Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. E ontwikkeling. MANUFACTUREN (I '(YQOÖDÊÉLM ÜtófQNQÊ: MANUFACTUREN BLIJKEN TOCH HET. 'QQBDEÊUG2/ Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Politieke ONZE DOODEN. Als in oorlogsdagen. In eigen iand. Provinciaal Nieuws Huldiging Deken Thielen Zaterdag 29 October 1932 Drie en vijftigste Jaargang No. 44 BLIJKEN TOCH HET PEEL EN AAS PRIJS DER ADVKRTENTIEN 18 regels 60 cent, elke regel meer 7 et. bij abonnement lagere tarieven. Litgave van FIRMA VAN IKON MTNOKHOI- V ION KA V' Telefoon 51 GIRO 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent voor het buitenland I 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent O. L. Vrouw Behoudenis der Krauken, Oostrum. Van een neutrale party Een veeleiseliend, maar weinig ernstig program. Al meermalen hebben de lezers ondervonden, dat het jaar voor nieuwe Kamerverkiezingen een jaar van groeizaamheid is voor nieuwe politieke partijtjes. Ook nu weer beginnen ze uit te komen, die plantjes op den weligen politieken bodem. Zelfs werd ons een Agrarische Partij aangekondigd, blijkens haar program en verdere uitlatingen een neutrale organisatie. Die partij strekt hare armen ook naar Limburg uit. 't Is te begrijpen, elke stem is er één en of zij nu op den rug van Limburgsche boeren naar de Kamer gedragen worden of op dien van liberale Grooingscbe landbouwers, is zulke apostelen der neutraliteit om het even. De kwestie is maar om er te komen. Men behoeft geen rekenkunslenaar te zijn, om uit te vinden, hoeveel stemmen noodig zijn om een Kamer zetel te bemachtigen. Zoo'n 35 000 stemmen, als men bovenaan op de lijst staat.... Maar dat is toch nog zoo eenvoudig niet, als het er op aan komt, zooals zoovele partijtjes bij elke verkiezing bewijzen, die in grooten getale in het zand moeten bijten. Daarom zal men natuurlijk pro- beeren over het geheele land zieltjes te vangen. En om dezelfde reden meent men in een neutraal pakje te moeten komen. Er zijn nog altijd menschen die denken, dat wat neu traal is, voor ieder is te aanvaarden Daarom kregen we de neutrale school, de neutrale vakvereenigiDg, daarom verrijzen er neutrale partijen. Nadat al die neutraliteit schipbreuk heeft geleden, had ook de Agrari sche Partij moeten weten, dat men bij een Katholieken Limburger niet met zulk een neutraal ding moet aankomen. Wij kunnen allemaal op zijn tijd hier en daar ai eens over mopperen, maar ze moeten elders niet meenen, dat ze ons voor hun wagentje kunnen spannen, in dit ge val voor het neutrale karretje. Wij weten allemaal heel goed. dat wanneer zoo'n Kamerlid van de Agrarische Partij, wanneer hij op z'n eentje, of laten ze zelfs met hun tweeën zijn, de Kamer binnenstapt, zijn neutraliteit ophoudt. Dan wordt zijn meeniog over van alles gevraagd, over alle dingen, die aan de Volks vertegenwoordiging ter beslissing worden voorgelegd. En al hoett zoo n man daarover niet altijd een rede voering te houden, hij moet toch spreken met het uitbrengen van 2ijn stem voor of tegen. En dan zie je die „neutrale" mannen dikwijls rare dingen uithalen. Wij latsn dat spreken en stemmen in de Kataer altijd liever aan katho lieken over, mannen, die over begin selzaken denken als wij en in wie wij ook voor de behartiging onzer be langen het meeste vertrouwen stellen Zelfs al mocht zoo'n Agrarische Partij een Katholieken Limburger bereid vinden om op haar lijst te komen, ook die zou ons vertrouwen onmogelijk, kunnen winnen. Wie onder de neutrale vlag wil varen is onze man niet en nooit. Wat kan zoo'n partijtje in de Kamer ook bereiken Verreweg de meeste Nederland- sche landbouwers zijn zoo verstan dig te overwegen, dat het in hun belang is, zich aan te sluiten bij hun geestverwanten, de katholieken bij de katholieke Staatspartij, de pro- j testanten bij de Aati-Revolutionoaire Partij of bij de Christelijk Historische Unie en zoo verder. De katholieke landbouwers heb ben in de katholieke Kamerfractie verschillende landbouwspecialiteiten en deze lichten de andere katholieke Kamerleden vcor, zoodat onze boe ren op dertig katholieke Kamerleden kunnen steunen,, die voor hun be langen altijd één lijn trekken. En zoo gaat het in de andere partijen eveneens. De heer Braat, van de Plattelan- derspartij, staat in Je Kamer alleen, hij is een eenzame, de man van een groepje. Men lacht eens om zijn kwinkslagen, maar laat hem alleen staan. Wat er voor de boeren be reikt is, aan Braat hebben zij niets te danken. Zoo zal het ook gaan als er een lid van de Agrarische Partij gekozen zou worden. Dertig leden kunnen zelfs niet be reiken wat zij willen dat beseft en ondervindt de Katholieke Staatspartij. Om in de Kamer iets tot st^nd te brengen, moet men in de Kamer minstens 51 man met zich hebben. Hoe zouden een ot enkele mannen deze bij elkaar halen Het is wel eigenaardig, dat men nu al eenige weken van die Agra rische Partij hoort en leest, maar nog altijd niet van de mannen, die de leiding hebben. Waarom houden zij zich achter de schermen Et is een program bekend gemaakt, een lijstje van verlangens, waarin af schaffing en vermindering van belas tingen, verlaging van spoorweg tarieven, oprichting eener Staats hypotheekbank, rentelooze voor schotten zelfs gevraagd worden. En terwijl men voor de eigen klasse alles vraagt, wil men voor een aoder niets, ,maar vraagt voor deze zelfs afschaffing van hun ver zekeringswetten. Als zoo'n agrarische politieke organisatie succes had zouden er natuurlijk in een minimum van tijd arbeiderspartijen, middenstaudspar- tijen, werkgeverspartijen ontstaan, neutrale en niet-neutrale, en zoo zou ons politieke leven een verwarring te zien gaan geveD, waarin de boeren terstond weer zouden verliezen, wat tot nu toe voor hen is bereikt. Zoo vraagt de Agrarische Partij in een handomdraaien dingen, waar mede millioenen en millioenen guldens gemoeid zijn zonder zich ook maar in het minst rekenschap te geven, waar die te vinden zijn, Die agrarische partij is met haar eischen toch wel weinig dankbaar, Veel is de laatste jaren gedaan, voor de tarweverbouwers, voor de vee houders. die geholpen worden met de boter de eierprijs is met groote sommen op peil gehouden, de var kenswet gaat goed werken en wordt van de bezwaren ontdaan door vrij stelling van huisslachtingen. Er is weer een wetsontwerp ingediend voor steun van de tuinders en zoo worden er allerlei steunmaatregelen genomen voor den landbouw. Het is wel een eigenaardige poli tiek daarop te antwoorden met een aantal verregaande eischen, waarvan de meeste Diet serieus bedoeld kun nen zijn, maar enkel en alleen dienen voor goedkoope reclame. In het belang der boeren zelf is het gewenscht, dat zij zullen weten te weerstaan aan een streven om zich af te zonderen in kleine par tijtjes. 5: We hebben onlangs geschreven, dat nieuwe ledeD tot de kiesvereeni- ging kunnen toetreden tot 1 Decem ber a.s. dit moet volgens het nieuwste Kiesreglement zijn 31 Dec. Men heeft dus een maand langer den tijd. Laat men de twee maanden die voor de ledenwerving beschik baar zijn, nog goed gebruiken. ROELAND. zuchtige jongemannen, met een tuil bloemen naar het graf gaan van dierbare overledenen, van een vader of moeder, of van een kind Ze leggeu de bloemen neer op den kouden steeD, waaronder de stoffelijke resten te vergaan liggen van haar of hem, die dood, maar niet vergeten is. Met teedere zorgen worden de j bloemen geschikt. Strak staren de levende oogen op het koude graf en j zacht druppen soms de tranen. Het is zoo mooi en goed, dat van tij i tot tijd herhaalde verkeer met de dooden Goed is het voor i de levenden. Stel eens moeder is niet meer. Het kind van zoo'n moeder onder gaat den eersten tijd een diepe smart, maar och. het kind is jong en heeft heel het bestaan vóór zich. Smarten stillen op den duur en aan een leegte went men; de tijd heelt wonden. Het kind schrijdt door het leven, doet wat des levens is en.,. doet misschien ook wel eens dingen, welke het nagelaten zou hebben, als moeder er nog zou zijn geweest en het kind dagelijks had kunnen aan zien met die goede, trouwe oogen Moeder is vergeten. Totdat daar Allerzielen is. Dan herinnert het kind zich moeder weer. Het herleeft, als 't ware, moeders verscheiden. Het kind gaat naar een winkel om er een tuiltje bloemen te koopen, bloemen, welke moeder zoo gaarne zag. Dan schrijdt dat kind. misschien reeds laDye jaren een vol wassen menscb, naar moeder's graf, waar het de bloemen spreidt en schikt. Van alles komt weer voor den geest. Hoe moed-r doen kon en spreken en vermaken en verzor gen. Hoe moeder kon waarschuwen. En je kon aanzien. Hoe je niet liegen kon of huichelen tegenover moeder. En hoe je je soms kon schameD tegenover haar om iets, dat je gedaan - neen; misdaan -had. Dan herinnert het kind zich enkele dingen van den jongsten tijd en 't ziet zijwaarts van moeder's graf juist als vroeger, toen her moeder ook wel eens niet in de oogen durfde blikken. Een traan van berouw welt en plots strekt zich het lichaam. Een ferm besluit is genomen en het kind kijkt weder met strakken blik op de:i kouden steen, door welken heen het moeder's glimlach onlwaart. De lippen trillen als vroeger, toen de mond stamelde van Moeder, ik zal bet niet meer doen Een kind, dat een vader of moeder verliest, verliest véél, maar een kind, dat zich om den dooden vader of de overleden moeder niet meer be- kommett, heeft schier alles verloren. Wie ons in het leven een stutse wareü. of het een vader was of een moeder, een echtgenoot of vrouw, zij kunnen ons ook na hun verschei den van deze wereld nog tot grooten steun zijn, als we het verkeer met de dooden weten te onderhouden. Schrijden we daartoe van tijd tot tijd naar hun graf. Een gebed, een bloem, een paar strelende vingers over een koudeD steen, geven ons weer contact met degenen, die ons zoo lier waren. Ze zullen weer een oogenblik voor ons herleven en als we het kerkhof verlaten, dan weten we ons gesterkt door lieflijke herin nering, ons bewust van de diepe waarde van vroegere waarschuwin gen en gelouterd door de vergeving, welke ons deel werd. Allerzielen is eigenlijk een speciflek katholieke feestdag of herdenkingsdag maar in de zuidelijke landen is de viering er van toch algemeen, d.w.z. ook degenen, die er buiten kerkelijk verband staan, herdenken dien dag hun dooden. De wijze, waarop men op den 2en November in bedoelde landen Allerzielendag viert, maakt op de nuchtere lieden uit het Noor den, die er toevallig getuigen van mogen zijn. altijd diepen indruk. Dan verdringen de menschen zich op de kerkhoven en ziet men zelfs tal van mondaine en frivele vrouwen en meisjes, of andere zoo vermaak zekere prijsbeschermingen of kunst matige prijsopvoeringen Doodig maken. En die bijzondere omstandig heden zijn dan meestal gelegen in den aigemeenen nood. Nood eener- zijds dus, met abnormaal en kunst matig opgevoerde prijzen anderzijds De nood drijft de ruenschen dan tot het smokkelk waad en de ruime wins ten daarvan houden het kwaad aan trekkelijk. Een en ander schrijven we ter verklaring, niet ter verontschuldiging, van den grens smokkelhandel. En ter verduidelijking ook, dat de men schen van het binnenland geen reden hebben om zich superieur te meenen boven bun broeders aan de grenzen. Want als de omstandigheden bij tijd en wijle eens zoo veranderen, dat er ook binnenslands aan het smokkelen wat te verdienen valt, toonen de menschen zich daar dan deugdzamer We mogen deze vraag 3tellen, nu de economische beschermingsmaat regelen van de regeering abnormaal groote verschillen hebben geschapen tusschen den kostprijs van vele pro ducten en den verkoopsprijs. Er wordt thans overal weer geknoeid als in de oorlogsdagen. Wie zijn oor te luisteren legt. kan het waarnemen, hoe het ontduiken van accijnzen e.d. een sport is geworden, welke in breede volkslagen naar hartelust wordt beoefend. 't Is immers zoo gemakkelijk. Met een kilo boter in zijn zakken kan men 75 cent accijns ontduiken. Met margarine en andere spijsvetten is het juist zoo. De VarkeDswet geeft eveneens aanleiding tot knoeien. Edz. In verband met een en ander wil len we de goed willenden met aan drang waarschuwen om den smok kelhandel in geen enkel opzicht te steunen. Anders immers wordt het effect der regeeringsmaatregelen, welke ten doel hebben om den eco- nomischen toestand te verbeteren, illusoir. Bovendien schaden we onze persoonlijkheid. In de oorlogsdagen hebben we het kunnen ervaren, hoe de smokkelhandel de moraliteit der menschen geleidelijk neerhaalde en tenslotte een psychose schiep, welke de criminaliteit onrustbarend deed toenemen. Omwille dus van ons zelve én om de regeeiing te steunen in haai pogen om nijvere bevolkingsgroepen van ellende en ondergang te vrij waren, mogen we den onwettigen handel niet steunen. En ook de regeering heeft tot plicht om tegen den smokkelhandel de bijzondere maatregelen te nemen welke worden vereischt door de buitengewone gunstige omstandig beden, welke ze door haar bescher mingsmaatregelen schiep. De wet stelt bet strafbaar, als een burger een of ander waarde-voorwerp onbe heerd buiten zet, omdat we geen kans mogen geven om diefstal te plegen. Zoo'n voorwerp moet wor den bewaakt. Welnu, de regeering bewake ook de ex?ra-waarden. welke ze door haar maatregelen in het openbaar verkeer bracht. Waar het mes der bezuiniging ook in gestoken moge worden, het zal in geen geval mogen geschieden in bewakings posten. Integendeel, bij ons rijst de vraag, of uit het massale leger der werkloozen geen geschikte krachten gerecruteerd moeten worden, om als tijdelijke ambtenaren de naleving der crisismaatregelen van de regeering te controleeren. Om de baat van die maatregelen te verzekeren en om de openbare moraliteit te beschermen. De moreele kwaliteiten onzer grensbevolking hebben bij de overige landgenooten aitijd in een min of meer kwaden reuk gestaau. De menschen aan de grens, zoo schreef nog dezer dagen een vertegenwoor diger van een bijzonder democratisch dagblad, leven niet alleen aan, op en over de grens van het land, maar ook op en over de gtens van het toelaatbare, de grens van wat mag en niet mag. In haar algemeenheid was deze uitspraak zeker steik over dreven. Het allergrootste deel der grensbevolking houdt zich geenszins met smokkelarij op, voor het overblijvende deel gold eens het spreekwoord „De gelegenheid maakt den dief." In normalen tijd is het voor lieden, die meer binnenwaarts het land in wonen, geen kunst om zich van smokkelzonden vrij te houden. Aan de grens is dat heel anders. Het kwaad lokt daar eiken dag en als de economische omstan digheden slecht zijn, als er te veel en te langdurige werkloosheid is b.v., dan valt het niet mee om aan dat lokkende kwaad weerstand te blijven bieden. Wanneer het kwaad welig tiert, verleert de mensch trouwens ook spoedig om het kwaad als zoo danig te onderscheiden. Met moreele verslapping als gevolg. Smokkelhandel is het profijtelijkst, als buitengewone omstandigheden Voorkoming van oorlog Wij mo2fen ditmaal beginnen met een ingezonden stuk. dat we in ver schillende bladen aantroffen. Dat is tegen onze gewoonte, maar het be treffende stuk is om tal van redenen zeer merkwaardig. Het gaat over een middel, om oorlog te voorkomen Wij spreken hier over dat stuk in de eerste plaats, omdat het iets zegt over de stemming, welke in ons volk groeit tegen militairisme en oorlog en tegen het uilgeven van millioenen aan oorlogstoerusting in een tijd, waarin honderdduizenden kommer en gebrek lijden. Wij zien het verzet daartegen ook tot uiting komen in de verschillende instanties van ODze R.K. politieke organisaties waar men aandringt op vermindering der uit gaven voor leger en vloot. Wij discussieeren hier niet over de mogelijkheid, maar constateeren alleen dat ons volk gruwt van de oorlogs verschrikking en dat het bij intuïtie voelt, dat het behoeden van het volk voor kommer en ellende, moet gaan vóór de millioenen voor leger en vloot. Bedoelde inzender dan had het middel gevonden om deD vrede te verzekeren 1 Zijn heel eenvoudige redeneering is aldus Wie hebben te beslissen over oorlog of vrede De parlementen van alle volkeren. Eo wie stellen de middelen tot den wreeden krijg ter beschilkking Ook de parlemen ten. Welnu, wat ligt dan meer voor de band, dan dat meergemelde pariementen. oftewel derzelver leden, de uitwerking van hunne beslissing ondervinden En ziehier de practische conclusie: Laat de Volkenbond al zijn leden verplichten in hun grondwet de volgende bepaling op te nemen 1. Bij beslissing over „oorlog of rede" moetin het openbaar, hoofde lijk worden gestemd fractiedwang mag daarbij niet worden opgelegd. 2. a) De vóór den oorlog stem mende leden moeten den geheelen oorlog als gewone frontsoldaten mee maken. Zij kunnen niet bevorderd worden tot officier en mogen niet in de etappe dienst dosn b) De onder a) genoemde leden genieten tijdens den oorlog uitsluitend hun tractement als soldaatniet als parlementslid. 3. De tegen den oorlog stemmen de afgevaardigden blijven in hun functie en behouden ook hun salaris. Ziedaar de eenvoud zelf. Volg dit recept en de oorlog is voorgoed foetsie. Het beroerdste is maar, dat men het recept niet zal willen gebruiken. Want er zijn precedenten. Toen we nog koningen kenden zonder parlementen, werd er als er oorlog dreigde op alle socië teiten en achter alle bittertafels het voorstel uitgebroed, dat de strijd beslecht moest wordeD door de koningen zelf. Het gebeurde niet. En als verantwoordelijke ministers alle macht aan zich trokken hebben de politieke tinnegieters herhaaldelijk het voorstel gelanceerdlaat de ministers der verschillende landen elkaar be kampen. Hat is ook nooit geschied. Zal men dan thans, nü de parle menteD de macht hebben tot oorlogs verklaring (zou het waar zijn de voorstemmers uit die hooge colleges de kwesties laten uitvechten Het zal ook alleen hierom reeds zoo moeilijk gaan, wijl zelfs parle menten eigenlijk bijna nooit iets aan de kwestie oorlog of vrede kunnen doen. Zou men niet liever de stemming makers, oorlogsbehoeftenfabrikanten, en handelaren, bankiers, journalisten enz. die tot oorlog drijven den strijd laten uitvechten Parlcments-werk. Nu wij het zij het in een wat zonderling verbandover het parlement hebben, moeten we nood zakelijk op dat thema nog eens door gaan. Want er is intusschen uit den parlementairen molen al weer heel wat te voorschijn gekomen. Onze lezers weten dat de regeering een geweldig tekort op de rijksbe- grooting had te dekken- Zij benoemde daartoe eeD commissie, die kwam met een rapport, dat maandenlang als „het" rapport op ieders lippen was. Weiter, de voorzitter der commissie, werd een Dafionale, maar niet popu laire figuur. Dat kan ook niet anders, want er werden harde en drastische bezuinigingen voorgesteld, we werden allen „gewelterd." Toen het stuk van a'le kanten was bezien en becritiseerd, kwam de regtering met haar rijks- begrooting, waarin zeer veel Weiter- voorstellen verwerkt waren. Over dat stuk heeft de Tweede Kamer thans in de afdeelingen haar licht laten schijnen, waarvan we kennis kregen door het zoogenaamde Voorloopig Verslag. Wij vinden daarin weinig nieuwe gezichtspunten bij de mondelinge behandeling in de Kamer komt dat alles nog eens terug en daarom zullen we er thans niet diep op iogaan. Geen nationale regeering. Een ding achten we van groot belang. Er was den laatsten tijd nog al eens een balletje opgeworpen om trent de mogelijkheid tot vormiDg van een regeering, waaraan alle groote politieke partijen zouden deelnemen, een zoogenaamd nationaal kabinet. In het Voorloopig Verslag vinden we daar de weerspiegeling ^an en het belangrijkste is, dat de S.D.A.P. aan zoo'n regeering niet mee doet. Deze afwijzende houding is ge grond op de overweging, dat het in de gegeven omstandigheden niet mo gelijk schijnt, dat een nationaal ka binet, waarin de sociaal-democraten slechts een zwakke minderheid zou den vormen genoegzaam rekening zou houden met hun opvattingen en plichten. In zulk een Kabinet zouden de sociaal-democraten de mede-ver antwoordelijkheid krijgen te dragen voor een beleid, dat in de meeste gevallen met hun denkbeelden in strijd zou zijn. Van een nationaal Kabinet komt dus niets. En van een democratische coalitie? Ook deze maakt de S.D.A.P. on« mogelijk, doordat zij aan haar deel neming aan zoo'n Kabinet voor waarden verbindt, die de andere partijen niet kunnen inwilligen Zoo onttrekt de S.D.A.P. zich weer aan alle verantwoordelijkheid; ze toont weer de oude kwaal te zeer het oog gericht te houden op het partijbelang en het algemeen belang niet te erkennen. Speelt hier de afgescheiden vleugel de onafhankelijke socialistische partij, ook weer de groote rol? Bedryfsradenwet. Op een belangrijk stuk wetgeven- den arbeid van de Tweede Kamer moeten we hier even de aandacht vestigen. Minister Verschuur is gekomen met zijn Bedrijfsradenwet en de Kamer heeft er een week lang zwaar wichtige beschouwingen aan gewijd. De beteekenis van de Bedrijfsraden wet is zeer groot, hoe vreemd dit ook moge lijken voor hen, die het ontwerp bezien, waot het bestaat maar uit enkele artikelen en de in houd is vrij eenvoudig. De belangrijkheid blijkt eerst als men zich bewust wordt dat dit wets ontwerp tracht te regelen de samen werking tusschen werkgevers en ar beiders, een rechtsverhouding welke zoo delicaat is als bijna geen andere ia de maatschappij. Het gaat hier om de wereldorganisatie van de maat schappij. Het was professor Aalberse, de leider van de Katholieke fractie, die daar nog eens bijzonder de aandacht op vestigde. De wet kan volgens hem die wereld organisatie niet in voeren, maar wel mogelijk maken, bevorderen, stimuleeren. En dat is nu wat volgens hem door de Re geering met deze wet wordt beoogd. Daarom meende bij te mogen zeggen dat dit betrekkelijk eenvoudige en kleine wetsontwerp toch principieel van buitengewoon groote beteekenis was. Professor Aalberse meende zelfs te mogen beweren, dat na de Ra den wet van 1910 van Minister Tal- ma, de Kamer principieel gezien, niet meer een zoodanig belangrijk en gewichtig wetsontwerp in behan deling heeft gehad. De practische waarde zal zeker voorloopig niet groot zijn. Practisch zal de Bedrijfsradenwet eerst be teekenis krijgen als in de maatschap pij de strijd tusschen werkgever en arbeider op de arbeidsmarkt plaats zal maken voor een functioneele sameuwerking. Hiervoor zal er wij ziging moeten komen in de mentali teit, zoowel van de werkge /ers als de arbeiders, maar gelukkig mogen we wel zeggen, is een dergelijke ver andering bezig zich te voltrekken, zoowel hier als in het buitenland. De wet is nu zoodanig dat met groote omzichtigheid een fundament wordt gelegd, waarop kan worden verder gebouwd, naarmate de samen werking tusschen werkgevers en ar beiders vasten vorm aanneemt. Bij amendement is in de wet-Ver- schuur het principe gebracht, dat de bedrijfsraden bindende verordeningen kunnen maken. Het is verblijdend, dat ze ten slotte met groote meerderheid is aan genomen en wel met 67 tegen 19 stemmen. Ook de S.D.A.P. stemde VENRAY, 29 October 1932. te Venray Zondag 6 November. PROGRAMMA Alle vereenigingen komen bijeen op het Henseniusplein. Om 3 uur défilé. De^ ZeerEerw. Heer Deken, de Geestelijkheid van het Dekenaat en het Kerkbestuur van St. Petrus Banden staan op het bordes van het Raadhuis. Terstond na afloop van het défilé celebreert de Z.E Heer Deken een plechtig Romeinsch lof, waaronder door Kap. Geurts een woord van hulde gesproken wordt namens alle parochianen. Daarna zal de Pastoor-Deken een woord van dank spreken. OPROEP: Iedere vereenigingvan Venray-dorp en Heide, die wenscht deel te nemen aan bovengenoemde huldiging.zende twee afgevaardigden ter Verga dering in het Patronaat op Woensdagavond 2 November te 8 uur, ter bespreking der re geling. DE KAPEL VANS.

Peel en Maas | 1932 | | pagina 1