Blad ?an „F£KL EN
Hethuidige Russische
stelsel
ftsulllj&r in.
Van jagers en
stroopers.
Rond de boerderij.
Uit onze tiiden
Algem. weekoverzicht
Drie en vijftigste Jaargang No. 47
II.
Pardoes midden in de smeulende
wereldkamer springen, kordaat de
Maatschappij-koe bij d'r horens
grijpen en dan verder zten, zooals
Lenin voordeed en Sfalin nadoen,
lijkt iets, waaraan (afgezien van 't
hoe) niet alle bewondering kan
ontzegd. En wat steekt daarbij
treurig af hetSpeel toch niet
met vuur, voorzichtig, voor die
koe, wat te veel in onze kringen
nog wordt gehoord! Met z'n lafheid
achter een schutting kruipen van
kletserij of woordengepraal, noem
dit maar je
7. Ook de groote tollende en
dollende kapitalistischen Maatschappij
is goeddeels verstoffe lijkt. En de
Kerk moet er zich maar al te vaak
tevreden stellen met 'n zuur-zoet
cultuur-glimlachje, om te zwijgen
van geniepige knevelarij.
Ook in de rijen van t Kapitalisme
is de levenszin voor 'n jammerlijk-
groot deel ingesteld op louter 'stof
felijke macht, economisch en politisch
Gaan de groote werelc kwesties
practisch niet buiten allen godsdienst
om? - Hoeveel knepen zou Lenin
van 't Kapitalisme hebben geleerd 1
9. Al leken nauwelijks op elkaar:
conceptie en realiseering, bij
de Fransche Revolutie indertijd,
toch heeft het woelen en uitbarsten
dier dagen op alles enormen icv oed
gehad. Zoo zal, hoe 't verloop van
Moskou ook worde, de Sovjet sterke
sporen achterlaten, 't Heeft iets van
'n profaan Mane Thecel Phares,
het Russische gebeuren eo losscheuren
't heeft bij sommigen geweldiger in
geslagen dan tien Rerum Nova
rum's 't zouden hebben gedaan.
10. Ten slotte de tijd van de z.g.
kinderziekten der Revolutie meet
niet schriel door ons toegemeten.
Wel mag telkens beklemtoond:
Men kan in Rusland niet blij
ven praten, maar aldoor, van
Resten eener trieste kapitaiis
tische erfenis; de k o f tusschen
theorie en rak'ijk moet, althans
gaandeweg, overbrugd; pathos
moet ééns realiteit worden.
Ik daag iedereen uit, te zeggen,
of ik hier eng deed en preutsch was,
tegenover Moskou.
Maar laat ik dan thans ook rond
weg m'n bezwaren mogen opperen
Zal wel ooit de Broedermaat
schappij komen van algeheele
algemeene rechtvaardigheid zonder
geweld
Zal de als tijdelijk aangekondigde
dwang-Staat niet 'n duurzame iurich
ting moeten worden, 'n telkens meer
uitgebreid machtsapparaatZal t
niet blijken, dat bruut geweld aan 't
stelsel noodzakelijk vast zit Zal
Utopia zich niet ontpoppen tot
systeem van terreur De volmaakte
Maatschappij tot dwingelandij van
de ergste soort En zal. zacht
uitgedrukt, geweld op den duur niet
onvruchtbaar blijken
Kent de Sovjet wel voldoende de
(laat ik het zoo noemen) meoschelijke'
constructie
Is de mensch heusch niets anders
dan deeg in de handen van den
bakker, die Maatschappijheet?
Ik bedoel: is de mensch zuiver
product en resultaat der economie
Is ieder mens-h vervolgens, gewoon
'n lap groüd van een-en dezelfde-
aarde of niet veeleer 'n wereldje op
zich? 'n Druiventros is wat anders
dan één reuzedruif; en 'n korenaar-
vol-graan verschilt wel 'n ietsje van
'n klomp deeg 1
Slaat de Sovjet niet 'n boel men-
scbelijke drijfveeren kapot? Overschat
het Bolsjewisme 't Adams kind
niet Zou 'n gezonde zelfzucht
straffeloos kunnen uitgeschakeld wor
den Zal 't Rev/Mutie-Idealisme
geen andersoortig egoïsme baren?
Beknot, verminkt Moskou den
mensch niet? Verarmt en verschrom
pelt men er 't leven niet? Is 'n soorr
Turksche hemel-op-aarde de volle
bevrediging van 's menschen diepsten
geluksdrang? Zou er heusch in den
normalen mensch geen godsdienstbe
hoefte zitten? Zal hij, te midden van
den fabriekswalm nooit gaan ver
langen naar wierook? Wat, als de
Godshonger eens brullend wakker
schiet
De wetenschap muilkorven en
het verstand forceeren, zal zich dat
vroeg of laat niet wreken En
laat het gemoedsleven zich straffeloos
ontwijdeD? Banden-des bloeds
is dat niet wezenlijk iets anders dan
burgerlijk-conventioneel gedoe
Zal de Verlosser geen valsch
profeet blijken?
Wat voor n brood werd aange
zien, geen steen zijn?
't Genezende serum 'n zwaar vergif?
Zal de Maatschappij geen circus
worden?
Zullen initiatieven niet verkankeren
tot een kudde-psyche?
Zal 't leven niet iets krijgen
van een kerkhof?
't Paradijs iets van 'n moderne
slavernij?
Zal 't gevleugelde woord Dic
tatuur van 't Proletariaat niet moeten
gecorrigeerd in Diet, over het
Proletariaat?
Zal eureka niet onder gaan in
ergo erravimus?
En zal t niet blijken:
Hoe meer de natuur wordt ver
kracht, hoe katastrofaler ze zich
wreekt?
16
Er kraait geen haan naar. En
wanneer het ook eens mislukte
Wat dan Het kan immers niet
mislukken. Vroeger hebt gij er
nooit aan gedacht en altijd lukte
het. En nu ook gelukt het zeker;
maar gij zijt bang, gij zijl laf.
Zulke gedachten joegen hem
door het hoofd. Hij bleef nog altijd
uit het bosch, maar de stem ver
hief zich immer sterker en ster
ker Gij domme gek, gij lafaard,
riep zij hem toe wanneer's avonds
in de schemering het bronsgeloei
der herten tot in het dorp over-
klonk.
In huis kon hij het niet uit
houden. 'Het was hem als werd
hij naar hei bosch gedreven, naar
de bronsplaats.
Schiet het hert neer, klonk
het in zijn binnenste. Morgen is
het misschien verdwenen.
Hij aarzelde nog.
Wanneer het vandaag weer
daar is, dan wacht gij het morgen
op, ja, dat zal ik, daarvan zal het
afhangen.
En Johan ging naar het bosch,
het hert was er ook. En den an-
Ofschoon de Redaktie mij eer
plaatsje heeft aangewezen in de ru
briek „Landbouw en Veeteelt" zal
ik mij toch niet streng aan deze
twee kunnen houden. Want rond
de boerderij zijn meer dingen van
invloed op 't wel en wee van den
boerenstand, dan kennis van land
bouw en vee.
(Wij erkennen dat en daarom be
ginnen wij met ODzen nieuwen me
dewerker een nieuwe rubriek fe
geven, die wij in de volle belang
stelling van allen aanbevelen. Re
dactie.)
Dit wordt nog lang niet voldoen
de ingezien. De zorg voor den land
bouw wordt maar al te dikwijls ge-
:ijk gesteld met de behartiging van
de belangen der boeren. Eq toch
ligt daartusschen een hemelsbreed
verschil. Duidelijker dan ooit wordt
dit thans gedemonstreerd.
Bedrijfskennis is goed, noodzake
lijk zelfs, doch wanneer wetenschap
pelijke arbeid niet beloond wordt,
blijkt het, dat deze alleen niet vol
doende is.
't Is gelijk aan iemand, die een
zak vol diploma's heeft, maar geen
fatsoenlijk bezoldigde betrekking kan
bekomen.
Zóó staat 't thans met de boeren.
Ze hebben veel geleerd, niet 't minst
op 't gebied van bedrijfskennis. En
de uitkomsten van 't bedrijf zijn
bedroevender dan in tijden van de
primitiefste landbouwbeoefening.
Hoe heeft men b.v. de boeren niet
jarenlang voorgehouden fokt
mest varkens; de meest economische
voederrantsoenen samengesteld
deren avond was hij weer in hel
bosch met de buks onder den
arm. De hartstocht had overwon
nen Zoo gaat het altijd; wanneer
men met den duivel accordeert,
en hem voorwaarden stelt, blijft
hij immer aan het langste eind.
Het was alsof het dier merkte,
dat het doodelijk schol hem
wachtte. Nu was het hier en dan
daar, rusteloos dwaalde het van
plek tot plek. t-Stil en oplettend
sloop Johan naderbij, van bosch
geheel oog en oor. Nog woedde
de strijd in zijn binnenste voort.
Keer om, werp de buks weg
gij maakt u ongelukkig, riep de
goede Engel hem nogmaals toe
-Hij stond stil en zette het geweer
neer. Doch daar klonk iels door
het bosch, rossig schemerde het
door de struiken, het was 't hert.
Nu om te keeren, zou al te
dom en te laf zijn, riep de stem
des boozen.
Hij sprong naderbij.
Het hert trad in het vrije, hij
zetle de buks aan den schouder,
het schot knalde, de kogel moest
getroffen hebben.
Weliswaar brak het dier zich
spoedig baan door het struikhout
maar 't had sterk gezweet en
menig blad bloedrood geverfd.
Het moest spoedig neerstorten.
Buiten zichzelf van ontroering
ijlde hij 't achterna, Spoedig was
hij bij 't dier, dat zich wentelde
in het moerassige slijk om de
brandende wonde te koelen.
voorgehouden. De lengte en de
breedte der krulstaarten aangegeven.
De boeren hebben 't in praktijk
gebracht en.... de varkens werden
knorrende vet en de boerenbeurzen
schreeuwend mager.
Nu moeten de prijzen van deze
veredelde dieren worden gesteund.
Natuurlijk onvoldoende om ook de
boeren nog eenig vleesch te laten,
maar toch weer zoo, dat een deuk
gebracht wordt in 't nationaal ver
mogen.
Doch hier wil ik het nu niet over
hebben. Later wel.
Ik wilde er alleen op wijzen, dat
overduidelijk wordt gedemonstreerd,
dat verworven kennis machteloos
staat tegenover hoogere machten.
Aan landbouwkunde en voorlich
ting heeft het niet ontbroken, maar
even zoo goed zijn de boeren ge-
doemJ tot steuntrekkers.
Of tij dien steun niet 't doel (de
boer) vereenzelvigd worit, is eene
vraag, welke ik thans ook in 't
midden laat.
Zeker, de individueele boer kan
zich niet zonder nog diepere weg
zinking zoo 't nog mogelijk is
aan practische kennis onttrekken.
Maar de landbouwwetenschap als
algemeen bezit van de massa der
boeren, heeft slechts waarde voor
hunne welvaart, zoolang de maat
schappelijke verhoudingen dit tole-
reeren. Verder niet.
Daarom verwondert het mij steeds
weer en steeds meer, dat vele der
boerenleiders, landbouwkennis
techniek nog altijd als 't a, b, c,
van de boerenwelvaart beschouwen.
De tijd ligt achter ons, dat die
welvaart kon worden afgemeten
naar de productiviteit van de boer
derij.
Daarom diende men eerst den
bodem gereed te maken, waarop
techniek en wetenschap tot volle
wasdom kunnen komen e.i rijke
vruchten afwerpen.
Goed zaaizaad is goed, maar ook
voor dit is het noodzakelijk, dat 't
valle in goede aarde; uitgezaaid on
der de doornen brengt zelfs 't beste
geen vruchlen voort.
En het puike zaaizaad van be
drijfskennis, barden arbeid en ratio-
neele landbouw, wordt verstikt door
de doornen van eene blind ontred
derde maatschappij.
Daarom, wil men waarlijk werken
in het belang van den boerenstand,
dan moet het eerste streven zijn: te
arbeiden aan 't in orde brengen van
het zaaibed op den maatschappelij
ken akker.
Hieraan zal ik gaarne een beetje
medewerken,
Als men voor een zaak strijdt,
heeft men zich redelijkerwijze af te
vragen, of die zaak den toets der
rechtvaardigheid kan doorstaan.
In den strijd voor de belangen
der boeren hebben we dien toets
niet te vreezen.
De boeren zelf weten dit helaas
maar al te goed, daar de uitkomsten
van hun bedrijf nog steeds jammer
lijk slecht zijn; velen zelfs geen in
komen hebben.
Voor velen, die buiten 't prac
tische boerenleven staan, schijnt dit
echter als een sprookje te klinken.
Telkens wijst men de boeren weer
op de vele steunmaatregelen voor
hen genomen en de millioenen, hen
daardoor toegeworpen.
Maar men denkt daarbij blijkbaar
niet aan 't schrikbarend grooter ge
tal millioenen, dat den boerenstand
eerst ontnomen is.
En als men dan de prijzen der
landoouwproducten in den kleinhan
del beschouwt, zonder na te gaan,
't hoeveelste gedeelte daarvan den
boer ten deel viel, dan kan het ook
niet verwonderen, dat niet ter zake
Langzamer en langzamer wer
den zijne bewegingen, zwarter en
dikker vloeide het bloed uit zijne
zijde; het wilde opspringen, doch
stortte weer neer. Het vuile moe
raswater was rood van bloed.
Vroolijk ijlde de jonge man nu
naar het gevelde dier toe. Welk
een pracht van een hert. En welk
heerlijk gewei, geheel donkerkruin
slechts de spits der hoornen was
hagelblank. Armdikke takken
bogen zich ver uit elkaar; de bo
venste vier takken naderden el
kander meer en vormden een
soort van kroon als een hand met
uitgestrekte vingers.
Bij het zien van zijn buit werd
Johan weer eensklaps door den
ouden jachllusl aangegrepen. Hij
hoorde zelfs niet de stappen die
naderbij kwamen.
Strooper, heb ik u eindelijk,
riep de jager Kamper hoonend,
Het schot had hem hierheen
gelokt.
Nu rekenen wij af
Dreigend was de mond van
geweer op Johans borst gericht.
Johan verschrok. Hij voorzag
niets goeds. Het oog van zijn
tegenstander fonkelde van onheil
spellende wraakzucht. Hij greep
zijn buks en spande den haan
De loop was met schroot geladen
Strooper, leg het geweer
neer Verroer u niet, anders zal
ik u een kogel door den kop jagen
riep de jager en zijn stem beefde
van woede.
kuodigen tot de conclusie komen,
komer, dat de boeren allerminst
reden tot klagen hebben. Integen
deel, dat ze reden hebben tot groo
te dankbaarheid jegens de Regeer
ing.
Dat is 't gevolg van de pruts-
en Daar ik later hoop aan te toonen
economische maatregelen z.g.
voor de boeren genomen, welke een
absoluut verkeerden indruk op de
de massa oningewijden maken.
Om een juist inzicht te geven in
de ui'komsten der boerderij, lijkt 't
mij daarom wel noodzakelijk deze
eens in cijfers voor te houden.
Dit ook tot staving van mijne be
wering, dat er nog veel voor onze
boeren moet gedaan worden.
Een vriend van mij gaf me wel
willend zijne boekhouding ter inzage
met welker uitkomsten zich de fiscus
vereenigde.
Het betreft een bedrijf van 19
H.A. middelmatige grond waarvan
1 derde bouwland.
Óp dit bedrijf werden gehouden
melkkoeien, waarvan 't vorig jaar
geleverd werden ruim 24000 Liter
melk, of bijna 3500 L. per koe met
een gemiddeld vetgehalte van 3.13
pet., wat boven het gemiddelde
van de Nederlandsche melkveeop
brengst.
Die 24000 L. melk brachten op
f 990.—
De prijs der boter was gemiddeld
f 1.20 per K.G.
Nemen we tengevolge van de
Zuivelsteunwet thans een gemiddel
de van f 1.50 per K.g., dan brengt
een liter melk met een dergelijk vet
gehalte 4.7 cent op, of 0.96 ct. meer
dan verleden jaar, wat voor 24000
L. een meer opbrengst is van f 230.
Deze 7 koeien brengen dus bij
gelijke melkgift dit jaar op f990 en
f230 is f1220.—
Opgemerkt zij, dat geen enkele
afwijking bij de koeien, als te vroeg
afkalven of anderszins voorkwamen
en 't weer voor den' grasgroei gun
stig was.
Op dit bedrijf werden afgezet 6
stuks vee. Rekenen we die gemid
deld op f 175 wat, gezien 't feit dat
alle vrouwelijke runderen niet alle
maal drachtig worden en de afbraak-
prijzen van vet vee en oude koeien
die ook opgeruimd moeten worden
wel niet te laag zal zijn; dan bren
gen deze op f 1050.
Er werden verkocht 21 vette var-
keDS gemiddeld van 180 pond a 15
cent per pond is f27 per stuk is
f567.—.
37 Biggen waarvan ik een gemid
delde prijs aaDneem van f 6 is f222.
3 Stierkalveren a f 15 per stuk is
f 45. Kippeneieren bracht op (welke
prijs we ook thans nemen) f 800,
samen f 3904.—.
Op sommige bedrijven zullen meer
varkens gehouden zijn.
Mij goed, maar ze kunnen de
winst cadeau krijgen.
Nu de noodzakelijke uitgaven.
Gezien de (gewone) omstandigheid
dat de boer en zijn vrouw (ze heb
ben ook nog een groot gezin) zelf
ook de handen uit de mouw steken
was er slechts een dienstbode
een knecht in dienst. In de drukste
tijden nog een arbeider(ster).
Rekenen we het loon biervan op
f500. Verzekeringen f80. Grond en
Polderlasten f80, Paarden- en Vee
verzekering f54. Onderhoud en re-
paratiën f200. Voor zaaizaad
pootgoed werd uitgegeven f 10.
Kunstmest £140, voor Krachtvoer
werd uitgegeven rond f 1000, doch
aangezien de aardappelen dit jaar
onverkoopbaar zijn en deze als vee
voer gebruikt zullen moeten worden
zullen we de uitgaven voor kracht
voer verminderen met f100 blijft f900.
Alle koeien brengen niet ieder
jaar een levend kalf ter wereld
alle levende kalveren zijn geen
vaarskalveren.
De boeren moeten dus vaak vee
voor te weiden bij koopen. In ge
noemd bedrijf werden 't vorig jaar
3 vaarzen bijgekorht. Rekenen we
die niet hoog (dit voorjaar kosten
ze veel meer) op f100 peL stuk is
f300. Brandassurantie f60, andere
uitgaven als dekgeld, maalloon enz.
f160, rest nog kost en inwoning
dienstpersoneel, laag geraamd op
f150 per persoon f300, samen f2784.
Dit bedrijf geeft dus nog bij de
huidige steunmaatregelen, zonder
tegenslag van weer, ziekte onder het
vee enz. een opbrengst van f 3904,
-f2784 is f1120.
Van winst kan men niet spreken,
want de verkoopwaarde van zulk
een boerderij met inventaris, is toch
nog wel zoo groot, dat een matige
rente hiervan bijna zooveel beliep
als de geheele opbrengst. Het ar
beidsloon van den boer en zijn
vrouw is dus nihil.
En hoeveel duizenden boertjes zijn
er, die slechts een bedrijfje hebben
van enkele hectaren en hoeveel
duizenden anderen, van wien ze
misschien belast is met de helft of
drie kwart van de waarde uit den
hoog-konjunktuur- tijd?
Anderen, die ze gepacht hebbeD,
voor een nagenoeg zoo groot bedrag
als de opbrengst. Al deze hebben
nog geen inkomen. Is 't dan wonder
dat de boeren nog steeds aandringen
op krachtiger steunmaatregelen, waar
onder ook maatregelen die anderen
misschien Diet serieus noemen.
Omdat de boeren daarbij te veel,
aan zich zelf denken en te weinig,
aan anderen, 't Kan zijn. Maar als
men dan billijkheidshalve ook even
wilde overwegei, dat dit 't gevolg
is van eene politiek, die anderen wil
behoeden voor eenig offer op het
crisisaltaar, doch tornt en scheurt
aan 't noodzakelijk levensonderhoud
van duizenden boeren en tuinders.
Hierover praten we (misschien de
volgende keer) verder.
AGRARUS.
Wilt gij mij doodschieten
als een hond Daar ben ik zelf
bij, antwoordde Johan en week
terug om zich achter een nabij
staanden eik te dekken
Sta of ik schiet I Geef het
geweer af.
Neen, het geweer krijg je
niet. Maak het bekend, geef me
aan, ik zal 't niet loochenen. Blijf
me echter van het lijf. Ook Johan
werd door toorn en hartstocht
overmand.
Weip het'geweer weg 1 Sla 1
Gij ontkomt me niet 1
Het geweer aan den schouder
drong de jager in blinde woede
op hem aan.
Johan bemerkte dat hij zijn
leven wilde en ook hij legde op
zijn tegenstander aan; oog in cog
monding tegen 'monding stonden
zij daar, de beide doodsvijanden
tegenover elkander.
Een oogenblik.... en het knalde
een hartverscheurende jam
merkreet van den jongen boei
klonk door het bosch
En toen was alles stil....
Goed getroffen I Gij stroopt
niet meer, riep de jager met dui
velachtige woede.
Warm stroomde het rookende
bloed uit de borst van den jongen
boer roggel end wen lende hij
zich langs den grond, woest rolde
zijne oogen, krampachtig klamp
ten zijn handen zich aan den
bodem vast en rukten het gras
J uit... een laatste trekken.... en het
De lijst telt de namen van 3 Pau
sen (Benedictus XIII gestorven 1730,
Pius IX 1878, Pius X 1914) Verder
4 Kardinalen en Patriarchen, 42
Bisschoppen, 238 Priesters, 29 leeken
nl. 15 mannen en 14 vrouwen.
Alle beroepen:
Wij vinden de namen van 4 ko-
Dinginnen, 2 professoren, 1 fabri
kant, 1 arts, 1 spoorwegbeambte, 1
portier, 1 smidsleerling, 1 novice.
Naast dames uit den hoogen adel
t barones en 1 gravin, (1878 en 1899)
treffen we een gewone werkvrouw
aan, verder een boerenweduwe, de
huisvrouw van een Romeinsch ad-
vokaat, de vrouw van een arts, maar
ook de stichtster van het Genoot
schap tot Voortplanting des Ge-
loofj, Pauline Jaricot, gestorven in
1862.
Van al deze personen geeft de
kataloog de volledige namen. Wij
laten die, om niet te veel ruimte te
vragen, hier weg.
Bedenken wij ook, dat zulk een
proces, dat zoo buitengewoon minu
tieus en gewetensvol door de Kerk
geleid wordt, zeer veel tijd vordert,
Alleen om de processen af te ma
ken, die op dit oogenblik aanhangig
zijn, zou de Ritencongregatie nog
minstens 200 jaren werk hebben 1
Maar bovenstaande is antwoord
genoeg op de vraag of onze tijd
nog Heiligen voortbrengt en een
duidelijk bewijs, dat in den tuin
onzer Kerk nog voortdurend bloeien
en ontluiken de heilige wonderbare
bloemen, verschillend in gestalte en
pracht, maar allen de lievelingen
van Christus, den hemelschen ho
venier.
Voor een paar weken gaf de
Riten-Congregatie haar kataloog uit,
die aantoont dat thaDs ook nog
alle standen en landen hun heiligeD
voortbrengen.
Op 1 Nov, 1931 waren te Rome
niet minder dan 551 zalig- en heilig
verklaringen in voorbereiding Dat
is 250 meer dan voor 10 jaar.
De kataloog meldt 57 gevallen
van heiligverklaring, en 494 van
zaligverklaring.
Maar let welDat wil niet zeg
gen, dat dit slechts over 551 perso
nen gaat. Soms immers zijn in het
proces heele groepen betrokken
Zoo strekt zich dat van de beide
Apostolische Vicarissen van Tonking
over 1734 personen uit.
Een Chineesch proces van vier
Fransche Bisschoppen omvat 2420
namen en de acten over den martel
dood van 5 Fransche Jezuieten uit
den Bokseropstand van 1900 spre
ken nog over 3072 andere slacht
offers, die de eer der altaren waar
dig zouden zijn.
Uit alle landen schrijven we.
Nederland heeft de Martelaren
van Alkmaar en Moeder Clara Fey,
onzen Bisschop-Martelaar Ferd. Ha
mer en zijn gezellen, onzen Redemp
torist Petrus Donders, gestorven in
1887, onzen Passionist, Karei Hou-
ben, gestorven in 1893.
Italië heeft aanhangig 271 pro
cessen, Faankrijk 116, Spanje 55,
Duitschland en Belgie ieder 13.
Alle standen schreven we boven.
leven was niet meer..,.
De nacht spreidde zijn zwarten
sluier over dit ijzingwekkend too-
neel. Ook een donkere, raafzwarte
nacht daalde in hel hart van den
moordenaar.
Star van schrik en ontzetting,
koud tot in het diepste zijner ziel
blikte hij neder op het ongeluk
kig offer zijner wraak en ijver
zucht....
Een oogenblik stond hij daar
en hij leed hellepijnen... een kou
de rilling greep hein aan, een
koud zweel druppelde hem van
het gelaat.
Moordenaar.... moordenaar..,
klonk het van alle kanten, uit
ieder bosch en struik, uit iederen
boom, voort dreef het hem van
die onzalige plek....
Hij vermande zich echter.
Met vreeselijke klaarheid over
zag hij thans zijn toestand. Nog
eenmaal gir.g hij naar de plaats
terug, zijn geheel wezen kwam er
echter tegen op, de haren stonden
hem te berge.
Ha hoe vreeselijk richtte ook
zelfs nu nog de doode het gebro
ken oog op den moordenaar...
Een greep en de buks van den
vermoorde was in zijne hand. Nog
was zij gespannen. Hij mikte en
drukte los. Kletterend sloeg het
schroot in den beuk in welks na
bijheid de jager het onzalige schot
had gedaan.
Dan wierp hij het geweer weg
en ijlde voort van de vreeselijke
Ingekomen en vertrokken
personen
van 4 tot 11 Nov.
INGEKOMEN:
M. J. Arts en gezin, landbouwer,
N 15 van Gemert;
J. C. W. Baltesen, dienstbode,
Leunsche weg 29 van Venlo;
L. W. G. Hendriks, dienstbode,
Broekweg 2 van Vught;
C. V. rijls, zonder beroep, Groo
te straat 14 van Weert;
E. M. S. Raedts, ingenieur,
Maasheesche weg 16 van Delft;
J. C. v. d. Venn, dienstbode, Gr.
Straat 10 van Bergen (L.);
P. H. Kuijpers, dienstknecht, Over-
broek K 114 van Horst;
A P. Linders, dienstbode, Hen-
seniusplem 9 van Bergen (L.);
E. j. Smets, kloosterbroeder. Sta
tionsweg 32 van Beernem;
A. W. Verleijsdonk, dienstbode,
St. Annalaan 5 van Deurne;
K. Thelen, verpleegster, idem, van
Heerlen;
M. H. Vosbeek, idem, van Horst;
A Swinkels en gezin, landbouwer.
Peel N 5b. Bakel.
VERTROKKEN
H. C. van Waayenburg, dienst
bode, naar Mierlo. Helmondscheweg;
B. W. Heiligers, verpleger, naar
Eindhoven, Goudenregenstraat 38;
H. A. Bexkens. z.b., naar Venlo;
J. M. Vergeer, idem, naar Nijmegen,
Canisiussingel 8.
De begrootingsdebatten in de
Kamer. De positie der re
geering. Voorstellen tot wijzi
ging van de Winkelsluitingswet.
Rampendagen.
In de Tweede Kamer zijn de poli
tieke kopstukken de vorige week aan
het woord geweest om hun oordeel
te geven over de algemeene politiek
plek alsof de duivel hem op de
hielen zal. Het wild sprong van
zijn rustplaats op; hij sidderde,
doodsangst greep hem aan. Hij
schrikte terug voor zijn eigen
voetslap,schuw blikte zijn dwalend
oog in het rond alsof de dood hem
achtervolgde. Een raaf vloog hem
voorbij en diens onheilspellend
gekras klonk hem in de ooren,
als riep hijmoordenaar 1
De dauw druppelde van het
loof der boomen en maakte zijn
handen en aangezicht nat:
Ha, was dat geen bloed, warm
bloed, dat uit de hartewonde
vloeide Het vreeselijk bewustzijn
van zijn bloedschuld drukte hem
als een eeuwigheid op de ziel en
dreigde zijn hart ledoen barsten.
Hij ijlde naar het dorp, naar
menschen. Toen hij den houtvester
niet thuis vond, ijlde hij verder
voortvoort naar de stad, naar
hel gerecht om aangifte te doen.
Hij had een schot in het bosch
hooren vallen en was toegesneld.
Daar had hij den jongen boer bij
het gevelde hert aangetroffen.
Deze was opgesprongen, had zich
achter een beuk geposteerd en op
hem aangelegd. Toen had hij zich
ook gedekt en Johan opgevorderd
het geweer af te geven en rustig
zijn weg te gaan. In plaats van
hierop te antwoorden had deze up
hem geschoten de boom had hem
gedekt, slechts eenige stukken
hagel waren door zijn mouw ge
drongen, zooals de gaten nog aan
toonden. Wordt vervolgd