Iü twee werelddeelen Tweede Blad van „PEEL 11 MAAS ff Gas contra Electriciteit. FEUILLETON De weg naar de slavernij In één schuitje Zaterdag 23 Juli 1932 Drie en vijftigste Jaargang No. 30 Ingezonden. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Mijnheer de Redacteur I Mag ik en nu hope ijk voor den laatsten keer weder een beroep op Uw gastvrijheid doen In het vorige „ingezonden stuk" heb ik toegezegd nadere beschouwingen te zullen geven over het verschil tusschen koken op gas en koken met electriciteit. Deze beschouwingen volgen nu hieronder Bij het koken op kookplaten is bewezen aan de hand van vele omvangrijke proeven, dat het aanbranden van de spijzen bij de electrische kookwijze alleen dan kan optreden, wanneer grove onachtzaamheid in bet spel is hiervan kan de volgende verklaring worden gegeven. Bij andere kookwijzen, waarbij zonder uitzondering van open vlammen als warmtt bron gebruik wordt gemaakt, bedraagt de temperatuur, waaronder de warmte aan de spijzen wordt toegevoerd, steeds omstreeks 1000 a 1500 gr. C Bij het electrisch koken wordt de warmte ontwikkeld in een electrischen gloeidcaad, die opgesloten is in een (gietijzeren) kook plaat, dus zuiver volgens een natuurkundig proces; dit in tegenstelling met het biervoren genoemde chemische proces. Door deze omstandigheid heeft men, wanneer men een zekere warmte hoeveelheid aan de spijzen wil toevoegen, de temperatuur, waaronder dit gebeurt, in de hand het is gebleken dat deze temperatuur, gemeten aan het oppervlak van de kookplaat, wanneer men de capaciteit der electrische warmtebron dusdanig kiest, dat het aan de kook brengen even snel geschiedt als bij de andere kookwijzen, omstreeks 150 gr. a 200 gr. C. bedraagt, aan den panbodem gemeten zelfs nog belangrijk minder. Hieruit kan onmiddellijk worden verklaard, waarom bij het electrisch koken het aanbranden der spijzen tot de groote zeldzaamheden behoortbij het doorkoken van de spijzen immers is een zeer veel kleinere warmtehoeveelheid noodig dan bij het aankoken. Derhalve behoeft de temperatuur, waaronder de warmte aan de spijzen wordt toegevoerd, bij het doorkoken, niet meer dan ongeveer 110 a 120 gr. C gemeten aan het oppervlak van de kookplaat, te bedragen. Daar de temperatuur, waarbij de gevoeligste spijzen begin nen aan te branden, omstreeks 130 gr. C. is (behoudens een zekere tijdsafhankelijkheid, die hier echter minder ter zake doet) volgt hieruit, dat bij het electrisch koken aanbranden der spijzen niet zal voorkomen, behalve dan, zooals reeds gezegd, bij grove onachtzaamheid. Een en ander zeer in tegenstelling met de andere kookwijzen, waar bij men steeds met een vïaktemperatuur van tenminste 1000 gr. C. te maken heeft, zelfs wanneer die vlam (dus ook de aan de pan toege voerde warmtehoeveelheid) klein is. Het electrisch koken vergt derhalve van de huisvrouw lang niet zooveel zorg en zooveel toezicht als de andere wijzen van spijsbereiding. Naast de zekerheid, dat de spijzen niet zullen aanbranden, ver krijgt de huisvrouw hierdoor een veel grootere mate van vrijheid, daar het toezicht bij het koken tot een minimum kan worden beperkt. Voorts zouden wij nog willen wijzen op de verdere voordeelen der electrische kookwijze boven andere, o a. op de buitengewoon groote zindelijkheid. Er ontstaan geen verbrandingsproducten, dus behoeven er ook geen verbrandingsproducten te worden afgevoerd; evenmin wordt zuurstof ten behoeve van de verbranding aan de omgeving onttrokken. Het onderstaande moge u hierover eenigszins inlichten: 1 M3 gas heeft, om te kunnen branden, ruim 5 M3 lucht noodig; bij electrische verwarming is geen lucht noodig. 1 M3 gas geeft bij algeheele verbranding met 50 pet. luchtover- schot, als verbrandingsproducten Al deze producten, die ten deele Waterdamp: ca. 1,2 M3 schadelijk voor de gezondheid zijn, zuiritof: ca 0,5 M3 komen in de keuken en veroorza- koolzuur: ca. 0,5 M3 ken het benauwde gevoel, dat men stikstof: ca. 6 M3 altijd na een verblijf van eenigen tijd in een gaskeuken krijgt. Bij electrische verwarming ontstaan geen schadelijke verbrandings producten; in een electrische keuken kunnen dan ook planten groeien en bloemen bloeien. Probeer dit maar eens in een gaskeuken of in een kamer, waar een gashaard wordt gebruikt Verder ontstaan bij de electrische kookwijze vrijwel geen „etens- dampen", omdat langs electrischen weg de warmtehoeveelheden zoo nauwkeurig kunnen worden aangepast aan de warmtebehoefte iets wat na eenige ervaring de huisvrouw al heel spoedig gelukt dat een overmatige warmtetoevoer niet behoeft plaats te vinden en dus ook niet door dampvorming behoeft te worden gecompenseerd. Een speciale kook- nis met een schoorsteen voor den afvoer der verbrandingsgassen en etensdampen is in de electrische keuken dan ook overbodig. Vervolgens vestigen wij er de aandacht op, dat bij het electrisch koken veel minder water bij de spijsbereiding wordt gebruikt dan bij andere kookwijzen dit vindt weer zijn oorzaak in het feit, dat de warmte bij zoo lage temperatuur wordt ontwikkeld. Hierdoor ontstaat een winst aan allerlei voedende bestanddeelen, die anders met het afkookwater van de spijzen worden weggeworpen. Bij het bakken en braden kan, om dezelfde reden, worden volstaan met niet onbelangrijk minder vet dan bij andere kookwijzen bij het electrisch koken verbrandt het vet hoegenaamd niet en verdampt het minder. Omtrent de spijsbereiding in den electrischen oven het volgende Volgens de jongste ervaringen op dit gebied is het mogelijK om zonder eenige uitzondering alle spijzen, die in den oven worden bereid, hierin klaar te maken uitgaande van de koude spijzen geplaatst in den kouden oven. De electrische- en warmte-technische eigenschappen van den oven zijn bij de meeste goede fabrikaten thans dusdanig, dat voor alle prijzen na het inschakelen der verwarming de juiste temperatuur stijging in functie van den tijd kan worden verkregen. Dit beteekent een belangrijke vereenvoudiging tegenover andere oventypen, waarbij steeds een voorverwarming en een nauwlettende controle van den oven noodzakelijk is. 52 SLOT. »Kom! treed binnen, Mijnheer gij schijnt niet heel wel, kom! zeker, onder mijn dak, in mijn huis kunt gij u uitrusten. Toen opende zich opeens de deur en de huisvrouw verscheen op den drempel. Met verwondering gingen hare blikken van haar man op den vreemdeling, die bevend aan alle ledematen een steun zocht om niet om te vallen. Mijnheer 1 stamelde hij heesch de woorden willen niet uit den keel, mag ik dan de koetsier mijn koffer zoolang laten afladen? En meteen wenkte hij dezen, die op zijn bevel den zwaren koffer in het voorhuis of keuken plaats te. Hij zelve greep een kleiner uit het rijtuig, met een grooten mantel, en ging de huiskamer binnen, nadat hij de koetsier weg gestuurd en betaald had. Hij kon bijna niet gaan. Wankelend trad hij in de woon kamer, viel neer op een stoel en barstte in tranen los. Hij was zich zeiven niet meer meester. Den pachter ging het als een snee door het hart. Hij ook beefde en wist niet wat hij gevoelde. Zou het mogelijk zijn. En toch iets onweerstaanbaars ging hem door de ziel De vrouw stond er bij, diep ge roerd. Ook zij wist niet er gebeurde en een onbeschrijfelijk gevoel overmeesterde haar. Dan zag zij op den vreemdeling dan op haar man. Toen greep de pachter de band van den vreemdeling en riep sidderend: »Wie zijt gij dan. »Uw arme vader ben ik," schreide Meester-Dorrens uw arme vader; nokte hij die komt u om een plaatsje vragen aan uw haard, en aan uw hart, om bij u te sterven. Met een schreeuw die uit het hart kwam en niet weer te geven was, viel de pachter op de knieën sloeg zijn armen om den hals van zijn vader en snikte en kon het niet uitbrengen; Vader, Vader! lieve Vader! eindelijk! w it hebben wij lang gebeden! God dank, zoo heeft Hij u eindelijk weer terug gebracht! Kunt ge mij vergeven? gij, uw broeder en zuster, kunt gij 't mij vergeven, lieve kinderen. Ach ik heb zoo naar u verlangd ver langd, verlangd, Ach kinde ren" en hij boog het hoofd op het hoofd van zijn zoon, die schreide op zijn knie, aan zijn hart, Daar in den electrischen oven geen verbrandingsgassen worden ont wikkeld, is het mogelijk om den oven geheel gesloten uit te voeren tegenwoordig worden de electrische ovens dan ook meestal gelascht en inwendig geëmailleerd, terwijl de verwarmingselementen veelal buiten de eigenlijke ovenruimte worden aangebracht het geheel kan derhalve uitermate gemakkelijk worden schoongemaakt. Bij de spijsbereiding blijven de warmteverliezen beperkt tot die, welke zijn te wijten aan de atkoeling der buitenzijden, die overigens zooveel mogelijk worden tegen gegaan door een doeltreffende wacmte-isolatie. Door de volkomen vrij heid, die men bij de ovenconstructie heeft in het aanbrengen der ver warmingselementen, kan in de geheele ovenruimte een buitengewoon gelijkmatige verwarming worden bereikt, iets wat zeer ten goede komt aan de kwaliteit van de in den oven bereide spijzen. Doordat men de ovenventilatie volkomen kan beheerschen, is het bovendien bij het braden van vleesch, wild enz. .niet noodig om dit te bedruipen. Resumeerende krijgen wij dus o.m. de volgende voordeelen bij electrisch koken ten opzichte van koken op gas 1. geen explosie- of vergiftigingsgevaar Dit gevaar is werke lijk niet denkbeeldig. Hoe dikwijls leest men niet van gasontploffing of gasverstikking De overkokende melk of het overkokende water kan de vlam dooven kinderen spelen met de gaskraan en laten haar openstaan de gasslang kan losschieten. Zoo is ec een heele rij van mogelijkheden, die feiten zijn gebleken, te noemen 2. practisch geen warmte-uitstraling, hetgeen, vooral in den zomer, van buitengewoon groot belang is 3. geen verontreiniging en vergiftiging der lucht door ver brandingsproducten, die de in de. keuken werkzame personen weer moeten inademen elcctricüeit komt dus de gezondheid ten goede 4. geen schoorsteen noodig 5. geen aanslag, dus groote besparing aan het onderhoud van de keuken 6. geen vet- en boterverlies door de veel gelijkmatigere ver warming en de lagere temperatuur geen slinken van het vleesch 7. geen vuil worden der pannen, van binnen, noch van buiten 8. veel minder kans op aanbranden. Dat electrisch koken zeer goedkoop is goedkooper dan gas in Venray b.v. heb ik in de vorige artikelen reeds uiteengezet. Dat electrisch koken ook vlug gaat, zal den aandachtigen lezer wel gebleken zijn uit de gepubliceerde staatjes. En nu uog iets tot slot. Men kan lang en breed over gas en elec triciteit spreken en schrijven, de gas- en electriciteitsmenschen zullen het toch wel niet spoedig met elkaar eens worden. Het publiek weet ten slotte door al dat geschrijf niet, waar het zich aan moet houden en aarzelt. Voor deze aarzeling is echter geen grond de S.V.M. wil aan eiken serieuzen candidaat-kooper een e ectrisch fornuis, zonder dat hem dit tot iets verplicht, 14 dagen op p oef geven. Hij kan dan zelf nagaan, of datgene, dat ik in mijn drie ingezonden stukken over electrisch koken beb verteld, op waarheid berust. De S.V.M. en ook de installateurs geven hierover gaarne inlichtingen. Kan het eerlijker U, Mijnheer de Redacteur, nogmaals dankend voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend L. HARPMAN, Leider der Afd. Verbruiksontwikkeling der Stroomverkoopmaatschappij. Hilaire Belloc, de bekende Engel sche socioloog en apologeet heeft in een van zijn essays uiteengezet, hoe de moderne mensch rechtstreeks naar de slavernij gaat. Slavernij, zoo zegt hij, is de dwang waaronder een mensch of een stand van menschen tot arbeiden ten voordeele van andere gedoemd is. Het is een arbeidsgebod door den gebiedenden staatsarm gehandhaafd. En dit is het juist wat zich thans onder onze oogen ontwikkelt uit het haif-heiden- scbe stelsel van ons huidig iodustrieel kapitalisme. De wijze waarop deze slavernij tot stand zal komen, 2iet Belloc aldus, dat zij te wijten zal zijn aan hen die verslaafd worden, daar zij bestaanszekerheid zonder risico zullen verkiezen boven vrij heid, die het risico van gebrek met zich meebrengt. Reeds thans zien we het afbrokkelen van deze vrijheid door de zekerheid en het ondechoud dat de daglooner van den kapitalis- tischea staat ontvangt. Als we deze beschrijving van den huidigen toestand door Belloc ver gelijken met wat de plannen ia Duitschland zijn, van de rijksregee- ring tot het invoeren van een vrij- willigen arbeidsdienst, en van de Nazis tot het invoeren van een ge dwongen arbeidsdienst, dan kunnen we moeilijk anders doen dan con- verlangd, en geen geluk had ik verre van u, geen geluk. •Vergeven? vergeven? O, wal zijn wij blij, en wat zullen we lie drie blij zijn, wij en de kinderen, Vader is terug, vader, vader, vader, en hij bedekte het gelaat met de handen van zijn vader met heele tranen en kussen Ach, waren de anderen nu ook hier, wat zouden ze gelukkig zijn. Beiden weenden gelukkige tra nen. O, vader, wij ook hebben zoo naar u verlangd, gebeden heb ben wij steeds voor u, wij en onze kinderen, onze oudsten heetten allen Ilarry, zooals gij, Vader, en hij drukte den ouden man aan het hart, en snikte en lachte van ge luk. En de huisvrouw lachte en weende tegelijk, en stond achter vader, en lei, haar beide handen op zijn schouder, en haar hoofd op zijn grijze haren. Toen ging de deur open van de naaste kamer, en een krachtige blonde krullenbol in een nacht japon en op bloote voetjes, trippel de de kamer in. Hij had van alles gehoord. Toen hij zijn vader op de knieën zag, en arm in arm met den ouden man zag hij verwonderd op tot zijn moeder, en vroeg verbaasd maar half luid; Moeder is het grootvader? Spreken kon zij niet. Zij wenkte, ja. cludeeren, dat Duitschland een gtoo- ten stap heeft gezet of binnenkort zetten zal op den weg naar de sla vernij, en dat het verschil tusscheD Rusland en Duitschland in wezen niet meer heel erg groot zal zijn. Volgens de plannen van de rijks- regeering, die vandaag of morgen door een noodverordening zullen worden bekend gemaskt en een be gin van uitvoering zullen krijgen, zullen allen, die willen, werkloozen of niet-werkloozen bij den arbeiders- dienst te werk worden gesteld, en daar werk verrichten, dat van alge meen nut is. Zij zullen daartoe in kampen worden ondergebracht, van staatswege kleeding, voedsel en huis vesting ontvangen en daarboven nog een klein soldij Dit ziet er werke lijk zeer schoon uit, en men zal ge neigd zijn te zeggen, dst het voor de werkloozen een uitkomst is, dat zij tenminste hun tijd niet meer in ledigheid moeten doorbrengen, en dat zij behoorlijk te eten krijgen en nog enkele andere voordeelen genieten Hiertegenover staan echter bezwaren, die zoo maar niet weggeredeneerd kunnen worden, en die niet opwegen tegen de voordeelen. Een van de voornaamste is wel, dat het familie leven totaal wordt ontwricht, door dat de mannen in kazernes leven en dat daarmee datgene wat men alge meen als de basis van een goede maatschappij beschouwt, zoozeer verzwakt wordt, dat 't het geheele gebouw aan stevigheid en soliditeit gaat ontbreken. Ook gaat het toch niet a30, dat mer schen, die door En toen liep de kleine tot vader en grootvader, kroop op grootvo ders knie, sloeg zijn armpjes om beiden, vleide zijn kc.pje aan grcol vaders hals, en riep luid; »Nu is het goed, grootvader nu gij er zijl, wij hebben alle dagen ge beden dat gij gelukkig zoudt le- rugkeeren. Het was een onbeschrijfelijk zoet toon eel. Vele gelukkige harten. Nooit was Meester Dorrens zoo gelukkig geweest en dat toch met een bloedend hart. Laat bleven ze samen bijeen n geluk en vreugde. Dat waren gelukkige dagen' Den volgenden morgen kwam onze Dokter en zijn vrouw ook aan, en Anneken met haar man. De kinderen waren er allen bij. Het waren gelukkige en toch in zekeren zin smartelijke uren. Alles werd toen verhaald, en dikwijls zal Meester Dorrens, het hoofd tusschen de handen en weende bitter. Wel zochten zijn gelukkige kinderen zooveel mogelijk alles te verbergen en te verbloemen. Maar hij voelde zoo diep zijn schuld. En allen kusten, tot de mannen toe, want kinderen blijven wij toch altijd jegens onzen vader, zijn tranen weg, toch duurde het lang eer hij zijn kinderen in de oogen durfde zien. schuld van anderen werkloos zijn geworden, geen anderen weg meer overblijft om ia hun onderhoud te voorzien, dan dat zij bun vrijheid en verantwoordelijkheid wegschenken. Hoe ver staan dez-1 plannen van die van Dr. Brüning, die aan de werk loozen gelegenheid wilde geven om zich een bestaan te scheppen door middel van den landbouw, waardoor hun eigen initiatief ontwikkeld zou worden en waardoor hun verant woordelijkheid zou versterkt worden. Maar hiertoe zou het noodig zijn geweest, dat de grond ontnomen werd aan hen, die hem niet bewerk ten ten gunste van hen, die hem wel zouden bewerken en deze voorstellen hebben Brüning zijn kanseliersschap gekost, omdat zij in de oogen der jonkers bolsjewistisch waren. Nog gevaarlijker zijn de plannan van de rijksregeering, omdat zij een voorbereiding zijn van de plannen der Nazis, die niets anders willen, dan een gedwongen arbeidsdienst van allen, en dit niet alleen tot het uitvoeren van werk die nuttig zijn voor de gemeenschap, maar ook in dienst van particuliere ondernemin gen. Men moet zich dit zoo inden ken, dat de staat niet voldoende arbeid heeft voor allen, die onder den arbeidsdienstplicht vallen en daarom deze aibeiders zal verhuren aan de ondernemingen, Deze arbeider wordt zeer slecht betaald bijv. een halve Mark per dag, verder heeft hij geen recht op sociale voorzorg hij wordt door den staat gevoed, gekleed en gehuisvest, en heeft geen rechten. Wat het verschil zal zijn tusschen koelies en deze arbeids- plichtigen is niet duidelijk. Alleen zal de arbeidsplicht slechts een be paalden tijd duren. Men zou dus kunnen spreken van tijdelijke slavernij In de bovenbedoelde esay van BeUoc zegt hij, dat men waarschijnlijk nooit meer zal spreken over slavernij, omdat dit woord een onaangenamen klank heeft, men zal denkt hij spreken over „bestendigen arbeid' Nu zal er maar een stap voor noodig zijn, om von deze tijdelijke slavernij te komen tot den „besten digen arbeid" van Belloc, en dan staat men midden in een toestand die gelijk is aan de slavernij in het heidensche Rome, of, om een meer modern voorbeeld te kiezen, die ge lijk is aan de slavernij in Rusland, met dit verschil dat in Rusland de baten in de gemeenschapskas vloeien en in Duitschland in de zakken van enkele particulieren. Het behoeft verder geen betoog, dat dan de coucurrentie van Dui sch- land op de wereldmarkt der indus trie-producten meer dan moordend zal zijn, omdat de productie-kosten tot een minimum zullen worden teruggebracht. Daarom is het voor andere staten zaak. de mogelijkheden in Duitschland te blijven volgen en bijtijds tegenmaatregelen te treffen. Als de paartjes van den preekstoel vallen, dan wordt menig nestje ge bouwd en stapt „hij" met zijn slanke engel en „zij" met haar zwarten of bruinen schat gearmd de nieuwe toekomst in. Al is zij niet slank maar kogel rond en bij mser engelsch blond en minder recht, te zamen moeten ze voortaan in één schuitje varen. En hier is veel kunst voor noodig. Want is voor den trouwdag en ook nog in de wittebroodsweken alles koek en ei, en zij een lieveling zonder gebreken en hij een beste partij, spoedig bemerken ze, dat ze allebei geen aartsengel hebben, maar een mensch met gebreken. En daarom Hij had den moed niet, van het groot vermogen te spreken, dat hij meebracht. Hij voelde het, dal zou het weerzien ontheiligen. Maar toen den volgenden dag de dokter weg moest, toen riep hij zijn kinderen alle drie in de kamer. Spreken kon hij bijna niet. Niels viel hem lastiger, dan uit te brengen, wal hij hen zeggen wou. »Neen, Vader, neen, neen, dat is het niet, genoeg is het dat gij hier zijl, gij zijt ons alles. Toch deed hel hem goed in het hart, dat hij zoo de to komst van allen verzekeren kon. Naar Maastricht wilde hij niet. Op de hoeve blijven dat was het. Maar een andere hoeve werd gekocht, grooler en schooner dan O. hoeve. Daar trok hij heen met zoon en schoondochter en kinderen. Daar wonen zijn afstammelingen nog op den huidigen dag. Wanneer hij dan in het rijtuig naar Maastricht kwam, de Kleine Gracht en de Gubbelslraat daar kwam hij nooit. Dan ging het altijd naar de Brusselschestraal waar de Dokte/ toen woonde. De drie MoriaeDtjes zijn afge broken na de cholera. De straal was te eng en te ongezond, nu is daar aan eenen kant het groote eigendom der familie Dufrasne moeten ze op hun huwelijksreis ieder een groote mand geduld koopen. Want ze moeten elkaar verdragen' nu ze eenmaal in één schuitje zitten. Maar geduld is een bitter kruid, zegt het spreekwoord, het kost moeite, vooral, omdat het meest om kleinigheden gaat. Ja, die kleinigheden 1 Daarmee begint meest een stevige kloppartij en ook iedere huisoorlog. 't Is maar een klein vonkje, dat een groot bosch in brand steekt. Men moet kleinigheden over het hoofd zien en ongemerkt voorbij laten gaan, vooral als ze slechts een enkelen keer gebeuren. Heeft Fien vergeten een knoop aan haar mans jas te zetten, en Kobus bij het binnenkomen niet de voeten geveegd, dan is het een kleinigheid. En moet er wat gezegd worden, dan is er een goede en een kwade tijd, en kan men den goeden tijd afwachten. Wat helpt het iemand i ts te ver wijten, als hij boven theewater is, of zijn pruilerigen dag heeft. Bitter heid en sarcasme maken de zaak niet beter maar verscherpen ze, en ontlokken een ruzie, dat de ramen ervan dreunen. Heeft Fien aan Kobus iets te zeg gen of andersom, dan hebben kinde ren en dienstboden er niets mee te maken. Ze moeten tegenover dezen eikaars gezag hoog houden en niet naar beneden trekken. En dan oude koeien uit de sloot halen Dat is goed om het diploma in de kwellerij te verwerven. Toespelingen erop maken is even hatelijk. Niet, zooals advertenties zeggen, Erdal schoensmeer of Zebra kachel- glans, maar geduld mag in geen huisgezin ontbreken. En hebt ge aan één mand niet genoeg, dan koopt op uwe huwe lijksreis er twee. Verschrikkelijk uiteinde van een Revolutionair. Collot d' Herbots, één der wreed aardigste moordenaars van de eerste Fransche Republiek, was rondreizend tooneelspeler. toen de groote revo lutie uitbrak. Hij kwam toen te Parijs en onderscheidde zich weldra in de volksvergaderingen zoowel door zijne stentorstem als door zijne vermetel heid. Hij werd benoemd tot lid van het Parijsche gemeentebestuur, eenige dagen later tot afgevaardigde van de Conventie en eindelijk tot lid van het Comité de Salut public. Het volgende jaar naar Lyon ge zonden, oefende bij daar de vreese- lijkste wreedheden uitbeur'elings deed hij tegen deze ongelukkige stad dienst als beul, hetzij met het kanon, hetzij met de guillotine. Op den 9den thermidor beijverde hij zich om zijn vriend Robespierre, dien bij in zijne gruweldaden langen tijd geholpen had, aan te klagen en door de guillotine te dooden. De val van dit monster was hem geenszins tot voor deel eene maand daarna, werd hij op zijn beurt aangeklaagd en naar Cayenne gezonden. Daar begon de Conventioneele galeiboef op zijne manier eene ge schiedenis van de revolutie samen te stellen. Hij staakte dikwijls het ver haal daarvan om zijn eigen lot te beschouwen... „Ik word gestraft riep hij uit „deze verlatenheid is een hel Zijn wanhoop veroor zaakte hem eene ontstekingskoorts. De neger, die hem moest bewaken, verwijderde zich op zekeren nacht of sliep in. In zijne ijlhoofdigheid springt Collot, door dorst gekweld, en aan de andere zijde 't oude huis Van Kesleren. Wij zouden onze lezers een ondiensl doen indien wij niet hier bij voegden, dat eensdaags op de nieuwe hoeve een man en vrouw en kinderen aankwamen, die er welkome gasten waren. Uit het verre westen van Ame rika waren ze gekomen. Welbekende vrienden waren het. Van Ilaaren waren ze thuis. En toen ze aan tafel gezeten, haal de op eens de vrouw een rozen krans uit den zak. Van Moeder-zaliger zeiden de kinderen. »Ja" was het antwoord, van uw ïieve goede grootmoeder kinderen. Meester Dorrens boog het hoofd diep bewogen. »En we hebben eiken avond trouw er aan voor u gebeden, zei de man uit Amerika, Gij zaagt zoo bedroefd uil, en bij uw terug komst hadt gij ons zoo goed bedacht, en van toen af aan zijn we er bovenop gekomen. En nu zijn wij ook terug, en gelukkig, want dat is eigen land, dat land zonder God en Godsdienst »Toen wij vernamen na onze lerugteis, dat gij hier woondet, dat heeft ons een Dokter gezegd, die eens bij ons was, toen zeide de vrouw, dan moeten wij hem ook den rozenkrans terugbrengen die heeft ons allen gelukgebrachl. o Eenigen tijd vroeger waren eeni-

Peel en Maas | 1932 | | pagina 5