mmimh tWORDEmGStf Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. manufacture! {manufacture! Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. De positie der ambtenaren. Ons Weekpraatjè. De Kippenhouderij op het platteland Provinciaal Nieuws ZATERDAG 31 OCTOBBR 1931 Twee eo Vijftigste'Jaargang No 44 BLIJKEN TOCH HET 1 BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENT1KN: 1—8 regels 60 cent, elke regel meer T-,\ ct. bij abonnement lagere tarieven. l'iïgava THii FIRMA VAN DEN MUNOKHOF Telefoon 51 GIRO 150652 ENRAY ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct-, per post 75 cent voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent Laten we het erkennen het amb tenarencorps is. in het algemeen ge sproken. niet bepaald populair. Tegen de menschen individueel heeft men gewoonlijk niets, maar hun totale gemeenschapje wordt nog al eens beschouwd als een... nu ja, zoo'n beetje parasietendom, dat zich zonder veel inspanning verzadigt aan de vruchten van den arbeid van deo ploeterenden medemensch. Deze voorstelling van zaken zal de een wat overdreven vinden, de ander nog lang niet krachtig genoeg ge- teekend. maar ze geeft o.i. toch wel zoo'n beetje de gemiddelde opvat ting weer van den veel of weinig of géén belasting betalenden burger, Vooral de laatsten. de menschen dus, die weinig of geen belasting betalen, hebben nog al eens de hebbelijkheid om luid te protesteeren tegen de kwistige wijze, waarop de overheid met „hun" geld een vegeteerend ambtenarencorps onderhoudt. Is die anti-ambtenaarlijke geest te rechtvaardigen of te verklaren Te rechtvaardigen geenszins, te verklaren in enkele opzichten. We krijgen in het leven soms wel eens gelegenheid om te constateeren, dat sommige ambtenaren met succes pogen te ontkomen aan de eens op gelegde beproeving, dat de mensch „in het zweet zijns aanschijns" zijn brood zat hebben te verdienen. En dat nemen we ze dan kwalijk, niet omdat in het particulier bedrijf nooit aan dagdieverij doet en ook nie<, omdat we dat kwaad zelf altijd zoo consequent hebben geschuwd, maar omdat die ondeugd, waar het ons zelf of andere particulieren geldt, een zaak is tusschen den „baas" en zijn bediende, waarmee geen ander iets heeft uit te staan, terwijl een ambtenaar slechts luieren kan ten koste van ons geld, van u dus en ons allen te samen, den duizendkop- pigen „baas" van den ambtenaar. Dan en hier raken we inder- daad een donkere zijde van het ambtenaren-vraagstuk ambtenaren worden voor een groot deel benoemd door dames en heeren, die aan poli tiek doen en dat geeft tot velerlei bevoorrechting, kruiwagerij, aanlei ding. Het is soms een kliekjesgeest, die het ambtenarencorps vormtdeze i3 hier en daar een kaste, die door bepaalde protectie omsloten wordt gehouden. Die protectie leidt wel eens tot ongezonde verhoudingen, overbodige aanstellingen of onbillijke cumulatie van betrekkingen. In Amsterdam kennen we iemand, die gepension- neerd is bij het onderwijs, daarna werd benoemd tot chef van een afdeeling bij de gemeentelijke admi nistratie en wiens echtgenoote kinderen zijn er niet eveneens in gemeentedienst is. Hier wordt in éen klein gezin een drievoudig inkomen uit de openbare kas getrokken, ter wijl de gemeente duizenden werk- looze vaders heeft te onderhouden. We hebben naar dit „geval" niet speciaal gezocht en er is ons ook niet expresselijk op gewezen gewor den, we kennen het bij toeval. Maar soortgelijke verhoudingen be staan méér en die worden door anderen gekend, waardoor de publie ke opinie omtrent ons ambtenaren corps nu juist niet in een bewonde- renden geest wordt geleid. Daar is tenslotte nog de soms buitensporige salarieering van be paalde ambtenaarsposten. Het publiek veralgemeent de zaak hier wel te vaak, maar buitensporige salarieering komt inderdaad voor en geeft veel stof voor critiek. En dat geldt niet alleen de hooge ambten. In de gemeente N»euwer- Amstel werd dezer dagen nog een salarisregeling vastgesteld, krachtens welke een gewone agent van politie een aanvangsloon krijgt van 1800 gulden, na enkele jaren oploopend tot 2300 gulden, alles vermeerderd met f50,— vergoeding voor een rij wiel en f 150,— voor bovenkleeding. Zijn ondergoed schijnt hij zelf te moeten betalen, maar dat kan een dorpsagent, als hij omstreeks 50 gld per week incasseert. Minister Coliju, die eens den gul den veilig stelde, mag zijn broer, den burgemeester van Nieuwer-Am- stel, er wel eens op wijzen, dat hij op zoo'n manier den gulden weer aan het wankelen zou brengen. Wie uit het bovenstaande nu zou concludeeren. dat we aan de hetze tegen de ambtenaren willen meedoen, haar vuur inblazende, heeft het mis. We hebben dat alles geschreven, om te kennen te geven, dat ook wij de ambtelijke misstanden kennen, maar ook om den lezer nu eens precies voor te houden, tot welke grenzen de fouten blijven beperkt. Als in dat wereldje wel eens wordt geluierd, dan zal het toch niet meer zijn dan elders. Schept protectie al eens bevoor rechting van den een en onbillijk heid tegenover den ander, dan betreft het uitzonderingen. Zijn de salarieeringen wel eens royaal, over het algemeen, en daarop willen we den nadruk leggen, is van een te ruime salarieering geen sprake. Het moge buitensporig zijn, dat men in een dorp aan een politie agent net maker» van zijn rondjes met 50 gld. per week honoreert, er staat tegenover, dat het overgroote deel van ons ambtenarencorps uit nijvere, arbeidzame lieden bestaat, die met een bescheiden salarisje hun week of maand moeten weten rond te komen. Tot ons ambtenarencorps wordt ook een intelligente onderwij zersstand gerekend, die steeds van veel plichtsbewustzija getuigt en intellectueel op hoog peil staat, ter wijl velen onderwijzers nog niet het inkomen van een dorpsagent wordt waardig gekeurd. Eens brachten de ambtenaren reeds een salarisoffer aan de gemeenschap en nu eischt een minister weer het zelfde van ze. Is dat billijk Vóór men zich te dier zake een meening vorme, denke men niet alleen aan bepaalde voordeelen van het ambtenaar-zijn, d.i. de vrij groote bestaans-verzekerdheid en verzorgd heid van de toekomst, maar óók aan de ambtenaarlrke plichten. Inderdaad zou in geen enkele tak van nijver heid of handel bet personeel duld- zaam een behandeling aanvaarden, als waarmee men de ambtenaren bejegent, de ambtenaren, die met de aanvaarding van hun positie, hun lot ook vertrouwensvol in handen der overheid stellen, die ze het recht van staking ontnam Tn het bestek van dit artikel is het niet mogelijk om gedocumenteerd te beoordeel en, of de minister al dan niet anders kan We willen ons daar dan ook geenszins over uit spreken, doch er slechts op wijzen, dat men ook bij de beoordeeling van de positie en rechten der amb tenaren, de billijkheid en rechtvaar digheid heeft te betrachten en zich niet door bliDd vooroordeel mag laten leiden. Fm uil o overalHet geknoei in goerle iy-ien komt in slechte tjyden aan het licht. Belgisch brooil en Deensch vioesch. Een verbeterde korte golf f Na de belangrijke fraude aan het departement van financiën, zijn nu weer groote verduisteringen ontdekt bij den Pensioenraad. Het blijkt, dat de omvangrijke organen van con tröle, waarover de staat beschikt, de mogelijkheid van ernstige knoeierij nog lang niet uitsluiten. In dat op zicht heeft ook de Rekenkamer ons teleurgesteld. Het is intusschen niet bij het rijk alléén, dat handige schurkea of in het nauw gedreven slachtoffers van speculatie-woede hun slag weten te slaan. Bijna dagelijks leest men van verduisteringen hier en daar, en overal. In de goede tijden, die we achter ons hebben, blijken er heel wat menschen met klinkende namen en hooge borsten te hebben rond geloopen, die hun financieele wel- vaarispositie dankten aan de weinig scrupuleuze wijze, waarop ze met het geld van anderen omsprongen. Toen ging het hun wel. Omdat de meeste waarden voortdurend stegen, groeide als van zelf het geld aan, dat ze in hun handen namen en dus konden ze voor het oog van de buitenwereld eerlijke en respectabele lieden blijven, omdat ze in staat waren om hun onoirbare handelingen te dekken. Toen de conjunctuur terugliep, kwamen er tekorten, moesten ze putten dempen door het graven van weer nieuwe en diepere kuilen, totdat ze zich eindelijk een afgrond hadden gegraven. Bankiers, advocaten, ambtenaren, procuratie houders, industrieelen, onder al die menschen, die dagelijks met veel geld omgaan, blijkt er een vrij hoog percentage onbetrouwbare elementen te schuilen, wier wandaden in deze dagen van ongunstige conjunctuur aan het licht komen. De een wordt gevangen genomen, de ander meldt zich aan, een derde schiet zich voor den kop. Van de deze week ontdekte frau des was die van een Jonkheer wel van den meest ontstellenden aard. Het gold hier den firmant van een Rotterdamsch assurantiekantoor, die er met speculaties ongeveer zeven ton van andere menschen doorgelapt blijkt te hebben. Tot groote schade natuurlijk \veer van kleine luyden, die van de bescheiden resultaten van hun ploeteren een deeltje afzon derden tot „verzekering" tegen on gunst van komende tijden Aan het bedoelde verzekeringkan toor is al weer de naam „Ktöller" verbonden, een naam, die een onwel luidende klank heeft gekregen voor de financieel geinteresseerden bij de Rotterdamsche Bankvereeniging, de HolLand-Amerika-Lijn en vele ande re groote zaken. Van Oss in de Haagsche Post oordeelt niet malsch over de groote financieele z.g. deskundigen in binnen- en buitenland. Die menschen hebben altijd ge sproken met een gedecideerdheid als waren ze onfeilbaren godheden. De gunst der tijden was met ze, maar toen de crisis kwam, bleken ze warhoofden hun talenten bleken volstrekt niet uit te steken en ze bleken bovendien soms ook nog de moreele waarden te missen, die velen kleinen zaken lieden eigen zijn. De H.A.L. betaalde in vijf jaren 220 procent uit, hield 66 millioen in ka*, kende 6 millioen tantième toe aan haar directeuren, haar aandeelen noteerden boven 500. Thans staan diezelfde aandeelen op 5 en zelfs voor dien prijs zijn ze niet te ver- koopen. Ook de rente der obligaties kan niet meer worden betaald deed de maatschappij dat, dan zou ze geen cent meer in kas hebben Zoolang alles goed ging, zegt Van Oss, waande men die groote heeren knap. Maar hun succes kwam door toeval, door omstandigheden en toestanden, waarop zij niet meer invloed hadden dan op de zwaarte kracht of op de snelheid van het licht. En hun val kwam ook door invloeden, die buiten hen omgingen, en waarmee zij niet beter raad wis ten dan andere doodgewone men schen, die niet door blind toeval waren geheschen naar groote posities, Wat kan worden gezegd van onze groote financieele deskundigen, schijnt helaas ook te gelden voor onze politieke leiders. Het is geen kunst om in tijden van hoog-conjunctuur een naam te verbinden aan mooie, maar dure wet ten, maar wat weet staatsmans kunst nu te bereiken ter leniging van den nood in handel en bedrijf? De akkerbouwers werden geholpen met een Tarwewet. Zij hadden in derdaad hulp noodig. Maar hebben de staatslieden niet misgetast inzake de middelen Door de Tarwewet worden vele bakkers geruïneerd; overal voert men het Belgisch brood in, dat zelfs iD de Hollandsche steden voor elf cent per brood verkocht blijkt te kunnen worden. Belgen zijn bij het bakken van brood niet gehouden aan een Nederlandsch menggebod of aan Nederlandsche sociale wetten. De bakkers dreigen... broodeloos te worden en de regeering radeloos! Die weet niet, hoe ze den stroom van Belgisch brood kan keeren. Net zoo min als ze maattegelen weet of aandurft om het Deensche vleesch te weren, dat het bestaan onzer veeboeren bedreigt. Men heeft de Denen in Den Haag genood om ze te vragen, of zij zich zelf geen beperking wilden opleggen aan den invoer van Deensch vleesch in Nederland. Dat laten onze wetten niet toe, zeiden de Deneri. Als maatregelen noodig worden geacht, zoo meenden ze, dan moeten die van een anderen kant komen. De shmmerds Ze wisten wel, dat aan dien kant geen dapperen zitten. Onze politieke leiders zijn o, zoo bang, dat ze hun vingers zullen branden aan koud water. Ze blijven liever mtt iedereen goede vrienden en dat is op den duur toch niet mogelijk. De radiolhfhebbers worden bin nenkort misschien van een groote misère verlost. De zeer slechte golf van Huizen zal, vermoedelijk althans voor wat de avonduren betreft, verwisseld worden voor een wat betere, zij het nog niet volmaakte golf van dezelf de lengte op Kootwijk. door JOS. BOSHOUWERS te LENT Piepkuikenvoer. Van twee zijden vraagt men ons, hoe oud piepkuikens moeten zijn, om gemest te kunnen worden, en welke samenstelling men daarvoor nemen moet. Aan het schrijven der beide in zenders te merken moet ik opmaken, dat men met de hand wil mengen, alleen om goedkooper uit te zijn. Opfokvoer mengen met de hand nimmer aan te bevelen en zeker niet, als het voor piepkuikens is, want dan komt er als noodwendig bestanddeel ook levertraan bij, dat de boer er nooit goed onder kan krijgen. Met het mesten der piepkuikens begint men gewoonlijk, als ze 7, 8 of 9 weken oud zijn. Liefst niet te vroeg, eerst moeten ze de grootte hebben, want als men eenmaal begint te mesten, worden ze wel zwaarder, maar niet van beteekenis grooter meer. Windeieren en sterfte. VRAAG: Ik heb ruim 160 jonge hennen en een 90-tal van 1930. Ze zitten apart en loopen in gescheiden vakken, groot genoeg, ze kunnen het gras zelfs niet aan. Ik raap ge regeld van de jongen 4 a 5 wind eieren per dag. De kippen zijn niet te vet. Twee zijn er dood gegaan, zonder dat ik er ook maar het minst aan bemerkt heb. Ik zond de laatst gestorvene op naar de seruminrich- fing te Rotterdam en nu bleek, dat die kip gestorven was aan eileider ontsteking. Wat raadt u mij aan te doen Ik sluit postzegel in voor rechtstreeks antwoord, want in Peel en Maas dan duurt het nog haast een week" De leg is uitstekend. Ik gebruik het voer van den Landbouwbond en heb daar nog 5 pond vischraeel op de 100 pond aan toegevoegd en ook nog 2 pond voederkalk, doch de windeieren blijven komen. Vooral over de sterfte maak ik mij ongerust. Iedereen zegt, wat een mooie kippen zijn het. De twee ge storven kippen waren iets aan den lichten kant, doch lang niet wat men noemt mager. Uit Venray. ANTWOORD: Als ik u was, dan had ik maar niets toegevoegd aan dat voer van den Landbouw bond. Bijmengen is steeds onge- wenscht en ook meestal overbodig. Mogelijk hebt u nu wel wat veel dierlijk eiwit in het ochtendvoer. Kippen kunnen ook te straf leggen. Als ze dan niet heel veel kalkstof krijgen, gaan ze windeieren leggen (net als bij vervetting) en daardoor kan eierleider ontsteking ontstaan. U hebt aan het voer van den Bond nog 2 pCt. voederkalk toege voegd, zeker omdat ge in de meening verkeert daardoor de schaalvorming te bevorderen. Dat is echter niet zoo. Voederkalk dient daar niet voor. Al geeft u nog zooveel voederkalk, de windeieren zullen ei niet om achterwege blijven. U moet volop grit geven of ge malen schelpen. Dat is altijd noodig, als de kippen in grasland loopen, want daar vin den ze geen scherp voor de verza meling van het voedsel, en ook geen kalk. De koolzurq^kalk, die in gemalen schelpen zit, lost langzaam op in de verteringstoppen en wordt daarna afgezet in de eierschaal, waarvan de koolzure kalk het voornaamste be standdeel is. Grit bevordert dus de verbetering van het voedsel en geeft eieren met sterken schaal. Nog eenseene weide is een prima uitloop voor de kippen, maar de weide geeft geen scherp en ook weinig koolzure kalk. Die moet dus per sé worden verstrekt. Ik hoop, dat al onze lezers, die hun kippen in de wei hebben loopen, bovenstaande in het oor zullen knoopen. Verder zou ik vraagsteller ook aanraden, de hanen tijdelijk af te zonderen. Het vaak betreden door den haan bevordert het windeieren leggen ook wel eens. Kunt u ergens een kar muurpuin krijgen, waar een huis afgebroken wordt, haal dan 'n karvol en stoot die ergens in de wei, niet al te ver van het kippenhok af, neer. De kippen zullen daar aan blijven pikken en oude muurkalk is voor de schaalvorming buitengewoon goed. U behoeft den gestooten hoop muurkalk niet uit elkaar te spreiden, laat hem zoo maar liggen. De kippen zullen overal zelf wel voor zorgen. Karschop. VRAAGMijne W. L. hebben een goed hok. maar het is te klein, om ze bij slecht weer geregeld bin nen te houden. Dicht er bij heb ik echter een schop of afdak, waar ik wel eens katren neerzet, doch ik kan die ook in de schuur bergen als het moet. Zou ik zoo'n afdak, dat alleen aan den Zuidkant open is niet voor daghok kunnen gebruiken. Tochten doet het er niet in, dan alleen bij Zuidenwind, maar dan is het toch meestal niet koud. Gaarne vernam ik hierover iets in Peel en Maas. Om het hok te vergrooten, dat gaat ook moeilijk en het kost altijd weer meer. Als het noodig is, kan ik wel een koker of planken buis maken tusschen het hok en het af dak. Zouden de kippen er door gaan Die koker zou dan 3 M lang moeten zijn. Uit Maashees. ANTWOORD Als die karscbop zoo is, dan kunt u hem wel voor daghok gebruiken. Maar breng dan aan den voorkant, langs den groDd eene plank aan, om het naar buiten krabben van het strooisel te voor komen. De bodem van de schop zal wel droog zijn, veronderstel ik. Houd hem dan droog, want dat is des winters eene voorname zaak. U kunt er stroohaksel over heen brengen, of kaf of turfstiooisel en hierin eiken namiddag het hardvoer strooien. Dus niet alleen bij slecht weer, maar ge durende het winterhalfjaar altijd. Voor een tunnel voel ik niet veel. Mij dunkt echter, als het hok er zoo dicht bij staat, dat u wel een dak kunt leggen over de ruimte van 3 Meter en aan den Noordkant een schutting van stroo. Dan hebt u de karschop waarschijnlijk niet noodig. Zoo iets kost toch maar weinig. Het dak kan bestaan uit gegolfde platen. In den zijwand van het hok maakt u een uitloopgat naar deze overdekte ruimte. VENRAY, 31 October 1931 Plechtige Inzegening van het nieuwe Gymnasium. Dinsdagmorgen had alhier de plechtige inzegening plaats van het nieuwgebouwde Gymnasium der Eerw Zusters Ucsulinen in Jerusalem. Om 9 uur werd door Pastoor Thielen een H. Mis van dankzegging opge dragen in de prachtig versierde kapel. Onder de autoriteiten werden opge merkt Mgr. Bauduin, vicaris van het Bisdom, Mgr. Dr. Poels. de geestelijkheid van Venray, Eerw Paters Franciscanen, Pater de Wit, Prof. Schrijnen, Dr. Molkenboer, Dr. Moller, de Inspecteur v. het Hooger Onderwijs, Jan Poels, Bur- gemeester, Wethouders en Gemeente- Secretaris van Venray, architect Wielders, de aannemers Gebrs. Oudenhoven, alle leeraren, en oud- leeraren en -leeraressen, de Eerw. Zusters, Pensionnaires, vele ouders hiervan en vele anderen. Na de H. Mis werd processies- gewijze naar het nieuwe gebouw getrokken en werd de inzegening verricht door Mgr. Bauduin. Na deze plechtigheid vereenigden allen zich in de receptiezaal en werd achtereenvolgens het woord gevoerd door Mgr. Bauduin. Pater Ohnings, de heer Reukema, namens de Mi nister van OnderwijsJan Poels namens de Commissaris der Koningin in de Provincie Limburg, Burge meester v. d. Loo, de heer J. Loog- mann, namens de Dames en Heeren Docenten van het Gymnasium, de heer Stulemeijer namens de Leerlin gen. terwijl twee leerlingen nog het woord voerden waarvan een speci aal sprak tot Mgr. Bauduin en een namens al de leerlingen van het Gymnasium. Bij de vele ingekomen telegrammen van gelukwenschen waren een van Mgr. Schrijnen Bis schop van Roermond. Vervolgens werd een rondgang gemaakt door het nieuwe gebouw. Allen waren zeer voldaan over de keurige inrichting. Na afloop der officieele receptie werd den genoodigden een lunch aangeboden. Naaa wij vernemen is met in gang van 16 Nov. a.s. benoemd tot kommiesdienstgeleider alhier de hee I. Nymeier, thans ass. dienstgeleider te Baarlo. Verhuizing en uitbreiding van de li. K. Parochiale Leesbibliotheek te Venray. Met genoegen kunnen wij mede- deelen, dat onze bibliotheek haar verblijf boven het kerkportaal heeft verlaten en een betere huisvesting heeft verkregen. Hare bezoekers bespaart zij voor taan de bestijging van een smalle wenteltrap. Zij heeft gemeend hen tegemoet te moeten komen, niet alleen door gelijkvloersch zich te gaan vestigen maar ook hen meer gelegenheid te geven om haar te kunnen bezoeken. Zij woont voortaan bij den heer Bern. Kruysen op de Groote Markt. Daar heeft zij een flink en mooi appartement betrokken. Men moet meegaan met den tijd cd het den menschen gemakkelijk maken naar het „zingzoldertje" klauteren de dames en heeren niet graag. Toch voelt zij een zekere wee moed, niet omdat zij hare hooge woning heeft verlaten, maar omdat met het verlaten daarvan noodzake lijk iets verbenden is, dat haar doet gevoelen de waarheid van het ge zegde „Scheiden tut Weh" het vaarwel zeggen aan hare goede trouwe vrienden, die haar jaar in jaar uit belangeloos terzijde stonden de Heeren Henri Jacobs en Henri Sijbers. Zij zal hen steeds dankbaar ge denken, evenals zij hare vioegere medewerkers o.a. Martin Wijnhoven en Jean Pijpers niet vergeten zal. Zij moest uitbreiden, wilde haar zaak aan de behoeften van 't publiek tegemoet komen. De familie Bern. Kruysen zal haar daarmee helpen. Niet alleen 's Zondags kan het publiek terecht van 11 uur tot half één namiddags maar ook door de week en wel op Dinsdag, Donder dag en Zaterdag, telkens in den namiddag van 5—6 uur. Iedereen kan tegen 2,50 gulden lid worden van de bibliotheek, dan kan men telkens twee leesboeken (ook meerdere studieboeken) verkrijgen. Dus wanneer men op Dinsdag één boek haalt, kan men als lid Donder dag weer een nieuw krijgen. Willen meerdere personen van één huishouden lid worden, dan kan de 2de en de 3de tegen het betalen van slechts één gulden het lidmaat schap verwerven. Men kan ook dit is voorloo- pig tegen vier cent een boek verkrijgen. Maar dat boek mag men niet langer dan één week in bezit houden, wil men 't langer houden, dan moet men dit aanvragen. Wanneer iemand een boek wil lezen wat niet in de bibliotheek voorradig is, dan behoeft hij dit maar op te geven, dan is het binnen één week ter zijner dispositie (geen portokosten te betalen.) Wanneer er liefhebbers zijn om zich te abonneeren op een z.g. „portefeuille", dan kan men dat doen tegen 15 gulden per jaar (zich aanmelden bij den Directeur). Pater Elzearius Tulp O.F.M. f In het R.K. ziekenhuis „De God delijke Voorzienigheid" te Sittard overleed in den ouderdom van 64 ijaar de WelEerw. Pater Elzearius Tulp O. F. M. assistent aan de rec- toraatskerk der E.E.P.P. Franciscanen te Ophoven-Sittard. Pater Tulp werd geboren te Zwol le op 31 Augustas 1867, deed zija lagere studies aan het gymnasium der Franciscanen te Megen en trad in de Orde van St. Franciscus te Wychen (Alverna) in 1890. Óp 3 Maart 1897 ontving hij de H. Priesterwijding. Na zijn Priesterwijding was Pater Elzearius als assistent werkzaam te Maastricht, Venray en Heerlen. Daarna werd hij geroepeD om te arbeiden in het nieuwe peeldorp IJselsteyn, alwaar hij, bij gebrek aan een kerk, de H. Mis moest opdragea in een schoolgebouw. Na vervolgens werkzaam te zijn geweest in het klooster te Ha>len en in het R.K. Sanatorium te Horn, werd Pater Elzearius in 1921 be noemd tot assistent aan de Cphoven- sche rectoraatskerk. Te Ophoven was Pater Elzearius een zeer geziene en beminde per soonlijkheid, die voor vele een uit stekend geestelijk leidsman is geweest. De onthulling van het H. Hartbeeld. Na een schitterende triduum, geleid door den Z. E. Heer Rector Jennes- kens uit Mook, had Zondag 25 Öct., den feestdag van Christus-Koning, te Venray de onthulling plaats van het H. Hartbeeld. Van uit de Parochiekerk gingen na het Lof ontzaggelijk velen op naar de plaats, waar het H. Hart beeld stond, als het ware bedolven onder een schat van bloemen, samen gebracht door alle vereenigingen uit Venray, terwijl ook de firma Hekkens Vaassen uit Tegelen een schat van rozen voor de versiering der Parochie kerk en het H. Hartbeeld had afge staan. De Commissarissen van orde had den een zware taak om op het plein, alle met hun vaandels opgekomen kerkelijke en wereldlijke vereenigin gen ordelijk op te stellen. Nog nooit zullen er op één plein zooveel Ven- rayers aanwezig geweest zijn. Als Voorzitter van het H. Hart beeld-Comité, beklom Dr. Janssen het spreekgestoelte, die dezen dag een ware jubel- en vreugdedag noemde voor Venray, waarop dc aloude godsdienstzin zich zoo indruk wekkend uitsprak. Deze onverzette lijke godsdienstzin is toch oorzaak,

Peel en Maas | 1931 | | pagina 1