Tweede Blad van „PEEL MM MAAS 19 Dienende liefde. FEUILLETON. De ondergang der Bokruiters. Noord-Limb. Paardenfokdag. Zaterdag 17 Juni 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 24 Er is Diets nieuws onder de zon Zoo is ook het onderwerp van onzen 24en Limburgschen Katho liekendag niet iets nieuws, niet iets. dat nu eens gauw is uitgevonden, om de wereld, om de menschheid te redden. Dienende liefde is Diets nieuws. Door een gebrek aan dienende liefde, doordat de menschheid de dienende liefde niet meer beoefende, is dat groote blok ellende, dat zoo zwaar op ods drukt, in de wereld gekomen. De menschheid wilde God. wilde zijn evetiraensch niet meer dienen io liefde. Het is door gebrek aan dienende liefde, dat de wereld ten onder gaat. Daarom is het zoo goed. dat dit onderwerp eens in het middelpunt der belangstelling is geplaatst. Vooral wij. Katholieken, moeten leeren zien, hoe groot het tekort aan dienende liefde in onzen modernen tijd is. Aan duizenden en duizenden, die in Heer len waren samengestroomd, zijn nog eens de consequenties voorgehouden van de liefdeleer van Christus, die in de wereld kwam om te dienen en niet om gediend te worden. Als ééu groep van menschen in staat is, de menschheid meer ont vankelijk te maken voor die dienende liefde, dan moeten het de Katholieken zijn. „Hieraan zal men erkenneD, dat gij Mijn leerlingen zijt, dat gij el kander liefhebt Wanneer van ons Katholieke volk dit weer in al zijn geledingen kan gezegd worden, dan ligt de weg naar de tedding der maatschappij open. Als die overtuiging zich baan gaat breken bij de duizenden bezoekers van onzen Katholiekendag, bij de duizenden Limburgers, die Maandag naar Heerlen optrokkeD, als die duizenden het nu ook aandurven, dit in eigen leven en in de samenleving met anderen in practijk te gaan brengen, werkelijk te gaan „doen aan dienende liefde, dan zal deze 2e Pinksterdag een zegen zijn. Zeg, dat Limburg de wereld niet is. en dat de geheele wereld moet hervormd worden, goed, maar wij kunnen niet wachten tot de geheele wereld tot dit gezonde inzicht is gekomen, en wij zullen toch ergens moeten beginnen. En waarom daD niet in Limburg? Dienende liefde 1 O, zeker, zij is niet geheel en al verdwenen, velen zijn er in het volle katholieKe leven, die haar in toepas siDg brengen. Ook in onze Arbeidersbeweging. Hoevelen zijn er niet, ouderen en jongeren, die zich geven, die zich offeren voor het mooie werk onzer beweging. En dat niet alleeD, wan neer het gaat om stoffelijke voor deelen, om een dikkere boterham Hoevelen van onze menschen trek ken niet uit, avond na avond, om de arbeiders te bewegen tot meer meeleven met de goede zaak. om ze te bewegen tot het deelnemen aan de gesloten retraite, om hen over te halen de neutrale krant op te zeg gen, om hen te overtuigen, dat de dienende liefde wordt beoefend door stuiver-vrijwilliger te worden voor Herwonnen Levenskracht, enz. enz. In ooze beweging, speciaal in Limburg, hebben wij de georgani seerde „dienende liefde" in „Credo Pugno", in onze dappere stormtroe pen van Pater Jacobs, de man van onze Propagandaclubs. Dat leger van Apostelen, van be oefenaars der dienende liefde, groeit Een zonderlinge Historie. Naar het Duitsch. 12 En wat een prachtige ridder en rooversgeschiedenissen sprookjes wist mijnheer Meisner dan weer te vertellen, zoo mooi en boeiend, dat zelfs de weduwe Mertens achter de half geopende deur bleef staan luisteren. Daar- tusschen door ontbrak het ook niet aan ernstige schetsen uit het dierenrijk de olifant, de leeuw, de tijger speelden een groote rol in de gesprekken van den man en het kind, en het was Festen rath wel toevertrouwd om den weetgierigen vrager niet zoo ge makkelijk een antwoord schuldig te blijven. Als zich dan jeugdige over moed, verbazing, bewondering en verrukking afspiegelden in de prachtige oogen van den knaap en hij moedig het verlangen uit sprak, om ook wilde dieren te bestrijden of ten oorlog te trek ken, of een boosaardigen roover te overweldigen, dan legde Fes- tenrath hem dikwijls de hand op de volle, blonde lokken en fluis terde hem hartelijk in God be hoede je, mijn jongen 1 aan, gestadig, immer meer onder de bezielende leiding van hun generaal Pater Jacobs en dieDS volijverigen adjudant Jan Maenen. De geest in dat korps is over het algemeen voortreffelijk. Zeker ook hier zijo zwakke plekken. Maar was zelfs onder de twaalf Apostelen geen Judas Men moet respect hebben voor die kerels. Pater Jacobs schoolt hen in studiekringen, die hier op Zater dag. daar op Zondag gehouden worden. En enkele honderden komen Zaterdags na hun werk bijeen, of offeren den geheelen Zondagmiddag op, om deze studiekringen bij te wonen. Men treft er aan, die hier voor 3 a Bi/t uur fietsen over hebben door weer en wind. En na afloop van elke bijeenkomst gaan allen zich vereenigen om den voet van het Taberna.cel, om Hem te danken, die ods de dienende liefde heeft gebracht. Onhegrijpelijk is, dat deze bewe ging nog niet meer harten heeft doen ontvlammen, dat er nog zoo vele plaatsen zijo, waar deze haar banier nog niet heeft geplant. Maar de kenteriog is er, gelukkig. Aan dienende liefde moet ook in onze organisatie nog veel meer wor den gedaan. Wij kunnen helaas niet ontkennen, nog vele georganiseerde egoïsten in onze gelederen te hebbeD, die zich méér afvragen, wat er te halen" dan wat er te „doen" is. Om dat te veranderen moet onze Credo-Puguo beweging meer vooruit Waar Dog gebrek is aan Kerels, daar moeten zij gevormd worden. Mate riaal hebben wij, overal, ook op onze dorpen. Dat troepje behoeft niet groot te zijn. De groote massa van onze menschen zal toch eerst langzamerhand gewonnen kunnen worden. De liberale geest van „ieder voor zich", die ook bij vele arbeiders oog diep zit, breken wij ook bij ons niet in enkele weken. Daarom hun vorming in Credo Pugno, dan be reiken wij ons doel wel. Zij, die gelooven, haasten niet, zij weten, dat de uiteindelijke overwin ning aan de waarheid, dus aan ons is. Wanneer wij overal maar enkele van die menschen bij elkaar kunnen krijgen, die zich voor dit werk wil len spannen, dan krijgen wij lang zaam maar zeker de massa ook tot meer meeleven. De groote massa, ook de Diet katholieke arbeiders. Wij blijven niet staaD, als wij aan de grens van ons katholieke erf zijn. Kloekmoedig springen onze Credo- Pugno mannen over de afscheiding. De dienende liefde, die Christus ods heeft gebracht, heeft hij immers ge bracht voor alle menschen. Daarom strijdt Credo Pugno voor dit ideaal, heeft zij dit tot parool de geheele moderne arbeiderswereld aan Christus onzen Koning. Eu zij tracht dit ideaal te bereiken en zij zal het ook bereiken door de dienende liefde. CUSTOS. De beteekenis van den landbouw in de maatschappij. En van den Nederlandschcn landbouw voor Nederland. We meenen voldoende te hebben aangetoond de beteekenis, ja de noodzakelijkheid van den landbouw. En al hadden we daarvoor ook geen enkel argument aangehaald dan zou dit nog afdoende door de geschiedenis bewezen zijn, al was 't maar alleen dat de landbouw 't eerst van alle takken van bedrijf, die in den loop der eeuwen zijn opgekomen is ontstaan. Het kan toch geen toe val 2ijo, dat de eerste menschen landbouwers waren en dat O. L Heer tot Adam zeide in 't zweet uws aanschijns zult ge uw „brood" eten 1 Weliswaar is de landbouw alleen niet in staat, we merkten dit reeds op, het maatschappelijk gebouw op te trekken, zooals dit du is ontstaan, maar eene volkshuishouding zou bij uitsluitend landbouw toch mogelijk zijn, al was 't dan ook op beschei dener, zelfs veel bescheidener wijze dan thans. En juist dat de landbouw niet die gemakken en geneugten kan bieden is mogelijk wel de oorzaak dat hij, bij het veel voor het leven eischende menschdom, zoo weinig in tel is. Toch is een verwijt in dezeD wel zeer misplaatst, want buiten hem is geen enkele tak van nijverheid géén intellect in staat, uit eigen kracht zelfs 't primitiefste bestaan te verschaffen. Bij een absoluut vrij ruilverkeer zou bet mogelijk kunnen zijn, dat een land zonder landbouw kon be staan, doordat industrie en handel zooveel inkomsten brachten, dat men de opbrengst van eigen bodem kon missen. In de practijk zal dit echter wel nooit voorkomen, want als in een land zooveel winst gemaakt werd, zou men spoedig concurrentie in andere landen ondervinden. Dat ondervinden we nu reeds. De indus trie van Europa, hoe gewichtig ook, gaf toch laDg niet voldoende winst om de inkomsten uit den landbouw te kunnen derven en toch was die winst in 't oog van velen al te groot, zoodat men in andere wereld deelen Europa gaat beconcurreeren. Doch al zou een land het op economisch gebied zonder landbouw kunnen, toch zou dit zeer gevaarlijk zijo en daarom onverantwoordelijk. Denk maar eens aan eventueele oor log of andere beroeringen, zij 't dan nog niet in eigen land. Ook om deze reden is de landbouw ook voor Nederland steeds van bijzondere urgentie, zoolang geen eeuwigduren de vrede verzekerd is. Of het juist is willen we thans in 't midden laten, feit is echter dat voorheen landbouw en industrie, zoo ongeveer naast elkaar leefden. Onze industrie ging bij andere landen (Amerika, Rusland enz) in den kost en de Nederlandsche landbouw had buitenlaDdsche kostgangers (Duifsch- land. Engeland, Frankrijk enz.) Thans nu de Nederlandsche landbouw, door allerhande uitvoerbelemmeringen zijn buitenlandsche kostgangers verliest, willen velen der overige landgenoo ten toch nog bij 't buitenland in den kost blijven gaan, omdat deze hen, door omstandigheden, goedkooper bedienen kunnen. Dit is echter slechts een schijn voordeel, misschien een oogenblikke- lijk individueel voordeel, maar eeD nationaal nadeel. Kinderen b.v. die bij hun ouders in den kost gaan (ook een wantoe stand, maar misstanden moet meD met misstanden vergelijken I) kunnen dat toch nog beter doen, ook al moeten ze daar meer betalen als die ouders anders niet zouden kunneD leven, dan bij vreemden voor minder geld. Aoders zouden ze misschleD later, als de ouders behoeftig eu arm waren, nog meer aan hen moeten ten koste leggen, ten minste als ze niet geheel en al hun plicht verzaak ten. En al was 't eten in de ouder lijke woning duurder, 't meerdere bleef toch familiebezit en anders werd het vreemden bezit. Zoo gaat 't ook in ons Neder- landsch volkshuishouden, als we alle producten uit 't buitenland blijveD betrekken, die hier ook koDden wor- Vandaag was George al bijzon der gelukkig geweest. De oude schoolmeester had aan de jongens gevraagd, wat ze van den olifant wisten, en George had al zijn kornuiten, die zwegen als mar motten. in de schaduw gesteld, door al dalgene te vertellen, wat hij van zijn vriend Meisner had geleerd en waarvoor de meester hem zeer had geprezen. Dat ver- lelde hij uilgelaten, terwijl hij met zijn houten degen de gewel digste bewegingen tegen een vijand maakte, die alleen maar in zijn jeugdige fantasie bestond. Morgen zal mijnheer Schulz ons wat over de beren vragen, riep hij toen. Daarover zult u mij toch zeker ook nog wat ver lellen, niet waar, oom Meisner O ja, dat wil ik graag, ant woordde de kapitein glimlachend. Ik was zelfs eens in Zweden en Noorwegen, waar die grimmige beesten rondloopen, zooals hier de katten en honden. En nu begon hij den onbe weeglijk luisterenden knaap dade lijk ie vertellen van een gevecht met beren, waarbij hij opstond en niet alleen de grappige manieren van die dieren, maar ook het schieten van de jagers nabootste, zoodat George het heele verloop duidelijk voor zijn oogen zag ge beuren en nu eens verschrikt terugdeinsde en dan weer in luid gelach losbrak. Toen Festenralh eindelijk weer ging zitten want de heftige bewegingen hadden toch wel wat den voortgebracht. Enkele volks groepen betalen weliswaar minder costgeld, doch wat betaald wordt verhuist ook geheel naar het buiten land de boeren hebben geen kost gangers meer, omdat 't buitenland, uit beter inzicht, liever in 't eigen land in den kost gaat, zoodat deze verarmen en de geheele maatschappij verarmt onnoodig met het bedrag, dat voor den buitenlandschen kost wordt besteed, wat in 't binnenland had kunnen worden voortgebracht. Zoolang totdat... al het kostgeld is verteerd. Dan zal men ontwaren, dat 't goedkoopere buitenland toch nog duurder is geweest. Dit is de economische schaduw zijde. Men kan nu wel zeggen dan moet onze landbouw maar tegen den buitenlandschen coocurreeren, maar met evenveel of liever, met even weinig recht zou men kunnen eischeD, dat de Nederlandsche arbeiders ook met b v. de Indische en Japan9che loonen genoegen namen. Zoo menigmaal hoort men van groote cultureele waarden. Maar de grootste cultureele waarde is toch wel gelegen in de bestaansmogelijk heid. Wonder derhalve, dat men het laatste laat ondergraven, zelfs ten bate van het eerste, maar misschien, ten koste van beiden. Het is dus niet alleen een econo misch wanbegrip den landbouw te verwaarloozen en niet zooveel moge lijk menschen een bestaan daaruit te verzekeren, de sociale gevolgeD zijn voor de boeren niet minder ernstig en treurig. Want er bestaat verband tusschen den landbouw en den boer en eene verwaarloozing van den eerste is een verwaarloozing van den laatste. Die plichten heeft, maar ook rechten in de maatschappij Het is daarom een economisch en sociaal belang den boerenstand 't bestaan mogelijk te maken. Doch daar wordt nog steeds met verlies gewerkt en een steunwetje hier en een garaotie- prijsje daar kan dat niet verhinderen, Daarvoor is noodig een systematische regeling van onzen landbouw en al wat daarmee annex is En dat is veel. Maar hoe onberekenbaar zich de toestanden ook ontwikkelen, de nationale en internationale horizon laat thans toch wel met eenige duidelijkheid onderscheiden, welke wegen men dient af te bakenen. Want dat het tot afbakenen zal moeten komen, zoowel voor produc tie als afzet, staat wel vast. (Wordt vervolgd) pijn gedaan leunde de knaap liefkoozend tegen den vriende lijken man en sloeg zijn armen om zijn hals, terwijl zijn oogen schitterden vol levenslust. Ik hou zooveel van u, oom Meisner, zeide hij. Ik hou nel zooveel van u als van oom Kirc i hoff. Er gleed een eigenaardige trek over Feslenrath's gelaat, toen echter zei hij: Zoo, hou je zooveel van hem Vertelt de dokier of chirurg je ook zulke mooie ver halen Neen, zoo mooi als u kan hij niet vertellen, fluisterde de knaap, den kapitein ernstig aan ziende. Maar hij geeft me altijd wat aardigs, als hij me daarginds bij Tils aantreft, een klontje suiker of een appel, of een stuk speel goed, en dan laat hij me dikwijls zulke grappige dingen zeggen en maken.... Wat dan voor dingen vroeg de kapitein, toen de knaap plot seling ophield. Ja, dat kan ik niet zeggen, dat heeft hij mij verboden, ant woordde George eenigszins ter neergeslagen. Nu, mij zou je er toch wel iets van kunnen verteilenzei Festenrath, zachtjes het haar van den knaap streelend. Ik ben immers een vreemdeling en ken mijnheer Kirchhoff in 't geheel niet. Neen, neen 1 fluisterde George geheimzinnig. Hij heeft het mij verboden. En hoeveel ik ook iBjpnnótB Een einde aan het lyden Het voortdurend succes van Foster's Rugpijn Pillen is opmerkelijk „Dank zij Foster's Pillen raakte ik bevrijd van mijn kwellingen." „Had ik uw geneesmiddel maar vroeger gekend, dan had ik niet zoo lang behoeven te lijden", zoodanig drukken duizen den dankbare personen z ch uit. Pas oprugpijn, duizeligheid, zenuwpijnen, rheumatiek, spit. urine stoornissen, blaasstoornissen, water zuchtige zwellingen en andere ver schijaseleu van verzwakking der organen van den rug zijn te ernstig om verwaarloosd te worden. Deze verschijnselen toonen aan, dat urinezuur en andere schadelijke vergiften in het bloed achterblijven, en dat gij driDgend behoefte hebt aan de opwekkende en versterkende hulp, die Foster's Pillen zoo zeker verschaffen. Waarom zoudt gij niet vandaag nog een flacon halen en beginnen weer gezond te worden „Foster's Rugpijn Pillen zijn verkr. bij alle drogisten enz. f 1.—f 1.75 en f 3.— per doos." 28 van oom Kirchhoff houd hij kan er toch ook erg kwaad uitzien en toen hij het mij verbood, keek hij mij zoo aan, net zooals een leeuw, weel u wel, oom Meisner 1 zoodat ik bang voor hem werd Festenrath leunde achterover in zijn stoel en streek met zijn hand nadenkend over zijn gezicht. Als je het beloofd hebt, dan moet je ook woord houden, zei hij toen. Maar je behoeft in het geheel niet bang te wezen, ik zou je wel helpen. Waar wonen de Tils? Weet u dat nog niet? Dasr ginds hij wees uit het raam dat alleenstaande huis in de buurt van het klooster. Ik speel dikwijls met Lodewijk en Greta. Festenrath keek droomerig en peinzend in de richting van het statige huis. Maar de blondge lokte knaap stoorde hem al gauw in zijn inwendige beschouwingen Het hielp niets, hij moest nu wat meer van de beren vertellen en toen kwamen de soldaten weer aan de beurt. Moeder meent, dat u ook soldaat moet zijn geweest 1 riep George. En waarom gelooft ze dal dan, mijn jongen vroeg Festenrath Omdat u daarvan zooveel weet en omdat u er ook zoo als een soldaat uitziet, antwoordde George. Nu, dal kan wel zoo zijn, zeide de kapitein glimlachend. Er was ook veel oorlog in de laatste jaren. Ingekomen en vertrokken personen van 2 tot 9 Juni INGEKOMEN M. H. Classens, z.b., F 26 van Nijmegen A. P. M. Bollen, idem, Kruitweg 1 van Blerick W. M. Janssen, dienstkn.. Smakt B 18b van Vierlingsbeek J. M. G. Kiinen, idem. Veulen H 26 van Sevenum Guelen en gezin, schilder N.S., Akkerweg van Gennep A. G. Th. Potten, dienstb., Helde L 36 van Horst G. J. Kelders, z.b., Merselo N 18 van Oploo M. Th. P. Martens, idem. School straat 28 van Maashees C. H. Claassens, dienstbode, M 36 van Grubbenvorst C. A. M. Swaghoven, idem. Maas heescheweg 15 van Eindhoven P. J. Th. v.d. Pas en vrouw, land bouwer. Oirlo F 40 van Meerlo H. A. M. Verstralen, z.b.. Eind- straat 19 van Maastricht M. H. van Getven, dienstknecht, Leunscheweg 16a van Meerlo J. J. M. Peeters. dienstb., Lang straat 35 van Broekhuizen M. J. van Dorst, dienstb., Hoen derstraat 43 van Luykgestel Th. E. Burgers, onderwijzeres, Henseniusstraat 1 la van Arnhem H. Rex, slager, idem, 16 van Lobberich Th. P. L. M. Koenen, onderwijze res. Draalstraat 3 van Nijmegen J. L. Mols, dienstknecht, Eindstr. 10 van Kessel G. H. Engels, dienstbode. Oostrum C 61 van Maashees M. Harlinghausen, dienstbode, St. AnDalaan 4 van Salzkotte J. P. Verhaag, z.b., Oirlo E 35 van Sevenum M. Th. Roosenboom, dienstbode, Oostrum C 41 van Gennep M. E. Keyzers, dienstbode, Oirlo E 24 van Horst F. v. d. Akker, dienstbode, N 20 van Bakel F. A. Janssen, idem, B 14, van Vierlingsbeek W. A. M. A. Derks, verpleegster, St. Annalaan 5 van Grave M. R. L. J. de Jong, idem, idem van Woensdrecht VERTROKKEN A. Tonnissen, verpleegster, naar Maastricht J. W. A. Huys, dienstknecht, naar Blerick, Antoniuslaan 13 A.~L. Bexkens, z.b, n. Boxmeer A. C. F. Otten, verpleger, naar Groesbeek A. M. H. Janssen, z.b., n. Roer mond, Steenweg 25 M. G. Fleurkens, dienstbode, naar Bergen. Wellerlooi F 88 P. C. L. Janssen, zb., n. Utrecht, Oude Gracht 374 bis A. H. J. Baurichter, z.b., naar Losser. Zuid Lutte 141 M. C. v. d. Weyden, 1.1. verpl, naar Bergen op Zoom M. Laufmoller, dienstbode, naar Ostenfelde E Laufmoller, idem, naar idem W. J. P. Stevens, z.b., n. Maas- bees-Overloon A 96 Donderdag 8 Juni werd te Horst de jaarlijksche Noord Limb, fokdag van paarden gehouden, met premie keuring vanwege de Provinciale Regelingscommissie. De paardenliefhebbers en bewon deraars hebbeD in de heerlijke om- Zijn de dragonders, die nu hier liggen, ook in den oorlog geweest vroeg George. Enkelen van hen zeer zeker antwoordde de kapitein. Bij voorbeeld de oude overste. Hij hield plotseling op, want het schoot hem te binnen, dat tusschen hem en Bokelmann was afgesproken, dat Festenrath zijn kennissen van de wacht niet mocht herkennen. De officieren hadden dezelfde aanwijzingen ontvangen ook de dragonders. Anders zou het al heel gauw bekend zijn ge worden, dat men op de verzamel plaats van de bokruiters een vreemdeling had aangetroffen, die gegevens omtrent de vergaderden had verstrekt en Feslenrath's in- cog"ito zou hopeloos verloren zijn geweest. Op hetzelfde oogenblik, dat Fes tenrath de laatste woorden had geuit, werd er tamelijk hard aan de deur geklopt, die zooals hij thans ontdekte, de knaap op een klein kiertje had laten staan. Op het luide »binnen> van den kapitein opende Kirchhoff de deur. Hij zag er werkelijk eenigszins lijdend uit en hield een stok in de haad, dien hij van tijd lot tijd als steun gebruikte. Overigens was hij keurig netjes gekleed en scheen betrekkelijk welvarend. Ik zou wel dadelijk weer rechtsomkeert kunnen maken, zei hij, na een beleefde buiging te hebben gemaakt, want uw krachtig stemgeluid bewijst mij, dat mijn geving van het voormalige Kasteel en Oude Lind een prachtcollectie paarden kunnen bewonderen, welke niet voor andere jaren behoefde onder te doen. Het getal deelne mende paarden bedroeg ongeveer 150, terwijl niet minder dan 1600 julden aan prijzen werden toege kend. Als juryleden fungeerden J. Cremers, HeerlenP. Diederen. Sittard W. Quaedvlieg, Voeren- daal Jos. Urlings, Ulestraten H. Kallen, Sittard Ant. Hendrikx, Horn en Leo Packbier, Hulsberg. Behalve beschikbaar gestelde groote en kleine zilveren medailles van verschillende vooraanstaande per sonen uit Noord Limburg, werden nog prachtige medailles geschonken door H. M. de Koningin en Z.K H. Prins Hendrik. De Fokdag werd nog bijgewoond door het volledig dagelijksch be stuur van het Nederl. Trekpaarden- Stamboek, met Jhr. van Vreden- burch als Voorzitter. Toegekende prijzen Cat. I. Merrieveulens geboren in 1933 le prijs f 7.50 Lies van P. Simons, Sevenum2e prijs f 5.— Brunette van Laatberg van Joosten, Helden 3e prijs f5.Leni van Ooijen van E. Kallen. Broekhuizen- vorst 4e prijs f 2.50 Grada de Boomhof van J. H. Janssen, Kessel 5e prijs f 2.50 Odessa van Giemhof van P. H. Muijsers, Merselo 6e prijs f 2.50 Roska van de Molen hoeve van J. Peeters, Oirlo. Cat. II. Merrieveulens geboren in 1932 le prijs f 7.50 Hermine de Helpeney van J. Soberjé, Horst2e prijs f 5.— Flora van Eikelenbosch van P. J. Michels, Hotst3e prijs f 5.— Florlne van Andacieux van H. Strijbos—Strijbos, Castenray 4e prijs f 2.50 Finette van Andacieux van E. Kallen, Broekhuizenvorst 5e prijs f 2.50 Gerda v. Andacieux van Wed. P. J. Vullings, Horst 6e prijs f 2.50 Roza van J. Jacobs, Horst eerv. verm. Monfreda van P. H. Kleuskens, Horst en Lucia van Ooijen van E. Kallen, Broek huizenvorst. Cat. III. Merrieveulens geboren in 1931 le prijs f 30.— van H. Strijbos—Friezen, Castenray 2e prijs f 25.Bet je van Heibloem van L. Heidens, Schoor3e prijs f 20.— Comtesse de Gratjes van Wed. vd Goor, Sevenum 4e prijs f 15.Comtesse van Wed. P. J. Vullings, Horst5e prijs f 10. Rika de Helpeney van J. Soberjé, Horst6e prijs f 7.50 Aotonia van Mulkens van A. van Aerts, Blerick; 7e piijs f 7.50 Germioa van E Kal len, Broekhuizenvorst; 8e prijs f 5 Juliana de Erf van M. Simons, Grubbenvorst9e prijs f 5.— Elza van Koekerse van P. Geutts Smakt. Eerv. verm. Elza van W. Smits. Meerlo en Rika van Giemhof van P. H. Muijsers, Merselo. Cat. IV. Merries geboren 1930 le prijs f 30.Fée de Grandglise van Aot. Poels, Venray; 2e prijs f 25.— Bertha de Lembecq van Gebr. Battels, Blerick 3e prijs f 20 Lies van H. Bruereo, Velden4e prijs f 15.Marie van G. Dinghs, Casteoray5e prijs f 10.— Cavaline van Fr. Hendrikx, Wanssum6e prijs f 7.50 Lies van E. Kallen, Broekhuizenvorst7e prijs f 5.— Clara van Well van Jos. Haegens. Witveld; 8e prijs f 2.50 Jeanette van Vlaanderen vac VV. Bouten, Blerick eerv. verm. Henriette van W. Berden, BlerickPauline van de Putt van Gebr. Bruijaen, Kessel; Nellie van W. Niessen. Blerick Bertine de Erf van P. H. Simons. GrubbenvorstLiza van C. Tielen, America. bezoek volkomen overbodig is. Als ik desondanks toch blijf... Dan zult u mij heel welko n zijn 1 vulde de kapitein aan, die was opgestaan en den chirurg tegemoet trad. Ik bon u ten zeerste verplicht voor de bereid willigheid Waarde mijnheer Meisner, alstublieft geen complimenten tus schen mannen, zooals wij zijn! sprak Kirchhoff op den toon van een echten man van de wereld. De wond was geheel onge vaarlijk ik kon de genezing gerust aan uw krachtig ges el overlaten. Intusschen ging hij zitten in een zetel, die Festenrath hem aanbood. Als het erger was geweest, wel, dan zou de verkoudheid, waardoor ik mijn kamer moest houden, mij stellig niet hebben weerhouden, u eerder een bezoek te brengen. Ah, George, jij ook hier? Je hebt dus ai vriendschap gesloten met den vreemden mijnheer Hij stak hem daarbij vertrouwe lijk zijn hand toe, die George hartelijk drukte. Niet waar, die kan iemand al zijn zorgen doen vergeten zei Kirchhoff glimlachend. In dien jongen zit een levendigheid, zooals men dat maar zelden aantreft. Men zou er afgunstig op kunnen worden 1 Maar om op de hoofd zaak terug te komen Dus u ge voelt zich best Wilt u mij de wond eens laten zien Festenralh maakte het lichte verband los, dat hij nog droeg.

Peel en Maas | 1933 | | pagina 7