Provinciaal Nieuws meer boeren. Hij gaf het er dus aan. en daar een van z'n dochters ge trouwd was. ging hij bij haar inwo nen. Maar ook de kinderen, die de eene hier en de andere daar zich gevestigd hadden, kwamen tegen slagen. Toen nu zoowel hij als de "kinderen verarmd waren „tot op den ruggegraat" kwam er een ken tering. De een na de ander kregen meevallers en hadden voorspoed en op den ouden dag kon de man zijn hoofd gerust neerleggen. Wat was nu de rede dat de heele familie van welgestelde boeren totaal ge ruïneerd werden en eerst dan weer welgesteld werden als voorheen Dat was de kwade hand, die over het gezin was gekomen, en zich eerst terugtrok, toen de kwade hand „zag dat ze bier heur werk grondig had gedaan. Bij boer J.. z.g op een der ooste lijke gehuchten van Venray, kwam op een morgenvroeg een oude vrouw binnen. Men kende haar niet, en joeg haar weg. Nu waren ze bij bekend als „benaauwd", en daarom gaf men zoo'n oud mensch ook niks. „Toch zul je er scha van hebben, zei de oude vrouw, en, als ze van het erf afging, stond daar 's boers paard, een jong prachtig dier. De zoon van den boer stond erbij. De vrouw komt erlangs, en zegt tegen den zoon„Zie je mijn band 1" waarop de jongen ja knikte. Toen streek ze met heur hand langs de hals van het beest, en zei tegen den jongen„Ga nu je vader zeggen, wat ik heb gedaan. Dat zal jullie geen voordeel brengen." Maar men lachte erom. Tenminste die week nog. Want het paard werd daarna ziek, en stierf. Onder Oirlo vond een boer - de boer leeft nog, hoewel in of bij de negentig en op een andere plaats, waar hij bij zijn dochter in is op een morgen van al de paarden de manen en staarten gevlochten, 's Nachts had zijn vrouw een leven gehoord, alsof alles losgebroken was; ze wa9 ervoor opgestaan, maar had alles rustig gevonden. Terwijl, toen ze weer in bed lag, het lawaai op nieuw begon. Men bekwam raad bij een pater, die de stallen zegende... en de kwade hand was weg, voor dat ie verdere scha had aangericht. Ook in Oirlo gebeurde het bij een boer. 'n 70 jaren geleden, dat z'n paard op een gegeven moment de leege kar niet meer kon trekken, terwijl bij juist de volle had aange bracht. Hij spien het uit, en wilde, op het paard zittende, huistoe rijden. Maar als hij op het paard zat. begon het paard te zweeten en scheen het dier door een vreemden angst be vangen te worden. En... zooals de oude raenschen zeidenwaar zulks voorvalt, daar staat de kwade hand op. en gaat alles te nietzoo is het er gegaan. Ook woonde cr, ergens achter Leunen, een boer, die zeer gier was. Op een avond laat hoorde zijn knecht dorschen op de schuur, ter wijl toch niemand daar was. De knecht ging den boer wakker maken, en vertelde dit hem. (De knecht kon het zoo goed hooren, omdat hij in een krib moest slapen in den voor stal Maar de boer sloeg er geen acht op, en spotte zelfs„Nou, dat die vreemde hand maar dorscht. Dan kost het mij geen cent!" Edoch... het is nadien met den boer z'n bezit gegaan als sneeuw voor de zod. Alles ging weg of kapot. Alweer de kwade hand. Ook als kleine kinderen, en ook wel eens grooteren, ziek werden, en die vooraf bezocht waren geweest door een of andere Lekende (oude) vrouw, en het kind dan langeren tijd ziek bleef of stierf, werd aan de kwade band gedacht. Vaak werd dan, om te zien of de kwade hand op de zieke lag of dat de zieke was behekst, een kussen opengesneden, en... vond men erin een krans van veeren. Was zoo'n krans dicht, dan moest de zieke onverbiddelijk ster ven, in 't ander geval was er nog wel eenigermate hoop. GERARD LEMMENS. Vader hoor eens, weer een ge vangene. Hoe meer nabij hij kwam des te harder klonk het gedruisch. Daar lusschen door hoorde men een onderdrukt kirren en halfluid krassen in de die verstrooid lus schen het jonge hout stonden. Stil, zei de houtvester zacht. Gaal niet verder! Hoort, daar zijn meer kollen. Zal ik er eens een schie ten? Hij nam de buks van zijne schou ders on spande den haan. Vader, zeide de kleine Hendrik zacht en het harlje klopte hem hoorbaar van blijde verwachting, dat zijn zulke groote vogels met schoone blauwe veeren aan de vleugels. Herman Smidt heeft er een; dien heeft hij lam gemaakt en fluiten geleerd. Wanneer men hem hoos maakt, zet hij zijn kuif op, bijl iemand in den vinger en ziet er met zijn helm zoo nijdig uit als was hij een gendarme. Houd u stil. Ik zal zien of ik er een kan vangen, zij schaden de strikken toch al genoeg. Wan neer zij een vogel gevangen zien fluks zijn zij er bij en vreten het arme heest zijn hersens en kop af, terwijl zij de rest uitzuigen. Wanneer zij maar welen waar .strikken zijn, liggen zij als roovers de loer. liet kirren en krassen nam im mer toe. Eikels en bladeren regen de het van de hoornen; men kon echter wegens het dichte en hooge Vergadering van den Gemeenteraad te Venray, op Dinsdag 29 Aug. nam. half vijf. De Voorzitter opent de verga dering met gebed en deelt mede, dat van de heeren van Haren en Nelissen bericht van verhindeiiog is ingekomen, terwijl de heer Stoot eveneens af wezig was. De notulen der vorige vergadering werden zonder eenige op- of aan merking goedgekeurd. 2. Mededeeling kasopname Ge meente-Ontvanger over het 3e kwar taal 1932. Werd voor kennisgeving aange nomen. 3. Vaststelling der rekening van het Burgerlijk Armbestuur, dienst 1931. 4. Vaststelling der begrooting van het Burgerlijk Armbestuur, dieDst 1933. Aan de hand van het rapport der Commissie, bestaande uit de heeren Pubben, Stoot en Geurts werd de rekening van het Burgerlijk Arm bestuur, dienst 1931 goedgekeurd met een batig saldo van f 336.67. De begrooting van het Burgerlijk Armbestuur dienst 1933 werd in inkomsten en uitgaven bepaald op f 8200. 5. Benoeming van een lid van het Burgerlijk Armbestuur wegens perio dieke aftreding van den Heer Ó.L.P. van de Loo. De heer O. L. P. van de Loo werd met 9 stemmen herbenoemd als lid van het Burgerlijk Armbestuur, 1 stem was uitgebracht op den heer Odenhoven en 2 blanco. 6. Voorstel van B. en W. tot het onderhands verpachten der boer derij aan het Zwart Water voor een termijn van 6 jaar aan M. J. Arts. De Voorzitter zet uitvoerig uiteen dat deze boerderij groot is 32 H.A. Zij wordt verpacht aan M. J. Arts voor een termijn van 6 jaren, in te gaan 1 No ember 1932 en eindigende October 1938. De pacht bedraagt voor het eerste en tweede jaar f 25, derde jaar f 28, vierde jaar f 30, vijfde en zesde jaar f 32, alles per H.A- De pacht moet vooruit betaald worden per half jaar. De heer van Boven vraagt of de pacht niet te hoog is, waarop de Voorzitter antwoordt een en ander met deskundigen besproken te heb ben. die van oordeel waren dat de pacht billijk was. Wethouder Pubben zet de zaak nader uiteen en meent dat. de pacht aan den Jagen kant is. De heer Miiien meent echter dat de pacht nog hoog genoeg is, waar op de Voorzitter antwoordt, dat men niet moet vergeten dat in de pacht prijs ook de woninghuur begrepen is. Zou bovendien tengevolge vao den tijd ook deze pacht nog te hoog zijn, dan vertrouwt spreker, dat de Raad de pacht wel zal willen ver lagen. Wethouder Odenhoven en den beer Houben spreken in gelijken zin. 7. Voorstel van B. en W. tof onderhandsche verpachting van circa 2 H.A. grond aan A. van Rijswijck en circa 2 H.A. aan M. Klaassen, gelegen aan het Zwart Water. Aan A. van Rijswijck en M. Claas sens werden op gelijke voorwaarden tegen den prijs van f 30 per H.A. ieder 2 H.A. land aldaar verpacht. Voorstel van B. en W. tot wijziging en opnieuw vaststelling eener verordening betreffende win kelsluiting in verband met door Z.E. den Minister van Economische Zaken en Arbeid gemaakte opmerkingen. 9. Voorstel van B. en W, tot vaststelling van een besluit overeen komstig bet 3e lid van artikel 9 der Winkelsluitingswet 1930. De Raad ging accoord me* de wijzigingen voorgesteld door Zijne Excellentie den Minister van Econo mische Zaken, meer uitvoerig be sproken met den Middenstand inzake de Winkelsluitingswet, zoodat eerlang de winkels en alle daarmede gelijk staande inrichtingen Zondags geopend struikgewas de kruin niet zien. Friis, traclille den vogel zoo na mogelijk te komen, neem dan een jongen lokvogel, en schud dezen dat het den schijn heeft alsof hij in de strikken spartelt. De knaap deed hel. De anders zoo sluwe vo gels lieten zich door den buit ver- okken. In een oogwenk waren er een, twee, drie bij den lokvogel, die in de strik hing. De gevange ne, een merel, kreet het uit van doodangst en spartelde heen en weer. Schuw zagen de roofridders nog eens om, maar het knalde reeds. Twee lagen dood op den grond, de andere vlogen onder "uid gekras ijlings voort. Twee meerkollen melbonle vee ren waren buit, twee merels kon den zij meenemen, de var.gstwas nog nooit zoo goed uitgevallen, wat wilden de knapen nog meer om zich te verheugen? De blauwe veeren der vogels slaken zij spoe dig op hunne petten. Zij gingen verder. Men moest spoed maken om 's middags weer thuis te zijn. Het pad leidde door een vlakte. De houtvester bleef staan. Een man was nognietlang geleden langs het pad door de lakte gegaan. Wordt vervolgd. zullen zijn van half 9 tot 12 uur. Uit den Raad werd het voorstel gedaan om die winkelopenhouding maar direct te doen ingaan, waarop de Voorzitter antwoordde, dat dit eerst door den Minister moet worden goedgekeurd. De heer vau Boven stelde voor zich telegrafisch tot den Minister te v/enden, daar de winkeliers schade genoeg geleden hebben. De Voorzitter zegt een spoedige afwerking toe, waarvoor hij bereids maatregelen getroffen heeft. De heer Millen zou het open zijn der winkels oogluikend toelaten, het geen echter niet mag, zegt de Voor zitter. 10. Voorstel van B. en W. tot het beschikbaar stellen van de noo- dige gelden voor den bouw van een spreekkamertje aan de bijz. School te Veulen. De Voorzitter memoreert nog eens de geheels geschiedenis van de school aan het Veulen en wel in het bij zonder de in den Raad genomen besluiten. De Raad heeft indertijd besloten tegen het voorstel van B. en W. in om aan de school van het Veulen een derde klasselokaal bij te bouwen, doch geen spreekkamertje. Ia overleg met het bestuur dier school werd ter voorkoming van architect- kostsn aan den Gemeente architect opgedragen de plannen in deze te ontwerpen, waarbij bleek dat wan neer een stukje van den gang werd afgenomen men van zelf een spreek kamertje had. B. en W. meenden dan ook ge heel in den geest van den Raad te handelen door ook dat spreekka mertje tot stand te brengen. Persoon lijk bad spr. niet verwacht, dat de Raad anders van oordeel zijn zou. Al is hier op goedkoope wijze een spreekkamertje tot stand gekomen, het is er toch een ed in zooverre is er meer gedaan, dan feitelijk de Raad besloten had. De heer Vermeulen vraagt naar de kosten, waarop de Voorzitter zegt, dat de geaeele verbouwing is aangenomen voor f 3239, waaronder de meerkosten voor het spreekka mertje zullen uitmaken f 106. De heer Vermeulen wijst er op, dat hij indertijd tegen het bouwen van dit kamertje bezwaar gemaakt heeft, B. en W. ontkennen thans niet in deze verder te zijn gegaan dan de Raad besloten had, maar neemt met de ruiterlijke erkenning van den Voorzitter in deze genoe gen en zal voor het voorstel stem men. De heer Van Boven merkt op, dat eenieder 't voor zijn eigen deur mooi maakt, maar wil er toch op wijzen, dat we niet moeten zeggen spreekkamertje, maar wel degelijk van een spreekkamer. Er is een prachtige schoorsteen in die kamer gemaakt, 4 groote ramen, alles met tegels bezet, kortom 't is magnifiek al is den beer Vermeulen den eersten om met bet voorstel accoord te gaan, hij zal de laatste zijn om daartegen zijn stem niet te verheffen. De Raad besloot geen gelden te geven en spreker vindt daarom de voorstelling van zaken onjuist. Het publiek gaat met den Raad lachen. Hij had nooit kunnen denken dat Vermeulen deD eersten zou zijn, die de oppositie zou afvallen. De heer Vermeulen meent, dat B. en W. een vingerwijzing van Ged. Staten gehad hebben en de zaak nogmaals bij den Raad zouden aan hangig maken. Vermits de zaken nu recht gezet zijn kan hij zich met het voorstel om de gelden disponibel te stellen best vereenigen. Ook de heer Millen kan de han delwijze van den beer Vermeulen niet billijken. Hij heeft altijd gezegd hij of zij die aan den bouw van de spreekkamer schuldig zijn, zullen de kosten daarvan betalen. Zoo heeft bij zich altijd bij de mede-opposan ten uitgelaten en nu... zonder met die menschen nader te spreker neemt hij een geheel andere houding aan, dat is niet fair. De Voorzitter begint te hameren en wijst erop, dat men ieders meening moet dulden. De heer Vermeulen zegt, dat Mil len Jat gerust zeggen mag. De heer Houben betreurt, dat dit punt niet eerder op de agenda heeft gestaan, aanvankelijk heeft hij ook gestemd tegen het bouwen van de school, maar gezien de voordeelige oplossing kan ook hij zich met het voorstel van B. en W. vereenigen. De heer Van Boven blijft tegen het voorstel en spreekt er nogmaals zijne verwondering over uit, dat den grooten mond van den heer Vermeu len gesloten blijft. De heer Vermeulen verklaart koud te blijven bij dit alles en nu bevre digd te zijn. De heer Arts zegt, dat Vermeulen indertijd over deze zaak het grootste leven had. Nu het vuurtje aan is laat hij er andere mee zttten. Als de Voorzitter wil overgaan tot stem ming, zegt de heer Van Boven, ja laat ons maar stemmen, ze zullen wel lachen met Vermeulen maar niet met spreker. Ook de heer Goumans verklaart voor het voorstel te zijn. Wethouder Odenhoven voelt zich gedrongen een enkel woordje te berde te brengen. Hij vraagt zich echter af of de kool de sop nog wel waard is. Financiën zijn een voorname factor, waar de zaak zoo voordeelig geregeld is en de uiteenzetting van den Voorzitter zeer aannemelijk, meent hij, vooral op dit oogenblik, dat de zaak wat overdreven is. Ook hij kan zich daarop met het voor stel wel vereenigen. Hij weet niet, hoe hij aan de mcening kwam maar hij meende, dat de gang langs de buitenmuur zou komen. Hij heeft de teekening als het ware niet gezien en beroept zich dus op onkunde. Als jong Wethouder heb ik er wat uit geleerd, ik zal een diepere kijk krijgen tn en verder doordringen in de zaken. Ik zal er geen voor of tegen tegen zeggen, maar als het moet zal ik mijn part in de kosten betalen. De heer Van Boven vraagt, hoe den heer Vermeulen staat tegenover het bedrag der koeten, hij schijnt er nogal gemakkelijk over heen te kun nen stappen. De Voorzitter merkt op, dat wat de .heer Vermeulen buiten den Raad gezegd heeft, in den Raad niet be handeld kan worden. De heer Arts wijst nogmaals op den mooien schoorsteen, tegels en ramen. Hij als vakman zegt dat de kosten zeker 2 maal zoo hoog zijn, dan de Voorzitter zegt met zijn f 106.-. De heer Van Boven merkt op. dat het hier niet gaat over het geld maar over de zaak, de heer Vermeulen is spreker hard tegen gevallen en hij hoopt, dat geen enkel raadslid hem zoo tegenvallen zal. De Voorzitter klopt er duchtig op los, waar tusschendoor men de stem van den heer van Boven oog hoort. Deze kan het echter tegen den hamerslag niet volhouden. Als het geklop ophoudt, zegt de heer van Boven verder te zullen zwijgen. De heer Vermeulen is nu met U en ik ben tegen U. Wethouder Pubben wijst er nog eens op, dat wel niemand de goede bedoelingen van B. en W. in twij fel zal trekken en hoopt, dat deze zaak zoo aanstonds na de stemming van de baan zijn zal. Als de Voorzitter het voorstel ter stemming brengt, verwijderen Weth. Odenhoven en den heer Millen zich uit de vergaderzaal en werd het voorstel van B. en W. aangenomen met 7 tegen 3 stemmen. Tegen stem den de heeren Geurts, Arts en van Boven, De heer Houben brengt hulde aan den gemeente-architect voor het mooie werk aan de school van het Veulen. 11. Voorstel van B. en W. tot beschikbaarstelling van een bedrag van maximaal f 415.50 voor aan schaffing van leer- en huimiddelen verband met de uitbreiding der school. Zonder hoofd, stemming aange nomen. 12. Voorstel van B. en W. tot belefgiQg van een bedrag van circa f 570.— zijnde de door het Bestuur der Vereeniging tot stichting en instandhouding eener R.K. bijzondere School St. Antonius, gestorte waar borgsom. Op voorstel van den Voorzitter gaat de Raad accoord om deze gelden te beleggen in Nederlandsche Staatsstukken. 13. Aanbieding van het verslag der Commissie van toezicht op bet Lager Onderwijs. Werd voor de leden ter inzage gelegd. 14. Voorstel van B. en W. om het nieuw aangelegde plantsoen in de Schoolstraat den naam te geven van „Jan Hensenplantsoen." De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een dankbetuiging van de bewoners der Schoolstraat voor den fraaien aanleg van een plantsoen. Zij vragen om het Jan Hensenpark te noemen. Hij acht echter de bena ming Jan Hensenplantsoen beter. De heer Vermeulen wijst er op, dat de bewoners hechten aan de benaming park, waarop de Voorzit ter zegt, dat hij voor zich de naam park wel wat grootsch vindt. De heer Vermeulen heeft het woor denboek eens open geslagen en vindt bij 't woord plantsoen: half verzameling van boomen struiken, terwijl bij 't woord park staat wan delplaats; hij aebt daarom den naam Jan Hensenpark alleszins op zijn plaats. De heer van Boven wil in dit verband ook de benaming Bleckstraat afkomstig van bleek (bleken doen ze nu toch niet meer) afschaffen en voortaan spreken van Jan Heren straat. Het nageslacht zal daarvoor dankbaar zijn. De heer Houben merkt op, dat Bleekstraat meer aan het oude Ven ray herinnert, waarmee de Voorzit ter het eens is. Wethouder Odenhoven meent, dat de naam Bleekstraat ook heeft af gedaan. hij vindt de benaming Jan Hensenstraat historieachtiger. De heer van Boven meent, dat het woord bleek niets zegt. Jan Hensen is mooier. Onder algemeene instemming werd dan besloten, om het verfraaide ter rein aan de Schoolstraat voortaan te noemen Jan Hensenpark en den naam Bleekstraat om te zetten in an Hensenstraat. De Voorzitter voegt hieraan nog toe, dat we nu ook niet meer moe ten spreken van Pastoor Wijnhoven plantsoen, maar van park. 15. Vaststelling van het cohier der trottoirbelasting. Vastgesteld op f 759.25. 16. Vaststelling van het cohier der rioolbelasting. Vastgesteld op f 9675,15, dank zij de uitbreiding der gestichtsbevolking merkt de Voorzitter op. 17. Af- en overschrijving begroo ting, dienst 1932. De Raad ging hiermee accoord. 18. Ingekomen stukken en mede- deelingen. De Voorzitter deelt mede. dat er van den Bioscoopbond een schrijven is ingekomen zooals de heeren ook wel zullen ontvangen hebben, inzake het sluiten der bioscoop wegens het niet genoeg verlagen der belasting. De heer Vermeulen vraagt, of de gemeente nu we hier toch geen bioscoop meer hebben, lid moet blijven van den bioscoopbond, het geen ongeveer f 150 kost, waarop de Voorzitter antwoordt, dat tal van gemeenten waar geen bioscoop is, toch lid zijn van den bond. De heer Millen hoopt, dat B. en W. nogeens met den bioscoopbond zullen onderhandelen, want Venray zonder bioscoop zal voor veel men schen een ongerief zijn. De Voorzitter zegt, dat B. en W. reeds zeer tegemoetkomend geweest zijn, maar zich door geen bond de wetten laten stellen. De beer Millen huldigt in zijn rede de meening: beter een half ei dan een leegen dop, en zou daarom voor verlaging van het minimum zijn. De heer van Boven meent, dat het gemis van de bioscoop een scha voor den middenstand zijn zal, wijl bioscoopliefhebbers buiten de gemeen te zullen gaan. De Voorzitter blijft bij zijn eerstgenoemd standpunt en deelt verder mede: dat de Minister zijn voorloopige goedkeuring gehecht heeft aan de gemeentelijke arbeids beurs, tevens districtsarbeidsbeurs. Door het bestuur der spoorwegen is bezwaar gemaakt het buurtverkeer ook voor de richting Nijmegen in te voeren, waarbij gevraagd werd of de gemeente als het buurtverkeer Nijme gen niet tot stand kwam. toch over zou gaan tot het invoeren der in uitzicht gestelde retourkaartjes der gemeentebussen. De Voorzitter voegt er aan toe, dat aan de spoorwegen bereids is medegedeeld dat er geen reden is om retourkaartjes voor de gemeen tebus in te voeren, als er alleen in de richtiog Venlo buurtverkeer wordt tot stand gebracht. De heer van Boven zegt dat een politieagent hem heeft medegedeeld dat hij op een dag 14 diensturen had, wat spreker abnormaal vindt. Hij zou daarom uitbreiding van het po litiecorps willen voorstellen. De Voorzitter antwoordt hierop, dat hij verwonderd is, dat die poli tieagent niet bij hem is gekomen. Recherchewerk kan wel eens verlen ging van diensttijd voor de politie meebrengen, maar daarom moet men in een slechten tijd als thans zoo maar niet klaar staan om uitbreiding van de politiemacht bevorderen, die trouwens eerst door den Kroon moet worden goedgekeurd. Bovendien heb ben we hier nog Marechaussee en een rijksveldwachter. De heer Arts wijst er op, dat de kindsheidsstoet niet ordelijk heeft kunnen trekken en bij gebrek aan politie de auto's dwars door den stoet reden, ja zelfs de Eerw. Heer Ka pelaan Geurts zouden ze omver ge reden hebben, als hij op het laatste oogenblik niet op zij gesprongen was en hij hoopt dan ook dat in de toe komst meer politie toezicht zijn zal. De heer van Boven is het met den heer Arts eens, maar constateert nog maals pen tekort aan politie De Voorzitter zegt dat de politie niet overal tegelijk zijn kan, vooral niet bij een zoo langen stoet. Over een stukje grond kwam een heele discussie, vooral inzake de grens. De heer Millen vroeg om dit te doen opmeten, waarop de Voorzit ter en Wethouder Pubbea opmerk ten, dat de grond de kosten van zulke meting niet waard is. Trouwens deze zaak is al van alle kanten be keken en besproken en partijen zijn ondanks daartoe gestelde pogingen, niet tot minnelijke schikking te bren gen, Wethouder Odenhoven noemt deze aangelegenheid een duistere toestand, die niet zuuver is. De heer Arts zegt dat kasteleins en middenstauders geklaagd hebben over de aanwezigheid van 'n circus tijdens de kermisdagen. De circus was avond aan avond bezet en op de markt was niets te zien, zoodat de zaken daar zeer slecht bezocht waren. De Voorzitter zegt dat men nou eens zien kan hoe buitengewoon moeilijk het is om goed te doen. Wat de eene toejucht zal den andere af breken. Verder merkt den heer Acts op, dat er op de tribune der Raadszaal enkele stoelen moesten geplaatst wor den. Spreker zou dit erg menschlie- vend vinden, en dan konden de menschen ook zien dat ze netjes ontvangen werden. De Voorzitter meent dat er weinig plaats is om stoelen te plaatsen en de gewoonte van stoelen zetten hier in Venray niet bestaat, en sluit de vergadering met gebed. VENRAY, 3 September 1932. Hengel wcdstrjjd. Zondag werd door de Hengel club „St. Petrus Banden" te Venray een wedstrijd uitgeschreven voor hengelaars, in de Maas tusschen Maashees en Geijsteren. De uitslag van dezen wedstrijd was als volgt Korpsprijzen, le prijs Tegelen 539 gram 2e prijs Cuyk 300 gram 3e prijs Bierick 245 gram 4e prijs Venlo 240 gram 5e prijs Afferden 135 gram 6e prijs Oeffeit 120 gram 7e prijs Boxmeer 105 gram 8e prijs Gennep 30 gram Persoueele wedstrijd. 1. H. Janssen, Afferden 375 gr. 2. Giesberts, Tegelen, 285 gr. 3a. P. vd Boogaart, Cuyk 225 gr. 3b. Schoenmakers, Blerik, 225 p 4. J. Hovens, Tegelen, 210 gr. 5. M. Rutten, TegeleD, 194 gr. 6. J. van Raay, Cuyk, 184 gr. 7. C. Deckers, Boxmeer, 167 gr. 8. A. Vorbach, Venlo, 135 gr. 9. Verkoeijen, Bierick, 125 gr. 10. J. Lamers. Tegelen, 120 gr, 11. Oorschot, Venlo, 105 gr. 12. A. Bebber, Afferden, 90 gr. 13a. A. Voeten, Bierick, 75 gr. 13b. H. Molmans, Afferden. 75 gr. 14a. Th. Reynen, Oeffeit, 60 gr. 14b. J. van Gooi, Boxmeer, 60 gr 14c. M. Christiaans, Cuyk, 60 gr. 15. Th. Schu*s, Bierick, 59 gr. 16. J. Strijbosch, Cuyk, 56 gr. 17. J. Willems, Bierick, 52 gr. 18a. A. Verberne, Venlo, 45 gr. 18b. v.d. Ven, Afferden, 45 gr. 18c. J. Peeters, Boxmeer, 45 gr. 19a. J. Gielen, Tegelen, 30 gr. 19b. VV. Schraven, Oeffeit, 30 gr. 19c. J. Hermans, Boxmeer, 30 gr. 19d. M. Schoonwater, Blerik 30 gr. 19e. II. Roucken, Afferden, 30 gr. Zwemwedstrijd. Door de Zwem /ereeniging Geys- teren en omstreken werd Zondag een Zwemwedstrijd gehouden in de Maas, voor leden der vereeniging. De uitslag was als volgt Leden boven 20 jaar. le prijs Vroon, Marechaussee, Venray; 2e prijs Fr. Vaske, Venray. Junioren 15—20 jaar. le prijs C. For.ck, Venray; 2e prijs J. Coenen, Venray; 3e prijs P. Hoedemaeckers, Venray. Juoioren 1015 jaar. le prijs Willems, Kerkrade; 2e prijs Fr. Fonck, Venray3e prijs N. Camps, Venray4e prijs Jac. Fonck, Venray. Ruitersfeest Castenray. Kermis-Zondag werd aihier het Ruiterfeest gehouden, georganiseerd door de Castenraysche Ruiterclub, met medewerking van de zuster verenigingen uit America, Seve- num en Grubbenvorst. Om 3 uur werd vanuit het Jagers huis in optocht naar het prachtig versierde terrein getrokken, waai reeds veel publiek aanwezig was. Op het terrein was door de Firma K. Cremers uit Tegelen (Agent L van Rhee, Castenray) een Wilka- foon-radio-installatie met microioon geplaatst. Na een openingswoord door den Voorzitter P. Steeghs, werd ter stond begonnen met de afwerking van het groote progtamma. Als Juryleden fuogeerden de hee ren V. Pyls, Venray, van Osch en Amersfoort te Deurne, Wilmer te Grubbenvorst, Camps te Sevenum en Smulders te America. De uitslag der wedstrijden is als volgt 1. Landelijke Parade. 3 deelne mende Vereenigingen. le prijs America, 2e prijs Casten ray, 3e prijs Sevenum. 2. Harddraven alle rassen. 25 deelnemers. le pr. Jac. Goemaos, Chrz. Ven ray 2e prijs JaDssen, Baarlo 3e prijs J. Rambaghs, Castenray 4e prijs L. vd Beuken, Oirlo 5e prijs M. Dinghs, Castenray. 3. Harddraven Landbouwpaarden 17 deelnemers. le prijs Jac. Philipsen, Castenray 2e prijs M. Friezen, C astenray3e prijs H. van Enckevort, Sevenum 4e prijs Fr. Weys, Castenray. 4. Rennen voor alle rassen. 16 deelnemers. Ter opluistering nam hieraan deel H. Beekman uit Keve laer, die als eerste aankwam. le prijs Th. Strijbosch, Castenray; 2e prijs J. Sonnemans, Sevenum 5e prijs F. Smulders, America 4e prijs G. Thielen, America. 5. Springconcours. 6 deelnemers, le prijs H Smits, Castenray 2e prijs Th. Strijbosch, Castenray 3e prijs Lucassen, Sevenum. 6. Rennen Landbouwpaarden. 10 deelnemers. le prijs G. Thielen, America 2e prijs G. Wilmer, Grubbenvorst 3e prijs M. Dinghs, Castenray 4e prijs H. Heidens, Castenray. 7. Rennen met hindernissen. 5 deelnemers. le prijs H. Backman, Kevelaer 2e prijs Th. Strijbosch, Castenray 3e prijs J. Sonnemans, Sevenum. Prof. Dr. Dorothcus Cornelisse Ö.F.M. Op den eersten September herdacht prof. dr, Dorotheus Cornelisse in het Minderbroedersklooster te Nijmegen den dag waatop hij voor 50 jaar in de Orde van St. Franciscus trad. Door zijn loopbaan is Pater Cor nelisse, die eerst kort gerepatrieerd is, in Nederland minder bekend, maar des te meer in de Eeuwige Stad, waar hij meer dan dertig jaar in de kerkelijke mtellectueele kringen een vooraaustaande plaats heeft ingeno men. Geboren in Steenbergen, trad hij, na zijn studies voltooid te heb ben aan het Gymnasium te Venray in 1882 in de Orde der Minderbroe ders.

Peel en Maas | 1932 | | pagina 6