Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
[jALFÖHtVi;
jAtrató
J MANUFACTUREN.)
jYQGEmiGSï/jj
«MANUFACTUREN i
YQQRDEÉLIQSM
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Wat wil Japan?
Eenzame ouden.
Ons Weekpraatje.
De Kippenhouderij op
het Platteland.
Algem. weekoverzicht
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 13 Februari 1932
Drie en vijftigste Jaargang No. 7
PEEL EN MAAS
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIEN: 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7's ct.
bij abonnement lagere tarieven.
1 BLIJKEN
TOCH HET 1
Uitgave van FIKMA VAN DEN MITNCKHOF
Telefoon SI GIRO 150852
ENRAV
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland 1 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent
Er is weer een oude vrouw ver
moord, een van 73 jaar. In een klein
dorpje ergens in de buurt van Nij
megen. De vrouw leefde eenzaam op
eeD afgelegen woning Dèatom juist,
zoo zouden we zeggen, werd ze
vermoord. Wie in d'r huis beroofd
worden en vermoord, dat zijn vrij
wel als regel oude menschen en
eenzamen, want moordenaarsvolk is
Jaf. Maar hoe komen al die slacht
offers toch zóó, oud en eenzaam?
Dat ze oud zijn geworden, daarin
ligt niets bij'onders, maar waarom
moeten die menschen eenzaam zijn?
Ze hebben toch kinderen misschien,
of anders vrienden, kennissen of
buren? Ook in bet onderhavige ge
val had dc ongelukkige buren, want
ze woonde in een z g. half huis,
d.w.z. onder één dak met andere
menschen. Die andere menschen
echter wisten niet veel van de oude
vrouw, ze was wat zonderling,
heette het, ze bemoeide zich niet
met hen. Als men ze wat vroeg, dan
kreeg men nooit veel te hooren. Of
ze geid had, was niet bekeud, maar
ze vroeg nooit ergens om onderstand
en als die wel eens werd aangeboden,
dan wees ze dien af.
Zóó sleet ze baar leven, oud en
eenzaam, achterdochtig wellicht, ge
sloten. De buren gingen des Zondags
avonds geregeld uit en dan zat die
oude daar heel alleen onder het dak
van de ver afgelegen woning. Daar
van profiteerden menscheiijke onver
laten.
Op dien bewusten Zondagavond
kwamen de buren thuis. In de woning
van het oude mensch brandde nog
licht, maar plots werd dat uitgedraaid
Ze zagen twee mannen de woning
verlaten en in het bosch verdwijnen,
Vreemd zoo dachten ze. Maar
ze gingen hun eigen deur binnen, en
vergaten 1 Dat eenzame, oude mensch
was tóch immers een raadsel voor
Oude menschen gaan zooveel een
zaam door het leven, óók al hebben
ze familie, kinderen zelfs. Ze zijn
soms eenzaam, juist omdat ze kinde
ren hadden. Kinderen, die nu de zor
gen van vroeger vergeten zijn. Hoe
véél ellende kan een oud mensch
niet hebben beleefd. Dan keeren zc
zich af van het leven, ze gelooven
in niemand meer. Ze sluiten zich op
met de knijpende pijnen in het hart.
Een of andere goeierd poogt ze
wel eens te naderen, maar ze bijten
hem of haar af. Wantrouwen flikkert
in de oude oogjes. Zou ik wéér in
een mensch gelooven, zoo denken ze
dan, en wéér worden teleurgesteld
Neen, geen nieuwe pijnen meer in
het hart. Alléén willen ze zijn, tot
straks de dood...
De goeierd heeft er dan al lang
genoeg van. Die oude, zoo meent
hij, is een zonderling met kuren van
den ouderdom. Die oude w i 1 de
eenzaamheid, zoekt ze.
En toch is het niet zoo. Die oude
kwelt zich zelf in afzondering, omdat
het geloof aan de menschen verloren
is. O, als er inderdaad nog een
mensch te vinden ware, waarin ver
trouwen mocht worden gesteld
Laten we toch veel verdragen van
oude menschen,jhun nukken en kuren,
bun vreemde bevliegingen. Ze zijn
menschen geweest als wij, maar zij
hebben zooveel ondervonden en...
verloren. Dat begrijpen we pas, als
we zelf oud zijn. Een oud mensch
moeten we weten te winnen, zelfs
al moeten we daartoe onze gevoelige
teentjes eerst pantseren. Als we ze
gewonnen hebben, dan kunnen we
nog o, zooveel vreugde brengen in
het ha»t, dan kunnen we hun oogen
weer blij doen flikkeren, en dan kun-
inen we ze nog zooveel vergoeden
van het leed, dat het leven ze bracht.
Laat ze de rust van d'r eenzaam-
beid en d'r gedachten aan vroeger,
maar hoedt ze voor het gevoel van
verlatenheid door ze van tijd tot tijd
op te zoeken en ze te helpen met
kleinigheden.
Houdt uwe bemoeiingen vol zonder
opdringerigheid, tpt ge eindelijk ge
wonnen hebt. Dat kost moeite en
soms een offertje aan het gevoel
van eigenwaarde, als we worden af-
gestc.oten. Maar we doen er een
gotd werk mee, we voldoen de
schuld van anderen.
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten 75 ct
Kiespijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Toen we de vorige week ons
artikel onder bovenstaand hoofd
schreven, hadden we niet de bedoe
ling om het te laten vervolgen, maar
nieuwe feiten brachten ons toch
daartoe. Wie het eerste artikel met
aandacht las, zal ervaren hebben,
hoe spoedig de bedoelde nieuwe
feiten onze zienswijze zijn komen
bevestigen en onze hypothese omtrent
Japan's bedoelingen hebben onder
lijnd. Japan is niet zoozeer uit op
veroveringen, zoo zeiden we, dan
wel op het vestigen van orde en
tucht in het altijd bewogen, onmete
lijke Chiueesche rijk met haar enorme,
door allerlei „veldheeren" uitgeperste
bevolking. Het is geenszins idealisme,
dat Japan drijft, maar zuiver eigen
belang. Mandsjoerijë en China
moeten geschikt worden gemaakt
voor immigratie der Japansche over
bevolking en als afzetgebied voor
de Japansche industrie.
Aanvankelijk heeft Japan haar
acties gemotiveerd met allerlei voor
wendsels, die duidelijk als zoodanig
te onderkennen waren, maar nu
eindelijk heeft het de Kaarten bloot
gelegd op de internationale politieke
speeltafel.
De Japansche politieke vertegen
woordigers in het buitenland hebben
opdracht gekregen, een gunstige ge
legenheid te zoeken om de zaak der
demilitarisatie van de voornaamste
Chineesche havens aan de orde te
stellen. De bedoeling is om in en
24 a 36 K.M. rond die havens
o.a. Sjanghai, Hankau, Tientsin.
Kanton en Tsingtsao een neutrale
zone te scheppen, althans die streken
buiten de macht van Chineesche
veldheeren te houden.
Over Mandsjoerijë wil JapaD
heelemaal niet meer gesproken heb
ben. Daar heeft het haar zin reeds
volkomen kunnen doordrijven er is
een z.g. onafhankelijke, door Japan
gecontroleerde regeering gevestigd
iet land is gedemilitariseerd, d.w.z.
van den druk van Chineesche troepen
ontlast.
Hoe we de Japansche aspiraties
moeten beoordeelen Als strijding
natuurlijk met modem» pacifistische
ideeën, in strijd ook met het zelfbe
schikkingsrecht der volkeren.
Men moet echter niet uit het oog
verliezen, dat ook de uitbuiting van
het Chineesche volk door allerlei
„generaals", in waarheid gewoonlijk
machtig geworden bandieten-hoofd
mannen. niet uit den volkswil voort
komt. Door gebrek aan ontwikkeling,
door slechte verkeerstoestanden, door
armoe van het allergrootste deel
van het volk, door een zekere
apathie tenslotte, welke een Chinee
sche karaktertrek is, wordt China
sinds eeuwen geteisterd door anarchie,
gewekt door allerlei bandietenleiders,
die net volk uitzuigen, en die vooral
teren op de rijkdommen van de
groote havens, waar ze zware belas
tingen heffen of de bevolking op
andere wijzen brandschatten. Een
bandiet „begint" ergens in het Chi
neesche binnenland, berooft et de
provinciale bevolking en als de
„zaken" hem meeloopen, trekt hij
eindelijk op een der groote Chinee
sche havens af, waar hij den macht
hebber verdrijft, die zich al lang rijk
gesio'en heeft. De bandiet heet daarna
„generaal".
Door nu die groote havens te
demilitariseeren beoogt Japan in die
gebieden rust en orde te brengen,
indirect daarmee ook in het binnen
land, omdat de bandietenleiders daar
geen uitzicht meer hebben op het
goud der havens.
Afgezien van het moreel-ontoelaat-
bare van Japan's actie, is men wel
geneigd om te erkennen, dat het
Chineesche volk zelve en de inter
nationale handel gebaat kunnen zijn
met de verwezenlijking van Japan's
oogmerken. ChiDa is een onmetelijk
en rijk land, dat echter rust en orde
moet kernen om er de welvaart toe
te laten. Een verovering of koloni
satie door Japan is uitgesloten, om
dat een volk van 500 800 mil-
lioen de schattingen van China's
bevolking loopen zeer uiteen on
mogelijk geregeerd kan blijven door
een volk van 60 millioen, wanneer
een periode van rust en orde het
Chineesche volk ook tot kracht
heeft gebracht, tot een macht. Het
ligt dan oGk voor de hand, dat de
druk van Japan's militaire vuist zal
worden verlicht, naarmate meer ge
regelde toestanden in China ontstaan
en het volk meer geschikt tot zelf
bestuur zal worden gemaakt. Samen
werking met zoo'n volk van honder
den millioenen is profijtelijker dan
onderdrukking er van.
Men moge uit allerlei ideëele over
wegingen Japan's actie veroordeelen
en verfoeien, men moet hier toch
niet meten naar Europeesche maat
staf. Heel veel uitgestrekte gebieden
zijn door kolonisatie of door vreemde
militaire controle tot landen geworden
waar welvaart heerscht.
De Ver. Stelen ageeren thans
heftig tegen Japan. Maar wat de
Ver. Staten op het oogenblik nog
doen in Nicaragua, Panama, Cuba
enz. is dat niet precies hetzelfde
En zeer zeker zal ook in die landen
inheemsche bevolking later de
vruchten plukken van de huidige
militaiie pacificatie. Trouveas, het
gebied der Ver. Staten zelf ia 'ook
door kolonisatie geworden, wat het
thans is.
Al die kolonisaties en al die mili
taire pacificaties moeten uit overwe
gingen van recht worden veroordeeld,
maar ze zijn toch dikwijls een voor
waarde gebleken voor uiteindelijke
rust en welvaart.
Ook de Japansche actie kan met
geen woord worden gerechtvaardigd
maar zeker is, dat het Chineesche
volk van eigen geweld méér nog te
lijden heeft gehad dan nu van vreem
de willekeur en dat de nu opge
drongen pacificatie het eens tot zoo
veel welvaart en rust kan brengen,
dat het groeit in macht en aanzien,
ver boven Japan uit
Of Japan intusschen nu reeds haar
oogmerken zal kunnen bereiken,
staat te bezien. Een groote schare
van andere machthebbers ziet verbe
ten toe naar wat Japan onderneemt,
niet uit een gevoel van recht voor
China, maar uit afgunst, uit Vrees
voor schade der eigen belangen
Ook door de wijze, waarop Japan
plechtige beloften en verdragen
schond, heeft het, afgezien van al
hei- overige, veler sympathie ver
beurd.
Lezer, hebt u al r's ja misschien
vindt u de vraag niet erg discreet,
maar..., hebt u al r's in de gevange
nis gezeten Neen, stuift u nou
vooral niet op 1 Indien u werkelijk
nog niet de eer hadt, welnu, dan is
het in orde.
Maar in het tegenovergestelde ge
val behoeft a zich evenmin te ge-
neeren, want dan is de zaak óók in
orde. Het is tegenwoordig heele
maal niet erg meer om in de ge
vangenis te hebben gezeten, -het
staat zelfs wel goed om met een
ontslagbriefje uit het Huis van Be
waring of uit een ander Staats
Kosthuis, in zijn zak rond te loopen;
het is een gedistingeerd iets. Over
het gezelschap in dergelijke Tehuizen
behoeft men zich bij voorbeeld heele
maal niet meer te schamen; men
vindt er bankiers, advocaten, direc
teuren van dit en van dat, officieren
enz. Menschen van onverdachte
standing dus.
Persoonlijk hadden we nog niet
het genoegen, maar toch weten we
nu wel zoo'n beetje, hoe het daar
toegaat. In verschillende kranten
volgen we momenteel de memoires
van drie ontslagen gevangenen. In
De Telegraaf lazen we de indruk
ken van een mijnheer, die een poosje
in de Casuaristraat te Den Haag
een gastvrije cel had gevonden; in
de Vlissingsche Crt, vertelt een ge
vangene het relaas van een langdu
riger opsluiting en onze derde cel
reporter, verspreidt zijn memoires
zelfs in meerdere bladen tegelijk.
De twee eerst-bedoelden geven er
voorloopig nog voorkeur aan om
anoniem te blijven, maar de derde
vindt zoo'n streven belachelijk. Je
hebt nog menschen, die het feit
hunner gedwongen afzondering ver
zwijgen, zoo zegt deze, zelfs
voor hun naaste omgeving. Hij niet.
Hij laat het boven zijn artikelen
in de krant drukken, in groote let
ters, dat hij het was, die twee we
gen logeerde bij den Staat der
Nederlanden hij Ingenieur B.
Swanenburg.
Ziet u nu wel, lezer, dat het een
heel fatsoenlijke aangelegenheid is
Uit de mededeelingen der betrok
ken heeren bleek ons wel, dat het
gevangenisvraagstuk nogal ingewik
keld is. We hebben er vroeger
uitsluitend droeve dingen van ge
hoord, maar nu leerden we, dat de
een in zoo'n inrichting wel aardt,
de ander niet. Het is alles een
kwestie van mentaliteit. Wel dringt
zich uit het relaas, dat we in de
Vlissingsche Crt. lazen, de idee aan
ons op, dat een al te langdurig ver
blijf in een Staats-Pension slecht op
het humeur werkt.
De gevangene uit de Casuaristraat
in Den Haag nam het geval al
dadelijk veel gemoedelijker op, maar
de tijd van zijn afzondering was
ook aanzienlijk korter. Ir. B. Swa
nenburg heeft maar twee weken ge
zeten en die is tot den laatsten dag
enthousiast kunnen blijven over het
onthaal.
Lees maar eens, wat hij van zijn
verblijf in den kerker zegt, en ge
zult nauwelijks uw ongeduld naar
het geschetste-dorado kunnen be
dwingen.
Ik trof het met een cel op het
Zuiden; een vroolijk zonnetje over
goot de geel-steenen wanden met
een gezellige sfeer.
Het was er ruimer, dan ik mij
voorgesteld had en rustig-behaag-
lijk. Links van de zwaar met ijzer
beslagen deur, waarin een kijkgat
met klepje en een luik, bevonden
zich eenige planken, waarop het
servies een gedurfd pêle-mêle
vormden met toilet-accessoires.
Het geheel had in een van die
werken over moderne fotographie
tot onderschrift „foto-montage"
kunnen dragen.
Het is duidelijk, dat de ziel van
dezen ingenieur even zonnig moet
zijn, als zijn zonnige cel, om de
dingen des gevangenis-levens zoo
zonnig te kunnen bezien. Niet allen
zijn daartoe in staat en dezulken
doen beter om uit handen van
Vrouwe Justitia te blijven.
Een enzer collega's heeft ook
eèns korten tijd gezeten, Bernard
Canter.
Een goede baas, maar een beetje
opbruischend van karakter. Op een
heel gezellige journalistenvergadering
te Rotterdam we hadden er een
jubileum te vieren en af te eten
hebben we hem eens bezig gehoord
aan zelf-beklag over het feit, dat
van zijn 28 oorspronkelijke 'het
kunnen er ook 128 geweest zijn
Nederlandsche tooueelstukken, nog
nooit een voor het voetlicht was
gebracht.
Ofschoon wij, collega's er toch
geen schuld aan hadden noch aan
het schrijven dier tooneelstukken,
noch aan het weigeren er van door
de tooneeldirecties en het gerele
veerde ook in geen enkel verband
stond met het gevierd wordende ju
bileum of het wachiende diner, sloeg
Bernard Canter onder zijn betoog
een houten lessenaar aan gruzele
menten. Iemand met zoo'n tempe
rament moet de gevangenis schuwen.
Canter deed dat niet. Een pers
delict kon hij zoenen met het offer
van enkele guldens, maar hij ver
koos te zitten. Hij wreekte zich
op de maatschappij met zijn memoi
res, waarin hij allerlei innerlijke
tragedies schetste van den gevangeD
mensch. Niet één goed woord had
hij over voor onze gevangenissen,
noch voor het gevangenispersoneel.
Een bewaker diende hem van re
pliek per ingezonden stuk in Het
Handelsblad.
Wat Bernard Canter weet van
hetgeen er in een gevangene omgaat?
zoo stelde deze de vraag.
Als hij zich een doodshemd aan
trekt en dan een dagje in een kist
gaat liggen, weet bij et ons precies
zooveel van te vertellen, hoe iemand
zich voelt, als hij dood is.
Wat we nu eigenlijk bedoelen
met ons gevangenïspraatje Eigen
lijk slechts dit we willen er onze
verwondering over uitspreken, dat
ui deze dagen allerlei menschen, die
gezeten hebben, de behoefte voelen
opkomen om hun medemenschen in
te lichten over wat ze zagen en on
dervonden.
Dat verontrust een beetje. 't Is,
of men er zich van overtuigd weet,
dat crisis en malaise de halve wereld
tenslotte in de gevangenis zal doen
behuizen. Niet weinige feiten trou
wens wijzen in die richting.
Vragen, pluimveeteelt, betref
fende niet meer te zenden aan
den Heer Boshouwers te Lent,
doch aan Bureau PI. Pers, Laan
straat 7, Soestdijk, met bijvoe
ging van 6 cent postzegel voor
porto.
Kippen of eenden?
Elke kippenhouder heeft van tijd
tot tijd lust gevoeld om het ook
eens met de eendenfokkerij te pro-
beeren. Over de productie van een
den immers hoort men regelmatig
wondere verhalen en eenden stellen
bovendien weinig eischen aan haar
huisvesting, in tegenstelling met de
kippen. Het grootste bezwaar voor
het houden van eenden, de behoefte
aan zwemwater, is vervallen, nu
onderzoekingen uitwezen, dat de
meest productieve soorten geheel op
het droge kunnen worden gehouden;
Indische Loopeenden b.v. en Khaki
Campbell's, welke al erg voldaan
zijn met een teiltje water of een
cementen goot, waarin zc wat kunnen
poedelen. Foktoomen echter ver-
eischen zwemwater.
Vooral de berichten uit Tonsel
lokten, waar vele duizenden eenden
met succes en voordeel werden
we durven niet meer van „worden"
spreken gehouden in model-
bedrijven, waar men het heele jaar
door, zooveel eieren weet te rapen,
als er eenden worden gehouden.
Daarin schuilt dan maar een heel
klein tikje overdrijving.
Het eendenbedrijf lokt inderdaad
sterk, vooral in dezen tijd, nu de
uitkomsten met de kippenteelt steeds
slechter worden. Laten we het daar
om eens objectief bezien, wèt wel
de werkelijke kansen zijn in het
eendenbedrijf.
Onder de eendenrassen kennen we
er slechts twee, die inderdaad den
im van nutrassen verdienen en
goed tieren op het droge het zijn
de boven genoemde Indische Loop
eenden en de Khaki-Campbell's. Met
andere rassen behoeft men het, als
het om de eieren gaat, niet te pro-
beeren.
Loopeenden en Campbell's zijn
lang niet alle prima legsters, ze
moeten daartoe van een goeden
legstam zijn. In goed doorgefokte
Loopeenden en Campbell's is een
hooge productiviteit inderdaad als
erfelijke eigenschap vast te leggen,
al toont ook ten deze de natuur zich
wel eens grilig door afwijkingen. Er
zijn dus zeer hooge legcijfers te be
reiken.
Op den eenden-legwedstrijd in
Beemster legde de meest productieve
toom van zes eenden van 15 October
1930 tot 10 October 1931, dus bin
nen het jaar: 313 340 348
347 317 en 334 eieren. Alle een
den leggen dus meer dan 300 eieren
per jaar. Dat was een top-resultaat,
maar ook het algemeen gemiddelde
van de 36 deelnemende eenden bleef
niet ver beneden 300. De Loop-
eenden behaalden een algemeen ge
middelde van 265, de Khaki-Camp-
bell's van 285.
Alleen op de legcijfers gelet dus,
zou de eendenhouderij moeten wor
den aanbevolen. Wel brengen eenden
eieren per stuk minder op dan kippen
eieren, maar de totale ontvangsten
zijn door de veel grootere productie
toch hooger dan van kippen.
We hebben de gemiddelde op
brengst per toom (van zes stuks)
kippen berekend, die deelnamen aan
den legwedstrijd te Bruchem. Die
opbrengst bleek te bedragen f 49.34.
We berekenden ook de gemiddelde
opbrengst der eieren van een toom
wedstrijdeenden in Beemster, dat
was f 81.10, een verschil dus van
ruim f 30 per toom of f 5 per stuk
in geldopbrengst.
En toch kunnen we de eenden
houderij, behoudens bijzondere om
standigheden, niet aanbevelen.
Hoofdmotief is, dat eenden men
excuseere de uitdrukking ware
vreetzakken zijn, d*e bovendien voor
een goede productie ook een duur
voer eischen, met een hoog percen
tage n.l. aan dierlijke eiwitstoffen.
Men kan een eend desnoods wel
veel minderwaardig voer voorzetten,
waarmee aan haar vraatzucht is te
voldoen, maar dan legt ze niet veel.
Het geldelijk verschil tusschen de
opbrengst van eend of kip bedraagt
ten hoogste li/z cent per dag, maar
aan extra-voederkosten is men meer
kwijt. Tenzij men door bijzondere
omstandigheden aan een goed en
goedkoop voer kan komen, als in
Tonsel b.v. en in plaatsen aan de
kust van de Zuiderzee, waar men
zeer goedkoop „nest", d.i. kleine
visch kan bekomen. De smaak der
eieren wordt er wel door beinvloed,
maar de eieren worden in hoofdzaak
in fabrieken en bakkerijen verwerkt.
Overtuigd, dat de eendenhouderij
in ons land niet meer looneod kan
zijn, als straks de Zuiderzee is af
gesloten, wordt thans reeds op het
Rijksproeffokstation te Beekbergen
een reeks proeven genomen met
andere goedkoope voeders, maar het
is zeer twijfelachtig, of men zal
slagen, want er is op dat gebied e1
heel veel geëxperimenteerd.
Zeker in dezen tijd moet de eenden
houderij sterk worden ontraden. Er
is een geweldige overproductie aan
eieren in ons land, de markt blijft
op catastrofale wijze dalen. Het
minder gezochte eendenei ondervindt
daar: an de ergste gevolgen; het ii
zoo goed als onverkoopbaar.
Ook de fiscus zorgde voor een
verrassing. Het helpen van de
crisis-slachtoffers kost zeer vele mil
lioenen en geld groeit zelfs niet op
een Haagsch departement. Als een
deel des volks moet worden gehol
pen, dan moeten de financiën daartoe
door het andere deel worden opge
bracht. Daarom zag de minister zich
gedwongen om met nieuwe belasting
voorstellen te komen. De suiker-
accijns zal met 10 opcenten verhoogd
gaan worden, de opcenten van den
wijnaccijns komen van 20 op 80,
van den tabaksaccijns op cigaretten
van 30 op 50. Op- Zuidvruchten zal
10 pet. aan invoerrechten worden
geheven en de zegelrechten op
buitenlandsche effecten worden ver
hoogd. Tegenover dat alles staat de
beëindiging van de heffing van op
centen op de grondbelasting van
onbebouwd. Een en ander behoeft
natuurlijk nog de goedkeuring der
beide Kamers.
V
De Eerste Kamer verwierp de
Pachtwetten. Dat was nu wel geen
verrassing, want er was al lang voor
gevreesd. Die Pachtwetten bedoelden
de positie der pachters te verbeteren
door een zeker recht tot verderen
inhuur aan ze toe te kennen, de
mogelijkheid tot tusschentijds bedin
gen van pachtverlaging te scheppen,
indien de omstandigheden daartoe
aanleiding geven, en ze eeu recht te
geven tot vergoeding voor aange
brachte verbeteringen.
De Tweede Kamer aanvaardde de
wetten, de Eerste Kamer verwierp
daar een meerderheid zich door
conservatieve opvattingen van land
recht liet leiden. De boeren kunnen
er boos over zijn, maar... er bestaat
op het oogenblik te weinig belang
stelling bij ze voor rechten van
wedér-inhuur. De boer kan nog niet
verdienen op grond, dien hij gratis
mag bebouwen
De Tweede Kamer hield zich vaa
de week bezig met de vraag, of
met de inpoldering van Zuiderzee-
gronden moet worden voortgegaan.
Gebrek aan grond is er thans
zeer zeker niet. Maar ja. dat pol
deren houdt op het oogenblik nog
wat menschen bezig. Overigens een
dure geschiedenis
Alle weken brengen ook narig
heden van meer persoonlijk karakter.
In Hemmel bij Nijmegen werd een
alleen wonende oude vrouw van 73
jaar vermoord om het oude mensch
te kunnen bestelen. Een verdachte
zit in arrest.
Tegen de daders van den moord
op den Haagschen milliooair Eschau-
zier werd resp. 16 en 4 jaar gevan
genisstraf geëischt.
Een nieuwe staking van grooten
omvang brak in Rotterdam uit bij
de bekende fabrieken van Piet Smit.
Verschillende organisaties deden
haar best om de Geneefsche Oot-
wapeningspogingen te schragen met
haar Vredes-acties, waarvoor ruime
belangstelling bestond. In sommige
plaatsen worden voor die betoogin
gen ook kerken afgestaan. Heel goed!
zou men zeggen. Eén dominé echter
is daarmee heelemaal niet ingenomen,
het is de vermaarde politicus Ds.
Kersten. Die predikt in en buiten de
Kamer een zeer bijzonder christen
dom. „Dwaasheden" noemt hij die
Vredesbetoogingen in „de Banier."
Dwaasheden van een oppervlakkig
christendom." Weciteerennog verder:
„Mochten toch bij meerderen de
oogen opengaan Hoe kan nu toch
ooit Gods zegen worden afgesmeekt
voor een ontwapening, die ia strijd
is met Gods eigen woord
Gelukkig voor de wereld, spreekt
Ds. Kersten maar namens weinige
christenen. De overgroote meerder
heid der christenen mogen Gods
woord misschien niet zoo nauwgezet
spellen( als Ds. Kersten dat doet,
ze verstaan het béter
Een koude carnavalsgrap.
Ook de fiscus bereidde een
verrassing. De Eerste
Kamer verwierp de Pachtwet
ten. Andere narigheden.
De natuur heeft ons een leelijke,
koude carnavalsgrap bereid door plots
met zoo'n ijzigen adem langs de
aarde te strijken. Dat valt niet mee,
want de jasjes van velen zijn dun
op het oogenblik en het geld is
schaarsch. We hadden er bovendien
niet meer op gerekend, 't ging
alles zoo mooi, wat het weer betreft.
VENRAY. 13 Februari 1932
VKRKOOP VAN HOUT
in de bosschen onder toezicht van
het Staatsboschbeheer onder Merselo.
De gemeente Venray, zal publick
bij opbod verkoopen, onder de ge
wone betalingsvoorwaarden, op
Woensdag 17 Februari a.s. om twee
uur precies ter plaatse nabij de
woning van den Voorwerker Man
ders, 50 groote slagen zeer mooi
brandhout.
Venray 9 Februari 1932
Burgemeester en Wethouders voorn.
O. VAN DE LOO.
De Secretaris.
VAN HAAREN.