Tweede Blad van ..PIEL EM MAAS Ia twee werelddeelen ,Goed te zijn." FEUILLETON Pluimveeteelt. Kerkelijke oudheden te Venray. Feest te Merselo Verslag Vleesch- keuringsdienst 1931. Zaterdag 5 Maart 1932 Drie en vijftigste Jaargang No. 10 •j* Op 20 Februari j.l. was het drie jaren geleden, dat de bekende Duit- sche priester dr. Carl Sonnenschein te Berlijn gestorven is. Hij werd niet vergeten, al kreeg hij geen standbeeld, want hij kreeg het meest duurzame monument in de dankbare harten van groot en klein. Zijne goedheid en het volkomen toewijden van zich zelf aan het volk zullen nooit ui. de herinnering wor den weggerukt van de duizenden, die zijn goedheid ondervonden. Welke plaats hij innam in de harten van taüooze bewoners der wereldstad, waar hij leefde en stierf, bleek bij zijn begrafenis. De N. Tilb. Ct. brengt deze in herinnering. HecJ Berlijn stond stil zonder dat een verkeersagent zijn arm in de lucht behoefde te steken. En wat misschien nog meer zegt, geen enkele Berlijner mopperde daarbij Dit zegt Ernst Tbrasolt in zijn boek over „den mensch en het werk" van dr. Carl Sonnenschein, die er bij voegt, dat wanneer ge vraagd werd wie er zoo indruk wekkend begraven werd, de naam „Dr. Sonnenschein" voor allen genoeg sprak. En dat is iets in een wereldstad, waar men ge woonlijk van de katholieke pries ters zoo wat niets afweet. Drie uur lang stonden de men- schen te wachten bij zijn graf, eer zij bij den rand konden komen om een handvol aarde op de kist te werpen. En toen een communist vroeg, wie daar zoo begraven werd, want dat had meer van een volksver huizing, toen kreeg hij ten ant woord „Dat is een priester, die geen salaris had en toch vele dui zenden spijzigde en kleedde." In één woord, volgens Deling, was het aldus „Sonnenschein leefde als een bedelaar en stierf als een koning." In de Weenscbe „Reichspost" schreef een Weensche vrouw, L. Th Hofgraff, op zijn sterfdag eenige herinneringen over deze geweldige persoonlijkheid. Sonnenschein had, gelijk met weet, een Secretariaat Sozialer Studenten arbeit in Berlijn. Daar geschiedde van alles wat maar in de groote- stadszielzorg hulp kan brengen. Er was daarbij ook het bureau, dat werkte met een perfecte kartho- teek en waar Sonnenschein alle mogelijke menschen ontving. L. Hofgraff beschrijft nu haar komst op dat bureau De ruime wachtkamer stampvol. 15 tot 20 personen. Grootestads- menschen, alle lagen; der maat schappij. Mondaine dames afge werkte proletariërs met verharde gezichten studeerenden kunste naren. Ook dezulken, die men het kan aanzien, dat zij van het leven niets meer verwachten. De gede- classeerden. De paria's- De schrijfsters had raad noodig in godsdienstige aangelegenheden. Men moest reeds een paar dagen te vorenaanvragen, omdat, al duurde de zittijd van 's morgens 9 tot 's avonds 9 "uur er wel zestig personen geholpen moesten worden Zij was om 3 uur ontboden en om 6 uur werd zij toegelaten. Zij had drie uur gehad "om zich voor te bereiden, maar toen zij tegenover de groote .figuur stond, 2akte alles in een. Sonnenschein luisterde eerst nauwelijks naar wat zij zeide, omdat hij geheel nauwkeurig haar 32 Nachtuil zal een plaats wij zen aan zijn blanken broeder, om het aas van den verrader er in te werpen. Helpen zal hij zijn blanken broeder niet. En hij ging Meester Dorrens vooruit en bracht hem door het bosch naar een kleine open plek, heerlijk omhangen door bloeiende lianen, die zich zelfs van den eenen boom naar den anderen ge slingerd hadden en een prachtig prieel vormden onder groene slin gers, een bloeinenhemel. Hier was een boom ontworteld en stak met zijn wortels van een kant hoog in de lucht. Toen sprong de Indiaan op zijn onovertreffelijk schoon ros, dat hem gevolgd was als een hond, en verdween. Meester Dorrens voelde iets on aangenaams bij het lijk van den »wilden hond». Maar hij wilde, dat hij zou begraven worden als een christen mensch en toch, het walgde hem den doode aan te raken. Twee breede takken schoof hij onder het lijk en zoo trok hij het langzaam naar de plaats, welke kaart invulde. Dat was een hoofd zaak voor de werking van het bureau. Op een gegeven oogenblik ging de telefoon. „....Ja, dr. Sonnenschein... Jawel Dat komt uit... Ik heb hem aanbevolen, zeker... gestolen Neen, daar komt niets van. U moogt het niet aangevenDat verbied ik u. Haal de onnoozele vijftig mark maar aan mijn huis af. En stuur den man terstond naar hier. Ja, ik heb verder geen tijd." De schrijfster zegt, dat het groot energiek gelaat met het bekende breede litteeken rood was gewor den en dat zijn oogen fonkelden. In heiligen toorn. „Hij legde den hoorn neer en kwam rustig op mij af. Toen hij mijn besluiteloosheid en mijn vragenden blik bemerkte, voegde hij er bij alsof hij het tele foongesprek nog voortzette„Wij mogen niemand veroordeelen, want wij weten niet, of wij in gelijke omstandigheden niet hetzelfde had den "gedaan en'misschien nog erger. Ook kunnen wij niet weten in hoever ieder voor zijn zonden verantwoordelijk is. Dat weet God alleen." Toen moest de schrijfster met haar vregen beginnen. Maar zij gevoelde zich zoo klein, dat zij niets meer wist. Om nu toch iets te zeggen vroeg zij „Waarin bestaat voor ons grootestadsmenschen de volmaakt heid Met veel nadruk antwoordde hij „In goed te ziju". Dat was het geheele antwoord van dr. Sonnenschein. De N. Tilb. Ct. voegt hieraan toe Maar dat was ook zijn dage- lijksche bezigheid „goed t® zijn' voor allen aan wie hij maar goed kon doen... En daarom werd deze priester- bedelaar als een koning begraven. En wanneer alle katholieken van zijn kracht waren en zoo goed voor den armen evenmensch, dan konden zij de wereld omzetten. Ten minste zoover als Christus zijn profetie over de altijddurende vervolging der Kerk zich daar mede kon vereenigen. Dr. Sonnenschrin was ook te Roermond geen onbekende. Jaren geleden trad bij eenige malen op in „Geloof en Wetenschap" en hij was een der meest gevierde conferenciers die ooit in deze vereeniging gespro ken hebben. Dr. Sonnenschein was een buiten gewoon priester, maar ook een voor beeld voor den leeken-apostel, die uit elk katholiek naar voren moet treden. Zijn drie woorden „goed te zijn' omvat het geheele program, welks uitvoering in onzen tijd van tot het uiterste toegespitste tegenstellingen, geëischt wordt van eiken katholiek die immers de zending heeft meege kregen goed te zijn voor zijn naaste welk gebod door Christus zelve in waarde gelijk is gesteld met het ge bod van God te dienen. „Goed te zijn." Het zij het streven van elk katho liek tegenover allen, met wie hij in dagelijkschen omgang verkeert. Goed door het woord, goed door de daad. vooral in de kleine daden, waarvan het leven een aaneenschakeling is Groote daden toch zijn meestal alleen voor de Sonnenscheins weg gelegd, waarvan een eeuw er slechts weinige voortbrengt. Maar dat schijnt een heele toer te zijn, anders zouden weldra de eerste tijden van het Christendom herleven, toen de heidenen van de Christenen zeiden „Ziet hoe zij elkaar bemin nen." de Indiaan hem had aangewezen Hier was er ruimte voor alles, de takken mede toen dekte hij het met bladeren, groen en bloe men toe en de aarde, die aan de opgestoken wortels hing, los makend, was weldra alles diep onder den zwaren grond bedol ven. Een oogenblik knielde Meester Dorrens er neer, hij wilde een kruis slaan en bidden toen hij opeens opsprong, in allerijl zijn paard opzocht, dat hem hinne- kend verwelkomde en de prairiën inrende, alsof de duivel hem ach terna zat. Nu naar de goudzoekers, hoorde men hem mompelen. En de stille blanke, die zijn hart elders had, werd van dien dag af aan niet meer gezien in de jachtgronden der Huronen. Eenzaam en verlaten lag daar het graf van den «wilden hond» in de diept 3 der bosschen. HET GOUDLAND. Het was een wonderlijk woord, dat opeens in het begin der eeuw als een electrische schok, eerst door de nieuwe, toen over den oceaan, door de oude wereld trok. Er was een goudland gevonden. Geen land met goudmijnen, neen, een land, waar het goud zoo maar in den grond zat, ver mengd met de aarde, geheele vlak ten, langs de oevers der rivieren Men heeft mij gevraagd of er werkelijk geen afdoend middel is om de kippen, die eieren opeten die hinderlijke gewoonte af te leeiei Opruimen en verhuizën naar den soepketel is 't radicaalste en 't zekerste, maar er zijn altijd menschen die daar heel moeilijk toe besluiten kunnen. Soms, als 't een van de beste legsters is, kan ik 't mij voor stellen, dat opruimen moeilijk valt, doch afzonderen van de andere dieren is in ieder geval altijd nood zakelijk, want de kip, behept met deze ondeugd, pikt 't ei stuk, en als de gele dooier te vootschijn komt. vliegen dadelijk de anderen er op af om mee te helpen opeten, en als dat eenige keeren gebeurd is, beginnen ook deze met 't stukpikken der eieren. Meestal zit de eerste oorzaak in 't opeten van stukgevallen eieren als ze eenmaal den smaak te pakken hebben, is Leiden in nood Als middel om af te leeren wordt vaak een kippenei genomen en uit geblazen, ik veronderstel dat ge dat allen nog uit uw jongensjaren kent. Nu vult ge 't leege ei met een dunne breiachtige massa, die bestaat uit water, meel, peper en mosterd. Ge begrijpt 't al, 't moet heel leelijk zijn, en 't resultaat met zulke eieren (die ge na vulling bij de gemaakte ope ningen met gesmolten kaarsvet dicht maakt) is dan ook heel vaak zeer bevredigend I Nu nog even iets over die malaise Velen vragen zich, nu de kuiken- tijd aankomt, af, of onze productie in 't land niet te groot wordt en de bedrijven ingekrompen moeten wor den. Ik las daarop verleden week een zeer waar antwoord in „De Bedrijfspluimveehouder". Dit blad schrijft 't volgende „Nemen we aan dat hier te lande de hoenderstapel met 10 pet. ver minderd wordt (en dat is toch al héél wat) dan geeft dat op de ge heele wereldproductie nog geen 1 pet. vermindering. Zou nu één pet. vermindering cok maar iets invloed hebben op de wereldprijzen van eieren (Want daar moet Nederland zich tenslotte ook naar regelen). Wij, aldus dat blad, gelooven niet dat de prijzen zich daardoor ook maar iets laten beïovIoedeD of omhoog gaan." Tenslotte gelooft dit blad niet, dat de prijzen in 't voorjaar lager dan 2i/t a 3 cent zullen komen, en dat daarop voor de pluimveehouders, wel een geringe, doch toch nog eenige winst gemaakt kan worden. Hoe was de handel in de afge- loopen maand Januari 't Begon met een geweldigen aanvoer van witte eieren. Mede door de lage prijzen der koelhuiseieren uit België bleef het verbruik van eieren groot. Half Januari werd de vraag in 't buitenland drukker. Hoewel tot einde Januari de productie steeds grooter werd. werd alles vlot verkocht in 't buitenland, wat wel een bewijs is, dat bij lagere prijzen de consumptie belangrijk toeneemt. Intusschen moeten we ons door dat schrikbeeld „malaise" niet teveel laten beïnvloeden. Niemand kan met zekerheid zeggen hoe lang 't duren zal en wat de toekomst zal brengen en... zooals bij ziekte het lichaam zelf tegengiften fabriceert om de ziektekiemen het hoofd te bieden en staande te blijven, zoo gaat 't ook met deze alom heerschende wereld ziekte. Natuur en menschelijk ver nuft helpen mede om van den an deren kant ook de uitgaven tot een minimum te beperken. We moeten bezuinigen, waar we kunnen. Ik denk hier b.v. aan de zelfent- methode 1 vooral, waar het goud niet gedol ven werd, maar gewasschen uit het zand. Zooals te Miask in Aziatisch Rusland waar de arme Polen in ijskoud water stonden en een pond goud opwoog tegen zoovele mensehenlevens. Maar het waren dan ook maar katholieke Polen. Zooiets was in Amerika zelfs nog niet gehoord. Zelfs Pizarro en Peru, Gortez en Mexico, met hun onmetelijke goudschatten, hadden zooiets niet En een ware koorts greep de wereld aan. Een land, waar het goud maar voor het oprapen was een too- verland, het beloofde land, het land der toekomst het land waar u alles tegenlachte, het land der toekomst, het land alleen in het bezit van den too- versleutel, het goud, dat u een leven opende van geluk, genot en zaligheid 1 Wie droomde er toen niet van dat land Het was als een spook, dat er rondzweefde over de geheele we reld, de bode van koortsige onrust van brandende begeer lijkheid van gloeienden goud dorst de bode, die de huisge zinnen van elkander scheurde de ouders van de kinderen, de kinderen van de ouders, een spook, dat geheimzinnig wenkie aan menige deur en dan stonden Er was een geweldige tegenstrijd, zeker, maar de zelfentmethode pro fiteerde van den malaisetijd en al gingen de ander prijzen door deze plotseling ontstane concurrentie van 10 cent omlaag tot 6 cent, 4 cent was op een groot aantal nog een belangrijk verschil, terwijl men nog 't voordeel heeft het te kunnen doen wanneer men zelf 't beste kan. Volgens een juist ontvangen prijs lijst constateer ik met vreugde dat ook deze prijzen voor 't aanstaan de seizoen weer verlaagd zijn en groote partijen reeds onder de drie cent per dier komen. Tevens is er dit jaar ook weer iets nieuws onder de zon, wat ook wel weer een zeer begrijpelijken strijd met zich zal brengen, doch dat door ons pluimveehouders jui chend begroet moet worden In 't vervolg zal ook iedere leek zijnjeigen kippen en kuikens op pul- lorum kunnen onderzoeken op zeer eenvoudig wijze en als ik de brochure goed gelezen heb zijn deze onkosten 3 a 4 cent per dier. Wie kent niet de misère van deze zeer besmette lijke én erfelijkeziekte onder de kuikens Op de groote voordeelen van 't bloedonderzoek, nu ge weer op 't punt staat kuikens te koopen, kom ik een volgenden keer nog eens uitvoerig terug. N.K. Fr. H. Door A. F. VAN BEURDEN. MERSELO. Onder talrijke blijken van belangstelling vierde de heer J. M. Michels Zaterdag zijn 80sten ge boortedag. 's Morgens werd eene H. Mis van dankzegging opgedragen. Den heelen dag bleven schriftelijke en mondelinge, zelfs telegrafische geluk- wenschen toestroomen, wel een bewijs, hoe de 80-jarige door allen bemind en geëerd wordt. Om 4 uur togen de Fanfare, het Zangerskoor en de Besturen der ver schillende vereenigingen naar de woning van den feestvierenden. Hier werden onder degelijke leiding van den heer Mathieu Arts een paar muzieknummers uitgevoerd. Thans ver tolkte Wethouder Pubben in gevoelvolle, uit het hart gewelde woorden de ge voelens van allen, door hulde te bren gen aan Jammeties," heden geteekend met acht kruisjes, voor al het goede, in zijn levensloop volbracht. Hij was niet alleen een man van diep geloof door zijne diensten aan de kerk aan te bieden, (hij is thans nog de onver moeide koor- en voorzanger, tevens de ijverige Penningmeester van het Kerk bestuur), maar tevens verleende hij aan zijne dorpsgenooten steeds hulp, waar die van hem gevraagd, en dit op het voetspoor van zijn onvergetelijken vader, geheel belangeloos. Hoeveel verdiensten heeft hij zich verworven als raadslid en als wet houder. In het College van B. en W. werden zijne adviezen zeer op prijs gesteld en gewaardeerd. Hij was op richter en bestuurslid van verschillende vereenigingen en geeft zich nog aan eenige geheel en al. De heer Michels bedankte a len recht hartelijk, vooral wethouder Pubben, voor de hulde hem gebracht, en stelde voor, wegens het gure weer, in de zaal nog eens gezellig onder elkaar te zitten Hier werden nog eenige muzieknum mers zeer correct uitgevoerd. Ten slotte sprak de heer J. Janssen een woord van dank tot den feesteling voor alles, in zijn levensbaan volbracht, en voor den genotvollen avond, aan de ge- noodigden verschaft. Moge de met jeugdige levenskracht bedeelde 80-jarige „Jammeties" nog lang in blakende gezondheid voortleven te midden zijner dierbare familie en dorpsgenooten en moge het prachtige cadeau, hem door de verschillende ver eenigingen aangeboden, hem een blijde herinnering zijn aan dezen schoonen dag. Ad muitos annos. ook menige plaatsen open aan den haard. En dan toog men naar dat land van het goud. Langs alle wegen toog men naar dat land. En dat land heette Californië. Dat \va3 in het begin der vorige eeuw. Later had men de Transvaal- sche goudvelden, die het perfiede Engeland, met verkrachting van alle recht, met vertrapping van alle gevoel schandelijk ver overde en met bloed en puin be dekte Wat scheelt het Engeland, als het ook goud moet opdelven van onder bloed, puin en lijken, als het maar goud vindt. Hoeveel mensehenlevens mogen er wel kleven aan elk pond goud dat Engeland dolf in Transvaal, van hoevele weerlooze vrouwen, van hoeveel onschuldige kinderen Van hoevelen En weer gaat een andere naam door Europa, Klondyke I in het barre Noorden, te midden van sneeuw en ijsvelden, ten koste van onmenschelijke ontberingen, vreeselijke opofferingen, onmen schelijke pogingen en inspannin gen, kortom, van een vernielde gezondheid, uitgeputte krachten, maar men vond goud. Al keert men weer als een schim, voor zijn heele leven een ongelukkig schepsel, al beven de gekromde vingers, al schokt III. Het kapelletje der H Oda nuby de Hiept. Het leven der H. Oda verhaalt wondere dingen over haar verblijf, leven en vertrek van Venray. Vooral eer zij de Peel overtrok, heeft zij zich nog omgewend en met de oogen gericht op Venray. gebid voor zijn heil en zegen afgesmeekt. Op de plaats waar zij bad „den omsienden berg" op den weg naar Merselo, heeft men een kapelletje opgericht, een baksteenen open gebouwtje, ver nieuwd in het begin der XVIIIe eeuw. Het bevat in een nis een oud beeldje der H. Oda. Het kapelletje te Merselo. In Merselo staat een baksteenen Heiligenbeeld-huisje uit de XlXe eeuw. Op gemetselden voet, staat in de nis een houten beeld van den H. Johannes uit de tweede helft der XVe eeuw. Kapel van St. Jozef op de Smakt, In den tijd toen de Katholieken vervolging begon in 1648 in het land van Cuijk en de Meijerij wer den er noodkerken op de vrije ge bieden opgericht. Zöö in de Peel bij de Crayenhut voor Deurne, Asten Vlierden, Bakel en op de Smakt voor Vierlingsbeek, Overloon, Maashees. Boxmeer was een vrij gebied onder de eigen heeren van 's Heerenberg en daar kwamen de katholieken van Sambeek, Vortum, Mullem, Beugen, en St. Anthonis heen, om hunne kerkelijke plichten te vervullen, 't Was een treurige tijd. Te Smackt, vlak over de grens, die door de Luenbeek gevormd wordt, had men een huis ingericht als kerkenhuis en later een kapel van St. Joseph gebouwd. De kapel gebouwd in 1699 is nog bewaard en bestaat uit een bak steenen eenvoudige bedehuisje met klein torentje op den nok. De kapel is in 1860 aan de voorzijde vergroot. Het altaar is getooid met adoranten en cherubijnen en draagt het wapen van den Heer ^an Macken, Bouwens van der Boeije en van Gelder. In de kapel waren vroeger de volgende houten beelden aanwezig van den H. Jozef met kind, pl.m 1700, H. Laurentius. eerste helft 18e eeuw, H. Lucia, idem, Kruisbeeld midden 18e eeuw. Ook de schilderijen op doek pl.m. 1700. Miskelk met wapen Bouwens v.d. Boye van 1700. In 1886 werd door wijlen den architect Kayser van Venlo een ranke kapel gebouwd, bestaande uit een driebeukig schip van drie tra veeën of vakken en met een driezijdig besloten koor. De Smakt is de oudste bedevaart plaats naar St. Jozef in Nederland. Wijlen rector Cremers uit Lottum heeft zich gedurende een halve eeuw zeer verdienstelijk gemaakt voor den vooruitgang der bedevaart en het dorp. Hij was een waardig herder en een ijverig priester. De kerk te Merselo. De kerk te Merselo is evenals die van de Smakt door wijlen den ar chitect Kaijser gebouwd in 1890. Het koor uit de XVe eeuw is blijven staan. Dit was opgetrokken in staand verband met eenvoudige steunbeeien, waar tusschen slanke spitsboogvensters met moderne ge brandschilderde glazen prijkten. De kraagsbeenen onder de schalken zijn gebeeldhouwd. In het polygoon is een gewelfsteen met den H. Joannes den Dooper, van welken ook een 15e eeuwsch houten beeld aanwezig is. Nog bezit de kerk vier gegoten koperen kandelaars en meer andere zaken. In de oude kapel stonden de vol gende gebrandschilderde glazen vol gens de Maasgouw A. Een ruit met de wapens van Schenk van Nijdeggen en Romer, deze tak v. S. v. N. woonde op Schenkenburg, het nu verdwenen kasteel te Sevenum. B. St. Joannes Evangelist en Maria Boodschap. C. OpschrifBJan van Lent, schepen des KerspelsVenray ende Maria Rutten. sijn huijsvrouw Anno 1666. D. Vfcuwe Albertina van Schagen, vrouwe der Selver Heerlickheden. vrouwe van Geijsteren en Oostrum Anno 1666. E. Paulus de Paderborn, scriba huius ditionis Kessel et Isabella Maes de Loeckre. F. Tbijske Jans, weduwe Jans- zaliger D.O. Anno 1668. In het rectoraat zijn ook nog ge schilderde glazen. Wordt vervolgd. als een levende puinhoop het ge heele arme lichaam men heeft goud gevonden. Goud en alles is gezegd. En het is een wonder land, dal goudland van Californië. Het grenst aan de prairiën en splitst zich in twee deelen. Laag of oud, noord of hoog Californië. Hier is het goudland, het be ruchte. Het is een van God gezegend land, een eenig land. Rijk onder elk opzicht, rijk aan alle schatten. Vruchtbaar, onuitputtelijk overdankbaar voor den minsten arbeid van menschenhanden. Een klimaat, een eeuwige lente. Een land van bloemen en zon neschijn van vruchten en gou den oogsten. Trotsche eikenwouden kronen de bergen met groene, ruischende diademen, eiken wouden, die soms witte vruchten dragen, het brood der inboorlingen. Als door machtige hallen, door reuzenstammen geschraagd, en velen eeuwig groen, zoo wandelt gij onder deze groene, wuivende koepels. Dan volgen roode ceders blinkende platanen sombere treurende cypressen alles af wisselend met de prachtig opge bouwde, wijdvertakte argavensoort, toen onder den naam van aloe bekend, die op de flanken der Gemeente Venray. Aantal gewone slachtingen. Runderen 498 Vette kalveren 328 Nuchter kalveren 122 Eenhoevige dieren 0 Varkens 1875 Schapen 9 Geiten 5 Totaal 2837 Aantal noodslaclitingen. Runderen 73 Vette kalveren 15 Nuchter kalveren 3 Eenhoevige dieren 3 Varkens 34 Schapen 0 Geiten 0 Totaal 128 Aantal keuringen gestorven dieren. Runderen 24 Vette kalveren 3 Nuchter kalveren 1 Eenhoevige dieren 9 Schapen 0 Geiten 0 Totaal 37 Onder dé rubriek gestorven dieren zijn ook opgenomen de slachtdieren, welke bij het onderzoek onmiddellijk konden worden afgekeurd. Bacteriologisch vleeschonderzoek. Aantal gevallen waarin vleesch bacteriologisch is onderzocht. Runderen 18 Vette kalveren 6 Nuchter kalveren 4 Paarden 1 Varkens 5 Aantal gevallen, waarin vleesch na bacteriologisch onderzoek in con sumptie kon worden gebracht Runderen 7 Vette kalveren 6 Nucbter kalveren 2 Paarden 1 Varkens 2 Afkeuringen geheele dieren. Runderen 36 Vette kalveren 8 Nuchter kalveren 3 Paarden 9 Varkens 16 der bergen oprijzen, lichtend in het donkere groen der wouden, als reusachtige pyramidale ken- delabres. Wilde, onbeschaafde, bloeddor stige stammen zwierven door deze gezegende landen eri leefden van jacht- en vischvangst. Wild in overvloed herten en reeën schieten door de wouden heen, bliksemsnel, het trotsche gewei in den nek, beeren huizen in het hooggebergte en klein wild bevolkt de vlakten langs de ri vier. De godsdienst bracht hier, zoo als altijd en overal, de eerste be «chaving. Paters, eenvoudige zonen van den II. Franciscus. in het kleed der armoede en der nederigheid, predikten het kruis en het geloof, en het Christendom gaf ook hier verzachting der zeden, veredeling des harten, breideling der hart stochten, verheffing van den ar beid, in één woord, beschaving. Aan den voet van hel kruis, teelde deze bloera, een-ware kruis bloem, welig. Vruchtbare weilanden 'oedpkten de vlakten, aan welige akkers golfden de gouden korenaren, langs de hellingen klommen oran je- en citroenboomen met hun goudschemerende vruchten, dadelplanten schudden hun zwaar beladen trossen olijfboomen geuren alom en de katoenstruik

Peel en Maas | 1932 | | pagina 5