Tweede Blad van „PEIL EN MAAB"
3HEE33E2IBa
Wie zijn schulden
betaalt...
Aan Ouders en
Jongens van
Limburg.
FEUILLETON.
De ondergang
der Bokruiters.
Zaterdag 22 April 1933
Vier en vijftigste Jaargang No. 16
De besturen van den Koninklijken
Nederlandschen Middenstandsbond,
den Nederl. R.K. Middenstandsbond
en de Christelijke Vereeniging van
den Handeidr. en Industr. Midden
stand verzoeken ods het volgende op
te nemen
Service is de eisch van dezen tijd
voor de verhouding van bedrijf tot
afnemer.
Service is de eisch, waaraan vooral
de bedrijven van den handeldrijven-
den en industrieelen middenstand, die
met het consumeerend publiek in
rechtstreeks contact staan, in zoo
hoog mogelijke mate trachten te vol
doen.
Er is echter een soort van service,
waarop het koopend of werkzaam
heden opdragend publiek geen prijs
moest stellen.
Dat is de overdreven, de oneven
redige en ongemotiveerde crediet
„service".
Onder de maatregelen tot verlich
ting van den druk, waaronder het
economisch leven in dezen tijd gebukt
gaat, is er een, die noch aan den
Staat, noch aan zijn burgers, iels
behoeft te kosten het niet onnoodig
uitstellen der betalingen aan de
leveranciers.
De klachten in den winkel- en
middenstand over het traag inkomen
der te vorderen gelden zijn niet van
de lucht.
Ongetwijfeld is aan dit euvel de
gedaalde koopkracht van breede groe
pen der bevolking mede schuldig.
Maar ongetwijfeld zijn er „slechte"
betalers, die slechts op een aansporing
als deze wachten om goede betalers
te worden.
Onnoodig uitstel van betaling du
peert uw leveraocier in de ernstigste
mate. Hij heeft de wissels te hono-
reeren van grossier en fabrikant. Hem
wordt in deze tijd het bankcrediet
zooveel mogelijk ingeperkt. Ge kunt
dus hem en zijn leveranciers en
bankiers veel moeilijkheden besparen
door op tijd aan uw verplichtingen
te voldoen.
Gij wilt toch niet teen factor zijn,
die ertoe medewerkt het gansche
bedrijfsleven in zijn functioneering
steeds meer te belemmeren tot stil-
leggens loe?
Stimuleer den bloedsomloop van
het economisch leven zooveel ge
kunt.
Dat is ook uw belang.
Anti crisispolitiek is niet alleen
regeeringstaak.
Anti-crisispolitiek in dezen ziD ligt
binnen het bereik van ieder burger.
Stel uw remises niet onnoodig uit!
Waardeer het een goed betaler te
kunnen zijn.
Wees dan ook een goed en vlot
betaler.
Wederom gaan we de heerlijke
Meimaand tegemoet.
Groen zijn boomen en struiken
geworden. De rogge schiet op en in
de weiden graast het vee. Paarse
Pinksterbloemen gele Dotterbloemen
en Aprilbloemen, witte sterremuur en
hoornbloemen, ze bloeien allerwege.
Om de boerenhofsteden prijken de
kerseboomen in witte dracht, alsof
ze besneeuwd zijn. Ook de pere-
boomen, die vaak nog rijker getooid
zijn.
Een zonderlinge Historie.
Naar het Duitsch.
De vergaderden hadden blijk
baar nog tijd gehad om alles wat
verraderlijk kon zijn, te verwij
deren. Hoe zij den geitenhok mee
hadden kunnen nemen, was zeer
moeilijk te ontraadselen. Een van
hen moest hem vastgebonden en
bij zich op het paard genomen
hebben.
Wilt u de vluchtelingen niet
laten achtervolgen vroeg de
kapitein aan den leider der dra
gonders. Het meerendeel hunner
was te voet.
Bij deze terreingesteldheid
dat geheel en al onmogelijk, a.nt-
woordde de luitenant. De boeren
kennen allé wegen door deze
poelen en moerassen, we kunnen
hen op onze paarden niet verder
achtervolgen. Als we eerder be
richt hadden gekregen, dan was
het ons mogelijk geweest, eenige
wegen af te sluiten of hen van
twee kanten te naderen en te om
singelen. In ieder geval hadden
we dan voorzichtiger te werk kun
nen gaan. Maar de tijding, dat de
Weldra geven de appelboomen
daar hun rood en rose bij.
En dan wat een muziek overal.
Nachtegaal en koekoek zijn de
vorige week uit het Zuiden terug
gekeerd en daarmee ook Fitis, Tjiftjaf,
Grasmusch, Zwartkopjes, Tuinfluiter,
Braamsluiper, Blauwborst en vele
andere.
Zij spelen den heelen dag op hun
muziekinstrument, zooals de Schepper
dat hun geleerd heeft.
Zij spelen van den vroegen mor
gen tot den avond, ja tot laat in den
nacht. De vogels zijn wel zeer be
mind door den grooten Maker, dat
Hij ze begaafd heeft met de kunst
van vliegen en de kunst om zoo
fraai te concerteeren.
Limburg is in de Meimaand één
groote tuin. een lusthof, waar dui
zenden bloemen en een groot.vogel
koor den mensch*verheugen.
Helaas wordt veel onnadenkend
moedwillig van al dit schoons
vernield door menschenhand.
Hoeveel bloemen worden niet ge
plukt op een wandeling en later als
zijnde verlept weer weggeworpen.
Bloeiende takken worden van
heersters en boomen afgescheurd, de
boom geschonden voor 't kortstondig
genot van een paar dagen thuis op
een vaas te pronken als ze het
zoover brengen.
Ik denk hier aan bloeiende brem
en meer andere.
Maar nog erger is het verstoren
der vogelnesten, het huis en de wieg
voor onze zangvogels.
Het nestje van de vogels, zoo
kunstig gebouwd, zoo angstig be
waakt, is aan zooveel gevaren bloot
gesteld.
Gevaren van regen- en hagelbuien.
Gevaren van roofdieren egel,
wezels, katten.
Gevaren vooral van sommige jon
gens, die op vrije middagen en Zon
dagen niet beter weten te doen, dan
nestjes uit te halen.
Hun ouders blijven er vaak on-
cundig van en de Politie is niet
alom tegenwoordig. Een paar jongens
in de buurtschap nemen de anderen
vaak jongeren mee en worden zoo
mede tot misdadigers.
Een vogelnest met eitjes of jongen
wordt weinig of niet geteld.
En toch heeft het meer waarde dan
uw kunstig horloge.
Omdat de vogels de insectenplagen
kunnen verhinderen.
Omdat de vogels onmisbaar zijn
in de huishouding der natuur.
Omdat één vogelei het begin is
van een nieuwe vogel, en deze weer
aan tientallen vogels het leven kan
geven.
Een horloge stuk, wij kunnen voor
geld een nieuw koopen.
Een eitje stuk, niemand die voor
geld ons een nieuw maken kan.
Ouders, die niet toezien op de
daden hunner jongens zijn mede
cbuldig aan het kwaad, dat door de
onnadenkende soms baldadige jeugd
wordt aangericht.
„Och, het is zoo erg niet meer als
vroeger", zal deze of gene zeggen.
Ik kan u verzekeren, dat het op
sommige plassen nog wel heel erg is.
Merels, lijsters, vinken, water
hoentjes en meezen hebben daarbij
wel het meeste te lijden. Hun nesten
zijn zóó opvallend aan weg of voet
pad gebouwd, dat de er op loerende
jeugd, ze al te gemakkelijk in de
gaten krijgt.
Jongens weet ge, als ge één eitje
rooft, ge 't werk van God kapot
maakt
Weet ge en beseft ge ook, dat
een vogelmoeder evenveel van haar
eitjes en jongen houdt, als uw moe
der van jou evenveel als gij
houdt van uw knikkers, uw zakmes,
uw centen, uw horloge
Weet ge, dat de vogelouders gaarne
bende hier een bijeenkomst zou
houden, bereikte ons eerst kort
voor middernacht en we konden
in dit geval slechts een snelle
overrompeling beproeven, die, zoo
de bende schildwachten had uit
gezet, natuurlijk moest mislukken.
Maar wat hebt u eigenlijk van de
handelingen dezer mannen wel
gezien
Festenrath vertelde, wat hij al
zoo had ontdekt en deelde ook
iels mee over den geitenhok.
Dan is er dus toch iets van
waar van die verwenschte, be
lachelijke geschiedenis, die den
geheelen omtrek in onrust doet
verkeeren I riep de luitenant nu
wrevelig uit.
Tegenover mijn manschap
pen moeten wij daarvan maarniet
praten. Daar zijn nog heel wat
lataards onder en als er hekserij
bij in het spel komt, geloof ik
nauwelijks, dat zij tegen die kerels
stand zullen houden. En nu terug
naar Hertogenrade, zoodat we nog
met donker daar aankomen en
daardoor tenminste zoo min moge
lijk opzien verwekken. U zult den
morgen of den verderen dag op
de hoofdmacht moeten doorbren
gen, maar wij zullen het u daar
wel zoo aangenaam mogelijk
maken.
De gevonden voorwerpen met
uitzondering van het vat natuur
lijk werden meegenomen en
de kleine ruiterschaar begaf zich
in snellen draf op den terugweg
hun nestje zouden willen verdedigen,
maar het niet kunnen, omdat gij
honderdmaal sterker zijt, dan zij
Probeer maar eens bij een nest te
komen van een grooten roofvogel of
bij de jongen van uw kat. Dan zult
ge merken, hoe groot de moederliefde
ook bij de dieren is.
Als ge een flinke jongen zijt, valt
ge toch zoo maar niet een kleiner
kameraadje aan, dat jou niets gedaan
heeft
En wat hebben de vogels jou ge
daan
En zijn ze niet onze kameraden,
de goede vrienden van den land- en
tuinman, van den boschbezitter, van
ons allemaal
Zoeken zij niet dagelijks honder
den rupsen voor ons van onze appel
en pereboomen en slakken uit onzen
tuin?
Vangen ze geen duizenden lastige
vliegen en muggen
En zingen ze daarbij niet voor ons,
den ganschen dag
Jongens, terwille van de- vogels,
die zoo moeilijk een goede nestplaats
kunnen vinden, omdat er zooveel
boomen en struiken, heggen en wilde
plekjes worden opgeruimd, terwille
van u zelf, die toch niet de zwakke-
wilt aanvallen en vernietigen
wat God voor ons gemaakt heeft,
gaat niet mee met die kameraden,
die op nestjeszoeken uitgaan. Tracht
hun daarvan terug te houden en be
denk een ander spel of vermaak
Bedenkt: Wie de Natuur schendt,
vernietigt het werk van God.
Dus van nu af aan: Geen nestjes
meer uithalen.
En mocht ge er toevallig een weten,
niet wijzen aan anderen, en ze be
schermen tegen vreemden.
Naar Meester Bernink, Denekamp.
Nederlandsche rund
veestapel inkrimpen
maar hoe!
Geen Nederlandsch kapitaal
vernietigen.
Men heeft geadviseerd, zoo spoedig
mogelijk een boeveelheid versch ge
kalfde koeien en hoogdrachtige koeien
door de Regeering te doen overne
men en als het dan niet lukt, deze
elders te plaatsen, bijvoorbeeld in
Rusland en bijvoorbeeld door middel
t ruilhandel tegen toch al van
daar komende granen, als dit niet
lukt, ze dan maar af te slachten en
er conserves van te maken.
Als voordeel brengt dit mee, dat
zulks direct den verwachten melk
stroom doet verminderen en dat
tegenwoordig dergelijke koeien van
niet te beste kwaliteit uiterst goed
koop zijn; men spreekt zelfs van
ongeveer f 125.—.
Hiermee heeft men dan ook al het
goeds van dezen maatregel gezegd,
die in mijn oog een zeer donkere
tegenzijde heeft.
Men moet hierbij namelijk wel
bedenken, dat genoemde dieren op
het meest waardige van de lactatie
periode zijn, omdat ze het meest
gekost hebben tijdens den tijd van
geringe opbrengst en van droogstand.
dien ze achter den rug hebben.
Het afslachten van deze dieren is
dus verwoesten, vernietigen van een
stuk Nederlandsch kapitaal. Wat
die dieren thans kosten, in geld uit
gedrukt, en of er al wat geld van
consument naar producent verhuist,
verandert hieraan niets.
Er komen echter nog meer nadee-
len bij, al zijn deze niet zóó ge
wichtig als de eerst genoemde.
Dr. Posthuma heeft dezer dagen
gezegd, dat men van wrak vee geen
conserves moest maken, omdat dit
naar het stadje, dat veel dichlei
bij was dan de kapitein gemeend
had.
Hem waren op bevel van den
dragonder-luitenant reeds lang de
handen weer losgebonden. Hij had
den luitenant zijn eerewoord ge
geven, dal hij niet zou ontvluch
ten. Van den kant van den jongen
officier in dienst was 't een zekere
zorgeloosheid, om den hem nog
onbekende zoo ridderlijk te be
handelen.
Maar Festenrath's gelaat en zijn
geheele wezen, boezemden inder
daad een vertrouwen in, waaraan
men moeilijk weerstand bieden
kon.
Op de wacht in het stadje aan
gekomen, noemde Festenrath, zoo
dra hij met den luitenant en den
wachthebbenden officier alleen
was, zijn naam en rang.
Beide dragonders kenden zijn
naam, want de jontze kapitein, die
hem droeg, was bij meerdere ge
legenheden op den voorgrond
getreden; hij behoefde zijn pas niet
over te leggendat ging de politie
of het gerecht aan, onder jonge
krijgskameraden doet men aan
zulke formaliteiten niet.
Men liet eenige flesschen wijn
en wat brood aanrukken en was
spoedig verdiept in gesprekken
over den oorlog, die nauwelijks
een jaar geleden geëindigd was
Toch had men den overste, die
het escadron commandeerde reeds
op de hoogte gesteld.
al een soort vooroordeel bij de con
sumenten zou scheppen. Hetgeen zeer
juist is. Maar nu is het vleesch van
versche en van hoogdrachtige koeien
om het hoog watergebalte, ook al
niet best om goede conserves te
makea.
Als derde nadeel mag weldegelijk
genoemd worden, dat genoemde
maatregel zoo onnatuurlijk mogelijk
is, zoo geheel in flagranten strijd,
met wat in het gewone bedrijf ge
schiedt. Het kan niet uitblijven, of
dit zal zich op de een of andere
wijze zeer sterk wreken.
Vet en melk uit den omloop
nemen
Dit kan geschieden door
aDoor het verbod van andere
dan volvette kaas te fabriceeren ge
durende een zekeren tijd bijv. 6 a 8
maanden naar gelang hel noodig is.
Volvette kaas laat zich best bewaren,
waardoor zij geleidelijk kan worden
gespuid.
b. Door prijs-garandeeren van
met volle melk gemeste kalveren.
Bedoeling is daarbij drie kwaliteiten
te onderscheiden le kwaliteit vaars-
kalveren en tweede kwaliteit stier
kalveren en tweede kwaliteit vaais-
kalveren3e de rest.
Hierbij worden per kalf 1200 liter
vollen melk benut. Het méér geven
voor vaarskalveren moedigt het
mesten daarvan aan. De veehouder
zal dus zelf al aan strengere selectie
doen voor wat hij aanhoudt voor
den fok.
Goed gemeste kalveren laten zich
gekoeld prachtig bewaren tot de
kalfarme-periode waarover straks.
Mij dunkt, dat het potje, verkre
gen uit verhoogden accijns, beter
besteed is aan prijsgarantie voor
goed gemeste kalveren dan voor
conserves van hoogdrachtige of ver
sche koeien.
Door verplicht standaardiseeren
van de consumptiemelk op 3,3 pet.
vet. De warenkeuringsdiensten moeten
hun „principieele" bezwaren maar
een tijdje laten rusten. De consu
menten waren er wel bij Ik zou
een standaardiseeren op 3 5 pet. nog
liever zien, mede omdat deze vol
gens de medici voor vele gebruikers
de gezondste is, maar dit zal voor
de kleinste bedrijven te bezwaarlijk
worden.
Opruimen van de ondermclk.
Met het oog hierop zou een prijs
garantie van ondermelk-poeder zeer
gewenscht wezen en wel een dus
danige, dat er groote drang ont
stond, tot het vervaardigen daarvan,
zoodat bestaande fabrieken met ver
dubbelde krachten gingen werken en
nieuwe (liefst coöperatieve) werden
opgericht. Bij bestaande zuivelfabrie
ken zou men beter van „ingericht'
kunnen spreken.
En nu moet ik hierbij wel aan
lands grenzen raken. Ik had dat
zooveel mogelijk willen vermijden,
anders was ik begonnen met er op
te wijzen, dat we de 10 millioen
K.G. vleesch, die in 1932 nog inge
voerd werden, heusch niet noodig
hebben.
Met het drogen van de onder-
melk. of liever met het garandeeren
van den prijs van ondermelk poeder
moet wel haast gepaard gaan verbod
of beperking van invoer van vleesch-
meel, eiermeel en vischmeel.
De ondermelkpoeder kan prachtig
dienen ter vervanging van deze dri*
meelsoorten in de samengestelde
kippen- en varkensvoeders. En al
zou de ondermelk-poeder dan ook
iets duurder uitkomen, dan maakt
dit per 100 K.G. mengvoer toch
nog maat zeer weinig door het
betrekkelijk gering procent daarin
benoodigd.
Ook de toeslag aan zuivelfabrieken
voor het meerdere aan ondermelk,
dat aan de veehouders wordt terug
gegeven boven de gewone hoeveel
heid. zal goed werken. Ik meen, dat
men in deze richting al eenigszins
maatregelen treft.
Verplichte beperking van de
teelt.
Tot nu toe besprak ik enkele
maatregelen tot verwerking van den
direct te verwachten stroom melk.
Behalve dan van wat ik zei over
het mesten van koekalvereD, hetgeen
een teeltbeperking zal bevorderen.
Toch zal een verbod noodzakelijk
blijken van het te laten dekken ge
durende een zekeren tijd (bijv. 6 a 8
maanden, naar gelang noodig) van
een deel van het fokraateriaal (bijv.
de helft, ook al weer naar gelang
noodig is).
Groote (voordeden brengt deze
regeliDg mee, onder andere
a. Een selectie door den veefok
ker zelf, waarbij hij dus rekening kan
houden met alle eigenschappen van
zijn dieren een selectie, die zich
niet alleen bepaalt tot het laten
dekken van de beste dieren, maar die
ook bevordert het opruimen van jde
minderwaardige andere dieren en van
het minderwaardig jongvee (minder
goede opbrengsters. van minderwaar
dige afstamming, reageerende dieren,
dieren die moeilijk drachtig zijn te
krijgen, enz. enzomdat al deze
dieren veel te duur worden, indien
men ze pas over zooveel en zooveel
maanden kan laten dekken
b. Bij verstandige toepassing kan
er een betere verdeeling van zomer
en wintermeik verkregen worden;
c. Minderwaardige jonge en oude
stieren worden in den tijd van slapte
(bedoelde 6 a 8 maanden) eerder op
geruimd.
Ik sprak van „verstandige toepas
sing" en dan doel ik vooral op den
datum, waarop men de teeltbeperking
dus waarop men de periode van
6 a 8 maanden laat beginnen.
Men dient hierbij rekening te
houden met de verschillen in de be
drijven. Zoo bestaan er veel bedrij
ven, waar de lactatieperioden niet
over het geheele jaar verdeeld zijn,
maar waar men de koeien slechts in
een paar maandeD laat kalven. Vaak
met speciale bedoeling om in en
rondom Mei de meeste melk te heb
ben tot het vervaardigen van de
beste volvette kaas. Het spreekt
vanzelf, dat de gebruikelijke dektijd
van die streken slechts voor een
deel in de bedoelde 6 a 8 maandeo
van teeltbeperking mag vallen.
Da»rna toepassing van ge
wijzigd plan-Wibbens.
De bijkomstige vraag rijst als
vanzelf, of na de periode van teelt
beperking de gelegenheid niet mooi
om het gewijzigd plan Wibbens
omtrent verplichte stierenkeuring in
werking te stellen. (Zie omtrent die
wijzigingen mijn artikel in „De R K.
Boerenstand van 9 Maart j.l.).
Maar dan met dien verstande, dat
die verplichting ook van toepassing
is op stieren voor gebruik in eigen
bedrijf.
Toen het enkel ging om veever
betering, was ik er tegen, dat ver
plichte stierenkeuring ook van toe
passing op laatstgenoemde stieren
zou worden, omdat geen voldoende
redenen aanwezig waren naar mijn
meening, om zoo diep in het eigen
domsrecht in te grijpen. Wordt die
keuring echter tevens dienstbaar ge
maakt aan teeltbeperking, dan ver
andert dit geheel.
Ir. JACQ. TIMMERMANS.
en alle spijsverterings
stoornissen verdwij
nen onmiddellijk bij 't
gebruik van Foster's
Maagpillen, het aan
gename laxeermiddel.
Verkrijgbaar f 0.65 per flacon.
Het is niet waar, dat
alle geldmenschen
schurken zijn.
Er zyn er velen, die ryk met
uardsch bezit gezegend zyn, die
van hun overvloed meer dan over
vloedig geven en we zyn onrecht
vaardig, wanneer we alleen praten
over de armen en de werkloozen,
zonder te spreken over de andere
helftdie geeft
Het is een actueel thema, dat Pater
H. de Greeve S.J. in zijn Periscoop-
jes aansnijdt: niet uitsluitend praten
over de armen en de werkloozen,
maar ook eens spreken over de andere
helft van het menschdom zij die
geven. Hij doet het op de volgende
origineele wijze
Zoo juist kom ik thuis. Op mijn
lessenaar ligt een brief, onderteekend
door een onleesbare hand. 'n Brief
van Gerritsen of Jansen Jansen
hier en Jansen daar. Jansen overal.
't Doet ook niets terzake. De
schrijver beklaagt zich. Hij zegt:
„U, Eerwaarde, weet even goed
als ik, dat er op den dag van van
daag verschrikkelijke armoe geleden
wordt. Vindt U 't niet schande dat
menschen die geld hebben, zoo op
de centen zijn Ik ben broodeloos
en ik heb me gewend tot N.N.; maar
hebben me netjes aan de deur
gezet. Vindt U 't geen schande, dat
de menschen zoo weinig over hebben
voor hun medemenschen Daarover
moest U maar eens schrijven in de
Periscoopjes..."
De onleesbare bandteekening.
Ik zal ei over schrijven.
Misschien herinnert zich mijn ge
achte briefschrijver de geschiedenis
van Balaam die geroepen werd om
t Joodsche volk te vervloeken.
Hij kwamen in plaats van te
vloeken, zegende hij.
Ben ik geroepen om te vloeken of
te zegenen Kan ik in de beurzen
van de menschen kijken Ik kan niet
in de beurzen van de menschen
kijken. Maar ik kan wel eenige feiten
constateeren.
Ik zeg „éénige feiten", want als ik
ze allemaal wou constateeren werd
de lijst te groot.
De heeren van Vincentius schrijven
een hartroerenden brief alle heeren
van Vincentius schrijven hartroerende
brieven tegen den tijd dat de
jaarlijksche bedelpreek moet gehouden
worden en vragen een bedel-predi-
kant, een of anderen doortrapten
aartsbedelaar. De man komt en heeft
weinig hoop dat bij de heerschende
armoede zijn collecte veel zal op
brengen. In drie missen, of vier
missen, werd varieerend met pa
rochies f 900. f 1000. f 1200 op
gehaald meer of minder.
Het armbestuur schrijft hartroerende
brieven. Alle armbesturen doen dat
en vragen een bedelpredikant. De
man komt etc. Zie boven.
De opbrengst varieert... zie boven.
Maar ook de Reclasseering heeft
geld noodig. de Meisjesbescherming
niet minder, het Wit Gele Kruis
schreeuwt om hulp, de parochiale
jeugdvereenlging lijdt aan chronischen
geldhonger, de meisjes-afdeeling moet
noodzakelijk geholpen worden, het
patronaat is op sterven na dood, de
voetbalbond 'n cultuurbelang
weet gewoonweg geen raad van de
armoede, de arme kerken veimageren
De dragonder, die met deze op
dracht was belast, kwam "terug
met het antwoord, dat de overste
om elf uur met den politierechter
zou verschijnen.
Festenrath had dus nog eenige
uren voor den boeg en daar de
wacht om zes uur werd afgelost,
namen de beide officieren afscheid
van hem. Hij strekte zijn ver
moeide ledematen uit op het in
de wachtkamer aanwezige veldbed
dekte zich met zijn wijden mantel
toe en sliep heel gauw in.
Toen hij gewekt werd, was het
klaarlichte dag en Festenrath zag
een vrij oud officier met een zeer
krijgshaftig voorkomen met een
heer in burger voor zich staan.
Hij sprong overeind en veront
schuldigde zich. Gewend aan
dergelijke plotselinge overgangen,
was hij dadelijk weer in het bezit
van zijn volkomen kalmte en
verklaarde zich bereid tot het ver
hoor.
Hij vertelde nu, dat hij ruim
een jaar geleden in de buurt van
Keulen, waar hij juist bezig was
met recruten-aangelegenheden, 'n
jong meisje had leeren kennen,
dat op hem een diepen indruk
had gemaakt en ook zij scheen
niet onverschillig voor hem te
zijn gebleven.
De nog heerschende oorlog en
de daaraan verbonden onzekerheid
hadden hem er vanaf gehouden
een formeel huwelijksaanzoek te
doen.
Hij had haar slechts verzocht
haar na het sluiten van den vrede
in haar tehuis, in Hertogenrade,
te mogen bezoeken. Thans had
hij zijn ontslag genomen, daar
hij door den dood van een ouder
broer in hel bezit van een land
goed was gekomen in Westfalen
dat bij zelf wenschte te beheeren
I Zoodra hij daar de noodige
maatregelen had getroffen, had
hij zich op weg begeven, om deze
dame op te zoeken en zich le
overtuigen, of zij haar vroegere
genegenheid voor hem nog koes
terde. Niemand hier in Hertogen
rade kon vermoeden, dat hij in
dezen tijd had kunnen komen.
Daarna vertelde hij, hoe hij in
die moerassen verdwaald was, hoe
hij het vuur ontdekt had, wat hij
gezien maar vooral ook wat hij
gehoord had.
Dat laatste was voor hem en
ook voor de politieautoriteiten 't
gewichtigste.
Hierbij deed zich een gelegen
heid voor tenminste een van de
bende te vaneen. Zoo beschouwde
hel ook de plaatselijke politieman
mijnheer Bokelman.
Wat u ons verteld hebt, ka
pitein, is weinig, maar het zou
toch in ieder geval het begin van
een succesvol onderzoek kunnor.
zijn. We hebben met een bende
te doen, die zeer talrijk is, die
echter door een bekwaam man
of door verscheidene aanvoerders
met groote behendigheid geleid te houden en de eerlijke, ka
moet worden, want tot op ueden
is er nog geen verraad voorgeko
men en geen enkele misdadiger
is op heeterdaad betrapt.
Bovendien nemen de diefstal
en rooftochten bijna wekelijks
toe en worden steeds koener en
vermeteler. Zelfs voor een moord
deinzen die schurken niet meer
terug. Wij kennen hier in onze
stad, op Luiksch gebied, in de
dorpen Meersen, 'Beek en andere
plaatsen een menigte menschen,
wier vermogensomstandigheden
zeer slecht zijn en die toch voor
hun doen heel goed leven, zonder
dat wij te weten kunnen komen,
vanwaar zij hun hulpmiddelen
hebben.
Onze krachten zijn niet toe
reikend om al die verdachte lui
te laten bewaken. Ook worden de
diefstallen meestal niet hier in de
onmiddellijke nabijheid, maar op
meer afgelegen plaatsen gedaan.
Gouden voorwerpen, paarden en
artikelen, die twintig mijlen van
hier gestolen zijn. komen in deze
streek, gewoonlijk in Meersen,
een dorpje in de buurt van Maas
tricht, aan het daglicht, maar
nooit kan men ontdekken, hoe ze
hierheen gekomen zijn. Het moet
wel een heele groote bende zijn,
die volgens een vast systeem rooft
en wier leiders bovendien het bij
geloof weten te benuttigen, een
zeer machtig middel om de ge
zworenen bij elkander en in toom