In twee werelddeelen
RIA RAGO,
de Heldin van het
Ndona-dal,
FEUILLETON
Gemengde Berichten
Wethouder Odenhoven kan "namens zijne arbeiders-medeleden zeggen,
dat die kleine belastingverhooglng door hen wordt noodig geacht.
Spreker had ook wel liever anders gezien, maar er is nu eenmaal niets
aan te doen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierop in stem
ming gebracht en aangenomen met 7 stemmen voor en 5 stemmen tegen.
Voor stemden de heeren Weth. Odenhoven, Geurts, Houben, Goemans
Millen, Weth. Pubben en Jacobs. Tegen de heeren Van Dijck, Ver
melden, Van Haren, Janssen en Stoot.
Bij post 357, opbrengst belasting openbare vermakelijkheden, zou de
heer Millen afschaffing wenschen van het minimum van f 20 voor de
bioscoopvoorstellingen. Wellicht werd dan ook eens op werkdagen eene
film gegeven en kwam er aldus weer wat in de gemeentekas. Nu zijn
er velen, die niet naar devbioscoop gaan omdat zij des Zondags niet
kunnen en er op werkdag geen gelegenheid is. Aldus krijgt de gemeente
minder aan belasting binnen wellicht dan zij anders zoude krijgen.
De Voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders de be
lasting, en bijzonder het minimum van f 20. steeds meer hebben beschouwd
als een rem tegen al te veel bioscoopvoorstellingen en deze rem is nog
steeds niet overbodig. Wij behoeven heusch. het veelvuldig bioscoop
bezoek niet te bevorderen.
De heer Houben is het hiermede volkomen eens.
Bij Hoofdstuk XIII Par. 3 wordt tegelijk de begrooting van den tak
vau dienst, het bedrijf der'Gasfabriek, zonder discussie vastgesteld op
f 30163,42 in baten en lasten en, voor wat den kapitaaldienst betreft,
op f 7820 in inkomsten en uitgaven.
Hierna wordt doorgegaan met de Gemeentebegrooting.
Bij post 401 Kosten van aanleg en buitengewone verbetering van
wegen en waterlossingen in de Peel, vraagt de heer Van Dijck w at
daaronder wordt ver3taan.
De Voorzitter antwoordt, datidit is een'jaarlijks terugkeerende be-
grootingspost, waarvan gebruikt wordt naar behoefte.
De heer Van Dijck wijst dan in dit verband op een weg te Yssel-
steyn, dien hij in de aandacht van Burgemeester en Wethouders aanbe
veelt.
Aan het eind der behandeling van de begrooting gekomen, vraagt de
heer Geurts nog om aanteekening van hetgeen door hem gezegd is
omtrent de jaarwedden, waarop de Voorzitter antwoordt, dat de zakelijke
inhoud van al het besprokene in de notulen*vermeld wordt, zooals
trouwens het Reglement van Orde dit voorschrijft.
De Gemeentebegrooting wordt^hierna in haar geheel;vastgesteld, voor
wat den gewonen dienst betreft op f 313902,30 in inkomsten en uitgaven
en voor wat den kapitaaldienst betreft op f 150216,28 in inkomsten en
uitgaven.
Alle aanwezige leden de heer Nelissen had, zooals gezegd, inmid
dels de vergadering verlaten, zoodat das nog 12 leden aanwezig waren
stemden voor.
De heer Millen wil nog een enkel woordje zeggen over de commissie,
waarover hét in de beide vorige vergaderingen is gegaan. Er is enkel
bedoeld eene commissie, waartoe arbeiders, die bepaalde grieven hebben,
zich kunnen melden, dat is alles. Tegen zulk een commissie kan toch
niemand bezwaar hebben. Hij vertrouwt dan ook, dat Burgemeester en
Wethouders alsnog zulk eer. commissie zullen in het leven roepen.
De Voorzitter zegt, aan het gisteren door hem in deze gesprokene
niets te hebben*toeite^voegen..jHij staat en£blijft staan tegenover alle
redelijke grieven welwillend.
De heer Millen vraagt verder of de regeling voor loonderving bij niet
werkbaar weer enz. ook van toepassing is op de anderen dan de bij de
beken te werk gestelden,"waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt.
Nog vraagt de heer Millen of het ambtenarenreglement ook geldt
voor de kantonniers, waarop lal^wederom een bevestigend antwoord
van den Voorzitter volgt, voor zoover zij onder de pensioenwet vallen.
Ten slotte vraagt de heer Millen nog betere verlichting van den
Leunscheweg op bepaalde punten.
De Voorzitter zegt, dat ook de verlichting van den Leunscheweg de
volle aandacht heeft van Burgemeester en Wethouders, maar dat eene
goede oplossing daar niet^zoo gemakkelijk is; er moetrekening gehouden
worden met de op de begrooting uitgetrokkenfposten.
Nu het toclrover verlichting.:gaat,1vraagt de heer Van Dijck hoe het
staat met de aansluiting van Ysselsteyn aan het electrisch Det.
Ook in deze aangelegenheid blijven Burgemeester en Wethouders
volkomen diligent, zegt de Voorzitter.
Aangezien het, behoudens onvoorziene omstandigheden, de laatste
Raadsvergadering is van dit jaar, dankt de Voorzitter allen voor het
vele ernstige en vruchtbare werk, dat dit jaar in onderlinge goede
samenwerking en aangename verstandhouding in het belang der gemeente
is verricht en wenscht hij alle Raadsleden en den Secretaris met hunne
gezinnen een goed uiteinde van het oude en een gelukkig begin van
het nieuwe jaar.
Hierna niets meer aan de orde zijnde en geen det leden nog het
woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed.
de nieuwe Film van
Flores, die Woensdag a.s
te Venray wordt vertoond
Ongeveer vijf jaren geleden deed
onder den naam van „Floresfilm" de
eerste grooter opgezette Missie-film
zijn intrede in ons land.
Het werd een o'ngekend succes.
Meer dan 2000 malen werd hij ver
toond.
Niet alleen in de groote steden
trok hij wekenlang overvolle zalen
maar ook drong hij door tot de meest
afgelegen dorpen en gehuchten.
Dit succes werd de aansporing
om tot nieuwe opnamen over te gaan.
Jarenlange ondervinding bij de vele
30
Ncnni, wat gij wilt kies,
gij hebt ze gezien.
De vos is voor u de beste, een
trouw dier, en voor ons zwaar
werk wal licht. Neem hem maar
ik ben betaald en meer dan be
taald, zoo groot is mijn schuld.
Neen 1 zooveel geld heb ik
nog bij me, ik ben niet arm,
lachte hij bitter en boog het
hoofd, en toch, ik ben zoo arm,
zoo arm, maar daar nu
niets van wat moet het kos
ten want gij moet u een
zwaarder dier aanschaffen, dit
is zoo een om in dollen rit door
de prairieün te zweven, dus
goed voor mij een ander zal u
betere en geëigender diensten
doen.
Neen vriend, geef wat gij wilt
maar Meester Dorrens had
reeds geld gereed en spoedig was
de handel gesloten. Het middag
maal werd in stilte genomen.
Allen voelden het afscheid, wat
komen ging. Zoo in den vreemde
vinden zich de harten zoo licht
en zoo innig.
Bij de deur aan het hekken
werd afscheid genomen. Hel paard
stond er opgetuigd te wachten.
vertooningen in Holland, Duitsch-
land en de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika daarbij een ern
stige studie der moderne filmtechniek
gaven de overtuigingdat er meer
en beter werk gedaan kon worden
op het gebied van Missiefilmen...
De film „Ria Rago" wil daarvan
een eerste proeve leveren.
„Ria Rago" is geen luk-raak op
genomen samenraapsel vau vreemde
heidensche gebruiken en heldhaftige
bekeeringspogingen.
„Ria Rago" is inderdaad een
nauwgezet uitgewerkt filmverhaal, vol
spanning en aangrijpende dramatiek.
Echter geen verhaal, dat alleen maar
louter verzinsel is. In hoofdzaak
is het de reconstructie eener gebeur
tenis, die in 1923 werkelijk is ge
schied.
„Ria Rago" is niet opgenomen in
een studio met gipsen achtergronden
en papieren scenerieën is niet belicht
Allen stonden bedroefd te kijken.
Een handdruk werd gewisseld en
hij had reeds den voet in den
stijgbeugel, toen hij zich omkeer
de, klein Maijken onstuimig aan
greep, tegen zijn hart drukte en
kuste op het voorhoofd.
Toen drukte hij het kleine
wichtje iels in de hand, sprong in
het zadel »bid voor mij" riep hij
nog en hij vloog meer weg, dan
hij wegreed.
Het trouwe, goede gezin staar
de hem na, zoolang men hem
zien kon. Toen ging ieder naar
zijn werk en 's avonds sprak men
nog lang van den wonderen
vreemden man, die zoo ongelukkig
scheen.
„Wij zullen voor hem bidden,"
zei de vrouw, „eiken avond bij
het slapengaan."
„Moeder!" zei kleine Bertus,
kijk eens wat klein Maijken
heeft. Zij wil het niet afgeven,
en heeft het van den vreemden
man gekregen, ik heb het klaar
gezien.
"Maijken, laat zien! en de kleine
opende het handje, en er viel een
zilveren rozenkransje uit
En de eenzame ruiter in de
onafzienbare prairieën snikte:
„Het rozenkransje van moeder
zaliger, het is beter in haar on
schuldige hand, en voort ging
de wilde rit over de eindelooze
groene vlakte.
In de prairiën.
Het eindelooze, het doodstille,
onder de blauwige stralen van tien
tallen Jupiterlampen is niet gespeeld
door beroepsacteurs met geverfde
gezichten en geoefend gebarenspel.
„Ria Rago" is geworden in de rijke
tropennatuur, onder wuivende palm-
boomen, bij bruisende bergrivieren,
temidden van het volle leven der
kampongmenschen, ja zelfs in hun
lage donkere huizen deze film is
genomen bij den gloeienden gloed
der tropenzon, met als spelers enkel
rasechte inboorlingen. Sommigen
onder hen waren nog heiden, de
meesten hadden bovendien nooit
eenig onderwijs genoten.
Toch is hun spel subliem gewor
den fijn in natuurlijkheid en nergens
gekunsteld.
Deze natuurmenschen vrij van
alle gemaaktheid en schoolsche vor
ming bleken in hun diepste wezen
artis'en te zijn van den eersten rang.
Naast den treffenden inhoud van
het verhaal bezit „Ria Rago" een
rijk maieriaal van volkenkundige
waarde. De eerste wet bij alie op
namen wasde grootst mogelijke
getrouwheid aan inlandsche gebruiken
en adat. (Adat is de ongeschreven
wet van den inlander, die in alles
stipt moet worden gevolgd).
Zoo biedt deze film „Ria Rago"
zoowel aan den eenvoudigen be
schouwer als ook aan den man der
wetenschap een onvergelijkelijk
hoogstaand en tevens diep ontroe
rend genot.
Om gelijken tred te houden met
den voortgang der filmtechniek werd
besloten deze film te bewerken als
geluidsfilm. Dr. J. Kunst deed daar
voor musicale opnamen op Flores.
De bekende film-componist F. Pobl
verwerkte de Florineesche motieven
in den film.
De opname geschiedde op initiatief
van Mgr. Arnold Verstraelen, Apos
tolisch Vicaris der Kleine Soenda
Eilanden, wien zeker eere toekomt
voor zijn durf en doorzicht om het
moderne middel der film in dienst te
stellen van het Missiewerk.
De spelers
RIA RAGO, het moedige meisje.
RAGO DA'OE.de hebzuchtige vader.
ENG PA Dl, de hardvochtige moeder
DAPO D )Kl, hartstochtelijk minnaar
HADJI DASA, dweepzuchtige drijver
MART1NUS KOENOE, catechist
Dr. J. M. CANNOO, geneesheer
Missionarissen, Zusters, Inlanders.
HET VERHAAL.
In den kampong Noea Nelloe.
niet ver van de hoofdstatie Ndona
op Flores, leefde heel gelukkig de
familie Rago Da'oe. Rago en zijn
vrouw Enga waren beiden nog heide
nen. Toch hadden ze toegestaan, dat
hun oudste dochter gedurende enkele
jaren bij de zusters op school ging;
omdat de Inlanders houden van
gelijkluidendheid werd ze om haar
doopnaam Maria voortaan Ria Rago
genoemd.
Drie zusjes had Ria Resi, de
oudste was nog steeds heidin. Ze
was moeders bijzondere lieveling
deze had haar Resi nooit willen mis
sen, en zoo was ze niet op school
geweest De twee kleintjes Regina
en Catharina waren beiden gedoopt,
toen ze, bij een zware besmettelijke
ziekte, door de goede zorgen der
zusters van een bijna zekeren dood
waren gered...
Ria Rago was 'n levenslustig
meisje, altijd vrooiijk en opgewekt.
Onder de kundige leiding van haar
ijverige moeder had ze een groote
vaardigheid verworven in het weven
en vlechten. Ook was ze ijverig in
huis, keuken en op het veld. Daaren
boven vereenigde ze in zich al die
eigenschappen en hoedanigheden, die
een jonge vrouw in de oogen van
een Florinees bekoorlijk en aantrek
kelijk maken.
Nu leefde in den naburigen kam-
pongRada Woewoe de heiden Dapo.
Reeds lang voelde hij een tegenzin
tegen zijn eerste vrouw, die langzaam
maar zeker de schoonheid der jeugd
had verloren... Hij klaagde zijn leed
bij een Mahomedaanschen vriend
Hadji Dasa. Deze. een echte propa
gandist voor den Islam en een vijand
der Missie, brengt hem op het ge-
wenschte spoor „Neem Ria Rago...
Ze is jong, mooi, lief,... en... 'n
Christin... ha ha
Dapo kent Ria als het knapste
meisje in den omtrek, ook baar
vader Rago een der meest geziene
menschen der geheels streek, zelf
heeft hij in stilte reeds aai haar ge
dacht als tweede 'vrouw... en nu, nu
de stem van den verleider zoo duide
lijk voor hem klinkt, is zijn besluit
genomen „Ria Rago... ja, die moet
het zijn."
Hadji Dasa zal den vader omtrent
zijn gevoelens polsen en als de kansen
gunstig staan, zoekt Dapo den barang
(bruidschat) bijeen gouden sieraden,
gèld... en. enkele paarden... Dat zal
den oude wel vermurwen. Maar
Rago is niet zoo spoedig tevreden.
Hij is er zich wel van bewust welk
een schat hij in zijn dochter bezit.
Reeds laag heeft hij zijn hebzuchtig
plan gevormd„Wie zijn mooie
dochter wil hebben, moet hem rijk
maken." En zoo klinkt zijn woord
bij de eerste onderhandeling afwijzend:
„Te weinig, Dapo. Je moet er nog
een karbouw en tien rijksdaalders
bij doen." Dapo is teleurgesteld.
Onverrichterzake keert hij naar zijn
kampong terug. Daar ontmoet hij
Hadji Dasa. Spijtig zegt hij „Rago
vraagt te veel... Nog tien rijksdaal
ders cn een karbouw." De verleider
echter beurt hem op „Niets te veel
voor zoo'n meisje." en wat Dapo in
het geheel niet had kunnen verwach
ten „Geef jij het geld, dan schenk
ik je die karbouw."
Samen trekken ze naar Ndetoe
Soko (grasvlakte), een kampong te
midden van een prachtig met gras
begroeid hoogland. Hier zwerven
onbeheerd en half verwilderd de
kudden karbouwen der bergmenschen.
N een avontuurlijke jacht weet
Hadji Dasa voor een redelijken prijs
een kaïbouw te bemachtigen. Dapo
jubelt. N.» zal Rago zijn aanzoek
niet kunnen afslaan de barang is
bij elkaarEn inderdaad als de
hebzuchtige vad;r de blinkende rijks
daalders ziet. is zijn regenstand over
wonnen: „Dapo, R s is de jouwe."
Rago had echter in zijn berekenin
gen één ding vergeten een ding,
dat de geheele stemming van zijn
dochter had veranderd,... en waarvan
niemand iets wisr ais de zusters en
de man met den tangen baard op de
Missiestati.»Ria is Christin ge
worden... Ei wanneer nu R-igo z'n
dochter mededeelt, dat ze aan Dapo
is verkocht en hem moet volgen,
merkt hij, dat de missionaris meer
invloed heeft op zijn kind, dan hij
„Vader... ik ben Christin... ik mag
niet de vrouw worden van een ge
trouwden man ik moet God meer
gehoorzamen dan de menschen 1"
Groote ontsteltenis bij Rago en
Dapo Ria echter weet van geen
wijken. Er wordt een voorloopige
oplossing gevonden de barang wordt
verdeeld. Dapo behoudt zoodoende
het recht op Ria, en Rago zal in-
tusschen zorgen, dat deze van meening
verandert.
Droeve dagen breken voor Ria
aan. Daar ze niet wil toegeven aan
smeekingen en beloften, wotdt zejd
huis vastgebonden aan een paal....
wordt geslagen en mishandeld...
Zes dagen later is er feest in Noea
Nelloe. 't Is volle maan ea er wordt
een nachtelijkedans gehouden. Overal
is vreugde. Alleen Ria ligt eenzaam
gebonden in de woning h irer ouders.
Terwijl allen buicen zijn bij den dans
,en de tonen van den reizang zachtjes
doordringen tot bij haar, rijpt een
stout plan ze zal probeeren, het
touw door te koagen... en te vluch
ten... den nacht in... naar de zusters...
Het gelukt 1 Met bloedende armpjes
en hoofdwonden wordt ze bij de
züsters opgenomen.
Rago, die na den dans in zijn
woniDg terugkeert en Ria niet meer
vindt is wo;d:nd Hij kan wel ver-
het steeds hetzelfde, niet treurig,
ook niet vroolijke, zonder af
wisseling.
Altijd de groene vlakte, na
uren en uren rijdens, reizens,
trekkens, altijd een en hetzelfde,
groene weiden, en aan deri
gezichteinder steeds dezelfde wou
den, reuzenboomen, waar
aan de slingerplanten hun bloe-
menranken grillig speelsch op
hangen, waarachter ondoor-
vorschte wildernissen, geheimnis
sen van het oerwoud, niet z:jn
duizenden stemmen, zijn som
bere wegen als in een nooit ein
digenden doolhof, het eeuwige,
groene, sombere, stille, beweeg
lijke raadsel als een oneindige
sphinx, rijen aan rijen en
weer nieuwe steeds nieuwe rijen
en dat zonder einde en zonder
afwisseling, groene zeeën,
oceanen van groen,
En dal duizenden mijlen lang
en breed, steeds dezelfde groene
wei, steeds hetzelfde groene,
eeuwige bosch.
Wel zijn zij goed eeuwig ge*
heeten die wouden.
De zon gaat onder, de zon gaat
op, altijd hetzelfde tooneel, het'
zelfde beeld.
Dé schaduwen des avonds be
dekken ze met de zwarte vou
wen van het kleed des nachts
het rozige zonnelicht giet zijn
gouden golven over de wei, een
groen tapijt met diamanten door-
spikt en smaragden en robijnen
aan den gezichteinder wan
neer er cesi eind aan te zien is,
datzelfJe statige, onverander
lijke oerwoud.
Hel was. twee dagen later.
Meester Darrens naderde de
jachlgponden, de wouden en mee-
ren der Indianen.
Zij waren hem bekend.
Zij ook kenden den stlillen
blanken, die zijn hart elders had.
Langzaam reed hij voort.
Hfer moesten zij ergens zijn en
verwonderd zocht hij ze in de
verte langzaam omblikkend te
ontdekken. Het was een uur in
den middag en in de schaduw
van het woud reed hij stapvoets
verder.
Een wonderlijk kreunen treft
zijn. oor.
Dat heeft niets menschelijks
meer, een rilling gaat hem door
de leden, zijn vos spitst de ooren,
maar niet onrustig.
II j dringt het woud binnen in
de richting van het gekerm en
op eens bleef hij stokstijf staan
als aan den grond genageld.
Indianen wraak.
Hel was ook een akelig schouw
spel, dat /ich daar aanbood aan
Meester Dorrens.
Vreeselijker kon het wel niet.
In een lichting in het woud
aan den stam <>f beter op den
stam van een iels vooruitstaanden
boom, was liet naakte lichaam
van een mensch, vastgebonden.
De armen in de hoogte gestrekt
achter den slam vastgesnoerd en
in den stam vastgemaakt, de voe-
moeden, waar zij naar toe is. Nau
welijks is de zon den volgenden
morgen opgegaan, of we zien hem
op stap n ar Rada Woewoe. Hier
treft hij Dapo. „Ria is gevlucht,"
is zijn bericht „ze moet wel bij de
zusters zijn. We halen haar terstond
terug." Juist zijn ze van plan er heen
te gaan, als Hadji Dasa komt en
alles verneemt. „Menschen," zegt hij,
„weest verstandig. Wacht tot Zon
dagmiddag. Dan zijn de zusters in
de kerk en hebben we gemakkelijk
spel."
Rago laat zich overreden en keert
naar huis terug, waar hij den wil
onderzoekt van den Nitoe Pal
(Groolen Geest), en daar de teekenen
gunstig zijn, brengt hij een offer
voor den goeden afloop van den
roof.
Zondagmiddag vier uur Vrooiijk
klinkt het klokgelui over de Missie
statie... tijd voor het Lof... tijd ook
voor Rago en zijn vrienden... Ze
sluipen het zustershuis binnen, rooven
Ria van het ziekbed en sleuren haar
langs ongebaande wegen terug naar
den kampong...
Hier beginnen voor het arme
meisje drie lange maanden van mar
teling. Telkens weer nieuwe folterin
gen worden bedacht om haar te
dwingen het ja te spreken, dat ze
onmogelijk kan geven. Ria houdt
vol, ondanks de gruwelijkste kwel
lingen...
Intusschen wordt Dapo ongedul
dig. Hij heeft den prijs betaald en
wenscht de aflevering... Wanneer hij
voor den zooveelsten maal s avonds
op visite komt, zijn de ouders bang,
dat hij van den koop zal afzien. Met
mokke (een soort jenever gewonnen
uit palmboomen) trachten ze hem te
paaien. Dapo, overmoedig door
dronkenschap, gaat de kamer binnen,
waar Ria gebonden ligt. In een op
wellende bui van goedmoedigheid
snijdt hij de koorden door. Met 'n
uiterste krachtinspanning duwt Ria
haar belager terug en vlucht naar
buiten. Rago en Enga zien Ria ont
snappen. Ze springen op en gaan
haar achterna. Het is echter donker.
Rago doet een misstap en tuimelt
van een hooge steenen trap naar
beneden. Daar blijft hij liggen. Hij
wordt opgenomen en met een groote
wonde aan het voorhoofd terug
gebracht naar zijn woning.
Dit is Ria's kans. Ze vlucht
door de rivier verder... kruipt over
geweldige rotsblokken... Ze kan de
zusters niet meer bereiken. Ze heeft
te veel geleden. Uitgeput zakt zij
ineen voor het huis van den onder
wijzer.
Deo volgenden morgen als de
familie Pondaag naar de kerk gaat,
vinden ze voor de deur van hun
woning een meisje met doorweekte
kleeren, rillend van koorts.
Voorzichtig wordt Ria op een
draagbaar gelegd en naar de zusters
gebracht. De dokter wordt in allerijl
geroepen. Hij schudt bedenkelijk het
hoofd „Pastoor, u zult haar moeten
bedienen."
Terwijl Ria in volle overgeving
de laatste H. Sacramenten ontvangt,
onderzoekt Rago opnieuw, na een
rusteloozen nacht den wil van den
Nitoe Pai. Telkens en telkens
weer opnieuw zijn de voorieekenen
ongunstig. Ten einde raad besluit hij
het geld naac Dapo terug te brengen
en den koop ongedaan te maken.
Hij vreest onheil. Daarna gaat hij
met Enga naar de pastorie „Pastoor,
we hebben verkeerd gedaan. We
zullen Ria niet verkoopen." Pastoor
verwijt hun hebzucht en hardvochtig
heid... en brengt hen naar de zusters
om hun stervend kind vergiffenis te
vragen...
Groot opent Ria haar oogen... ziet
haar ouders liefdevol aan... en zacht
komt het van haar lippen „Vader.,
moeder... ik vergeef..."
Christelijke liefde zegevierde over
heidensche wreedheid
EINDE!
Ruwe huid met diepe voren
Winterhanden, winterooren
Wintervoeten, winterteenen
Stukke armen, stukke beenen?
Weer in orde na 't gebruik
Van Purol. Purol is puik
ten elk afzonderlijk met kout
vastgespalkt in de schors.
Het gezicht was plat legen den
stam gedrukt.
Onmogelijk was het den onge
lukkige de minste beweging te
maken.
Het geheele lichaam was roer
loos vastgemaakt.
Lange ondiepe sneden hadden
den heel en rug doorkorven even
als de armen en de beenen en in
deze bloedige gleuven openge
scheurd en opengebarsten, met
dikke korsten geronnen bloed,
gevuld, kropen en liepen en
beten en zogen, duizenden groote
rossige mieren.
Geheele scharen togen op en af
En zwermen van woedende wes
pen, gonsden vinnig om het
hoofd. Meester Dorrens had veel
gezien, veel beleefd, vele afschu
welijke dingen meegemaakt,
zonder ooit zich nog aan gru
weldaden, noch aan schanddaden
te bezondigen, dat moet gezegd
zijn, zoover was hij niet, noch
ooit gekomen.
Hij had veel van de wraakzucht
der Indianen gezien, zooiets
had hij nog nooit beleefd.
Ook stond hij huiverend op een
afstand te zien en wist niet wat
te doen.
Het arme slachtoffer echter
leefde nog.
Een onuitsprekelijk gekerm deed
hij hooren.
Er lag iets bovenmenschelijks,
iels duivelsch en in de martelingen
en in het kermen van den onge
lukkige.
(Wordt vervolgd.)
Een nieuw pont by Well.
Naar wij vernemen is van rijks
wege te Well een nieuw veerpont
in de Maas gelegd. Het draagver
mogen is 20 ton. Dit veer is een
groot gemak, niet alleen voor de
omwonende, maar ook voor de
bedevaartgangers naar Kevelaar.
Omzet der Coüp veiling te
Venlo in 1931.
Door de 80 aangesloten eierver-
eenigingen werden in 1931 bij de
Coöp. Veilingver. alhier geleverd in
totaal bijna 98 millioen eieren tegen
ruim 79 millioen in 1930.
De eieren werden verzonden naar
Duitschland, Engeland. Frankrijk en
Argentinië. De leveranciers kregen
per 100 stuks uitbetaald f 4.37 of
wei per Kg. 75 cent.
De omzet bedroeg totaal f 4.331.
597.19, de opbrengst van groenten en
fruit f 597.310.03. De omzet van
tuinproducten de z g. vollegronds-
producten bedroeg in 1931 f90.000
minder dan in 1930. Hoewel de prijs
der eieren in het afgeloopen jaar
ongeveer 1 cent per stuk lager was
dan in 1930 was bij de lage prijzen
van het kippenvoeder de fokkerij
over het algemeen nog loonend te
noemen. De toekomst voor de fok
kerij is echter donker en voorspeld
mag worden, dat de kippenhouders
een moeilijken tijd tegemoet gaan.
Het kienen in Limburg.
Het gerechtshof te Den Bosch
bevestigde in hooger beroep het
vonnis van de rechtbank te Maas
tricht waar bij de gebroeders A. te
Kerkrade die in hun Café lieten
kienen werden ontslagen van rechts
vervolging.
Toen in Limburg de eisch van
den adv. gen. vernomen werd, die
meeDde dat kienspel geen hazardspel
doch een loterij was, trokken de
liefhebbers van 't kienen onmiddellijk
weer aan hun spel.
De verwachting is dus niet be
schaamd dat er geen verbod zou
komen in den zin der wet
Toestand van 't mynbedryf
zeor ongunstig.
Naar wij vernemen zijn met ingang
van I Maart a.s. bij de particuliere
mijnen 500 mijnwerkers ontslagen.
Do Hanzebunk te 's-Hertogenbocli.
De derde uitkeering in het faillis
sement der Credietvereeniging de
Haazebank te 's-Hertogenbosch be
draagt 71/2 pCt.
De uitbetaling wordt, gezien het
groot aantal crediteuren over eenige
maanden verdeeld.
In totaal bedraagt deze uitkeering
ongeveer f 1.800.000.
In het geheel is dan 47ipCt.
uitgekeerd (ongeveer f 10 a 11 mil
lioen), terwijl, naar wij vernemen,
nog een laatste uitkeering verwacht
kan worden.
Het ysverinnak eiseht vele
slachtoffers.
Tal van personen op jammerlijke
wijze om het leven gekomen.
De laatwinterperiode heeft ons
onverwacht nog de pret bezorgd
van de Hollandsche sport bij uitstek
het ijsvermaak. Dat vermaak is
echter op tal van plaatsen, vooral
Zondag, wreedelijk verstoord, door
dat de ijspret veie slachtoffers heeft
geëischt. Wij geven hier in 't kort
een overzicht van de ongevallen met
doodelijken afloop.
Het ijsongeluk te Bemmel.
De vier slachtoffers van het ijs-
ongeluk te Bemmel zijn Dinsdag
morgen, om half tien begraven.
Het gerucht, dat het vijfde slacht
offer er ernstig aan toe zou zijn, kan
tegengesproken worden.
Drie kinderen door het ijs gezakt.
Zaterdagmiddag speelde een troepje
kinderen op bet ijs van den grooten
vijver bij het gemeentehuis, te Bruns-
sum. Op jeen gegeven oogenblik
zakten drie der kinderen door het
ijs. Op het hulpgeroep snelde een
tweetal jongens toe, die zich in de
nabijheid bevonden. Zij stelden di
rect pogingen in het werk om de
kleinen te redden. Intusschen waren
twee der drenkelingen uit het water
gekropen, maar de derde zag daar
toe geen kans.
De 19-jarige E. L. uit de Spoor
straat gleed bij een poging om den
jongen uit het wak te trekken er
zelf in en verdronk jammerlijk.
De kleine jongen was er inmiddels
in geslaagd op het droge te komen.
Zeven man door het ys.
In Erp bij Vechel heeft Zondag
middag een droevig ongeluk plaats
gehad. Op een diepe Ven, gelegen
aan den Dijk waren enkele jongelui
bezig de ijsport te beoefenen, toen
plotseling hun vreugde gestoord
werd door een hulpgeroep.
Een zevental personen, die mid
den op het Ven bij elkaar stonden,
zakten door het ijs.
Direct toegeschoten hulp kon vijf
personen redden. Doch twee hunner
de 22-jarige bakker G. van Haandel
en de 25-jarige schilder M. van Lies
hout verdwenen in de diepte, waar
uit men hen eerst na twee uur dreg
gen op kon halen.