ÖACföi^ Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. MANUFACTUREN} i BLIJKEN 1 TOCH HET nOORDEQJöSr/i t) MANUFACTUREN ftöQRDE&JGSTi Teekenen van verval. FEUILLETON Brand Hoe de trein tot staan kwam. Varia. ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1931 Twee en Vijftigste Jaargang No. 32 BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENTIEN1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7',* ct. bij abonnement lagere tarieven. Uitgave van FJRMA VAN DEN MITNCKHOF VENRAY Telefoon 51 GIRO 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent 0. L. Vrouw Behoudenis der Kranken, Oostrum Een troep gewetenloozo geld machten richt maar allerlei geraffineerde weelde-inrichtingen op en trekt zich niets aan van den ontzettenden nood van millioenen medemenschen. We vonden dezer dagen in een blad twee berichten, die we hier even moeten weergeven. Het eene gaat over de schoonheids-industrie te Parijs. Men treft daar schoonheids-insti tuten aan, van allerlei soort, en met de meest uiteenloopende tarieven. Een ervan beoefent als eenige specialiteit de „Geneeskundige ver jonging" binnen 3 weken voor eventjes 25.000 francs. Daarnaast bestaan er ook „waren huizen voor de schoonheid'waarin men „reeds" voor 1200 francs per maaod een abonnement kan krijgen Dikwijls neemt mama d'r kinderen mee en voor deze zijn lokalen be schikbaar gesteld, waar men geduren de den tijd van het wachten, toezicht over hen houdt. Op bepaalde dagen zorgen zelfs eigen geëngageerde clowns voor de kleinen. Zelfs zijn er salons, die aan hun bedrijf een huwelijksbemiddeling hebben verbonden. Al wat scheikunde, geneeskunde en techniek maar biedt, wordt hier voor de vrouwelijke schoonheids behandeling aangewend, waar de methoden natuurlijk zeer van elkaar verschillen. Maar overal wordt gemasseerd, geëmailleerd en wat men verder nog voor schilderen kan gebruiken (de smink wordt door middel van fijne naalden onder de huid gebracht), met allerlei water en creme behandeld, de nagels worden gelakt en gebreken aan gestalte en van het haar worden weggewerkt. En als resultaat? „De vrouwen die het schoonheids salon verlaten, gelijken zóó op elkaar, dat men ze bezwaarlijk uit mekaar kan houden". Zij hebben den zelfden hartvormi- gen poppenmond, dezelfde porcelei- nen wangen, dezelfde, met verf ge trokken wenkbrauwen. Id twee werelddeelen Goeien avond Goeden avond, meester Dor- rens, hoe gaat het mei de vrouw? Arme vrouw, zoo goed en zoo braaf,zij heeft het zwaar te verantwoorden sinds dat laatste kind,— gij moet haar maar goed oppassen, meester en maar wat vroeger naar huis gaan,het 'is niet in mijn voordeel, maar ik zeg het toch en zeg, dat ik gelijk heb. Er lag een bitter verwijt in die woorden. Maar vrouw Meerens, het is toch maar om met den Amerikaan te spreken, liet de aangesprokene er vergoelijkend op volgen. De stem was iets femelachtig, de aangesprokene een middelma tige verschijning, niet dik en niet dun, met sluik bruin haar, lang vluchtig voorhoofd, en kleine, zoowat loensche oogen, trad de gelachkamer binnen om regel recht naar den hoek der kamer te gaan en in genoemden hoek op een bank, die aan den muur vast gemaakt was, en die van den schoorsteen en den hoek, van den hoek ook tot de keukendeur liep» Tot de oudste en meest misvorm de toe gelijken ze op mekaar, als het een ei op het andere. De schoon- heidsiunchtingen hebben een standaard type En nu het andere bericht, waarop we doelden Te Berlijn gaat men een klooster stichten voor... mediums In dit „klooster" zal voor alle menschen, met bekwaamheden voor mediums behept, de mogelijkheid geopend worden tot volle ontwik keling dier bekwaamheden. Het „klooster"-gebouw wordt in het Noordelijk deel van Berlijn op gericht. De mediums moeten een kloosterlijk-geregeld leven leiden onder de strengste afscheiding van de wereldzij zijn zelfs tot armoede verplichtdaarom wordt de zorg voor hun materieel levensonderhoud door het klooster betaald. De eenige betrekkiag met de buitenwereld zal hierin bestaan, dat nu en dan geleer den uit het binnen- en buitenland de manifestaties der mediums in het klooster zullen onderzoeken. Drie rijke persoonlijkheden uit Berlijn hebben een fonds gesticht voor het onderhoud van het klooster. Stemt het niet bitter, dat we op deze wijze moeten constateeren, dat de geweldige nood der tijden vrijwel geen indruk maakt op het leven en streven van bepaalde geldkringen Zij trekken zich van de ellende hunner medemenschen niets aan, zij richten maar allerlei geraffineerde weelde-inrichtingen op en doen, alsof er op de wereld niet een 20 millioen menschen werkloos rond loopen met den nood en de ellende op de hielen omdat zij te weinig steun ontvangen om te leven en te veel om te sterven. Zoon niet te rechtvaardigen weel de en genotvertoon moet den klas senhaat wel aanwakkeren, want zij, die economisch aan den afgrond staan, worden er door uitgedaagd. Die geldmachten denken er niet aan, dat er ook nog zoo iets bestaat als sociale plichten, die spreken van helpen van den evenmensch, die in nood verkeert. Vooral in onze tijden, nu de armoede zoo monsterachtig velen tegengrijnst. Zeker, wij weten wel, dat onze tegenwoordige maatschappij niet meer kan buiten een zekere mate van luxe, maar uitingen, zooals we er hier boven een paar signaleerden en die met honderden uit alle landen zijn aan te vullen, wijzen op het verval van onze beschaving. Het zijn de wegbereiders voor het bolsjewisme en we kunnen ons leven dig voorstellen, dat den duizenden en duizenden werkloozen, die zich voor de stempel-lokalen verdringen, de vingers jeuken bij het zien van den gewetenloozen troep genieters en dat hun de lust bekruipt, om dat rotte zaakje in mekaar te timmeren. En als 't zoover komt, dan zullen de ongebreidelde genotzucht, de ijdelheid, de spilzucht en de protserig heid zich dat mede zelf kunnen verwijten. Heel wat menschen zgn diep onder den indruk gekomen van de ernstige le gaan zitten. Voor hem stond een glas in 'n kring van vijf glazen op 'n kleine vierkante tafel en die twee plaatsen aan de zijde van den schoorsteen en twee aan de keu kendeur open liet,terwijl een houten stoel met den rug naar den winkel gekeerd stond. Ringelingelink,en de gasten traden een voor een binnen, het gesprek wilde echter niet vlotten en baas Dorrens die aanhoudend de vraag moest hooren »IIoe gaat het met de vrouw?", zag reikhalzend naar de deur,— toen nog eens ringelingelink,en er iemand binnentrad, die met alge- meene vreugde begroet werd. De Amerikaan Het gezelschap was compleet. Do Amerikaan. Men kan een verhaal beginnen op velerlei wijzen. De mode tegenwoordig is, u zonder de minste voorbereiding, paf, zooals men zegt, ergens in te stooten en menschen. en zaken u onder den neus -te houden, zoo zonder de minste voorbereiding. Dat hoort zoo. Waarom? Dat weet niemand. En hoewel de meeste lezers onwillekeurig zeggen hou wacht nu een beetje, he, he,laat mij nu eens oriënteeren, waar zijn we? en wie zijn dat allemaal Het kan niet baten. In den maalstroom van persoiïen enzaken tot over de opren,en gaat dan branden, van welke de bladen in de laatste dagen hebben bericht, en heel veel deernis is gewekt geworden met het lot der ongelukkige slachtoffers. Heeft het publiek bij andere onge vallen al spoedig een eigen zij het niet altijd juist oordeel over de schuldvraag, rampen door vuur veroorzaakt worden meestal met een soort fatalistische berusting aanvaard Dat heeft zoo moeten zijn, meent men. Volkomen ten onrechte. Rampen als die te Pittsburg, waar bij verscheidene oude mannen in de vlammen omkwamen, zullen misschien niet zoo absoluut te voorkomen wezen. Als de brand uitbreekt in een groot gebouw, waarin honderden oude en gebrekkige menschen worden verzorgd, zal een paniek wel het zeer ménschelijke gevolg blijven en de redding van allen moeilijk wezen. Men meene overigens niet, dat menschen in groote gebouwen bijeen gebracht, in het algemeen maar weer loos worden gelaten tegen het vuur. In groote onderwijsinrichtingen b.v. worden de leerlingen geregeld onder houden over hetgeen ze bij brand hebben te doen en na te laten. Schrijver van dit artikel had in zijn jeugd zelf het voorrecht om zijn studiën te mogen doen in een inter naat, waar circa 200 jongens waren ondergebracht. Daar hadden we onze eigen brandweer en er werd regel matig geoefend nu en dan klonk onverwacht het alarmsignaal. Maar dat niet alleen. Er werd ons ook geleerd langs welken weg we des nachts bij brand moesten vluchten en hoe we vanuit de slaapzalen buiten konden komen, als het vuur ons den normalen vluchtweg zou afsnijden, Bij elk venster n.l. was een zware ijzeren haak in den muur bevestigd en daaraan hing, opgerold, een dik touw, dat, naar buiten ge gooid, tot den grond reikte. En men had er ons ook ter dege vertrouwd mee gemaakt, langs een touw naar beneden te glijden We nebben altijd de overtuiging gehad, dat we daar tegen noodlottige gevolgen van brand absoluut waren beveiligd. Verwend met zulke voorzorgen, hebben we ons vaak verbaasd over de weinige aandacht, die de menschen individueel aan het brandgevaar schenken, zooals ze daar verspreid wonen in steden en dorpen en op het platteland, met toch óók de zorg voor eigen veiligheid en die der hunnen. Wat huis en inboedel betreft, die zaak is safe de boel is behoor lijk verzekerd. Maar het leven van zich zelf, van de kinderen en het personeel Ja, als er brand uitbreekt, moet men zich zien te redden en natuurlijk, waar noodig, ook anderen te hulp komen. Goed, waar wat is vooraf gedaan om die redding te bevorderen Gewoonlijk niets Door zulke nalatigheid komen telkens menschen om. Een paar jaar geleden moesten in Rotterdam een vrouw en drie kinderen verbranden op een eerste étage, onder de oogen van toesnellend publiek. In Heenvliet trof drie kinderen, waaronder toch van 16 en 12 jaar, eenzelfde lot. Daar was in de kamer geen raam, groot genoeg om er door heen naar buiten te kruipen In Leeuwarden stikte een kind in de rook, vergeten in een kamer, die via een balcon van buiten af zeer het hoofd om, des te beter. Ver keerde omgeloopen hoofden, ziet ge, dat is modern. En nu doen de meeste menschen maar, alsof ze er dadelijk bij waren, om den schijn niet te hebben, achterlijk te zijn,en vinden het mooi, zoo en zoo mooi, en weten toch niet waarom Vroeger was men beleefder. Men hield van vormen. Men beschreef u de plaats en omstan digheden alsof men zeggen wilde, zie zoo, nu weet gij waar gij zijt, en kunt u bewegen, zonder den hals te breken,— dan stelde men zeer beleefd de personen voor, deed ze u kennen, en dan begon het eigenlijk verhaal. Tegenwoordig, en juist tegen woordig slaat men nu zoozeer op vormen, dat men in gezelschap niemand aanspreekt, die men niet kent en die ons niet voorgesteld is. werpt men nu aanstonds en brutaal weg, tusschen personen en zaken, zie nu maar dat ge terecht kemt 1 Kurieuze wereld, de onze En dan, en dan I Wat een zonden mag die fa meuze roman, Quo Vadis op zijn geweten hebben, met zijn wellus tige beschrijvingen enz. enz., waren die er niet geweest,zou het wel druk gelezen zijn gewor den? wij gelooven het niet. Quo Vadis 1 dat boteekent, waar gaat gij heen zou zijn weg naar de snippermand gaan zijn gemakkelijk bereikt had kunnen worden. Zulke dingen kunnen gebeuren, omdat de menschen over hetgeen bij brand te doen is, eerst probeeren te denken, als de brand is uitge broken. We zeggen „probeeren te denken", want logisch denken tijdens groot gevaar, vooral in de eerste oogenblikken er van, is voor de meesten een absolute onmogelijkheid. Daarom denk vooraf 1 Als ge een woning hebt betrokken en de slaapkamers zijn bepaald, vraag u zelf dan af, hoe gij en uw huisgenooten zich zelf kunnen redden, als brand de normale uitgangen ver spert en hoe ge uw huisgenooten hulp kunt verschaffen. Omtrent den noodweg behoort men zijn kinderen geregeld te onderrichten en zoo geen noodweg aanwezig is, dan moet er een worden gemaakt. Dat gaat vaak met heel eenvoudige middelen, b.v. met behulp van een touw, als hier boven werd omschreven. Zijn er slaapkamers op een eerste étage, dan dient men buiten het huis, in een schuur of zoo, een ladder te hebben, die tot de vensters van die étage rijkt. Dat zijn allemaal kleinigheden, die tesamen de veiligheid der levens bij brand voor bijna honderd procent waarborgen. Wie bij brand juist wenscht te handelen, moet vóór den brand denken. Hebt ge dat reeds gedaan Gij, die uw huis tegen brand hebt ver zekerd en uw inboedel, wat deedt ge voor het verzekeren van uw leven en dat van andere Ge moet het uw huisgenooten, uw kinderen eens vragen, wat ze zouden doen, als in den nacht de vlammen den weg door de gangen van het huis versperden. Ze halen vermoede lijk de schouders op. Hoe zullen ze het dan weten, als de angst het verstand benevelt Tijdens mijn verblijf in Amerika wilde ik op een avond met den nachttrein van het kleine station vertrekken en niets in het dorp te doen hebbende ging ik vroeg naar het station, waar ik in de wachtkamer gelaten werd door den portier, een stevigen, goedhartig uit- zienden man in de kracht van zijn leven, die op zijn borst vastgespeld een leege mouw droeg. Daar ik nog meer dan een uur tijd had, praatte ik wat met den waker en toen vertelde hij me het avontuur, waarbij hij zijn arm verloor. Ik was we bezigen zooveel mogelijk zijn eigen woorden ik was belast met den nachtdienst bij de bewaking van zeven mijl spoor weg, zoowat 300 mijlen westelijk van bier en in het ruwste en minst beschaafde deel des lands. Zulk nachtwerk is niet prettig. In regen of sneeuw, wind of hagel, moet een man den weg opnemen even voor de Overland luxe-nachttrein passeert. Die kwam precies om middernacht en we gingen zoo tijdig weg, dat we nog juist ons werk konden doen. Men gaat over de lijn totdat men een man van de naaste post ontnr oet, waarop beiden wachten tot de trein Maar nu? nu? er was een pi kante saus bij en het was lekker gemaakt voor het arme publiek. Maar waar gaan wij heen? Dat van twee werelddeelen Lezers, schrik nietwant het lijkt wel of wij u van den held der twee werelddeelen wilden spreken. neen 1 God bewaar ons Hij is gestorven en begraven op het geiten-eiland en daar hoor de ook zoo'n groote bok die Gar- ribaldi heette. Waar wij heengaan Vooreerst nog in »De Drie Moriaentjes" met hun witte tanden, witte oogen, kroese haren, roode halsbanden en ringen in de ooren, zooals ze toen waren in steen gekapt, in de thans ver dwenen straat, die op de varkens- markt uitliep. In de achterkamer of juister binnenkamer in den hoek, bij weinig licht en een gezelschap van vijf stamgasten. Stamgasten zijn vast zittende, sterk rookende, veel bierdrinkende, geheimzinnig vooroverliggende, scherp luisteren de, met zich zeiven erg ingenomen wezens van het geslacht mensch. Waarom zij stamgasten geheeten worden zal wel nooit met zeker heid opgelost worden. Zaten ze zoo vast als een stam in den grond, of waren ze zoo bestendig als een afstamming en een stamboom, of vormden ze een stam van inboorlingen onder de menschenkinderen, die steeds in zicht komtdoor zwaaien met witte lichten geven ze den machinist dan te kennen, dat het baangedeelte veilig is. Op een nacht kwam mijn beurt om te gaan. Voor ik wegging bemerkte ik, dat mijn olielantaarn maar half vol was ik nam daarom een kwartflesch olie, vulde de lan taarn, stak de flesch in mijn binnen zak, knoopte mijn jekker toe en ging er op uit. Het was een stormach.'ige, pik donkere zomernacht. Mijn lorrie liep vlug over de rails en spoedig had ik den halven afstand afgelegd en was ik bij de brug over de rivier gekomen. Hier klom ik van de lorrie, begon de rails zorgvuldig te onder zoeken, en vond alles in orde. toen ik eensklaps een hevigen slag op mijn hoofd kreeg en bewusteloos naast de rails viel. Toen ik eenige oogenblikken daarna bij kwam, vond ik me ge bonden en slechts een paar voet af liggen van een bende gemaskerde kerels, die ik, zoo goed als de duisternis het toeliet, aan het werk zag om met ijzeren staven de rails, net voor de brug los te maken. Treinroovers Ik had er al veel van gehoord, maar ze nog niet mee gemaakt. Vooruit, jongens zoo hoorde ik er een commandeeren, binnen twin tig minuten is de trein hier we hebben geen tijd te verliezen Twintig minutenHoe zou ik kunnen hopen, in mijn toestand en in zoo korten tijd, den trein te redden? De gedachte aan het schrikkelijke ongeluk, dat zou plaats grijpen, als de ontspoorde trein van de brug tuimelde, maakte me wanhopig. Ik herinnerde me de truc van het sa mentrekken en opzetten der spieren en ik wroette op die wijze net zoo lang, tot ik mijn handen vrij had. In een oogwenk was toen mijn mes uit mijn zak en waren mijn voeten los. Met een sprong was ik op eo draafde zoo hard ik kon de lijn langs, in de richting, vanwaar de trein komen moest. Met een gegil, dat me aanduidde, dat ze me gezien hadden, rende de heele bende achter me aan, doch ik had een tamelijke voorsprong op ze en liep zoo hard ik maar kon, den trein tegemoet. De vervolging in dien stikdonkeren nacht was nogal bezwaarlijk. Spoedig klonk dan ook het klik-klak der revolvers, die in het wilde afgevuurd werden, in de hoop me neer te schieten. Terwijl ik even rustte, kreeg ik een tweede laag, ditmaal met meer succes. In mijn linkerarm, vlak bij mijn elleboog, troffen ze me en ik viel bijna flauw. Mijn tanden op elkaar zettend, werd ik mezelf weer meester en liep door, al spoedig be merkende, dat de vervolging had opgehouden. Instinctmatig voelde ik in mijn zak naar lucifers. Aha, de olieDat ik daar niet eerder aan had gedacht! Natuurlijk zal die olie den trein doen stoppen. Tom, smeei ze op de rails, zoo sprak ik mezelf toe. Hun oude 70-ton locomotief kan dan geen houvast krijgen. Smeer ze dik en wrijf ze met de palm van je hand zóó: allebei de rails sla geen duim over. Binnen tien minuten was de olie op en waren beide rails, op een tamelijken afstand dik er mede ingesmeerd. Daar naderde de trein hoort daar gleden de wielen op de olie af. Gelukkig, de snelheid minderde. Flauwtjes kon ik den machinist on derscheiden. In mijn opgewondenheid schreeuwde ik den man toe, die ging morrelen aan het toestelletje, dat zand op de rails moet strooien. Natuurlijk hoorde hij me niet. Een ding bleef me nog te doen over, en ik dacht er nog juist intijds aan. Zoover ik durfde, liep ik tus schen de rails, en met kracht wierp ik de leege flesch tegen het hoofd licht. Het glas vloog in stukken en dadelijk ging het licht uit. Toen hoorde ik het welkome remsignaal en viel ik bewusteloos. Neen mijnheer, dat niet. J De dokters hebben alles aan me gedaan, maar mijn arm moest er af. dezelfde plaats, in dezelfde kamer, in hetzelfde huis, op hetzelfde en tot hetzelfde uur, met hetzelfde glas voor zich en dezelfde leuning achter zich en dezelfde pijp in zich, innemen van jaar tot jaar, om met dezelfde wijsheid en vooral onfeilbaarheid de lotsbestemmin gen van volkeren, koningen en staten te bespreken en te be slissen, om dan leeg en droog geraakt, vol bier en vol wijs heid naar huis en naar bed te gaan. Zoo zaten op dien avond ook onze twee bekende Harri Dor rens, die met de noodige verma ningen door Maijken ontvangen werd en de Amerikaan, dien men »de Lange" noemde of ookwel »meesterjong." Dat hij den titel voerde van de »de Lange" daartoe gaf zijn ge heele verschijning reden te veel. Hij was saamgesteld uit heel lange magere beenen, weinig buik iets borst, veel hals, lang en smal gezicht en weinig haar, weinig oogen en weinig lippen, maar des te meer ooren en neus. Een kurieuze verschijning, wel iets Amerikaansch. Wanneer bij van Amerika ver telde, dan liet hij zich zelve altijd »master Tom" noemen, dat men voor het gemak in »meesterjong" had omgezet. Iets dat hij zich grootmoedig liet aanleunen, zeggende »Nu dat kunt gij zoo niet goed zeggen, Kort maar krachtig. Wat bij de moecüer tot het hart gaat, gaat bij den 'Vader slechts tot de knie. Dpitsch spreekwoord. Een nieuwe dienaar doet alles wel Tien kegels raakt hij bij ieder spel. Wilh. Müller. Zijn reclrft prijs geven is de groot ste gerechtigheid. S. Franck. Onda-akbaarheid is steeds een soort van zwakte. Ik heb nooit gezien dat flinke menschen ondankbaar waren. Goethe. ,TDe middelmaat is goed voor o-uderdom en jeugd, doch middel matigheid is daarom nog geen deugd. Rückert. Niemand geniet van het leven meer dan hij, die alle vrees voor den dood verloren heeft. S. Smiles. Bij een ledige maag wegen alle euvelen zwaarder dan anders. Wieland. Wie de liefde bezit eener goede vrouw, schaamt zich over eiken misstap. Walter von der Vogelweide. Groote zielen dragen hun leed in stilte. Schiller. De kwaadsprekers hebben het altijd over iemand, bijna nooit over ietszoodoende bewijzen zij1 de ontoereikendheid van hunnen geest. Juist omdat onderlegde menschen veel te spreken hebben, denken zij er niet aan kwaad te spreken. Nicolay. Een vriend, dien gij koopt, zal ook weer van u worden gekocht. Eeuige interessante historische feiten. De eerste almanak werd gedrukt door George van Purch in 1460. De zakhorloges werden het eerst vervaardigd in 1476. Jergens bracht het spinnewiel in beweging in 1530. De eerste messen kwamen in En geland in gebruik in 1550. gij verslaat geen engelsch". Het was een rare sijs, die Lange, en had een nog raarder leven achter zich. Hij was in Maastricht geboren, had onder Napoleon gediend, in Spanje gevochten, was tot de En- gelschen overgeloopen, scheep ge gaan naar Amerika en had daar jaren lang rondgezworven, het avontuurlijkste leven gevoerd, en was toen naar vaderland en vaderstad teruggekeerd, met weinig geld, maar des te meer leugens in den zak, en die lustige kwant was onuitputtelijk in de lustigste geschiedenissen op de koddigste wijze ten beste te geven, waarbij hij onder tafel geheel bijzondere manoeuvres uitvoerde met zijn twee lange, magere beenen, die men, waarom valt moeilijk te zeggen, Noord- en Zuid-Amerika noemde, zoodat dan de geheel geographie in de war raakte, en noord en zuid op de vermakeiijk- ste wijze onder of boven speelden, naar gefang dat ze even voorheen, boven of onder gebogen hadden. De Lange was niet kwaad op zich, volstrekt niet slecht ook niet. Overdag werkte hij zoowat als magazijnmeester in een kolenzaak, thans langs het kanaal, was niet te vroeg op en 's avonds niet te laat weg. Hij was zoo wat familie van den kolenkoopman, en die zag een en ander door de vingers, als hij maar zijn zaak deed, en eerlijk was hij, dat moest men hom laten. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1931 | | pagina 1