Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. E
ontwikkeling.
MANUFACTUREN (I
'(YQOÖDÊÉLM
ÜtófQNQÊ:
MANUFACTUREN
BLIJKEN
TOCH HET.
'QQBDEÊUG2/
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Politieke
ONZE DOODEN.
Als in oorlogsdagen.
In eigen iand.
Provinciaal Nieuws
Huldiging
Deken Thielen
Zaterdag 29 October 1932
Drie en vijftigste Jaargang No. 44
BLIJKEN
TOCH HET
PEEL EN
AAS
PRIJS DER ADVKRTENTIEN 18 regels 60 cent, elke regel meer 7 et.
bij abonnement lagere tarieven.
Litgave van FIRMA VAN IKON MTNOKHOI- V ION KA V'
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland I 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent
O. L. Vrouw Behoudenis
der Krauken, Oostrum.
Van een neutrale party
Een veeleiseliend, maar weinig
ernstig program.
Al meermalen hebben de lezers
ondervonden, dat het jaar voor
nieuwe Kamerverkiezingen een jaar
van groeizaamheid is voor nieuwe
politieke partijtjes.
Ook nu weer beginnen ze uit te
komen, die plantjes op den weligen
politieken bodem. Zelfs werd ons
een Agrarische Partij aangekondigd,
blijkens haar program en verdere
uitlatingen een neutrale organisatie.
Die partij strekt hare armen ook
naar Limburg uit. 't Is te begrijpen,
elke stem is er één en of zij nu op
den rug van Limburgsche boeren
naar de Kamer gedragen worden of
op dien van liberale Grooingscbe
landbouwers, is zulke apostelen der
neutraliteit om het even. De kwestie
is maar om er te komen.
Men behoeft geen rekenkunslenaar
te zijn, om uit te vinden, hoeveel
stemmen noodig zijn om een Kamer
zetel te bemachtigen. Zoo'n 35 000
stemmen, als men bovenaan op de
lijst staat.... Maar dat is toch nog
zoo eenvoudig niet, als het er op
aan komt, zooals zoovele partijtjes
bij elke verkiezing bewijzen, die in
grooten getale in het zand moeten
bijten.
Daarom zal men natuurlijk pro-
beeren over het geheele land zieltjes
te vangen. En om dezelfde reden
meent men in een neutraal pakje te
moeten komen. Er zijn nog altijd
menschen die denken, dat wat neu
traal is, voor ieder is te aanvaarden
Daarom kregen we de neutrale school,
de neutrale vakvereenigiDg, daarom
verrijzen er neutrale partijen.
Nadat al die neutraliteit schipbreuk
heeft geleden, had ook de Agrari
sche Partij moeten weten, dat men
bij een Katholieken Limburger niet
met zulk een neutraal ding moet
aankomen. Wij kunnen allemaal op
zijn tijd hier en daar ai eens over
mopperen, maar ze moeten elders
niet meenen, dat ze ons voor hun
wagentje kunnen spannen, in dit ge
val voor het neutrale karretje.
Wij weten allemaal heel goed. dat
wanneer zoo'n Kamerlid van de
Agrarische Partij, wanneer hij op z'n
eentje, of laten ze zelfs met hun
tweeën zijn, de Kamer binnenstapt,
zijn neutraliteit ophoudt. Dan wordt
zijn meeniog over van alles gevraagd,
over alle dingen, die aan de Volks
vertegenwoordiging ter beslissing
worden voorgelegd. En al hoett zoo n
man daarover niet altijd een rede
voering te houden, hij moet toch
spreken met het uitbrengen van 2ijn
stem voor of tegen. En dan zie je
die „neutrale" mannen dikwijls rare
dingen uithalen.
Wij latsn dat spreken en stemmen
in de Kataer altijd liever aan katho
lieken over, mannen, die over begin
selzaken denken als wij en in wie wij
ook voor de behartiging onzer be
langen het meeste vertrouwen stellen
Zelfs al mocht zoo'n Agrarische
Partij een Katholieken Limburger
bereid vinden om op haar lijst te
komen, ook die zou ons vertrouwen
onmogelijk, kunnen winnen. Wie
onder de neutrale vlag wil varen is
onze man niet en nooit.
Wat kan zoo'n partijtje in de
Kamer ook bereiken
Verreweg de meeste Nederland-
sche landbouwers zijn zoo verstan
dig te overwegen, dat het in hun
belang is, zich aan te sluiten bij hun
geestverwanten, de katholieken bij
de katholieke Staatspartij, de pro- j
testanten bij de Aati-Revolutionoaire
Partij of bij de Christelijk Historische
Unie en zoo verder.
De katholieke landbouwers heb
ben in de katholieke Kamerfractie
verschillende landbouwspecialiteiten
en deze lichten de andere katholieke
Kamerleden vcor, zoodat onze boe
ren op dertig katholieke Kamerleden
kunnen steunen,, die voor hun be
langen altijd één lijn trekken.
En zoo gaat het in de andere
partijen eveneens.
De heer Braat, van de Plattelan-
derspartij, staat in Je Kamer alleen,
hij is een eenzame, de man van een
groepje. Men lacht eens om zijn
kwinkslagen, maar laat hem alleen
staan. Wat er voor de boeren be
reikt is, aan Braat hebben zij niets
te danken. Zoo zal het ook gaan
als er een lid van de Agrarische
Partij gekozen zou worden.
Dertig leden kunnen zelfs niet be
reiken wat zij willen dat beseft en
ondervindt de Katholieke Staatspartij.
Om in de Kamer iets tot st^nd te
brengen, moet men in de Kamer
minstens 51 man met zich hebben.
Hoe zouden een ot enkele mannen
deze bij elkaar halen
Het is wel eigenaardig, dat men
nu al eenige weken van die Agra
rische Partij hoort en leest, maar nog
altijd niet van de mannen, die de
leiding hebben. Waarom houden
zij zich achter de schermen Et is
een program bekend gemaakt, een
lijstje van verlangens, waarin af
schaffing en vermindering van belas
tingen, verlaging van spoorweg
tarieven, oprichting eener Staats
hypotheekbank, rentelooze voor
schotten zelfs gevraagd worden.
En terwijl men voor de eigen
klasse alles vraagt, wil men voor
een aoder niets, ,maar vraagt voor
deze zelfs afschaffing van hun ver
zekeringswetten.
Als zoo'n agrarische politieke
organisatie succes had zouden er
natuurlijk in een minimum van tijd
arbeiderspartijen, middenstaudspar-
tijen, werkgeverspartijen ontstaan,
neutrale en niet-neutrale, en zoo zou
ons politieke leven een verwarring
te zien gaan geveD, waarin de boeren
terstond weer zouden verliezen, wat
tot nu toe voor hen is bereikt.
Zoo vraagt de Agrarische Partij
in een handomdraaien dingen, waar
mede millioenen en millioenen guldens
gemoeid zijn zonder zich ook maar
in het minst rekenschap te geven,
waar die te vinden zijn,
Die agrarische partij is met haar
eischen toch wel weinig dankbaar,
Veel is de laatste jaren gedaan, voor
de tarweverbouwers, voor de vee
houders. die geholpen worden met
de boter de eierprijs is met groote
sommen op peil gehouden, de var
kenswet gaat goed werken en wordt
van de bezwaren ontdaan door vrij
stelling van huisslachtingen. Er is
weer een wetsontwerp ingediend
voor steun van de tuinders en zoo
worden er allerlei steunmaatregelen
genomen voor den landbouw.
Het is wel een eigenaardige poli
tiek daarop te antwoorden met een
aantal verregaande eischen, waarvan
de meeste Diet serieus bedoeld kun
nen zijn, maar enkel en alleen dienen
voor goedkoope reclame.
In het belang der boeren zelf is
het gewenscht, dat zij zullen weten
te weerstaan aan een streven om
zich af te zonderen in kleine par
tijtjes.
5:
We hebben onlangs geschreven,
dat nieuwe ledeD tot de kiesvereeni-
ging kunnen toetreden tot 1 Decem
ber a.s. dit moet volgens het
nieuwste Kiesreglement zijn 31 Dec.
Men heeft dus een maand langer
den tijd. Laat men de twee maanden
die voor de ledenwerving beschik
baar zijn, nog goed gebruiken.
ROELAND.
zuchtige jongemannen, met een tuil
bloemen naar het graf gaan van
dierbare overledenen, van een vader
of moeder, of van een kind
Ze leggeu de bloemen neer op den
kouden steeD, waaronder de stoffelijke
resten te vergaan liggen van haar of
hem, die dood, maar niet vergeten is.
Met teedere zorgen worden de j
bloemen geschikt. Strak staren de
levende oogen op het koude graf en j
zacht druppen soms de tranen.
Het is zoo mooi en goed, dat
van tij i tot tijd herhaalde verkeer
met de dooden Goed is het voor i
de levenden.
Stel eens moeder is niet meer.
Het kind van zoo'n moeder onder
gaat den eersten tijd een diepe smart,
maar och. het kind is jong en heeft
heel het bestaan vóór zich. Smarten
stillen op den duur en aan een leegte
went men; de tijd heelt wonden.
Het kind schrijdt door het leven,
doet wat des levens is en.,. doet
misschien ook wel eens dingen,
welke het nagelaten zou hebben, als
moeder er nog zou zijn geweest en
het kind dagelijks had kunnen aan
zien met die goede, trouwe oogen
Moeder is vergeten.
Totdat daar Allerzielen is. Dan
herinnert het kind zich moeder weer.
Het herleeft, als 't ware, moeders
verscheiden. Het kind gaat naar een
winkel om er een tuiltje bloemen te
koopen, bloemen, welke moeder zoo
gaarne zag. Dan schrijdt dat kind.
misschien reeds laDye jaren een vol
wassen menscb, naar moeder's graf,
waar het de bloemen spreidt en
schikt. Van alles komt weer voor
den geest. Hoe moed-r doen kon
en spreken en vermaken en verzor
gen. Hoe moeder kon waarschuwen.
En je kon aanzien. Hoe je niet
liegen kon of huichelen tegenover
moeder. En hoe je je soms kon
schameD tegenover haar om iets, dat
je gedaan - neen; misdaan -had.
Dan herinnert het kind zich enkele
dingen van den jongsten tijd en
't ziet zijwaarts van moeder's graf
juist als vroeger, toen her moeder
ook wel eens niet in de oogen durfde
blikken. Een traan van berouw welt
en plots strekt zich het lichaam. Een
ferm besluit is genomen en het kind
kijkt weder met strakken blik op
de:i kouden steen, door welken heen
het moeder's glimlach onlwaart.
De lippen trillen als vroeger, toen
de mond stamelde van Moeder,
ik zal bet niet meer doen
Een kind, dat een vader of moeder
verliest, verliest véél, maar een kind,
dat zich om den dooden vader of
de overleden moeder niet meer be-
kommett, heeft schier alles verloren.
Wie ons in het leven een stutse
wareü. of het een vader was of een
moeder, een echtgenoot of vrouw,
zij kunnen ons ook na hun verschei
den van deze wereld nog tot grooten
steun zijn, als we het verkeer met
de dooden weten te onderhouden.
Schrijden we daartoe van tijd tot
tijd naar hun graf. Een gebed, een
bloem, een paar strelende vingers
over een koudeD steen, geven ons
weer contact met degenen, die ons
zoo lier waren. Ze zullen weer een
oogenblik voor ons herleven en als
we het kerkhof verlaten, dan weten
we ons gesterkt door lieflijke herin
nering, ons bewust van de diepe
waarde van vroegere waarschuwin
gen en gelouterd door de vergeving,
welke ons deel werd.
Allerzielen is eigenlijk een speciflek
katholieke feestdag of herdenkingsdag
maar in de zuidelijke landen is de
viering er van toch algemeen, d.w.z.
ook degenen, die er buiten kerkelijk
verband staan, herdenken dien dag
hun dooden. De wijze, waarop men
op den 2en November in bedoelde
landen Allerzielendag viert, maakt
op de nuchtere lieden uit het Noor
den, die er toevallig getuigen van
mogen zijn. altijd diepen indruk.
Dan verdringen de menschen zich
op de kerkhoven en ziet men zelfs
tal van mondaine en frivele vrouwen
en meisjes, of andere zoo vermaak
zekere prijsbeschermingen of kunst
matige prijsopvoeringen Doodig
maken. En die bijzondere omstandig
heden zijn dan meestal gelegen in
den aigemeenen nood. Nood eener-
zijds dus, met abnormaal en kunst
matig opgevoerde prijzen anderzijds
De nood drijft de ruenschen dan tot
het smokkelk waad en de ruime wins
ten daarvan houden het kwaad aan
trekkelijk.
Een en ander schrijven we ter
verklaring, niet ter verontschuldiging,
van den grens smokkelhandel. En
ter verduidelijking ook, dat de men
schen van het binnenland geen reden
hebben om zich superieur te meenen
boven bun broeders aan de grenzen.
Want als de omstandigheden bij
tijd en wijle eens zoo veranderen,
dat er ook binnenslands aan het
smokkelen wat te verdienen valt,
toonen de menschen zich daar dan
deugdzamer
We mogen deze vraag 3tellen, nu
de economische beschermingsmaat
regelen van de regeering abnormaal
groote verschillen hebben geschapen
tusschen den kostprijs van vele pro
ducten en den verkoopsprijs. Er
wordt thans overal weer geknoeid
als in de oorlogsdagen. Wie zijn oor
te luisteren legt. kan het waarnemen,
hoe het ontduiken van accijnzen e.d.
een sport is geworden, welke in
breede volkslagen naar hartelust
wordt beoefend.
't Is immers zoo gemakkelijk. Met
een kilo boter in zijn zakken kan
men 75 cent accijns ontduiken. Met
margarine en andere spijsvetten is
het juist zoo. De VarkeDswet geeft
eveneens aanleiding tot knoeien. Edz.
In verband met een en ander wil
len we de goed willenden met aan
drang waarschuwen om den smok
kelhandel in geen enkel opzicht te
steunen. Anders immers wordt het
effect der regeeringsmaatregelen,
welke ten doel hebben om den eco-
nomischen toestand te verbeteren,
illusoir. Bovendien schaden we onze
persoonlijkheid. In de oorlogsdagen
hebben we het kunnen ervaren, hoe
de smokkelhandel de moraliteit der
menschen geleidelijk neerhaalde en
tenslotte een psychose schiep, welke
de criminaliteit onrustbarend deed
toenemen.
Omwille dus van ons zelve én
om de regeeiing te steunen in haai
pogen om nijvere bevolkingsgroepen
van ellende en ondergang te vrij
waren, mogen we den onwettigen
handel niet steunen.
En ook de regeering heeft tot
plicht om tegen den smokkelhandel
de bijzondere maatregelen te nemen
welke worden vereischt door de
buitengewone gunstige omstandig
beden, welke ze door haar bescher
mingsmaatregelen schiep. De wet
stelt bet strafbaar, als een burger
een of ander waarde-voorwerp onbe
heerd buiten zet, omdat we geen
kans mogen geven om diefstal te
plegen. Zoo'n voorwerp moet wor
den bewaakt. Welnu, de regeering
bewake ook de ex?ra-waarden. welke
ze door haar maatregelen in het
openbaar verkeer bracht. Waar het
mes der bezuiniging ook in gestoken
moge worden, het zal in geen geval
mogen geschieden in bewakings
posten. Integendeel, bij ons rijst de
vraag, of uit het massale leger der
werkloozen geen geschikte krachten
gerecruteerd moeten worden, om als
tijdelijke ambtenaren de naleving der
crisismaatregelen van de regeering te
controleeren. Om de baat van die
maatregelen te verzekeren en om de
openbare moraliteit te beschermen.
De moreele kwaliteiten onzer
grensbevolking hebben bij de overige
landgenooten aitijd in een min of
meer kwaden reuk gestaau. De
menschen aan de grens, zoo schreef
nog dezer dagen een vertegenwoor
diger van een bijzonder democratisch
dagblad, leven niet alleen aan, op
en over de grens van het land, maar
ook op en over de gtens van het
toelaatbare, de grens van wat mag
en niet mag. In haar algemeenheid
was deze uitspraak zeker steik over
dreven. Het allergrootste deel der
grensbevolking houdt zich geenszins
met smokkelarij op, voor het
overblijvende deel gold eens het
spreekwoord „De gelegenheid maakt
den dief." In normalen tijd is het
voor lieden, die meer binnenwaarts
het land in wonen, geen kunst om
zich van smokkelzonden vrij te
houden. Aan de grens is dat heel
anders. Het kwaad lokt daar eiken
dag en als de economische omstan
digheden slecht zijn, als er te veel
en te langdurige werkloosheid is b.v.,
dan valt het niet mee om aan dat
lokkende kwaad weerstand te blijven
bieden. Wanneer het kwaad welig
tiert, verleert de mensch trouwens
ook spoedig om het kwaad als zoo
danig te onderscheiden. Met moreele
verslapping als gevolg.
Smokkelhandel is het profijtelijkst,
als buitengewone omstandigheden
Voorkoming van oorlog
Wij mo2fen ditmaal beginnen met
een ingezonden stuk. dat we in ver
schillende bladen aantroffen. Dat is
tegen onze gewoonte, maar het be
treffende stuk is om tal van redenen
zeer merkwaardig. Het gaat over een
middel, om oorlog te voorkomen
Wij spreken hier over dat stuk in
de eerste plaats, omdat het iets zegt
over de stemming, welke in ons volk
groeit tegen militairisme en oorlog
en tegen het uilgeven van millioenen
aan oorlogstoerusting in een tijd,
waarin honderdduizenden kommer en
gebrek lijden. Wij zien het verzet
daartegen ook tot uiting komen in
de verschillende instanties van ODze
R.K. politieke organisaties waar men
aandringt op vermindering der uit
gaven voor leger en vloot.
Wij discussieeren hier niet over de
mogelijkheid, maar constateeren alleen
dat ons volk gruwt van de oorlogs
verschrikking en dat het bij intuïtie
voelt, dat het behoeden van het volk
voor kommer en ellende, moet gaan
vóór de millioenen voor leger en
vloot. Bedoelde inzender dan had
het middel gevonden om deD vrede
te verzekeren 1
Zijn heel eenvoudige redeneering
is aldus
Wie hebben te beslissen over
oorlog of vrede De parlementen
van alle volkeren. Eo wie stellen
de middelen tot den wreeden krijg
ter beschilkking Ook de parlemen
ten. Welnu, wat ligt dan meer
voor de band, dan dat meergemelde
pariementen. oftewel derzelver leden,
de uitwerking van hunne beslissing
ondervinden
En ziehier de practische conclusie:
Laat de Volkenbond al zijn leden
verplichten in hun grondwet de
volgende bepaling op te nemen
1. Bij beslissing over „oorlog of
rede" moetin het openbaar, hoofde
lijk worden gestemd fractiedwang
mag daarbij niet worden opgelegd.
2. a) De vóór den oorlog stem
mende leden moeten den geheelen
oorlog als gewone frontsoldaten mee
maken. Zij kunnen niet bevorderd
worden tot officier en mogen niet
in de etappe dienst dosn
b) De onder a) genoemde leden
genieten tijdens den oorlog uitsluitend
hun tractement als soldaatniet als
parlementslid.
3. De tegen den oorlog stemmen
de afgevaardigden blijven in hun
functie en behouden ook hun salaris.
Ziedaar de eenvoud zelf. Volg dit
recept en de oorlog is voorgoed
foetsie.
Het beroerdste is maar, dat men
het recept niet zal willen gebruiken.
Want er zijn precedenten.
Toen we nog koningen kenden
zonder parlementen, werd er als
er oorlog dreigde op alle socië
teiten en achter alle bittertafels het
voorstel uitgebroed, dat de strijd
beslecht moest wordeD door de
koningen zelf. Het gebeurde niet. En
als verantwoordelijke ministers alle
macht aan zich trokken hebben de
politieke tinnegieters herhaaldelijk het
voorstel gelanceerdlaat de ministers
der verschillende landen elkaar be
kampen. Hat is ook nooit geschied.
Zal men dan thans, nü de parle
menteD de macht hebben tot oorlogs
verklaring (zou het waar zijn de
voorstemmers uit die hooge colleges
de kwesties laten uitvechten
Het zal ook alleen hierom reeds
zoo moeilijk gaan, wijl zelfs parle
menten eigenlijk bijna nooit iets aan
de kwestie oorlog of vrede kunnen
doen.
Zou men niet liever de stemming
makers, oorlogsbehoeftenfabrikanten,
en handelaren, bankiers, journalisten
enz. die tot oorlog drijven den strijd
laten uitvechten
Parlcments-werk.
Nu wij het zij het in een wat
zonderling verbandover het
parlement hebben, moeten we nood
zakelijk op dat thema nog eens door
gaan. Want er is intusschen uit den
parlementairen molen al weer heel
wat te voorschijn gekomen.
Onze lezers weten dat de regeering
een geweldig tekort op de rijksbe-
grooting had te dekken- Zij benoemde
daartoe eeD commissie, die kwam met
een rapport, dat maandenlang als
„het" rapport op ieders lippen was.
Weiter, de voorzitter der commissie,
werd een Dafionale, maar niet popu
laire figuur. Dat kan ook niet anders,
want er werden harde en drastische
bezuinigingen voorgesteld, we werden
allen „gewelterd." Toen het stuk van
a'le kanten was bezien en becritiseerd,
kwam de regtering met haar rijks-
begrooting, waarin zeer veel Weiter-
voorstellen verwerkt waren.
Over dat stuk heeft de Tweede
Kamer thans in de afdeelingen haar
licht laten schijnen, waarvan we
kennis kregen door het zoogenaamde
Voorloopig Verslag.
Wij vinden daarin weinig nieuwe
gezichtspunten bij de mondelinge
behandeling in de Kamer komt dat
alles nog eens terug en daarom zullen
we er thans niet diep op iogaan.
Geen nationale regeering.
Een ding achten we van groot
belang. Er was den laatsten tijd nog
al eens een balletje opgeworpen om
trent de mogelijkheid tot vormiDg
van een regeering, waaraan alle groote
politieke partijen zouden deelnemen,
een zoogenaamd nationaal kabinet.
In het Voorloopig Verslag vinden
we daar de weerspiegeling ^an en
het belangrijkste is, dat de S.D.A.P.
aan zoo'n regeering niet mee doet.
Deze afwijzende houding is ge
grond op de overweging, dat het in
de gegeven omstandigheden niet mo
gelijk schijnt, dat een nationaal ka
binet, waarin de sociaal-democraten
slechts een zwakke minderheid zou
den vormen genoegzaam rekening
zou houden met hun opvattingen en
plichten. In zulk een Kabinet zouden
de sociaal-democraten de mede-ver
antwoordelijkheid krijgen te dragen
voor een beleid, dat in de meeste
gevallen met hun denkbeelden in
strijd zou zijn.
Van een nationaal Kabinet komt
dus niets.
En van een democratische coalitie?
Ook deze maakt de S.D.A.P. on«
mogelijk, doordat zij aan haar deel
neming aan zoo'n Kabinet voor
waarden verbindt, die de andere
partijen niet kunnen inwilligen
Zoo onttrekt de S.D.A.P. zich
weer aan alle verantwoordelijkheid;
ze toont weer de oude kwaal te zeer
het oog gericht te houden op het
partijbelang en het algemeen belang
niet te erkennen.
Speelt hier de afgescheiden vleugel
de onafhankelijke socialistische partij,
ook weer de groote rol?
Bedryfsradenwet.
Op een belangrijk stuk wetgeven-
den arbeid van de Tweede Kamer
moeten we hier even de aandacht
vestigen.
Minister Verschuur is gekomen
met zijn Bedrijfsradenwet en de
Kamer heeft er een week lang zwaar
wichtige beschouwingen aan gewijd.
De beteekenis van de Bedrijfsraden
wet is zeer groot, hoe vreemd dit
ook moge lijken voor hen, die het
ontwerp bezien, waot het bestaat
maar uit enkele artikelen en de in
houd is vrij eenvoudig.
De belangrijkheid blijkt eerst als
men zich bewust wordt dat dit wets
ontwerp tracht te regelen de samen
werking tusschen werkgevers en ar
beiders, een rechtsverhouding welke
zoo delicaat is als bijna geen andere
ia de maatschappij. Het gaat hier om
de wereldorganisatie van de maat
schappij.
Het was professor Aalberse, de
leider van de Katholieke fractie, die
daar nog eens bijzonder de aandacht
op vestigde. De wet kan volgens
hem die wereld organisatie niet in
voeren, maar wel mogelijk maken,
bevorderen, stimuleeren. En dat is
nu wat volgens hem door de Re
geering met deze wet wordt beoogd.
Daarom meende bij te mogen zeggen
dat dit betrekkelijk eenvoudige en
kleine wetsontwerp toch principieel
van buitengewoon groote beteekenis
was.
Professor Aalberse meende zelfs
te mogen beweren, dat na de Ra
den wet van 1910 van Minister Tal-
ma, de Kamer principieel gezien,
niet meer een zoodanig belangrijk
en gewichtig wetsontwerp in behan
deling heeft gehad.
De practische waarde zal zeker
voorloopig niet groot zijn. Practisch
zal de Bedrijfsradenwet eerst be
teekenis krijgen als in de maatschap
pij de strijd tusschen werkgever en
arbeider op de arbeidsmarkt plaats
zal maken voor een functioneele
sameuwerking. Hiervoor zal er wij
ziging moeten komen in de mentali
teit, zoowel van de werkge /ers als
de arbeiders, maar gelukkig mogen
we wel zeggen, is een dergelijke ver
andering bezig zich te voltrekken,
zoowel hier als in het buitenland.
De wet is nu zoodanig dat met
groote omzichtigheid een fundament
wordt gelegd, waarop kan worden
verder gebouwd, naarmate de samen
werking tusschen werkgevers en ar
beiders vasten vorm aanneemt.
Bij amendement is in de wet-Ver-
schuur het principe gebracht, dat de
bedrijfsraden bindende verordeningen
kunnen maken.
Het is verblijdend, dat ze ten
slotte met groote meerderheid is aan
genomen en wel met 67 tegen 19
stemmen. Ook de S.D.A.P. stemde
VENRAY, 29 October 1932.
te Venray
Zondag 6 November.
PROGRAMMA
Alle vereenigingen komen bijeen
op het Henseniusplein.
Om 3 uur défilé.
De^ ZeerEerw. Heer Deken, de
Geestelijkheid van het Dekenaat
en het Kerkbestuur van St.
Petrus Banden staan op het
bordes van het Raadhuis.
Terstond na afloop van het défilé
celebreert de Z.E Heer Deken
een plechtig Romeinsch lof,
waaronder door Kap. Geurts
een woord van hulde gesproken
wordt namens alle parochianen.
Daarna zal de Pastoor-Deken een
woord van dank spreken.
OPROEP: Iedere vereenigingvan
Venray-dorp en Heide, die
wenscht deel te nemen aan
bovengenoemde huldiging.zende
twee afgevaardigden ter Verga
dering in het Patronaat op
Woensdagavond 2 November te
8 uur, ter bespreking der re
geling.
DE KAPEL VANS.