Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. [jALFÖHtVi; jAtrató J MANUFACTUREN.) jYQGEmiGSï/jj «MANUFACTUREN i YQQRDEÉLIQSM Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Wat wil Japan? Eenzame ouden. Ons Weekpraatje. De Kippenhouderij op het Platteland. Algem. weekoverzicht Provinciaal Nieuws Zaterdag 13 Februari 1932 Drie en vijftigste Jaargang No. 7 PEEL EN MAAS BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENTIEN: 1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7's ct. bij abonnement lagere tarieven. 1 BLIJKEN TOCH HET 1 Uitgave van FIKMA VAN DEN MITNCKHOF Telefoon SI GIRO 150852 ENRAV ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent voor het buitenland 1 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent Er is weer een oude vrouw ver moord, een van 73 jaar. In een klein dorpje ergens in de buurt van Nij megen. De vrouw leefde eenzaam op eeD afgelegen woning Dèatom juist, zoo zouden we zeggen, werd ze vermoord. Wie in d'r huis beroofd worden en vermoord, dat zijn vrij wel als regel oude menschen en eenzamen, want moordenaarsvolk is Jaf. Maar hoe komen al die slacht offers toch zóó, oud en eenzaam? Dat ze oud zijn geworden, daarin ligt niets bij'onders, maar waarom moeten die menschen eenzaam zijn? Ze hebben toch kinderen misschien, of anders vrienden, kennissen of buren? Ook in bet onderhavige ge val had dc ongelukkige buren, want ze woonde in een z g. half huis, d.w.z. onder één dak met andere menschen. Die andere menschen echter wisten niet veel van de oude vrouw, ze was wat zonderling, heette het, ze bemoeide zich niet met hen. Als men ze wat vroeg, dan kreeg men nooit veel te hooren. Of ze geid had, was niet bekeud, maar ze vroeg nooit ergens om onderstand en als die wel eens werd aangeboden, dan wees ze dien af. Zóó sleet ze baar leven, oud en eenzaam, achterdochtig wellicht, ge sloten. De buren gingen des Zondags avonds geregeld uit en dan zat die oude daar heel alleen onder het dak van de ver afgelegen woning. Daar van profiteerden menscheiijke onver laten. Op dien bewusten Zondagavond kwamen de buren thuis. In de woning van het oude mensch brandde nog licht, maar plots werd dat uitgedraaid Ze zagen twee mannen de woning verlaten en in het bosch verdwijnen, Vreemd zoo dachten ze. Maar ze gingen hun eigen deur binnen, en vergaten 1 Dat eenzame, oude mensch was tóch immers een raadsel voor Oude menschen gaan zooveel een zaam door het leven, óók al hebben ze familie, kinderen zelfs. Ze zijn soms eenzaam, juist omdat ze kinde ren hadden. Kinderen, die nu de zor gen van vroeger vergeten zijn. Hoe véél ellende kan een oud mensch niet hebben beleefd. Dan keeren zc zich af van het leven, ze gelooven in niemand meer. Ze sluiten zich op met de knijpende pijnen in het hart. Een of andere goeierd poogt ze wel eens te naderen, maar ze bijten hem of haar af. Wantrouwen flikkert in de oude oogjes. Zou ik wéér in een mensch gelooven, zoo denken ze dan, en wéér worden teleurgesteld Neen, geen nieuwe pijnen meer in het hart. Alléén willen ze zijn, tot straks de dood... De goeierd heeft er dan al lang genoeg van. Die oude, zoo meent hij, is een zonderling met kuren van den ouderdom. Die oude w i 1 de eenzaamheid, zoekt ze. En toch is het niet zoo. Die oude kwelt zich zelf in afzondering, omdat het geloof aan de menschen verloren is. O, als er inderdaad nog een mensch te vinden ware, waarin ver trouwen mocht worden gesteld Laten we toch veel verdragen van oude menschen,jhun nukken en kuren, bun vreemde bevliegingen. Ze zijn menschen geweest als wij, maar zij hebben zooveel ondervonden en... verloren. Dat begrijpen we pas, als we zelf oud zijn. Een oud mensch moeten we weten te winnen, zelfs al moeten we daartoe onze gevoelige teentjes eerst pantseren. Als we ze gewonnen hebben, dan kunnen we nog o, zooveel vreugde brengen in het ha»t, dan kunnen we hun oogen weer blij doen flikkeren, en dan kun- inen we ze nog zooveel vergoeden van het leed, dat het leven ze bracht. Laat ze de rust van d'r eenzaam- beid en d'r gedachten aan vroeger, maar hoedt ze voor het gevoel van verlatenheid door ze van tijd tot tijd op te zoeken en ze te helpen met kleinigheden. Houdt uwe bemoeiingen vol zonder opdringerigheid, tpt ge eindelijk ge wonnen hebt. Dat kost moeite en soms een offertje aan het gevoel van eigenwaarde, als we worden af- gestc.oten. Maar we doen er een gotd werk mee, we voldoen de schuld van anderen. MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten 75 ct Kiespijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten 60 ct Toen we de vorige week ons artikel onder bovenstaand hoofd schreven, hadden we niet de bedoe ling om het te laten vervolgen, maar nieuwe feiten brachten ons toch daartoe. Wie het eerste artikel met aandacht las, zal ervaren hebben, hoe spoedig de bedoelde nieuwe feiten onze zienswijze zijn komen bevestigen en onze hypothese omtrent Japan's bedoelingen hebben onder lijnd. Japan is niet zoozeer uit op veroveringen, zoo zeiden we, dan wel op het vestigen van orde en tucht in het altijd bewogen, onmete lijke Chiueesche rijk met haar enorme, door allerlei „veldheeren" uitgeperste bevolking. Het is geenszins idealisme, dat Japan drijft, maar zuiver eigen belang. Mandsjoerijë en China moeten geschikt worden gemaakt voor immigratie der Japansche over bevolking en als afzetgebied voor de Japansche industrie. Aanvankelijk heeft Japan haar acties gemotiveerd met allerlei voor wendsels, die duidelijk als zoodanig te onderkennen waren, maar nu eindelijk heeft het de Kaarten bloot gelegd op de internationale politieke speeltafel. De Japansche politieke vertegen woordigers in het buitenland hebben opdracht gekregen, een gunstige ge legenheid te zoeken om de zaak der demilitarisatie van de voornaamste Chineesche havens aan de orde te stellen. De bedoeling is om in en 24 a 36 K.M. rond die havens o.a. Sjanghai, Hankau, Tientsin. Kanton en Tsingtsao een neutrale zone te scheppen, althans die streken buiten de macht van Chineesche veldheeren te houden. Over Mandsjoerijë wil JapaD heelemaal niet meer gesproken heb ben. Daar heeft het haar zin reeds volkomen kunnen doordrijven er is een z.g. onafhankelijke, door Japan gecontroleerde regeering gevestigd iet land is gedemilitariseerd, d.w.z. van den druk van Chineesche troepen ontlast. Hoe we de Japansche aspiraties moeten beoordeelen Als strijding natuurlijk met modem» pacifistische ideeën, in strijd ook met het zelfbe schikkingsrecht der volkeren. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat ook de uitbuiting van het Chineesche volk door allerlei „generaals", in waarheid gewoonlijk machtig geworden bandieten-hoofd mannen. niet uit den volkswil voort komt. Door gebrek aan ontwikkeling, door slechte verkeerstoestanden, door armoe van het allergrootste deel van het volk, door een zekere apathie tenslotte, welke een Chinee sche karaktertrek is, wordt China sinds eeuwen geteisterd door anarchie, gewekt door allerlei bandietenleiders, die net volk uitzuigen, en die vooral teren op de rijkdommen van de groote havens, waar ze zware belas tingen heffen of de bevolking op andere wijzen brandschatten. Een bandiet „begint" ergens in het Chi neesche binnenland, berooft et de provinciale bevolking en als de „zaken" hem meeloopen, trekt hij eindelijk op een der groote Chinee sche havens af, waar hij den macht hebber verdrijft, die zich al lang rijk gesio'en heeft. De bandiet heet daarna „generaal". Door nu die groote havens te demilitariseeren beoogt Japan in die gebieden rust en orde te brengen, indirect daarmee ook in het binnen land, omdat de bandietenleiders daar geen uitzicht meer hebben op het goud der havens. Afgezien van het moreel-ontoelaat- bare van Japan's actie, is men wel geneigd om te erkennen, dat het Chineesche volk zelve en de inter nationale handel gebaat kunnen zijn met de verwezenlijking van Japan's oogmerken. ChiDa is een onmetelijk en rijk land, dat echter rust en orde moet kernen om er de welvaart toe te laten. Een verovering of koloni satie door Japan is uitgesloten, om dat een volk van 500 800 mil- lioen de schattingen van China's bevolking loopen zeer uiteen on mogelijk geregeerd kan blijven door een volk van 60 millioen, wanneer een periode van rust en orde het Chineesche volk ook tot kracht heeft gebracht, tot een macht. Het ligt dan oGk voor de hand, dat de druk van Japan's militaire vuist zal worden verlicht, naarmate meer ge regelde toestanden in China ontstaan en het volk meer geschikt tot zelf bestuur zal worden gemaakt. Samen werking met zoo'n volk van honder den millioenen is profijtelijker dan onderdrukking er van. Men moge uit allerlei ideëele over wegingen Japan's actie veroordeelen en verfoeien, men moet hier toch niet meten naar Europeesche maat staf. Heel veel uitgestrekte gebieden zijn door kolonisatie of door vreemde militaire controle tot landen geworden waar welvaart heerscht. De Ver. Stelen ageeren thans heftig tegen Japan. Maar wat de Ver. Staten op het oogenblik nog doen in Nicaragua, Panama, Cuba enz. is dat niet precies hetzelfde En zeer zeker zal ook in die landen inheemsche bevolking later de vruchten plukken van de huidige militaiie pacificatie. Trouveas, het gebied der Ver. Staten zelf ia 'ook door kolonisatie geworden, wat het thans is. Al die kolonisaties en al die mili taire pacificaties moeten uit overwe gingen van recht worden veroordeeld, maar ze zijn toch dikwijls een voor waarde gebleken voor uiteindelijke rust en welvaart. Ook de Japansche actie kan met geen woord worden gerechtvaardigd maar zeker is, dat het Chineesche volk van eigen geweld méér nog te lijden heeft gehad dan nu van vreem de willekeur en dat de nu opge drongen pacificatie het eens tot zoo veel welvaart en rust kan brengen, dat het groeit in macht en aanzien, ver boven Japan uit Of Japan intusschen nu reeds haar oogmerken zal kunnen bereiken, staat te bezien. Een groote schare van andere machthebbers ziet verbe ten toe naar wat Japan onderneemt, niet uit een gevoel van recht voor China, maar uit afgunst, uit Vrees voor schade der eigen belangen Ook door de wijze, waarop Japan plechtige beloften en verdragen schond, heeft het, afgezien van al hei- overige, veler sympathie ver beurd. Lezer, hebt u al r's ja misschien vindt u de vraag niet erg discreet, maar..., hebt u al r's in de gevange nis gezeten Neen, stuift u nou vooral niet op 1 Indien u werkelijk nog niet de eer hadt, welnu, dan is het in orde. Maar in het tegenovergestelde ge val behoeft a zich evenmin te ge- neeren, want dan is de zaak óók in orde. Het is tegenwoordig heele maal niet erg meer om in de ge vangenis te hebben gezeten, -het staat zelfs wel goed om met een ontslagbriefje uit het Huis van Be waring of uit een ander Staats Kosthuis, in zijn zak rond te loopen; het is een gedistingeerd iets. Over het gezelschap in dergelijke Tehuizen behoeft men zich bij voorbeeld heele maal niet meer te schamen; men vindt er bankiers, advocaten, direc teuren van dit en van dat, officieren enz. Menschen van onverdachte standing dus. Persoonlijk hadden we nog niet het genoegen, maar toch weten we nu wel zoo'n beetje, hoe het daar toegaat. In verschillende kranten volgen we momenteel de memoires van drie ontslagen gevangenen. In De Telegraaf lazen we de indruk ken van een mijnheer, die een poosje in de Casuaristraat te Den Haag een gastvrije cel had gevonden; in de Vlissingsche Crt, vertelt een ge vangene het relaas van een langdu riger opsluiting en onze derde cel reporter, verspreidt zijn memoires zelfs in meerdere bladen tegelijk. De twee eerst-bedoelden geven er voorloopig nog voorkeur aan om anoniem te blijven, maar de derde vindt zoo'n streven belachelijk. Je hebt nog menschen, die het feit hunner gedwongen afzondering ver zwijgen, zoo zegt deze, zelfs voor hun naaste omgeving. Hij niet. Hij laat het boven zijn artikelen in de krant drukken, in groote let ters, dat hij het was, die twee we gen logeerde bij den Staat der Nederlanden hij Ingenieur B. Swanenburg. Ziet u nu wel, lezer, dat het een heel fatsoenlijke aangelegenheid is Uit de mededeelingen der betrok ken heeren bleek ons wel, dat het gevangenisvraagstuk nogal ingewik keld is. We hebben er vroeger uitsluitend droeve dingen van ge hoord, maar nu leerden we, dat de een in zoo'n inrichting wel aardt, de ander niet. Het is alles een kwestie van mentaliteit. Wel dringt zich uit het relaas, dat we in de Vlissingsche Crt. lazen, de idee aan ons op, dat een al te langdurig ver blijf in een Staats-Pension slecht op het humeur werkt. De gevangene uit de Casuaristraat in Den Haag nam het geval al dadelijk veel gemoedelijker op, maar de tijd van zijn afzondering was ook aanzienlijk korter. Ir. B. Swa nenburg heeft maar twee weken ge zeten en die is tot den laatsten dag enthousiast kunnen blijven over het onthaal. Lees maar eens, wat hij van zijn verblijf in den kerker zegt, en ge zult nauwelijks uw ongeduld naar het geschetste-dorado kunnen be dwingen. Ik trof het met een cel op het Zuiden; een vroolijk zonnetje over goot de geel-steenen wanden met een gezellige sfeer. Het was er ruimer, dan ik mij voorgesteld had en rustig-behaag- lijk. Links van de zwaar met ijzer beslagen deur, waarin een kijkgat met klepje en een luik, bevonden zich eenige planken, waarop het servies een gedurfd pêle-mêle vormden met toilet-accessoires. Het geheel had in een van die werken over moderne fotographie tot onderschrift „foto-montage" kunnen dragen. Het is duidelijk, dat de ziel van dezen ingenieur even zonnig moet zijn, als zijn zonnige cel, om de dingen des gevangenis-levens zoo zonnig te kunnen bezien. Niet allen zijn daartoe in staat en dezulken doen beter om uit handen van Vrouwe Justitia te blijven. Een enzer collega's heeft ook eèns korten tijd gezeten, Bernard Canter. Een goede baas, maar een beetje opbruischend van karakter. Op een heel gezellige journalistenvergadering te Rotterdam we hadden er een jubileum te vieren en af te eten hebben we hem eens bezig gehoord aan zelf-beklag over het feit, dat van zijn 28 oorspronkelijke 'het kunnen er ook 128 geweest zijn Nederlandsche tooueelstukken, nog nooit een voor het voetlicht was gebracht. Ofschoon wij, collega's er toch geen schuld aan hadden noch aan het schrijven dier tooneelstukken, noch aan het weigeren er van door de tooneeldirecties en het gerele veerde ook in geen enkel verband stond met het gevierd wordende ju bileum of het wachiende diner, sloeg Bernard Canter onder zijn betoog een houten lessenaar aan gruzele menten. Iemand met zoo'n tempe rament moet de gevangenis schuwen. Canter deed dat niet. Een pers delict kon hij zoenen met het offer van enkele guldens, maar hij ver koos te zitten. Hij wreekte zich op de maatschappij met zijn memoi res, waarin hij allerlei innerlijke tragedies schetste van den gevangeD mensch. Niet één goed woord had hij over voor onze gevangenissen, noch voor het gevangenispersoneel. Een bewaker diende hem van re pliek per ingezonden stuk in Het Handelsblad. Wat Bernard Canter weet van hetgeen er in een gevangene omgaat? zoo stelde deze de vraag. Als hij zich een doodshemd aan trekt en dan een dagje in een kist gaat liggen, weet bij et ons precies zooveel van te vertellen, hoe iemand zich voelt, als hij dood is. Wat we nu eigenlijk bedoelen met ons gevangenïspraatje Eigen lijk slechts dit we willen er onze verwondering over uitspreken, dat ui deze dagen allerlei menschen, die gezeten hebben, de behoefte voelen opkomen om hun medemenschen in te lichten over wat ze zagen en on dervonden. Dat verontrust een beetje. 't Is, of men er zich van overtuigd weet, dat crisis en malaise de halve wereld tenslotte in de gevangenis zal doen behuizen. Niet weinige feiten trou wens wijzen in die richting. Vragen, pluimveeteelt, betref fende niet meer te zenden aan den Heer Boshouwers te Lent, doch aan Bureau PI. Pers, Laan straat 7, Soestdijk, met bijvoe ging van 6 cent postzegel voor porto. Kippen of eenden? Elke kippenhouder heeft van tijd tot tijd lust gevoeld om het ook eens met de eendenfokkerij te pro- beeren. Over de productie van een den immers hoort men regelmatig wondere verhalen en eenden stellen bovendien weinig eischen aan haar huisvesting, in tegenstelling met de kippen. Het grootste bezwaar voor het houden van eenden, de behoefte aan zwemwater, is vervallen, nu onderzoekingen uitwezen, dat de meest productieve soorten geheel op het droge kunnen worden gehouden; Indische Loopeenden b.v. en Khaki Campbell's, welke al erg voldaan zijn met een teiltje water of een cementen goot, waarin zc wat kunnen poedelen. Foktoomen echter ver- eischen zwemwater. Vooral de berichten uit Tonsel lokten, waar vele duizenden eenden met succes en voordeel werden we durven niet meer van „worden" spreken gehouden in model- bedrijven, waar men het heele jaar door, zooveel eieren weet te rapen, als er eenden worden gehouden. Daarin schuilt dan maar een heel klein tikje overdrijving. Het eendenbedrijf lokt inderdaad sterk, vooral in dezen tijd, nu de uitkomsten met de kippenteelt steeds slechter worden. Laten we het daar om eens objectief bezien, wèt wel de werkelijke kansen zijn in het eendenbedrijf. Onder de eendenrassen kennen we er slechts twee, die inderdaad den im van nutrassen verdienen en goed tieren op het droge het zijn de boven genoemde Indische Loop eenden en de Khaki-Campbell's. Met andere rassen behoeft men het, als het om de eieren gaat, niet te pro- beeren. Loopeenden en Campbell's zijn lang niet alle prima legsters, ze moeten daartoe van een goeden legstam zijn. In goed doorgefokte Loopeenden en Campbell's is een hooge productiviteit inderdaad als erfelijke eigenschap vast te leggen, al toont ook ten deze de natuur zich wel eens grilig door afwijkingen. Er zijn dus zeer hooge legcijfers te be reiken. Op den eenden-legwedstrijd in Beemster legde de meest productieve toom van zes eenden van 15 October 1930 tot 10 October 1931, dus bin nen het jaar: 313 340 348 347 317 en 334 eieren. Alle een den leggen dus meer dan 300 eieren per jaar. Dat was een top-resultaat, maar ook het algemeen gemiddelde van de 36 deelnemende eenden bleef niet ver beneden 300. De Loop- eenden behaalden een algemeen ge middelde van 265, de Khaki-Camp- bell's van 285. Alleen op de legcijfers gelet dus, zou de eendenhouderij moeten wor den aanbevolen. Wel brengen eenden eieren per stuk minder op dan kippen eieren, maar de totale ontvangsten zijn door de veel grootere productie toch hooger dan van kippen. We hebben de gemiddelde op brengst per toom (van zes stuks) kippen berekend, die deelnamen aan den legwedstrijd te Bruchem. Die opbrengst bleek te bedragen f 49.34. We berekenden ook de gemiddelde opbrengst der eieren van een toom wedstrijdeenden in Beemster, dat was f 81.10, een verschil dus van ruim f 30 per toom of f 5 per stuk in geldopbrengst. En toch kunnen we de eenden houderij, behoudens bijzondere om standigheden, niet aanbevelen. Hoofdmotief is, dat eenden men excuseere de uitdrukking ware vreetzakken zijn, d*e bovendien voor een goede productie ook een duur voer eischen, met een hoog percen tage n.l. aan dierlijke eiwitstoffen. Men kan een eend desnoods wel veel minderwaardig voer voorzetten, waarmee aan haar vraatzucht is te voldoen, maar dan legt ze niet veel. Het geldelijk verschil tusschen de opbrengst van eend of kip bedraagt ten hoogste li/z cent per dag, maar aan extra-voederkosten is men meer kwijt. Tenzij men door bijzondere omstandigheden aan een goed en goedkoop voer kan komen, als in Tonsel b.v. en in plaatsen aan de kust van de Zuiderzee, waar men zeer goedkoop „nest", d.i. kleine visch kan bekomen. De smaak der eieren wordt er wel door beinvloed, maar de eieren worden in hoofdzaak in fabrieken en bakkerijen verwerkt. Overtuigd, dat de eendenhouderij in ons land niet meer looneod kan zijn, als straks de Zuiderzee is af gesloten, wordt thans reeds op het Rijksproeffokstation te Beekbergen een reeks proeven genomen met andere goedkoope voeders, maar het is zeer twijfelachtig, of men zal slagen, want er is op dat gebied e1 heel veel geëxperimenteerd. Zeker in dezen tijd moet de eenden houderij sterk worden ontraden. Er is een geweldige overproductie aan eieren in ons land, de markt blijft op catastrofale wijze dalen. Het minder gezochte eendenei ondervindt daar: an de ergste gevolgen; het ii zoo goed als onverkoopbaar. Ook de fiscus zorgde voor een verrassing. Het helpen van de crisis-slachtoffers kost zeer vele mil lioenen en geld groeit zelfs niet op een Haagsch departement. Als een deel des volks moet worden gehol pen, dan moeten de financiën daartoe door het andere deel worden opge bracht. Daarom zag de minister zich gedwongen om met nieuwe belasting voorstellen te komen. De suiker- accijns zal met 10 opcenten verhoogd gaan worden, de opcenten van den wijnaccijns komen van 20 op 80, van den tabaksaccijns op cigaretten van 30 op 50. Op- Zuidvruchten zal 10 pet. aan invoerrechten worden geheven en de zegelrechten op buitenlandsche effecten worden ver hoogd. Tegenover dat alles staat de beëindiging van de heffing van op centen op de grondbelasting van onbebouwd. Een en ander behoeft natuurlijk nog de goedkeuring der beide Kamers. V De Eerste Kamer verwierp de Pachtwetten. Dat was nu wel geen verrassing, want er was al lang voor gevreesd. Die Pachtwetten bedoelden de positie der pachters te verbeteren door een zeker recht tot verderen inhuur aan ze toe te kennen, de mogelijkheid tot tusschentijds bedin gen van pachtverlaging te scheppen, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, en ze eeu recht te geven tot vergoeding voor aange brachte verbeteringen. De Tweede Kamer aanvaardde de wetten, de Eerste Kamer verwierp daar een meerderheid zich door conservatieve opvattingen van land recht liet leiden. De boeren kunnen er boos over zijn, maar... er bestaat op het oogenblik te weinig belang stelling bij ze voor rechten van wedér-inhuur. De boer kan nog niet verdienen op grond, dien hij gratis mag bebouwen De Tweede Kamer hield zich vaa de week bezig met de vraag, of met de inpoldering van Zuiderzee- gronden moet worden voortgegaan. Gebrek aan grond is er thans zeer zeker niet. Maar ja. dat pol deren houdt op het oogenblik nog wat menschen bezig. Overigens een dure geschiedenis Alle weken brengen ook narig heden van meer persoonlijk karakter. In Hemmel bij Nijmegen werd een alleen wonende oude vrouw van 73 jaar vermoord om het oude mensch te kunnen bestelen. Een verdachte zit in arrest. Tegen de daders van den moord op den Haagschen milliooair Eschau- zier werd resp. 16 en 4 jaar gevan genisstraf geëischt. Een nieuwe staking van grooten omvang brak in Rotterdam uit bij de bekende fabrieken van Piet Smit. Verschillende organisaties deden haar best om de Geneefsche Oot- wapeningspogingen te schragen met haar Vredes-acties, waarvoor ruime belangstelling bestond. In sommige plaatsen worden voor die betoogin gen ook kerken afgestaan. Heel goed! zou men zeggen. Eén dominé echter is daarmee heelemaal niet ingenomen, het is de vermaarde politicus Ds. Kersten. Die predikt in en buiten de Kamer een zeer bijzonder christen dom. „Dwaasheden" noemt hij die Vredesbetoogingen in „de Banier." Dwaasheden van een oppervlakkig christendom." Weciteerennog verder: „Mochten toch bij meerderen de oogen opengaan Hoe kan nu toch ooit Gods zegen worden afgesmeekt voor een ontwapening, die ia strijd is met Gods eigen woord Gelukkig voor de wereld, spreekt Ds. Kersten maar namens weinige christenen. De overgroote meerder heid der christenen mogen Gods woord misschien niet zoo nauwgezet spellen( als Ds. Kersten dat doet, ze verstaan het béter Een koude carnavalsgrap. Ook de fiscus bereidde een verrassing. De Eerste Kamer verwierp de Pachtwet ten. Andere narigheden. De natuur heeft ons een leelijke, koude carnavalsgrap bereid door plots met zoo'n ijzigen adem langs de aarde te strijken. Dat valt niet mee, want de jasjes van velen zijn dun op het oogenblik en het geld is schaarsch. We hadden er bovendien niet meer op gerekend, 't ging alles zoo mooi, wat het weer betreft. VENRAY. 13 Februari 1932 VKRKOOP VAN HOUT in de bosschen onder toezicht van het Staatsboschbeheer onder Merselo. De gemeente Venray, zal publick bij opbod verkoopen, onder de ge wone betalingsvoorwaarden, op Woensdag 17 Februari a.s. om twee uur precies ter plaatse nabij de woning van den Voorwerker Man ders, 50 groote slagen zeer mooi brandhout. Venray 9 Februari 1932 Burgemeester en Wethouders voorn. O. VAN DE LOO. De Secretaris. VAN HAAREN.

Peel en Maas | 1932 | | pagina 1