Tweede Blad van ..PIEL EM MAAS
Ia twee werelddeelen
,Goed te zijn."
FEUILLETON
Pluimveeteelt.
Kerkelijke oudheden
te Venray.
Feest te Merselo
Verslag Vleesch-
keuringsdienst 1931.
Zaterdag 5 Maart 1932
Drie en vijftigste Jaargang No. 10
•j* Op 20 Februari j.l. was het drie
jaren geleden, dat de bekende Duit-
sche priester dr. Carl Sonnenschein
te Berlijn gestorven is.
Hij werd niet vergeten, al kreeg
hij geen standbeeld, want hij kreeg
het meest duurzame monument in de
dankbare harten van groot en klein.
Zijne goedheid en het volkomen
toewijden van zich zelf aan het volk
zullen nooit ui. de herinnering wor
den weggerukt van de duizenden,
die zijn goedheid ondervonden.
Welke plaats hij innam in de
harten van taüooze bewoners der
wereldstad, waar hij leefde en stierf,
bleek bij zijn begrafenis.
De N. Tilb. Ct. brengt deze in
herinnering.
HecJ Berlijn stond stil zonder
dat een verkeersagent zijn arm in
de lucht behoefde te steken. En
wat misschien nog meer zegt, geen
enkele Berlijner mopperde daarbij
Dit zegt Ernst Tbrasolt in zijn
boek over „den mensch en het
werk" van dr. Carl Sonnenschein,
die er bij voegt, dat wanneer ge
vraagd werd wie er zoo indruk
wekkend begraven werd, de naam
„Dr. Sonnenschein" voor allen
genoeg sprak. En dat is iets in
een wereldstad, waar men ge
woonlijk van de katholieke pries
ters zoo wat niets afweet.
Drie uur lang stonden de men-
schen te wachten bij zijn graf, eer
zij bij den rand konden komen
om een handvol aarde op de kist
te werpen.
En toen een communist vroeg,
wie daar zoo begraven werd, want
dat had meer van een volksver
huizing, toen kreeg hij ten ant
woord „Dat is een priester, die
geen salaris had en toch vele dui
zenden spijzigde en kleedde."
In één woord, volgens Deling,
was het aldus „Sonnenschein
leefde als een bedelaar en stierf
als een koning."
In de Weenscbe „Reichspost"
schreef een Weensche vrouw, L. Th
Hofgraff, op zijn sterfdag eenige
herinneringen over deze geweldige
persoonlijkheid.
Sonnenschein had, gelijk met weet,
een Secretariaat Sozialer Studenten
arbeit in Berlijn. Daar geschiedde
van alles wat maar in de groote-
stadszielzorg hulp kan brengen.
Er was daarbij ook het bureau,
dat werkte met een perfecte kartho-
teek en waar Sonnenschein alle
mogelijke menschen ontving.
L. Hofgraff beschrijft nu haar
komst op dat bureau
De ruime wachtkamer stampvol.
15 tot 20 personen. Grootestads-
menschen, alle lagen; der maat
schappij. Mondaine dames afge
werkte proletariërs met verharde
gezichten studeerenden kunste
naren. Ook dezulken, die men het
kan aanzien, dat zij van het leven
niets meer verwachten. De gede-
classeerden. De paria's-
De schrijfsters had raad noodig
in godsdienstige aangelegenheden.
Men moest reeds een paar dagen
te vorenaanvragen, omdat, al
duurde de zittijd van 's morgens
9 tot 's avonds 9 "uur er wel zestig
personen geholpen moesten worden
Zij was om 3 uur ontboden en
om 6 uur werd zij toegelaten.
Zij had drie uur gehad "om zich
voor te bereiden, maar toen zij
tegenover de groote .figuur stond,
2akte alles in een.
Sonnenschein luisterde eerst
nauwelijks naar wat zij zeide,
omdat hij geheel nauwkeurig haar
32
Nachtuil zal een plaats wij
zen aan zijn blanken broeder, om
het aas van den verrader er in
te werpen. Helpen zal hij zijn
blanken broeder niet.
En hij ging Meester Dorrens
vooruit en bracht hem door het
bosch naar een kleine open plek,
heerlijk omhangen door bloeiende
lianen, die zich zelfs van den
eenen boom naar den anderen ge
slingerd hadden en een prachtig
prieel vormden onder groene slin
gers, een bloeinenhemel.
Hier was een boom ontworteld
en stak met zijn wortels van een
kant hoog in de lucht.
Toen sprong de Indiaan op zijn
onovertreffelijk schoon ros, dat
hem gevolgd was als een hond,
en verdween.
Meester Dorrens voelde iets on
aangenaams bij het lijk van den
»wilden hond». Maar hij wilde,
dat hij zou begraven worden als
een christen mensch en toch, het
walgde hem den doode aan te
raken.
Twee breede takken schoof hij
onder het lijk en zoo trok hij het
langzaam naar de plaats, welke
kaart invulde. Dat was een hoofd
zaak voor de werking van het
bureau. Op een gegeven oogenblik
ging de telefoon.
„....Ja, dr. Sonnenschein... Jawel
Dat komt uit... Ik heb hem
aanbevolen, zeker... gestolen
Neen, daar komt niets van. U
moogt het niet aangevenDat
verbied ik u. Haal de onnoozele
vijftig mark maar aan mijn huis af.
En stuur den man terstond naar
hier. Ja, ik heb verder geen tijd."
De schrijfster zegt, dat het groot
energiek gelaat met het bekende
breede litteeken rood was gewor
den en dat zijn oogen fonkelden.
In heiligen toorn. „Hij legde den
hoorn neer en kwam rustig op mij
af. Toen hij mijn besluiteloosheid
en mijn vragenden blik bemerkte,
voegde hij er bij alsof hij het tele
foongesprek nog voortzette„Wij
mogen niemand veroordeelen, want
wij weten niet, of wij in gelijke
omstandigheden niet hetzelfde had
den "gedaan en'misschien nog erger.
Ook kunnen wij niet weten in
hoever ieder voor zijn zonden
verantwoordelijk is. Dat weet God
alleen."
Toen moest de schrijfster met haar
vregen beginnen. Maar zij gevoelde
zich zoo klein, dat zij niets meer
wist. Om nu toch iets te zeggen
vroeg zij „Waarin bestaat voor ons
grootestadsmenschen de volmaakt
heid
Met veel nadruk antwoordde hij
„In goed te ziju".
Dat was het geheele antwoord
van dr. Sonnenschein.
De N. Tilb. Ct. voegt hieraan
toe
Maar dat was ook zijn dage-
lijksche bezigheid „goed t® zijn'
voor allen aan wie hij maar goed
kon doen...
En daarom werd deze priester-
bedelaar als een koning begraven.
En wanneer alle katholieken van
zijn kracht waren en zoo goed
voor den armen evenmensch, dan
konden zij de wereld omzetten.
Ten minste zoover als Christus
zijn profetie over de altijddurende
vervolging der Kerk zich daar
mede kon vereenigen.
Dr. Sonnenschrin was ook te
Roermond geen onbekende. Jaren
geleden trad bij eenige malen op in
„Geloof en Wetenschap" en hij was
een der meest gevierde conferenciers
die ooit in deze vereeniging gespro
ken hebben.
Dr. Sonnenschein was een buiten
gewoon priester, maar ook een voor
beeld voor den leeken-apostel, die
uit elk katholiek naar voren moet
treden.
Zijn drie woorden „goed te zijn'
omvat het geheele program, welks
uitvoering in onzen tijd van tot het
uiterste toegespitste tegenstellingen,
geëischt wordt van eiken katholiek
die immers de zending heeft meege
kregen goed te zijn voor zijn naaste
welk gebod door Christus zelve in
waarde gelijk is gesteld met het ge
bod van God te dienen.
„Goed te zijn."
Het zij het streven van elk katho
liek tegenover allen, met wie hij in
dagelijkschen omgang verkeert. Goed
door het woord, goed door de daad.
vooral in de kleine daden, waarvan
het leven een aaneenschakeling is
Groote daden toch zijn meestal
alleen voor de Sonnenscheins weg
gelegd, waarvan een eeuw er slechts
weinige voortbrengt.
Maar dat schijnt een heele toer te
zijn, anders zouden weldra de eerste
tijden van het Christendom herleven,
toen de heidenen van de Christenen
zeiden „Ziet hoe zij elkaar bemin
nen."
de Indiaan hem had aangewezen
Hier was er ruimte voor alles, de
takken mede toen dekte hij
het met bladeren, groen en bloe
men toe en de aarde, die aan
de opgestoken wortels hing, los
makend, was weldra alles diep
onder den zwaren grond bedol
ven.
Een oogenblik knielde Meester
Dorrens er neer, hij wilde een
kruis slaan en bidden toen hij
opeens opsprong, in allerijl zijn
paard opzocht, dat hem hinne-
kend verwelkomde en de prairiën
inrende, alsof de duivel hem ach
terna zat.
Nu naar de goudzoekers,
hoorde men hem mompelen.
En de stille blanke, die zijn
hart elders had, werd van dien
dag af aan niet meer gezien in
de jachtgronden der Huronen.
Eenzaam en verlaten lag daar
het graf van den «wilden hond»
in de diept 3 der bosschen.
HET GOUDLAND.
Het was een wonderlijk woord,
dat opeens in het begin der eeuw
als een electrische schok, eerst
door de nieuwe, toen over den
oceaan, door de oude wereld trok.
Er was een goudland gevonden.
Geen land met goudmijnen,
neen, een land, waar het goud
zoo maar in den grond zat, ver
mengd met de aarde, geheele vlak
ten, langs de oevers der rivieren
Men heeft mij gevraagd of er
werkelijk geen afdoend middel is om
de kippen, die eieren opeten die
hinderlijke gewoonte af te leeiei
Opruimen en verhuizën naar den
soepketel is 't radicaalste en 't
zekerste, maar er zijn altijd menschen
die daar heel moeilijk toe besluiten
kunnen. Soms, als 't een van de
beste legsters is, kan ik 't mij voor
stellen, dat opruimen moeilijk valt,
doch afzonderen van de andere
dieren is in ieder geval altijd nood
zakelijk, want de kip, behept met
deze ondeugd, pikt 't ei stuk, en als
de gele dooier te vootschijn komt.
vliegen dadelijk de anderen er op af
om mee te helpen opeten, en als dat
eenige keeren gebeurd is, beginnen
ook deze met 't stukpikken der
eieren. Meestal zit de eerste oorzaak
in 't opeten van stukgevallen eieren
als ze eenmaal den smaak te pakken
hebben, is Leiden in nood
Als middel om af te leeren wordt
vaak een kippenei genomen en uit
geblazen, ik veronderstel dat ge dat
allen nog uit uw jongensjaren kent.
Nu vult ge 't leege ei met een dunne
breiachtige massa, die bestaat uit
water, meel, peper en mosterd. Ge
begrijpt 't al, 't moet heel leelijk zijn,
en 't resultaat met zulke eieren (die
ge na vulling bij de gemaakte ope
ningen met gesmolten kaarsvet dicht
maakt) is dan ook heel vaak zeer
bevredigend I
Nu nog even iets over die malaise
Velen vragen zich, nu de kuiken-
tijd aankomt, af, of onze productie
in 't land niet te groot wordt en de
bedrijven ingekrompen moeten wor
den. Ik las daarop verleden week
een zeer waar antwoord in „De
Bedrijfspluimveehouder". Dit blad
schrijft 't volgende
„Nemen we aan dat hier te lande
de hoenderstapel met 10 pet. ver
minderd wordt (en dat is toch al
héél wat) dan geeft dat op de ge
heele wereldproductie nog geen 1
pet. vermindering. Zou nu één pet.
vermindering cok maar iets invloed
hebben op de wereldprijzen van
eieren (Want daar moet Nederland
zich tenslotte ook naar regelen). Wij,
aldus dat blad, gelooven niet dat de
prijzen zich daardoor ook maar iets
laten beïovIoedeD of omhoog gaan."
Tenslotte gelooft dit blad niet, dat
de prijzen in 't voorjaar lager dan
2i/t a 3 cent zullen komen, en dat
daarop voor de pluimveehouders,
wel een geringe, doch toch nog
eenige winst gemaakt kan worden.
Hoe was de handel in de afge-
loopen maand Januari 't Begon
met een geweldigen aanvoer van
witte eieren. Mede door de lage
prijzen der koelhuiseieren uit België
bleef het verbruik van eieren groot.
Half Januari werd de vraag in 't
buitenland drukker. Hoewel tot einde
Januari de productie steeds grooter
werd. werd alles vlot verkocht in 't
buitenland, wat wel een bewijs is,
dat bij lagere prijzen de consumptie
belangrijk toeneemt.
Intusschen moeten we ons door
dat schrikbeeld „malaise" niet teveel
laten beïnvloeden. Niemand kan met
zekerheid zeggen hoe lang 't duren
zal en wat de toekomst zal brengen
en... zooals bij ziekte het lichaam
zelf tegengiften fabriceert om de
ziektekiemen het hoofd te bieden en
staande te blijven, zoo gaat 't ook
met deze alom heerschende wereld
ziekte. Natuur en menschelijk ver
nuft helpen mede om van den an
deren kant ook de uitgaven tot een
minimum te beperken. We moeten
bezuinigen, waar we kunnen.
Ik denk hier b.v. aan de zelfent-
methode 1
vooral, waar het goud niet gedol
ven werd, maar gewasschen uit
het zand.
Zooals te Miask in Aziatisch
Rusland waar de arme Polen
in ijskoud water stonden en een
pond goud opwoog tegen zoovele
mensehenlevens. Maar het waren
dan ook maar katholieke Polen.
Zooiets was in Amerika zelfs
nog niet gehoord.
Zelfs Pizarro en Peru, Gortez en
Mexico, met hun onmetelijke
goudschatten, hadden zooiets niet
En een ware koorts greep de
wereld aan.
Een land, waar het goud maar
voor het oprapen was een too-
verland, het beloofde land,
het land der toekomst het land
waar u alles tegenlachte, het
land der toekomst, het land
alleen in het bezit van den too-
versleutel, het goud, dat u een
leven opende van geluk, genot
en zaligheid 1
Wie droomde er toen niet van
dat land
Het was als een spook, dat er
rondzweefde over de geheele we
reld, de bode van koortsige
onrust van brandende begeer
lijkheid van gloeienden goud
dorst de bode, die de huisge
zinnen van elkander scheurde
de ouders van de kinderen, de
kinderen van de ouders, een
spook, dat geheimzinnig wenkie
aan menige deur en dan stonden
Er was een geweldige tegenstrijd,
zeker, maar de zelfentmethode pro
fiteerde van den malaisetijd en al
gingen de ander prijzen door deze
plotseling ontstane concurrentie van
10 cent omlaag tot 6 cent, 4 cent
was op een groot aantal nog een
belangrijk verschil, terwijl men nog
't voordeel heeft het te kunnen doen
wanneer men zelf 't beste kan.
Volgens een juist ontvangen prijs
lijst constateer ik met vreugde dat
ook deze prijzen voor 't aanstaan
de seizoen weer verlaagd zijn en
groote partijen reeds onder de drie
cent per dier komen.
Tevens is er dit jaar ook weer
iets nieuws onder de zon, wat ook
wel weer een zeer begrijpelijken
strijd met zich zal brengen, doch
dat door ons pluimveehouders jui
chend begroet moet worden
In 't vervolg zal ook iedere leek
zijnjeigen kippen en kuikens op pul-
lorum kunnen onderzoeken op zeer
eenvoudig wijze en als ik de brochure
goed gelezen heb zijn deze onkosten
3 a 4 cent per dier. Wie kent niet
de misère van deze zeer besmette
lijke én erfelijkeziekte onder de
kuikens Op de groote voordeelen
van 't bloedonderzoek, nu ge weer
op 't punt staat kuikens te koopen,
kom ik een volgenden keer nog eens
uitvoerig terug.
N.K. Fr. H.
Door A. F. VAN BEURDEN.
MERSELO. Onder talrijke blijken
van belangstelling vierde de heer J.
M. Michels Zaterdag zijn 80sten ge
boortedag. 's Morgens werd eene H.
Mis van dankzegging opgedragen.
Den heelen dag bleven schriftelijke
en mondelinge, zelfs telegrafische geluk-
wenschen toestroomen, wel een bewijs,
hoe de 80-jarige door allen bemind en
geëerd wordt.
Om 4 uur togen de Fanfare, het
Zangerskoor en de Besturen der ver
schillende vereenigingen naar de
woning van den feestvierenden.
Hier werden onder degelijke leiding
van den heer Mathieu Arts een paar
muzieknummers uitgevoerd. Thans ver
tolkte Wethouder Pubben in gevoelvolle,
uit het hart gewelde woorden de ge
voelens van allen, door hulde te bren
gen aan Jammeties," heden geteekend
met acht kruisjes, voor al het goede,
in zijn levensloop volbracht. Hij was
niet alleen een man van diep geloof
door zijne diensten aan de kerk aan
te bieden, (hij is thans nog de onver
moeide koor- en voorzanger, tevens de
ijverige Penningmeester van het Kerk
bestuur), maar tevens verleende hij aan
zijne dorpsgenooten steeds hulp, waar
die van hem gevraagd, en dit op het
voetspoor van zijn onvergetelijken vader,
geheel belangeloos.
Hoeveel verdiensten heeft hij zich
verworven als raadslid en als wet
houder. In het College van B. en W.
werden zijne adviezen zeer op prijs
gesteld en gewaardeerd. Hij was op
richter en bestuurslid van verschillende
vereenigingen en geeft zich nog aan
eenige geheel en al.
De heer Michels bedankte a len recht
hartelijk, vooral wethouder Pubben,
voor de hulde hem gebracht, en stelde
voor, wegens het gure weer, in de zaal
nog eens gezellig onder elkaar te zitten
Hier werden nog eenige muzieknum
mers zeer correct uitgevoerd. Ten slotte
sprak de heer J. Janssen een woord
van dank tot den feesteling voor alles,
in zijn levensbaan volbracht, en voor
den genotvollen avond, aan de ge-
noodigden verschaft.
Moge de met jeugdige levenskracht
bedeelde 80-jarige „Jammeties" nog
lang in blakende gezondheid voortleven
te midden zijner dierbare familie en
dorpsgenooten en moge het prachtige
cadeau, hem door de verschillende ver
eenigingen aangeboden, hem een blijde
herinnering zijn aan dezen schoonen dag.
Ad muitos annos.
ook menige plaatsen open aan
den haard.
En dan toog men naar dat land
van het goud.
Langs alle wegen toog men
naar dat land.
En dat land heette Californië.
Dat \va3 in het begin der vorige
eeuw.
Later had men de Transvaal-
sche goudvelden, die het perfiede
Engeland, met verkrachting van
alle recht, met vertrapping van
alle gevoel schandelijk ver
overde en met bloed en puin be
dekte
Wat scheelt het Engeland, als
het ook goud moet opdelven van
onder bloed, puin en lijken, als
het maar goud vindt.
Hoeveel mensehenlevens mogen
er wel kleven aan elk pond goud
dat Engeland dolf in Transvaal,
van hoevele weerlooze vrouwen,
van hoeveel onschuldige kinderen
Van hoevelen
En weer gaat een andere naam
door Europa, Klondyke I in het
barre Noorden, te midden van
sneeuw en ijsvelden, ten koste
van onmenschelijke ontberingen,
vreeselijke opofferingen, onmen
schelijke pogingen en inspannin
gen, kortom, van een vernielde
gezondheid, uitgeputte krachten,
maar men vond goud.
Al keert men weer als een
schim, voor zijn heele leven een
ongelukkig schepsel, al beven de
gekromde vingers, al schokt
III.
Het kapelletje der H Oda
nuby de Hiept.
Het leven der H. Oda verhaalt
wondere dingen over haar verblijf,
leven en vertrek van Venray. Vooral
eer zij de Peel overtrok, heeft zij
zich nog omgewend en met de oogen
gericht op Venray. gebid voor zijn
heil en zegen afgesmeekt. Op de
plaats waar zij bad „den omsienden
berg" op den weg naar Merselo,
heeft men een kapelletje opgericht,
een baksteenen open gebouwtje, ver
nieuwd in het begin der XVIIIe
eeuw. Het bevat in een nis een oud
beeldje der H. Oda.
Het kapelletje te Merselo.
In Merselo staat een baksteenen
Heiligenbeeld-huisje uit de XlXe
eeuw. Op gemetselden voet, staat
in de nis een houten beeld van den
H. Johannes uit de tweede helft der
XVe eeuw.
Kapel van St. Jozef op de Smakt,
In den tijd toen de Katholieken
vervolging begon in 1648 in het
land van Cuijk en de Meijerij wer
den er noodkerken op de vrije ge
bieden opgericht. Zöö in de Peel
bij de Crayenhut voor Deurne, Asten
Vlierden, Bakel en op de Smakt voor
Vierlingsbeek, Overloon, Maashees.
Boxmeer was een vrij gebied onder
de eigen heeren van 's Heerenberg
en daar kwamen de katholieken van
Sambeek, Vortum, Mullem, Beugen,
en St. Anthonis heen, om hunne
kerkelijke plichten te vervullen,
't Was een treurige tijd.
Te Smackt, vlak over de grens,
die door de Luenbeek gevormd
wordt, had men een huis ingericht
als kerkenhuis en later een kapel van
St. Joseph gebouwd.
De kapel gebouwd in 1699 is nog
bewaard en bestaat uit een bak
steenen eenvoudige bedehuisje met
klein torentje op den nok. De kapel
is in 1860 aan de voorzijde vergroot.
Het altaar is getooid met adoranten
en cherubijnen en draagt het wapen
van den Heer ^an Macken, Bouwens
van der Boeije en van Gelder.
In de kapel waren vroeger de
volgende houten beelden aanwezig
van den H. Jozef met kind, pl.m
1700, H. Laurentius. eerste helft 18e
eeuw, H. Lucia, idem, Kruisbeeld
midden 18e eeuw.
Ook de schilderijen op doek pl.m.
1700. Miskelk met wapen Bouwens
v.d. Boye van 1700.
In 1886 werd door wijlen den
architect Kayser van Venlo een
ranke kapel gebouwd, bestaande uit
een driebeukig schip van drie tra
veeën of vakken en met een driezijdig
besloten koor.
De Smakt is de oudste bedevaart
plaats naar St. Jozef in Nederland.
Wijlen rector Cremers uit Lottum
heeft zich gedurende een halve eeuw
zeer verdienstelijk gemaakt voor den
vooruitgang der bedevaart en het
dorp. Hij was een waardig herder
en een ijverig priester.
De kerk te Merselo.
De kerk te Merselo is evenals die
van de Smakt door wijlen den ar
chitect Kaijser gebouwd in 1890.
Het koor uit de XVe eeuw is
blijven staan. Dit was opgetrokken
in staand verband met eenvoudige
steunbeeien, waar tusschen slanke
spitsboogvensters met moderne ge
brandschilderde glazen prijkten. De
kraagsbeenen onder de schalken zijn
gebeeldhouwd. In het polygoon is
een gewelfsteen met den H. Joannes
den Dooper, van welken ook een
15e eeuwsch houten beeld aanwezig
is. Nog bezit de kerk vier gegoten
koperen kandelaars en meer andere
zaken.
In de oude kapel stonden de vol
gende gebrandschilderde glazen vol
gens de Maasgouw
A. Een ruit met de wapens van
Schenk van Nijdeggen en Romer,
deze tak v. S. v. N. woonde op
Schenkenburg, het nu verdwenen
kasteel te Sevenum.
B. St. Joannes Evangelist en
Maria Boodschap.
C. OpschrifBJan van Lent, schepen
des KerspelsVenray ende Maria
Rutten. sijn huijsvrouw Anno 1666.
D. Vfcuwe Albertina van Schagen,
vrouwe der Selver Heerlickheden.
vrouwe van Geijsteren en Oostrum
Anno 1666.
E. Paulus de Paderborn, scriba
huius ditionis Kessel et Isabella Maes
de Loeckre.
F. Tbijske Jans, weduwe Jans-
zaliger D.O. Anno 1668.
In het rectoraat zijn ook nog ge
schilderde glazen.
Wordt vervolgd.
als een levende puinhoop het ge
heele arme lichaam men heeft
goud gevonden.
Goud en alles is gezegd.
En het is een wonder land, dal
goudland van Californië.
Het grenst aan de prairiën en
splitst zich in twee deelen.
Laag of oud, noord of hoog
Californië.
Hier is het goudland, het be
ruchte.
Het is een van God gezegend
land, een eenig land.
Rijk onder elk opzicht, rijk aan
alle schatten.
Vruchtbaar, onuitputtelijk
overdankbaar voor den minsten
arbeid van menschenhanden.
Een klimaat, een eeuwige lente.
Een land van bloemen en zon
neschijn van vruchten en gou
den oogsten.
Trotsche eikenwouden kronen
de bergen met groene, ruischende
diademen, eiken wouden, die
soms witte vruchten dragen, het
brood der inboorlingen.
Als door machtige hallen, door
reuzenstammen geschraagd, en
velen eeuwig groen, zoo wandelt
gij onder deze groene, wuivende
koepels.
Dan volgen roode ceders
blinkende platanen sombere
treurende cypressen alles af
wisselend met de prachtig opge
bouwde, wijdvertakte argavensoort,
toen onder den naam van aloe
bekend, die op de flanken der
Gemeente Venray.
Aantal gewone slachtingen.
Runderen
498
Vette kalveren
328
Nuchter kalveren
122
Eenhoevige dieren
0
Varkens
1875
Schapen
9
Geiten
5
Totaal
2837
Aantal noodslaclitingen.
Runderen 73
Vette kalveren 15
Nuchter kalveren 3
Eenhoevige dieren 3
Varkens 34
Schapen 0
Geiten 0
Totaal 128
Aantal keuringen gestorven dieren.
Runderen 24
Vette kalveren 3
Nuchter kalveren 1
Eenhoevige dieren 9
Schapen 0
Geiten 0
Totaal 37
Onder dé rubriek gestorven dieren
zijn ook opgenomen de slachtdieren,
welke bij het onderzoek onmiddellijk
konden worden afgekeurd.
Bacteriologisch vleeschonderzoek.
Aantal gevallen waarin vleesch
bacteriologisch is onderzocht.
Runderen 18
Vette kalveren 6
Nuchter kalveren 4
Paarden 1
Varkens 5
Aantal gevallen, waarin vleesch na
bacteriologisch onderzoek in con
sumptie kon worden gebracht
Runderen 7
Vette kalveren 6
Nucbter kalveren 2
Paarden 1
Varkens 2
Afkeuringen geheele dieren.
Runderen 36
Vette kalveren 8
Nuchter kalveren 3
Paarden 9
Varkens 16
der bergen oprijzen, lichtend in
het donkere groen der wouden,
als reusachtige pyramidale ken-
delabres.
Wilde, onbeschaafde, bloeddor
stige stammen zwierven door deze
gezegende landen eri leefden van
jacht- en vischvangst.
Wild in overvloed herten en
reeën schieten door de wouden
heen, bliksemsnel, het trotsche
gewei in den nek, beeren huizen
in het hooggebergte en klein wild
bevolkt de vlakten langs de ri
vier.
De godsdienst bracht hier, zoo
als altijd en overal, de eerste be
«chaving.
Paters, eenvoudige zonen van
den II. Franciscus. in het kleed
der armoede en der nederigheid,
predikten het kruis en het geloof,
en het Christendom gaf ook hier
verzachting der zeden, veredeling
des harten, breideling der hart
stochten, verheffing van den ar
beid, in één woord, beschaving.
Aan den voet van hel kruis,
teelde deze bloera, een-ware kruis
bloem, welig.
Vruchtbare weilanden 'oedpkten
de vlakten, aan welige akkers
golfden de gouden korenaren,
langs de hellingen klommen oran
je- en citroenboomen met hun
goudschemerende vruchten,
dadelplanten schudden hun zwaar
beladen trossen olijfboomen
geuren alom en de katoenstruik