Ons Weekpraatje.
Vreest geen Examen
Pinksterdagen.
„Zij" -crème
SPRUTOL
gezinnen, tegen de gemiddelde huur,
die op grond van de exploitatie
rekening voor het blok zal moeten
worden gevorderd.
Het hoofdbestuur zou ten slotte
ten aanzien van den woningbouw
voor groote gezinnen maatregelen
willen zien getroffen, welke eigen
bouw van geschikte woningen voor
beter gesitueerden bevorderden. De
instelling van een bijzonder woning
fonds lijkt daartoe geëigend.
Het hoofdbestuur is overtuigd, dat
bij het opmaken der gevolgeu van
de hiervoor genoemde maatregelen
zal blijken dat de daarvoor verkregen
compensatie op verre na niet opweegt
tegen de hoogergenoemde lasten, te
meer niet, daar deze door de voor
gestelde omzetbelasting vermoedelijk
blijvend en aanmerkelijk zullen wor
den verzwaard.
De eenige afdoende compensatie
voor de indirect op de groote gezin
nen drukkende lasten is naar zijn
innige overtuiging enkel en alleen le
verkrijgen door gezins en kinder
toelagen. Ter populariseering van
deze nuttige, ja noodzakelijke sociale
voorziening verzoekt het Hoofd
bestuur met klem een wijziging van
art. 125 van het Ambtenarenreglement
waardoor bereikt zou worden, dat
aan allen die in overheidsdienst zijn
(hieronder provincie, gemeente en
andere overheidslichamen begrepen)
kindertoelagen zijn verzekerd.
Ter practische uitvoering beveelt
het .Hoofdbestuur aan de iastelling
van een Rijkskinaertoeslagfonds.
waarin de betrokken organen een
stellig zeer gering percentage (1 a 2
pet.) van het totaalbedrag der ioonen
en salarissen storten en waaruit de
uit te keeren kindertoelagen worden
vereffend.
Van het bestaan van zulk een
fonds zou naar de vaste overtuiging
van ons Bestuur een krachtigen
invloed uitgaan op privaatiechtelijke
instellingen om tot gelijke fondsen
te komen.
Het is zonder meer duidelijk dat
in de komende jaren meer dan ooit
de bescherming van het gezin ook
door de handhaving van een minimun
gezinsinkomen een sociaal belang van
de eerste orde zal zijn, waarvoor
ook de regeering des lands een open
oog moge hebben. Daarom verzoekt
het hoofdbestuur met allen aandrang,
dat ook bij de werkverschaffing en
den werkloozensteun het stelsel der
kindertoelagen algemeen zal worden
doorgevoerd.
Dezer dagen kregen we kennis van
een circulaire, welke door den Ut-
rechtschen Bond van Pluimveehou
ders, verschillende afdeelingen in ge
noemde provincie omvattende, aan
zijn leden was gezonden. De adres
zijde was gesierd met een rood wit
blauwe vlag, als sluitzegel bedoeld,
en daarin de woorden „Koopt Neder
landsch Fabrikaat". Het zal een
reclame zijn. zoo dachten we, voor
bet gebruik van Nederlandsche eieren,
van Hollandsch kippenvoer of voor
de aanschaffing van vaderlandsche
kloeken. De inhoud van de circulaire
echter, bleek van heel anderen aard.
We lazen
Utrechtsche Bond van Pluimvee
houders.
L. S.
Hiermede berichten we U. dat
onze Bond vanaf heden distribueert
Philips-lampen, waarop voor de
leden een reductie is toegestaan van
25 pet. van den winkelprijs.
Ook radiolampen en allerlei andere
electrische toestellen enz. kunnen
door onze tusschenkomst worden
betrokken met een reductie van
20 pet.
10 Mei 1933
Hoogachtend.
De Secretaris van den U B.P
(Er volgden dan nog eenige adres
sen, waar de lampen verkrijgbaar
waren).
weduwe woonde bijna op hel
einde der slad. Het huisje lag op
een helling en men ken zijn
blikken vrij rond laten gaan over
een uitgestrekte vlakte, die hel
oog thans weliswaar nog niet
veel aangenaams bood. Intusschen
was dit vrije uitzicht in de nauwe
hoekige straten, en Festen rath
zat daarom bijna den genéeien
dag in den gemakkelijV ea, ouden
leunstoel voor het raam en keek
naar buiten naar de ontwakende
natuur. Niet ver verwijderd lag
het klooster met eenige bijbe-
hoorende gebouwen; in een daar
van woonde Kirchhoff.
De chirurg had zijn beloofde
visite bij den heer Meisner nog
niet afgelegd; hij had zich echter
door Bokelmann laten verontschul
digen, die zijn nieuwen vriend
meedeelde, dat de chirurg zelt
wal ongesteld was en zijn kamer
moest houden. Overigens was
dit bezoek ook in 't geheel niet
meer noodig. Feslenralh gevoelde
zich heel goed. Na een lichte
wondkoorts begon de wond snel
te genezen; de kapitein kende
bovendien van zijn krijgstochten
de beste middeltjes legen derge
lijke kleine verwondingen en
wachtte nu alleen nog maar op
het dichtgaan der wond, om te
kunnen uitgaan. 11 ij had Bokel
mann gezegd, dat hij enkele
woorden met Annette Riedenbuig
had gewisseld en de rechter ried
hem daarom aan, thans geen
Na lezing hebben we ons min of
meer verbijsterd afgevraagd, of de
leden van den U. B. P. niet noodig
weer eens herinnerd moeten worden
aan de zegswijze Nederlandsch
Fabcikaatvan „Boer, houd je
bij je kippen."
Het is een ongelukkige tijd tegen
woordig de nood maakt de men-
schen egoïstisch en drijft ze tot on
maatschappelijke daden. Allerlei
belangengroepen vragen of eischen
herhaaldelijk van de regeering, dat
ze geholpen worden, maar intusschen
gunnen ze elkaar het bestaan niet.
Ook de pluimveehouders hebben
herhaaldelijk aangedrongen op over
heidssteun en ze hebben dien ten
slotte ook gekregen door middel
van de Garaotiewet op den eierprijs.
Maar ondertusschen belagen de
Utrechtsche pluimveehouders een
nijveren winkelstand, dte ook zorge
lijke tijden doormaakt, in zijn be
staan door de onderlinge distributie
van artikelen, welke met het pluirn-
veebedrijf weinig of niets uitstaande
hebben.
Het is tenslotte voor een organi
satie van pluimveehouders geen kunst
om dergelijke artikelen goedkoop te
distribueeren. Ze beoogt niet het
maken van winst; zulke distributie
is voor haar een.... liefhebberij,
welke aan andere menschen hun
brood en bestaan zou kunnen kosten
als ze wat meer algemeen beoefend
ging worden.
Er wordt al genoeg geknoeid in
den handel, dan dat nu ook nog
een sociale belangenorganisatie als
een bond van Pluimveehouders,
aan de afbraak van een behoorlijk
georganiseerd economisch leven zou
gaan meedoen. Nog wel onder
voorgeven van propaganda te voeren
voor het gebruik van Nederlandsch
Fabrikaat I
De circulaire, bovenbedoeld, deed
voor ons nog meer vragen rijzen,
waarop we niet aanstonds een
antwoord weten.
Is het niet in het belang van het
Nederlandsch Fabrikaat, zoo vroegen
we ons af, en van de werkgelegen
heid voor Nederlanders, wanneer de
vaderlandiche producten zoo goed
koop mogelijk worden verkocht
De U.B.P. kan de Philipsartikelen
leveren met een korting van 20 en
25 pCt., maar de handelaar, die voor
dezen verkoop zijn intermediair ver
leent, moet toch ook nog verdienen I
En duizenden menscheu zitten te
knoeien met hun oude radio lampen,
omdat de r.anschaffiog op tijd van
een nieuwe, een te hooge uitgave
vergt.
Wanneer de marge tusschen in-
koops- en verkoopsprijs te hoog
wordt, dan belemmert dat een vlotte
afname van het product en dan
werkt dat het prijs-knoeieo in de
hand. De menschen zijn tegenwoor
dig al blij. als ze een kleinigheidje
kunnen verdienen.
waDt er is een middel dat U kalm
houdt en waardoor Uw geest helder
blijft.
Mijnhardt's Zenuwtabletten behoeden
U voor zenuwachtigheid. Ze zijn
verkrijgbaar in kokers van 75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
Ons hedendaagsch tourisme is
eigenlijk een echte Kalverstraatsport.
Als het zomer is en mooi weer, dan
ontvlieden de inwoners van de
groote steden huis en hof deze
laatste „voor zoover aanwezig"
om op korter of grooter afstand van
hun woonplaats weer heerlijk te gaan
sameoklitten.
De „drang Daar buiten" hebben
we booren betitelen als resultaat van
verdere stappen le ondernemen,
maar eerst af te wachten, totdal
de onrust, waarin de familie dooi
den diefstal verkeerde, wat be
daard was,
Gevaar lag er in zulk oen uil-
stel niet, daar, zooals gezegd, de
chirurg zelf ongesteld was en de
rentmeester, zooals hij had ge
schreven. door zaken langer dan
oorspronkelijk zijn plan was,
daarginds werd vastgehouden en
pas over een dag of acht zou
terugkeeren. Bokelmann, die
dagelijks meer dan eens bij me
vrouw Riedenburg een bezoek
bracht, b<-loofdo bovendien zijn
nieuwen vriend, hem van alles,
wat daar met betrekking tot de
voorgenomen verloving zou ge
schieden in kennis te stellen.
De dief was overigens, zooals
vooruit wel viel te denken, onbe
kend gebleven. In heel Hertogen-
rade geloofde men algemeen, dat
de politierechter toevallig voorbij
de woning van den rentmeester
was gekomen. De werkzaamheden
van Bokelmann moesten zich
voorloopig ertoe beperken, om in
't geheim op diegenen een wakend
oog te houden, die veel geld en
vooral goud uitgaven of inwissel
den. Maar ook dit had lol nu
toe bitter weinig resultaat opge
leverd. De gestolen som was reeds
door den rechter bijeengebracht
en aan de familie Riedenburg
overhandigd; weliswaar had Fes
lenralh duizend gulden moeten
betere hygiënische begrippen, maar
we betwijfelen hard, of de zaken
wel zóó staan. Vroeger vonden de
stedelingen er weinig of niets aan
om ver naar buiten te trekken, waar
het zoo akelig-stil kon zijn en een
zaam. .Toen ontstond plots een mode
gril, eeD beweging des tijds, welke
de menschen naar buiten dreef. En
nu gaan ze dan ook. met liefde en
plezier, maar niet. omdat het buiten
zoo gezond is of omdat de natuur
er zoo schoon is, maar omdat ze
weten, dat het er druk is; rumoerig
en gezellig. Met mooie Pinksterdagen
moet iedere Amsterdammer, die dat
maar even doen kan, naar Gooi - en
Eemland, of Zandvoort, een Hage
naar „gaat ter Piere" eD een Rotter
dammer bezoekt Hoek van Holland.
Gelijk een hoofdstedeling op een
winterschen avond voor de gezellig
heid een Kalverstraatje maakt, een
Hagenaar in zijn Vlamingstraat fla
neert en de Rotterdammers heen en
weer „stiefelen" op de Hoogstraat.
Over het algemeen er zijn
natuurlijk vele loffelijke uitzonderin
gen zoeken de stedelingen des
zomers op hun tochten naar buiten
noch de natuur, noch een versterkte
gezondheidze zoeken eikaar. Kn
hoe 1
Gedurende de Pinksterdagen heb
ben we dat langs een der groote
trekwegen nog eens rustig geobser
veerd. Als men de vele gammele
vehikels ziet, waarmee gereden wordt,
dan vraagt men zich telkens af: hoe
hoe durven ze? Als men waarneemt,
hoe tal van automobielen op de
meest onmogelijke wijze met menschen
vleesch zijn afgeladen, dan vraagt
men zich afhoe houden ze dat uit
Als men steeds weer opnieuw de
laaiende uitgaanspret van sommige
auto- of motorbestuurders opmerkt,
dan verzucht menhoe komt dat
maar weer heel thuis
Wie zich per tram of bus laten
vervoeren, staan vooraf een uur of
langer in de rij en in de zon. Half
gaar gebraden stappen ze bet ver
voermiddel in, waar ze in eikaars
lichaamsuitwaseming zachtjes worden
gestoomd. In dien toestand komen
ze aan op het gloeiende zand van
het strand of vleien ze zich neer op
de heete naalden van de hei Ze
worden nu geroosterd. Na een paar
uur gaat het nog levende menschen-
gebraad weer „in de file" voor deü
terugtocht. De menschen worden dan
nog wat nagestoomd in tram of bus
en komen na al deze hygiënische
verfrisscbingen eindelijk thuis voor
zoover ze onderweg niet zijn ge
sneuveld waar de dokter wordt
ontboden om ze van de gevolgen
van zonnebrand te redden.
De bekende Schilder Willy Sluy-
ters schreef eens ineen corresponden
tie uit Nice: „De zee moet hier soms
bijzonder mooi zijn, maar ik heb dat
nog Diet kunnen waarnemen, 't Is
meer vleesch dan zee, wat ik zie.'
De bij de stedelingen bekende
mooie plekjes buiten, waren met de
Pinksterdagen niet herkenbaar. Hei
en veld waren bezet als het Amster-
damsche Amstelveld op Marktdag.
Van het bezoek aan het strand lazen
we in een der Maandagochtend
bladen „Het was langs het geheele
Noordzeestrand van Kijkduin tot
Wassenaar drukker dan druk op
beide dagen. De Pier kon nauwelijks
meer bezoekers bevatten en voetje
voor voetje slechts kon men het
Wandelhoofd langs."
We kuuneo de zon best in het
water zien schijoen. Duizenden heb
ben met de Pinksterdagen wat extra's
verdiend en honderdduizenden heb
ben op hun manier „genoten." Maar
we zouden dien laatsten toch willen
radenprobeert een anderen keer
toch eens meer écht van buiten te
houdt Uw huid jeugdig en
soepel. Uw teint frisch en
fraai.
In prijzen van 20—75 ct.
bijpassen, aangezien het den
rechter in zoo'n korten tijd en in
zulk een klein stadje niet mogelijk
was geweest de heele som in
contant geld bijeen te brengen.
Festenralh had toevallig meer
dan duizend gulden in goud bij
zich, aangezien hij een reeds lang
van zijn gestorven broeder ver
vallen schuld in Luik, op weg
naar Hertogen rade, had geïnd.
Hoe zij dit onder elkander en
met den rentmeester zouden ver
rekenen, zou later nauwkeuriger
worden bepaald. Voor hel oogen-
blik ging het er alleen maar om,
den rentmeester uit iedere onge
legenheid le redden.
Het was op een namiddag en
Festenralh zat voor het raam, dat
gedeeltelijk openstond en liet zijn
oogen gaan over de uitgestrekte
vlakte voor hem, die gehuld was
in die eigenaardige lentedampen
zijn gelaat vertoonde een ernstige
en peinzende uitdrukking.
liet was een buitengewone ge
dachte, die hem als hij niet
aan Annette dacht voortdurend
bezig hield en hem in de volsle
beteekenis van het woord zeer
pijnlijk aandeed.
Maar hij kon, hij mocht daar
met niemand over spreken.
Men zou hem hebben uilge
lachen, of nog erger, voor een
boosaardig, lasterlijk iemand heb]
ben gehouden.
En toch liet die gedachte hem
maar niet met rust, telkens weer
14.9—20
geDieten. Er zijn o, zooveel wonder-
schoone tochtjes te bedenken langs
wegen en naar plaatsen, waar het
rustig is en waar we de natuur meer
nabij kunnen komen.
Dan moet de mensch echter leeren
om zijn kudde-geest te onderdruk
ken. Laatst zagen we op een schets
kaartje in de krant de „trekwegen"
der zwaluwen afgebeeld. Als we een
schetskaartje zouden hebben te maken
van de algemeen gevolgde „trek
wegen" der menschen in den zomer,
dan zou zoo'n kaartje er nog veel
eenvoudiger uitzien, dan het toch al
eenvoudige schetsje van het zwaluwen-
tourisme.
Er is een instinct van menschen
en dieren, dat ze als soorten tesamen
drijft, uit lijfsbehoud. De menschen
echter hebben bovendien toch ook
verstand en dat moet ze het nuttige
bijbrengen van het uitwaaien en van
tijd tot tijd uit de klittende gemeen
schap. AI ware het maar ter vor
ming of versterking van onze zelf
standigheid en individualiteit.
De beteekenis van het
Nederl. veehouders- en
zuivelbedrijf.
In verband met hetgeen den laat
sten tijd in vergaderingen besproken
en in artikelen geschreven wordt
over de veehouderij en zuivelberei
ding in ons land, kan het zijn nut
hebben, enkele statistische gegevens
en vergelijkingen te vermelden, die
eenig inzicht geven in de beteekenis
van dezen tak van volksbestaan.
Volgens in 1932 door de Crisis-
Zuivel-Centrale verzamelde gegevens
in verband met de uitkeering per
koe volgens art. 22 der Crisis
Zuivelwet, zijn er in ons land 201.669
boerenbedrijven, waarop melkvee
gehouden wordt. Nemen wij aan,
dat op de helft dezer bedrijven de
melkveeteelt de uitsluitende of verre
weg overwegende bron van inkom-
steu is de verhouding grasland tot
akkerbouw- en tuinbouwgrond is in
ons land als 6 5, dan kan men dus
zeggen, dat er rond 100.000 boeren
met hun gezin, direct in de melk
veehouderij hun volledig bestaan
vinden.
Het aantal melkkoeien wordt door
de C.Z.C, berekend op ruim 1.338 000
dat is dus bij 100.000 bedrijveD I3i/z
koe per bedrijf. Op een melkerij
bedrijf met 13 koeien kan men
rekenen dat de boer met zijn gezins
leden het werk kunnen verrichten.
Rekenen wij elk gezin op 5 per
sonen, dan zijn er dus in het melk-
veehoudersbedrijf rond 500.000 per
sonen werkzaam.
Volgens de bedrijfstelling van
1920 zijn er in het zuivel- en melk-
productenbedrijf rond 14.400 mannen
en 600 vrouwen werkzaam.
Nemen wij aan dat er van deze
14.400 mannen 10.000 gezinshoofden
zijn. die elk twee niet voor derden
arbeidende personen te hunnen laste
hebbeD, dan leven er dus uit deze
bedrijven 30.000 -f- 4.400 600 =-
35.000 personen, zoodat er in direc-
ten zin uit het melkveehouders- en
zuivelbedrijf 535.000 personen leven.
Hoeveel personen er indirect, ge
heel of ten deele, uit deze bedrijven
keerden zijn stille vermoedens en
beschouwingen lerug en met on
geduld wachtte hij op zijn vol
ledig herstel, om slappen in die
richting le kunnen doen, die hem
de noodige ophelderingen zouden
verschaffen.
Mijnheer Meisner onder
brak hem een welluidende jeug
dige slem van beneden; mag ik
boven komen
Natuurlijk Georgeant
woordde de kapitein, lerwijl hij
zich wal naar voren boog eu een
knaap, die met zijn schooltasch
onder den arm voor hel raam
slond, vriendelijk toejuichend.
Eenige oogenblikken later kwam
de knaap, een flinke jongen mei
prachtige blonde lokken, van on
geveer zeven of acht jaar, met
guitige, groote blauwe oogen, de
kamer binnen gesprongen.
Het was het eenige kind van
de weduwe Merlens, haar eenig
geluk en ook met recht haar trols
en haar vreugde, want innemend
was zijn gezicht, goed was zijn
hart, vroolijk was zijn aard en
helder zijn jeugdig verstand.
Festenralh, die zeer veel van
kinderen hield, had al gauw een
groote genegenheid voor den
knaap opgevat en ongekeerd was
ook de kleine George veel van
den kapitein gaan houden.
De vroolijke knaap bracht dan
ook 's morgens ken 's avonds zijn
vrijen tijd geheel en al door op
de kamer van den nieuwen huur-
leven, is niet bij eenige benadering
te becijferen. Denken wij slechts aan
het vervoer en den verkoop der
producten totdat deze bij den con
sument zijn aangeland, aan het maken
van werktuigen en gereedschappen,
voor de boerderijen zoowel als voor
de zuivelfabrieken, aan het verhan
delen en het vervoeren van het vee
enz., dan beseffen wij, welk een be
langrijk deel, vooral van de platte
landsbevolking, direct of indirect van
het veehouders- en zuivelbedrijf af
hankelijk is en van welke beteekenis
d<:ze bedrijfstak voor de werkge
legenheid in ons land is.
Dit komt nog in een duidelijker
licht te staan, wanneer men een
vergelijking maakt met andere be
langrijke takken van volksbestaan,
zooals b.v. de mijnbouw met ruim
36.000, de textielindustrie met
54.000 en de metaalindustrie en de
scheepsbouw met rond 67.000 per
sonen. Ook indien men op deze
cijfers een vermenigvuldiging toepast
om te komen tot het totaal uit deze
industrieën levende personen, komt
men steeds tot getallen, die beneden
die van het veehouders- en zuivel
bedrijf blij ven.
De totale melkproductie wordt in
ons land berekend op 4.400 millioen
k.g. Rekenen wij deze op een bruto
waarde van 8 ct. per k g., dan ver
tegenwoordigt deze dus een inkomen
voor 535.000 menschen van 352
millioen gulden. De boeren ontvan
gen daarvan echter thans niet meer
dan gemiddeld 3i/a cent per k.g.,
zoodat hun gezamenlijk inkomen
154 mill. gld. is, waarvan zij met
500.000 personen moeten leven en
waarvan zij al hun bedrijfsonkosten
nog moeten betalen.
Waar het op het oogenblik vooral
de vraag is, of tot een gedwongen
inkrimping van den melkveestape1
moet worden overgegaan omdat wij
te veel boter produceeren, dan wel,
dat het daaraan voorafgaand tot een
beperking der margarineproductie
voor binnenlandscb gebruik moet
komen, is het van belang te weten,
welke beteekenis de boter zoowel
als de margarine voor het volks
inkomen van ods land hebben.
En aangezien natuurlijk voor een
productieregeling als de onderhavige
alleen het voor het binoeuland be
stemde deel der boter zoowel als
der margariDe in aanmerking kan
komen, zullen wij bovenstaande
vraag ten aanzien van het bionen-
laodscbe debiet van beide producten
hebbeD te beantwoorden.
In 1931, het laatste jaar, dat nog
sprake was van een vrije markt, be
droeg de boterproductie, volgens de
opgaven der Rijkszuivelinspectie,
84,8 mill. kg. Hiervan werd 29.7
mill. kg. (netto) geëxporteerd. Voor
binnenlandsch verbruik was dus be
schikbaar 55.13 mill. kg. De gemid
delde kleinhandelsprijs voor boter iD
dat jaar kan op 1,67 gld. per kg.
worden gesteld, zoodat de opbrengst
van dit binnenlandsche deel der
Nederlandsche boterproductie 92 1
mill. gld. was.
Teneinde te weten, welk deel
hiervan in het binnenland „verdiend"
is, moeten wij er van aftrekken de
waarde dei voor de veehouderij ge
bruikte grondstoffen in den vorm
van ingevoerde kunstmest en vee
voeder of van de ingevoerde grond
stoffen voor de in Nederland ge
vestigde bedrijven, welke veevoeder
of kunstmest maken, alsmede de
waarde van die hulpstoffen en hulp
middelen voor de boterbereiding en
-verkoop, welke uit het buitenland,
in welken vorm van afwerking ook,
zijn geïmporteerd.
De ingevoerde waarde in de bij
het melkveehoudersbedrijf gebruikte
kunstmeststoffen en veevoeder is
door ons, na raadpleging van des
kundigen, laDgs „directen eu langs
indirecten weg becijferd. Daarbij
bleek, dat deze invoerwaarde, voor
wat de totale boterproductie betreft,
in 1931 29 6 mill. gld. moet bedragen
hebben.
Voor het kwantum melk, dat
voor de boterbereiding voor het
binnenland gebruikt werd. beteekent
dit dus 55.1 - 84.8 x 29.6 mill. gld.
19.2 mill. gld. Houdt men voorts
rekening met de opbrengst van de
uit deze boterbereiding vrijkomende
ondermelk, welke in 1931 11.9 mill,
gld. opbracht; dan komt van boven
staand bedrag 92.1 92.1 -f- 11.9
ofwel 89 pet., dus 17,4 mill. gld. in
aftrek van de uiteindelijke opbrengst
der in het binnenland afgezette boter.
Tenslotte moet men op dit bedrag
nog in mindering brengen, hetgeeu
er bij de bereiding en den verkoop
dezer boter als buitenlandsch inkomen
is te beschouwen.
Volgens de ons hieromtrent be
schikbare gedetailleerde gegevens,
bedroegen de fabricage- en verkoop
kosten, voorzoover deze zouden
der. Maar het waren ook heer
lijke oogenblikken, die de vrien
delijke vreemde heer hem be
reidde I
Zoo als hij, verslond niemand
de kunst, om uit een eenvoudig
stuk hout een degen te snijden
en met een handvat van wilgen
teen te voorzien, een kanon uit
het meest onwaarschijnlijke ma
teriaal te fabriceeren en de enkele
zinken soldaatjes legen elkander
te laten opmarcheeren en ze slag
te laten leveren, waarbij hij zoo
levendig commandeerde, dat van
louter verrukkig de knaap met
glinsterende oogen en open mond
stond toe te kijken.
Wordt vervolgd.
kunnen ontstaan uit het verbruik
van artikelen, welke geheel of voor
een deel uit den vreemde werden
geïmporteerd, zooals steenkolen,
machines en wetktuigen, verpakkings
materiaal, etc in 1931 pl.m. 15 pet.
der totale bedrijfsonkosteD. Nemen
wij aan, dat in zuivelfabrieken toen
gemiddeld 40 pet. der verbruikte
steenkool, 30 pet. der machines en
gereedschappen en 70 pet. van het
verpankingsmateriaal uit het buiten
land afkomstig was. dan berekenen
wij, dat er uit dezen hoofde nog
0.75 gld. per 1000 Liter verwerkte
melk (37 kg. boter) ofwel 2 cent per
kg. boter ot op de voor het binnen
land in 1931 bestemde Nederland
sche boterproductie een bedrag van
55.1 mill, x 2 cent of 1.1 mill, in
mindering moet worden gebracht.
Hieruit zien wij dus, dat in 1931
de netto in het binnenland verdien
de waarde bij de boter 92.1 mill,
gld. minus 17.4 mill. gld. minus 1.1
mill. gld. of 73.6 mill. gld. bedroeg.
Ten aanzien van de margarine
kunnen hieromtrent de volgende ge
gevens dienen.
De matgarineproductie bedroeg in
1931, volgens de opgaven van het
Centraal Bureau voor de Statistiek,
111.3 mill. kg. Hiervan werd met
binnenlandsche bestemming verkocht
66.2 mill. kg. De doorsnee klein
handelsprijs van margarine bedroeg
in 1931 f 0 70 per kg., zoodat de in
het binnenland verkochte margarine
46.3 mill. gld. opbracht.
De iDkoopwaarde der plantaardige
en dierlijke vetten en oliën voor de
margarineproductie bedroeg, berekend
uit bovengenoemde gegevens, 29.2
mill gld. Wij meenen, op grond van
een vergelijking met de volgens de
handelsstatistiek voor 1931 ingevoer
de hoeveelheden en waarden aan
walvischtraan, soya- en grondnoten-
olie, e.a. margarinegrondstofien, aan
den hoogen kant te zijn. wanneer
wij, om tot de ingevoerde waarde
bij de margarineproductie te komen,
van de opgegeven inkoopwaarde
nog een bedrag van 4 mill, (voor in
Nederland verdiende vrachten) en
van li/« millioen (voor in Nederland
verdiende verwerkingskosten) aftrek
ken en berekenen dan 29.2 mill,
minus 5 5. mill, of 23.7 mill. gld.
ingevoerde waarde bij een totale
margarineproductie van 111.3 mill,
kg., dat is 14.1 mill. gld. op het
kwantum margarine, dat in het bin
nenland werd afgezet.
Om tot de als Nederlandsch in
komen toegevoegde waarde te ko
men, moet natuurlijk nog in aftrek
gebracht worden het gedeelte der
fabricage- en verkoopkosten, voor
zoover dat ontstaan is wegens het
verbruik van ingevoerde hulpstoffen
ea machines. Hoeveel dit bedraagt,
is door ons bij geen benadering te
bepalen. Wel kan men zeggen, dat
het aandeel van machines en ver-
pakkingskosten bij de margariuepro-
ductie zeer groot is.
Stellen wij thans tegenover el
kaar. wat er in 1931 aan de door
de boterproductie en door het mar-
gariuebedrijf, voor zoover beide
voor de binnenlandsche markt werk
ten, in Nederland aan inkomen ge
vormd is, dan blijkt dit voor de
boter te bestaan uit 73 6 mill. gld.
(ofwel f 1.34 per kilo) terwijl dit
inkomen uit de margarine zeker min
der is dan 32,2 mill. gld. of in elk
geval nog geen 49 ct. per kilo.
Bij een productiebeperking van
de margarine gaat er dus volgens
dezen maatstaf aan- in Nederland
verdiend inkomen teloor een bedrag
van de helft tot een derde deel van
wat anders bij een inkrimping van
den melkveestapel het gevolg zou
zijn.
Tenslotte moet, teneinde de be
langen, welke bier op het spel staan
goed tegen elkaar te kunnen afwe
gen, op nog een ander punt gewezen
wordeD.
Boven werd voor beide verbruiks
artikelen in Nederland de hier te
lande verdiende waarde berekend.
Doch het is nog lang niet hetzelfde
te spreken van op Nederlandschen
bodem verdiend inkomen en Nedei-
landsche volksinkomen. Hier spreekt
de bestemming een woordje mee.
Wat ei in Nederland aan de ge
heele boter zoowel als aan de mar
garineproductie, dus met inbegrip
van het geëxporteerde kwantum, aan
inkomen ontstaan is in 1931, werd
door ons elders berekend.
Nederlandsch volksinkomen io den
waren zin van het woord nu is het
inkomen dat bij de boterproduetie
ontstaat. Dit bedrag wordt verdiend
a's arbeidsinkomen, pacht of rente
van den inventaris door de honderd
duizenden boeren en arbeiders, die
er hun bestaan in moeten vinden.
Bij de boter dekken zich dus de
twee bovengenoemde begrippen.
Maar bij margarine Er zijn in
de margarine-industrie in Nederland
nog geen 3500 arbeiders werkzaam.
Naast het loon van de betrekke
lijk zeer weinige arbeiders in dit
kapitaalintensieve bedrijf zijn het de
aandeelhouders, die een belangrijk
deel in den vorm vat» rente en divi
dend tot zich trekken.
En wie zegt ons hoe groot het
percentage is, dat op die manier
naar het buitenland verhuist
De 24(li
Kali,
Zoo hdai
veeljarig» ju
Pinksterdae
Katholieke p]
Heerlen
streek w$jtn
een bij uitlgi
dezen geejen
Toen 150'
lieken voo e
eenkwamesld
geen tien $d
Nu is qg i
inwoner g<D;
inmiddels \pei
slagen om^lli
gemeente jn<
den eersteng
Gelukkijft
deze omwing
gaan maar'iel
1904 waj»er
parochies l
oogenblik hel
rectoraten.
Terwijl rfel
de, is het il
verviervou i
dienstdoende:
steeg en j
werd,
De groer
trof nog doe
leven. In 4
maatschapp c
Volksbonde
meer neriinc
lieden dajjk
den zesdeithi
jaar wefe
voor eenyo
door dr. Pwi
Thans c d
Limburgsctat
minder dj>
saties, dieatx
vertegenwtgd
Geen wr,
van alle eo
drommen n 1
met hun Ine
dag tot ooi
den moeiza
Liefde".
Want zir I
zoowel inbiji
deelingen in
gadering bdel
De Htgcl
is jn alle ;ht
Zomer
sproeten
verdwijnen spoedig
door een pot
Bij alle drogisten.
144-9