Transpirearende
Zomersproeten ver
Een jaar bij het
Fransche Vreemde
lingen-Legioen.
m PENHOUDERS
■PÖTLOODEN
Gemengde Berichten
beter is dat Jansen tracht dit perceel
aan een ander over te geven en
beschikt afwijzend op het verzoek.
b. Op een verzoek van F. H.
Bekkers te Maashees om overdracht
van pacht van een perceel gemeente
grond aan M. H. de Hoog wordt
gunstig beschikt, onder voorwaarde
dat Bekkers aansprakelijk blijft voor
de betalng der pachtpenningen.
c. Een verzoek van het R. K.
Kerkbestuur te Overloon om een
subsidie evenals andere jaren voor
de bewaar- en naaischool wordt aan
gehouden tot bij de behandeling der
gemeentebegrooting 1932.
d. Wordt voorgelezen een schrij
ven van den Voorzitter van het
schoolbestuur te Overloon, waarbij
deze er bij de gemeente op aandringt,
om elk klaslokaal van twee licht
punten te voorzien, om reden een
lichtpunt onvoldoende is. Tevens
wordt de mededeeling gedaan dat in
de meisjesschool in elk lokaal twee
lichtpunten zijn aangelegd, omdat
schrijver meende, dat dit ook de
bedoeling was.
De Voorzitter zegt, dat B. en W.
hebben besloten in elk lokaal een
lichtpunt te doen aanleggen, terwijl
in een lokaal, waar eventueel ver
volg- of landbouwcursus wordt ge
geven twee lichtpunten kunnen
worden aangelegd. Hij rreent, dat de
verlichting alsdan voldoende moet
worden geacht en dat meer licht
punten overbodig zijn.
Het lid Jans is er voor dat in elk
lokaal twee lichtpunten worden aan
gelegd.
De andere leden gaan accoord
met het besluit van B. en W.
e. Verzoek om vermindering van
pacht van enkele pachters in de
Biesplanken te Overloon.
De Voorzitter zegt, dat deze
pachters over 1931 voor het eerst
betaling van pacht voor deze per-
ceelen verschuldigd zijn.
Op het verzoek wordt met alge-
meene stemmen afwijzend beschikt.
f. Naar aanleiding van een in de
vorige vergadering aangehouden
schrijven van den Brigade-Comman
dant der Rijksveldwacht wordt be
sloten het arrestantenlokaal te Maas
hees in orde te laten brengen, omreden
dit niet aan de eischen voldoet.
De Voorzitter zegt, dat in een
vorige vergadering werd besloten tot
het aangaan van een geldleening ad
f 3000, voor verbetering van den
klinkerweg te Overloon.
B. en W. stellen thans voor den
geheelen weg te Overloon in orde
te laten brengen. Aan den Tech
nisch Ambtenaar Lamers te Boxmeer
is gevraagd een kostenbegrooting op
te maken. Deze begrooting is echter
nog niet ingekomen, zoodat thans
nog geen besluit kan worden genomen.
Weth. Crooymans zegt, dat het
zeer gewenscht is dat de heele weg
wordt in orde gebracht, omdat de
toestand onhoudbaar is, ook wat
betreft de waterafvoer.
De Voorzitter spreekt een kort
woord van afscheid tot het lid Goe-
mans, in wiens plaats bij de j.l.
verkiezing een ander is gekozen.
Spreker dankt het scheidend lid
voor alles, wat hij voor de gemeen
te heeft gedaan en voor de gezel
lige samenwerking met hem onder
vonden.
Het lid Goemans daukt den
Voorzitter voor de gesproken woor
den, dankt wederkeerig voorzitter
en leden voor de goede en gezellige
samenwerking en hoopt, dat het
nieuwe lid aldus zijn plaats zal in
nemen. Hierna sluit de Voorzitter
de vergadering met gebed.
dwijnen in korten tijd geheel door
Sprutol. Bij alle Drogisten
Pot 90 ct., Tube 50 ct. Zeep 60 ct.
Men kon werkelijk zeggen, dat
de Amerikaan het hem aangedaan
had.
Onze lezers weten misschien,
dat aan den Rijn een rots lig', die
de Lorelei heet, en dat in den
ouden tijd verteld werd, dat daar
een allergevaarlijkst menseh huis
de, die zoo mooi zong, dat iedereen
die haar hoorde, met een bootje
naar die rots toewilde, door de
wateren van den Rijn hetgeen
gewoonlijk allerjammerlijkst ein
digde, dat de rotsbeklimmers zoo
veel water bekwamen, dat ze er
hun bekomst van hadden en nooit
meer bijkwamen, en dan zei
men, dat heeft het toovergezang,
de Lorelei gedaan Neen, wij
zouden hier wel willen zeggen,
van die vreeselijke ingenomenheid
van Harri Dorrens, dat heeft met
zijn vertellen de Amerikaan ge
daan.
Ging hij dan naar huis, dan was
het hoop en al, wanneer hij even
de ziekenkamer binnen ging, om
te vragen hoe het met zijn goede
vrouw ging. Maar nooit trad hij
bij haar binnen, dan na eerst san
de deur geluisterd te hebben, en
dan heette het dikwijls, wanneer
hij een ietwat zware stem vernam:
Die verwenschte Pater is er
weer, daar moet ik niets van
hebben.
Dan was Pater Lambertus bij
de arme zieke en beurde haar op,
zoo goed het ging.
Hij was Annekens oom van
moederszijde, te Maastricht gebo
ren, en minderbroeder en priester
geworden in het klooster in de
Pieterstraat. Het was een heilige
kloosterling, uil de parochie van
De vierde ontvluchtingspoging met
succes bekroond.
Men herinnert zich wellicht, dat
het vorig jaar (31 Maart 1930) plot
seling zekere Jan Meyer uit Helmond
was verdwenen, zijne jeugdige echt-
genoote met kind achterlatend. Van
de vermissing werd kennis gegeven
aan de politie, doch geen ander
spoor van M. werd ontdekt dan dat
hij waarschijnlijk per transportfiets
de stad had verlaten via Geldrop
naar Eindhoven. Eerst op 6 Mei
d.o.v. kwam er licht in de zaak door
een brief uit Algiers... van den ver
miste. Meijer schreef daarin o.m.
door een Belg geronseld te zijn
voor het Fransche Vreemdelingen
legioen na in een paar café's te zijn
dronken gemaakt, waarbij hij ook in
gezelschap was geweest van zijn
kennis P. Damhuis. Hij zou zich om
hebben laten koopen voor f 500,
doch had van dit bedrag nooit 'n
cent ontvangen, betuigde z'n spijt in
Algiers te zijn aangeland en verzocht
alle mogelijke stappen te doen om
hem vrij te krijgen. Deze brief ver
meldde verder nog dat hij reeds
deelgenomen had aan een gevecht
tegen opstandelingen, waarbij 71
dooden en een groot aantal gewon
den gevallen waren.
De Helmondsche politie hechtte
niet veel geloof aan dit verhaalhet
onderzoek had uitgewezen^ dat M.
niet dronken was gemaakt in het
door hem genoemde café (in de
Ameide-straat); dat geen verdachte
vreemdeling noch auto gesignaleerd
was, weshalve verondersteld werd,
dat M. z'n fiets te gelde had gemaakt
en vrijwillig was verdwenen naar
later bleek naar het Fransche Vreem
delingenlegioen.
Sindsdien werd niets meer van
het geval vernomen. Vanwege de
familie (M. is een in Duitschland
geboren Nederlander en met een
Helmondscb meisje gehuwd) zijn
stappen gedaan om Meijer van zijn
5-jarige verbintenis vrij te krijgen.
Het eenige resultaat was een officieele
mededeeling, dat M., toen hij z'n
verbintenis teekende, den 20-jarigen
leeftijd (hij was toen 21 jaar oud)
had overschreden en er dus niets
aan te doen was. Meijer is wel steeds,
tot 'n paar maanden terug, in ge
regelde briefwisseling met zijn vrouw
gebleven.
Zaterdagavond nu is Meijer totaal
onverwacht - ook voor zijn familie
in Helmond teruggekeerd. Dins
dagmiddag vervoegde hij zich op
ons bureau, aldus de Zuid-Willems
vaart. naar aanleiding van het inder
tijd door ons gepubliceerde over zijn
verdwijning. Nadat we hem kennis
hadden laten nemen van het hier
boveD in 't kort weergegeven relaas
over zijn plotselinge verdwijning
vertelde hij ons het volgende ver
haal over zijn nogal avontuurlijk
wedervaren in de afgeloopen 15
maanden. Het begin klopt niet geheel
en al met de in zijn eersten bij zijn
familie ontvangen brief gedane mede-
deelingen. In hoeverre „Wahrheit
und Dichtung" hier vermengd zijn,
laten we voor M.'s rekening.
Ziehier 'n samenvatting van zijn
relaas
Meijer was in dienst van de Mij.
„Karno" van den heer J. Otten,
waarvoor bij boter, koffie en thee
per transportfiets langs de huizen in
Helmond en omgeving aan den man
trachtte te brengen. Hij verdiende
hiermee 'n weekloon van circa f 15.
Op den „noodlottigen" Maandag
middag (31 Maart) kwam hij van
Deurne, toen hem achter in de
Molenstraat een heer achterop reed
(per fiets) die 'n gesprek met hem
den H. Malhias geboren, was hij
bemind, en hoog geacht door de
geheele stad. Iedereen, tot het
kleinste kind toe op de straat,
kende Pater Lambertus. En de
ernstige man die alleen voor God
leefde om zijn ziel en de zielen
van anderen, was toen het
klooster werd opgeheven en de
kloosterlingen verjaagd, in zijn
parochie teruggekeerd, las de H.
Mis en verrichtte zooveel mogelijk
geestelijke functiën in de St.
Mathias, waar hij ook gedoopt
was Hij bewoonde een klein oud
huisje in de Gubbelstraat, dat zijn
kluis genoemd werd, omdat hij
of in de kerk of in zijn woning
te vinden was, en van de wereld
niets wilde weten, dan van hare
ellende en beproevingen om te
troosten en op te beuren, te ster
ken en te helpen.
Sinds het begin der meester
schap van Dorrens had hij het
huis zijner nicht gemeden. Niet
dan wanneer hij moest, kwam hij
er, en toch om der wille van de
kinderen, wilde hij niet alle ver
keek afbreken, want het waren
inderdaad lieve kinderen, de twee
jongens, Frans en Servaas en
klein Anneken, en slim waren ze
ook en opgewekt en bij de hand,
en vroolijk en gehoorzaam ook,
dus met alle eigenschappen uitge
rust.
En dat was moeders troost.
Hare hoop was op Pater Lam
bertus gevestigd, van haren man
kon zij niets dan alles vreezen
voor de kleinen, Helaas Hoe zou
hef met hen gaan als zij er eens
niet meer zoude zijn
Wordt vervolgd.
aanknoopte over z'n baantje enz. en
Meijer voorstelde 'n glaasje bier te
gaan drinken bij De Kok in de
Ameidestraat (het thans leeg staande
pand). M. sloeg het aanbod niet af
en nadat hier 'n enkel glaasje ge
dronken was, ging men naar een
café op den Mierloschen weg. Hier
werd ook 'n glas gedronken en in-
tusschen was afgesproken, dat M.
mee naar Eindhoven zou gaan om
een kijkje te nemen in de zaak van
den heer, waar een betere betrekking
als M. thans had, vacant was. De
nog onbekende betrekking-aanbieder
aan z'n praten te hooren 'n Belg,
verliet het café om z'n auto te gaan
halen en was weldra weer terug.
Waar die auto zoo plotseling van
daan gehaald was, wist Meijer niet
te zeggen. Zijn transportfiets werd
erop gebonden en men vertrok naar
Eindhoven. Op voorstel van zijn
nieuwen „patroon" naar Meijer
tenminste dacht werd in Geldcop
aangelegd en enkele biertjes genuttigd.
M. verklaarde in 't geheel niet dron
ken te zijn geweest, doch toen hij
weer instapte wel 't gevoel van
dronken-worden te hebben gekregen
en onmiddellijk in slaap te zijn ge
vallen. Zijn fiets was te Geldrop
van den auto gehaald onder voor
wending, dat M. dan slechts tot deze
plaats teruggebracht behoefde te
worden en verder per fiets naar
Helmond kon terugkeeren
Toen Meijer weer tot bewustzijn
kwam of uit z'n slaap ontwaakte
lag hij op een krib in een Fran
sche kazerne, n.l. te Avesne. Hij
wist zich van z'n reis absoluut niets j
te herinneren en vermoedt, dat hem
te Geldrop in het bier een of ander
bedwelmings- of slaapmiddel is toe
gediend. Toen hij in de hem geheel
vreemde omgeving ontwaakte hoorde
hij Duitsch praten en dacht in
Duitschland te zijn. In de slaapzaal
bleken aanwezig te zijn een Hollan
der (uit Amsterdam) enkele Duitschers
en een Pool.
Meijer hoorde spoedig, waar hij
terecht was gekomen. Men bracht
hem eten en drinken ('n flesch wijD)
en daar hij verging van den honger
liet hij het zich goed smaken. M.
vermoedde toen nog geeszins. dat
ze hem daar konden houden, want
wist niet, dat hij een verbintenis
voor het Vreemdelingenlegioen had
geteekend. Hij maakte zich, na ge
geten te hebben, op om de kazerne
te verlaten, doch de wacht liet hem
niet passeeren. Spoedig werd hij bij
'n officier gebracht, tegen wien M.
krachtig tegen zijn gevangenhouding
protesteerde. De Fransche officier
lachte hem echter uit en toonde M.
een bedrukt en beschreven stuk pa
pier, dat hij wel is waar niet lezen
kon, doch waaronder de handteeke-
niog en twee vingerafdrukken van
Meyer stonden. Zooals gezegd wist
M. in t geheel niet, dat hij ergens
op geteekend had, doch hij moest
de haodteekening als de zijne erken
nen. Ze was geplaatst op 3 April.
In zijn woede ging hij den officier
te lijf en sloeg hem overhoop Een
paar toesnellende soldaten legden
hem de boeien aan en stopten hem
in een cel. Na twee dagen hierin
verbleven te hebben zonder dat
men 't den arrestant aan eten en
wijn liet ontbreken werd hij met
37 andere legionairs op den trein
naar Marseille gezet. Omdat hij zich
met geweld tegen het aantrekken van
de uniform was blijven verzetten,
kreeg hij ook in den trein een apart
hokje, doch overigens ontbrak aan
de verzorging niets, terwijl wijn en
rookmateriaal zelfs in rijkelijke mate
verstrekt werden. Ook de genoemde
Amsterdammer maakte deel van het
transport uit.
In Marseille waar M. met geweld
de uniform was aangetrokken, werd
ingescheept voor Oran op de Noord-
Afrikaansche kust. Tijdens den ge
heelen overtocht over de Middel-
landsche Zee zeide M. geweldig
zeeziek te zijn geweest en hij bleef
zich krachtdadig tegen de Fransche
officieren verzetten. Slechts op aan
raden van zijn Hollandschen „collega"
had hij zijn verzet opgegeven en
besloten onmiddellijk na aankomst te
Oran naar huis te schrijven om van
daar uit stappen tot invrijheidsstelling
te laten doen. Bij de ontscheping in
Oran had Meijer hooge koorts, welke
zijn overbrengiug naar het hospitaal
in Saida noodzakelijk maakte. Hier
heeft hij allereerst 2i/s maand ver
bleven (dit o.a. klopt niet met de
mededeeling in zijn brief over deel
name aan een gevecht Red.) en
werd toen bij het regiment van het
Vreemdelingen-legioen'In de kazerne
te Saida ingelijfd. De africhting tot
werkelijk legionair begon...
Na ruim 'n maand in de kazerne
van Saida geïnstrueerd te zijn, moest
de compagnie, waarbij Meijer inge
deeld was, een opstandje onder de
disciplinairen (gestrafte legionairs) te
El Hadscha gaan bedwingen. Deze
opstandelingen slechts met hun schop
pen en ander gereedschap gewapend,
werden na een kort gevecht, waarbij
er twee werden doodgeschoten
onderworpen. Na deze „excursie"
werd Meijer bevorderd tot soldaat
le klasse (niet tot korporaaldit
had hij zijn familie slechts geschreven
om zijn bevordering duidelijk te
maken. Bij de inlijving zijn de legio
nairs soldaat 2e klasse).
Onmiddellijk na den terugkeer te
Saida uit El Hadscha werd de com
pagnie van Meijer naar Ousdja in
Fransch-Marokko gedirigeerd. Kort
na aankomst alhier deed Meijer in
gezelschap van een drietal lotgenoo-
ten z'n eerste ontvluchtingspoging
(einde Juli). Twee dagen later werden
de vluchtelingen echter al gesnapt
en naar Oudsja teruggebracht.
Als straf kreeg Meijer een flinke
aframmeling en 15 dagen arrest met
steenen-kloppen. Niet afgeschrikt
trok M. twee dagen na het ouder
gaan van zijn straf er opnieuw tus-
schen uit. geheel in 't wilde weg
zonder z'n ontvluchting voorbereid
en 'n plan ontworpen te hebben. Hij
werd dan ook spoedig weer gesnapt
en een straffe aframmeling was
wederom het gevolg met bovendien
60 dagen werk-atrest.
Tot Nieuwjaar '31 heeft hij zich
toen „goedgehouden", sprak al
tamelijk goed Fransch en kon het
uitstekend vinden met kapitein Roux,
die hem promotie in uitzicht stelde.
Deze officier werd echter krankzinnig
zooals er velen in het legioen
worden volgens verklaring van M.
en vertrok uit Ousdia. Toen rijpte
bij Meijer wederom een ontvluch
tingsplan en in gezelschap van twee
Duitschers deserteerde hij. Thans
vielen zij pas den negenden dag in
handen van Marokkaansche tirail
leurs, toen zij bijna Casablanca be
reikt hadden. Per trein werden de
vluchtelingen naar hun garnizoen
plaats teruggebracht waar ze voor
den Krijgsraad terecht stonden. Meijer
werd veroordeeld tot inlijving bij de
Compagnie disiplinaire Sahara te
Colombeschial, welke plaats aan den
rand der groote woestijn ligt.
Hij had hier nog nauwelijks twee
weken vertoefd of een oproep werd
gedaan voor vrijwilligers naar Boven-
Marokko, waar 'n geheel Bataljon
zgn. „goubis" (kleurling-soldaten van
het Legioen) met Europeesche offi
cieren door opstandelingen was uit
gemoord. Aan degenen, die zich als
vrijwilliger opgaven werd alle straf
kwijtgescholden. Meijer was van de
partij en begin Februari werd naar
het onherbergzame gevechtsterrein,
waar nog slechts enkele Fransche
voorposten waren ingericht, vertrok
ken. Aan tal van schermutselingen
met de opstandige kabylen heeft M.
deelgenomen.
De Amsterdammer, dien Meijer in
de kazerne te Avesne het eerst ont
moette. is bij een dezer gevechten
gesneuveld, terwijl een andere Neder-
laodsche legionair, zekere G. uit
Zundert, hier de hand aan zich zelf
sloeg.
Meijer haalde zich tijdens dit ver
blijf te velde een ziekte op den hals
en moest per vliegmachine naar
Meknes (circa 60 K.M. van Fez
gelegen) worden overgebracht. Hier
werd hij vijf weken in het St. Louis-
hospitaal verpleegd en na het ontslag
wederom bij het 3e regiment te Fez
(vanuit Colombeschial was M. van
het le naar het 3e regiment over
gegaan) ingelijfd.
Meijer verbleef hier vier dagen,
waarna hij met een transport van
circa 40 „opgelapte" legionairs weer
naar de streek, waar de opstand
heerschte werd overgebracht. Juist
daags voor zijn vertrek ontving hij
nog een brief van zijn vrouw.
De tocht ging thans ver het bin
nenland in. Na zoover mogelijk met
vrachtauto's te zijn getransporteerd,
moest nog zeven volle dagen door
ongebaand gebied gemarcheerd wor
den. Daar vooral M. door de officie
ren zeer streng behandeld werd,
omdat hij reeds driemaal getracht
had te ontvluchten, smeedde de
Helmondsche legionair met een in
dezelfde tent gekampeerde Duitscher
een nieuw plan om te deserteeren,
niettegenstaande er de kogel op staat
als men te velde deserteert.
Terwijl de Duitscher 's nachts op
een der wachtposten stond, maakte
Meijer alles in orde. De twee ezels
van de compagnie waarmee Meijer
geregeld water moest halen, werden
met zooveel voedselvoorraad, munitie
en granaten als buit gemaakt kon
worden b?pakt en in het nachtelijk
duister werd de tocht in het onbe
kende aangevangen. Na twee dagen
gemarcheerd te hebben werden de
twee avonturiers reeds door eenl
troepje rondzwervende Kabylen
opgemerkt en aangevallen. Een ge
vecht ontstond, dat eindigde met
den aftocht van de Afrikaners nadat
drie huDner door de kogels van M.
en den Duitscher waren neergelegd.
Deze laatsten betreurden het, dat
munitie uit de zadeltasschen der
Kabylen niet op hun geweren paste,
daar zij maar heel krap in hun voor
raad zaten en nog meer ontmoetingen
vreesden. Dit laatste bleek maar al
te juist.
Den geheelen nacht werd doorge
marcheerd om zoover mogelijk van
het gevaarlijke trefpunt te komen,
doch reeds tegen den morgen werden
zij opnieuw aangevallen, waarschijn
lijk door leden van dezelfde bende.
De twee legionairs slaagden er
slechts in heelhuids weg te komen,
doordat ze in een gunstiger terrein
positie verkeerden. Daar hun muni
tie nagenoeg op was besloten ze van
nu af alleen des nachts te reizen en
zich overdag schuil te houden. Op
deze wijze bereikten zij na tien dagen
de kust, naar hun later bleek van
den Atlantischen Oceaan. Hier wer
den de ezels met geweren en alle
misbare uitrustingsstukken bepakt,
waarna de dieren werden weggejaagd.
Langs de kust trekkend, bereikten
de twee deserteurs een kleine haven
plaats, waar twee Fransche oorlogs
schepen en een vrachtschip voor
anker lagen. Zonder door de politie
of de bemanning te worden opge
merkt, slaagden zij er in aan boord
van dit laatste schip te komen en
zich in de kolenbunkers te verbergen.
Reeds den volgenden morgen verliet
het vrachtschip de haven, welks naam
M. vergeten was. Hij wist ook niet
waarheen het schip koers zette en
van welke nationaliteit het was.
Toen na een verblijf van twee
dagen zonder voedsel in de bunkers
de Duitscher bewusteloos werd. is
Meijer 's nachts aan dek gekropen
om af te luisteren, welke taal de
matrozen spraken. Hetwas een
Deensche vrachtboot, dus gelukkig
geen Fransche De verstekeling werd
opgemerkt door een matroos, die....
een Rotterdammer bleek te zijn en
bereid was de twee legionairs te
helpen, nadat M. hetn den toestand
had uiteengezet. Gedurende 11 dagen
zorgde de Hollandsche matroos voor
voeding en drank, waardoor de
Duitschers weer opknapte.
Het Deensche schip voer naar
Dakar (Senegal) om, na te Koulac
een lading kolèn te hebben gelost
een lading olienootjes in te nemen,
's Avonds voor de aankomst in
Dakar bracht de matroos de ver
stekelingen oude mattozenkleeren,
welke tegen het militaire plunje ver
wisseld werden, die in zee verdwenen.
Ook bracht hij hen naar een andere
schuilplaats, n.l. den kettingbak van
het anker.
Hier werden de twee blinde passa
giers door den 2en stuurman gesnapt,
die hun onmiddellijk voor den kapi
tein bracht. M. deed het woord en
vertelde, dat zij zeelui waren, die
van een Hollandsch schip in Dakar
waren achtergebleven en geen mid
delen bezaten om naar Nederland
terug te keeren. De kapitein hechtte
geloof aan dit verhaal en stond de
twee mannen toe met zijn. schip naar
Bordeaux te varen, indien ze onder
weg matrozen werk zouden verrichten.
Het schip arriveerde begin Juni in
Bordeaux, waar de twee oud legio
nairs aan land werden gezet. Meijer
nam hier afscheid van den Duitscher
om de kans dóór de Fransche politie
gesnapt te worden te verkleinen
te meer nog, daar de Duitscher zich
nogal eens verpraatte. Deze vond
reeds een dag na aankomst een
Duitsch vrachtschip, waarop hij den
overtocht naac Hamburg tegen ver
goeding van werk aan boord, mocht
maken. Meijer heeft sindsdien niets
meer van zijn collega gehoord.
Hij zelf was nog niet veilig buiten
de macht der Fransche autoriteiten.
Na vier dagen had Meijer een
Nederlandsch vrachtschip gevonden,
dat hem tegen vergoeding van werk
mee naar het vederland wilde nemen,
doch juist daags voordat de boot
zou uitvaren scheen de politie le
Bordeaux lucht van het verblijf der
twee deserteurs gekregen te hebben.
Het Nederlandsche schip werd geheel
doorzocht, doch doordat Meijer
tusschen de overige bemanning de
gewone werkzaamheden aan boord
verrichtte, bleef hij onopgemerkt
Tijdens dit onderzoek werd een der
koks een belooning vau 1000 francs
aangeboden als bij het verblijf van
een verstopten legionair wilde ver
raden. De man liet zich gelukkig
voor Meijer niet omkoopen en na
een voorspoedige vaart werd Zater
dagmorgen om 8 uur te Poorters
haven het anker uitgeworpen en had
Meijer weer vaderlandschen grond
onder de voeten..De reis naar
Helmond was toen nog slechts 'n
kwestie van enkele ure".
Aldus het verhaal van Meijer over
zijn avonturen bij bet Fransche
Vreemdelingenlegioen en de met
succes bekroonde ontvluchting. Hij
vertelde nog. dat de behandeling in
de Noord-Afrikaansche garnizoens
over 't algemeen niet zoo slecht was,
doch te velde was het leven ontzet
tend zwaar. De aanvallen der op
standige Arabieren en Kabylen waren
meestal gericht op eenzame posten,
losse patrouilles enz. en gruwelijk
zijn de verminkingen, welke zij hun
slachtoffers toebrengen.
In het Vreemdelingenlegioen waren
den laatsten tijd vooral veel jeugdige
Duitschers, w.o. zelfs jongens vau
16 en 17 jaar, die geronseld werden
en men doet doorgaan als ouder dan
20 jaar.
oksels en voeten
behandele men met Purolpoeder. Dit
is het meest afdoende middel daarvoor.
Purolpoeder
kost 45 en 60 ct. per bus en is evenals
Purol, verkrijgbaar bij Apoth. en Drog
FIRMA VAN DEN MUNCKHOF
Mynbouwschado.
De buurtschap Chevremont gem.
Kerkrade heeft de laatste jaren veel
te lijden van de mijnverzakkingen.
Verschillende huizen moesten wor
den gesloopt en de parochiekerk
moest grondig worden gerestaueerd.
Op het oogenblik zijn het vooral
de woningen in de Pieterstraat, die
de lasten van den mijnbouw voor de
bewoners wel droevig demonstreeren.
Haast huis aan huis is gescheurd
van onder tot boven. En wat voor
scheurenAan elkaar gebouwde
woningen worden van elkaar ver
wijderd. De huizen verzakken. De
groote glasruiten der winkels vallen
in gruizelementen en de openingen
worden vanwege de exploiteerende
mijn Laura met planken dichtgespij
kerd. Met zware palen en balken
moeten woningen worden onder
schraagd om ze voor invallen te
behoeden. Huizen moesten reeds
ontruimd worden. De trottoirs zak
ken in elkaar en de waterleiding
buizen springen om een haverklap,
de gasbuizen raken defect. Het gas
dringt door de scheuren, soms hon
derden meters verwijderd van de
breuk.
Verdronken.
Woensdag j.l. geraakte het twee
jarig kind van den heer J. V., te
te Sittard, bij het spelen te water.
De in allerijl ontboden geneesheer
kon slechts den dood constateeren.
Botsing tusschen auto cn motor.
'Te Eindhoven had Maandag op
den Boschdijk 'n aanrijding plaats)
tusschen den auto van den heer de
B. uit Tilburg en den motorrijder
D., uit Eindhoven. De laatste be
kwam een hersenschudding, brak een
pols en kreeg meerdere verwondin
gen aan hoofd, borst en beenen. Hij
is naar het R. K. Gasthuis vervoerd.
De politie onderzoekt de zaak.
Boodeijjke hondenbeet.
Te Eindhoven-Gèstel werd Zater
dag het 10-jarig zoontje van G. aan
de Hoogstraat door een hond zoo
danig gebeten, dat bij Zondag in het
R.K. ziekenhuis aan de gevolgen is
overleden.
Roodelyk jacht-ongeluk.
Maandag bevond zich te Eersel
de 20-jarige M. Bazeman met een
vriend in het jachtveld. De laatste
gaf aan B. zijn geweer over, waar
van de haan gespannen stond in de
richting van B. De haan haakte
achter het takje van een boom het
geweer ging af en B. kreeg het schot
in de volle borst. Geestelijke en ge
neeskundige hulp werd spoedig
gehaald, maar de heer B. is ter plaatse
nog overleden.
Fietsen met olectrisclieaantirly ving.
Naar de Msb. verneemt, bereidt
de N.V, Philips het in den handel
brengen van fietsen met electrische
aandrijving voor. Boven het achter
wiel komt een accu, welke 's nachts
geladen kan worden. Het rijwiel zal,
zonder trappen, een snelheid van 40
K.M. kunnen ontwikkelen. Aan het
stuur komen de schakelaars. De firma
Burgexs levert de fietsen.
Storm op de Zuiderzee.
Maandagmiddag zijn bij stormweer
ten Zuiden van Enkhuizen nabij de
Broekerhaven twee Rijnaken gezon
ken, namelijk de „Niwana", die ge
trokken werd door de sleepboot
„Ar.tonie" en de „Orpheus", getrok
ken door de sleepboot „Pieter."
Beide sleepschepen zijn geladen
met basalt en waren onderweg naar
den Oever en Harling^n.
Alle opvarenden, in totaal negen
personen, konden nog bijtijds door
de sleepbooten worden gered en zijn
te Enkhuizen aan den wal gebracht.
Hot gevaar van ondeugdelijk
drinkwater.
Door het drinken van ondeugde
lijk water zijn twee arbeiders, werk
zaam bij het bouwen van een nieuwe
brug over het Reitdiep onder Dork-
werd voor den nieuwen vaarweg
van Groningen naar de Zuiderzee
ongesteld geworden en met typhus
In het ziekenhuis te Groningen op
genomen waar zij beiden zijn over
leden.
De roofoVervul te Ede (Old.)
Begin dezer maand werd op het
erf der Gebr. van Egdom te Ede
gepoogd kippen te stelen. De gebr.
van E. onraad op hun erf hoorende
togen op onderzoek en vonden in
een der kippenhokken een onbeken
den man. die, zich ontdekt ziende,
de beide gebr. te lijf ging en enkele
schoten op hen loste. Een der gebr.
werd hierdoor in een der boven-
beenen gevaarlijk gewond. De dief
wist in het nachtelijk donker, waar
schijnlijk met behulp van een auto
te ontkomen.
Ter plaatse waar de worsteling
had plaats gehad werd bij het krie
ken van den dag door de inmiddels
gewaarschuwde gemeentepolitie uit
Ede gevonden een houder van een
parabellumrevolver alsmede een hor
loge, waarin eenige inscripties voor
kwamen welke als een aanwijzing
van den dader konden dienen. Deze
inscripties leidden het onderzoek
naar Tegelen.
Enkele personen hadden den be-
wusten nacht in de omgeving van
de plaats des misdrijfs een Limburg-
sche auto gezien.
In verband met een en ander nu
verscheen Zaterdagmiddag te Blerick
het Parket uit Roermond geassisteerd
door een aantal Marechaussees ten
einde een onderzoek in te stellen ten
huize van zekeren Bernard J. aldaar
Juist toen de Marechaussees de
woning van J. naderden wilde deze
het dorp per auto verlaten. Hij werd
aangehouden, terwijl nadat onder
leiding van den Officier van Justitie
en den Rechter-Commissaris het ge-