I 'weed© Blad van „PË1L EN MAAS'' "erkelijke oudheden fl te Venray. M FEUILLETON :!d twee werelddeelen Voor Huis en Tuin. MflflUDILLEN Voor de vrouwen aterdag 12 Maart 1932 Drie en vijftigste Jaargang No. 11 BEKENDMAKING. Aanmelding: van nieuwe leerlingen Dp de openbare lagere school te Venray-Heyde. I Burgemeester en Wethouders van Venray brengen, ter openbare kennis, lat ouders, voogden of verzorgers, lie verlangen, dat hunne kinderen >f pupillen met één April a.s. op de >penbare lagere school te Venray- deijde worden toegelaten, daarvan >nder juiste opgave van namen, voornamen, geboortedatum, geslacht >n woonplaats der kinderen zoo spoedig mogelijk uiterlijk 19 Maart i.s., aangifte moeten doen bij het doofd der School, den heer W. Driessens te Venray-Heijde. (Trouw- joekje medebrengen.) Venray, 2 Maart 19S2. Afkappen en snoeien van hagen en struikgewas. Burgemeester en Wethouders van Venray brengen in herinnering de pavolgende bepalingen van het Pro vinciaal Wegenreglement van Lim burg In 1932 moeten vóór 1 Juli de niet 'jaarlijks Jgeschoren wordende hagen en struikgewassen, staaüde binnen den afstand ^van 1 Meter van de grens van alle wegen en Voetpaden, geen Rijks-, Provinciale vegen of andere kunstwegen zijnde, *vorden afgekapt ter maximum hoogte ifan 1.50 Meter boven den grond, \aarop ze geplant zijn. De jaarlijks 'teschoren wordende hagen en struik- ewassen benevens die. welke dienen bt afsluiting van begraafplaatsen, tiogen 2 Meter hoog blijven. Vorenstaande is niet van toepas ing op hagen sedert minder dan tie jaren geplant, noch ook op tuikgewassen, tot een bosch be horende. Voorts schrijft bedoeld Reglement ~g voor, dat al de binnen den 'tand van 1 Meter van de grens Awegen en voetpaden staande >>8Ö9en (onverschillig dus of ze laDgs ks Provinciale- of gemeente- gen of voetpaden staan) telken Maai» aan de wegzijde tot een hoogte jq minstens 1.50 Meter moeten irden opgeschoren in dier voege, op 1 Juli aan de wegzijde slechts (rar^pgstens 0,30 Meter hout buiten tl til stam mag aanwezig zijn. pevens moeten jaarlijks vóór 1 Juli gelijks worden weggeruimd de )I1-V de wegen, voetpaden, slooten et greppels hangende boomen, .iken, hagen of takken. Vij vertrouwen, dat in het belang we9en en voetpaden, zoowel 'n belang van belendende ^vVonden, dit jaar het afkappen en Opscheren als bovenbedoeld tijdig aat^n naar behooren zal plaats hebben, jtediD^pdat geen enkel proces-verbaal regens niet-nakoming dezer voor- jhriften zal behoeven te worden i Wc-Sgemaakt. \ect Venray, 2 Maart 1932. -yifltugemeester en Wethouders van lL. Venray, O. VAN DE LOO. M De Secretaris. VAN HAAREN. i)oor A. F. VAN BEURDEN. IV. f I Rectoraatskerk van Leunen. )sLeunen kreeg al in 1431 eenë kapel n wijd aan de H. Catharina (24 Nov.) St. Urbanus-Paus (25 Mei). Het \s een baksteenbouw met een stee- d^n gewelf en uitspringende beeren, J r fes I Alle Europeesche vruchten ge dijen in wonderschoone boomen, en de wijnstok slingert zijn groene ranken langs de rivier en hangt zijn purperen trossen om strijd als in looppriëelen op. Het heerlijkste vee dartelt en springt door de weilanden. Alles bloeit, groeit en gedijt. Een land van belofte,een aardsch paradijs was Californië. Het goud werd gevonden. De slang was geboren. Het werd een hel. Het uitschot, het schuim der wereld vloeit hier saam, en waar vroeger rust en welvaart woonden huizen nu moord en doodslag. De grond wordt met bloed gemest, en de macht van den sterkste re geert. Cactussen, van reusachtige grootte, rijzen hier tot den vloek en des ongeluks. Dat was het noodlottige werk van het goud. En dat goud werd gewasschen en als stof, dit laatste noem de men, zij stamden van Span jaarden veelal af, pepila's. De goudvelden noemde men vijf vakken lang met koorafsluiting uit den achthpek. zegt Dr. Cuypers in de Kath. Kerken blz. 540. In de 18e eeuw werd om veiligheidsredenen het steenen gewelf, door een platte zoldering vervangen, terwijl verschil lende vensters dichtgemetseld werden In 1888-1889 werd de kapel door den architect Corbeij herbouwd. De drie westelijke vakken werden afgebroken en vervangen door eene kapel met vijf vakken lengte en dubbele breedte met 190 zitplaatsen. De abscis met de drie oostelijke vakken werden van een netgewelf voorzien. In 1903 bracht wijlen de architect Franssen nieuwe ribgewelven aan. De oude klok van Hemony, gegoten in 1645, barstte in 1873 en werd vernieuwd. In 1905 kreeg de kapel een nieuw altaar en in 1914 een nieuw orgel, zoodat men niet stil zat. De kerk bevat een eiken preekstoel uit de tweede helft der XVIIe eeuw, een houten beeld van St. Catharina uit de XVIIIe eeuw, een paar gepro fileerde kandelaars van pl.m. 1500 en vijf kleinere uit de XVIIIe eeuw, een kazuifel van goud en zilver- brocaat midden XVIIIe eeuw. Oudtijds trok de Venraysche pro cessie op St. Urbanusdagnaar Leunen. De kermis werd gehouden op H. Drievuldigheidszondag. dan trok de processie door het dorp. De kerk ligt kort bij den grooten weg en is een sieraad van het bloeiende dorp, dat zich aan alle modernen vooruitgeng op landbouw en handelsgebied aangepast heeft. De kapel te Castenray. De Rectoraatskerk, gewijd aan den H. Mathias, gedeeltelijk in 1804 ge bouwd en vernieuwd in onzen tijd, heeft evenwel het oude koor van pl m. 1500, gesloten met 5/8 poly goon, behouden. Het heeft smalle, slanke spitsboogvensters met nieuwe traceeringen, fraai gemetselde zij ingang. De kerk bevat een houten altaar van 1804, een eiken preekstoel van 1724 met beeldhouwwerk, een houten beeldje van St. Mathias, een gedreven koperen wijwaterbakje 18e eeuw. een gedreven koperen adelaar pl.m. 1800 en had vroeger een mid- deleeuwsche koperen wijwaterketel, die voor ongeveer 35 jaar tegen een hardsteenen vloer is geruild. De antieke ketel verhuisde naar een Rotterdamschen antiquair en verder de wereld in. De kapel van Oostrum. Wijdbefaamd om het miraculeuze beeld van O.L. Vrouw, gewijd aan O. L. Vr. Geboorte, trekt deze kapel, die ook dienst doet voor het dorp en omgeving, steeds veel volk. Het koor is zeer oud, uit 1400 en met een 5/8 veelhoek afgesloten met het Lam Gods en O.L. Vrouw op de sluitsteenen. Ook ligt voor in de kapel een onvoltooiden zwaren vier kanten toren, tevens portaal de toren met zijden van 10 meter is niet meer van buiten zichtbaarhij is geheel bekleed de sacristie is ook zeer oud van aanleg. In 1888 is de kapel door architect Jorna gerestaureerd. Het schip is van pl.m. 1450 en telt vier vakkende steunbeeren zijn eenvoudig. De oude zij-ingang ligt naar het noorden. Op den modernen gevel der kapel aan de stationszijde staat een spits torentje, dat ver te zien is. Het muurwerk der kapel is 9 meter hoog. De gebeeldhouwde mensa van 1516 stamt van het afgebroken Sacramentshuis der Venraysche kerk, terwijl wel enkele zaken uit het oude klooster gekomen zullen zijn. De beide preekstoelen zijn uit de 18e eeuw. De volgende beelden zijn aanwezig O. L. Vrouw (midden 14e eeuw) Calvariegroep 15e en 16e eeuw; „placers." Een eenzame ruiter trok door de woestenij van Colorado. Dat zijn de laatste prairiën of savannen. Het zijn woestijnen geworden hier en daar. Cactussen, van reusachtigen grootte, rijzen hier tot twintig meter hoogte. De wonderlijkste vormen geven ze te aanschouwen. De grilligst mogelijke gedaan ten, driehoekige, vierkante, bol vormige. alles kurieus verlakt, met vuurroode of witgele bloemen bedekt, roode vruchten aanbie dend, zooals de vijgendislels, maar allen gewapend en verdedigd door spitse, scherpe, stekende doornen. Naarmate men tot de grenzen nadert, wordt de slreek trooste- loozer, onvruchtbaarder, woester. Naakte rotsgedeelten wisselen met de cactussen in het barre zand. En toch staan hier die planten in weergalooze pracht te bloeien en kruipen als bloemen- ranken geurend over het witte zand want bloem schakelt zich over de platte dichte bladen, over de hoekige stammen en bij het ondergaan der zon, zooals bij het opgaan, is de woestijn met zoete geuren vervuld. Voor 't eerst zag onze ruiter dezen wonderlijken plantengroei en soms bleef hij bewonderd staan, voor deze zoo grillig ge engelen met doek, Veronica 15e eeuw H. Anthonius abt 15e eeuw; O. L. Vrouw 17e eeuw en één 18e eeuw. Twee vleugelstukken van een orgelfront. Hierbij komen nog de volgende schilderijen gezicht op kapel en dorp, door rector L. Raemakers spijziging der 5000. Het volgende zilverwerk Stralen- monstrans 19e eeuw, Ciborie idem. miskelk 1616, ampullen en kandelaars 19e eeuw, schutterij-vogel 16e eeuw, veel koper en tinwerk en twee klok ken, een door Henricus Petit gegoten 1815, een oude van 1392. De laatste is dus zeer merkwaardig. Het miraculeus beeldje van O. L. Vrouw is 35 centimeter hoog. Het was vroeger met wijduitstaanden mantel bekleed, evenals dat in Keve- laer op de prentjes te zien is. In de linkerhand draagt het beeldje een scepter met ster, op den linkerarm het Kindje Jezus. Later is het beeldje van den mantel ontdaan en gepoli- chromeerd. Het werd in 1865 ge kroond door Mgr. Paredis. Er werden veel schenkingen aan de kapel ge daan. En hiermede zullen wij voor- loopig eindigen. De hooge, reuzentoren van Venray en de statige kerk van Venray. zal wel niet jaloersch zijn als de kleine zusterkapellen en kapelletjes ook eens in 't volle licht gezet zijn. Wordt vervolgd. Isgnaafca HiMnllngta. WEDEROM RUGPIJN Voortdurende pijn in de lendenen, of scherpe steken als gij u bukt of opricht, wijzen op verzwakking der organen in den rug. Des te meer als gij tevens blazen onder de oogen, duizeligheid, hoofdpijn of urinestoor- nissen kunt opmerken. Verwaarloozing dezer verschijnse len kan aanleiding geven tot ernstige kwalen. Er bestaat gevaar voor maandenlange pijn of werkeloosheid door rheumatiek, ischias, spit, blaas- zwakte, waterzucht enz. Laat Foster's Rugpijn Pillen de organen weder tot gezonde werking brengen, zoodat het urinezuur en de andere schadelijke stoffen weder tot gezonde werking brengen, zoodat het urinezuur en de andere schade lijke stoffen weder uit het bloed ge filtreerd worden. Reeds jaren ver wierf dit speciale middel naam door tallooze mannen en vrouwen van eiken leeftijd hun gezondheid en kracht te hergeven. Bij alle drogisten enz. a f 1.75 per flacon. 28 De maund Maart. De winterinvfellen, waarvan we er één in midden-Februari beleefden en één ten afscheid van de maand mee kregen, hebben alle werkzaamheden in den tuin wat teruggehouden, waardoor we thans eens zoo hard moeten aanpakken, want zoo gauw weer en grond dat toelaten dienen we onze wintertaak in den tuin te beëindigen. Dra moet de grond ge spit zijn en met het verplanten van boomen en heesters dienen we haast te maken, opdat de ontwikkeling der planten daarbij niet te ver zij. Ook het snoeien en spuiten dient beëin digd te worden, behoudens een paar nader te noemen uitzonderingen. In den moestuin. Reeds in het begin van de maand, voor zoover het weer meewerkt natuurlijk, kunnen sla, bloemkool en sjalotten buiten worden uitgeplant, alsmede voorgeteelde erwten, en peulen, capucijnders en tulnboonen, gevormde met vlammende kelken, als bloemenzuilen oprijzende plan ten. Maar dat was de overgang uit de prairiën naar hoog Californië, als door de hel naar het paradijs. Opeens reed hij de hallen bin nen van een onmetelijken tempel. Wat een heerlijkheid wat een vruchtbaarheidNeen zoo iets.... Boomen van driehonderd voet hoog en hooger! Neen daar is de Sint Jan van Maastricht niets tegen en toch ook hij is hocg. Daar staat er een, die waarlijk allen overtreft "eel meer dan vierhonderd voet, schiet hij recht de lucht in en wat een om vang! wat een omvang! wat een doorsnede wat een takken, die eerst opeen hoogte van vijftig tot zestig meter uit den kolossalen stam schieten. Helaas de speculatie heeft ook de woudreuzen, de patriarchen de wouden den oorlog verklaard, de bijl heeft haar slagen doen hooren in de eenzaamheid en gevallen zijn de koningen der wouden, onttroond van hun verheven zetels en de bergen mogen wel verzuch ten: »de kroon is ons van t hoofd gevallen 1" Maar in Amerika is niets heilig voor den gouddorst. Toch heeft de regeering het behoud van enkelen der pracht- boomen bevolen en er is een »heilig" woud te zien, maar wei- Zaaien kan men om denzelfden tijd spinazie, raapstelen, koolrabi, radijs, peterselie en zomerrapen. In de tweede helft van Maart leg gen we al de volgers van erwten, capucijners en peulen. Dan leggen we bij goed weer tevens de niet- voorgeteelde tuinboonen en late aardappelen. ook de voorgekiem- de vroege aardappelen. Om dien tijd zaaien we voorts roode en witte kool. pompoenen, rabarber, kropsla, snijsla, selderie, prei, uien en wortelen. In den bloementuin. Verschillende bloemplanten kunnen we in het begin van Maart zaaien in kistjes en zaaipannen. die we in de kamer voor een raam op het Zuiden zetten of in de serre. We dekken met glas en zoolang het zaad nog niet gekiemd is, leggeu we papier over het glas. Zoo gauw de plantjes zichtbaar worden, moet het papier er afveel licht moet dan worden toegelaten en er moet dan meer en meer worden gelucht. De plantjes worden spoedig in andere bakken en daarin op grooter afstand verspeend. Voor zulke cultuur komen in aanmerking: Asters, Phlox, Petunia, Zinnia en Verbena. Buiten kunnen we Anemonen plaDten - 5 a 7 c.M. diep en op 10 c.M. onderlingen afstand, Ra nonkels. Gladiolen, Tijgerbloemen, Kaapsche Hyacinthen, sommige Lelies en ook nog Spiraea. Zoo gauw de vorst, die in de eerste dagen van Maart zich nog deed gelden, is afgetrokken, moeten de rozen aanstonds van dek worden ontdaan. Tegen dat geen zware nachtvorsten meer zijn te vreezen, snoeien we ze op een buitenoog. In de tweede helft van Maart kunnen we Vuurpijlen planten en Montbretia's. Het uitzetten van voor- jaarsplanten op de perken, moet dan ook niet langer worden uitgesteld. We noemen Vergeet-me-nietjes, Violen, Phlox enz. Op het einde van de maand moet de tuin er weer keurig uitzien randen moeten dan zijn afgestoken en paden geschoffeld. In Maart kunnen we de Begonia koollen laten voorspruiten door ze in bakjes of potten in een verwarmd vertrek te plaatsen, vóór een venster op het Zuiden. Men legt ze één cM. onder de aarde en met de holle zijde naar boven. Vochtig houden. Begin Juni kunnen ze buiten op 25 cM. worden uitgeplant. In den fruittuin. Zooals we in den aanhef reeds zeiden, moet het planten en verplan ten, spuiten en snoeien van fruit- boomen worden beëindigd. Met het snoeien echter van perziken en Abrikozen hebben we zoo'n haast niet gemaakt. Indien het noodig is snoei deze boomen niet te veel doen we dat in Maart, wanneer de bloemknoppen goed zichtbaar zijn. Zoodra de bloei begint, moeten de bloemknoppen worden beschermd, want deze boomen bloeien vroeg en in een tijd, waarin nog felle nacht vorsten kunnen heerschen. Het is daarom wel goed om den bloei wat tegen te houden door rijshout voor de boomen of struiken te plaatsen, waardoor de zon mioder kan toe treden. De gewone winterbespuiting met carboleum moet beëindigd zijn. maar wel is het goed om in deze maand nog met Bordeauxsche pap (4 pet.) de vruchtboomen te bespuiten, die last hebben van schurft of andere schimmels. Men moet dat doen, vóór het ontplooien der knoppen. In het begin van Maart kan men nog aardbei-bedden aanleggen. nig zijn er overgebleven. Maar ziet daarDaar is een roode boom, - een roode zuil met groene kroon, dat is de roode houtboom, ginds klimt de suikerden met zoet hars, om hoog naast den ranken Califor- nischen edelden. Wonder land! Waarlijk! Altijd groene eiken rijzen uit boschages van bloeiende laurieren op, en hemelhooge wit blikkende platanen dalen naar de rivieren af- De ruiter kon zijn oogen niet gelooven. Langzaam ging het de helling af naar de rivier, die statig en helder hare zilveren wateren voortstuwde naar de breede vallei. Dat moest de San Sacrament zijn. Wist hij het maar Maar geen mensch te zien. Altijd dezelfde doodsche stilte; dezelfde eenzaamheid. Van menschen geen spoor. En er zouden reeds zoovele menschen zijn. Had hij dan de richting gemist. Het was tegen den avond. En de enkele reuzenboomen stonden onbewegelijk als hooge gouden koepels, te vlammen in den purperen hemel van den avond. Weer volgt hij eene richting een open weg, door het woud, steeds afdalend naar de rivier. Op eens staat een Indiaan voor hem, onbewegelijk zooals altijd, Kamerplanten. Wie in Augustus van het vorige jaar Pelargoniums (Geraniums) en Fuchsia's stekte, moet deze nu op potten of verpotten. Ook de oude planten brengt men weer aan het groeien door ze wat meer water te geven en in het licht te brengen. Alle kamerplanten verlangen weer wat mest. Met de winterrust van Clivia's is het eveneens gedaan, ze moeten nu regelmatig water hebben. De meeste kamerplanten kunnen op het einde van de maand worden verpot, maar men kan dat ook zeer goed nog een maand uitstellen, zonder dat het de planten zal schaden. Neem vooral geen te groote potten. Indien een pot geheel en al doorworteld is, moet men een grootere nemen, waarin de oude pot precies past. verstoort Uw gestel en humeur. Neem geen sterk werken de purgeermiddelen, doch de een normale ontlasting gevende t J 0.65 p. flacon. Ingekomen en vertrokken personen van 26 Febr tot 4 Maart INGEKOMEN K Praszh, carosseriebouwer, Hen- seniusplein 9 van Keulen J. Vollmer, idem W. M. H. Sangers, leerares land- bouwhuishoudschool, Eindstraat 6 van Venlo J. W. B. Janssen, z.b., Eindstraat 6 van Horst J. de Vries, kommies der belastin gen. Hofstraat 3 van Bergen (L.) A. P. M. Deckers, verpleegster, St. Annalaan 5 van Eindhoven B. A. A. Achten, hoofdonderwijzer, Oostrum D 46 van N. O. Indië. VERTROKKEN A. W. van Alst. verpleegster, naar Munstergeleen. Patersstraat .90; D. L. M. A. Janssen, z b., naar 's Bosch, Enchevavistraat 28 W. v. d. Ven, dienstbode, naar Helden. Grashoek 966 J.. Th. Janssen, idem, naar Vier lingsbeek M. P. v. Maris, idem, naar Deurne K 7; A. Vermeulen en gezin, landbou wer, naar 's Heer Arendskerke, Nieuw kraaiert M. C. H. van Ooi, dienstbode, naar Venlo. Straelsche weg 62; D. de Haen, verpleegster, naar Medemblik, Meerlaan 7; J. Nooyen, dienstknecht naar Horst J. H. Weiten, zonder beroep, naar Broekhuizen A 66;] H. W. Bouwman, kapper, naar Bemmel, Plak 361; J. A. H. Tonnaer, slager, naar Thorn. Steegputstraat 54; K. van den Heuvel, kleermaker, naar Asten, Emmastraat 17; I M. F. Versteegen, winkeljuffrouw, naar Swalmen A 502; Fr. Poels en geziD, koopman naar Antwerpen; J. Smits, dienstbode naar Maashees; F. Pouwels, "zonder beroep, naar Oss. Palmstraat 10; M. Wientjes, dienstbode, naar Boxmeer. Volksgeloof en zuigeling. Van de pasgeboren kinderlje met den strakkenblik niet van hem afgewend rustend op zijn buks. Ook deze droeg een diadeem, een kroon van reigerveeren. De ruiter ook stond stil en ver roerde zich niet. De Indiaan sprak het eerst. Vrede zij den blanken broe der brengt hij vrede ook Vrede, was het antwoord. Wil hij niet jagen op onze gronden, niet visschen in onze wateren? De Groote Geest heeft ze ons gegeven, zij behooren tot den stam der Sioux, der »zeven raadsmuren", ik ben het opper hoofd, »den vliegende reiger" ge naamd. Maar geen vrede brengen de blanken, oorlog en hongersnood. ^Vliegende Reiger" schudde het hoofd Vfees nietBlanke man! De Sioux hebben deze landen ver laten, zij zijn teruggekeerd naar het land waar hun vaderen ge boren zijn. Weer hield hij op. Vliegende Reiger is gekomen om afscheid te nemen van de graven zijner vaderen, onder de reuzenboomen van den berg en om ze onherkenbaar te maken voor de blanken. De ruiter luisterde aandachtig en toch eerbiedig. Voor de blanken is niets heilig. Recht is geen recht voor de blanken. De stam der Sioux heeft de oorlogsbijl begraven, en in de wieg hangt de toekomst van een volk af. Het is dan ook verklaarbaar, dat de meest verschillende gebrui ken en opvattingen over de eerste levensdagen in omloop zijn en dat wij daarin bij alle schoone symbo len toch steeds weer de ernst ont moeten en niet de vroolijkheid en zorgeloosheid, die in de andere volksgebruiken zoo'n groote plaats innemen. Aan de wieg wordt een rekening met het lot opgesteld, waarvan de voornaamste posten leven en dood heeten. De kinderlijk, maar daarom niet minder besliste wensch om de toekomst te leeren kennen, treedt hier wel zeer sterk naar voren. De baker voorspelt nog in vele streken het lut van den nieuwen wereldburger en als zijn kansen niet te best staan, haalt men het kind tusschen de spaken van een wagenrad door. Het rad is n.l. het oude symbool van de warmte eu zegan verspreidende zon en verdrijft alle booze machten, die misschien boven het kleine hoofdje zweven. En als de baker te veels goeds voorspelt, wikkelt de moeder haar kind in een donker keuken schort er. legt het in een sche- merigen hoek om het te bewaren voor hoogmoed. De meest ontwikkelde menschen en de bewoners der groote steden zien op deze gebruiken zeer terecht neer als bijgeloof. Toch hebben vele van die gebruiken een goede reden van bestaan, want door zich daaraan te houden, wordt vanzelf hel voornaamste in acht genomen wat bij de verzorging van den zuigeling van belang is. Wij denken bijv. aan de waarschu wing om een kind van nog geen jaar nooit na middernacht en een ongedoopt kind zelfs in het geheel niet alleen te laten, omdat het anders de zeeronaangenamegave van het tweede gezicht kan krij gen. Is dit geen verstandige ma nier om een jong moedertje, dat anders misschien haar plichten aan de wieg zou vergeten om 'n dorpsfeest tot het einde toe mee te maken, daarvan terug te hou den Zoo is ongetwijfeld voorzichtig heid ook de drijfveer geweest bij het bedenken van de waarschuwing dat men niet over een klein kind moet heenloopen omdat bet dan niet meer groeit. Hoe licht kan immers een vol wassene over de spelende en kri oelende kinderen struikelen en een groot ongeluk veroorzaken, waardoor misschien inderdaad de verdere groei van het kind" wordt belemmerd. Ook de waarschuwing dat kin deren niet door vreemde personen mogen worden aangeraakt, heeft een zeer eenvoudigen hygienischen ondergrond al kan men dien niet verklaren aan een eenvoudige vrouw op het platteland, die er eenvoudig haar schouders over zou ophalen met de opmerking dat zijzelf en haar grootmoeder ook wel groot geworden zijn zon der al dien onzin van hygiëne. Dezelfde reden heeft geleid tot het voorschrift, dat het goed van zuigelingen en volwassenen niet door elkaar mag gewasschen wor den, omdat dan het kind pas laat of in het geheel niet leert spreken en zijn versland leert gebruiken. Een paedagogische overweging gaf aanleiding tot het voorschrift on. een kind niet te prijzen waar het zelf bij is, omdat bei dan juist de tegengestelde eigenschappen zal gaan ontwikkelen. Zoo zien wij, dat volksgeloof nog niet al tijd gelijk is te stellen met bijge loof. Wij, die zoo trotsch zijn, op is heengetogen naar den onder gang der zon. Hij wees naar het Westen. Weet Vliegende Reiger mij te zeggen, waar de blanken werken aan den stroom? De Indiaan wees met zijn linker hand naar den kant der zee. Blanken woelen daar in den grond en wasschen de aarde en zoeken de schatten. Kan vliegende Reiger den weg aanwijzen, aan zijn blanken broeder Zonder een woord te spreken, keerde de Indiaan zich om. Zijn paard aan den teugel lei dende, ging hij voorop. Weldra vormde de helling een soort van voorsprong. Hier hield hij stil. De ruiter volgde hem. Met de hand toonde hem zijn stomme gids, een plaats aan hun voet. Hel was een niet groote rivier- vlakte, zand scheen het te zijn en menschen gingen heen en weer. IToe klein ook van die hoogte gezien, men kon ze toch er kennen. Toen keerde hij zich om ?n verdween in het woud. De ruiter noemde halfluid »de placers," en daalde omlaag door het bosch. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1932 | | pagina 5