Tweede Blad, van
JUKT miJLJL
In twee werelddeelen
Zijne Majesteit
de Dollar.
FEUILLETON
Wie krijgt den steun?
De Kippenhouderlj op
het Platteland.
\/an zon, lucht en leven
Dure dienstreizen.
bij Wielrijdeir u
Zaterdag 9 Juli 1932
Drie en vijftigste Jaargang No. 28
In de pers doen eigenaardige ge
ruchten de ronde over de arrestatie
te Brussel van een pessoon, die zich
John. C. Brown noemt.
Naar beweerd wordt, was het doel
van zijn komst om eens achter de
coulissen te kijken bij den Raad van
Beheer van de Union Miaière du
Haut Katanga. De Belgische politie
werd op hem opmerkzaam gemaakt,
waarna de heer Brown gearresteerd
en zijn bagage en papieren in beslag
genomen werden. Daarbij moeten
zeer interessante ontdekkingen zijn
gedaan. Brown bleek de leider van
den geheimen informatiedienst van
de Morgan te zijn. Niet minder dan
vier passen, die op verschillende
namen luidden, doch behoorlijk in
orde waren, werden gevonden, waar
onder ook twee diplomatieke passen.
Terstond werden van diplomatieke
zijde stappen gedaan, waarop de
zaak in den doofpot werd gestopt,
doch sedert staat de heer Brown
voortdurend onder toezicht, totdat
hij het land zal hebben verlaten.
Het inbeslaggenomen materiaal
moet belangwekkende bijzonderheden
bevatten omtrent hel ongeluk, dat
den Belgischen bankier Loewenstein
is overkomen, eveneens over het
geen aan de ineenstorting van het
Kreugerconcern is voorafgegaan.
In opdracht van bet bankiershuis
Morgan heeft hij onder verschillende
namen deelgenomen aan alle inter
nationale politieke conferenties van
de laatste jaren, niet als gedelegeerde,
maar als... gast.
Bij het ongeluk, dat den Belgischen
bankier Loewenstein overkwam, moet
Brown op den achtergrond hebben
gestaan. Loewenstein had het ge
waagd, de plannen van het huis
Morgan in de war te sturen. Als
straf daarvoor werden baissemanoeu
vres op touw gezet tegen de door
Loe jvenstein gecontroleerde kunst-
zijde- en electriciteitsondernemingen.
De tegenmijnen, waardoor Loewen-
stein's crediet geschokt werd, werden
door Brown te Parijs, Brussel, Am
sterdam en Londen gelegd.
Ook de ontmaskering van Ivar
Krueger moet het werk van Brown
zijn geweest. De laatste maanden
volgde hij Kreuger als zijn schaduw,
zonder dat deze er het minste idéé
van had, hoe dicht men hem op de
hielen zat.
Hij volgde hem ook bij zijn terug
keer van Amerika gedurende zijn
laatste reis, tot in Parijs. Een paar
uur voor zijn dood ontving Krueger
Brown als officieelen vertegenwoor
diger van Morgan. Ivar Krueger
moet toen zijn laatste kaart hebben
uitgespeeld en Brown 5 millioen
kronen hebben geboden, als hij in
zijn dienst wilde treden. Brown moet
daarop slechts geantwoord hebben
„Wil je mij misschien ook vervalschte
obligaties aansmeren Met
Krueger wus het gedaan Hij wist,
dat hem nog slechts arrestatie of
zelfmoord wachtte.
Men make de Belgische justitie er
geen verwijt van, dat ze dezen heer
Brown, die op valsche passen reisde
en vermoedelijk heel anders heet.
weer vrij liet, want gedekt als deze
was door zijn diplomatieke papieren,
kon ze naar internationaal gebruik,
dat niet straffeloos te verbreken is,
niet anders handelen. Toch heeft ze
den Amerikaan nog juist lang genoeg
vast gehad om een tipje op te lichten
van den sluier, welke het gewroet
van 's werelds grootste financiers aan
50
Met al zijn geld, voelde hij zich
zoo onzeggebjk arm, en schuldig.
Hij voelde die schuld zoo diep,
ook dat zij niet af te wasschen
was.
Met God had hij zich reeds
verzoend voor zijn vertrek uit de
groote stad. God had hem verge
ven, zoo had de priester gesproken,
weliswaar had die priester ook ge
zegd, dat zijn kinderen hem met
open armen zouden ontvangen en
vergiffenis schenken, maar, en
dan ging hem een rilling door
het lijf, als ze hem eens de deur
wezen, ga, ga, wij hebben geen
vader meer, gij onze vader, mooie
vader, die zijn kinderen in den
steek laat, hun erf verkoopt, en
ze hulpeloos in de grootste armoede
aan arme-bloedverwanten op den
hals schuift en dan sloeg hij
met de vuist voor het hoofd, en
vond alleen rust in het gebed in
zijn kooi op de knieen, alleen on
gezien, het hoofd op den vloer en
kermend Kinderen, kinderenl
vergiffenis! vergiffenis! uw arme
vader is zoo ongelukkig en heeft
overal rust gezocht en nergens
rust gevonden nergens ner
gens, nergens.
«Dan weer zag hij de toekomst
de publieke aanschouwing en beoor
deeling onttrekt.
Dat deze Brown een Ivar Krueger
ontmaskerde, was heusch niet uit
behoefte om te zedemeesteren, maar
om andere financieele belangen dan
die van den Zweedschen magnaat
en zwendelaar te beschermen.
De wereld heeft koningen en presi
denten, ministers en volksvertegen
woordigers, die slechts meenen te
regeeren. De wereld heett slechts
één werkelijke bestuurder, machtheb
ber en tyrah het geld Z. M de
Dollar regeert, hard, bruut en onbe
perkt. Waar het meeste geld zit, is
de grootste macht geconcentreerd.
Wanneer een kleinere geld'.coning,
als LoewensteiD, het waagt om de
plannen van den opperkoning in de
war te sturen, dan worden „mijnen
gelegd om de credietstelling van den
belager te doen springen. Die mijnen
werken zeker en secuur, want „op
kosten behoeft niet te worden gelet.
Als regeeringen niet dansen naar
de pijpen van groote Amerikaansche
bankiers, dan krijgen ze geen leening,
bij hen Diet, maar óók niet van
de kleinere finaGcieele satallieten.
Geen internationale conferentie zal,
noch kan gelukken, zoolang d; poli
tieke eischen van de machtige bank
concerns niet worden ingewilligd.
Op die conferenties zit een stille....
gast, die, als hij spreekt namens „zijn
koning, de majesteit, aan welker
onzichtbare voeten de wereld zucht,
met één woord vrede en ontwape
ning kan brengen, misschien zelfs
een economische opleving. Het
kapitalisme heeft tot uitwassen geleid,
die menschonteerend zijn. De mensch-
heid ligt geboeid in de ketenen van
den on wezenlijken, maar oppermach-
tigen en onbarmhartigea geldkoning
Slechts als de zich noemende
regeerders lot eendrachtige samen
werking zoudea kunnen besluiten om
boven den druk der fioencieele
dictators uit te komeu, zouden zede
wereld kunnen verlossen en het
kapitalisme als stelsel voor een recht-
vaerdige en ideële toepassing kunnen
redden.
Ongewilde gevolgen.
Een interessante gedachten wisseling
stond dezer dagen in de "Neder
lander."
Een inzender uit het Groningsche...
schreef o.m.
Hier in 't Noorden der provin
cie Groningen leven veel rijke
boereu met uitgestrekte landerijen,
groote gebouwen die veel in de
rijke oorlogsjaren zijn verrezen.
Bij heel veel ontbreekt de garage
voor de luxe auto niet. En wat
zien we nu De H. H. Land
bouwers aangeslagen in de ver
mogensbelasting, vrij van inkom
stenbelasting (met behulp van een
Accountant) ontvangen zoo'n
f 10 000 f 15.000 steun, nl. per
H.A. suikerbieten pl.m. f 265 en
per HA. tarwe pl.m. f 180. Dat
alles ging nog als het maar besteed
werd, waarvoor de regeering het
bedoelde, n.l. voor werkverruiming.
Maar at zien we De boeren
geven veel minder voor loon uit,
dan in normale tijden. De arbeiders
krijgen gedaan. En ze weten zeer
goed, dat de boer zooveel steun
ontvangt. Dat zet kwaad bloed.
De ontevredenheid wordt gekweekt
ook door onze christelijke boeren.
Zou ook die steunregeling niet
beter kunnen worden geregeld
Kan 't aanslagbiljet in de Ver
met vertrouwen te gemoet, dan
flikkerde zijn blik weer op en voel
de hij zich een heel andere. Dan
vertrouwde hij op een goede ont
vangst.
Zoo dobberend lusschen vrees
en hoop verging de tijd.
Aan boord was hij voor iedereen
vriendelijk en gedienstig, maar
hij bleef voor zich alleen en sprak
weinig, bijna niet.
Met den kapitein alleen, een
oude, trouwe oprechte zeebonk
kon hij wel een praatje houden,
maar zijn hart uilschudden, durfde
hij niet aan niemand.
En zoo kwam het, dal hij mot
den kapitein bij een heerlijken
avond een sigaar rookend op de
komandobrug stond, en deze hem
op eens aansprak, Gij gelooft
niet, mijnheer, hoezeer ik naar
huis verlang, dit is mijn laatste
reis. Nu kunnen wij stil leven.
Een man, een vader, hoort toch
alleen bij vrouwen en kinderen,
dal merkt men eerst recht, als
men van hen af is, ik weet
niet wat mij scheelt, maar elk
uur is mij te lang, en toch heb
ik altijd alles voor mijn kinderen
gedaan, gewerkt, gezorgd, geen
cer«t onnoodig uitgegeven, ja
ik had mijn plichten ''erzuimd
kwam ik terug bij de mijnen met
een hart zwaar van schuld, o!
wee, ik zou niet durven, Mijnheer.
Hij had altijd gesproken, den
hemel, de sterren en de zee be
trachtend, en toen hij nu omkeek
naar den aangesprokene, was deze
snel verdwenen.
mogensbelasting niet bierbij van
dienst zijn Boeren die in de
oorlogsjaren een boerderij gingen
overhouden, wier vermogen is
verdrie- vierdubbeld, moeten die
„gesteund" worden Moeten die
vrij van het betalen van school
geld En de arbeider moet be
talen én Inkomstenbelasting én
schoolgeld. Er zijn velen die niet
gesteund worden en nu de reserves
moeten aanspreken, waarom de
boeren niet? Wie draagt eigenlijk
het risico van een bedrijf De
ondernemer toch De steun (finan
cieele) komt niet in de zakken van
den kleinen en niet-bezitter, zooals
de bedoeling der regeering was,
maar het groot kapitaal en groot
grondbezitter strijkt het kapitaal
op. Let eens op verkooping en
verhuring. Hoe meer steuu hoe
hooger bod.
De redactie bleek van meening. dat
hier een geheel onzuivere voorstelling
van zaken weid gegeven
Men kan onmogelijk zeggen, dat
„rijke boeren worden gesteund'
en arme arbeiders niet. Dit ware
inderdaad onverdedigbaar. Doch
het ware tevens zoo onzinnig, dat
geen Regeering het zcu voorstellen
en geen Kamer het zou aanvaar
den.
Dat begrijpt toch ook in de
omgeving van den schrijver ieder
wel?
Er gebeurt natuurlijk totaal iets
anders.
Het landbouwbedrijf als een der
uiterst belangrijke takken van ons
volksbestaau moet op de been ge
houden worden. Gebeurt dit niet,
dan verarmen niet enkel de boeren
doch ook de arbeiders en dan
wordt geheel ons economisch leven
ontwrichtdenk één voorbeeld
aan onze boerenleenbanken.
Zulk een op de been houden
van een ganschen bedrijfstak kan
men niet noemen steun (eigenlijk:
bedeeling) aan rijke boeren dit is
zonneklaar.
Er komt bij, dat de gegeven
sommen geenszins daartoe hebben
gestrekt om de boeren met winst
te doen werkenalleen om het
verlies kleiner ie maken.
Dit is de hoofdzaak.
Misschien komen er inzake bij
zaken ODjuiste dingen voor; bijv.
inzake het schoolgeld.
Doch over de bijzonderheden
kaa men pas spreken als de blik
op de hoofdzaak juist is.
Men kan intusschen opmerken, dat
er een stuk waarheid zit in de voor
stelling van zaken, als zouden groot
kapitaal en grondbezitter de steun
gelden voor een deel opstrijken.
Zulks is natuurlijk niet bedoeld
door den wetgever, doch dat zit 'm
nu eenmaal in de verkeerde eigen
domsverhoudingea ten plattelande en
het ongestoorde grondprijs - en rente-
mechanisme.
liet is juist, dat het nu gaat om
de redding van het naakte bestaan
en dat dus ondanks alle bezwaren
de steun wel gegeven moest worden.
Doch we mogen nimmer uit het
oog verliezen, dat verderreikende
hervormingen noodig zullen zijn, ah
de crisispolitiek niet geheel vastloopen
wil.
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten 75 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Bij Apoth, en Drogisten
Maar in zijn kooi daar lag do
arme vader op de knieen en
kermde in stil geween zijn har-
teleed uit.
«Vergiffenis! vergiffenis!" nokte
die arme vader, »ik ben niet waar
dig uw vader genoemd te worden.
»Dat is Theems, Mijnheer, en
weldra zult gij veel mist zien,
dan is het Londen, zij hebben
allerlei namen voor de stad,
maar ik noem ze de koningen in
den mist, en ik wou dat ze
ik houd niet van Engeland, ook
niet van Engelsch, Mijnheer,
»Moet ge weten, dat volk is 'n
leelijk, zelfzuchtig onbarmhartig
volk, een smerig volk Mijnheer
want ik ben een rechtvaardig
Hollander, Mijnheer, zoo waar
als ik in Katwijk aan zee geboren
ben, en nu legen dat volk heb
ik het Mijnheer, dat kan ik u
niet genoeg zeggen. Geloof me
Mijnheer, het is een beestenboel,
het is wel wat kras, maar het
is de zuiverste waarheid, ik zou
die kerels kunnen doodtrappen
met hel grootste pleizier der we
reld, de beste deugt nog niet.
Zoo sprak de kapitein.
In Londen werd ik uitgeladen
voor een gedeeite, ook weer
ingeladen voor Antwerpen, want
hier hoorde de «Ster der llocp."
Hij heette eigenlijk «L'étoile
de l'espérace", maar dat is
toch net eender. Meester Dorrens
wisselde zijn wissels op een Ant-
werpsch huis bij een Londensche
bankier en zette met de »Ster der
Hoop" koers naar de schoone
Vragen te zeuden met post
zegel aan Bureau Plaatselijke
Pers, Laanstraat Soestdijk.
Jonge hennen zijn
goedkoop.-
Merkwaardig, zooveel jonge kui
kentjes als we thans nog zien loopen,
onbehoorlijk veel zelfs. Voor lief
hebbers in de stad kan dat nog wel
worden verklaard zij verlangen niet
in de allereerste plaats voordeel van
hun kippen, ze zoeken dat althans
meestal nietzoo'n klein koppeltje
kuikens „doet het" in den zomerdag
over het algemeen beter in de stads-
tu ntjes dan in het vroege voorjaar,
als de zou in die ingesloten ruimten
nog maar kortstondige bezoeken
aflegt. Maar men ziet thans buiten
nog zooveel vai het donzige goedje
loopen en daar houdt men de hoen
ders toch om het voordeel. Veelal
weet men dus blijkbaar nog steeds
niet, dat van zomerkuikeus nooit
voordeel te behalen is, nog minder
van Augus'us-kuikens, welke in goed
bceren-vertrouweo nog al eens als
bijzonder „sterk" worden aangemerkt.
De zaak zit zóó jonge hennen
beginnen in het Dajaar, omstreeks
September/October, als ze dan ten
minste legrijp zijn, eieren te produ-
ceeren en gaan in dat geval bij goede
behandeling, vooral goede huisves
ting, met den leg dóór, ook al treedt
de echte winterkoude in. Hennen
echter, welke omstreeks den genoem
den lijd nog niet legrijp zijn, zullen
door intredende winterkoude het
begin barer productie als regel ver
schuiven tot het vroege voorjaar,
ook al zouden ze intusschen den
leeftijd voor legrijpheid hebben be
reikt De eerste leg. welke het voor-
deeligste is voor den kippenhouder,
zal dus. waar alle dieren omstreeks
Augustus van het volgende jaar gaan
ruien en den leg staken, voor op
tijd geboren jonge hennen over circa
10 a 11 maanden loopen, voor te
laat geboren echter over circa 3 a
4 maanden minder. De productie van
de eersten zal derhalve als regel veel
grooter zijn bovendien zal een deel
der productie worden „afgeleverd"
in de wintermaanden, als de eierprijs
het hoogst is. Lichte ras?en zijn op
5 a 6 maanden leeftijd legrijp en
hennen daarvan moeten dus op het
allerlaatst half-M i zijn geboren
hennen van middenzware rassen 1 a
2 maanden vroeger. Tot deze laatste
rekenen we b.v. de Barnevelders,
Reds en Wyandottes, tot de eerste
de Leghorns.
Kuikens fokken of koopen heeft
voor het oogenblik volstrekt geen
zin meerze kunnen ons slechts
stroppen bezorgen.
Wel is het zeer aan te bevelen
om thans jonge hennen te koopen
hoe oud deze moeten wezen, kan
men uit bovens'aande gegevens nu
gemakkelijk narekenen. Als men ze
van een goed geleid hoenderpark
koopt, weet men, d3t ze ook oor
deelkundig zijn opgefokt en gevoed,
zoodat met krachtige dieren mag
verwachten. Er is dit jaar een koopje
te halen aan jonge hennen. De
groote broerderijen hebben in het
voorjaar nog volop ingelegd, maar
door de economische omstandigheden
is de afname van eendaagskuikens
slecht geweest. Men heeft op die
broederijen dus thans veel meer jonge
hennen, dan men van plan was en
ook gewoon was in andere jaren
aan te houden. Dat heeft den prijs
gedruktvoor jonge hennen tot 3
maanden behoeft men op het oogen
blik niet meer dan een daalder
Scheldeslad.
Alles ging best.
Te Antwerpen nam hij afscheid
van den kapitein, liet zijn wissels
op Maastricht geven en verzekeren
en verliet de stad.
Niet lang daarna zagen de be
woners der kleine Gracht te Maas
tricht een vreemden reiziger en
kele malen op en af de straal
wandelen.
Hij had den schijn van onver
schillig alles op te nemen, maar
zijn verschijning had toch iels
opvallends, ook zijn reiscosluum,
zijn soort overjas vooral was
den weinig bekenden iels vreemds
in de goede stad.
Wal hel meest echter de oplet
tendheid gaande maakte, dat was
dat hij voor de groote heerenhui
zen, zooals er daar zoovelen zijn
geen belangstelling toonde, maar
de kleineren,waarin winkelnering
gedreven werd, vooral nauwkeurig
opnam.
Weer komt hij van den Maas
kant naar boven op de markt
aan.
Op eens blijft hij slaan voor 'n
kleiner huis aan den linkerkant.
Na lang aarzelen treedt hij
binnen en vraagt met een vreemd
accent naar meester Dorrens, of
die daar niet woonde
Dorrens? Dorrens? o, die
lamlendige vent, daar heb ik wel
vroeger van gehoord ja, die zal
hier gewoond hebben. Die kerel
is er vandoor gegaan en liet zijn
kinderen in den steek, maar nam
het beetje wat ze van hun moeder
f 1.50 uit te leggen.
Als men de aaaschaffingskosten
rekent van eendaagskuikens, plus de
kosten van verwarming (of kloek),
de sterfte, hancnuitval. het dure op-
fokvoer enz., dan gelooven we. dat
men voordeeliger uit is, als men
jonge hennen koopt, dan wanneer
men in het voorjaar kuikens had ge
kocht.
Wie nu jonge hennen heeft loopen,
zal, als hij ze goed en krachtig heeft
gevoed, straks bemerken, dat ze al
aardige roode kammetjes gaan krijgen
en druk de legnesten bezoeken. Op
passer., dan. dat ze niet te vroeg
aan den leg gaan, want hoe trotscb
vele kippenhouders ook op hun
vroeg leggende dieren zijo deze
worden toch een strop Alle kans
dat ze in het najaar gaan ruien en
den leg voor een paar maanden
onderbreken.
Vóór half-September moet men
zeker geen eieren van jonge hennen
veriaogen. Als ze ons te vroeg
dreigen te verrassen, dan houden we
het meelvoer maar een veertien dagen
in en verplaatsen we ze. zoo moge
lijk, van ren en hok. Een vreemde
omgeving doet het begin van den
leg vertragen.
Voer ze steeds volop groen, versch
en vooral als het gras betreft
kort gesneden, Ze mogen er zooveel
van hebben, als ze luslen, maar we
laten de restanten niet verdrogen
neem deze tijdig weg.
Koop nu wat jonge boerekool-
planten. Die dingen hebben haast
geen verzorging noodig en als we
ze nu in den tuin uitzetten, hebben
we van den winter het kostelijkste
groenvoer voor de beesten, dat maar
denkbaar is.
genieten in bosch en duin, op hei en
strand zonder gevaar voor zonne
brand is slechts mogelijk, als gij
gelaat, handen en armen inwrijft met
„Zij "-Crème of „Zij"-01ie.
In piijzen van 20—30—15 en 76 ceot.
Raap* en schraapinethodes.
In de mededeelingen. welke de
pers reeds verstrekte omtrent het
rapport der commissie-Welter, is
opgevallen, dat er gesproken wordt
over de mogelijkheid der verminde
ring van dienstreizen. Vijf millioen
wordt daaraan per jaar besteed en
nu meent de commissie, dat dit best
wat minder kan. En vooral opvallend
is, dat de noodzakelijkheid van
dienstreizen in verband s:hijnt te
staan met de weersomstandigheden
Zijn die erg goed, dan roepen de
„zaken" hooge ambtenaren gemak-
keiijker op het pad.
In „De Volkskrant" wordt er een
hartig woordje over gezegd
In den staatsdienst is ver
hevener werk denkbaar
Gunt men den menschen die zich
daaraan wijden geen gemakkelijk
zitje in een auto, desnoods in
een coupé eerste klas van den
trein
En kan men er bezwaar tegen
maken, dat zij zich door een be
hoorlijke lunch, wanneer de dag
wat lang wordt bovendien nog
door een copieus diner restauree-
ren
Men zegt, dat menige dienstreis
door een telefonisch onderhoud
ware te vervangen.
Is dit wel goed gezien
Het gaat maar niet om een ge
moedelijk praatje over een of ander
hadden mee, naar Amerika, ge
loof ik zei de vróuw van ach
ter de toonbank, terwijl zij een
paar klanten bediende, maar
wilt ge er meer van weten, dan
gaat ge naar de Drie Moriaenljes,
daar, door dat straatje, Maijken
en Berlus die zullen u beter hel
pen. Maar een slungel was het
zoo drie arme bloedjes van kin
deren zoo maar achter te laten
Ze hadden hem moeten ophan
gen maar die mannen, die man
nen ze zijn allemaal eender, is
hel niet waar, buurvrouw?
Maar de vreemde was weg en
stond voor de Drie Moriaenljes.
Ilij was de d< ur ïceds voorbij,
loer. hij, alsof bij zich vergeten
had, de deur binnenging.
Maijken stond achter do toon
bank. Iets van uw dienst,
Mijnheer?
De vreemde keek haar aan,
zijn hart bonsde hoorbaar, maar
spreken kon hij niet.
Eindelijk bracht hij het uil:
Heeft hier niet een familie Dor
rens ergens gewoond?
Dat zou ik meenen, was hel
antwoord. Berlus, Berius! kom
eens gauw. Ilict is een man, die
naar Harrike Dorrens informeert,
of wij hem gekend hebben Och,
Mijnheer, dal was eigenlijk een
onnoozele hals, en kwaad zal (r
niet in, maar hier kwam hij veel
en dat altijd om een beenigen
lummel, niets dan beenen, mijn
heer, niets dan beenen.
Onbegrijpelijk, dat hij geloofde,
wat hij hem vertelde, ik wil zeg-
buisbcudelijk onderwerp, maar over
de belangen van den staat.
Hoe licht komen bij telefonische
gesprekken vergissingen en mis
verstanden voor hoe wil er nu
via de telefoon van een vruchtbare
gedacbteDwisseling sprake zijn
Is men er wel zeker van, dat
aan een van de uiteinden van de
lijn niet medegeluisterd wordt
door onbevoegden, staatsbe
langen. besef wel wat daarbij op
het spel staat.
Men zegt nog, dat op mooie
dagen het aantal dienstreizen
plotseling stijgt.
Welk een zwarte achterdocht
schuilt achter deze insinuatie.
Alsof staatsdienaren zich ooit
door iets anders laten leiden dan
de belangen van den staat a's if
zij niet, weer of geen weer, eiken
dag bereid zijn op honderd kilo
meter afstands een lunch te gaan
gebruiken of zich aan een dinertje
te goed doen.
Men wil strenge controle op de
dienstreizen.
Waaraan hebben onze staats
dienaren dit bewijs van wantrou
wen verdiend
Zullen zij niet ia congres bij
eenkomen ora met eeuparigen
schouder pal te staan voor huu
rechten en een motie van wan
trouwen aan te nemen tegen de
commissie-Welter
Of want ook is mogelijk
zullen zij (ze hebben immers al
meer stormen gekend) de re opwel
ling van verzet tegen een stuk
van hun levenstaak rustig over
zich heen laten gaan, met de
wetenschap dat de zaak op den
ouden voet zal worden voortge
zet
De commissie-Welter is geen
hoofdbestuur en geen minister, en
wat noch hoofdbestuur noch mi
nister is gelukt, zal de eendags
vlieg van een commissie niet tot
stand brengen.
Er is nog een andere kant aan
de zaak.
Als het arbeiders betreft, is men
streng, tot het rigoureuze toe.
Die moeten nagereden worden,
die staan voortdurend aan de ver
denking bloot dat ze hun werk
gever willen te ko»t doen, die
hebben een ruim geweten enz.
Nu ware het wel interrssant,
de staatsdienaren-met dienst eizen
(de goeden niet te na gesproken)
eens te kunnen hooren over hun
waardeering van den arbeider ten
aanzien van hetgeen we nu maar
kortweg eerlijkheid zullen .noemen.
En interessant ware het ook te
kunnen vaststellen, aan welke zijde
de eerlijkheid het grootst is.
Er moet bezuinigd worden, we
moeten den afgeschaften halven
cent de afschaffing had een
symbolische beteekenis in eere
herstellen maar men knijpe nu
niet allereerst van de armoede en
het gebrek nog een stukje af,
doch roeic de misbruiken uit,
welke in de boogere regionen
heerschen en ga de raap en-
schraap methode tegen, die bij wat
men de fatsoenlijke menschen
noemt he'aas geen zeldzaamheid
is.
Zonnebrand. Smetten en Stukl
loopen van Huid en Voeten,
verzacht en geneest men met
212-17
gen. wat hij loog, want hij
loog, Mijnheer, alles wat hij ver-
lelde. En waar is hel, mijoheer,
niets dan beenen, die kerel, nu
is hij dood, rn dat is goed ook,
anders verdraaide hij er n<"gmeer
den kop, don die onnoozelen Dor
rens. Aan dien Dorrens was niet
veel gelegen, die heeft zijn vrouw
l'»t den dood toe gechagrineerd,
ging er toen van door en liet, hel
is God geklaagd, Mijnheer, zijn
drie kinderen aan een oude meid
en aan een ouden Pater. Maar dat
was een heilige ziel, en die meid
een brave, trouwe meid.
Zij trokken zich de drie kinde
ren aan als eigen, en zorgden er
voor, beter dan die lummel
van hun vader had kunnen doen.
Een is Doctor, hel meisje is goed
getrouwd, en een Berlus, waar
woont die eene jongen van Har
rike Dorrens ook weer.
Naar den kant van Heerlen
ergens vrouw, als ik het goed heb
op een grooten hof.
Maar het gaat hun allen
goed, best nu hoort ge we), of
wij Harrike Dorrens ook kennen
en inet ging hel de binnen
kamer binnen daar zat hij al
tijd die lummel Dorrens, luiste/end
met open mond naar de leugens
van den langen, met de beenen.
En Maijken zette de hadden in
de zij en herhaalde met de volste