Iü twee werelddeelen
Tweede Blad van „PEEL 11 MAAS
ff
Gas contra Electriciteit.
FEUILLETON
De weg naar de
slavernij
In één schuitje
Zaterdag 23 Juli 1932
Drie en vijftigste Jaargang No. 30
Ingezonden.
Buiten verantwoordelijkheid
der Redactie.
Mijnheer de Redacteur I
Mag ik en nu hope ijk voor den laatsten keer weder een
beroep op Uw gastvrijheid doen In het vorige „ingezonden stuk" heb
ik toegezegd nadere beschouwingen te zullen geven over het verschil
tusschen koken op gas en koken met electriciteit. Deze beschouwingen
volgen nu hieronder
Bij het koken op kookplaten is bewezen aan de hand van vele
omvangrijke proeven, dat het aanbranden van de spijzen bij de electrische
kookwijze alleen dan kan optreden, wanneer grove onachtzaamheid in
bet spel is hiervan kan de volgende verklaring worden gegeven.
Bij andere kookwijzen, waarbij zonder uitzondering van open
vlammen als warmtt bron gebruik wordt gemaakt, bedraagt de temperatuur,
waaronder de warmte aan de spijzen wordt toegevoerd, steeds omstreeks
1000 a 1500 gr. C Bij het electrisch koken wordt de warmte ontwikkeld
in een electrischen gloeidcaad, die opgesloten is in een (gietijzeren) kook
plaat, dus zuiver volgens een natuurkundig proces; dit in tegenstelling
met het biervoren genoemde chemische proces. Door deze omstandigheid
heeft men, wanneer men een zekere warmte hoeveelheid aan de spijzen
wil toevoegen, de temperatuur, waaronder dit gebeurt, in de hand het
is gebleken dat deze temperatuur, gemeten aan het oppervlak van de
kookplaat, wanneer men de capaciteit der electrische warmtebron dusdanig
kiest, dat het aan de kook brengen even snel geschiedt als bij de andere
kookwijzen, omstreeks 150 gr. a 200 gr. C. bedraagt, aan den panbodem
gemeten zelfs nog belangrijk minder. Hieruit kan onmiddellijk worden
verklaard, waarom bij het electrisch koken het aanbranden der spijzen
tot de groote zeldzaamheden behoortbij het doorkoken van de spijzen
immers is een zeer veel kleinere warmtehoeveelheid noodig dan bij het
aankoken. Derhalve behoeft de temperatuur, waaronder de warmte aan
de spijzen wordt toegevoerd, bij het doorkoken, niet meer dan ongeveer
110 a 120 gr. C gemeten aan het oppervlak van de kookplaat, te
bedragen. Daar de temperatuur, waarbij de gevoeligste spijzen begin
nen aan te branden, omstreeks 130 gr. C. is (behoudens een zekere
tijdsafhankelijkheid, die hier echter minder ter zake doet) volgt hieruit,
dat bij het electrisch koken aanbranden der spijzen niet zal voorkomen,
behalve dan, zooals reeds gezegd, bij grove onachtzaamheid.
Een en ander zeer in tegenstelling met de andere kookwijzen, waar
bij men steeds met een vïaktemperatuur van tenminste 1000 gr. C. te
maken heeft, zelfs wanneer die vlam (dus ook de aan de pan toege
voerde warmtehoeveelheid) klein is. Het electrisch koken vergt derhalve
van de huisvrouw lang niet zooveel zorg en zooveel toezicht als de
andere wijzen van spijsbereiding.
Naast de zekerheid, dat de spijzen niet zullen aanbranden, ver
krijgt de huisvrouw hierdoor een veel grootere mate van vrijheid, daar
het toezicht bij het koken tot een minimum kan worden beperkt.
Voorts zouden wij nog willen wijzen op de verdere voordeelen
der electrische kookwijze boven andere, o a. op de buitengewoon groote
zindelijkheid. Er ontstaan geen verbrandingsproducten, dus behoeven er
ook geen verbrandingsproducten te worden afgevoerd; evenmin wordt
zuurstof ten behoeve van de verbranding aan de omgeving onttrokken.
Het onderstaande moge u hierover eenigszins inlichten:
1 M3 gas heeft, om te kunnen branden, ruim 5 M3 lucht noodig;
bij electrische verwarming is geen lucht noodig.
1 M3 gas geeft bij algeheele verbranding met 50 pet. luchtover-
schot, als verbrandingsproducten
Al deze producten, die ten deele
Waterdamp: ca. 1,2 M3 schadelijk voor de gezondheid zijn,
zuiritof: ca 0,5 M3 komen in de keuken en veroorza-
koolzuur: ca. 0,5 M3 ken het benauwde gevoel, dat men
stikstof: ca. 6 M3 altijd na een verblijf van eenigen
tijd in een gaskeuken krijgt.
Bij electrische verwarming ontstaan geen schadelijke verbrandings
producten; in een electrische keuken kunnen dan ook planten groeien
en bloemen bloeien. Probeer dit maar eens in een gaskeuken of in een
kamer, waar een gashaard wordt gebruikt
Verder ontstaan bij de electrische kookwijze vrijwel geen „etens-
dampen", omdat langs electrischen weg de warmtehoeveelheden zoo
nauwkeurig kunnen worden aangepast aan de warmtebehoefte iets
wat na eenige ervaring de huisvrouw al heel spoedig gelukt dat een
overmatige warmtetoevoer niet behoeft plaats te vinden en dus ook niet
door dampvorming behoeft te worden gecompenseerd. Een speciale kook-
nis met een schoorsteen voor den afvoer der verbrandingsgassen en
etensdampen is in de electrische keuken dan ook overbodig.
Vervolgens vestigen wij er de aandacht op, dat bij het electrisch
koken veel minder water bij de spijsbereiding wordt gebruikt dan bij
andere kookwijzen dit vindt weer zijn oorzaak in het feit, dat de
warmte bij zoo lage temperatuur wordt ontwikkeld. Hierdoor ontstaat
een winst aan allerlei voedende bestanddeelen, die anders met het
afkookwater van de spijzen worden weggeworpen. Bij het bakken en
braden kan, om dezelfde reden, worden volstaan met niet onbelangrijk
minder vet dan bij andere kookwijzen bij het electrisch koken verbrandt
het vet hoegenaamd niet en verdampt het minder.
Omtrent de spijsbereiding in den electrischen oven het volgende
Volgens de jongste ervaringen op dit gebied is het mogelijK om
zonder eenige uitzondering alle spijzen, die in den oven worden bereid,
hierin klaar te maken uitgaande van de koude spijzen geplaatst in den
kouden oven. De electrische- en warmte-technische eigenschappen van
den oven zijn bij de meeste goede fabrikaten thans dusdanig, dat voor
alle prijzen na het inschakelen der verwarming de juiste temperatuur
stijging in functie van den tijd kan worden verkregen. Dit beteekent
een belangrijke vereenvoudiging tegenover andere oventypen, waarbij
steeds een voorverwarming en een nauwlettende controle van den oven
noodzakelijk is.
52
SLOT.
»Kom! treed binnen, Mijnheer
gij schijnt niet heel wel, kom!
zeker, onder mijn dak, in mijn
huis kunt gij u uitrusten.
Toen opende zich opeens de deur
en de huisvrouw verscheen op den
drempel.
Met verwondering gingen hare
blikken van haar man op den
vreemdeling, die bevend aan alle
ledematen een steun zocht om
niet om te vallen.
Mijnheer 1 stamelde hij heesch
de woorden willen niet uit den
keel, mag ik dan de koetsier
mijn koffer zoolang laten afladen?
En meteen wenkte hij dezen, die
op zijn bevel den zwaren koffer
in het voorhuis of keuken plaats
te. Hij zelve greep een kleiner
uit het rijtuig, met een grooten
mantel, en ging de huiskamer
binnen, nadat hij de koetsier weg
gestuurd en betaald had.
Hij kon bijna niet gaan.
Wankelend trad hij in de woon
kamer, viel neer op een stoel en
barstte in tranen los.
Hij was zich zeiven niet meer
meester.
Den pachter ging het als een
snee door het hart. Hij ook beefde
en wist niet wat hij gevoelde.
Zou het mogelijk zijn.
En toch iets onweerstaanbaars
ging hem door de ziel
De vrouw stond er bij, diep ge
roerd. Ook zij wist niet er gebeurde
en een onbeschrijfelijk gevoel
overmeesterde haar.
Dan zag zij op den vreemdeling
dan op haar man.
Toen greep de pachter de band
van den vreemdeling en riep
sidderend: »Wie zijt gij dan.
»Uw arme vader ben ik,"
schreide Meester-Dorrens uw
arme vader; nokte hij die komt
u om een plaatsje vragen aan uw
haard, en aan uw hart, om bij
u te sterven.
Met een schreeuw die uit het
hart kwam en niet weer te geven
was, viel de pachter op de knieën
sloeg zijn armen om den hals van
zijn vader en snikte en kon het
niet uitbrengen; Vader, Vader!
lieve Vader! eindelijk! w it hebben
wij lang gebeden! God dank, zoo
heeft Hij u eindelijk weer terug
gebracht!
Kunt ge mij vergeven? gij, uw
broeder en zuster, kunt gij 't mij
vergeven, lieve kinderen. Ach ik
heb zoo naar u verlangd ver
langd, verlangd, Ach kinde
ren" en hij boog het hoofd op het
hoofd van zijn zoon, die schreide
op zijn knie, aan zijn hart,
Daar in den electrischen oven geen verbrandingsgassen worden ont
wikkeld, is het mogelijk om den oven geheel gesloten uit te voeren
tegenwoordig worden de electrische ovens dan ook meestal gelascht en
inwendig geëmailleerd, terwijl de verwarmingselementen veelal buiten de
eigenlijke ovenruimte worden aangebracht het geheel kan derhalve
uitermate gemakkelijk worden schoongemaakt. Bij de spijsbereiding
blijven de warmteverliezen beperkt tot die, welke zijn te wijten aan de
atkoeling der buitenzijden, die overigens zooveel mogelijk worden tegen
gegaan door een doeltreffende wacmte-isolatie. Door de volkomen vrij
heid, die men bij de ovenconstructie heeft in het aanbrengen der ver
warmingselementen, kan in de geheele ovenruimte een buitengewoon
gelijkmatige verwarming worden bereikt, iets wat zeer ten goede komt
aan de kwaliteit van de in den oven bereide spijzen. Doordat men de
ovenventilatie volkomen kan beheerschen, is het bovendien bij het braden
van vleesch, wild enz. .niet noodig om dit te bedruipen.
Resumeerende krijgen wij dus o.m. de volgende voordeelen bij
electrisch koken ten opzichte van koken op gas
1. geen explosie- of vergiftigingsgevaar Dit gevaar is werke
lijk niet denkbeeldig. Hoe dikwijls leest men niet van gasontploffing
of gasverstikking De overkokende melk of het overkokende water
kan de vlam dooven kinderen spelen met de gaskraan en laten
haar openstaan de gasslang kan losschieten. Zoo is ec een heele rij
van mogelijkheden, die feiten zijn gebleken, te noemen
2. practisch geen warmte-uitstraling, hetgeen, vooral in den
zomer, van buitengewoon groot belang is
3. geen verontreiniging en vergiftiging der lucht door ver
brandingsproducten, die de in de. keuken werkzame personen weer
moeten inademen elcctricüeit komt dus de gezondheid ten goede
4. geen schoorsteen noodig
5. geen aanslag, dus groote besparing aan het onderhoud van
de keuken
6. geen vet- en boterverlies door de veel gelijkmatigere ver
warming en de lagere temperatuur
geen slinken van het vleesch
7. geen vuil worden der pannen, van binnen, noch van buiten
8. veel minder kans op aanbranden.
Dat electrisch koken zeer goedkoop is goedkooper dan gas in
Venray b.v. heb ik in de vorige artikelen reeds uiteengezet. Dat
electrisch koken ook vlug gaat, zal den aandachtigen lezer wel gebleken
zijn uit de gepubliceerde staatjes.
En nu uog iets tot slot. Men kan lang en breed over gas en elec
triciteit spreken en schrijven, de gas- en electriciteitsmenschen zullen het
toch wel niet spoedig met elkaar eens worden. Het publiek weet ten
slotte door al dat geschrijf niet, waar het zich aan moet houden en
aarzelt. Voor deze aarzeling is echter geen grond de S.V.M. wil aan
eiken serieuzen candidaat-kooper een e ectrisch fornuis, zonder dat hem
dit tot iets verplicht, 14 dagen op p oef geven. Hij kan dan zelf nagaan,
of datgene, dat ik in mijn drie ingezonden stukken over electrisch koken
beb verteld, op waarheid berust. De S.V.M. en ook de installateurs
geven hierover gaarne inlichtingen.
Kan het eerlijker
U, Mijnheer de Redacteur, nogmaals dankend voor de verleende
plaatsruimte.
Hoogachtend
L. HARPMAN,
Leider der Afd. Verbruiksontwikkeling
der Stroomverkoopmaatschappij.
Hilaire Belloc, de bekende Engel
sche socioloog en apologeet heeft in
een van zijn essays uiteengezet, hoe
de moderne mensch rechtstreeks naar
de slavernij gaat. Slavernij, zoo zegt
hij, is de dwang waaronder een
mensch of een stand van menschen
tot arbeiden ten voordeele van
andere gedoemd is. Het is een
arbeidsgebod door den gebiedenden
staatsarm gehandhaafd. En dit is het
juist wat zich thans onder onze
oogen ontwikkelt uit het haif-heiden-
scbe stelsel van ons huidig iodustrieel
kapitalisme. De wijze waarop deze
slavernij tot stand zal komen, 2iet
Belloc aldus, dat zij te wijten zal
zijn aan hen die verslaafd worden,
daar zij bestaanszekerheid zonder
risico zullen verkiezen boven vrij
heid, die het risico van gebrek met
zich meebrengt. Reeds thans zien we
het afbrokkelen van deze vrijheid
door de zekerheid en het ondechoud
dat de daglooner van den kapitalis-
tischea staat ontvangt.
Als we deze beschrijving van den
huidigen toestand door Belloc ver
gelijken met wat de plannen ia
Duitschland zijn, van de rijksregee-
ring tot het invoeren van een vrij-
willigen arbeidsdienst, en van de
Nazis tot het invoeren van een ge
dwongen arbeidsdienst, dan kunnen
we moeilijk anders doen dan con-
verlangd, en geen geluk had
ik verre van u, geen geluk.
•Vergeven? vergeven? O, wal
zijn wij blij, en wat zullen we
lie drie blij zijn, wij en de
kinderen, Vader is terug, vader,
vader, vader, en hij bedekte het
gelaat met de handen van zijn
vader met heele tranen en kussen
Ach, waren de anderen nu ook
hier, wat zouden ze gelukkig zijn.
Beiden weenden gelukkige tra
nen.
O, vader, wij ook hebben zoo
naar u verlangd, gebeden heb
ben wij steeds voor u, wij en onze
kinderen, onze oudsten heetten
allen Ilarry, zooals gij, Vader, en
hij drukte den ouden man aan het
hart, en snikte en lachte van ge
luk.
En de huisvrouw lachte en
weende tegelijk, en stond achter
vader, en lei, haar beide handen
op zijn schouder, en haar hoofd
op zijn grijze haren.
Toen ging de deur open van de
naaste kamer, en een krachtige
blonde krullenbol in een nacht
japon en op bloote voetjes, trippel
de de kamer in. Hij had van alles
gehoord.
Toen hij zijn vader op de knieën
zag, en arm in arm met den ouden
man zag hij verwonderd op tot
zijn moeder, en vroeg verbaasd
maar half luid; Moeder is het
grootvader?
Spreken kon zij niet.
Zij wenkte, ja.
cludeeren, dat Duitschland een gtoo-
ten stap heeft gezet of binnenkort
zetten zal op den weg naar de sla
vernij, en dat het verschil tusscheD
Rusland en Duitschland in wezen
niet meer heel erg groot zal zijn.
Volgens de plannen van de rijks-
regeering, die vandaag of morgen
door een noodverordening zullen
worden bekend gemaskt en een be
gin van uitvoering zullen krijgen,
zullen allen, die willen, werkloozen
of niet-werkloozen bij den arbeiders-
dienst te werk worden gesteld, en
daar werk verrichten, dat van alge
meen nut is. Zij zullen daartoe in
kampen worden ondergebracht, van
staatswege kleeding, voedsel en huis
vesting ontvangen en daarboven nog
een klein soldij Dit ziet er werke
lijk zeer schoon uit, en men zal ge
neigd zijn te zeggen, dst het voor
de werkloozen een uitkomst is, dat
zij tenminste hun tijd niet meer in
ledigheid moeten doorbrengen, en
dat zij behoorlijk te eten krijgen en
nog enkele andere voordeelen genieten
Hiertegenover staan echter bezwaren,
die zoo maar niet weggeredeneerd
kunnen worden, en die niet opwegen
tegen de voordeelen. Een van de
voornaamste is wel, dat het familie
leven totaal wordt ontwricht, door
dat de mannen in kazernes leven en
dat daarmee datgene wat men alge
meen als de basis van een goede
maatschappij beschouwt, zoozeer
verzwakt wordt, dat 't het geheele
gebouw aan stevigheid en soliditeit
gaat ontbreken. Ook gaat het toch
niet a30, dat mer schen, die door
En toen liep de kleine tot vader
en grootvader, kroop op grootvo
ders knie, sloeg zijn armpjes om
beiden, vleide zijn kc.pje aan grcol
vaders hals, en riep luid; »Nu is
het goed, grootvader nu gij er
zijl, wij hebben alle dagen ge
beden dat gij gelukkig zoudt le-
rugkeeren.
Het was een onbeschrijfelijk
zoet toon eel.
Vele gelukkige harten.
Nooit was Meester Dorrens zoo
gelukkig geweest en dat toch met
een bloedend hart.
Laat bleven ze samen bijeen
n geluk en vreugde.
Dat waren gelukkige dagen'
Den volgenden morgen kwam
onze Dokter en zijn vrouw ook
aan, en Anneken met haar man.
De kinderen waren er allen bij.
Het waren gelukkige en toch
in zekeren zin smartelijke uren.
Alles werd toen verhaald, en
dikwijls zal Meester Dorrens, het
hoofd tusschen de handen en
weende bitter.
Wel zochten zijn gelukkige
kinderen zooveel mogelijk alles
te verbergen en te verbloemen.
Maar hij voelde zoo diep zijn
schuld.
En allen kusten, tot de mannen
toe, want kinderen blijven wij
toch altijd jegens onzen vader,
zijn tranen weg, toch duurde het
lang eer hij zijn kinderen in de
oogen durfde zien.
schuld van anderen werkloos zijn
geworden, geen anderen weg meer
overblijft om ia hun onderhoud te
voorzien, dan dat zij bun vrijheid en
verantwoordelijkheid wegschenken.
Hoe ver staan dez-1 plannen van die
van Dr. Brüning, die aan de werk
loozen gelegenheid wilde geven om
zich een bestaan te scheppen door
middel van den landbouw, waardoor
hun eigen initiatief ontwikkeld zou
worden en waardoor hun verant
woordelijkheid zou versterkt worden.
Maar hiertoe zou het noodig zijn
geweest, dat de grond ontnomen
werd aan hen, die hem niet bewerk
ten ten gunste van hen, die hem wel
zouden bewerken en deze voorstellen
hebben Brüning zijn kanseliersschap
gekost, omdat zij in de oogen der
jonkers bolsjewistisch waren.
Nog gevaarlijker zijn de plannan
van de rijksregeering, omdat zij een
voorbereiding zijn van de plannen
der Nazis, die niets anders willen,
dan een gedwongen arbeidsdienst
van allen, en dit niet alleen tot het
uitvoeren van werk die nuttig zijn
voor de gemeenschap, maar ook in
dienst van particuliere ondernemin
gen. Men moet zich dit zoo inden
ken, dat de staat niet voldoende
arbeid heeft voor allen, die onder
den arbeidsdienstplicht vallen en
daarom deze aibeiders zal verhuren
aan de ondernemingen, Deze arbeider
wordt zeer slecht betaald bijv. een
halve Mark per dag, verder heeft
hij geen recht op sociale voorzorg
hij wordt door den staat gevoed,
gekleed en gehuisvest, en heeft geen
rechten. Wat het verschil zal zijn
tusschen koelies en deze arbeids-
plichtigen is niet duidelijk. Alleen
zal de arbeidsplicht slechts een be
paalden tijd duren. Men zou dus
kunnen spreken van tijdelijke slavernij
In de bovenbedoelde esay van BeUoc
zegt hij, dat men waarschijnlijk nooit
meer zal spreken over slavernij,
omdat dit woord een onaangenamen
klank heeft, men zal denkt hij
spreken over „bestendigen arbeid'
Nu zal er maar een stap voor
noodig zijn, om von deze tijdelijke
slavernij te komen tot den „besten
digen arbeid" van Belloc, en dan
staat men midden in een toestand
die gelijk is aan de slavernij in het
heidensche Rome, of, om een meer
modern voorbeeld te kiezen, die ge
lijk is aan de slavernij in Rusland,
met dit verschil dat in Rusland de
baten in de gemeenschapskas vloeien
en in Duitschland in de zakken van
enkele particulieren.
Het behoeft verder geen betoog,
dat dan de coucurrentie van Dui sch-
land op de wereldmarkt der indus
trie-producten meer dan moordend
zal zijn, omdat de productie-kosten
tot een minimum zullen worden
teruggebracht. Daarom is het voor
andere staten zaak. de mogelijkheden
in Duitschland te blijven volgen en
bijtijds tegenmaatregelen te treffen.
Als de paartjes van den preekstoel
vallen, dan wordt menig nestje ge
bouwd en stapt „hij" met zijn slanke
engel en „zij" met haar zwarten of
bruinen schat gearmd de nieuwe
toekomst in.
Al is zij niet slank maar kogel
rond en bij mser engelsch blond en
minder recht, te zamen moeten ze
voortaan in één schuitje varen. En
hier is veel kunst voor noodig. Want
is voor den trouwdag en ook nog
in de wittebroodsweken alles koek
en ei, en zij een lieveling zonder
gebreken en hij een beste partij,
spoedig bemerken ze, dat ze allebei
geen aartsengel hebben, maar een
mensch met gebreken. En daarom
Hij had den moed niet, van het
groot vermogen te spreken, dat hij
meebracht.
Hij voelde het, dal zou het
weerzien ontheiligen.
Maar toen den volgenden dag
de dokter weg moest, toen riep
hij zijn kinderen alle drie in de
kamer.
Spreken kon hij bijna niet.
Niels viel hem lastiger, dan uit
te brengen, wal hij hen zeggen
wou.
»Neen, Vader, neen, neen, dat
is het niet, genoeg is het dat
gij hier zijl, gij zijt ons alles.
Toch deed hel hem goed in het
hart, dat hij zoo de to komst van
allen verzekeren kon.
Naar Maastricht wilde hij niet.
Op de hoeve blijven dat was
het.
Maar een andere hoeve werd
gekocht, grooler en schooner dan
O. hoeve.
Daar trok hij heen met zoon
en schoondochter en kinderen.
Daar wonen zijn afstammelingen
nog op den huidigen dag.
Wanneer hij dan in het rijtuig
naar Maastricht kwam, de
Kleine Gracht en de Gubbelslraat
daar kwam hij nooit. Dan ging
het altijd naar de Brusselschestraal
waar de Dokte/ toen woonde.
De drie MoriaeDtjes zijn afge
broken na de cholera. De straal
was te eng en te ongezond, nu
is daar aan eenen kant het groote
eigendom der familie Dufrasne
moeten ze op hun huwelijksreis ieder
een groote mand geduld koopen.
Want ze moeten elkaar verdragen'
nu ze eenmaal in één schuitje zitten.
Maar geduld is een bitter kruid,
zegt het spreekwoord, het kost
moeite, vooral, omdat het meest om
kleinigheden gaat.
Ja, die kleinigheden 1
Daarmee begint meest een stevige
kloppartij en ook iedere huisoorlog.
't Is maar een klein vonkje, dat
een groot bosch in brand steekt.
Men moet kleinigheden over het
hoofd zien en ongemerkt voorbij
laten gaan, vooral als ze slechts een
enkelen keer gebeuren.
Heeft Fien vergeten een knoop
aan haar mans jas te zetten, en
Kobus bij het binnenkomen niet de
voeten geveegd, dan is het een
kleinigheid.
En moet er wat gezegd worden,
dan is er een goede en een kwade
tijd, en kan men den goeden tijd
afwachten.
Wat helpt het iemand i ts te ver
wijten, als hij boven theewater is,
of zijn pruilerigen dag heeft. Bitter
heid en sarcasme maken de zaak
niet beter maar verscherpen ze, en
ontlokken een ruzie, dat de ramen
ervan dreunen.
Heeft Fien aan Kobus iets te zeg
gen of andersom, dan hebben kinde
ren en dienstboden er niets mee te
maken. Ze moeten tegenover dezen
eikaars gezag hoog houden en niet
naar beneden trekken.
En dan oude koeien uit de sloot
halen
Dat is goed om het diploma in de
kwellerij te verwerven. Toespelingen
erop maken is even hatelijk.
Niet, zooals advertenties zeggen,
Erdal schoensmeer of Zebra kachel-
glans, maar geduld mag in geen
huisgezin ontbreken.
En hebt ge aan één mand niet
genoeg, dan koopt op uwe huwe
lijksreis er twee.
Verschrikkelijk
uiteinde van een
Revolutionair.
Collot d' Herbots, één der wreed
aardigste moordenaars van de eerste
Fransche Republiek, was rondreizend
tooneelspeler. toen de groote revo
lutie uitbrak. Hij kwam toen te Parijs
en onderscheidde zich weldra in de
volksvergaderingen zoowel door zijne
stentorstem als door zijne vermetel
heid. Hij werd benoemd tot lid van
het Parijsche gemeentebestuur, eenige
dagen later tot afgevaardigde van de
Conventie en eindelijk tot lid van
het Comité de Salut public.
Het volgende jaar naar Lyon ge
zonden, oefende bij daar de vreese-
lijkste wreedheden uitbeur'elings
deed hij tegen deze ongelukkige stad
dienst als beul, hetzij met het kanon,
hetzij met de guillotine. Op den 9den
thermidor beijverde hij zich om zijn
vriend Robespierre, dien bij in zijne
gruweldaden langen tijd geholpen
had, aan te klagen en door de
guillotine te dooden. De val van dit
monster was hem geenszins tot voor
deel eene maand daarna, werd hij
op zijn beurt aangeklaagd en naar
Cayenne gezonden.
Daar begon de Conventioneele
galeiboef op zijne manier eene ge
schiedenis van de revolutie samen te
stellen. Hij staakte dikwijls het ver
haal daarvan om zijn eigen lot te
beschouwen... „Ik word gestraft
riep hij uit „deze verlatenheid is
een hel Zijn wanhoop veroor
zaakte hem eene ontstekingskoorts.
De neger, die hem moest bewaken,
verwijderde zich op zekeren nacht
of sliep in. In zijne ijlhoofdigheid
springt Collot, door dorst gekweld,
en aan de andere zijde 't oude
huis Van Kesleren.
Wij zouden onze lezers een
ondiensl doen indien wij niet hier
bij voegden, dat eensdaags op de
nieuwe hoeve een man en vrouw
en kinderen aankwamen, die er
welkome gasten waren.
Uit het verre westen van Ame
rika waren ze gekomen.
Welbekende vrienden waren
het. Van Ilaaren waren ze thuis.
En toen ze aan tafel gezeten, haal
de op eens de vrouw een rozen
krans uit den zak.
Van Moeder-zaliger zeiden de
kinderen.
»Ja" was het antwoord, van uw
ïieve goede grootmoeder kinderen.
Meester Dorrens boog het hoofd
diep bewogen.
»En we hebben eiken avond
trouw er aan voor u gebeden, zei
de man uit Amerika, Gij zaagt
zoo bedroefd uil, en bij uw terug
komst hadt gij ons zoo goed
bedacht, en van toen af aan zijn
we er bovenop gekomen. En nu
zijn wij ook terug, en gelukkig,
want dat is eigen land, dat land
zonder God en Godsdienst
»Toen wij vernamen na onze
lerugteis, dat gij hier woondet,
dat heeft ons een Dokter gezegd,
die eens bij ons was, toen zeide
de vrouw, dan moeten wij hem
ook den rozenkrans terugbrengen
die heeft ons allen gelukgebrachl.
o
Eenigen tijd vroeger waren eeni-