Tweede Blad, van JUKT miJLJL In twee werelddeelen Zijne Majesteit de Dollar. FEUILLETON Wie krijgt den steun? De Kippenhouderlj op het Platteland. \/an zon, lucht en leven Dure dienstreizen. bij Wielrijdeir u Zaterdag 9 Juli 1932 Drie en vijftigste Jaargang No. 28 In de pers doen eigenaardige ge ruchten de ronde over de arrestatie te Brussel van een pessoon, die zich John. C. Brown noemt. Naar beweerd wordt, was het doel van zijn komst om eens achter de coulissen te kijken bij den Raad van Beheer van de Union Miaière du Haut Katanga. De Belgische politie werd op hem opmerkzaam gemaakt, waarna de heer Brown gearresteerd en zijn bagage en papieren in beslag genomen werden. Daarbij moeten zeer interessante ontdekkingen zijn gedaan. Brown bleek de leider van den geheimen informatiedienst van de Morgan te zijn. Niet minder dan vier passen, die op verschillende namen luidden, doch behoorlijk in orde waren, werden gevonden, waar onder ook twee diplomatieke passen. Terstond werden van diplomatieke zijde stappen gedaan, waarop de zaak in den doofpot werd gestopt, doch sedert staat de heer Brown voortdurend onder toezicht, totdat hij het land zal hebben verlaten. Het inbeslaggenomen materiaal moet belangwekkende bijzonderheden bevatten omtrent hel ongeluk, dat den Belgischen bankier Loewenstein is overkomen, eveneens over het geen aan de ineenstorting van het Kreugerconcern is voorafgegaan. In opdracht van bet bankiershuis Morgan heeft hij onder verschillende namen deelgenomen aan alle inter nationale politieke conferenties van de laatste jaren, niet als gedelegeerde, maar als... gast. Bij het ongeluk, dat den Belgischen bankier Loewenstein overkwam, moet Brown op den achtergrond hebben gestaan. Loewenstein had het ge waagd, de plannen van het huis Morgan in de war te sturen. Als straf daarvoor werden baissemanoeu vres op touw gezet tegen de door Loe jvenstein gecontroleerde kunst- zijde- en electriciteitsondernemingen. De tegenmijnen, waardoor Loewen- stein's crediet geschokt werd, werden door Brown te Parijs, Brussel, Am sterdam en Londen gelegd. Ook de ontmaskering van Ivar Krueger moet het werk van Brown zijn geweest. De laatste maanden volgde hij Kreuger als zijn schaduw, zonder dat deze er het minste idéé van had, hoe dicht men hem op de hielen zat. Hij volgde hem ook bij zijn terug keer van Amerika gedurende zijn laatste reis, tot in Parijs. Een paar uur voor zijn dood ontving Krueger Brown als officieelen vertegenwoor diger van Morgan. Ivar Krueger moet toen zijn laatste kaart hebben uitgespeeld en Brown 5 millioen kronen hebben geboden, als hij in zijn dienst wilde treden. Brown moet daarop slechts geantwoord hebben „Wil je mij misschien ook vervalschte obligaties aansmeren Met Krueger wus het gedaan Hij wist, dat hem nog slechts arrestatie of zelfmoord wachtte. Men make de Belgische justitie er geen verwijt van, dat ze dezen heer Brown, die op valsche passen reisde en vermoedelijk heel anders heet. weer vrij liet, want gedekt als deze was door zijn diplomatieke papieren, kon ze naar internationaal gebruik, dat niet straffeloos te verbreken is, niet anders handelen. Toch heeft ze den Amerikaan nog juist lang genoeg vast gehad om een tipje op te lichten van den sluier, welke het gewroet van 's werelds grootste financiers aan 50 Met al zijn geld, voelde hij zich zoo onzeggebjk arm, en schuldig. Hij voelde die schuld zoo diep, ook dat zij niet af te wasschen was. Met God had hij zich reeds verzoend voor zijn vertrek uit de groote stad. God had hem verge ven, zoo had de priester gesproken, weliswaar had die priester ook ge zegd, dat zijn kinderen hem met open armen zouden ontvangen en vergiffenis schenken, maar, en dan ging hem een rilling door het lijf, als ze hem eens de deur wezen, ga, ga, wij hebben geen vader meer, gij onze vader, mooie vader, die zijn kinderen in den steek laat, hun erf verkoopt, en ze hulpeloos in de grootste armoede aan arme-bloedverwanten op den hals schuift en dan sloeg hij met de vuist voor het hoofd, en vond alleen rust in het gebed in zijn kooi op de knieen, alleen on gezien, het hoofd op den vloer en kermend Kinderen, kinderenl vergiffenis! vergiffenis! uw arme vader is zoo ongelukkig en heeft overal rust gezocht en nergens rust gevonden nergens ner gens, nergens. «Dan weer zag hij de toekomst de publieke aanschouwing en beoor deeling onttrekt. Dat deze Brown een Ivar Krueger ontmaskerde, was heusch niet uit behoefte om te zedemeesteren, maar om andere financieele belangen dan die van den Zweedschen magnaat en zwendelaar te beschermen. De wereld heeft koningen en presi denten, ministers en volksvertegen woordigers, die slechts meenen te regeeren. De wereld heett slechts één werkelijke bestuurder, machtheb ber en tyrah het geld Z. M de Dollar regeert, hard, bruut en onbe perkt. Waar het meeste geld zit, is de grootste macht geconcentreerd. Wanneer een kleinere geld'.coning, als LoewensteiD, het waagt om de plannen van den opperkoning in de war te sturen, dan worden „mijnen gelegd om de credietstelling van den belager te doen springen. Die mijnen werken zeker en secuur, want „op kosten behoeft niet te worden gelet. Als regeeringen niet dansen naar de pijpen van groote Amerikaansche bankiers, dan krijgen ze geen leening, bij hen Diet, maar óók niet van de kleinere finaGcieele satallieten. Geen internationale conferentie zal, noch kan gelukken, zoolang d; poli tieke eischen van de machtige bank concerns niet worden ingewilligd. Op die conferenties zit een stille.... gast, die, als hij spreekt namens „zijn koning, de majesteit, aan welker onzichtbare voeten de wereld zucht, met één woord vrede en ontwape ning kan brengen, misschien zelfs een economische opleving. Het kapitalisme heeft tot uitwassen geleid, die menschonteerend zijn. De mensch- heid ligt geboeid in de ketenen van den on wezenlijken, maar oppermach- tigen en onbarmhartigea geldkoning Slechts als de zich noemende regeerders lot eendrachtige samen werking zoudea kunnen besluiten om boven den druk der fioencieele dictators uit te komeu, zouden zede wereld kunnen verlossen en het kapitalisme als stelsel voor een recht- vaerdige en ideële toepassing kunnen redden. Ongewilde gevolgen. Een interessante gedachten wisseling stond dezer dagen in de "Neder lander." Een inzender uit het Groningsche... schreef o.m. Hier in 't Noorden der provin cie Groningen leven veel rijke boereu met uitgestrekte landerijen, groote gebouwen die veel in de rijke oorlogsjaren zijn verrezen. Bij heel veel ontbreekt de garage voor de luxe auto niet. En wat zien we nu De H. H. Land bouwers aangeslagen in de ver mogensbelasting, vrij van inkom stenbelasting (met behulp van een Accountant) ontvangen zoo'n f 10 000 f 15.000 steun, nl. per H.A. suikerbieten pl.m. f 265 en per HA. tarwe pl.m. f 180. Dat alles ging nog als het maar besteed werd, waarvoor de regeering het bedoelde, n.l. voor werkverruiming. Maar at zien we De boeren geven veel minder voor loon uit, dan in normale tijden. De arbeiders krijgen gedaan. En ze weten zeer goed, dat de boer zooveel steun ontvangt. Dat zet kwaad bloed. De ontevredenheid wordt gekweekt ook door onze christelijke boeren. Zou ook die steunregeling niet beter kunnen worden geregeld Kan 't aanslagbiljet in de Ver met vertrouwen te gemoet, dan flikkerde zijn blik weer op en voel de hij zich een heel andere. Dan vertrouwde hij op een goede ont vangst. Zoo dobberend lusschen vrees en hoop verging de tijd. Aan boord was hij voor iedereen vriendelijk en gedienstig, maar hij bleef voor zich alleen en sprak weinig, bijna niet. Met den kapitein alleen, een oude, trouwe oprechte zeebonk kon hij wel een praatje houden, maar zijn hart uilschudden, durfde hij niet aan niemand. En zoo kwam het, dal hij mot den kapitein bij een heerlijken avond een sigaar rookend op de komandobrug stond, en deze hem op eens aansprak, Gij gelooft niet, mijnheer, hoezeer ik naar huis verlang, dit is mijn laatste reis. Nu kunnen wij stil leven. Een man, een vader, hoort toch alleen bij vrouwen en kinderen, dal merkt men eerst recht, als men van hen af is, ik weet niet wat mij scheelt, maar elk uur is mij te lang, en toch heb ik altijd alles voor mijn kinderen gedaan, gewerkt, gezorgd, geen cer«t onnoodig uitgegeven, ja ik had mijn plichten ''erzuimd kwam ik terug bij de mijnen met een hart zwaar van schuld, o! wee, ik zou niet durven, Mijnheer. Hij had altijd gesproken, den hemel, de sterren en de zee be trachtend, en toen hij nu omkeek naar den aangesprokene, was deze snel verdwenen. mogensbelasting niet bierbij van dienst zijn Boeren die in de oorlogsjaren een boerderij gingen overhouden, wier vermogen is verdrie- vierdubbeld, moeten die „gesteund" worden Moeten die vrij van het betalen van school geld En de arbeider moet be talen én Inkomstenbelasting én schoolgeld. Er zijn velen die niet gesteund worden en nu de reserves moeten aanspreken, waarom de boeren niet? Wie draagt eigenlijk het risico van een bedrijf De ondernemer toch De steun (finan cieele) komt niet in de zakken van den kleinen en niet-bezitter, zooals de bedoeling der regeering was, maar het groot kapitaal en groot grondbezitter strijkt het kapitaal op. Let eens op verkooping en verhuring. Hoe meer steuu hoe hooger bod. De redactie bleek van meening. dat hier een geheel onzuivere voorstelling van zaken weid gegeven Men kan onmogelijk zeggen, dat „rijke boeren worden gesteund' en arme arbeiders niet. Dit ware inderdaad onverdedigbaar. Doch het ware tevens zoo onzinnig, dat geen Regeering het zcu voorstellen en geen Kamer het zou aanvaar den. Dat begrijpt toch ook in de omgeving van den schrijver ieder wel? Er gebeurt natuurlijk totaal iets anders. Het landbouwbedrijf als een der uiterst belangrijke takken van ons volksbestaau moet op de been ge houden worden. Gebeurt dit niet, dan verarmen niet enkel de boeren doch ook de arbeiders en dan wordt geheel ons economisch leven ontwrichtdenk één voorbeeld aan onze boerenleenbanken. Zulk een op de been houden van een ganschen bedrijfstak kan men niet noemen steun (eigenlijk: bedeeling) aan rijke boeren dit is zonneklaar. Er komt bij, dat de gegeven sommen geenszins daartoe hebben gestrekt om de boeren met winst te doen werkenalleen om het verlies kleiner ie maken. Dit is de hoofdzaak. Misschien komen er inzake bij zaken ODjuiste dingen voor; bijv. inzake het schoolgeld. Doch over de bijzonderheden kaa men pas spreken als de blik op de hoofdzaak juist is. Men kan intusschen opmerken, dat er een stuk waarheid zit in de voor stelling van zaken, als zouden groot kapitaal en grondbezitter de steun gelden voor een deel opstrijken. Zulks is natuurlijk niet bedoeld door den wetgever, doch dat zit 'm nu eenmaal in de verkeerde eigen domsverhoudingea ten plattelande en het ongestoorde grondprijs - en rente- mechanisme. liet is juist, dat het nu gaat om de redding van het naakte bestaan en dat dus ondanks alle bezwaren de steun wel gegeven moest worden. Doch we mogen nimmer uit het oog verliezen, dat verderreikende hervormingen noodig zullen zijn, ah de crisispolitiek niet geheel vastloopen wil. MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten 75 ct Laxeer-Tabletten 60 ct Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Bij Apoth, en Drogisten Maar in zijn kooi daar lag do arme vader op de knieen en kermde in stil geween zijn har- teleed uit. «Vergiffenis! vergiffenis!" nokte die arme vader, »ik ben niet waar dig uw vader genoemd te worden. »Dat is Theems, Mijnheer, en weldra zult gij veel mist zien, dan is het Londen, zij hebben allerlei namen voor de stad, maar ik noem ze de koningen in den mist, en ik wou dat ze ik houd niet van Engeland, ook niet van Engelsch, Mijnheer, »Moet ge weten, dat volk is 'n leelijk, zelfzuchtig onbarmhartig volk, een smerig volk Mijnheer want ik ben een rechtvaardig Hollander, Mijnheer, zoo waar als ik in Katwijk aan zee geboren ben, en nu legen dat volk heb ik het Mijnheer, dat kan ik u niet genoeg zeggen. Geloof me Mijnheer, het is een beestenboel, het is wel wat kras, maar het is de zuiverste waarheid, ik zou die kerels kunnen doodtrappen met hel grootste pleizier der we reld, de beste deugt nog niet. Zoo sprak de kapitein. In Londen werd ik uitgeladen voor een gedeeite, ook weer ingeladen voor Antwerpen, want hier hoorde de «Ster der llocp." Hij heette eigenlijk «L'étoile de l'espérace", maar dat is toch net eender. Meester Dorrens wisselde zijn wissels op een Ant- werpsch huis bij een Londensche bankier en zette met de »Ster der Hoop" koers naar de schoone Vragen te zeuden met post zegel aan Bureau Plaatselijke Pers, Laanstraat Soestdijk. Jonge hennen zijn goedkoop.- Merkwaardig, zooveel jonge kui kentjes als we thans nog zien loopen, onbehoorlijk veel zelfs. Voor lief hebbers in de stad kan dat nog wel worden verklaard zij verlangen niet in de allereerste plaats voordeel van hun kippen, ze zoeken dat althans meestal nietzoo'n klein koppeltje kuikens „doet het" in den zomerdag over het algemeen beter in de stads- tu ntjes dan in het vroege voorjaar, als de zou in die ingesloten ruimten nog maar kortstondige bezoeken aflegt. Maar men ziet thans buiten nog zooveel vai het donzige goedje loopen en daar houdt men de hoen ders toch om het voordeel. Veelal weet men dus blijkbaar nog steeds niet, dat van zomerkuikeus nooit voordeel te behalen is, nog minder van Augus'us-kuikens, welke in goed bceren-vertrouweo nog al eens als bijzonder „sterk" worden aangemerkt. De zaak zit zóó jonge hennen beginnen in het Dajaar, omstreeks September/October, als ze dan ten minste legrijp zijn, eieren te produ- ceeren en gaan in dat geval bij goede behandeling, vooral goede huisves ting, met den leg dóór, ook al treedt de echte winterkoude in. Hennen echter, welke omstreeks den genoem den lijd nog niet legrijp zijn, zullen door intredende winterkoude het begin barer productie als regel ver schuiven tot het vroege voorjaar, ook al zouden ze intusschen den leeftijd voor legrijpheid hebben be reikt De eerste leg. welke het voor- deeligste is voor den kippenhouder, zal dus. waar alle dieren omstreeks Augustus van het volgende jaar gaan ruien en den leg staken, voor op tijd geboren jonge hennen over circa 10 a 11 maanden loopen, voor te laat geboren echter over circa 3 a 4 maanden minder. De productie van de eersten zal derhalve als regel veel grooter zijn bovendien zal een deel der productie worden „afgeleverd" in de wintermaanden, als de eierprijs het hoogst is. Lichte ras?en zijn op 5 a 6 maanden leeftijd legrijp en hennen daarvan moeten dus op het allerlaatst half-M i zijn geboren hennen van middenzware rassen 1 a 2 maanden vroeger. Tot deze laatste rekenen we b.v. de Barnevelders, Reds en Wyandottes, tot de eerste de Leghorns. Kuikens fokken of koopen heeft voor het oogenblik volstrekt geen zin meerze kunnen ons slechts stroppen bezorgen. Wel is het zeer aan te bevelen om thans jonge hennen te koopen hoe oud deze moeten wezen, kan men uit bovens'aande gegevens nu gemakkelijk narekenen. Als men ze van een goed geleid hoenderpark koopt, weet men, d3t ze ook oor deelkundig zijn opgefokt en gevoed, zoodat met krachtige dieren mag verwachten. Er is dit jaar een koopje te halen aan jonge hennen. De groote broerderijen hebben in het voorjaar nog volop ingelegd, maar door de economische omstandigheden is de afname van eendaagskuikens slecht geweest. Men heeft op die broederijen dus thans veel meer jonge hennen, dan men van plan was en ook gewoon was in andere jaren aan te houden. Dat heeft den prijs gedruktvoor jonge hennen tot 3 maanden behoeft men op het oogen blik niet meer dan een daalder Scheldeslad. Alles ging best. Te Antwerpen nam hij afscheid van den kapitein, liet zijn wissels op Maastricht geven en verzekeren en verliet de stad. Niet lang daarna zagen de be woners der kleine Gracht te Maas tricht een vreemden reiziger en kele malen op en af de straal wandelen. Hij had den schijn van onver schillig alles op te nemen, maar zijn verschijning had toch iels opvallends, ook zijn reiscosluum, zijn soort overjas vooral was den weinig bekenden iels vreemds in de goede stad. Wal hel meest echter de oplet tendheid gaande maakte, dat was dat hij voor de groote heerenhui zen, zooals er daar zoovelen zijn geen belangstelling toonde, maar de kleineren,waarin winkelnering gedreven werd, vooral nauwkeurig opnam. Weer komt hij van den Maas kant naar boven op de markt aan. Op eens blijft hij slaan voor 'n kleiner huis aan den linkerkant. Na lang aarzelen treedt hij binnen en vraagt met een vreemd accent naar meester Dorrens, of die daar niet woonde Dorrens? Dorrens? o, die lamlendige vent, daar heb ik wel vroeger van gehoord ja, die zal hier gewoond hebben. Die kerel is er vandoor gegaan en liet zijn kinderen in den steek, maar nam het beetje wat ze van hun moeder f 1.50 uit te leggen. Als men de aaaschaffingskosten rekent van eendaagskuikens, plus de kosten van verwarming (of kloek), de sterfte, hancnuitval. het dure op- fokvoer enz., dan gelooven we. dat men voordeeliger uit is, als men jonge hennen koopt, dan wanneer men in het voorjaar kuikens had ge kocht. Wie nu jonge hennen heeft loopen, zal, als hij ze goed en krachtig heeft gevoed, straks bemerken, dat ze al aardige roode kammetjes gaan krijgen en druk de legnesten bezoeken. Op passer., dan. dat ze niet te vroeg aan den leg gaan, want hoe trotscb vele kippenhouders ook op hun vroeg leggende dieren zijo deze worden toch een strop Alle kans dat ze in het najaar gaan ruien en den leg voor een paar maanden onderbreken. Vóór half-September moet men zeker geen eieren van jonge hennen veriaogen. Als ze ons te vroeg dreigen te verrassen, dan houden we het meelvoer maar een veertien dagen in en verplaatsen we ze. zoo moge lijk, van ren en hok. Een vreemde omgeving doet het begin van den leg vertragen. Voer ze steeds volop groen, versch en vooral als het gras betreft kort gesneden, Ze mogen er zooveel van hebben, als ze luslen, maar we laten de restanten niet verdrogen neem deze tijdig weg. Koop nu wat jonge boerekool- planten. Die dingen hebben haast geen verzorging noodig en als we ze nu in den tuin uitzetten, hebben we van den winter het kostelijkste groenvoer voor de beesten, dat maar denkbaar is. genieten in bosch en duin, op hei en strand zonder gevaar voor zonne brand is slechts mogelijk, als gij gelaat, handen en armen inwrijft met „Zij "-Crème of „Zij"-01ie. In piijzen van 20—30—15 en 76 ceot. Raap* en schraapinethodes. In de mededeelingen. welke de pers reeds verstrekte omtrent het rapport der commissie-Welter, is opgevallen, dat er gesproken wordt over de mogelijkheid der verminde ring van dienstreizen. Vijf millioen wordt daaraan per jaar besteed en nu meent de commissie, dat dit best wat minder kan. En vooral opvallend is, dat de noodzakelijkheid van dienstreizen in verband s:hijnt te staan met de weersomstandigheden Zijn die erg goed, dan roepen de „zaken" hooge ambtenaren gemak- keiijker op het pad. In „De Volkskrant" wordt er een hartig woordje over gezegd In den staatsdienst is ver hevener werk denkbaar Gunt men den menschen die zich daaraan wijden geen gemakkelijk zitje in een auto, desnoods in een coupé eerste klas van den trein En kan men er bezwaar tegen maken, dat zij zich door een be hoorlijke lunch, wanneer de dag wat lang wordt bovendien nog door een copieus diner restauree- ren Men zegt, dat menige dienstreis door een telefonisch onderhoud ware te vervangen. Is dit wel goed gezien Het gaat maar niet om een ge moedelijk praatje over een of ander hadden mee, naar Amerika, ge loof ik zei de vróuw van ach ter de toonbank, terwijl zij een paar klanten bediende, maar wilt ge er meer van weten, dan gaat ge naar de Drie Moriaenljes, daar, door dat straatje, Maijken en Berlus die zullen u beter hel pen. Maar een slungel was het zoo drie arme bloedjes van kin deren zoo maar achter te laten Ze hadden hem moeten ophan gen maar die mannen, die man nen ze zijn allemaal eender, is hel niet waar, buurvrouw? Maar de vreemde was weg en stond voor de Drie Moriaenljes. Ilij was de d< ur ïceds voorbij, loer. hij, alsof bij zich vergeten had, de deur binnenging. Maijken stond achter do toon bank. Iets van uw dienst, Mijnheer? De vreemde keek haar aan, zijn hart bonsde hoorbaar, maar spreken kon hij niet. Eindelijk bracht hij het uil: Heeft hier niet een familie Dor rens ergens gewoond? Dat zou ik meenen, was hel antwoord. Berlus, Berius! kom eens gauw. Ilict is een man, die naar Harrike Dorrens informeert, of wij hem gekend hebben Och, Mijnheer, dal was eigenlijk een onnoozele hals, en kwaad zal (r niet in, maar hier kwam hij veel en dat altijd om een beenigen lummel, niets dan beenen, mijn heer, niets dan beenen. Onbegrijpelijk, dat hij geloofde, wat hij hem vertelde, ik wil zeg- buisbcudelijk onderwerp, maar over de belangen van den staat. Hoe licht komen bij telefonische gesprekken vergissingen en mis verstanden voor hoe wil er nu via de telefoon van een vruchtbare gedacbteDwisseling sprake zijn Is men er wel zeker van, dat aan een van de uiteinden van de lijn niet medegeluisterd wordt door onbevoegden, staatsbe langen. besef wel wat daarbij op het spel staat. Men zegt nog, dat op mooie dagen het aantal dienstreizen plotseling stijgt. Welk een zwarte achterdocht schuilt achter deze insinuatie. Alsof staatsdienaren zich ooit door iets anders laten leiden dan de belangen van den staat a's if zij niet, weer of geen weer, eiken dag bereid zijn op honderd kilo meter afstands een lunch te gaan gebruiken of zich aan een dinertje te goed doen. Men wil strenge controle op de dienstreizen. Waaraan hebben onze staats dienaren dit bewijs van wantrou wen verdiend Zullen zij niet ia congres bij eenkomen ora met eeuparigen schouder pal te staan voor huu rechten en een motie van wan trouwen aan te nemen tegen de commissie-Welter Of want ook is mogelijk zullen zij (ze hebben immers al meer stormen gekend) de re opwel ling van verzet tegen een stuk van hun levenstaak rustig over zich heen laten gaan, met de wetenschap dat de zaak op den ouden voet zal worden voortge zet De commissie-Welter is geen hoofdbestuur en geen minister, en wat noch hoofdbestuur noch mi nister is gelukt, zal de eendags vlieg van een commissie niet tot stand brengen. Er is nog een andere kant aan de zaak. Als het arbeiders betreft, is men streng, tot het rigoureuze toe. Die moeten nagereden worden, die staan voortdurend aan de ver denking bloot dat ze hun werk gever willen te ko»t doen, die hebben een ruim geweten enz. Nu ware het wel interrssant, de staatsdienaren-met dienst eizen (de goeden niet te na gesproken) eens te kunnen hooren over hun waardeering van den arbeider ten aanzien van hetgeen we nu maar kortweg eerlijkheid zullen .noemen. En interessant ware het ook te kunnen vaststellen, aan welke zijde de eerlijkheid het grootst is. Er moet bezuinigd worden, we moeten den afgeschaften halven cent de afschaffing had een symbolische beteekenis in eere herstellen maar men knijpe nu niet allereerst van de armoede en het gebrek nog een stukje af, doch roeic de misbruiken uit, welke in de boogere regionen heerschen en ga de raap en- schraap methode tegen, die bij wat men de fatsoenlijke menschen noemt he'aas geen zeldzaamheid is. Zonnebrand. Smetten en Stukl loopen van Huid en Voeten, verzacht en geneest men met 212-17 gen. wat hij loog, want hij loog, Mijnheer, alles wat hij ver- lelde. En waar is hel, mijoheer, niets dan beenen, die kerel, nu is hij dood, rn dat is goed ook, anders verdraaide hij er n<"gmeer den kop, don die onnoozelen Dor rens. Aan dien Dorrens was niet veel gelegen, die heeft zijn vrouw l'»t den dood toe gechagrineerd, ging er toen van door en liet, hel is God geklaagd, Mijnheer, zijn drie kinderen aan een oude meid en aan een ouden Pater. Maar dat was een heilige ziel, en die meid een brave, trouwe meid. Zij trokken zich de drie kinde ren aan als eigen, en zorgden er voor, beter dan die lummel van hun vader had kunnen doen. Een is Doctor, hel meisje is goed getrouwd, en een Berlus, waar woont die eene jongen van Har rike Dorrens ook weer. Naar den kant van Heerlen ergens vrouw, als ik het goed heb op een grooten hof. Maar het gaat hun allen goed, best nu hoort ge we), of wij Harrike Dorrens ook kennen en inet ging hel de binnen kamer binnen daar zat hij al tijd die lummel Dorrens, luiste/end met open mond naar de leugens van den langen, met de beenen. En Maijken zette de hadden in de zij en herhaalde met de volste

Peel en Maas | 1932 | | pagina 5