Tweed© Blad Tan „FI1L EI MAAS" Gulielmus, FEUiLLËTv/I. Motiris de Snijer. Onze eier-export bedreigd. Rondde boerderij Algemeen overzicht. Drie en vijftigste Jaargang No. 52 door de Genade Gods en de gunst van den H. Apostolisclien Stoel, BISSCHOP VAN ROERMOND, aan de Eerwaarde Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom, HEIL EN ZALIGHEID IN DEN HEER. Wij naderen het schoone Kerst feest. We zuilen in den geest in dien heiligen nacht wederom nederknielen bij de Kribbe in het stalletje bij dal eerste tabernakel 1 Want inderdaad, D. G. de kleine kribbe was het eerste tabernakel en dat stalletje kaï?. gerust hec eerste kerkje genoemd worden. Daar woonde O.L Heer voor de eerste keer onder de menschen. Er is in onze kerken, rondom onze tabernakels, nog altijd iets over van de sfeer van het stalletje van Bethle hem. Al zijn de kerken grcot en schoon geworden, al wil onze liefde Jezus thans laten verblijven in een waardige woning, toch voelen wij ons in de kerk bij O.L. Heer. als de herders, toen zij bij de kribbe mochten neerknielen. Wij zijn dan immers even dicht bij Jezus. Hierin ligt dan ook de nooit volprezen waarde van onze keiken, dat zij de plaats zijn waar wij tot Jezus mogen gaan en Hem als wij Hem ontvan gen, zoo dicht mogen benaderen, als geen kind zijn eigen Vader. De Kerk is ons geestelijk tehuis geworden, onze hemel op aarde, waar wij troost en steun, vergiffenis en kracht kunnen gaan halen, waar altijd door uit het tabernakel ons toeklinkt„Komt allen tot mij, die belast en beladen zijt en Ik zal U verkwikken", waar de ongelukkige, arme mensch rust en vrede kan vin den, want evenals bij de Kribbe, geldt 't ook bij 't tabernakel„Vrede aan de menschen van goeden wil." Het is dan ook geenszins te ver wonderen, D. G. dat de Chri tenen altijd zooveel van hunne kerken hebben gehouden en dat zij daarvoor de grootste offers, voor bouw, onder steuning en versiering hebben ge bracht. Goddank, de geloovigen van ons Bisdom blijken deze liefde en offervaardigheid in hooge mate te bezitten. Tientallen van kerken im mers zijn in den laatsten tijd bijge bouwd. En Wij mogen gerust zeggen, over het algemeen zijn de gelden, die daarvoor noodig waren, op buiten gewoon edelmoedige wijze bijeen gebracht. Vooral de bewoners der plaats zelf, waar de nieuwe kerk moest komen, hebben daarvoor veel geofferd. Zij" hebben het zich tot een eer en plicht gerekend O. L. Heer in hun midden een waardige woning te bezorgeD. Zoo moet het ook zijn, D. G. en Wij rekenen voor de toe komst er vast op, dat juist de be woners der plaats, waar een nieuwe kerk zou moeten komeD, gaarne offers naar vermogen zullen brengen. Gewoonlijk echter zijn deze offers toch nog niet voldoende, en er zijn paiochies, vooial nieuwe, waar de parochianen onmogelijk alles kun nen doen. Dan werd in het ver leden vanzelf sprekend naar andere middelen gezocht. O.a. moet men noodzakelijk er op uit trekken om in andere parochies z.g.n. „bedelpreeken" te houden. En, God zij dank, ook dit middel heeft vele herders gehol pen. Toch is dit in de meeste ge vallen geen voldoende hulp gebleken. Niet alleen bleven er vele arme kerken over, die groote schuldenlasten dragen, en de la3ten werden op deze wijze ook ongelijk verdeeld. Daarom hebben Wij. in overleg met onze geestelijkheid, besloten om in bet vervolg jaarlijks op den 2eo Kerstdag, ia alle Kerken onder de H. Diensten, een collecte te doen houden voor arme en voor nieuwe kerken in ons bisdom. Wij hopen, D. G. dat deze collecte goed, zeer goed zal slagen. Vooreerst hangt op dien dag het jeluk van den Kerstnacht nog zoo evendig in de herinnering en zoo zal onze ziel iu dankbare wederliefde gaarne geneigd zijn om voor de woningen van Jezus hier op aarde te zorgen. Vervolgens zal ieder edel denkende geloovige, vooral als hij daartoe door zijn herder nog eeüs wordt aange- poord, goed beseffen, dat hem hier iets wordt gevraagd, dat rechtstreeks strekt tot verheerlijking Gods, die immers in de Kerk woont, en tot behoud van het H. Geloof in ons Bisdom, dat immers vele kerken eischt. Ten slotte zal men op deze manier, als tenminste allen naar vermogen willen helpen, de priesters, die de zware opdracht krijgen een nieuwe kerk te bouwen, zooveel mogelijk vrij maken van tijdroovend rondtrekken v Moet Nederland zich d t en zal men Ons, Uw aller Herder en laten welgevallen en lijdelijk toezien Vader, de vreugde bereiden om de arme kerken in ons Bisdom eindelijk wat meer te kunnen steunen. Geve O. L. Moeder Maria, de Patrones van ods Bisdom, Zij, die voor de eerste woning van Jezus Hos heeft gedaan wat zij kon, dat al onze geloovigen gaarne naar ver mogen helpen om steeds voldoende en waardige Godshuizen op te richten. f GULIELMUS. Bisschop van Roermond. Een Tafereel uit 't Noord- Brabantsclie dorpsleven, uit „de tachtiger jaren." 2. Wat een ongehoorde weelde, een planken vloer 1 gij schudt het hoofd bij zooveel overdaad wees verzekerd dat het geheels dorp voor u reeds heizelfde gedaan heeft, maar Mouris de Snijer stoort er zich niet aan, integen deel, hij heeft zijne kamer op het prachtigst gemeubileerd; heeft hij niet een spiegel met vergulden lijst; hangen er geene schilderijen aan de wanden, staan er geen geboende stoelen tegen den muur" En dan zie, daar, een groot antiek kabinet Mouris beweert dat er "hem door een meneer uit de stad tweehonderd gulden voor geboden is en of dat alles niet genoeg ware, tegenover dat kabinet staat nog een nieuwmodische, mahoniehouten chiffonnière, een sivejeer, zooals Mours zegt. Die twee zoo verschillende meu bels zijn wel niet met elkander in harmonie, maar het staat toch mooi, rijk en heerachtig De boeren pruttelen wel een "u-Een verhooging van het "invoer recht tot 50 R.M. beteekent een be lasting van f 1.80 a f 1.90 per 100 eieren (bijna 2 cents per eihetgeen practisch wil zeggen, dat Duitschland zijn grenzen voor eieren sluit. Gedurende een reeks van jaren werd ongeveer driekwart gedeelte van onzen jaarlijkschen eierenexport door Duitschland afgenomen. Gaat de Duitsche markt verloren, zoo zal volkomen vernietiging van den Ne- derland-chen eierenexport met over- eenkomstigen terugslag op de eieren export biervan het onafwendbaar gevolg zijn. Na met cijfers aangetoond te hebben, dat onze eieren export een landsbelang van groote beteekenis is en wegkwijning van dezen tak van export belangrijke vermindering van onze volkswelvaart beteekent en speciaal ten plattelande verarming en werkloosheid zal doen toenemen, vraagt de Ned. Industrie en Han- delsraad voor Land- en Tuinbouw. alles en voor Denemarken gedeeltelijk het geval is, zoodat op de Duitsche maikt thans reeds een verbitterde concurrentie-strijd wordt gevoerd, zou die verhooging een zwaren slag voor onze nationale pluimveeteelt beteekenen. Des te meer zal dit spreken, wan neer ik er aan mag herinneren, dat onze uitvoer aan eieren het niet te onderschatten bedrag van pl.m. 8G millioen gulden per jaar beloopt, terwijl de kippenhouderij nog het eenige winstgevende onderdeel van het landbouwbedrijf is, de kurk waarop de kleine gemengde boerde rijen drijven. Het gevaar kan nog worden afgewend, wanneer het der regeering mogen gelukken, vóór 7 Maart aanstaande een lager invoer recht dan 30 Mark per 100 Kg. te bedingen. Wat zal Duitschland doen Verlies van de Duitsche markt beteekent vernietiging van onzen export. Groote ongerustheid. De Nederlandsche Industrie- en Handelsraad voor Land- en Tuin bouw meldt Onze eierenexport en de daaraan ooafschei lelijk verbonden Nederland sche pluimveehouderij staan opnieuw in een feeken van zorg 1 De slechte economische verhou dingen, deviezeobeperking, contin genteeriogsmaatregelen en andere on gunstige invloeden, waaronder deze tak van handel en bedrijf het afge loopen jaar reeds zoo zwaar te lij den had, dat de regeering zich tot steunmaatregelen gedwongen zag, schijnen slechts een voorspel te zijn geweest van de werkelijke catastro phe, die thans te wachten staat. Vooruitzichten niet gunstig. Ingevolge de overeenkomst der meestbegunstiging, bedroeg het in voerrecht van Hollandsche eieren in Duitschland 5 R.M. per 100 kg., een basis vaü het handelsverdrag tusschen Duitschland en Zuid-Slavië, op 6 October 1927 gesloten. Dit verdrag is inmiddels opgezegd. Tenzij voor dien datum eenig ander land met Duitschland een li ger tarief overeenkomt, treedt vanaf 7 Maart 1933 het autonome invoer recht op eieren in Duitschland in werking, hetgee 30 R.M. per 100 kg, bedraagt. Duitsche perspublicaties vermelden inmiddels, dat het Rijkskabinet zou hebben besloten, dit autonome recht neg te verhoopen tot 50 R.M. per 100 kg. Zelfs zijn geruchten "in omloop, waarbij een verhooging tot 100 R.M in het vooruitzicht wordt gesteld. hoe een groep van Duitsche agra riërs „rücksichtslos" slechts hun eigen belangen voorstaan Is in Duitschland dan elk gezond verstand zoek, waar een zoo sterk doorge dreven protectionisme een „volks voedsel" buiten bereik doet plaatsen der normale beurzen en practisch tot luxe middel doet promoveeren Is men in Duitschland nog steeds blind voor het feit, dat vermindering van invoer onherroepelijk overeen komstige vermindering van uitvoer tengevolge heeft Verhooging der invoerrechten Met evenveel waardeering als door Holland werd waargenomen, dat Duitschland neiging vertoonde zijn contiogeuteeringsplannen te laten varen, zooveel ontstemming wordt thans weer verwekt door het steeds toenemend streven tot verhooging van invoerrechten. Is het wonde' indien deze gesties hier te lande straks bij hernieuwing aanleiding zullen geven tot steeds sterkere op positie tegen den invoer van Duitsche goedereD Het particuliere bedrijfs leven heeft zich, evenals de land- en tuinbouw door den nood der tijden in Nederland sterker georganiseerd. Een hernieuwde prikkeling van Duitsche zijde zou voor Duitschland wel eeDs veider strekkende gevolgen kunnen hebben dan een jaar geleden Ook onze Regeering beschikt nog over w-pens, die tot dusver niet gebruikt worden. Wij zijn er van overtuigd, dat èo de Regeering èn het particuliere be drijfsleven de oplossing bij voorkeur zullen zoeken langs den weg van vredelievend overleg, doch het heeft den schijn alsof Duitschland vergeet, dat er tenslotte grenzen zijn, zoowel in het maken van voorschriften, als aan het geduld van heu die daardoor gedupeerd worden. Geen hernieuwing van het handelsverdrag De heer D. J. Holsteijn schrijft Binnenkort loopt het handelsver drag Nederland-Duitschland af, over welks vernieuwing beide regeeringen thans in onderhandeling zijn getreden Er loopen oncontroleerbare geruchten dat onze regeering er naar zou streven het op deDzelfden voet vernieuwd te krijgen. Een vernieuwing van het handelsverdrag zonder meer beteekent voor ons land, dat met ingang van 7 Maact aanstaande het invoerrecht der eieren naar Duitschland 6 maal zoo hoog wordt, namelijk van 5 mark op 30 Mark per 100 Kg. komt. Aangezien Engeland door zijn pondenkoeis voor het contineut practisch is uitgeschakeld ea ons ge- heele surplus dus naar Duitschland moet, hetgeen voor België eveneens er in dar. slsl lang zoo niet uil- ziet als in de groote, prachtige kamer met hare overdadige meu belen, maar is Moris de Snijer den geen lid van den raad, wet houder en, wie weet, mettertijd burgemeester Het wordt echter tijd, dat wij ©enigszins nader kennis maken met het huishouden van Mouris de Snijer en met het karakter van stal vee. Mouris nog een jongeman, was nu zelf baas; hij was nu heer en meester vau een mooi »gcdoei" hard werken was echter niet bij zonder naar zijn smaak, want om de waarheid le zeggen, had hij in het »boeren" al even weinig zin als vroeger in het kleermaken of' het leeren. Veel werken, zich af te matten, was nooit zijn zwak den boer-wethouder, waarvan wij 'geweest, en zelfs toen hij getrouwd reeds een zjner hoofdtrekken deden was en zijne vrouw hem een dochlerlje schonk, liet hij het grootste gedeelte van het werk aan den knecht over en deed hij weinig meer dan nu en dan zijne akkers rond te slenteren 's Zondags inet zijn paard le pron ken. Hel ging Mouris echter niet slechthet waren goede boeren jaren des zomers regende het op zijn tijd, dat is, drie dagen in de week; des winters, als hel hard vroor, bedekte een dikke en war me sneeuwlaag den grond en be hoedde het koren voor bevriezen, Daarenboven had Mouris toen een knecht van den echten stempel zooals men ze in den goeden ouden lijd vond; maar die lang zamerhand beginnen uit te ster ven als raden. Mouris Verdonk was de zoon van den /oormaligen kleermaker van het dorp aan die omstandig heid zal hij zijn bijnaam »de Snijer" te danken hebben. Mouris had tot zijn veertiende jaar school gegaan zijn vader, die meende dat er een flinke kop op hem zat, wilde hem tot meester opgeleid hebben en daarom bleef zijn zoon zoo lang op school; maar de onderwijzer van het dorp ver klaarde, dat Mouris het nooit tot den vierden, laat staan tot den de den rang zou brengen, en raadde den vader aa zijn jongen maar in de boerderij of op de snijderslafel te gebruiken. Er viel niets tegen te doen, en daar Mouris vols'rekt geen lust had in het edele kleermakersvak, schoot er voor hem niets anders over dan in 's hemelsnaam maar boer le worden. Toen de oude kleer maker stierf, liet hij Mouris eene beetje, zij beweren zelfs, dat het goede boerderij na met een flinken VI Ia de R.K. Boeren- en Tuinders stand van 1 Dec. j.l. vinden we een uittreksel van een adres van „het Grondbezit" over de Crisispachtwet aan den Minister van Justitie, lui dende De vereeaiging „Het Grondbezit' heeft een adres gericht aan den Minister van Justitie, waarin zij uit voerig motiveerend hetoogt dat de crisispachtwet niet aan de vecwach tingen voldoet en dat die wet de uitvoerders voor onoverkomelijke moeilijkheden stelt. Deze wet wakkert de hartstochten ten bate van persoon lijke voordeelen aan en krijgt een geheel speculatief karakter (1). De beslissingen zonder nadere motiveering en net persoonlijk ele ment bij die beslissingen doordat vaste lichtsnoeren onmogelijk kannen worden gegeven brengen aldus het adres, de hoogheid der Neder landsche rechtspraak dermate ii twijfel, dat verscheidene kantonge rechten een bepaalde reputatie hebben gekregen. Van vele, vooral ook kleine ver pachters. heeft zich groote verbitte ring meester gemaakt en men komt tot de oprichting van landsverpach tersbonden die een u terst verbitterde actie zullen voeren. De eventueel aan te brengen ver beteringen zijn nog Diet aan de prac- tijk getoetst en zullen licht aanleiding kunnen geven tot een soort pacht- pxijszetting van overheidswege. - Daar tal van verpachters niet meer aaa de op de pachtsom gebaseerde verplichtingen kunnen voldoen (hypo theekrente, enz.) zal voor hen staats steun noodzakelijk worden. Een billijke uitspraak is slechts na een uitgebreid technisch-economisch ge rechtelijk onderzoek te óoiq, hetgeen volgens adressante thans niet te ver antwoorden kosten medebrengt. Constateerende, dat de sympathie voor deze wet, die zoo overhaast en met zooveel ideologie is tot stand gebracht, vrijwel geheel vervlogen is en dat de werking economisch, moreel en staatkundig funest blijkt, meent adressante, dat van verbetering weinig heil valt te verwachten. Er op wijzende, dat een actie tot steun aan verpachters, stichtingen enz. die geheel aan den grond zijn geraakt, niet zal kunnen uitblijven, een steun, die op dezelfde wijze zal moeten werken als de Iaodbouw- maatschappijen voor de hypotheek boeren voorstaan, dringt adressante er bij den minister op aan, met den meesten spoed te bevorderen, dat in art. 13 der wet de woorden „voor 1 Januari 1936J' worden vervangen door „voor 1 Januari 1933." (1) Hier moet ik toch een aparte opmerkiDg maken. Zou het grondbezit minder dan de crisispachtwet de hartstochten ten bate van persoon lijke voordeelen aanwakkeren en in verleden aangewakkerd hebben Het verwondert mij, dat de R.K. Boerenstand geen enkel commentaar aan dit bericht heeft toegevoegd. Wat denkt de vereeniging „Grond bezit" te bereiken, door de crisis- pachtwet om hals te brengen Denken zij dan van de pachters de gelden binnen te krijgen om... aan de op de pachtsom gebaseerde verplichtingen te kunnen voldoen (hypotheekrente enz) Weet de ver eeniging „Het Grondbezit" niet, dat de productiewaarde ver, ontzaglijk ver. beneden den pachtprijs van den grond ligt En dat de pachter enkel alleen van de productiewaarde kan betalen Een jaar hadden de verpachters misschien hun oude pacht kunnen krijgen door zoo ongeveer den ge- heelen pachtersstand te laten uitver- koopen. Ik zeg misschien Maar dan zouden ze. niet misschien maar zeer zeker, met de opbrengst vo'gens de productiewaarde van hun verpachten grond moeten zien om te springen, trots de op de pachtsom gebaseerde verplichtingen En dan zou „grondbezit" wel eens van den wal in de sloot kunnen ge raken. Als de vereenigden in de ver eeniging „Het grondbezit" de klappen van de crisispachtwet-Ebels niet kunnen dragen, moeten ze mee ia gareel om de productiewaarde van den grond te verhoogen. Wanneer ze dit k'aar krijgen zouden ze meer gebaat zijn dan mee een vrije huis sla zhting voor de pachtpiijswet-Ebels, op 1 Januaii a.s. Ofschoon echter verhooging der landbouwproductieprijzen noodzake lijk is, zou ik toch niet gaarne mee werken, om in de gegeven omstan digheden deze zoodanig op te voeren, dat de crisispachtwet geheel over bodig werd. Ook de vereeniging „Het Grondbezit" behoeft geen heilig huisje te zijn wat de crisis niet zelfs even mag aanraken. Maar ook de hypotheekhouders niet. Ten deze had ook al lang iets moeten zijn gebeurd. Als door de crisispachtwet de verpachter zijn hypotheekrente Diet zou kunnen be talen, is het natuurlijk niet billijk, dat deze wet ook niet even langs den hypotheekhouder schuurt. Dat de sympathie voor deze wet welhaast geheel vervlogen is, was mij nog niet bekend Op het gezag van „Het Grondbezit" zullen we dat maar aannemen, althans daar 1 Als verpachters tengevolge van de crisispachtwet hun verplichtingen niet kunnen nakomen, is het zeer zeker te billijken, dat ook zij op hun beurt voorzieningen vragen. Maar dat zij daarvoor de wet willen afmaken, i; onbegrijpelijk. Want als zij hunne verplichtingen, gebaseerd op de vroe gere pachtopbrengsten, niet kunnen voldoen, omdat die opbrengsten worden verlaagd, moet het vooral hun toch duidelijk zijn, dat de boeren de pachtsom, gebaseerd op de vroege re productiewaarde van deD grond, bij dc huidige afbraakprijzen aller minst kunnen opbrengen. Eigen bezwaren worden vaak hevig gevoeld, doch de onmogelijkheden van anderen nauwelijks of niet. Dat zien we ook weer in de memorie van Antwoord van den Minister van Economische Zaken en Arbeid, waar hij zegt, geen termen te kunnen vinden om den landbouw tijdelijk van de sociale verplichtingen te ontheffen. Als de Regeering gevraagd wordt om maatregelen, die geld kosten, of aandrang wordt uitgeoefend om be zuinigingsmaatregelen niet uit te voeren, dan beroept zij zich in vele gevallen op de economische of fioan- cieele noodzakelijkheid. Doch als hare onderdanen, om dezelfde reden, uit nog grootere noodzakelijkheid, maat- egelen vragen, worden geen termen gevonden daarmee rekening te hou den. En toch, de massa der boeren kan niet meer betalen en ook geen crediet meer krijgen, maar van de Regeering hebben we nog geen moeilijkhedea in deze vernomen. De Minister ware juister geweest, als hij geen termen had kunnen vin den, om den landbouw, van de voor vele boeren, anti-sociale wetten te ontheffen. Juister in uitdrukking, maar niets meer in overeenstemming met de sociale rechtvaardigheid. Want het is en blijft een slag in het aangezicht van de sociale recht vaardigheid, dat de lasten der onder havige verzekeringen blijven loopen over de bedrijven. Over de bedrijven die met verlies werken, waar nooit woekerwinsten, zelfs geen groote winsten zijn gemaakt, waar geen reserves zijn, maar door alle eeuwen de strijd om het bestaan gevoerd moeten worden, zooals in de massa der boerenbedrijven. Nu de winter nabij is en het tegenovergestelde verwacht werd, gaan de boterprijzen ook al weer dalen. Waar moet het heen? Maar de Regeering aanvaardt de onmogelijkheden van hare onderdanen nietAGRARUS. betalen deed hij goedop een stuiver of wat zag hij niet, en al was die mildheid meer le wijten aan zijn zucht om meer te doen dan zijne buren en om te laten zien dat hij goed betalen kon, dan wel hieraan, dat hij inzag en be greep wat een goeden arbeider toekwam, toch bereikte hij er zijn doel mede. Hij behoefde nooit verlegen te slaan de oogst kwam altijd op lijd binnen, het gras werd er bekwamer tijd gemaaid en gehooid en turf had hij altijd in voorraad in zijne »schop". Dat alles kostte hem wel een heele handvol geld, maar hard achter uitgaan deed hij toch niet. Üm de boel »richtig" te houden werkte wel het meest mede zijne brave en oppassende vrouw, die arbeiders en werkvolk en vooral den stal goed naging en over alles haar scherpziend'oog liet gaan. Sedert zijn echter verscheidene jaren verloopen vrouw Verdonk rust reeds lang c-p het groene kerkhof in de schaduw van het groote houten kruis, dat, op een beuve'. geplant, den doodenakker siert; Hanneke, de dochter, is een frissche boerenmeid van twintig hij kon er op vertrouwen j jaar geworden, terwijl vader op zich zeiven of eigenlijk j Mouris nog altijd dezelfde is ge- meer dan op zich zeiven. Het werk j bleven, of neen, hij is hooger ge- op de boerderij raakte altijd op j stegen trotsch op zijne groote be lijd gedaan, want al werkte Mouris j kwaamheden in het lezen en zelf niet veel mee, arbeiders kon I schrijven, trotsch ook omdat hij hij ^altijd genoeg krijgem jin zijne jeugd de kans had gehad bovendien op zijn groot en sierlijk huis en zijn jong, vurig paard, deed hij zich als lid van den raad voordragen en was als zoodanig benoemd en later zelfs tot wet houder gekozen. Het uiterlijke van zijn persoon was er tevens zeer op verbeterd, zoo zelfs, dat hi^ 's Zondags reeds schoenen begon te dragen en een lakensch vest en dito jas. Ja, met plechtige legenheden, met Paschen of Pink steren bijvoorbeeld, of als hij naar het raadhuis ging, om de verga dering van den gemeenteraad bij le wonen, droeg hij tot ergernis van velen een boordje en over hemd. Hemel, wat een verwaandheid Waar zelfs de burgemeester zich op klompen en in zijn bombazij nen werkpakje naar de raadkamer begif en waarom ook niet" verscheen Mouris de Snij gedost en gekraagd als een groote menheer uit de stad. En dat was nog het eenige üiet. De boeren vertelden elkander, dat de wet houder een hoogen hoed bezat, dien hij in Heidekamp wel nooit opz Ite, maar in zijn karretje meenam als hij naar de stad ging. Ten minste, Peer Willems en Thomas Thomassen hadden hem daar eens ontmoet met zulk een Een accoord met de rijks ambtenaren. De korting der Indische salarissen. - Verlenging van de Tarwewet. Bruggen bouw. De burgemeester van Heesch. Diphterle in Valkens- waard. Allerlei. Het georganiseerd overleg tusschen de regeering en de rijksambtenaren over nieuwe salariskorting, heeft dezen keer een positief resultaat op geleverd, d.w.z. dat men van beide zijden het over een accoord eens is kunnen worden. Minister de Geer vond dat zoo mooi, dat bij daarom alleen dezen keer eens niet het onderste uit de kan verlangde; hij heeft voor 'n millioen of wat, toe gegeven. Volgens het verkregen accoord zal de tijdelijke korting voor gehuwden worden opgevoerd tot 4 (voorgesteld was 5) en van onge huwden tot 5 (voorgesteld was 7) procent. De regeling gaat in op I januari '33 en geldt vootloopig tot 1 Maart '35. Ze beteekent een voordeel van 11.3 millioen voor de schatkist boven de reeds verkregen 7 millioen als gevolg van de eerst toegepaste kor ting. De regeering zal thans geen ge bruik maken van de haar door de Kamer verleende bevoegdheid tot verhoogd premie-verhaal. o Slechter nog dan hun Hollandsche collega's zija de Iadische ambtenaren er aan toe. Met ingang van 1 Jan. a.s. worden dezer salarissen gekort met 17 procent, terwijl voor later oog een definitieve salarisherziening is aangekondigd. Van stopzetting echter der periodieke verhoogingen is voorloopig afgezien. Men begint wel in te zien, dat de crisis Dog van langen duur zal wezen, althans, dat het herstel van den economischen toestand slechts in een zeer langzaam tempo te ver wachten zal zijn. Nu de regeering den werkingsduur van de Tarwewet moest verlengen, heeft ze dan ook jes kon behooren. Ook de waning van Mouris was er zeer op verbeterd wij hebben reeds gezien dat zijn dak half met pannen is gedekt, dat hij een tuintje voor zijn huis heeft en dat zijne pronk- of logeerkamer met eene schier overdadige weel de gemeubileerd is. Hoe zou het met 'l overige, met zijne boerderij, met zijoe zaken gesteld zijn Wij wagen het vooralsnog niet er een antwoord op te geven, maar als men de algemeene ge ruchten gelocven mag, dan zou den die niet al te brillant staan, wel is zijn stal nog goed voorzien want behalve de varkens en kal veren, houdt hij er niet minder dan vijf koeien en een paard op na, maar het vee is dood mager en erg vervallen, beweren de boeren en alleen het paard ziet eJ goed uit en krijgt volop voer, niet omdat het hard werken moet, maar dewijl het nu en dan zijn meester moet dragen en in de stad de eer van wethouder Ver donk moet ophouden. Verder zeggen de boeren dat de boerderij zwaar »verhipeleekt" is; of dit ook laster is, zullen wij op dit oogenblik nog niet uitmaken het zou echter wel waar kunnen zijn, want zooals wij reeds zeiden rust de bezorgde vrouw Verdonk reeds lang in het graf, zoow« 1 als de oude trouwe knecht, en Mouris de Snijer blijft voortgaan met hoed op, in gezelschap van een sl8dschen menheer. ntusscheD, j niets te'doen, vooral sedert hij de op een dorp wordt zóóveel kwaad gewichtige betrekking van lid van - - w - ogeproken, dat ook dit wonderlijk den Heidekamper gemeenteraad Het moet ook gezegd worden, om meester te worden, trotsch verhaal wei tot het rijk der sprook- aanvaard heeft. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1932 | | pagina 5