In twee werelddeelen RIA RAGO, de Heldin van het Ndona-dal, FEUILLETON Gemengde Berichten Wethouder Odenhoven kan "namens zijne arbeiders-medeleden zeggen, dat die kleine belastingverhooglng door hen wordt noodig geacht. Spreker had ook wel liever anders gezien, maar er is nu eenmaal niets aan te doen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierop in stem ming gebracht en aangenomen met 7 stemmen voor en 5 stemmen tegen. Voor stemden de heeren Weth. Odenhoven, Geurts, Houben, Goemans Millen, Weth. Pubben en Jacobs. Tegen de heeren Van Dijck, Ver melden, Van Haren, Janssen en Stoot. Bij post 357, opbrengst belasting openbare vermakelijkheden, zou de heer Millen afschaffing wenschen van het minimum van f 20 voor de bioscoopvoorstellingen. Wellicht werd dan ook eens op werkdagen eene film gegeven en kwam er aldus weer wat in de gemeentekas. Nu zijn er velen, die niet naar devbioscoop gaan omdat zij des Zondags niet kunnen en er op werkdag geen gelegenheid is. Aldus krijgt de gemeente minder aan belasting binnen wellicht dan zij anders zoude krijgen. De Voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders de be lasting, en bijzonder het minimum van f 20. steeds meer hebben beschouwd als een rem tegen al te veel bioscoopvoorstellingen en deze rem is nog steeds niet overbodig. Wij behoeven heusch. het veelvuldig bioscoop bezoek niet te bevorderen. De heer Houben is het hiermede volkomen eens. Bij Hoofdstuk XIII Par. 3 wordt tegelijk de begrooting van den tak vau dienst, het bedrijf der'Gasfabriek, zonder discussie vastgesteld op f 30163,42 in baten en lasten en, voor wat den kapitaaldienst betreft, op f 7820 in inkomsten en uitgaven. Hierna wordt doorgegaan met de Gemeentebegrooting. Bij post 401 Kosten van aanleg en buitengewone verbetering van wegen en waterlossingen in de Peel, vraagt de heer Van Dijck w at daaronder wordt ver3taan. De Voorzitter antwoordt, datidit is een'jaarlijks terugkeerende be- grootingspost, waarvan gebruikt wordt naar behoefte. De heer Van Dijck wijst dan in dit verband op een weg te Yssel- steyn, dien hij in de aandacht van Burgemeester en Wethouders aanbe veelt. Aan het eind der behandeling van de begrooting gekomen, vraagt de heer Geurts nog om aanteekening van hetgeen door hem gezegd is omtrent de jaarwedden, waarop de Voorzitter antwoordt, dat de zakelijke inhoud van al het besprokene in de notulen*vermeld wordt, zooals trouwens het Reglement van Orde dit voorschrijft. De Gemeentebegrooting wordt^hierna in haar geheel;vastgesteld, voor wat den gewonen dienst betreft op f 313902,30 in inkomsten en uitgaven en voor wat den kapitaaldienst betreft op f 150216,28 in inkomsten en uitgaven. Alle aanwezige leden de heer Nelissen had, zooals gezegd, inmid dels de vergadering verlaten, zoodat das nog 12 leden aanwezig waren stemden voor. De heer Millen wil nog een enkel woordje zeggen over de commissie, waarover hét in de beide vorige vergaderingen is gegaan. Er is enkel bedoeld eene commissie, waartoe arbeiders, die bepaalde grieven hebben, zich kunnen melden, dat is alles. Tegen zulk een commissie kan toch niemand bezwaar hebben. Hij vertrouwt dan ook, dat Burgemeester en Wethouders alsnog zulk eer. commissie zullen in het leven roepen. De Voorzitter zegt, aan het gisteren door hem in deze gesprokene niets te hebben*toeite^voegen..jHij staat en£blijft staan tegenover alle redelijke grieven welwillend. De heer Millen vraagt verder of de regeling voor loonderving bij niet werkbaar weer enz. ook van toepassing is op de anderen dan de bij de beken te werk gestelden,"waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt. Nog vraagt de heer Millen of het ambtenarenreglement ook geldt voor de kantonniers, waarop lal^wederom een bevestigend antwoord van den Voorzitter volgt, voor zoover zij onder de pensioenwet vallen. Ten slotte vraagt de heer Millen nog betere verlichting van den Leunscheweg op bepaalde punten. De Voorzitter zegt, dat ook de verlichting van den Leunscheweg de volle aandacht heeft van Burgemeester en Wethouders, maar dat eene goede oplossing daar niet^zoo gemakkelijk is; er moetrekening gehouden worden met de op de begrooting uitgetrokkenfposten. Nu het toclrover verlichting.:gaat,1vraagt de heer Van Dijck hoe het staat met de aansluiting van Ysselsteyn aan het electrisch Det. Ook in deze aangelegenheid blijven Burgemeester en Wethouders volkomen diligent, zegt de Voorzitter. Aangezien het, behoudens onvoorziene omstandigheden, de laatste Raadsvergadering is van dit jaar, dankt de Voorzitter allen voor het vele ernstige en vruchtbare werk, dat dit jaar in onderlinge goede samenwerking en aangename verstandhouding in het belang der gemeente is verricht en wenscht hij alle Raadsleden en den Secretaris met hunne gezinnen een goed uiteinde van het oude en een gelukkig begin van het nieuwe jaar. Hierna niets meer aan de orde zijnde en geen det leden nog het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed. de nieuwe Film van Flores, die Woensdag a.s te Venray wordt vertoond Ongeveer vijf jaren geleden deed onder den naam van „Floresfilm" de eerste grooter opgezette Missie-film zijn intrede in ons land. Het werd een o'ngekend succes. Meer dan 2000 malen werd hij ver toond. Niet alleen in de groote steden trok hij wekenlang overvolle zalen maar ook drong hij door tot de meest afgelegen dorpen en gehuchten. Dit succes werd de aansporing om tot nieuwe opnamen over te gaan. Jarenlange ondervinding bij de vele 30 Ncnni, wat gij wilt kies, gij hebt ze gezien. De vos is voor u de beste, een trouw dier, en voor ons zwaar werk wal licht. Neem hem maar ik ben betaald en meer dan be taald, zoo groot is mijn schuld. Neen 1 zooveel geld heb ik nog bij me, ik ben niet arm, lachte hij bitter en boog het hoofd, en toch, ik ben zoo arm, zoo arm, maar daar nu niets van wat moet het kos ten want gij moet u een zwaarder dier aanschaffen, dit is zoo een om in dollen rit door de prairieün te zweven, dus goed voor mij een ander zal u betere en geëigender diensten doen. Neen vriend, geef wat gij wilt maar Meester Dorrens had reeds geld gereed en spoedig was de handel gesloten. Het middag maal werd in stilte genomen. Allen voelden het afscheid, wat komen ging. Zoo in den vreemde vinden zich de harten zoo licht en zoo innig. Bij de deur aan het hekken werd afscheid genomen. Hel paard stond er opgetuigd te wachten. vertooningen in Holland, Duitsch- land en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika daarbij een ern stige studie der moderne filmtechniek gaven de overtuigingdat er meer en beter werk gedaan kon worden op het gebied van Missiefilmen... De film „Ria Rago" wil daarvan een eerste proeve leveren. „Ria Rago" is geen luk-raak op genomen samenraapsel vau vreemde heidensche gebruiken en heldhaftige bekeeringspogingen. „Ria Rago" is inderdaad een nauwgezet uitgewerkt filmverhaal, vol spanning en aangrijpende dramatiek. Echter geen verhaal, dat alleen maar louter verzinsel is. In hoofdzaak is het de reconstructie eener gebeur tenis, die in 1923 werkelijk is ge schied. „Ria Rago" is niet opgenomen in een studio met gipsen achtergronden en papieren scenerieën is niet belicht Allen stonden bedroefd te kijken. Een handdruk werd gewisseld en hij had reeds den voet in den stijgbeugel, toen hij zich omkeer de, klein Maijken onstuimig aan greep, tegen zijn hart drukte en kuste op het voorhoofd. Toen drukte hij het kleine wichtje iels in de hand, sprong in het zadel »bid voor mij" riep hij nog en hij vloog meer weg, dan hij wegreed. Het trouwe, goede gezin staar de hem na, zoolang men hem zien kon. Toen ging ieder naar zijn werk en 's avonds sprak men nog lang van den wonderen vreemden man, die zoo ongelukkig scheen. „Wij zullen voor hem bidden," zei de vrouw, „eiken avond bij het slapengaan." „Moeder!" zei kleine Bertus, kijk eens wat klein Maijken heeft. Zij wil het niet afgeven, en heeft het van den vreemden man gekregen, ik heb het klaar gezien. "Maijken, laat zien! en de kleine opende het handje, en er viel een zilveren rozenkransje uit En de eenzame ruiter in de onafzienbare prairieën snikte: „Het rozenkransje van moeder zaliger, het is beter in haar on schuldige hand, en voort ging de wilde rit over de eindelooze groene vlakte. In de prairiën. Het eindelooze, het doodstille, onder de blauwige stralen van tien tallen Jupiterlampen is niet gespeeld door beroepsacteurs met geverfde gezichten en geoefend gebarenspel. „Ria Rago" is geworden in de rijke tropennatuur, onder wuivende palm- boomen, bij bruisende bergrivieren, temidden van het volle leven der kampongmenschen, ja zelfs in hun lage donkere huizen deze film is genomen bij den gloeienden gloed der tropenzon, met als spelers enkel rasechte inboorlingen. Sommigen onder hen waren nog heiden, de meesten hadden bovendien nooit eenig onderwijs genoten. Toch is hun spel subliem gewor den fijn in natuurlijkheid en nergens gekunsteld. Deze natuurmenschen vrij van alle gemaaktheid en schoolsche vor ming bleken in hun diepste wezen artis'en te zijn van den eersten rang. Naast den treffenden inhoud van het verhaal bezit „Ria Rago" een rijk maieriaal van volkenkundige waarde. De eerste wet bij alie op namen wasde grootst mogelijke getrouwheid aan inlandsche gebruiken en adat. (Adat is de ongeschreven wet van den inlander, die in alles stipt moet worden gevolgd). Zoo biedt deze film „Ria Rago" zoowel aan den eenvoudigen be schouwer als ook aan den man der wetenschap een onvergelijkelijk hoogstaand en tevens diep ontroe rend genot. Om gelijken tred te houden met den voortgang der filmtechniek werd besloten deze film te bewerken als geluidsfilm. Dr. J. Kunst deed daar voor musicale opnamen op Flores. De bekende film-componist F. Pobl verwerkte de Florineesche motieven in den film. De opname geschiedde op initiatief van Mgr. Arnold Verstraelen, Apos tolisch Vicaris der Kleine Soenda Eilanden, wien zeker eere toekomt voor zijn durf en doorzicht om het moderne middel der film in dienst te stellen van het Missiewerk. De spelers RIA RAGO, het moedige meisje. RAGO DA'OE.de hebzuchtige vader. ENG PA Dl, de hardvochtige moeder DAPO D )Kl, hartstochtelijk minnaar HADJI DASA, dweepzuchtige drijver MART1NUS KOENOE, catechist Dr. J. M. CANNOO, geneesheer Missionarissen, Zusters, Inlanders. HET VERHAAL. In den kampong Noea Nelloe. niet ver van de hoofdstatie Ndona op Flores, leefde heel gelukkig de familie Rago Da'oe. Rago en zijn vrouw Enga waren beiden nog heide nen. Toch hadden ze toegestaan, dat hun oudste dochter gedurende enkele jaren bij de zusters op school ging; omdat de Inlanders houden van gelijkluidendheid werd ze om haar doopnaam Maria voortaan Ria Rago genoemd. Drie zusjes had Ria Resi, de oudste was nog steeds heidin. Ze was moeders bijzondere lieveling deze had haar Resi nooit willen mis sen, en zoo was ze niet op school geweest De twee kleintjes Regina en Catharina waren beiden gedoopt, toen ze, bij een zware besmettelijke ziekte, door de goede zorgen der zusters van een bijna zekeren dood waren gered... Ria Rago was 'n levenslustig meisje, altijd vrooiijk en opgewekt. Onder de kundige leiding van haar ijverige moeder had ze een groote vaardigheid verworven in het weven en vlechten. Ook was ze ijverig in huis, keuken en op het veld. Daaren boven vereenigde ze in zich al die eigenschappen en hoedanigheden, die een jonge vrouw in de oogen van een Florinees bekoorlijk en aantrek kelijk maken. Nu leefde in den naburigen kam- pongRada Woewoe de heiden Dapo. Reeds lang voelde hij een tegenzin tegen zijn eerste vrouw, die langzaam maar zeker de schoonheid der jeugd had verloren... Hij klaagde zijn leed bij een Mahomedaanschen vriend Hadji Dasa. Deze. een echte propa gandist voor den Islam en een vijand der Missie, brengt hem op het ge- wenschte spoor „Neem Ria Rago... Ze is jong, mooi, lief,... en... 'n Christin... ha ha Dapo kent Ria als het knapste meisje in den omtrek, ook baar vader Rago een der meest geziene menschen der geheels streek, zelf heeft hij in stilte reeds aai haar ge dacht als tweede 'vrouw... en nu, nu de stem van den verleider zoo duide lijk voor hem klinkt, is zijn besluit genomen „Ria Rago... ja, die moet het zijn." Hadji Dasa zal den vader omtrent zijn gevoelens polsen en als de kansen gunstig staan, zoekt Dapo den barang (bruidschat) bijeen gouden sieraden, gèld... en. enkele paarden... Dat zal den oude wel vermurwen. Maar Rago is niet zoo spoedig tevreden. Hij is er zich wel van bewust welk een schat hij in zijn dochter bezit. Reeds laag heeft hij zijn hebzuchtig plan gevormd„Wie zijn mooie dochter wil hebben, moet hem rijk maken." En zoo klinkt zijn woord bij de eerste onderhandeling afwijzend: „Te weinig, Dapo. Je moet er nog een karbouw en tien rijksdaalders bij doen." Dapo is teleurgesteld. Onverrichterzake keert hij naar zijn kampong terug. Daar ontmoet hij Hadji Dasa. Spijtig zegt hij „Rago vraagt te veel... Nog tien rijksdaal ders cn een karbouw." De verleider echter beurt hem op „Niets te veel voor zoo'n meisje." en wat Dapo in het geheel niet had kunnen verwach ten „Geef jij het geld, dan schenk ik je die karbouw." Samen trekken ze naar Ndetoe Soko (grasvlakte), een kampong te midden van een prachtig met gras begroeid hoogland. Hier zwerven onbeheerd en half verwilderd de kudden karbouwen der bergmenschen. N een avontuurlijke jacht weet Hadji Dasa voor een redelijken prijs een kaïbouw te bemachtigen. Dapo jubelt. N.» zal Rago zijn aanzoek niet kunnen afslaan de barang is bij elkaarEn inderdaad als de hebzuchtige vad;r de blinkende rijks daalders ziet. is zijn regenstand over wonnen: „Dapo, R s is de jouwe." Rago had echter in zijn berekenin gen één ding vergeten een ding, dat de geheele stemming van zijn dochter had veranderd,... en waarvan niemand iets wisr ais de zusters en de man met den tangen baard op de Missiestati.»Ria is Christin ge worden... Ei wanneer nu R-igo z'n dochter mededeelt, dat ze aan Dapo is verkocht en hem moet volgen, merkt hij, dat de missionaris meer invloed heeft op zijn kind, dan hij „Vader... ik ben Christin... ik mag niet de vrouw worden van een ge trouwden man ik moet God meer gehoorzamen dan de menschen 1" Groote ontsteltenis bij Rago en Dapo Ria echter weet van geen wijken. Er wordt een voorloopige oplossing gevonden de barang wordt verdeeld. Dapo behoudt zoodoende het recht op Ria, en Rago zal in- tusschen zorgen, dat deze van meening verandert. Droeve dagen breken voor Ria aan. Daar ze niet wil toegeven aan smeekingen en beloften, wotdt zejd huis vastgebonden aan een paal.... wordt geslagen en mishandeld... Zes dagen later is er feest in Noea Nelloe. 't Is volle maan ea er wordt een nachtelijkedans gehouden. Overal is vreugde. Alleen Ria ligt eenzaam gebonden in de woning h irer ouders. Terwijl allen buicen zijn bij den dans ,en de tonen van den reizang zachtjes doordringen tot bij haar, rijpt een stout plan ze zal probeeren, het touw door te koagen... en te vluch ten... den nacht in... naar de zusters... Het gelukt 1 Met bloedende armpjes en hoofdwonden wordt ze bij de züsters opgenomen. Rago, die na den dans in zijn woniDg terugkeert en Ria niet meer vindt is wo;d:nd Hij kan wel ver- het steeds hetzelfde, niet treurig, ook niet vroolijke, zonder af wisseling. Altijd de groene vlakte, na uren en uren rijdens, reizens, trekkens, altijd een en hetzelfde, groene weiden, en aan deri gezichteinder steeds dezelfde wou den, reuzenboomen, waar aan de slingerplanten hun bloe- menranken grillig speelsch op hangen, waarachter ondoor- vorschte wildernissen, geheimnis sen van het oerwoud, niet z:jn duizenden stemmen, zijn som bere wegen als in een nooit ein digenden doolhof, het eeuwige, groene, sombere, stille, beweeg lijke raadsel als een oneindige sphinx, rijen aan rijen en weer nieuwe steeds nieuwe rijen en dat zonder einde en zonder afwisseling, groene zeeën, oceanen van groen, En dal duizenden mijlen lang en breed, steeds dezelfde groene wei, steeds hetzelfde groene, eeuwige bosch. Wel zijn zij goed eeuwig ge* heeten die wouden. De zon gaat onder, de zon gaat op, altijd hetzelfde tooneel, het' zelfde beeld. Dé schaduwen des avonds be dekken ze met de zwarte vou wen van het kleed des nachts het rozige zonnelicht giet zijn gouden golven over de wei, een groen tapijt met diamanten door- spikt en smaragden en robijnen aan den gezichteinder wan neer er cesi eind aan te zien is, datzelfJe statige, onverander lijke oerwoud. Hel was. twee dagen later. Meester Darrens naderde de jachlgponden, de wouden en mee- ren der Indianen. Zij waren hem bekend. Zij ook kenden den stlillen blanken, die zijn hart elders had. Langzaam reed hij voort. Hfer moesten zij ergens zijn en verwonderd zocht hij ze in de verte langzaam omblikkend te ontdekken. Het was een uur in den middag en in de schaduw van het woud reed hij stapvoets verder. Een wonderlijk kreunen treft zijn. oor. Dat heeft niets menschelijks meer, een rilling gaat hem door de leden, zijn vos spitst de ooren, maar niet onrustig. II j dringt het woud binnen in de richting van het gekerm en op eens bleef hij stokstijf staan als aan den grond genageld. Indianen wraak. Hel was ook een akelig schouw spel, dat /ich daar aanbood aan Meester Dorrens. Vreeselijker kon het wel niet. In een lichting in het woud aan den stam <>f beter op den stam van een iels vooruitstaanden boom, was liet naakte lichaam van een mensch, vastgebonden. De armen in de hoogte gestrekt achter den slam vastgesnoerd en in den stam vastgemaakt, de voe- moeden, waar zij naar toe is. Nau welijks is de zon den volgenden morgen opgegaan, of we zien hem op stap n ar Rada Woewoe. Hier treft hij Dapo. „Ria is gevlucht," is zijn bericht „ze moet wel bij de zusters zijn. We halen haar terstond terug." Juist zijn ze van plan er heen te gaan, als Hadji Dasa komt en alles verneemt. „Menschen," zegt hij, „weest verstandig. Wacht tot Zon dagmiddag. Dan zijn de zusters in de kerk en hebben we gemakkelijk spel." Rago laat zich overreden en keert naar huis terug, waar hij den wil onderzoekt van den Nitoe Pal (Groolen Geest), en daar de teekenen gunstig zijn, brengt hij een offer voor den goeden afloop van den roof. Zondagmiddag vier uur Vrooiijk klinkt het klokgelui over de Missie statie... tijd voor het Lof... tijd ook voor Rago en zijn vrienden... Ze sluipen het zustershuis binnen, rooven Ria van het ziekbed en sleuren haar langs ongebaande wegen terug naar den kampong... Hier beginnen voor het arme meisje drie lange maanden van mar teling. Telkens weer nieuwe folterin gen worden bedacht om haar te dwingen het ja te spreken, dat ze onmogelijk kan geven. Ria houdt vol, ondanks de gruwelijkste kwel lingen... Intusschen wordt Dapo ongedul dig. Hij heeft den prijs betaald en wenscht de aflevering... Wanneer hij voor den zooveelsten maal s avonds op visite komt, zijn de ouders bang, dat hij van den koop zal afzien. Met mokke (een soort jenever gewonnen uit palmboomen) trachten ze hem te paaien. Dapo, overmoedig door dronkenschap, gaat de kamer binnen, waar Ria gebonden ligt. In een op wellende bui van goedmoedigheid snijdt hij de koorden door. Met 'n uiterste krachtinspanning duwt Ria haar belager terug en vlucht naar buiten. Rago en Enga zien Ria ont snappen. Ze springen op en gaan haar achterna. Het is echter donker. Rago doet een misstap en tuimelt van een hooge steenen trap naar beneden. Daar blijft hij liggen. Hij wordt opgenomen en met een groote wonde aan het voorhoofd terug gebracht naar zijn woning. Dit is Ria's kans. Ze vlucht door de rivier verder... kruipt over geweldige rotsblokken... Ze kan de zusters niet meer bereiken. Ze heeft te veel geleden. Uitgeput zakt zij ineen voor het huis van den onder wijzer. Deo volgenden morgen als de familie Pondaag naar de kerk gaat, vinden ze voor de deur van hun woning een meisje met doorweekte kleeren, rillend van koorts. Voorzichtig wordt Ria op een draagbaar gelegd en naar de zusters gebracht. De dokter wordt in allerijl geroepen. Hij schudt bedenkelijk het hoofd „Pastoor, u zult haar moeten bedienen." Terwijl Ria in volle overgeving de laatste H. Sacramenten ontvangt, onderzoekt Rago opnieuw, na een rusteloozen nacht den wil van den Nitoe Pai. Telkens en telkens weer opnieuw zijn de voorieekenen ongunstig. Ten einde raad besluit hij het geld naac Dapo terug te brengen en den koop ongedaan te maken. Hij vreest onheil. Daarna gaat hij met Enga naar de pastorie „Pastoor, we hebben verkeerd gedaan. We zullen Ria niet verkoopen." Pastoor verwijt hun hebzucht en hardvochtig heid... en brengt hen naar de zusters om hun stervend kind vergiffenis te vragen... Groot opent Ria haar oogen... ziet haar ouders liefdevol aan... en zacht komt het van haar lippen „Vader., moeder... ik vergeef..." Christelijke liefde zegevierde over heidensche wreedheid EINDE! Ruwe huid met diepe voren Winterhanden, winterooren Wintervoeten, winterteenen Stukke armen, stukke beenen? Weer in orde na 't gebruik Van Purol. Purol is puik ten elk afzonderlijk met kout vastgespalkt in de schors. Het gezicht was plat legen den stam gedrukt. Onmogelijk was het den onge lukkige de minste beweging te maken. Het geheele lichaam was roer loos vastgemaakt. Lange ondiepe sneden hadden den heel en rug doorkorven even als de armen en de beenen en in deze bloedige gleuven openge scheurd en opengebarsten, met dikke korsten geronnen bloed, gevuld, kropen en liepen en beten en zogen, duizenden groote rossige mieren. Geheele scharen togen op en af En zwermen van woedende wes pen, gonsden vinnig om het hoofd. Meester Dorrens had veel gezien, veel beleefd, vele afschu welijke dingen meegemaakt, zonder ooit zich nog aan gru weldaden, noch aan schanddaden te bezondigen, dat moet gezegd zijn, zoover was hij niet, noch ooit gekomen. Hij had veel van de wraakzucht der Indianen gezien, zooiets had hij nog nooit beleefd. Ook stond hij huiverend op een afstand te zien en wist niet wat te doen. Het arme slachtoffer echter leefde nog. Een onuitsprekelijk gekerm deed hij hooren. Er lag iets bovenmenschelijks, iels duivelsch en in de martelingen en in het kermen van den onge lukkige. (Wordt vervolgd.) Een nieuw pont by Well. Naar wij vernemen is van rijks wege te Well een nieuw veerpont in de Maas gelegd. Het draagver mogen is 20 ton. Dit veer is een groot gemak, niet alleen voor de omwonende, maar ook voor de bedevaartgangers naar Kevelaar. Omzet der Coüp veiling te Venlo in 1931. Door de 80 aangesloten eierver- eenigingen werden in 1931 bij de Coöp. Veilingver. alhier geleverd in totaal bijna 98 millioen eieren tegen ruim 79 millioen in 1930. De eieren werden verzonden naar Duitschland, Engeland. Frankrijk en Argentinië. De leveranciers kregen per 100 stuks uitbetaald f 4.37 of wei per Kg. 75 cent. De omzet bedroeg totaal f 4.331. 597.19, de opbrengst van groenten en fruit f 597.310.03. De omzet van tuinproducten de z g. vollegronds- producten bedroeg in 1931 f90.000 minder dan in 1930. Hoewel de prijs der eieren in het afgeloopen jaar ongeveer 1 cent per stuk lager was dan in 1930 was bij de lage prijzen van het kippenvoeder de fokkerij over het algemeen nog loonend te noemen. De toekomst voor de fok kerij is echter donker en voorspeld mag worden, dat de kippenhouders een moeilijken tijd tegemoet gaan. Het kienen in Limburg. Het gerechtshof te Den Bosch bevestigde in hooger beroep het vonnis van de rechtbank te Maas tricht waar bij de gebroeders A. te Kerkrade die in hun Café lieten kienen werden ontslagen van rechts vervolging. Toen in Limburg de eisch van den adv. gen. vernomen werd, die meeDde dat kienspel geen hazardspel doch een loterij was, trokken de liefhebbers van 't kienen onmiddellijk weer aan hun spel. De verwachting is dus niet be schaamd dat er geen verbod zou komen in den zin der wet Toestand van 't mynbedryf zeor ongunstig. Naar wij vernemen zijn met ingang van I Maart a.s. bij de particuliere mijnen 500 mijnwerkers ontslagen. Do Hanzebunk te 's-Hertogenbocli. De derde uitkeering in het faillis sement der Credietvereeniging de Haazebank te 's-Hertogenbosch be draagt 71/2 pCt. De uitbetaling wordt, gezien het groot aantal crediteuren over eenige maanden verdeeld. In totaal bedraagt deze uitkeering ongeveer f 1.800.000. In het geheel is dan 47ipCt. uitgekeerd (ongeveer f 10 a 11 mil lioen), terwijl, naar wij vernemen, nog een laatste uitkeering verwacht kan worden. Het ysverinnak eiseht vele slachtoffers. Tal van personen op jammerlijke wijze om het leven gekomen. De laatwinterperiode heeft ons onverwacht nog de pret bezorgd van de Hollandsche sport bij uitstek het ijsvermaak. Dat vermaak is echter op tal van plaatsen, vooral Zondag, wreedelijk verstoord, door dat de ijspret veie slachtoffers heeft geëischt. Wij geven hier in 't kort een overzicht van de ongevallen met doodelijken afloop. Het ijsongeluk te Bemmel. De vier slachtoffers van het ijs- ongeluk te Bemmel zijn Dinsdag morgen, om half tien begraven. Het gerucht, dat het vijfde slacht offer er ernstig aan toe zou zijn, kan tegengesproken worden. Drie kinderen door het ijs gezakt. Zaterdagmiddag speelde een troepje kinderen op bet ijs van den grooten vijver bij het gemeentehuis, te Bruns- sum. Op jeen gegeven oogenblik zakten drie der kinderen door het ijs. Op het hulpgeroep snelde een tweetal jongens toe, die zich in de nabijheid bevonden. Zij stelden di rect pogingen in het werk om de kleinen te redden. Intusschen waren twee der drenkelingen uit het water gekropen, maar de derde zag daar toe geen kans. De 19-jarige E. L. uit de Spoor straat gleed bij een poging om den jongen uit het wak te trekken er zelf in en verdronk jammerlijk. De kleine jongen was er inmiddels in geslaagd op het droge te komen. Zeven man door het ys. In Erp bij Vechel heeft Zondag middag een droevig ongeluk plaats gehad. Op een diepe Ven, gelegen aan den Dijk waren enkele jongelui bezig de ijsport te beoefenen, toen plotseling hun vreugde gestoord werd door een hulpgeroep. Een zevental personen, die mid den op het Ven bij elkaar stonden, zakten door het ijs. Direct toegeschoten hulp kon vijf personen redden. Doch twee hunner de 22-jarige bakker G. van Haandel en de 25-jarige schilder M. van Lies hout verdwenen in de diepte, waar uit men hen eerst na twee uur dreg gen op kon halen.

Peel en Maas | 1932 | | pagina 6