MKELIOa Ei® Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. PINKSTEREN. 'OORDEEUQSI/ Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Colijn's Crisis- program. Een daad. Binnenland. Provinciaal Nieuws Zaterdag 3 Juni 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 22 Ut p MANUFACTUREN BLIJKEN TOCH HET PEEL EN MAAS UFACTUREN BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER AuVFRTENTlEN 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7'et. bij abonnement lagere tarieven. Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNUKHOF VENRAY Telefoon 51 GIRO 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent voor het buitenland 1 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent 0. L. Vrouw Behoudenis der Krankeu, Oostrum. Als de groote feiten uit de wording der christenheid worden herdacht, dan laten velen en wij behooren tot hen zich leiden tot het treffen van vergelijkingen met een korter verleden of met de gebeurtenissen van het heden. Ook een geloovig menscb is en mag critisch zijn. We kunnen ontzag hebben voor de god delijke werken en toch behoefte ge voelen om de goddelijkheid, het wonderbaarlijke, in die werken voor eigen overtuiging zéker te stellen. Toen in de dagen van pentakostos (Pinksteren) de apostelen zich ver- eenigd hadden, werden zij vervuld van den Heiligen Geest en daarmee werden de eenvoudige visschersliedeo, die ongeletterd waren, in staat ge steld tot groote dingen. Tot de ver kondiging van God's woord in talen, welke ze voorheen niet verstonden. Tot verded.ging van Christus' leer tegenover gestudeerden en ontwik kelden. Is dat alles nu werkelijk zooveel bijzonders? Beteekent het veel meer, dan dat ze vervuld werden van den goeden geest, welke benoodigd is om met hart een zaak te dienen en daarbij moeilijkheden te overwinnen? Hoevele eenvoudige lieden kennen we niet uit eigen omgeving, die óók met zulken goeden geest, ten opzichte van zeer verschillende en vaak tegen strijdige zaken, zijn vervuld Hebben we trouwens ook niet zelf het een of ander ideaal, hetwelk we met begeestering aanhangen, colporteeren en verdedigen? De ongeletterde apostelen werden plots in staat gesteld om de waar heid, zooals ze die gevonden meen den te hebben, in allerlei taal en uitbeelding te gaan verkondigen. Dat kan op een goddelijk ingrijpen wijzen, maar wordt door sommigen als een Oostersche beeldspraak opgevat, waarmee te kennen werd gegeven, dat de heilige drift voor prediking der waarheid ze alle moeilijkheden van taal en anderszins deed over winnen, op energieke, maar tenslotte natuurlijke wijze, door eigen aan passing en aanleering derhalve. En zulke geestdrift voor een goede zaak, zoo kunnen we meenen, uit zich ook nu nog wel op de wereld. Als we ons bij het zoeken van vergelijkingen aan de feitelijkheden houden, dan denken we al gauw aan de jongste uitdragers van z.g. wereld-hervormende beginselen, die het voor de vervulling van hun idealen niet alleen zonder het christen dom meenden te kunnen stellen, maar wier groote voorgangers en voor naamste volgelingen zelfs tegenover het christendom stelling kozen. Ze meenden het misschien goed, maar ze dwaalden en dat bleek in de ure des gevaars, in de oogenbl/k- ken der beproeving, in den tijd van vervolging. Dan gaat de meest energieke geest ten onder; alleen de goede, heilige geest is on\erwinnelijk omdat deze een geest Gods is, een hemelsche genade, welke door geen menschelijk geweld is uit te bannen. Op een goeden Zondag klonk het in Berlijn uit honderdduizenden vuis ten omhoog. Zestig duizend man, zoo werd toen verkondigd, stonden in Duitschland's hoofdstad klaar, om met de wapenen in de hand de vrijheid te verdedigen. Een paar Zondagen later lag heel dat leger, door dreiging alleen, lam ge slagen en rood werd een ongeziene kleur in Berlijn. We veroordeelen den geest niet, welke die menschen beeft beheerscht maar het was een onmachtige, menschelijke geest, waarvan ze waren vervuld. We m-'gen menschelijke idealen stellen, maar als die niet gebaseerd zijn op goddelijk recht en onderwerping aan de leiding ^aD de goddelijke Voorzienigheid, dan is het geen goede, geen onoverwinne lijke, geen onvergankelijke geest. De discipelen van Jezus werden op Pinksteren vervuld van den goeden Geest, die uit God zelf voortkwam, uit de goddelijke per soonlijkheid was ontsproten. Die geest gat ze kracht om moeilijkheden van taal en ontwikkeling, of van welken anderen aard ook, te over winnen. Die geest gaf ze sterkte om met vreugde te lijden en te sterven voor de waarheid. Op één na. ziju alle apostelen, verspreid over de wereld, den marteldood gestorven, maar de geest, van welken ze vervuld werden, leeft voort en geeft na negentien eeuwen nog steeds aan nieuwe apostelen de kracht om „Leve Cristus-Koning'' te juichen, als hun bart door moordend lood of staal wordt vaneen gereten. „Zoo vaag als een Troonrede", zoo hooiden we in onze omge ving minister Colijn's regeeringsver klaring beoordeelen. Dat is toch niet juist. Van een minister-president, die slechts sedert enkele dagen de zware moeilijkheden van een kabinetsvor ming heeft overwonnen, mag men niet verwachten, dat hij reeds in staat zou zijn om de Volksvertegen woordiging een gedetailleerd regee- ringsprogram voor te leggen, zeker niet wèar dat hier een saneerings- plan zou moeten uitmaken, hetwelk ouze maatschappelijke positie in de zwaarste economische wereldcrisis uit de geschiedenis, veilig stelt. Wanneer de heer Colijn nu reeds klaar en duidelijk aanwijst, op welke pijlers hij het gehavende gebouw onzer economische en maatschappe lijke welvaart wil reconstrueeren, dan heeft hij aan elke redelijke voor waarde van inzicht en beleid voldaan. En die pijlers heeft hij ons getoond. Hij heeft te kennen gegeven allereerst 1 dat het onze taak is om aan de internationale herstel pogingen mee te werken, omdat alle streven voor zelfbehoud tot misluk king moet zijn gedoemd, als orde en welvaart niet opnieuw het bezit werden van heel de wereld. De crisis is een internationale ziekte. Colijn is dan ook niet begonnen met zeggen steun, wat ik ga doen, maar hij riep op om te helpen aan de groote reconstructiewerken van inter nationale politieke figuren. Hij zei onvoorwaardelijken steun toe aan de boodschap van president Roose velt en aan de Economische wereld conferentie te Londen. Colijn blijkt voorts herstel te zoeken van het financieel evenwicht door inperking van publieke uitgaven, handhaving van geldende heffingen en invoering van een omzetbelasting. Iedereen begrijpt, dat voor 's lands zelfbehoud zulk herstel van het financieel evenwicht noodzakelijk is. Een tekort dreigt op de a.s. begroo ting van 270 millioen 1 Honderd vijf en twintig millioen moet door be zuiniging worden gevonden. Zullen loonen en salarissen voor verdere vermindering gespaard kunnen blijven Handhaving van geldelijke heffingen, wil dat niet zegqen, dat alle tijdelijke heffingsmaatregelen in defi nitieve zullen worden omgezet De omzetbelasting, welke zoo lang ge dreigd heeft, zal worden ingevoerd. Er zullen wel méérdere nieuwe lasten moeten worden uitgedacht. Het blijkt uit de regeeringsverkla ring Colijn durft, maar we moeten in onze omstandigheden een minister hebben, die durft, anders gaan we er aan. Anders zal ons laatste beetje welvaart wegvallen en door inflatie zou elke bestaanszekerheid ophouden en onze laatste reserve zou worden vernietigd. Colijn zal duiven. Hij zal heilige huisjes moeten ontwijden de heilige huisjes van eigen persoonlijke en industrieele vrijheden. Colijn zal het bedrijfsleven „ordenen", mede tot bestrijding der werkloosheid. De nieuwe minister-president kan het alles nog niet precies zeggen, hoe hij het doen zal. Zal hij arbeidstijden willen regelen, uitvoerpremiën willen geven, loonkwesties beïnvloeden Hij zal misschien niet kunnen ont komen, noch aan het een, noch aan het ander. Aan de aanwijzingen echter, welke hij geeft, zien we reeds, dat hij geen straffe en ongewone middelen zal ontzien om land en volk te dienen. Als het moet, dan ook tegen de vox populi in. De nieuwe regeering zal niet dul- deu, dat de noodzaak van gestreng heid door demagogen zal worden uitgebuit om bet vólk op te zetten tegen de meesters, die wonden moeten cureeren. Om een sareerings- actie te doen slagen, is vóór alles orde, rust en tucht noodig. En daar- cjueDties niet tot in het absurde om zal de nieuwe regeering. nairze liet weten, terreur noch anarchie dulden. Bij dat alles rekent ze op de een dracht van h«t volk, op de mede werking van alle goedwillende elementen. Wij voor ons, we vinden het een regeeringsverklaring, welke misschien nog maar weinig precies zegt, maar toch een inhoud heeft, welke ver- wachtigen wettigt. Met een variatie op een bekende buitenlandsche groet, heeft menigeen na het lezen van de jongste regee ringsverklaring, onderwijl hij zijn., portemonnaie voor den dag haalde, zuchtend gejuichtHeil Colijn Ter voorkoming van liet werkloosheidsvraagstuk. Het werkloosheidsvraagstuk biedt velerlei aspecten en als we aan een „oplossing" gaan denken, dan komt het er op aan, hoe men de zaak be ziet. Men kan de huidige werkloos heid beschouwen uitsluitend als „crisisverschijnsel" en derhalve een oplossing pogen te forceeren door zooveel mogelijk het herstel van het „normale" economische leven te bevorderen. Er zijn echter ook men schen, die beweren, dat hetgeen we „normaal" noemen, nimmer zal weer- keereD, omdat de ontwikkeling der techniek en andere oorzaken de medewerking van steeds minder levende werkkrachten in het productie proces zullen vereischen. Het is moeilijk om te bepalen, wie het werkloosheidsprobleem op de meest juiste wijze beziet. Onze groote economen en financiers hebben geen van allen de huidige crisis voorzien en voorspeld. Eerst toen de maat schappelijke ontwrichting er was, hebben zij ons haarfijn uitgelegd, hoe deze noodzakelijkerwijze geboren is moeten worden, maar zelfs in de aanwijzing dier oorzaken loopen hun meeningèn nog vet uiteen. Wie deze geweldige crisis niet hebben kunnen voorspellen, behoeven ons thans niet wijs te maken, dat ze gauw gedaan zal wezen, of nimmer gedaan zal raken of wel door een nieuwe maat schappelijke en economische wereld orde zal worden opgevolgd. Theoretiseeren over de crisis kan heel interessant en misschien ook wel nuttig wezen; voor een oogen- blikkelijke verbetering van den toe stand hebben we er niets aan. Van meer direct belang is het om de bestaande werkloosheid als een nood zakelijk kwaad te aanvaarden en dan na te gaan, hoe de lasten van deze bezoeking het minst moeilijk te dragen worden gemaakt voor individu en maatschappij. In bedoeld opzicht heeft de directie der Kwatta fabrieken dezer dagen een mooi voorbeeld gesteld. Tegenover alle getheöretiseer over de crisis heeft ze een daad ge steld, een daad, welke misschien zegenrijke gevolgen kan hebben, als ze algemeen wordt nagevolgd. De directie der Kwatta-fabrieken heeft aan een aantal vrouwelijke werkkrachten in haar onderneming ontslag gegeven en in de open gekomen plaatsen jonge mannelijke werkkrachten aangesteld op arbeids voorwaarden, welke mede door de confessioneele en moderne vak organisaties waren goedgekeurd. Het was een experiment, maar reeds na een paar dagen bleek, dat de jonge mannelijke werknemeers al gauw zooveel handigheid kregen in het te verrichten werk, dat ze voor de vrouwelijke voorgangsters weldra niet zullen behoeven onder te doen. Natuurlijk zijn aan zulke regeling bezwaren verbonden er worden immers „slachtoffers" gemaakt. Het zijn jonge meisjes en vrouwen, die eerst werkloos worden gemaakt om de jonge mannen aan den arbeid te kunnen zetten. Inderdaad. Het gaat er ook niet om, om de werkloosheid te verminderen, maar om dezer lasten doelmatiger te verdeelen. Werkende jonge meisjes en dito vrouwen be werken meestal slechts de verhooging van een gezinsinkomen, terwijl jonge mannen aangewezen zijn om een gezinsinkomen te verwerven en op overheidshulp zijn aangewezen, als ze door de heerschende werkloosheid daarin niet slagen. De economische ontwrichting van het maatschappelijk leven heeft ver moedelijk een heel samenstel van oorzaken. Een daarvan is ongetwij feld ook het feit, dat in en na den oorlog honderdduizenden vrouwen zich een plaats hebben veroverd in fabriek, magazijn, werkplaats, kantoor of anderzins, waar vroeger uitsluitend mannelijk personeel werd aangesteld. Ook dat heeft tot ontwrichting in de maatschappelijke verhoudingen geleid. We zullen hier den terugweg moeten betreden, al zullen de conse- mogen worden getrokken. Ook de directie der Kwatta-fabrieken heeft bet vrouwelijk personeel gehandhaafd voor werkzaamheden, welke om haar aard 'meer speciaal voor meisjes en vrouwen geschikt zijn, b v. in de wikkel- afdeelingen. De heer van Iersel, directeur der Kwatta fabrieken, heeft nog een andere gedachte opgeworpen om de lasten der werkloosheid practischer te verdeelen. Vele tienduizenden jonge mannen loopen werkloos rond en moeten door steunmaatregelen worden onder houden, terwijl ook aan kindertoe slagen dan nog millioenen per jaar heengaan. Door samenwerking tus- schen werkgevers, werknemers en overheid, moest steun, maar dan in den vorm van wachtgeld, slechts ge geven worden aan personen boven 55 jaar. Dat zou practisch beteeke- nen, dat alle jonge mannen en huis vaders weer aan loonenden arbeid kwamen, terwijl wachtgeld zou wor den uitgekeerd aan degenen, die ouder ziju dan 55 jaar, dus op rust het meeste recht hebben en boven dien niet zooveel levensbehoeften (gezinsonderhoud) meer kennen. Keeren „normale" maatschappelijke verhoudingen inderdaad terug, dan zouden ook de wachtgelders weer geleidelijk in het productieproces kunnen wotdea opgenomen. De nieuwe Kamer en het Crisisministerie in actie. Heil den belastingbetaler! En heil den gulden 1 Zal Braat nog van de partij zijn De A.J.C. krijgt geen militair tentendak. Vrijwillige of gedwongen ver korting van den arbeidstijd. Varia. Dinsdag is de nieuwe Tweede Kamer aan haar normale parlemen taire werkzaamheden begonnen. Ze moest zich allereerst weer vao een voorzitter voorzien, want de bee' van Schaik (R.K.), die door de Koningin, op voordracht van de Kamer, als zoodanig was benoemd, is intusschen minister geworden. Hij zal nu als voorzitter der Kamer worden opgevolgd door een partij genoot, die nog pas minister was, n.l. door dea heer Ruys de Beeren- brouck, die trouwens al méér met het voorzittersbijltje (lees hamertje) heeft gehakt. En Woensdag heeft de nieuwe premier, Dr. Colijn, aau beide zijden van het Binnenhof zijn regeerings verklaring afgelegd, welke een diepen indruk op de aanwezigen heeft ge maakt. De heer Colijn heeft ons den ernst van 's lands economischen toe stand scherp voor oogen gehouden en ons op het-brengen van zware offers voorbereid. Reeds uit de ge publiceerde correspondentie, gevoerd tijdens de onderhandelingen voor de kabinetsformatie, waren enkele cijfers bekend geworden, welke ons als goede burgers en belastingbetalers hebben doen huiveren... Een begro tingstekort voor '34 van 270 millioen, waarvan 125 millioen door bezuini ging moet worden gevonden en de rest.... Siddert, belastingbetalers 1 Wat een geluk, dat uit het jaar verslag van de Ned. Bank tenminste gebleken is, dat de positie van den gulden hecht en sterk is. Desondanks vermaant ook de directie van de Ned. Bank ons met nadruk, „dat we niet kunnen voortgaan met op den tegenwoordigen voet te leven en er alle aanleiding bestaat om de als urgent en onvermijdelijk bepleite maatregelen te treffen voor de aan passing aan de gewijzigde omstan digheden." Is het niet, of de directie van de Ned. Bank zich hier achter den heer Colijn opstelt als een wrekende Nemesis, het land en ods laatste beetje welvaart met vernietiging be dreigende, als we niet van des Colijns wille zouden blijken te zijn? Het is verheugend, dat de nieuwe regeering de medewerking van een oud-parlementariër als de heer Braat wellicht toch niet zal behoeven te ontberen. De heer Braat Is eigenlijk op onrechtvaardige wijze „gewipt" door Mr. Vervoorn, die op de plattelanderslijsten maar 6000 stem men verkreeg tegenover den heer Braat 35,000 stemmen. Alleen door de eigenaardige techniek van de Kieswet, waarmee bij de samenstelling en samenvoeging der lijsten niet vol doende rekening is gehouden, werd de heer Vervoorn gekozen verklaard. Er wordt nu echter onderhandeld tusschen de kiezers en den heer Vervoorn, die bereid schijnt te zijn om plaats te maken voor den heer Braat. God en Vaderland zijn voor velen begrippen, welke slechts worden gekend, als men er niet buiten kan. Daar hebben we de socialistische jeugdorganisatie, de A. J. C. Die is natuurlijk principieel anti-railitairis- tisch, maar als er hier of daar een kamp moet worden opgeslagen, dan worden aan „Defensie" militaire ten ten en dekens ter leen gevraagd. Die zijn dan ook altijd gegeven maar van het jaar heeft minister Deckers geweigerd. Wat ons be treft, we hadden die tenten best aan de jongelui gegund, maar het moet o.i. toch niet prettig wezen om met een anti-militairistischen geest onder oorlogs-tentmateriaal in slaap te gaan. De Hooge Raad van Arbeid heeft onder voorzitterschap van prof. Aal- berse vergaderd over o.m. eventueele verkorting van den ar beidstijd in ons land, over een vrij willige verkorting en van eene, welke door de regeering voor bepaalde bedrijfstakken na een zekere proce dure zou kunnen worden verordend Over het laatste denkbeeld staak ten de stemmen met 18—18. Zooals men weet, is de Hooge Raad van Arbeid een college, dat slechts ad viseert (aan de regeering). Tenslotte eenige Varia. De groote huurstakingen, welke in Am sterdam onder communistische leiding zijn georganiseerd geworden, werden door de stakers, welke zich volledig hebben moeten overgeven, verloren. Ook de achterstallige huren zullen volledig moeten worden betaald en mede de kosten, welke gemiddeld circa 90 g!d. per gezin zullen be dragen. Een deel der huurpenningen was aan het „stakingscomité" atge dragen, dat een aanzienlijk deel voor allerlei andere doeleinden dan die van huurbetaling heeft uitgegeven. Het wordt dus een zeer dure strop voor de betrokkenen. We hebben Dinsdag weer eens een treinongelukje gekend. Een „electrische" derailleerde bij Krommenie; ééa licht gewonde. Het publieke rechtsgevoelen heeft de bevrediging gekend, dat de smokkelaar, die er van wordt ver dacht, dat hij een kommies opzet telijk heeft doodgereden, in Amsterdam kon worden gearresteerd. Overloonsch Fanfare 25 jaar. Op 5 Juni a.s. zal de Overloonsche Fanfare „Vriendenkring" haar 25-jarig bestaan herdenken Met een grootsch festival, waaraan niet minder dan 24 gezelschappen deelnemen, zal dit jubileum worden gevierd. De gewoonte getrouw men wil immers van 'n hij of zij, in dit geval een vereeniging, die een gedenk waardig feit herdenkt, hetwelk men mei een deftig woord jubilé pleegt te noemen enkele wetenswaardige bijzonderheden. Een kijkje als 't ware in het voorbije leven, waarin voorspoed vreugde schonk en nieuwe hoop, tegenspoed harde slagen bracht en offers vroeg. Een korte historie-schets van het jubileerend gezelschap moge hier dus volgen. 1908 is het gedenkwaardige jaar, waarin de fanfare Vrienden kring geboren werd, voortgekomen uit de voordien bestaande Zaogver- eeniging. Als oprichters staan ver meld de heeren L. v. Sleeuwen, toen kapelaan alhier, L. v. d. Berg, toen hoofd der school alhier, Jac. Heur- kens, Jan Henckens, P. J. Wlllems, Mart. Poels, Mart. Jans, Piet Bloemen, H. J. Tiesen en Mich. Janssen. Aan den Weleerw. Heer van Sleeuwen, van wien voornamelijk het initiatief uitging, aan den Weled. Heer v. d. Berg, destijds President der fanfare en hun mede oprichters brengen wij vanaf deze plaats dank voor hun onvermoeide werkkracht en tactvolle leiding. Dankbaar herdenken wij tevens den Zeereerw. Heer P. W. v. Coll, in wien de oprichters een dankbaren steun mochten ondervinden. Daarbij mogen we vooral niet vergeten degenen der oprichters, die sedert gestorven zijn en wier verdiensten bij ons in dankbare herinnering voortleven. Behalve de Zeereerw. Heer van Coll, die in 1918 overleed, zijn nog gestorven de heeren Mart. Poels. kerkmeester, Jac. Heurkens, molenaar Mich. Janssen, koster en Piet Bloe men. Een bijzondere gelukwecsch mag voorts niet onthouden worden aan de heeren Jan Henckens ea M. Jans, die tot de oprichters behooren en thans hun zilveren jubileum vieren als bestuurslid, terwijl we een zelfden gelukwensch moeten richten tot den heer Ant. Janssen, die van de op richting af onafgebroken als zeer verdienstelijk werkend lid heeft ge fungeerd. Als eerste Directeur trad op de Zeereerw. Heer v. Sleeuwen. De eerste repetities werden toen gehouden in een der lokalen der destijds O. L. School. In 1908 nog kreeg de fanfare een eigen lokaal, terwijl het ledental steeg en ook meer en meer de belangstelling der ingezetenen. Bij zijn verrek naar Hilvarenbeek werd Directeur van Sleeuweu opgevolgd door deu Weled. Heer Jan Henckens. Onder diens verdienstvolle leiding werden de moeilijke oorlogsjaren doorge maakt. Men wist er zich echter kranig door heen te slaan. Wegens drukke bezigheden moest directeur Henckens in 1920 ontslag nemen. Opvolger werd thans de heer Piet Willems, onder wiens kunstvolle leiding het eerste succes behaald werd. in 1925 in Tegelen. Door drukke bezigheden elders moest ook hij in 1926 ontslag nemen. Hij werd opgevolgd door den heer M. van Opbergen, die thans nog als zoodanig fungeert. Onder diens hooggeroemde leiding werden de meeste bekronin gen behaald, waarvan 't laatst in 1932 nl. de eerste prijs in de eerste afdeeling te Best. Aan de achtereenvolgende Direc teuren zeggeD wij nogmaals onzen oprechten dank. En tenslotte wen- schen wij het bestuur en hen, die thans deel uit maken van de jubilee rende fanfare een welgemeend profi ciat voor gepresteerden arbeid met den wensch dat zij hunne vereeni ging helpen in stand houden zooals ze nu is, groot gemaakt door een drachtig samenwerken en onderling begrijpen. Namens bet Festival en Openluchtspel-Comité. W. Crooijmans, algem. voorz. A. Janssen, algem. secr. VENRAY. 3 Juni 1933. Jacht en Yisscliery. De Burgemeester van Venray brengt ter algemeene kennis dat ter secretarie verkrijgbaar zijn formulieren voor het aanvragen van visch- en jachtakten. Venray 29 Mei 1933. De Burgemeester vaa Venray. O. VAN DE LOO. Lichting 1935. Loting op 15 Juni 1933. De loting voor den militairen dienstplicht ter bepaling van den ingeschrevene, die in elke gemeente of in elke groep van gemeenten het eerst in aanmerking komt om tot gewoon dienstplichtige te worden bestemd, heeft in het openbaar plaats voor de lichting 1935 op Donderdag 15 Juni 1933 's middags om twee uur te Den Haag in de Rolzaal. Binnenhof 8. 50-Jarig jubileum. Donderdag 1 Juni was het 50 jaren geleden, dat het spoorweg verkeer op de lijn VenloNijmegen geopend werd. Gouden jubilé Op 2e Pinksterdag viert de machinist stoker G. Versteegen in het Klooster Jerusalem alhier den dag waarop hij voor 50 jaar bij de Eerw. Zusters Ursulinen in dienst trad. Tot tijdelijk onderwijzeres aan de Bijzondere School Overl. weg 2 is benoemd mej. van Dijnen uit Sevenum. Uit de sigarenindustrie. Dinsdagmiddag werden in café de Kroon te 's Gravenhage de onder handelingen voortgezet tusschen de partijen in de sigarenindustrie onder leiding van den heer H. v. d. Putt, voorzitter van de Nederl. Katholieke Sigarenfabrikanten veieeniging. De geschilpunten werden tenslotte voor de beide in aanmerking komen de categorieën teruggebracht tot 6 en 8 pet., met uitzondering van de categorie sigarenmakers, met wie vroeger een overeenkomst is ver kregen. De arbeidersvertegenwoor digers hadden verlagingen van -1 pet. voorgesteld. Tenslotte werd een compronis be reikt over een loonsaftrek van 5 en 6 pet.

Peel en Maas | 1933 | | pagina 1