op de hoofd
zaak terug te komen Dus u ge
voelt zich best Wilt u mij de
wond eens laten zien
Festenralh maakte het lichte
verband los, dat hij nog droeg.