Tweede Blad van „PEIL EN MAAB" 3HEE33E2IBa Wie zijn schulden betaalt... Aan Ouders en Jongens van Limburg. FEUILLETON. De ondergang der Bokruiters. Zaterdag 22 April 1933 Vier en vijftigste Jaargang No. 16 De besturen van den Koninklijken Nederlandschen Middenstandsbond, den Nederl. R.K. Middenstandsbond en de Christelijke Vereeniging van den Handeidr. en Industr. Midden stand verzoeken ods het volgende op te nemen Service is de eisch van dezen tijd voor de verhouding van bedrijf tot afnemer. Service is de eisch, waaraan vooral de bedrijven van den handeldrijven- den en industrieelen middenstand, die met het consumeerend publiek in rechtstreeks contact staan, in zoo hoog mogelijke mate trachten te vol doen. Er is echter een soort van service, waarop het koopend of werkzaam heden opdragend publiek geen prijs moest stellen. Dat is de overdreven, de oneven redige en ongemotiveerde crediet „service". Onder de maatregelen tot verlich ting van den druk, waaronder het economisch leven in dezen tijd gebukt gaat, is er een, die noch aan den Staat, noch aan zijn burgers, iels behoeft te kosten het niet onnoodig uitstellen der betalingen aan de leveranciers. De klachten in den winkel- en middenstand over het traag inkomen der te vorderen gelden zijn niet van de lucht. Ongetwijfeld is aan dit euvel de gedaalde koopkracht van breede groe pen der bevolking mede schuldig. Maar ongetwijfeld zijn er „slechte" betalers, die slechts op een aansporing als deze wachten om goede betalers te worden. Onnoodig uitstel van betaling du peert uw leveraocier in de ernstigste mate. Hij heeft de wissels te hono- reeren van grossier en fabrikant. Hem wordt in deze tijd het bankcrediet zooveel mogelijk ingeperkt. Ge kunt dus hem en zijn leveranciers en bankiers veel moeilijkheden besparen door op tijd aan uw verplichtingen te voldoen. Gij wilt toch niet teen factor zijn, die ertoe medewerkt het gansche bedrijfsleven in zijn functioneering steeds meer te belemmeren tot stil- leggens loe? Stimuleer den bloedsomloop van het economisch leven zooveel ge kunt. Dat is ook uw belang. Anti crisispolitiek is niet alleen regeeringstaak. Anti-crisispolitiek in dezen ziD ligt binnen het bereik van ieder burger. Stel uw remises niet onnoodig uit! Waardeer het een goed betaler te kunnen zijn. Wees dan ook een goed en vlot betaler. Wederom gaan we de heerlijke Meimaand tegemoet. Groen zijn boomen en struiken geworden. De rogge schiet op en in de weiden graast het vee. Paarse Pinksterbloemen gele Dotterbloemen en Aprilbloemen, witte sterremuur en hoornbloemen, ze bloeien allerwege. Om de boerenhofsteden prijken de kerseboomen in witte dracht, alsof ze besneeuwd zijn. Ook de pere- boomen, die vaak nog rijker getooid zijn. Een zonderlinge Historie. Naar het Duitsch. De vergaderden hadden blijk baar nog tijd gehad om alles wat verraderlijk kon zijn, te verwij deren. Hoe zij den geitenhok mee hadden kunnen nemen, was zeer moeilijk te ontraadselen. Een van hen moest hem vastgebonden en bij zich op het paard genomen hebben. Wilt u de vluchtelingen niet laten achtervolgen vroeg de kapitein aan den leider der dra gonders. Het meerendeel hunner was te voet. Bij deze terreingesteldheid dat geheel en al onmogelijk, a.nt- woordde de luitenant. De boeren kennen allé wegen door deze poelen en moerassen, we kunnen hen op onze paarden niet verder achtervolgen. Als we eerder be richt hadden gekregen, dan was het ons mogelijk geweest, eenige wegen af te sluiten of hen van twee kanten te naderen en te om singelen. In ieder geval hadden we dan voorzichtiger te werk kun nen gaan. Maar de tijding, dat de Weldra geven de appelboomen daar hun rood en rose bij. En dan wat een muziek overal. Nachtegaal en koekoek zijn de vorige week uit het Zuiden terug gekeerd en daarmee ook Fitis, Tjiftjaf, Grasmusch, Zwartkopjes, Tuinfluiter, Braamsluiper, Blauwborst en vele andere. Zij spelen den heelen dag op hun muziekinstrument, zooals de Schepper dat hun geleerd heeft. Zij spelen van den vroegen mor gen tot den avond, ja tot laat in den nacht. De vogels zijn wel zeer be mind door den grooten Maker, dat Hij ze begaafd heeft met de kunst van vliegen en de kunst om zoo fraai te concerteeren. Limburg is in de Meimaand één groote tuin. een lusthof, waar dui zenden bloemen en een groot.vogel koor den mensch*verheugen. Helaas wordt veel onnadenkend moedwillig van al dit schoons vernield door menschenhand. Hoeveel bloemen worden niet ge plukt op een wandeling en later als zijnde verlept weer weggeworpen. Bloeiende takken worden van heersters en boomen afgescheurd, de boom geschonden voor 't kortstondig genot van een paar dagen thuis op een vaas te pronken als ze het zoover brengen. Ik denk hier aan bloeiende brem en meer andere. Maar nog erger is het verstoren der vogelnesten, het huis en de wieg voor onze zangvogels. Het nestje van de vogels, zoo kunstig gebouwd, zoo angstig be waakt, is aan zooveel gevaren bloot gesteld. Gevaren van regen- en hagelbuien. Gevaren van roofdieren egel, wezels, katten. Gevaren vooral van sommige jon gens, die op vrije middagen en Zon dagen niet beter weten te doen, dan nestjes uit te halen. Hun ouders blijven er vaak on- cundig van en de Politie is niet alom tegenwoordig. Een paar jongens in de buurtschap nemen de anderen vaak jongeren mee en worden zoo mede tot misdadigers. Een vogelnest met eitjes of jongen wordt weinig of niet geteld. En toch heeft het meer waarde dan uw kunstig horloge. Omdat de vogels de insectenplagen kunnen verhinderen. Omdat de vogels onmisbaar zijn in de huishouding der natuur. Omdat één vogelei het begin is van een nieuwe vogel, en deze weer aan tientallen vogels het leven kan geven. Een horloge stuk, wij kunnen voor geld een nieuw koopen. Een eitje stuk, niemand die voor geld ons een nieuw maken kan. Ouders, die niet toezien op de daden hunner jongens zijn mede cbuldig aan het kwaad, dat door de onnadenkende soms baldadige jeugd wordt aangericht. „Och, het is zoo erg niet meer als vroeger", zal deze of gene zeggen. Ik kan u verzekeren, dat het op sommige plassen nog wel heel erg is. Merels, lijsters, vinken, water hoentjes en meezen hebben daarbij wel het meeste te lijden. Hun nesten zijn zóó opvallend aan weg of voet pad gebouwd, dat de er op loerende jeugd, ze al te gemakkelijk in de gaten krijgt. Jongens weet ge, als ge één eitje rooft, ge 't werk van God kapot maakt Weet ge en beseft ge ook, dat een vogelmoeder evenveel van haar eitjes en jongen houdt, als uw moe der van jou evenveel als gij houdt van uw knikkers, uw zakmes, uw centen, uw horloge Weet ge, dat de vogelouders gaarne bende hier een bijeenkomst zou houden, bereikte ons eerst kort voor middernacht en we konden in dit geval slechts een snelle overrompeling beproeven, die, zoo de bende schildwachten had uit gezet, natuurlijk moest mislukken. Maar wat hebt u eigenlijk van de handelingen dezer mannen wel gezien Festenrath vertelde, wat hij al zoo had ontdekt en deelde ook iels mee over den geitenhok. Dan is er dus toch iets van waar van die verwenschte, be lachelijke geschiedenis, die den geheelen omtrek in onrust doet verkeeren I riep de luitenant nu wrevelig uit. Tegenover mijn manschap pen moeten wij daarvan maarniet praten. Daar zijn nog heel wat lataards onder en als er hekserij bij in het spel komt, geloof ik nauwelijks, dat zij tegen die kerels stand zullen houden. En nu terug naar Hertogenrade, zoodat we nog met donker daar aankomen en daardoor tenminste zoo min moge lijk opzien verwekken. U zult den morgen of den verderen dag op de hoofdmacht moeten doorbren gen, maar wij zullen het u daar wel zoo aangenaam mogelijk maken. De gevonden voorwerpen met uitzondering van het vat natuur lijk werden meegenomen en de kleine ruiterschaar begaf zich in snellen draf op den terugweg hun nestje zouden willen verdedigen, maar het niet kunnen, omdat gij honderdmaal sterker zijt, dan zij Probeer maar eens bij een nest te komen van een grooten roofvogel of bij de jongen van uw kat. Dan zult ge merken, hoe groot de moederliefde ook bij de dieren is. Als ge een flinke jongen zijt, valt ge toch zoo maar niet een kleiner kameraadje aan, dat jou niets gedaan heeft En wat hebben de vogels jou ge daan En zijn ze niet onze kameraden, de goede vrienden van den land- en tuinman, van den boschbezitter, van ons allemaal Zoeken zij niet dagelijks honder den rupsen voor ons van onze appel en pereboomen en slakken uit onzen tuin? Vangen ze geen duizenden lastige vliegen en muggen En zingen ze daarbij niet voor ons, den ganschen dag Jongens, terwille van de- vogels, die zoo moeilijk een goede nestplaats kunnen vinden, omdat er zooveel boomen en struiken, heggen en wilde plekjes worden opgeruimd, terwille van u zelf, die toch niet de zwakke- wilt aanvallen en vernietigen wat God voor ons gemaakt heeft, gaat niet mee met die kameraden, die op nestjeszoeken uitgaan. Tracht hun daarvan terug te houden en be denk een ander spel of vermaak Bedenkt: Wie de Natuur schendt, vernietigt het werk van God. Dus van nu af aan: Geen nestjes meer uithalen. En mocht ge er toevallig een weten, niet wijzen aan anderen, en ze be schermen tegen vreemden. Naar Meester Bernink, Denekamp. Nederlandsche rund veestapel inkrimpen maar hoe! Geen Nederlandsch kapitaal vernietigen. Men heeft geadviseerd, zoo spoedig mogelijk een boeveelheid versch ge kalfde koeien en hoogdrachtige koeien door de Regeering te doen overne men en als het dan niet lukt, deze elders te plaatsen, bijvoorbeeld in Rusland en bijvoorbeeld door middel t ruilhandel tegen toch al van daar komende granen, als dit niet lukt, ze dan maar af te slachten en er conserves van te maken. Als voordeel brengt dit mee, dat zulks direct den verwachten melk stroom doet verminderen en dat tegenwoordig dergelijke koeien van niet te beste kwaliteit uiterst goed koop zijn; men spreekt zelfs van ongeveer f 125.—. Hiermee heeft men dan ook al het goeds van dezen maatregel gezegd, die in mijn oog een zeer donkere tegenzijde heeft. Men moet hierbij namelijk wel bedenken, dat genoemde dieren op het meest waardige van de lactatie periode zijn, omdat ze het meest gekost hebben tijdens den tijd van geringe opbrengst en van droogstand. dien ze achter den rug hebben. Het afslachten van deze dieren is dus verwoesten, vernietigen van een stuk Nederlandsch kapitaal. Wat die dieren thans kosten, in geld uit gedrukt, en of er al wat geld van consument naar producent verhuist, verandert hieraan niets. Er komen echter nog meer nadee- len bij, al zijn deze niet zóó ge wichtig als de eerst genoemde. Dr. Posthuma heeft dezer dagen gezegd, dat men van wrak vee geen conserves moest maken, omdat dit naar het stadje, dat veel dichlei bij was dan de kapitein gemeend had. Hem waren op bevel van den dragonder-luitenant reeds lang de handen weer losgebonden. Hij had den luitenant zijn eerewoord ge geven, dal hij niet zou ontvluch ten. Van den kant van den jongen officier in dienst was 't een zekere zorgeloosheid, om den hem nog onbekende zoo ridderlijk te be handelen. Maar Festenrath's gelaat en zijn geheele wezen, boezemden inder daad een vertrouwen in, waaraan men moeilijk weerstand bieden kon. Op de wacht in het stadje aan gekomen, noemde Festenrath, zoo dra hij met den luitenant en den wachthebbenden officier alleen was, zijn naam en rang. Beide dragonders kenden zijn naam, want de jontze kapitein, die hem droeg, was bij meerdere ge legenheden op den voorgrond getreden; hij behoefde zijn pas niet over te leggendat ging de politie of het gerecht aan, onder jonge krijgskameraden doet men aan zulke formaliteiten niet. Men liet eenige flesschen wijn en wat brood aanrukken en was spoedig verdiept in gesprekken over den oorlog, die nauwelijks een jaar geleden geëindigd was Toch had men den overste, die het escadron commandeerde reeds op de hoogte gesteld. al een soort vooroordeel bij de con sumenten zou scheppen. Hetgeen zeer juist is. Maar nu is het vleesch van versche en van hoogdrachtige koeien om het hoog watergebalte, ook al niet best om goede conserves te makea. Als derde nadeel mag weldegelijk genoemd worden, dat genoemde maatregel zoo onnatuurlijk mogelijk is, zoo geheel in flagranten strijd, met wat in het gewone bedrijf ge schiedt. Het kan niet uitblijven, of dit zal zich op de een of andere wijze zeer sterk wreken. Vet en melk uit den omloop nemen Dit kan geschieden door aDoor het verbod van andere dan volvette kaas te fabriceeren ge durende een zekeren tijd bijv. 6 a 8 maanden naar gelang hel noodig is. Volvette kaas laat zich best bewaren, waardoor zij geleidelijk kan worden gespuid. b. Door prijs-garandeeren van met volle melk gemeste kalveren. Bedoeling is daarbij drie kwaliteiten te onderscheiden le kwaliteit vaars- kalveren en tweede kwaliteit stier kalveren en tweede kwaliteit vaais- kalveren3e de rest. Hierbij worden per kalf 1200 liter vollen melk benut. Het méér geven voor vaarskalveren moedigt het mesten daarvan aan. De veehouder zal dus zelf al aan strengere selectie doen voor wat hij aanhoudt voor den fok. Goed gemeste kalveren laten zich gekoeld prachtig bewaren tot de kalfarme-periode waarover straks. Mij dunkt, dat het potje, verkre gen uit verhoogden accijns, beter besteed is aan prijsgarantie voor goed gemeste kalveren dan voor conserves van hoogdrachtige of ver sche koeien. Door verplicht standaardiseeren van de consumptiemelk op 3,3 pet. vet. De warenkeuringsdiensten moeten hun „principieele" bezwaren maar een tijdje laten rusten. De consu menten waren er wel bij Ik zou een standaardiseeren op 3 5 pet. nog liever zien, mede omdat deze vol gens de medici voor vele gebruikers de gezondste is, maar dit zal voor de kleinste bedrijven te bezwaarlijk worden. Opruimen van de ondermclk. Met het oog hierop zou een prijs garantie van ondermelk-poeder zeer gewenscht wezen en wel een dus danige, dat er groote drang ont stond, tot het vervaardigen daarvan, zoodat bestaande fabrieken met ver dubbelde krachten gingen werken en nieuwe (liefst coöperatieve) werden opgericht. Bij bestaande zuivelfabrie ken zou men beter van „ingericht' kunnen spreken. En nu moet ik hierbij wel aan lands grenzen raken. Ik had dat zooveel mogelijk willen vermijden, anders was ik begonnen met er op te wijzen, dat we de 10 millioen K.G. vleesch, die in 1932 nog inge voerd werden, heusch niet noodig hebben. Met het drogen van de onder- melk. of liever met het garandeeren van den prijs van ondermelk poeder moet wel haast gepaard gaan verbod of beperking van invoer van vleesch- meel, eiermeel en vischmeel. De ondermelkpoeder kan prachtig dienen ter vervanging van deze dri* meelsoorten in de samengestelde kippen- en varkensvoeders. En al zou de ondermelk-poeder dan ook iets duurder uitkomen, dan maakt dit per 100 K.G. mengvoer toch nog maat zeer weinig door het betrekkelijk gering procent daarin benoodigd. Ook de toeslag aan zuivelfabrieken voor het meerdere aan ondermelk, dat aan de veehouders wordt terug gegeven boven de gewone hoeveel heid. zal goed werken. Ik meen, dat men in deze richting al eenigszins maatregelen treft. Verplichte beperking van de teelt. Tot nu toe besprak ik enkele maatregelen tot verwerking van den direct te verwachten stroom melk. Behalve dan van wat ik zei over het mesten van koekalvereD, hetgeen een teeltbeperking zal bevorderen. Toch zal een verbod noodzakelijk blijken van het te laten dekken ge durende een zekeren tijd (bijv. 6 a 8 maanden, naar gelang noodig) van een deel van het fokraateriaal (bijv. de helft, ook al weer naar gelang noodig is). Groote (voordeden brengt deze regeliDg mee, onder andere a. Een selectie door den veefok ker zelf, waarbij hij dus rekening kan houden met alle eigenschappen van zijn dieren een selectie, die zich niet alleen bepaalt tot het laten dekken van de beste dieren, maar die ook bevordert het opruimen van jde minderwaardige andere dieren en van het minderwaardig jongvee (minder goede opbrengsters. van minderwaar dige afstamming, reageerende dieren, dieren die moeilijk drachtig zijn te krijgen, enz. enzomdat al deze dieren veel te duur worden, indien men ze pas over zooveel en zooveel maanden kan laten dekken b. Bij verstandige toepassing kan er een betere verdeeling van zomer en wintermeik verkregen worden; c. Minderwaardige jonge en oude stieren worden in den tijd van slapte (bedoelde 6 a 8 maanden) eerder op geruimd. Ik sprak van „verstandige toepas sing" en dan doel ik vooral op den datum, waarop men de teeltbeperking dus waarop men de periode van 6 a 8 maanden laat beginnen. Men dient hierbij rekening te houden met de verschillen in de be drijven. Zoo bestaan er veel bedrij ven, waar de lactatieperioden niet over het geheele jaar verdeeld zijn, maar waar men de koeien slechts in een paar maandeD laat kalven. Vaak met speciale bedoeling om in en rondom Mei de meeste melk te heb ben tot het vervaardigen van de beste volvette kaas. Het spreekt vanzelf, dat de gebruikelijke dektijd van die streken slechts voor een deel in de bedoelde 6 a 8 maandeo van teeltbeperking mag vallen. Da»rna toepassing van ge wijzigd plan-Wibbens. De bijkomstige vraag rijst als vanzelf, of na de periode van teelt beperking de gelegenheid niet mooi om het gewijzigd plan Wibbens omtrent verplichte stierenkeuring in werking te stellen. (Zie omtrent die wijzigingen mijn artikel in „De R K. Boerenstand van 9 Maart j.l.). Maar dan met dien verstande, dat die verplichting ook van toepassing is op stieren voor gebruik in eigen bedrijf. Toen het enkel ging om veever betering, was ik er tegen, dat ver plichte stierenkeuring ook van toe passing op laatstgenoemde stieren zou worden, omdat geen voldoende redenen aanwezig waren naar mijn meening, om zoo diep in het eigen domsrecht in te grijpen. Wordt die keuring echter tevens dienstbaar ge maakt aan teeltbeperking, dan ver andert dit geheel. Ir. JACQ. TIMMERMANS. en alle spijsverterings stoornissen verdwij nen onmiddellijk bij 't gebruik van Foster's Maagpillen, het aan gename laxeermiddel. Verkrijgbaar f 0.65 per flacon. Het is niet waar, dat alle geldmenschen schurken zijn. Er zyn er velen, die ryk met uardsch bezit gezegend zyn, die van hun overvloed meer dan over vloedig geven en we zyn onrecht vaardig, wanneer we alleen praten over de armen en de werkloozen, zonder te spreken over de andere helftdie geeft Het is een actueel thema, dat Pater H. de Greeve S.J. in zijn Periscoop- jes aansnijdt: niet uitsluitend praten over de armen en de werkloozen, maar ook eens spreken over de andere helft van het menschdom zij die geven. Hij doet het op de volgende origineele wijze Zoo juist kom ik thuis. Op mijn lessenaar ligt een brief, onderteekend door een onleesbare hand. 'n Brief van Gerritsen of Jansen Jansen hier en Jansen daar. Jansen overal. 't Doet ook niets terzake. De schrijver beklaagt zich. Hij zegt: „U, Eerwaarde, weet even goed als ik, dat er op den dag van van daag verschrikkelijke armoe geleden wordt. Vindt U 't niet schande dat menschen die geld hebben, zoo op de centen zijn Ik ben broodeloos en ik heb me gewend tot N.N.; maar hebben me netjes aan de deur gezet. Vindt U 't geen schande, dat de menschen zoo weinig over hebben voor hun medemenschen Daarover moest U maar eens schrijven in de Periscoopjes..." De onleesbare bandteekening. Ik zal ei over schrijven. Misschien herinnert zich mijn ge achte briefschrijver de geschiedenis van Balaam die geroepen werd om t Joodsche volk te vervloeken. Hij kwamen in plaats van te vloeken, zegende hij. Ben ik geroepen om te vloeken of te zegenen Kan ik in de beurzen van de menschen kijken Ik kan niet in de beurzen van de menschen kijken. Maar ik kan wel eenige feiten constateeren. Ik zeg „éénige feiten", want als ik ze allemaal wou constateeren werd de lijst te groot. De heeren van Vincentius schrijven een hartroerenden brief alle heeren van Vincentius schrijven hartroerende brieven tegen den tijd dat de jaarlijksche bedelpreek moet gehouden worden en vragen een bedel-predi- kant, een of anderen doortrapten aartsbedelaar. De man komt en heeft weinig hoop dat bij de heerschende armoede zijn collecte veel zal op brengen. In drie missen, of vier missen, werd varieerend met pa rochies f 900. f 1000. f 1200 op gehaald meer of minder. Het armbestuur schrijft hartroerende brieven. Alle armbesturen doen dat en vragen een bedelpredikant. De man komt etc. Zie boven. De opbrengst varieert... zie boven. Maar ook de Reclasseering heeft geld noodig. de Meisjesbescherming niet minder, het Wit Gele Kruis schreeuwt om hulp, de parochiale jeugdvereenlging lijdt aan chronischen geldhonger, de meisjes-afdeeling moet noodzakelijk geholpen worden, het patronaat is op sterven na dood, de voetbalbond 'n cultuurbelang weet gewoonweg geen raad van de armoede, de arme kerken veimageren De dragonder, die met deze op dracht was belast, kwam "terug met het antwoord, dat de overste om elf uur met den politierechter zou verschijnen. Festenrath had dus nog eenige uren voor den boeg en daar de wacht om zes uur werd afgelost, namen de beide officieren afscheid van hem. Hij strekte zijn ver moeide ledematen uit op het in de wachtkamer aanwezige veldbed dekte zich met zijn wijden mantel toe en sliep heel gauw in. Toen hij gewekt werd, was het klaarlichte dag en Festenrath zag een vrij oud officier met een zeer krijgshaftig voorkomen met een heer in burger voor zich staan. Hij sprong overeind en veront schuldigde zich. Gewend aan dergelijke plotselinge overgangen, was hij dadelijk weer in het bezit van zijn volkomen kalmte en verklaarde zich bereid tot het ver hoor. Hij vertelde nu, dat hij ruim een jaar geleden in de buurt van Keulen, waar hij juist bezig was met recruten-aangelegenheden, 'n jong meisje had leeren kennen, dat op hem een diepen indruk had gemaakt en ook zij scheen niet onverschillig voor hem te zijn gebleven. De nog heerschende oorlog en de daaraan verbonden onzekerheid hadden hem er vanaf gehouden een formeel huwelijksaanzoek te doen. Hij had haar slechts verzocht haar na het sluiten van den vrede in haar tehuis, in Hertogenrade, te mogen bezoeken. Thans had hij zijn ontslag genomen, daar hij door den dood van een ouder broer in hel bezit van een land goed was gekomen in Westfalen dat bij zelf wenschte te beheeren I Zoodra hij daar de noodige maatregelen had getroffen, had hij zich op weg begeven, om deze dame op te zoeken en zich le overtuigen, of zij haar vroegere genegenheid voor hem nog koes terde. Niemand hier in Hertogen rade kon vermoeden, dat hij in dezen tijd had kunnen komen. Daarna vertelde hij, hoe hij in die moerassen verdwaald was, hoe hij het vuur ontdekt had, wat hij gezien maar vooral ook wat hij gehoord had. Dat laatste was voor hem en ook voor de politieautoriteiten 't gewichtigste. Hierbij deed zich een gelegen heid voor tenminste een van de bende te vaneen. Zoo beschouwde hel ook de plaatselijke politieman mijnheer Bokelman. Wat u ons verteld hebt, ka pitein, is weinig, maar het zou toch in ieder geval het begin van een succesvol onderzoek kunnor. zijn. We hebben met een bende te doen, die zeer talrijk is, die echter door een bekwaam man of door verscheidene aanvoerders met groote behendigheid geleid te houden en de eerlijke, ka moet worden, want tot op ueden is er nog geen verraad voorgeko men en geen enkele misdadiger is op heeterdaad betrapt. Bovendien nemen de diefstal en rooftochten bijna wekelijks toe en worden steeds koener en vermeteler. Zelfs voor een moord deinzen die schurken niet meer terug. Wij kennen hier in onze stad, op Luiksch gebied, in de dorpen Meersen, 'Beek en andere plaatsen een menigte menschen, wier vermogensomstandigheden zeer slecht zijn en die toch voor hun doen heel goed leven, zonder dat wij te weten kunnen komen, vanwaar zij hun hulpmiddelen hebben. Onze krachten zijn niet toe reikend om al die verdachte lui te laten bewaken. Ook worden de diefstallen meestal niet hier in de onmiddellijke nabijheid, maar op meer afgelegen plaatsen gedaan. Gouden voorwerpen, paarden en artikelen, die twintig mijlen van hier gestolen zijn. komen in deze streek, gewoonlijk in Meersen, een dorpje in de buurt van Maas tricht, aan het daglicht, maar nooit kan men ontdekken, hoe ze hierheen gekomen zijn. Het moet wel een heele groote bende zijn, die volgens een vast systeem rooft en wier leiders bovendien het bij geloof weten te benuttigen, een zeer machtig middel om de ge zworenen bij elkander en in toom

Peel en Maas | 1933 | | pagina 7