Blad ?an „F£KL EN Hethuidige Russische stelsel ftsulllj&r in. Van jagers en stroopers. Rond de boerderij. Uit onze tiiden Algem. weekoverzicht Drie en vijftigste Jaargang No. 47 II. Pardoes midden in de smeulende wereldkamer springen, kordaat de Maatschappij-koe bij d'r horens grijpen en dan verder zten, zooals Lenin voordeed en Sfalin nadoen, lijkt iets, waaraan (afgezien van 't hoe) niet alle bewondering kan ontzegd. En wat steekt daarbij treurig af hetSpeel toch niet met vuur, voorzichtig, voor die koe, wat te veel in onze kringen nog wordt gehoord! Met z'n lafheid achter een schutting kruipen van kletserij of woordengepraal, noem dit maar je 7. Ook de groote tollende en dollende kapitalistischen Maatschappij is goeddeels verstoffe lijkt. En de Kerk moet er zich maar al te vaak tevreden stellen met 'n zuur-zoet cultuur-glimlachje, om te zwijgen van geniepige knevelarij. Ook in de rijen van t Kapitalisme is de levenszin voor 'n jammerlijk- groot deel ingesteld op louter 'stof felijke macht, economisch en politisch Gaan de groote werelc kwesties practisch niet buiten allen godsdienst om? - Hoeveel knepen zou Lenin van 't Kapitalisme hebben geleerd 1 9. Al leken nauwelijks op elkaar: conceptie en realiseering, bij de Fransche Revolutie indertijd, toch heeft het woelen en uitbarsten dier dagen op alles enormen icv oed gehad. Zoo zal, hoe 't verloop van Moskou ook worde, de Sovjet sterke sporen achterlaten, 't Heeft iets van 'n profaan Mane Thecel Phares, het Russische gebeuren eo losscheuren 't heeft bij sommigen geweldiger in geslagen dan tien Rerum Nova rum's 't zouden hebben gedaan. 10. Ten slotte de tijd van de z.g. kinderziekten der Revolutie meet niet schriel door ons toegemeten. Wel mag telkens beklemtoond: Men kan in Rusland niet blij ven praten, maar aldoor, van Resten eener trieste kapitaiis tische erfenis; de k o f tusschen theorie en rak'ijk moet, althans gaandeweg, overbrugd; pathos moet ééns realiteit worden. Ik daag iedereen uit, te zeggen, of ik hier eng deed en preutsch was, tegenover Moskou. Maar laat ik dan thans ook rond weg m'n bezwaren mogen opperen Zal wel ooit de Broedermaat schappij komen van algeheele algemeene rechtvaardigheid zonder geweld Zal de als tijdelijk aangekondigde dwang-Staat niet 'n duurzame iurich ting moeten worden, 'n telkens meer uitgebreid machtsapparaatZal t niet blijken, dat bruut geweld aan 't stelsel noodzakelijk vast zit Zal Utopia zich niet ontpoppen tot systeem van terreur De volmaakte Maatschappij tot dwingelandij van de ergste soort En zal. zacht uitgedrukt, geweld op den duur niet onvruchtbaar blijken Kent de Sovjet wel voldoende de (laat ik het zoo noemen) meoschelijke' constructie Is de mensch heusch niets anders dan deeg in de handen van den bakker, die Maatschappijheet? Ik bedoel: is de mensch zuiver product en resultaat der economie Is ieder mens-h vervolgens, gewoon 'n lap groüd van een-en dezelfde- aarde of niet veeleer 'n wereldje op zich? 'n Druiventros is wat anders dan één reuzedruif; en 'n korenaar- vol-graan verschilt wel 'n ietsje van 'n klomp deeg 1 Slaat de Sovjet niet 'n boel men- scbelijke drijfveeren kapot? Overschat het Bolsjewisme 't Adams kind niet Zou 'n gezonde zelfzucht straffeloos kunnen uitgeschakeld wor den Zal 't Rev/Mutie-Idealisme geen andersoortig egoïsme baren? Beknot, verminkt Moskou den mensch niet? Verarmt en verschrom pelt men er 't leven niet? Is 'n soorr Turksche hemel-op-aarde de volle bevrediging van 's menschen diepsten geluksdrang? Zou er heusch in den normalen mensch geen godsdienstbe hoefte zitten? Zal hij, te midden van den fabriekswalm nooit gaan ver langen naar wierook? Wat, als de Godshonger eens brullend wakker schiet De wetenschap muilkorven en het verstand forceeren, zal zich dat vroeg of laat niet wreken En laat het gemoedsleven zich straffeloos ontwijdeD? Banden-des bloeds is dat niet wezenlijk iets anders dan burgerlijk-conventioneel gedoe Zal de Verlosser geen valsch profeet blijken? Wat voor n brood werd aange zien, geen steen zijn? 't Genezende serum 'n zwaar vergif? Zal de Maatschappij geen circus worden? Zullen initiatieven niet verkankeren tot een kudde-psyche? Zal 't leven niet iets krijgen van een kerkhof? 't Paradijs iets van 'n moderne slavernij? Zal 't gevleugelde woord Dic tatuur van 't Proletariaat niet moeten gecorrigeerd in Diet, over het Proletariaat? Zal eureka niet onder gaan in ergo erravimus? En zal t niet blijken: Hoe meer de natuur wordt ver kracht, hoe katastrofaler ze zich wreekt? 16 Er kraait geen haan naar. En wanneer het ook eens mislukte Wat dan Het kan immers niet mislukken. Vroeger hebt gij er nooit aan gedacht en altijd lukte het. En nu ook gelukt het zeker; maar gij zijt bang, gij zijl laf. Zulke gedachten joegen hem door het hoofd. Hij bleef nog altijd uit het bosch, maar de stem ver hief zich immer sterker en ster ker Gij domme gek, gij lafaard, riep zij hem toe wanneer's avonds in de schemering het bronsgeloei der herten tot in het dorp over- klonk. In huis kon hij het niet uit houden. 'Het was hem als werd hij naar hei bosch gedreven, naar de bronsplaats. Schiet het hert neer, klonk het in zijn binnenste. Morgen is het misschien verdwenen. Hij aarzelde nog. Wanneer het vandaag weer daar is, dan wacht gij het morgen op, ja, dat zal ik, daarvan zal het afhangen. En Johan ging naar het bosch, het hert was er ook. En den an- Ofschoon de Redaktie mij eer plaatsje heeft aangewezen in de ru briek „Landbouw en Veeteelt" zal ik mij toch niet streng aan deze twee kunnen houden. Want rond de boerderij zijn meer dingen van invloed op 't wel en wee van den boerenstand, dan kennis van land bouw en vee. (Wij erkennen dat en daarom be ginnen wij met ODzen nieuwen me dewerker een nieuwe rubriek fe geven, die wij in de volle belang stelling van allen aanbevelen. Re dactie.) Dit wordt nog lang niet voldoen de ingezien. De zorg voor den land bouw wordt maar al te dikwijls ge- :ijk gesteld met de behartiging van de belangen der boeren. Eq toch ligt daartusschen een hemelsbreed verschil. Duidelijker dan ooit wordt dit thans gedemonstreerd. Bedrijfskennis is goed, noodzake lijk zelfs, doch wanneer wetenschap pelijke arbeid niet beloond wordt, blijkt het, dat deze alleen niet vol doende is. 't Is gelijk aan iemand, die een zak vol diploma's heeft, maar geen fatsoenlijk bezoldigde betrekking kan bekomen. Zóó staat 't thans met de boeren. Ze hebben veel geleerd, niet 't minst op 't gebied van bedrijfskennis. En de uitkomsten van 't bedrijf zijn bedroevender dan in tijden van de primitiefste landbouwbeoefening. Hoe heeft men b.v. de boeren niet jarenlang voorgehouden fokt mest varkens; de meest economische voederrantsoenen samengesteld deren avond was hij weer in hel bosch met de buks onder den arm. De hartstocht had overwon nen Zoo gaat het altijd; wanneer men met den duivel accordeert, en hem voorwaarden stelt, blijft hij immer aan het langste eind. Het was alsof het dier merkte, dat het doodelijk schol hem wachtte. Nu was het hier en dan daar, rusteloos dwaalde het van plek tot plek. t-Stil en oplettend sloop Johan naderbij, van bosch geheel oog en oor. Nog woedde de strijd in zijn binnenste voort. Keer om, werp de buks weg gij maakt u ongelukkig, riep de goede Engel hem nogmaals toe -Hij stond stil en zette het geweer neer. Doch daar klonk iels door het bosch, rossig schemerde het door de struiken, het was 't hert. Nu om te keeren, zou al te dom en te laf zijn, riep de stem des boozen. Hij sprong naderbij. Het hert trad in het vrije, hij zetle de buks aan den schouder, het schot knalde, de kogel moest getroffen hebben. Weliswaar brak het dier zich spoedig baan door het struikhout maar 't had sterk gezweet en menig blad bloedrood geverfd. Het moest spoedig neerstorten. Buiten zichzelf van ontroering ijlde hij 't achterna, Spoedig was hij bij 't dier, dat zich wentelde in het moerassige slijk om de brandende wonde te koelen. voorgehouden. De lengte en de breedte der krulstaarten aangegeven. De boeren hebben 't in praktijk gebracht en.... de varkens werden knorrende vet en de boerenbeurzen schreeuwend mager. Nu moeten de prijzen van deze veredelde dieren worden gesteund. Natuurlijk onvoldoende om ook de boeren nog eenig vleesch te laten, maar toch weer zoo, dat een deuk gebracht wordt in 't nationaal ver mogen. Doch hier wil ik het nu niet over hebben. Later wel. Ik wilde er alleen op wijzen, dat overduidelijk wordt gedemonstreerd, dat verworven kennis machteloos staat tegenover hoogere machten. Aan landbouwkunde en voorlich ting heeft het niet ontbroken, maar even zoo goed zijn de boeren ge- doemJ tot steuntrekkers. Of tij dien steun niet 't doel (de boer) vereenzelvigd worit, is eene vraag, welke ik thans ook in 't midden laat. Zeker, de individueele boer kan zich niet zonder nog diepere weg zinking zoo 't nog mogelijk is aan practische kennis onttrekken. Maar de landbouwwetenschap als algemeen bezit van de massa der boeren, heeft slechts waarde voor hunne welvaart, zoolang de maat schappelijke verhoudingen dit tole- reeren. Verder niet. Daarom verwondert het mij steeds weer en steeds meer, dat vele der boerenleiders, landbouwkennis techniek nog altijd als 't a, b, c, van de boerenwelvaart beschouwen. De tijd ligt achter ons, dat die welvaart kon worden afgemeten naar de productiviteit van de boer derij. Daarom diende men eerst den bodem gereed te maken, waarop techniek en wetenschap tot volle wasdom kunnen komen e.i rijke vruchten afwerpen. Goed zaaizaad is goed, maar ook voor dit is het noodzakelijk, dat 't valle in goede aarde; uitgezaaid on der de doornen brengt zelfs 't beste geen vruchlen voort. En het puike zaaizaad van be drijfskennis, barden arbeid en ratio- neele landbouw, wordt verstikt door de doornen van eene blind ontred derde maatschappij. Daarom, wil men waarlijk werken in het belang van den boerenstand, dan moet het eerste streven zijn: te arbeiden aan 't in orde brengen van het zaaibed op den maatschappelij ken akker. Hieraan zal ik gaarne een beetje medewerken, Als men voor een zaak strijdt, heeft men zich redelijkerwijze af te vragen, of die zaak den toets der rechtvaardigheid kan doorstaan. In den strijd voor de belangen der boeren hebben we dien toets niet te vreezen. De boeren zelf weten dit helaas maar al te goed, daar de uitkomsten van hun bedrijf nog steeds jammer lijk slecht zijn; velen zelfs geen in komen hebben. Voor velen, die buiten 't prac tische boerenleven staan, schijnt dit echter als een sprookje te klinken. Telkens wijst men de boeren weer op de vele steunmaatregelen voor hen genomen en de millioenen, hen daardoor toegeworpen. Maar men denkt daarbij blijkbaar niet aan 't schrikbarend grooter ge tal millioenen, dat den boerenstand eerst ontnomen is. En als men dan de prijzen der landoouwproducten in den kleinhan del beschouwt, zonder na te gaan, 't hoeveelste gedeelte daarvan den boer ten deel viel, dan kan het ook niet verwonderen, dat niet ter zake Langzamer en langzamer wer den zijne bewegingen, zwarter en dikker vloeide het bloed uit zijne zijde; het wilde opspringen, doch stortte weer neer. Het vuile moe raswater was rood van bloed. Vroolijk ijlde de jonge man nu naar het gevelde dier toe. Welk een pracht van een hert. En welk heerlijk gewei, geheel donkerkruin slechts de spits der hoornen was hagelblank. Armdikke takken bogen zich ver uit elkaar; de bo venste vier takken naderden el kander meer en vormden een soort van kroon als een hand met uitgestrekte vingers. Bij het zien van zijn buit werd Johan weer eensklaps door den ouden jachllusl aangegrepen. Hij hoorde zelfs niet de stappen die naderbij kwamen. Strooper, heb ik u eindelijk, riep de jager Kamper hoonend, Het schot had hem hierheen gelokt. Nu rekenen wij af Dreigend was de mond van geweer op Johans borst gericht. Johan verschrok. Hij voorzag niets goeds. Het oog van zijn tegenstander fonkelde van onheil spellende wraakzucht. Hij greep zijn buks en spande den haan De loop was met schroot geladen Strooper, leg het geweer neer Verroer u niet, anders zal ik u een kogel door den kop jagen riep de jager en zijn stem beefde van woede. kuodigen tot de conclusie komen, komer, dat de boeren allerminst reden tot klagen hebben. Integen deel, dat ze reden hebben tot groo te dankbaarheid jegens de Regeer ing. Dat is 't gevolg van de pruts- en Daar ik later hoop aan te toonen economische maatregelen z.g. voor de boeren genomen, welke een absoluut verkeerden indruk op de de massa oningewijden maken. Om een juist inzicht te geven in de ui'komsten der boerderij, lijkt 't mij daarom wel noodzakelijk deze eens in cijfers voor te houden. Dit ook tot staving van mijne be wering, dat er nog veel voor onze boeren moet gedaan worden. Een vriend van mij gaf me wel willend zijne boekhouding ter inzage met welker uitkomsten zich de fiscus vereenigde. Het betreft een bedrijf van 19 H.A. middelmatige grond waarvan 1 derde bouwland. Óp dit bedrijf werden gehouden melkkoeien, waarvan 't vorig jaar geleverd werden ruim 24000 Liter melk, of bijna 3500 L. per koe met een gemiddeld vetgehalte van 3.13 pet., wat boven het gemiddelde van de Nederlandsche melkveeop brengst. Die 24000 L. melk brachten op f 990.— De prijs der boter was gemiddeld f 1.20 per K.G. Nemen we tengevolge van de Zuivelsteunwet thans een gemiddel de van f 1.50 per K.g., dan brengt een liter melk met een dergelijk vet gehalte 4.7 cent op, of 0.96 ct. meer dan verleden jaar, wat voor 24000 L. een meer opbrengst is van f 230. Deze 7 koeien brengen dus bij gelijke melkgift dit jaar op f990 en f230 is f1220.— Opgemerkt zij, dat geen enkele afwijking bij de koeien, als te vroeg afkalven of anderszins voorkwamen en 't weer voor den' grasgroei gun stig was. Op dit bedrijf werden afgezet 6 stuks vee. Rekenen we die gemid deld op f 175 wat, gezien 't feit dat alle vrouwelijke runderen niet alle maal drachtig worden en de afbraak- prijzen van vet vee en oude koeien die ook opgeruimd moeten worden wel niet te laag zal zijn; dan bren gen deze op f 1050. Er werden verkocht 21 vette var- keDS gemiddeld van 180 pond a 15 cent per pond is f27 per stuk is f567.—. 37 Biggen waarvan ik een gemid delde prijs aaDneem van f 6 is f222. 3 Stierkalveren a f 15 per stuk is f 45. Kippeneieren bracht op (welke prijs we ook thans nemen) f 800, samen f 3904.—. Op sommige bedrijven zullen meer varkens gehouden zijn. Mij goed, maar ze kunnen de winst cadeau krijgen. Nu de noodzakelijke uitgaven. Gezien de (gewone) omstandigheid dat de boer en zijn vrouw (ze heb ben ook nog een groot gezin) zelf ook de handen uit de mouw steken was er slechts een dienstbode een knecht in dienst. In de drukste tijden nog een arbeider(ster). Rekenen we het loon biervan op f500. Verzekeringen f80. Grond en Polderlasten f80, Paarden- en Vee verzekering f54. Onderhoud en re- paratiën f200. Voor zaaizaad pootgoed werd uitgegeven f 10. Kunstmest £140, voor Krachtvoer werd uitgegeven rond f 1000, doch aangezien de aardappelen dit jaar onverkoopbaar zijn en deze als vee voer gebruikt zullen moeten worden zullen we de uitgaven voor kracht voer verminderen met f100 blijft f900. Alle koeien brengen niet ieder jaar een levend kalf ter wereld alle levende kalveren zijn geen vaarskalveren. De boeren moeten dus vaak vee voor te weiden bij koopen. In ge noemd bedrijf werden 't vorig jaar 3 vaarzen bijgekorht. Rekenen we die niet hoog (dit voorjaar kosten ze veel meer) op f100 peL stuk is f300. Brandassurantie f60, andere uitgaven als dekgeld, maalloon enz. f160, rest nog kost en inwoning dienstpersoneel, laag geraamd op f150 per persoon f300, samen f2784. Dit bedrijf geeft dus nog bij de huidige steunmaatregelen, zonder tegenslag van weer, ziekte onder het vee enz. een opbrengst van f 3904, -f2784 is f1120. Van winst kan men niet spreken, want de verkoopwaarde van zulk een boerderij met inventaris, is toch nog wel zoo groot, dat een matige rente hiervan bijna zooveel beliep als de geheele opbrengst. Het ar beidsloon van den boer en zijn vrouw is dus nihil. En hoeveel duizenden boertjes zijn er, die slechts een bedrijfje hebben van enkele hectaren en hoeveel duizenden anderen, van wien ze misschien belast is met de helft of drie kwart van de waarde uit den hoog-konjunktuur- tijd? Anderen, die ze gepacht hebbeD, voor een nagenoeg zoo groot bedrag als de opbrengst. Al deze hebben nog geen inkomen. Is 't dan wonder dat de boeren nog steeds aandringen op krachtiger steunmaatregelen, waar onder ook maatregelen die anderen misschien Diet serieus noemen. Omdat de boeren daarbij te veel, aan zich zelf denken en te weinig, aan anderen, 't Kan zijn. Maar als men dan billijkheidshalve ook even wilde overwegei, dat dit 't gevolg is van eene politiek, die anderen wil behoeden voor eenig offer op het crisisaltaar, doch tornt en scheurt aan 't noodzakelijk levensonderhoud van duizenden boeren en tuinders. Hierover praten we (misschien de volgende keer) verder. AGRARUS. Wilt gij mij doodschieten als een hond Daar ben ik zelf bij, antwoordde Johan en week terug om zich achter een nabij staanden eik te dekken Sta of ik schiet I Geef het geweer af. Neen, het geweer krijg je niet. Maak het bekend, geef me aan, ik zal 't niet loochenen. Blijf me echter van het lijf. Ook Johan werd door toorn en hartstocht overmand. Weip het'geweer weg 1 Sla 1 Gij ontkomt me niet 1 Het geweer aan den schouder drong de jager in blinde woede op hem aan. Johan bemerkte dat hij zijn leven wilde en ook hij legde op zijn tegenstander aan; oog in cog monding tegen 'monding stonden zij daar, de beide doodsvijanden tegenover elkander. Een oogenblik.... en het knalde een hartverscheurende jam merkreet van den jongen boei klonk door het bosch En toen was alles stil.... Goed getroffen I Gij stroopt niet meer, riep de jager met dui velachtige woede. Warm stroomde het rookende bloed uit de borst van den jongen boer roggel end wen lende hij zich langs den grond, woest rolde zijne oogen, krampachtig klamp ten zijn handen zich aan den bodem vast en rukten het gras J uit... een laatste trekken.... en het De lijst telt de namen van 3 Pau sen (Benedictus XIII gestorven 1730, Pius IX 1878, Pius X 1914) Verder 4 Kardinalen en Patriarchen, 42 Bisschoppen, 238 Priesters, 29 leeken nl. 15 mannen en 14 vrouwen. Alle beroepen: Wij vinden de namen van 4 ko- Dinginnen, 2 professoren, 1 fabri kant, 1 arts, 1 spoorwegbeambte, 1 portier, 1 smidsleerling, 1 novice. Naast dames uit den hoogen adel t barones en 1 gravin, (1878 en 1899) treffen we een gewone werkvrouw aan, verder een boerenweduwe, de huisvrouw van een Romeinsch ad- vokaat, de vrouw van een arts, maar ook de stichtster van het Genoot schap tot Voortplanting des Ge- loofj, Pauline Jaricot, gestorven in 1862. Van al deze personen geeft de kataloog de volledige namen. Wij laten die, om niet te veel ruimte te vragen, hier weg. Bedenken wij ook, dat zulk een proces, dat zoo buitengewoon minu tieus en gewetensvol door de Kerk geleid wordt, zeer veel tijd vordert, Alleen om de processen af te ma ken, die op dit oogenblik aanhangig zijn, zou de Ritencongregatie nog minstens 200 jaren werk hebben 1 Maar bovenstaande is antwoord genoeg op de vraag of onze tijd nog Heiligen voortbrengt en een duidelijk bewijs, dat in den tuin onzer Kerk nog voortdurend bloeien en ontluiken de heilige wonderbare bloemen, verschillend in gestalte en pracht, maar allen de lievelingen van Christus, den hemelschen ho venier. Voor een paar weken gaf de Riten-Congregatie haar kataloog uit, die aantoont dat thaDs ook nog alle standen en landen hun heiligeD voortbrengen. Op 1 Nov, 1931 waren te Rome niet minder dan 551 zalig- en heilig verklaringen in voorbereiding Dat is 250 meer dan voor 10 jaar. De kataloog meldt 57 gevallen van heiligverklaring, en 494 van zaligverklaring. Maar let welDat wil niet zeg gen, dat dit slechts over 551 perso nen gaat. Soms immers zijn in het proces heele groepen betrokken Zoo strekt zich dat van de beide Apostolische Vicarissen van Tonking over 1734 personen uit. Een Chineesch proces van vier Fransche Bisschoppen omvat 2420 namen en de acten over den martel dood van 5 Fransche Jezuieten uit den Bokseropstand van 1900 spre ken nog over 3072 andere slacht offers, die de eer der altaren waar dig zouden zijn. Uit alle landen schrijven we. Nederland heeft de Martelaren van Alkmaar en Moeder Clara Fey, onzen Bisschop-Martelaar Ferd. Ha mer en zijn gezellen, onzen Redemp torist Petrus Donders, gestorven in 1887, onzen Passionist, Karei Hou- ben, gestorven in 1893. Italië heeft aanhangig 271 pro cessen, Faankrijk 116, Spanje 55, Duitschland en Belgie ieder 13. Alle standen schreven we boven. leven was niet meer..,. De nacht spreidde zijn zwarten sluier over dit ijzingwekkend too- neel. Ook een donkere, raafzwarte nacht daalde in hel hart van den moordenaar. Star van schrik en ontzetting, koud tot in het diepste zijner ziel blikte hij neder op het ongeluk kig offer zijner wraak en ijver zucht.... Een oogenblik stond hij daar en hij leed hellepijnen... een kou de rilling greep hein aan, een koud zweel druppelde hem van het gelaat. Moordenaar.... moordenaar.., klonk het van alle kanten, uit ieder bosch en struik, uit iederen boom, voort dreef het hem van die onzalige plek.... Hij vermande zich echter. Met vreeselijke klaarheid over zag hij thans zijn toestand. Nog eenmaal gir.g hij naar de plaats terug, zijn geheel wezen kwam er echter tegen op, de haren stonden hem te berge. Ha hoe vreeselijk richtte ook zelfs nu nog de doode het gebro ken oog op den moordenaar... Een greep en de buks van den vermoorde was in zijne hand. Nog was zij gespannen. Hij mikte en drukte los. Kletterend sloeg het schroot in den beuk in welks na bijheid de jager het onzalige schot had gedaan. Dan wierp hij het geweer weg en ijlde voort van de vreeselijke Ingekomen en vertrokken personen van 4 tot 11 Nov. INGEKOMEN: M. J. Arts en gezin, landbouwer, N 15 van Gemert; J. C. W. Baltesen, dienstbode, Leunsche weg 29 van Venlo; L. W. G. Hendriks, dienstbode, Broekweg 2 van Vught; C. V. rijls, zonder beroep, Groo te straat 14 van Weert; E. M. S. Raedts, ingenieur, Maasheesche weg 16 van Delft; J. C. v. d. Venn, dienstbode, Gr. Straat 10 van Bergen (L.); P. H. Kuijpers, dienstknecht, Over- broek K 114 van Horst; A P. Linders, dienstbode, Hen- seniusplem 9 van Bergen (L.); E. j. Smets, kloosterbroeder. Sta tionsweg 32 van Beernem; A. W. Verleijsdonk, dienstbode, St. Annalaan 5 van Deurne; K. Thelen, verpleegster, idem, van Heerlen; M. H. Vosbeek, idem, van Horst; A Swinkels en gezin, landbouwer. Peel N 5b. Bakel. VERTROKKEN H. C. van Waayenburg, dienst bode, naar Mierlo. Helmondscheweg; B. W. Heiligers, verpleger, naar Eindhoven, Goudenregenstraat 38; H. A. Bexkens. z.b., naar Venlo; J. M. Vergeer, idem, naar Nijmegen, Canisiussingel 8. De begrootingsdebatten in de Kamer. De positie der re geering. Voorstellen tot wijzi ging van de Winkelsluitingswet. Rampendagen. In de Tweede Kamer zijn de poli tieke kopstukken de vorige week aan het woord geweest om hun oordeel te geven over de algemeene politiek plek alsof de duivel hem op de hielen zal. Het wild sprong van zijn rustplaats op; hij sidderde, doodsangst greep hem aan. Hij schrikte terug voor zijn eigen voetslap,schuw blikte zijn dwalend oog in het rond alsof de dood hem achtervolgde. Een raaf vloog hem voorbij en diens onheilspellend gekras klonk hem in de ooren, als riep hijmoordenaar 1 De dauw druppelde van het loof der boomen en maakte zijn handen en aangezicht nat: Ha, was dat geen bloed, warm bloed, dat uit de hartewonde vloeide Het vreeselijk bewustzijn van zijn bloedschuld drukte hem als een eeuwigheid op de ziel en dreigde zijn hart ledoen barsten. Hij ijlde naar het dorp, naar menschen. Toen hij den houtvester niet thuis vond, ijlde hij verder voortvoort naar de stad, naar hel gerecht om aangifte te doen. Hij had een schot in het bosch hooren vallen en was toegesneld. Daar had hij den jongen boer bij het gevelde hert aangetroffen. Deze was opgesprongen, had zich achter een beuk geposteerd en op hem aangelegd. Toen had hij zich ook gedekt en Johan opgevorderd het geweer af te geven en rustig zijn weg te gaan. In plaats van hierop te antwoorden had deze up hem geschoten de boom had hem gedekt, slechts eenige stukken hagel waren door zijn mouw ge drongen, zooals de gaten nog aan toonden. Wordt vervolgd

Peel en Maas | 1932 | | pagina 5