Provinciaal Nieuws
meer boeren. Hij gaf het er dus aan.
en daar een van z'n dochters ge
trouwd was. ging hij bij haar inwo
nen. Maar ook de kinderen, die de
eene hier en de andere daar zich
gevestigd hadden, kwamen tegen
slagen. Toen nu zoowel hij als de
"kinderen verarmd waren „tot op
den ruggegraat" kwam er een ken
tering. De een na de ander kregen
meevallers en hadden voorspoed en
op den ouden dag kon de man zijn
hoofd gerust neerleggen. Wat
was nu de rede dat de heele familie
van welgestelde boeren totaal ge
ruïneerd werden en eerst dan weer
welgesteld werden als voorheen
Dat was de kwade hand, die over
het gezin was gekomen, en zich eerst
terugtrok, toen de kwade hand „zag
dat ze bier heur werk grondig had
gedaan.
Bij boer J.. z.g op een der ooste
lijke gehuchten van Venray, kwam
op een morgenvroeg een oude vrouw
binnen. Men kende haar niet, en
joeg haar weg. Nu waren ze bij
bekend als „benaauwd", en daarom
gaf men zoo'n oud mensch ook niks.
„Toch zul je er scha van hebben,
zei de oude vrouw, en, als ze van
het erf afging, stond daar 's boers
paard, een jong prachtig dier. De
zoon van den boer stond erbij. De
vrouw komt erlangs, en zegt tegen
den zoon„Zie je mijn band 1"
waarop de jongen ja knikte. Toen
streek ze met heur hand langs de
hals van het beest, en zei tegen den
jongen„Ga nu je vader zeggen,
wat ik heb gedaan. Dat zal jullie
geen voordeel brengen." Maar
men lachte erom. Tenminste die
week nog. Want het paard werd
daarna ziek, en stierf.
Onder Oirlo vond een boer - de
boer leeft nog, hoewel in of bij de
negentig en op een andere plaats,
waar hij bij zijn dochter in is op
een morgen van al de paarden de
manen en staarten gevlochten,
's Nachts had zijn vrouw een leven
gehoord, alsof alles losgebroken was;
ze wa9 ervoor opgestaan, maar had
alles rustig gevonden. Terwijl, toen
ze weer in bed lag, het lawaai op
nieuw begon. Men bekwam raad bij
een pater, die de stallen zegende...
en de kwade hand was weg, voor
dat ie verdere scha had aangericht.
Ook in Oirlo gebeurde het bij
een boer. 'n 70 jaren geleden, dat
z'n paard op een gegeven moment
de leege kar niet meer kon trekken,
terwijl bij juist de volle had aange
bracht. Hij spien het uit, en wilde,
op het paard zittende, huistoe rijden.
Maar als hij op het paard zat. begon
het paard te zweeten en scheen het
dier door een vreemden angst be
vangen te worden. En... zooals de
oude raenschen zeidenwaar zulks
voorvalt, daar staat de kwade hand
op. en gaat alles te nietzoo is
het er gegaan.
Ook woonde cr, ergens achter
Leunen, een boer, die zeer gier was.
Op een avond laat hoorde zijn
knecht dorschen op de schuur, ter
wijl toch niemand daar was. De
knecht ging den boer wakker maken,
en vertelde dit hem. (De knecht kon
het zoo goed hooren, omdat hij in
een krib moest slapen in den voor
stal Maar de boer sloeg er geen
acht op, en spotte zelfs„Nou, dat
die vreemde hand maar dorscht. Dan
kost het mij geen cent!" Edoch...
het is nadien met den boer z'n bezit
gegaan als sneeuw voor de zod.
Alles ging weg of kapot. Alweer
de kwade hand.
Ook als kleine kinderen, en ook
wel eens grooteren, ziek werden, en
die vooraf bezocht waren geweest
door een of andere Lekende (oude)
vrouw, en het kind dan langeren tijd
ziek bleef of stierf, werd aan de
kwade band gedacht. Vaak werd
dan, om te zien of de kwade hand
op de zieke lag of dat de zieke was
behekst, een kussen opengesneden,
en... vond men erin een krans van
veeren. Was zoo'n krans dicht, dan
moest de zieke onverbiddelijk ster
ven, in 't ander geval was er nog
wel eenigermate hoop.
GERARD LEMMENS.
Vader hoor eens, weer een ge
vangene. Hoe meer nabij hij kwam
des te harder klonk het gedruisch.
Daar lusschen door hoorde men
een onderdrukt kirren en halfluid
krassen in de die verstrooid lus
schen het jonge hout stonden.
Stil, zei de houtvester zacht. Gaal
niet verder! Hoort, daar zijn meer
kollen. Zal ik er eens een schie
ten?
Hij nam de buks van zijne schou
ders on spande den haan.
Vader, zeide de kleine Hendrik
zacht en het harlje klopte hem
hoorbaar van blijde verwachting,
dat zijn zulke groote vogels met
schoone blauwe veeren aan de
vleugels. Herman Smidt heeft er
een; dien heeft hij lam gemaakt
en fluiten geleerd. Wanneer men
hem hoos maakt, zet hij zijn kuif
op, bijl iemand in den vinger en
ziet er met zijn helm zoo nijdig
uit als was hij een gendarme.
Houd u stil. Ik zal zien of ik
er een kan vangen, zij schaden
de strikken toch al genoeg. Wan
neer zij een vogel gevangen zien
fluks zijn zij er bij en vreten het
arme heest zijn hersens en kop
af, terwijl zij de rest uitzuigen.
Wanneer zij maar welen waar
.strikken zijn, liggen zij als roovers
de loer.
liet kirren en krassen nam im
mer toe. Eikels en bladeren regen
de het van de hoornen; men kon
echter wegens het dichte en hooge
Vergadering van den
Gemeenteraad
te Venray,
op Dinsdag 29 Aug.
nam. half vijf.
De Voorzitter opent de verga
dering met gebed en deelt mede, dat
van de heeren van Haren en Nelissen
bericht van verhindeiiog is ingekomen,
terwijl de heer Stoot eveneens af
wezig was.
De notulen der vorige vergadering
werden zonder eenige op- of aan
merking goedgekeurd.
2. Mededeeling kasopname Ge
meente-Ontvanger over het 3e kwar
taal 1932.
Werd voor kennisgeving aange
nomen.
3. Vaststelling der rekening van
het Burgerlijk Armbestuur, dienst
1931.
4. Vaststelling der begrooting van
het Burgerlijk Armbestuur, dieDst
1933.
Aan de hand van het rapport der
Commissie, bestaande uit de heeren
Pubben, Stoot en Geurts werd de
rekening van het Burgerlijk Arm
bestuur, dienst 1931 goedgekeurd
met een batig saldo van f 336.67.
De begrooting van het Burgerlijk
Armbestuur dienst 1933 werd in
inkomsten en uitgaven bepaald op
f 8200.
5. Benoeming van een lid van het
Burgerlijk Armbestuur wegens perio
dieke aftreding van den Heer Ó.L.P.
van de Loo.
De heer O. L. P. van de Loo
werd met 9 stemmen herbenoemd als
lid van het Burgerlijk Armbestuur,
1 stem was uitgebracht op den heer
Odenhoven en 2 blanco.
6. Voorstel van B. en W. tot
het onderhands verpachten der boer
derij aan het Zwart Water voor een
termijn van 6 jaar aan M. J. Arts.
De Voorzitter zet uitvoerig uiteen
dat deze boerderij groot is 32 H.A.
Zij wordt verpacht aan M. J. Arts
voor een termijn van 6 jaren, in te
gaan 1 No ember 1932 en eindigende
October 1938. De pacht bedraagt
voor het eerste en tweede jaar f 25,
derde jaar f 28, vierde jaar f 30, vijfde
en zesde jaar f 32, alles per H.A-
De pacht moet vooruit betaald
worden per half jaar.
De heer van Boven vraagt of de
pacht niet te hoog is, waarop de
Voorzitter antwoordt een en ander
met deskundigen besproken te heb
ben. die van oordeel waren dat de
pacht billijk was.
Wethouder Pubben zet de zaak
nader uiteen en meent dat. de pacht
aan den Jagen kant is.
De heer Miiien meent echter dat
de pacht nog hoog genoeg is, waar
op de Voorzitter antwoordt, dat men
niet moet vergeten dat in de pacht
prijs ook de woninghuur begrepen
is. Zou bovendien tengevolge vao
den tijd ook deze pacht nog te hoog
zijn, dan vertrouwt spreker, dat de
Raad de pacht wel zal willen ver
lagen.
Wethouder Odenhoven en den
beer Houben spreken in gelijken zin.
7. Voorstel van B. en W. tof
onderhandsche verpachting van circa
2 H.A. grond aan A. van Rijswijck
en circa 2 H.A. aan M. Klaassen,
gelegen aan het Zwart Water.
Aan A. van Rijswijck en M. Claas
sens werden op gelijke voorwaarden
tegen den prijs van f 30 per H.A.
ieder 2 H.A. land aldaar verpacht.
Voorstel van B. en W. tot
wijziging en opnieuw vaststelling
eener verordening betreffende win
kelsluiting in verband met door Z.E.
den Minister van Economische Zaken
en Arbeid gemaakte opmerkingen.
9. Voorstel van B. en W, tot
vaststelling van een besluit overeen
komstig bet 3e lid van artikel 9 der
Winkelsluitingswet 1930.
De Raad ging accoord me* de
wijzigingen voorgesteld door Zijne
Excellentie den Minister van Econo
mische Zaken, meer uitvoerig be
sproken met den Middenstand inzake
de Winkelsluitingswet, zoodat eerlang
de winkels en alle daarmede gelijk
staande inrichtingen Zondags geopend
struikgewas de kruin niet zien.
Friis, traclille den vogel zoo na
mogelijk te komen, neem dan een
jongen lokvogel, en schud dezen
dat het den schijn heeft alsof hij
in de strikken spartelt. De knaap
deed hel. De anders zoo sluwe vo
gels lieten zich door den buit ver-
okken. In een oogwenk waren er
een, twee, drie bij den lokvogel,
die in de strik hing. De gevange
ne, een merel, kreet het uit van
doodangst en spartelde heen en
weer. Schuw zagen de roofridders
nog eens om, maar het knalde
reeds. Twee lagen dood op den
grond, de andere vlogen onder
"uid gekras ijlings voort.
Twee meerkollen melbonle vee
ren waren buit, twee merels kon
den zij meenemen, de var.gstwas
nog nooit zoo goed uitgevallen,
wat wilden de knapen nog meer
om zich te verheugen? De blauwe
veeren der vogels slaken zij spoe
dig op hunne petten.
Zij gingen verder. Men moest
spoed maken om 's middags weer
thuis te zijn. Het pad leidde door
een vlakte. De houtvester bleef
staan. Een man was nognietlang
geleden langs het pad door de
lakte gegaan.
Wordt vervolgd.
zullen zijn van half 9 tot 12 uur.
Uit den Raad werd het voorstel
gedaan om die winkelopenhouding
maar direct te doen ingaan, waarop
de Voorzitter antwoordde, dat dit
eerst door den Minister moet worden
goedgekeurd.
De heer vau Boven stelde voor
zich telegrafisch tot den Minister te
v/enden, daar de winkeliers schade
genoeg geleden hebben.
De Voorzitter zegt een spoedige
afwerking toe, waarvoor hij bereids
maatregelen getroffen heeft.
De heer Millen zou het open zijn
der winkels oogluikend toelaten, het
geen echter niet mag, zegt de Voor
zitter.
10. Voorstel van B. en W. tot
het beschikbaar stellen van de noo-
dige gelden voor den bouw van een
spreekkamertje aan de bijz. School
te Veulen.
De Voorzitter memoreert nog eens
de geheels geschiedenis van de school
aan het Veulen en wel in het bij
zonder de in den Raad genomen
besluiten. De Raad heeft indertijd
besloten tegen het voorstel van B.
en W. in om aan de school van het
Veulen een derde klasselokaal bij te
bouwen, doch geen spreekkamertje.
Ia overleg met het bestuur dier school
werd ter voorkoming van architect-
kostsn aan den Gemeente architect
opgedragen de plannen in deze te
ontwerpen, waarbij bleek dat wan
neer een stukje van den gang werd
afgenomen men van zelf een spreek
kamertje had.
B. en W. meenden dan ook ge
heel in den geest van den Raad te
handelen door ook dat spreekka
mertje tot stand te brengen. Persoon
lijk bad spr. niet verwacht, dat de
Raad anders van oordeel zijn zou.
Al is hier op goedkoope wijze een
spreekkamertje tot stand gekomen,
het is er toch een ed in zooverre is
er meer gedaan, dan feitelijk de
Raad besloten had.
De heer Vermeulen vraagt naar
de kosten, waarop de Voorzitter
zegt, dat de geaeele verbouwing is
aangenomen voor f 3239, waaronder
de meerkosten voor het spreekka
mertje zullen uitmaken f 106.
De heer Vermeulen wijst er op,
dat hij indertijd tegen het bouwen
van dit kamertje bezwaar gemaakt
heeft, B. en W. ontkennen thans
niet in deze verder te zijn gegaan
dan de Raad besloten had, maar
neemt met de ruiterlijke erkenning
van den Voorzitter in deze genoe
gen en zal voor het voorstel stem
men.
De heer Van Boven merkt op,
dat eenieder 't voor zijn eigen deur
mooi maakt, maar wil er toch op
wijzen, dat we niet moeten zeggen
spreekkamertje, maar wel degelijk
van een spreekkamer. Er is een
prachtige schoorsteen in die kamer
gemaakt, 4 groote ramen, alles met
tegels bezet, kortom 't is magnifiek
al is den beer Vermeulen den eersten
om met bet voorstel accoord te gaan,
hij zal de laatste zijn om daartegen
zijn stem niet te verheffen. De Raad
besloot geen gelden te geven en
spreker vindt daarom de voorstelling
van zaken onjuist. Het publiek gaat
met den Raad lachen. Hij had nooit
kunnen denken dat Vermeulen deD
eersten zou zijn, die de oppositie
zou afvallen.
De heer Vermeulen meent, dat B.
en W. een vingerwijzing van Ged.
Staten gehad hebben en de zaak
nogmaals bij den Raad zouden aan
hangig maken. Vermits de zaken nu
recht gezet zijn kan hij zich met het
voorstel om de gelden disponibel te
stellen best vereenigen.
Ook de heer Millen kan de han
delwijze van den beer Vermeulen
niet billijken. Hij heeft altijd gezegd
hij of zij die aan den bouw van de
spreekkamer schuldig zijn, zullen de
kosten daarvan betalen. Zoo heeft
bij zich altijd bij de mede-opposan
ten uitgelaten en nu... zonder met
die menschen nader te spreker neemt
hij een geheel andere houding aan,
dat is niet fair.
De Voorzitter begint te hameren
en wijst erop, dat men ieders meening
moet dulden.
De heer Vermeulen zegt, dat Mil
len Jat gerust zeggen mag.
De heer Houben betreurt, dat dit
punt niet eerder op de agenda heeft
gestaan, aanvankelijk heeft hij ook
gestemd tegen het bouwen van de
school, maar gezien de voordeelige
oplossing kan ook hij zich met het
voorstel van B. en W. vereenigen.
De heer Van Boven blijft tegen
het voorstel en spreekt er nogmaals
zijne verwondering over uit, dat den
grooten mond van den heer Vermeu
len gesloten blijft.
De heer Vermeulen verklaart koud
te blijven bij dit alles en nu bevre
digd te zijn.
De heer Arts zegt, dat Vermeulen
indertijd over deze zaak het grootste
leven had. Nu het vuurtje aan is
laat hij er andere mee zttten. Als de
Voorzitter wil overgaan tot stem
ming, zegt de heer Van Boven, ja
laat ons maar stemmen, ze zullen
wel lachen met Vermeulen maar niet
met spreker.
Ook de heer Goumans verklaart
voor het voorstel te zijn.
Wethouder Odenhoven voelt zich
gedrongen een enkel woordje te berde
te brengen. Hij vraagt zich echter
af of de kool de sop nog wel waard
is. Financiën zijn een voorname
factor, waar de zaak zoo voordeelig
geregeld is en de uiteenzetting van
den Voorzitter zeer aannemelijk,
meent hij, vooral op dit oogenblik,
dat de zaak wat overdreven is. Ook
hij kan zich daarop met het voor
stel wel vereenigen. Hij weet niet,
hoe hij aan de mcening kwam maar
hij meende, dat de gang langs de
buitenmuur zou komen. Hij heeft de
teekening als het ware niet gezien
en beroept zich dus op onkunde.
Als jong Wethouder heb ik er wat
uit geleerd, ik zal een diepere kijk
krijgen tn en verder doordringen in
de zaken. Ik zal er geen voor of
tegen tegen zeggen, maar als het
moet zal ik mijn part in de kosten
betalen.
De heer Van Boven vraagt, hoe
den heer Vermeulen staat tegenover
het bedrag der koeten, hij schijnt er
nogal gemakkelijk over heen te kun
nen stappen.
De Voorzitter merkt op, dat wat
de .heer Vermeulen buiten den Raad
gezegd heeft, in den Raad niet be
handeld kan worden.
De heer Arts wijst nogmaals op
den mooien schoorsteen, tegels en
ramen. Hij als vakman zegt dat de
kosten zeker 2 maal zoo hoog zijn,
dan de Voorzitter zegt met zijn
f 106.-.
De heer Van Boven merkt op. dat
het hier niet gaat over het geld maar
over de zaak, de heer Vermeulen is
spreker hard tegen gevallen en hij
hoopt, dat geen enkel raadslid hem
zoo tegenvallen zal.
De Voorzitter klopt er duchtig op
los, waar tusschendoor men de stem
van den heer van Boven oog hoort.
Deze kan het echter tegen den
hamerslag niet volhouden. Als het
geklop ophoudt, zegt de heer van
Boven verder te zullen zwijgen. De
heer Vermeulen is nu met U en ik
ben tegen U.
Wethouder Pubben wijst er nog
eens op, dat wel niemand de goede
bedoelingen van B. en W. in twij
fel zal trekken en hoopt, dat deze
zaak zoo aanstonds na de stemming
van de baan zijn zal.
Als de Voorzitter het voorstel ter
stemming brengt, verwijderen Weth.
Odenhoven en den heer Millen zich
uit de vergaderzaal en werd het
voorstel van B. en W. aangenomen
met 7 tegen 3 stemmen. Tegen stem
den de heeren Geurts, Arts en van
Boven,
De heer Houben brengt hulde aan
den gemeente-architect voor het
mooie werk aan de school van het
Veulen.
11. Voorstel van B. en W. tot
beschikbaarstelling van een bedrag
van maximaal f 415.50 voor aan
schaffing van leer- en huimiddelen
verband met de uitbreiding der
school.
Zonder hoofd, stemming aange
nomen.
12. Voorstel van B. en W. tot
belefgiQg van een bedrag van circa
f 570.— zijnde de door het Bestuur
der Vereeniging tot stichting en
instandhouding eener R.K. bijzondere
School St. Antonius, gestorte waar
borgsom.
Op voorstel van den Voorzitter
gaat de Raad accoord om deze
gelden te beleggen in Nederlandsche
Staatsstukken.
13. Aanbieding van het verslag
der Commissie van toezicht op bet
Lager Onderwijs.
Werd voor de leden ter inzage
gelegd.
14. Voorstel van B. en W. om
het nieuw aangelegde plantsoen in
de Schoolstraat den naam te geven
van „Jan Hensenplantsoen."
De Voorzitter deelt mede, dat is
ingekomen een dankbetuiging van de
bewoners der Schoolstraat voor den
fraaien aanleg van een plantsoen.
Zij vragen om het Jan Hensenpark
te noemen. Hij acht echter de bena
ming Jan Hensenplantsoen beter.
De heer Vermeulen wijst er op,
dat de bewoners hechten aan de
benaming park, waarop de Voorzit
ter zegt, dat hij voor zich de naam
park wel wat grootsch vindt.
De heer Vermeulen heeft het woor
denboek eens open geslagen en
vindt bij 't woord plantsoen: half
verzameling van boomen struiken,
terwijl bij 't woord park staat wan
delplaats; hij aebt daarom den naam
Jan Hensenpark alleszins op zijn
plaats.
De heer van Boven wil in dit
verband ook de benaming Bleckstraat
afkomstig van bleek (bleken doen ze
nu toch niet meer) afschaffen en
voortaan spreken van Jan Heren
straat. Het nageslacht zal daarvoor
dankbaar zijn.
De heer Houben merkt op, dat
Bleekstraat meer aan het oude Ven
ray herinnert, waarmee de Voorzit
ter het eens is.
Wethouder Odenhoven meent, dat
de naam Bleekstraat ook heeft af
gedaan. hij vindt de benaming Jan
Hensenstraat historieachtiger.
De heer van Boven meent, dat
het woord bleek niets zegt. Jan
Hensen is mooier.
Onder algemeene instemming werd
dan besloten, om het verfraaide ter
rein aan de Schoolstraat voortaan te
noemen Jan Hensenpark en den
naam Bleekstraat om te zetten in
an Hensenstraat.
De Voorzitter voegt hieraan nog
toe, dat we nu ook niet meer moe
ten spreken van Pastoor Wijnhoven
plantsoen, maar van park.
15. Vaststelling van het cohier
der trottoirbelasting.
Vastgesteld op f 759.25.
16. Vaststelling van het cohier der
rioolbelasting.
Vastgesteld op f 9675,15, dank zij
de uitbreiding der gestichtsbevolking
merkt de Voorzitter op.
17. Af- en overschrijving begroo
ting, dienst 1932.
De Raad ging hiermee accoord.
18. Ingekomen stukken en mede-
deelingen.
De Voorzitter deelt mede. dat er
van den Bioscoopbond een schrijven
is ingekomen zooals de heeren ook
wel zullen ontvangen hebben, inzake
het sluiten der bioscoop wegens het
niet genoeg verlagen der belasting.
De heer Vermeulen vraagt, of de
gemeente nu we hier toch geen
bioscoop meer hebben, lid moet
blijven van den bioscoopbond, het
geen ongeveer f 150 kost, waarop
de Voorzitter antwoordt, dat tal van
gemeenten waar geen bioscoop is,
toch lid zijn van den bond.
De heer Millen hoopt, dat B. en
W. nogeens met den bioscoopbond
zullen onderhandelen, want Venray
zonder bioscoop zal voor veel men
schen een ongerief zijn.
De Voorzitter zegt, dat B. en W.
reeds zeer tegemoetkomend geweest
zijn, maar zich door geen bond de
wetten laten stellen.
De beer Millen huldigt in zijn rede
de meening: beter een half ei dan
een leegen dop, en zou daarom voor
verlaging van het minimum zijn.
De heer van Boven meent, dat het
gemis van de bioscoop een scha
voor den middenstand zijn zal, wijl
bioscoopliefhebbers buiten de gemeen
te zullen gaan. De Voorzitter blijft
bij zijn eerstgenoemd standpunt en
deelt verder mede: dat de Minister
zijn voorloopige goedkeuring gehecht
heeft aan de gemeentelijke arbeids
beurs, tevens districtsarbeidsbeurs.
Door het bestuur der spoorwegen
is bezwaar gemaakt het buurtverkeer
ook voor de richting Nijmegen in te
voeren, waarbij gevraagd werd of de
gemeente als het buurtverkeer Nijme
gen niet tot stand kwam. toch over
zou gaan tot het invoeren der in
uitzicht gestelde retourkaartjes der
gemeentebussen.
De Voorzitter voegt er aan toe,
dat aan de spoorwegen bereids is
medegedeeld dat er geen reden is
om retourkaartjes voor de gemeen
tebus in te voeren, als er alleen in
de richtiog Venlo buurtverkeer wordt
tot stand gebracht.
De heer van Boven zegt dat een
politieagent hem heeft medegedeeld
dat hij op een dag 14 diensturen
had, wat spreker abnormaal vindt. Hij
zou daarom uitbreiding van het po
litiecorps willen voorstellen.
De Voorzitter antwoordt hierop,
dat hij verwonderd is, dat die poli
tieagent niet bij hem is gekomen.
Recherchewerk kan wel eens verlen
ging van diensttijd voor de politie
meebrengen, maar daarom moet men
in een slechten tijd als thans zoo
maar niet klaar staan om uitbreiding
van de politiemacht bevorderen, die
trouwens eerst door den Kroon moet
worden goedgekeurd. Bovendien heb
ben we hier nog Marechaussee en
een rijksveldwachter.
De heer Arts wijst er op, dat de
kindsheidsstoet niet ordelijk heeft
kunnen trekken en bij gebrek aan
politie de auto's dwars door den stoet
reden, ja zelfs de Eerw. Heer Ka
pelaan Geurts zouden ze omver ge
reden hebben, als hij op het laatste
oogenblik niet op zij gesprongen was
en hij hoopt dan ook dat in de toe
komst meer politie toezicht zijn zal.
De heer van Boven is het met den
heer Arts eens, maar constateert nog
maals pen tekort aan politie
De Voorzitter zegt dat de politie
niet overal tegelijk zijn kan, vooral
niet bij een zoo langen stoet.
Over een stukje grond kwam een
heele discussie, vooral inzake de
grens.
De heer Millen vroeg om dit te
doen opmeten, waarop de Voorzit
ter en Wethouder Pubbea opmerk
ten, dat de grond de kosten van
zulke meting niet waard is. Trouwens
deze zaak is al van alle kanten be
keken en besproken en partijen zijn
ondanks daartoe gestelde pogingen,
niet tot minnelijke schikking te bren
gen, Wethouder Odenhoven noemt
deze aangelegenheid een duistere
toestand, die niet zuuver is.
De heer Arts zegt dat kasteleins
en middenstauders geklaagd hebben
over de aanwezigheid van 'n circus
tijdens de kermisdagen. De circus
was avond aan avond bezet en op
de markt was niets te zien, zoodat
de zaken daar zeer slecht bezocht
waren.
De Voorzitter zegt dat men nou
eens zien kan hoe buitengewoon
moeilijk het is om goed te doen. Wat
de eene toejucht zal den andere af
breken.
Verder merkt den heer Acts op,
dat er op de tribune der Raadszaal
enkele stoelen moesten geplaatst wor
den. Spreker zou dit erg menschlie-
vend vinden, en dan konden de
menschen ook zien dat ze netjes
ontvangen werden.
De Voorzitter meent dat er weinig
plaats is om stoelen te plaatsen en
de gewoonte van stoelen zetten hier
in Venray niet bestaat, en sluit de
vergadering met gebed.
VENRAY, 3 September 1932.
Hengel wcdstrjjd.
Zondag werd door de Hengel
club „St. Petrus Banden" te Venray
een wedstrijd uitgeschreven voor
hengelaars, in de Maas tusschen
Maashees en Geijsteren. De uitslag
van dezen wedstrijd was als volgt
Korpsprijzen,
le prijs Tegelen 539 gram
2e prijs Cuyk 300 gram
3e prijs Bierick 245 gram
4e prijs Venlo 240 gram
5e prijs Afferden 135 gram
6e prijs Oeffeit 120 gram
7e prijs Boxmeer 105 gram
8e prijs Gennep 30 gram
Persoueele wedstrijd.
1. H. Janssen, Afferden 375 gr.
2. Giesberts, Tegelen, 285 gr.
3a. P. vd Boogaart, Cuyk 225 gr.
3b. Schoenmakers, Blerik, 225 p
4. J. Hovens, Tegelen, 210 gr.
5. M. Rutten, TegeleD, 194 gr.
6. J. van Raay, Cuyk, 184 gr.
7. C. Deckers, Boxmeer, 167 gr.
8. A. Vorbach, Venlo, 135 gr.
9. Verkoeijen, Bierick, 125 gr.
10. J. Lamers. Tegelen, 120 gr,
11. Oorschot, Venlo, 105 gr.
12. A. Bebber, Afferden, 90 gr.
13a. A. Voeten, Bierick, 75 gr.
13b. H. Molmans, Afferden. 75 gr.
14a. Th. Reynen, Oeffeit, 60 gr.
14b. J. van Gooi, Boxmeer, 60 gr
14c. M. Christiaans, Cuyk, 60 gr.
15. Th. Schu*s, Bierick, 59 gr.
16. J. Strijbosch, Cuyk, 56 gr.
17. J. Willems, Bierick, 52 gr.
18a. A. Verberne, Venlo, 45 gr.
18b. v.d. Ven, Afferden, 45 gr.
18c. J. Peeters, Boxmeer, 45 gr.
19a. J. Gielen, Tegelen, 30 gr.
19b. VV. Schraven, Oeffeit, 30 gr.
19c. J. Hermans, Boxmeer, 30 gr.
19d. M. Schoonwater, Blerik 30 gr.
19e. II. Roucken, Afferden, 30 gr.
Zwemwedstrijd.
Door de Zwem /ereeniging Geys-
teren en omstreken werd Zondag
een Zwemwedstrijd gehouden in de
Maas, voor leden der vereeniging.
De uitslag was als volgt
Leden boven 20 jaar.
le prijs Vroon, Marechaussee,
Venray; 2e prijs Fr. Vaske, Venray.
Junioren 15—20 jaar.
le prijs C. For.ck, Venray; 2e
prijs J. Coenen, Venray; 3e prijs
P. Hoedemaeckers, Venray.
Juoioren 1015 jaar.
le prijs Willems, Kerkrade; 2e
prijs Fr. Fonck, Venray3e prijs
N. Camps, Venray4e prijs Jac.
Fonck, Venray.
Ruitersfeest Castenray.
Kermis-Zondag werd aihier het
Ruiterfeest gehouden, georganiseerd
door de Castenraysche Ruiterclub,
met medewerking van de zuster
verenigingen uit America, Seve-
num en Grubbenvorst.
Om 3 uur werd vanuit het Jagers
huis in optocht naar het prachtig
versierde terrein getrokken, waai
reeds veel publiek aanwezig was.
Op het terrein was door de Firma
K. Cremers uit Tegelen (Agent L
van Rhee, Castenray) een Wilka-
foon-radio-installatie met microioon
geplaatst.
Na een openingswoord door den
Voorzitter P. Steeghs, werd ter
stond begonnen met de afwerking
van het groote progtamma.
Als Juryleden fuogeerden de hee
ren V. Pyls, Venray, van Osch en
Amersfoort te Deurne, Wilmer te
Grubbenvorst, Camps te Sevenum
en Smulders te America.
De uitslag der wedstrijden is als
volgt
1. Landelijke Parade. 3 deelne
mende Vereenigingen.
le prijs America, 2e prijs Casten
ray, 3e prijs Sevenum.
2. Harddraven alle rassen. 25
deelnemers.
le pr. Jac. Goemaos, Chrz. Ven
ray 2e prijs JaDssen, Baarlo 3e
prijs J. Rambaghs, Castenray 4e
prijs L. vd Beuken, Oirlo 5e prijs
M. Dinghs, Castenray.
3. Harddraven Landbouwpaarden
17 deelnemers.
le prijs Jac. Philipsen, Castenray
2e prijs M. Friezen, C astenray3e
prijs H. van Enckevort, Sevenum
4e prijs Fr. Weys, Castenray.
4. Rennen voor alle rassen. 16
deelnemers. Ter opluistering nam
hieraan deel H. Beekman uit Keve
laer, die als eerste aankwam.
le prijs Th. Strijbosch, Castenray;
2e prijs J. Sonnemans, Sevenum
5e prijs F. Smulders, America 4e
prijs G. Thielen, America.
5. Springconcours. 6 deelnemers,
le prijs H Smits, Castenray 2e
prijs Th. Strijbosch, Castenray 3e
prijs Lucassen, Sevenum.
6. Rennen Landbouwpaarden. 10
deelnemers.
le prijs G. Thielen, America 2e
prijs G. Wilmer, Grubbenvorst 3e
prijs M. Dinghs, Castenray 4e prijs
H. Heidens, Castenray.
7. Rennen met hindernissen. 5
deelnemers.
le prijs H. Backman, Kevelaer
2e prijs Th. Strijbosch, Castenray
3e prijs J. Sonnemans, Sevenum.
Prof. Dr. Dorothcus Cornelisse
Ö.F.M.
Op den eersten September herdacht
prof. dr, Dorotheus Cornelisse in het
Minderbroedersklooster te Nijmegen
den dag waatop hij voor
50 jaar in de Orde van St.
Franciscus trad.
Door zijn loopbaan is Pater Cor
nelisse, die eerst kort gerepatrieerd
is, in Nederland minder bekend, maar
des te meer in de Eeuwige Stad,
waar hij meer dan dertig jaar in de
kerkelijke mtellectueele kringen een
vooraaustaande plaats heeft ingeno
men. Geboren in Steenbergen, trad
hij, na zijn studies voltooid te heb
ben aan het Gymnasium te Venray
in 1882 in de Orde der Minderbroe
ders.