I
'weed© Blad van „PË1L EN MAAS''
"erkelijke oudheden
fl te Venray.
M
FEUILLETON
:!d twee werelddeelen
Voor Huis en Tuin.
MflflUDILLEN
Voor de vrouwen
aterdag 12 Maart 1932
Drie en vijftigste Jaargang No. 11
BEKENDMAKING.
Aanmelding: van nieuwe leerlingen
Dp de openbare lagere school te
Venray-Heyde.
I Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen, ter openbare kennis,
lat ouders, voogden of verzorgers,
lie verlangen, dat hunne kinderen
>f pupillen met één April a.s. op de
>penbare lagere school te Venray-
deijde worden toegelaten, daarvan
>nder juiste opgave van namen,
voornamen, geboortedatum, geslacht
>n woonplaats der kinderen zoo
spoedig mogelijk uiterlijk 19 Maart
i.s., aangifte moeten doen bij het
doofd der School, den heer W.
Driessens te Venray-Heijde. (Trouw-
joekje medebrengen.)
Venray, 2 Maart 19S2.
Afkappen en snoeien van hagen
en struikgewas.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen in herinnering de
pavolgende bepalingen van het Pro
vinciaal Wegenreglement van Lim
burg
In 1932 moeten vóór 1 Juli de
niet 'jaarlijks Jgeschoren wordende
hagen en struikgewassen, staaüde
binnen den afstand ^van 1 Meter
van de grens van alle wegen en
Voetpaden, geen Rijks-, Provinciale
vegen of andere kunstwegen zijnde,
*vorden afgekapt ter maximum hoogte
ifan 1.50 Meter boven den grond,
\aarop ze geplant zijn. De jaarlijks
'teschoren wordende hagen en struik-
ewassen benevens die. welke dienen
bt afsluiting van begraafplaatsen,
tiogen 2 Meter hoog blijven.
Vorenstaande is niet van toepas
ing op hagen sedert minder dan
tie jaren geplant, noch ook op
tuikgewassen, tot een bosch be
horende.
Voorts schrijft bedoeld Reglement
~g voor, dat al de binnen den
'tand van 1 Meter van de grens
Awegen en voetpaden staande
>>8Ö9en (onverschillig dus of ze laDgs
ks Provinciale- of gemeente-
gen of voetpaden staan) telken
Maai» aan de wegzijde tot een hoogte
jq minstens 1.50 Meter moeten
irden opgeschoren in dier voege,
op 1 Juli aan de wegzijde slechts
(rar^pgstens 0,30 Meter hout buiten
tl til stam mag aanwezig zijn.
pevens moeten jaarlijks vóór 1 Juli
gelijks worden weggeruimd de
)I1-V de wegen, voetpaden, slooten
et greppels hangende boomen,
.iken, hagen of takken.
Vij vertrouwen, dat in het belang
we9en en voetpaden, zoowel
'n belang van belendende
^vVonden, dit jaar het afkappen en
Opscheren als bovenbedoeld tijdig
aat^n naar behooren zal plaats hebben,
jtediD^pdat geen enkel proces-verbaal
regens niet-nakoming dezer voor-
jhriften zal behoeven te worden
i Wc-Sgemaakt.
\ect Venray, 2 Maart 1932.
-yifltugemeester en Wethouders van
lL. Venray,
O. VAN DE LOO.
M De Secretaris.
VAN HAAREN.
i)oor A. F. VAN BEURDEN.
IV.
f I
Rectoraatskerk van Leunen.
)sLeunen kreeg al in 1431 eenë kapel
n wijd aan de H. Catharina (24 Nov.)
St. Urbanus-Paus (25 Mei). Het
\s een baksteenbouw met een stee-
d^n gewelf en uitspringende beeren,
J r
fes
I Alle Europeesche vruchten ge
dijen in wonderschoone boomen,
en de wijnstok slingert zijn groene
ranken langs de rivier en hangt
zijn purperen trossen om strijd als
in looppriëelen op.
Het heerlijkste vee dartelt en
springt door de weilanden.
Alles bloeit, groeit en gedijt.
Een land van belofte,een aardsch
paradijs was Californië.
Het goud werd gevonden.
De slang was geboren.
Het werd een hel.
Het uitschot, het schuim der
wereld vloeit hier saam, en waar
vroeger rust en welvaart woonden
huizen nu moord en doodslag. De
grond wordt met bloed gemest,
en de macht van den sterkste re
geert.
Cactussen, van reusachtige
grootte, rijzen hier tot den vloek
en des ongeluks.
Dat was het noodlottige werk
van het goud.
En dat goud werd gewasschen
en als stof, dit laatste noem
de men, zij stamden van Span
jaarden veelal af, pepila's.
De goudvelden noemde men
vijf vakken lang met koorafsluiting
uit den achthpek. zegt Dr. Cuypers
in de Kath. Kerken blz. 540. In de
18e eeuw werd om veiligheidsredenen
het steenen gewelf, door een platte
zoldering vervangen, terwijl verschil
lende vensters dichtgemetseld werden
In 1888-1889 werd de kapel door
den architect Corbeij herbouwd.
De drie westelijke vakken werden
afgebroken en vervangen door eene
kapel met vijf vakken lengte en
dubbele breedte met 190 zitplaatsen.
De abscis met de drie oostelijke
vakken werden van een netgewelf
voorzien. In 1903 bracht wijlen de
architect Franssen nieuwe ribgewelven
aan. De oude klok van Hemony,
gegoten in 1645, barstte in 1873 en
werd vernieuwd.
In 1905 kreeg de kapel een nieuw
altaar en in 1914 een nieuw orgel,
zoodat men niet stil zat.
De kerk bevat een eiken preekstoel
uit de tweede helft der XVIIe eeuw,
een houten beeld van St. Catharina
uit de XVIIIe eeuw, een paar gepro
fileerde kandelaars van pl.m. 1500
en vijf kleinere uit de XVIIIe eeuw,
een kazuifel van goud en zilver-
brocaat midden XVIIIe eeuw.
Oudtijds trok de Venraysche pro
cessie op St. Urbanusdagnaar Leunen.
De kermis werd gehouden op H.
Drievuldigheidszondag. dan trok de
processie door het dorp.
De kerk ligt kort bij den grooten
weg en is een sieraad van het
bloeiende dorp, dat zich aan alle
modernen vooruitgeng op landbouw
en handelsgebied aangepast heeft.
De kapel te Castenray.
De Rectoraatskerk, gewijd aan den
H. Mathias, gedeeltelijk in 1804 ge
bouwd en vernieuwd in onzen tijd,
heeft evenwel het oude koor van
pl m. 1500, gesloten met 5/8 poly
goon, behouden. Het heeft smalle,
slanke spitsboogvensters met nieuwe
traceeringen, fraai gemetselde zij
ingang. De kerk bevat een houten
altaar van 1804, een eiken preekstoel
van 1724 met beeldhouwwerk, een
houten beeldje van St. Mathias, een
gedreven koperen wijwaterbakje 18e
eeuw. een gedreven koperen adelaar
pl.m. 1800 en had vroeger een mid-
deleeuwsche koperen wijwaterketel,
die voor ongeveer 35 jaar tegen een
hardsteenen vloer is geruild. De
antieke ketel verhuisde naar een
Rotterdamschen antiquair en verder
de wereld in.
De kapel van Oostrum.
Wijdbefaamd om het miraculeuze
beeld van O.L. Vrouw, gewijd aan
O. L. Vr. Geboorte, trekt deze
kapel, die ook dienst doet voor het
dorp en omgeving, steeds veel volk.
Het koor is zeer oud, uit 1400 en
met een 5/8 veelhoek afgesloten met
het Lam Gods en O.L. Vrouw op
de sluitsteenen. Ook ligt voor in de
kapel een onvoltooiden zwaren vier
kanten toren, tevens portaal de
toren met zijden van 10 meter is niet
meer van buiten zichtbaarhij is
geheel bekleed de sacristie is ook
zeer oud van aanleg.
In 1888 is de kapel door architect
Jorna gerestaureerd. Het schip is van
pl.m. 1450 en telt vier vakkende
steunbeeren zijn eenvoudig. De oude
zij-ingang ligt naar het noorden. Op
den modernen gevel der kapel aan
de stationszijde staat een spits
torentje, dat ver te zien is. Het
muurwerk der kapel is 9 meter hoog.
De gebeeldhouwde mensa van
1516 stamt van het afgebroken
Sacramentshuis der Venraysche kerk,
terwijl wel enkele zaken uit het oude
klooster gekomen zullen zijn.
De beide preekstoelen zijn uit de
18e eeuw. De volgende beelden zijn
aanwezig
O. L. Vrouw (midden 14e eeuw)
Calvariegroep 15e en 16e eeuw;
„placers."
Een eenzame ruiter trok door
de woestenij van Colorado.
Dat zijn de laatste prairiën of
savannen.
Het zijn woestijnen geworden
hier en daar.
Cactussen, van reusachtigen
grootte, rijzen hier tot twintig
meter hoogte.
De wonderlijkste vormen geven
ze te aanschouwen.
De grilligst mogelijke gedaan
ten, driehoekige, vierkante, bol
vormige. alles kurieus verlakt,
met vuurroode of witgele bloemen
bedekt, roode vruchten aanbie
dend, zooals de vijgendislels,
maar allen gewapend en verdedigd
door spitse, scherpe, stekende
doornen.
Naarmate men tot de grenzen
nadert, wordt de slreek trooste-
loozer, onvruchtbaarder, woester.
Naakte rotsgedeelten wisselen
met de cactussen in het barre
zand. En toch staan hier die
planten in weergalooze pracht te
bloeien en kruipen als bloemen-
ranken geurend over het witte
zand want bloem schakelt zich
over de platte dichte bladen, over
de hoekige stammen en bij het
ondergaan der zon, zooals bij het
opgaan, is de woestijn met zoete
geuren vervuld.
Voor 't eerst zag onze ruiter
dezen wonderlijken plantengroei
en soms bleef hij bewonderd
staan, voor deze zoo grillig ge
engelen met doek, Veronica 15e
eeuw H. Anthonius abt 15e eeuw;
O. L. Vrouw 17e eeuw en één 18e
eeuw. Twee vleugelstukken van een
orgelfront. Hierbij komen nog de
volgende schilderijen gezicht op
kapel en dorp, door rector L.
Raemakers spijziging der 5000.
Het volgende zilverwerk Stralen-
monstrans 19e eeuw, Ciborie idem.
miskelk 1616, ampullen en kandelaars
19e eeuw, schutterij-vogel 16e eeuw,
veel koper en tinwerk en twee klok
ken, een door Henricus Petit gegoten
1815, een oude van 1392. De laatste
is dus zeer merkwaardig.
Het miraculeus beeldje van O. L.
Vrouw is 35 centimeter hoog. Het
was vroeger met wijduitstaanden
mantel bekleed, evenals dat in Keve-
laer op de prentjes te zien is. In de
linkerhand draagt het beeldje een
scepter met ster, op den linkerarm
het Kindje Jezus. Later is het beeldje
van den mantel ontdaan en gepoli-
chromeerd. Het werd in 1865 ge
kroond door Mgr. Paredis. Er werden
veel schenkingen aan de kapel ge
daan. En hiermede zullen wij voor-
loopig eindigen.
De hooge, reuzentoren van Venray
en de statige kerk van Venray. zal
wel niet jaloersch zijn als de kleine
zusterkapellen en kapelletjes ook eens
in 't volle licht gezet zijn.
Wordt vervolgd.
Isgnaafca HiMnllngta.
WEDEROM RUGPIJN
Voortdurende pijn in de lendenen,
of scherpe steken als gij u bukt of
opricht, wijzen op verzwakking der
organen in den rug. Des te meer
als gij tevens blazen onder de oogen,
duizeligheid, hoofdpijn of urinestoor-
nissen kunt opmerken.
Verwaarloozing dezer verschijnse
len kan aanleiding geven tot ernstige
kwalen. Er bestaat gevaar voor
maandenlange pijn of werkeloosheid
door rheumatiek, ischias, spit, blaas-
zwakte, waterzucht enz.
Laat Foster's Rugpijn Pillen de
organen weder tot gezonde werking
brengen, zoodat het urinezuur en de
andere schadelijke stoffen weder tot
gezonde werking brengen, zoodat
het urinezuur en de andere schade
lijke stoffen weder uit het bloed ge
filtreerd worden. Reeds jaren ver
wierf dit speciale middel naam door
tallooze mannen en vrouwen van
eiken leeftijd hun gezondheid en
kracht te hergeven.
Bij alle drogisten enz. a f 1.75 per
flacon. 28
De maund Maart.
De winterinvfellen, waarvan we er
één in midden-Februari beleefden en
één ten afscheid van de maand mee
kregen, hebben alle werkzaamheden
in den tuin wat teruggehouden,
waardoor we thans eens zoo hard
moeten aanpakken, want zoo gauw
weer en grond dat toelaten dienen
we onze wintertaak in den tuin te
beëindigen. Dra moet de grond ge
spit zijn en met het verplanten van
boomen en heesters dienen we haast
te maken, opdat de ontwikkeling der
planten daarbij niet te ver zij. Ook
het snoeien en spuiten dient beëin
digd te worden, behoudens een paar
nader te noemen uitzonderingen.
In den moestuin.
Reeds in het begin van de maand,
voor zoover het weer meewerkt
natuurlijk, kunnen sla, bloemkool en
sjalotten buiten worden uitgeplant,
alsmede voorgeteelde erwten, en
peulen, capucijnders en tulnboonen,
gevormde met vlammende kelken,
als bloemenzuilen oprijzende plan
ten.
Maar dat was de overgang uit
de prairiën naar hoog Californië,
als door de hel naar het paradijs.
Opeens reed hij de hallen bin
nen van een onmetelijken tempel.
Wat een heerlijkheid wat een
vruchtbaarheidNeen zoo iets....
Boomen van driehonderd voet
hoog en hooger!
Neen daar is de Sint Jan van
Maastricht niets tegen en toch ook
hij is hocg.
Daar staat er een, die waarlijk
allen overtreft "eel meer dan
vierhonderd voet, schiet hij recht
de lucht in en wat een om
vang! wat een omvang! wat een
doorsnede wat een takken, die
eerst opeen hoogte van vijftig tot
zestig meter uit den kolossalen
stam schieten.
Helaas de speculatie heeft ook
de woudreuzen, de patriarchen de
wouden den oorlog verklaard, de
bijl heeft haar slagen doen hooren
in de eenzaamheid en gevallen
zijn de koningen der wouden,
onttroond van hun verheven zetels
en de bergen mogen wel verzuch
ten: »de kroon is ons van t hoofd
gevallen 1"
Maar in Amerika is niets heilig
voor den gouddorst.
Toch heeft de regeering het
behoud van enkelen der pracht-
boomen bevolen en er is een
»heilig" woud te zien, maar wei-
Zaaien kan men om denzelfden tijd
spinazie, raapstelen, koolrabi, radijs,
peterselie en zomerrapen.
In de tweede helft van Maart leg
gen we al de volgers van erwten,
capucijners en peulen. Dan leggen
we bij goed weer tevens de niet-
voorgeteelde tuinboonen en late
aardappelen. ook de voorgekiem-
de vroege aardappelen.
Om dien tijd zaaien we voorts
roode en witte kool. pompoenen,
rabarber, kropsla, snijsla, selderie,
prei, uien en wortelen.
In den bloementuin.
Verschillende bloemplanten kunnen
we in het begin van Maart zaaien
in kistjes en zaaipannen. die we in
de kamer voor een raam op het
Zuiden zetten of in de serre. We
dekken met glas en zoolang het
zaad nog niet gekiemd is, leggeu we
papier over het glas. Zoo gauw de
plantjes zichtbaar worden, moet het
papier er afveel licht moet dan
worden toegelaten en er moet dan
meer en meer worden gelucht. De
plantjes worden spoedig in andere
bakken en daarin op grooter afstand
verspeend. Voor zulke cultuur komen
in aanmerking: Asters, Phlox, Petunia,
Zinnia en Verbena.
Buiten kunnen we Anemonen
plaDten - 5 a 7 c.M. diep en op
10 c.M. onderlingen afstand, Ra
nonkels. Gladiolen, Tijgerbloemen,
Kaapsche Hyacinthen, sommige
Lelies en ook nog Spiraea.
Zoo gauw de vorst, die in de
eerste dagen van Maart zich nog
deed gelden, is afgetrokken, moeten
de rozen aanstonds van dek worden
ontdaan. Tegen dat geen zware
nachtvorsten meer zijn te vreezen,
snoeien we ze op een buitenoog.
In de tweede helft van Maart
kunnen we Vuurpijlen planten en
Montbretia's. Het uitzetten van voor-
jaarsplanten op de perken, moet dan
ook niet langer worden uitgesteld.
We noemen Vergeet-me-nietjes,
Violen, Phlox enz.
Op het einde van de maand moet
de tuin er weer keurig uitzien
randen moeten dan zijn afgestoken
en paden geschoffeld.
In Maart kunnen we de Begonia
koollen laten voorspruiten door ze
in bakjes of potten in een verwarmd
vertrek te plaatsen, vóór een venster
op het Zuiden. Men legt ze één cM.
onder de aarde en met de holle zijde
naar boven. Vochtig houden. Begin
Juni kunnen ze buiten op 25 cM.
worden uitgeplant.
In den fruittuin.
Zooals we in den aanhef reeds
zeiden, moet het planten en verplan
ten, spuiten en snoeien van fruit-
boomen worden beëindigd. Met het
snoeien echter van perziken en
Abrikozen hebben we zoo'n haast
niet gemaakt. Indien het noodig is
snoei deze boomen niet te veel
doen we dat in Maart, wanneer
de bloemknoppen goed zichtbaar
zijn. Zoodra de bloei begint, moeten
de bloemknoppen worden beschermd,
want deze boomen bloeien vroeg en
in een tijd, waarin nog felle nacht
vorsten kunnen heerschen. Het is
daarom wel goed om den bloei wat
tegen te houden door rijshout voor
de boomen of struiken te plaatsen,
waardoor de zon mioder kan toe
treden.
De gewone winterbespuiting met
carboleum moet beëindigd zijn. maar
wel is het goed om in deze maand
nog met Bordeauxsche pap (4 pet.)
de vruchtboomen te bespuiten, die
last hebben van schurft of andere
schimmels. Men moet dat doen,
vóór het ontplooien der knoppen.
In het begin van Maart kan men
nog aardbei-bedden aanleggen.
nig zijn er overgebleven.
Maar ziet daarDaar is een
roode boom, - een roode zuil
met groene kroon, dat is de
roode houtboom, ginds klimt
de suikerden met zoet hars, om
hoog naast den ranken Califor-
nischen edelden.
Wonder land! Waarlijk!
Altijd groene eiken rijzen uit
boschages van bloeiende laurieren
op, en hemelhooge wit blikkende
platanen dalen naar de rivieren af-
De ruiter kon zijn oogen niet
gelooven.
Langzaam ging het de helling
af naar de rivier, die statig en
helder hare zilveren wateren
voortstuwde naar de breede vallei.
Dat moest de San Sacrament
zijn.
Wist hij het maar
Maar geen mensch te zien.
Altijd dezelfde doodsche stilte;
dezelfde eenzaamheid.
Van menschen geen spoor.
En er zouden reeds zoovele
menschen zijn.
Had hij dan de richting gemist.
Het was tegen den avond.
En de enkele reuzenboomen
stonden onbewegelijk als hooge
gouden koepels, te vlammen in
den purperen hemel van den
avond.
Weer volgt hij eene richting
een open weg, door het woud,
steeds afdalend naar de rivier.
Op eens staat een Indiaan voor
hem, onbewegelijk zooals altijd,
Kamerplanten.
Wie in Augustus van het vorige
jaar Pelargoniums (Geraniums) en
Fuchsia's stekte, moet deze nu op
potten of verpotten. Ook de oude
planten brengt men weer aan het
groeien door ze wat meer water te
geven en in het licht te brengen.
Alle kamerplanten verlangen weer
wat mest. Met de winterrust van
Clivia's is het eveneens gedaan,
ze moeten nu regelmatig water
hebben.
De meeste kamerplanten kunnen
op het einde van de maand worden
verpot, maar men kan dat ook zeer
goed nog een maand uitstellen, zonder
dat het de planten zal schaden. Neem
vooral geen te groote potten. Indien
een pot geheel en al doorworteld is,
moet men een grootere nemen, waarin
de oude pot precies past.
verstoort Uw gestel
en humeur. Neem
geen sterk werken
de purgeermiddelen,
doch de een normale
ontlasting gevende
t J 0.65 p. flacon.
Ingekomen en vertrokken
personen
van 26 Febr tot 4 Maart
INGEKOMEN
K Praszh, carosseriebouwer, Hen-
seniusplein 9 van Keulen
J. Vollmer, idem
W. M. H. Sangers, leerares land-
bouwhuishoudschool, Eindstraat 6
van Venlo
J. W. B. Janssen, z.b., Eindstraat
6 van Horst
J. de Vries, kommies der belastin
gen. Hofstraat 3 van Bergen (L.)
A. P. M. Deckers, verpleegster,
St. Annalaan 5 van Eindhoven
B. A. A. Achten, hoofdonderwijzer,
Oostrum D 46 van N. O. Indië.
VERTROKKEN
A. W. van Alst. verpleegster,
naar Munstergeleen. Patersstraat .90;
D. L. M. A. Janssen, z b., naar
's Bosch, Enchevavistraat 28
W. v. d. Ven, dienstbode, naar
Helden. Grashoek 966
J.. Th. Janssen, idem, naar Vier
lingsbeek
M. P. v. Maris, idem, naar Deurne
K 7;
A. Vermeulen en gezin, landbou
wer, naar 's Heer Arendskerke,
Nieuw kraaiert
M. C. H. van Ooi, dienstbode,
naar Venlo. Straelsche weg 62;
D. de Haen, verpleegster, naar
Medemblik, Meerlaan 7;
J. Nooyen, dienstknecht naar Horst
J. H. Weiten, zonder beroep, naar
Broekhuizen A 66;]
H. W. Bouwman, kapper, naar
Bemmel, Plak 361;
J. A. H. Tonnaer, slager, naar
Thorn. Steegputstraat 54;
K. van den Heuvel, kleermaker,
naar Asten, Emmastraat 17;
I M. F. Versteegen, winkeljuffrouw,
naar Swalmen A 502;
Fr. Poels en geziD, koopman naar
Antwerpen;
J. Smits, dienstbode naar Maashees;
F. Pouwels, "zonder beroep, naar
Oss. Palmstraat 10;
M. Wientjes, dienstbode, naar
Boxmeer.
Volksgeloof en zuigeling.
Van de pasgeboren kinderlje
met den strakkenblik niet van
hem afgewend rustend op zijn
buks.
Ook deze droeg een diadeem,
een kroon van reigerveeren.
De ruiter ook stond stil en ver
roerde zich niet.
De Indiaan sprak het eerst.
Vrede zij den blanken broe
der brengt hij vrede ook
Vrede, was het antwoord.
Wil hij niet jagen op onze
gronden, niet visschen in onze
wateren? De Groote Geest heeft
ze ons gegeven, zij behooren
tot den stam der Sioux, der »zeven
raadsmuren", ik ben het opper
hoofd, »den vliegende reiger" ge
naamd.
Maar geen vrede brengen de
blanken, oorlog en hongersnood.
^Vliegende Reiger" schudde het
hoofd Vfees nietBlanke man!
De Sioux hebben deze landen ver
laten, zij zijn teruggekeerd naar
het land waar hun vaderen ge
boren zijn.
Weer hield hij op.
Vliegende Reiger is gekomen
om afscheid te nemen van de
graven zijner vaderen, onder de
reuzenboomen van den berg en
om ze onherkenbaar te maken
voor de blanken.
De ruiter luisterde aandachtig
en toch eerbiedig.
Voor de blanken is niets
heilig. Recht is geen recht voor
de blanken. De stam der Sioux
heeft de oorlogsbijl begraven, en
in de wieg hangt de toekomst
van een volk af.
Het is dan ook verklaarbaar,
dat de meest verschillende gebrui
ken en opvattingen over de eerste
levensdagen in omloop zijn en dat
wij daarin bij alle schoone symbo
len toch steeds weer de ernst ont
moeten en niet de vroolijkheid en
zorgeloosheid, die in de andere
volksgebruiken zoo'n groote plaats
innemen. Aan de wieg wordt een
rekening met het lot opgesteld,
waarvan de voornaamste posten
leven en dood heeten.
De kinderlijk, maar daarom niet
minder besliste wensch om de
toekomst te leeren kennen, treedt
hier wel zeer sterk naar voren.
De baker voorspelt nog in vele
streken het lut van den nieuwen
wereldburger en als zijn kansen
niet te best staan, haalt men het
kind tusschen de spaken van een
wagenrad door. Het rad is n.l.
het oude symbool van de warmte
eu zegan verspreidende zon en
verdrijft alle booze machten, die
misschien boven het kleine hoofdje
zweven. En als de baker te veels
goeds voorspelt, wikkelt de moeder
haar kind in een donker keuken
schort er. legt het in een sche-
merigen hoek om het te bewaren
voor hoogmoed.
De meest ontwikkelde menschen
en de bewoners der groote steden
zien op deze gebruiken zeer terecht
neer als bijgeloof. Toch hebben
vele van die gebruiken een goede
reden van bestaan, want door
zich daaraan te houden, wordt
vanzelf hel voornaamste in acht
genomen wat bij de verzorging
van den zuigeling van belang is.
Wij denken bijv. aan de waarschu
wing om een kind van nog geen
jaar nooit na middernacht en een
ongedoopt kind zelfs in het geheel
niet alleen te laten, omdat het
anders de zeeronaangenamegave
van het tweede gezicht kan krij
gen. Is dit geen verstandige ma
nier om een jong moedertje, dat
anders misschien haar plichten
aan de wieg zou vergeten om 'n
dorpsfeest tot het einde toe mee
te maken, daarvan terug te hou
den
Zoo is ongetwijfeld voorzichtig
heid ook de drijfveer geweest bij
het bedenken van de waarschuwing
dat men niet over een klein kind
moet heenloopen omdat bet dan
niet meer groeit.
Hoe licht kan immers een vol
wassene over de spelende en kri
oelende kinderen struikelen en
een groot ongeluk veroorzaken,
waardoor misschien inderdaad de
verdere groei van het kind" wordt
belemmerd.
Ook de waarschuwing dat kin
deren niet door vreemde personen
mogen worden aangeraakt, heeft
een zeer eenvoudigen hygienischen
ondergrond al kan men dien niet
verklaren aan een eenvoudige
vrouw op het platteland, die er
eenvoudig haar schouders over
zou ophalen met de opmerking
dat zijzelf en haar grootmoeder
ook wel groot geworden zijn zon
der al dien onzin van hygiëne.
Dezelfde reden heeft geleid tot
het voorschrift, dat het goed van
zuigelingen en volwassenen niet
door elkaar mag gewasschen wor
den, omdat dan het kind pas laat
of in het geheel niet leert spreken
en zijn versland leert gebruiken.
Een paedagogische overweging
gaf aanleiding tot het voorschrift
on. een kind niet te prijzen waar
het zelf bij is, omdat bei dan juist
de tegengestelde eigenschappen
zal gaan ontwikkelen. Zoo zien
wij, dat volksgeloof nog niet al
tijd gelijk is te stellen met bijge
loof. Wij, die zoo trotsch zijn, op
is heengetogen naar den onder
gang der zon.
Hij wees naar het Westen.
Weet Vliegende Reiger mij te
zeggen, waar de blanken werken
aan den stroom?
De Indiaan wees met zijn linker
hand naar den kant der zee.
Blanken woelen daar in den
grond en wasschen de aarde en
zoeken de schatten.
Kan vliegende Reiger den
weg aanwijzen, aan zijn blanken
broeder
Zonder een woord te spreken,
keerde de Indiaan zich om.
Zijn paard aan den teugel lei
dende, ging hij voorop.
Weldra vormde de helling een
soort van voorsprong.
Hier hield hij stil.
De ruiter volgde hem.
Met de hand toonde hem zijn
stomme gids, een plaats aan hun
voet.
Hel was een niet groote rivier-
vlakte, zand scheen het te zijn en
menschen gingen heen en weer.
IToe klein ook van die hoogte
gezien, men kon ze toch er
kennen.
Toen keerde hij zich om ?n
verdween in het woud.
De ruiter noemde halfluid »de
placers," en daalde omlaag door
het bosch.
Wordt vervolgd.