ÖACföi^
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
MANUFACTUREN}
i BLIJKEN 1
TOCH HET
nOORDEQJöSr/i
t) MANUFACTUREN
ftöQRDE&JGSTi
Teekenen van verval.
FEUILLETON
Brand
Hoe de trein tot
staan kwam.
Varia.
ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1931
Twee en Vijftigste Jaargang
No. 32
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIEN1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7',* ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FJRMA VAN DEN MITNCKHOF VENRAY
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent
0. L. Vrouw Behoudenis
der Kranken, Oostrum
Een troep gewetenloozo geld
machten richt maar allerlei
geraffineerde weelde-inrichtingen
op en trekt zich niets aan van den
ontzettenden nood van millioenen
medemenschen.
We vonden dezer dagen in een
blad twee berichten, die we hier
even moeten weergeven. Het eene
gaat over de schoonheids-industrie
te Parijs.
Men treft daar schoonheids-insti
tuten aan, van allerlei soort, en met
de meest uiteenloopende tarieven.
Een ervan beoefent als eenige
specialiteit de „Geneeskundige ver
jonging" binnen 3 weken voor
eventjes 25.000 francs.
Daarnaast bestaan er ook „waren
huizen voor de schoonheid'waarin
men „reeds" voor 1200 francs per
maaod een abonnement kan krijgen
Dikwijls neemt mama d'r kinderen
mee en voor deze zijn lokalen be
schikbaar gesteld, waar men geduren
de den tijd van het wachten, toezicht
over hen houdt. Op bepaalde dagen
zorgen zelfs eigen geëngageerde
clowns voor de kleinen.
Zelfs zijn er salons, die aan hun
bedrijf een huwelijksbemiddeling
hebben verbonden.
Al wat scheikunde, geneeskunde
en techniek maar biedt, wordt hier
voor de vrouwelijke schoonheids
behandeling aangewend, waar de
methoden natuurlijk zeer van elkaar
verschillen.
Maar overal wordt gemasseerd,
geëmailleerd en wat men verder nog
voor schilderen kan gebruiken (de
smink wordt door middel van fijne
naalden onder de huid gebracht), met
allerlei water en creme behandeld,
de nagels worden gelakt en gebreken
aan gestalte en van het haar worden
weggewerkt.
En als resultaat?
„De vrouwen die het schoonheids
salon verlaten, gelijken zóó op
elkaar, dat men ze bezwaarlijk uit
mekaar kan houden".
Zij hebben den zelfden hartvormi-
gen poppenmond, dezelfde porcelei-
nen wangen, dezelfde, met verf ge
trokken wenkbrauwen.
Id twee werelddeelen
Goeien avond
Goeden avond, meester Dor-
rens, hoe gaat het mei de vrouw?
Arme vrouw, zoo goed en zoo
braaf,zij heeft het zwaar te
verantwoorden sinds dat laatste
kind,— gij moet haar maar goed
oppassen, meester en maar wat
vroeger naar huis gaan,het 'is
niet in mijn voordeel, maar ik
zeg het toch en zeg, dat ik gelijk
heb.
Er lag een bitter verwijt in die
woorden.
Maar vrouw Meerens, het is
toch maar om met den Amerikaan
te spreken, liet de aangesprokene
er vergoelijkend op volgen.
De stem was iets femelachtig,
de aangesprokene een middelma
tige verschijning, niet dik en niet
dun, met sluik bruin haar, lang
vluchtig voorhoofd, en kleine,
zoowat loensche oogen, trad de
gelachkamer binnen om regel
recht naar den hoek der kamer te
gaan en in genoemden hoek op
een bank, die aan den muur vast
gemaakt was, en die van den
schoorsteen en den hoek, van den
hoek ook tot de keukendeur liep»
Tot de oudste en meest misvorm
de toe gelijken ze op mekaar, als
het een ei op het andere. De schoon-
heidsiunchtingen hebben een standaard
type
En nu het andere bericht, waarop
we doelden
Te Berlijn gaat men een klooster
stichten voor... mediums
In dit „klooster" zal voor alle
menschen, met bekwaamheden voor
mediums behept, de mogelijkheid
geopend worden tot volle ontwik
keling dier bekwaamheden.
Het „klooster"-gebouw wordt in
het Noordelijk deel van Berlijn op
gericht. De mediums moeten een
kloosterlijk-geregeld leven leiden
onder de strengste afscheiding van
de wereldzij zijn zelfs tot armoede
verplichtdaarom wordt de zorg
voor hun materieel levensonderhoud
door het klooster betaald. De eenige
betrekkiag met de buitenwereld zal
hierin bestaan, dat nu en dan geleer
den uit het binnen- en buitenland de
manifestaties der mediums in het
klooster zullen onderzoeken. Drie
rijke persoonlijkheden uit Berlijn
hebben een fonds gesticht voor het
onderhoud van het klooster.
Stemt het niet bitter, dat we op
deze wijze moeten constateeren, dat
de geweldige nood der tijden vrijwel
geen indruk maakt op het leven en
streven van bepaalde geldkringen
Zij trekken zich van de ellende
hunner medemenschen niets aan, zij
richten maar allerlei geraffineerde
weelde-inrichtingen op en doen, alsof
er op de wereld niet een 20 millioen
menschen werkloos rond loopen met
den nood en de ellende op de hielen
omdat zij te weinig steun ontvangen
om te leven en te veel om te sterven.
Zoon niet te rechtvaardigen weel
de en genotvertoon moet den klas
senhaat wel aanwakkeren, want zij,
die economisch aan den afgrond
staan, worden er door uitgedaagd.
Die geldmachten denken er niet
aan, dat er ook nog zoo iets bestaat
als sociale plichten, die spreken van
helpen van den evenmensch, die in
nood verkeert. Vooral in onze tijden,
nu de armoede zoo monsterachtig
velen tegengrijnst.
Zeker, wij weten wel, dat onze
tegenwoordige maatschappij niet
meer kan buiten een zekere mate
van luxe, maar uitingen, zooals we
er hier boven een paar signaleerden
en die met honderden uit alle landen
zijn aan te vullen, wijzen op het
verval van onze beschaving.
Het zijn de wegbereiders voor het
bolsjewisme en we kunnen ons leven
dig voorstellen, dat den duizenden
en duizenden werkloozen, die zich
voor de stempel-lokalen verdringen,
de vingers jeuken bij het zien van
den gewetenloozen troep genieters
en dat hun de lust bekruipt, om dat
rotte zaakje in mekaar te timmeren.
En als 't zoover komt, dan zullen
de ongebreidelde genotzucht, de
ijdelheid, de spilzucht en de protserig
heid zich dat mede zelf kunnen
verwijten.
Heel wat menschen zgn diep onder
den indruk gekomen van de ernstige
le gaan zitten.
Voor hem stond een glas in 'n
kring van vijf glazen op 'n kleine
vierkante tafel en die twee
plaatsen aan de zijde van den
schoorsteen en twee aan de keu
kendeur open liet,terwijl een
houten stoel met den rug naar
den winkel gekeerd stond.
Ringelingelink,en de gasten
traden een voor een binnen, het
gesprek wilde echter niet vlotten
en baas Dorrens die aanhoudend
de vraag moest hooren »IIoe
gaat het met de vrouw?", zag
reikhalzend naar de deur,— toen
nog eens ringelingelink,en er
iemand binnentrad, die met alge-
meene vreugde begroet werd.
De Amerikaan
Het gezelschap was compleet.
Do Amerikaan.
Men kan een verhaal beginnen
op velerlei wijzen.
De mode tegenwoordig is, u
zonder de minste voorbereiding,
paf, zooals men zegt, ergens in te
stooten en menschen. en zaken u
onder den neus -te houden, zoo
zonder de minste voorbereiding.
Dat hoort zoo. Waarom? Dat weet
niemand.
En hoewel de meeste lezers
onwillekeurig zeggen hou wacht
nu een beetje, he, he,laat mij
nu eens oriënteeren, waar zijn
we? en wie zijn dat allemaal
Het kan niet baten. In den
maalstroom van persoiïen enzaken
tot over de opren,en gaat dan
branden, van welke de bladen in de
laatste dagen hebben bericht, en heel
veel deernis is gewekt geworden met
het lot der ongelukkige slachtoffers.
Heeft het publiek bij andere onge
vallen al spoedig een eigen zij
het niet altijd juist oordeel over
de schuldvraag, rampen door vuur
veroorzaakt worden meestal met een
soort fatalistische berusting aanvaard
Dat heeft zoo moeten zijn, meent men.
Volkomen ten onrechte.
Rampen als die te Pittsburg, waar
bij verscheidene oude mannen in de
vlammen omkwamen, zullen misschien
niet zoo absoluut te voorkomen
wezen. Als de brand uitbreekt in een
groot gebouw, waarin honderden
oude en gebrekkige menschen worden
verzorgd, zal een paniek wel het zeer
ménschelijke gevolg blijven en de
redding van allen moeilijk wezen.
Men meene overigens niet, dat
menschen in groote gebouwen bijeen
gebracht, in het algemeen maar weer
loos worden gelaten tegen het vuur.
In groote onderwijsinrichtingen b.v.
worden de leerlingen geregeld onder
houden over hetgeen ze bij brand
hebben te doen en na te laten.
Schrijver van dit artikel had in
zijn jeugd zelf het voorrecht om zijn
studiën te mogen doen in een inter
naat, waar circa 200 jongens waren
ondergebracht. Daar hadden we onze
eigen brandweer en er werd regel
matig geoefend nu en dan klonk
onverwacht het alarmsignaal. Maar
dat niet alleen. Er werd ons ook
geleerd langs welken weg we des
nachts bij brand moesten vluchten
en hoe we vanuit de slaapzalen
buiten konden komen, als het vuur
ons den normalen vluchtweg zou
afsnijden, Bij elk venster n.l. was
een zware ijzeren haak in den muur
bevestigd en daaraan hing, opgerold,
een dik touw, dat, naar buiten ge
gooid, tot den grond reikte. En men
had er ons ook ter dege vertrouwd
mee gemaakt, langs een touw naar
beneden te glijden We nebben
altijd de overtuiging gehad, dat we
daar tegen noodlottige gevolgen van
brand absoluut waren beveiligd.
Verwend met zulke voorzorgen,
hebben we ons vaak verbaasd over
de weinige aandacht, die de menschen
individueel aan het brandgevaar
schenken, zooals ze daar verspreid
wonen in steden en dorpen en op
het platteland, met toch óók de zorg
voor eigen veiligheid en die der
hunnen.
Wat huis en inboedel betreft,
die zaak is safe de boel is behoor
lijk verzekerd. Maar het leven van
zich zelf, van de kinderen en het
personeel Ja, als er brand uitbreekt,
moet men zich zien te redden en
natuurlijk, waar noodig, ook anderen
te hulp komen. Goed, waar wat is
vooraf gedaan om die redding te
bevorderen Gewoonlijk niets
Door zulke nalatigheid komen
telkens menschen om. Een paar jaar
geleden moesten in Rotterdam een
vrouw en drie kinderen verbranden
op een eerste étage, onder de oogen
van toesnellend publiek. In Heenvliet
trof drie kinderen, waaronder toch
van 16 en 12 jaar, eenzelfde lot.
Daar was in de kamer geen raam,
groot genoeg om er door heen naar
buiten te kruipen
In Leeuwarden stikte een kind in
de rook, vergeten in een kamer, die
via een balcon van buiten af zeer
het hoofd om, des te beter. Ver
keerde omgeloopen hoofden, ziet
ge, dat is modern. En nu doen
de meeste menschen maar, alsof
ze er dadelijk bij waren, om den
schijn niet te hebben, achterlijk
te zijn,en vinden het mooi, zoo
en zoo mooi, en weten toch niet
waarom
Vroeger was men beleefder.
Men hield van vormen. Men
beschreef u de plaats en omstan
digheden alsof men zeggen wilde,
zie zoo, nu weet gij waar gij zijt,
en kunt u bewegen, zonder den
hals te breken,— dan stelde men
zeer beleefd de personen voor,
deed ze u kennen, en dan begon
het eigenlijk verhaal.
Tegenwoordig, en juist tegen
woordig slaat men nu zoozeer op
vormen, dat men in gezelschap
niemand aanspreekt, die men niet
kent en die ons niet voorgesteld
is. werpt men nu aanstonds en
brutaal weg, tusschen personen en
zaken, zie nu maar dat ge terecht
kemt 1
Kurieuze wereld, de onze
En dan, en dan I
Wat een zonden mag die fa
meuze roman, Quo Vadis op zijn
geweten hebben, met zijn wellus
tige beschrijvingen enz. enz.,
waren die er niet geweest,zou
het wel druk gelezen zijn gewor
den? wij gelooven het niet.
Quo Vadis 1 dat boteekent, waar
gaat gij heen zou zijn weg
naar de snippermand gaan zijn
gemakkelijk bereikt had kunnen
worden.
Zulke dingen kunnen gebeuren,
omdat de menschen over hetgeen bij
brand te doen is, eerst probeeren
te denken, als de brand is uitge
broken. We zeggen „probeeren te
denken", want logisch denken tijdens
groot gevaar, vooral in de eerste
oogenblikken er van, is voor de
meesten een absolute onmogelijkheid.
Daarom denk vooraf 1
Als ge een woning hebt betrokken
en de slaapkamers zijn bepaald,
vraag u zelf dan af, hoe gij en uw
huisgenooten zich zelf kunnen redden,
als brand de normale uitgangen ver
spert en hoe ge uw huisgenooten
hulp kunt verschaffen. Omtrent den
noodweg behoort men zijn kinderen
geregeld te onderrichten en zoo geen
noodweg aanwezig is, dan moet er
een worden gemaakt. Dat gaat vaak
met heel eenvoudige middelen, b.v.
met behulp van een touw, als hier
boven werd omschreven. Zijn er
slaapkamers op een eerste étage, dan
dient men buiten het huis, in een
schuur of zoo, een ladder te hebben,
die tot de vensters van die étage
rijkt. Dat zijn allemaal kleinigheden,
die tesamen de veiligheid der levens
bij brand voor bijna honderd procent
waarborgen. Wie bij brand juist
wenscht te handelen, moet vóór den
brand denken.
Hebt ge dat reeds gedaan Gij,
die uw huis tegen brand hebt ver
zekerd en uw inboedel, wat deedt
ge voor het verzekeren van uw
leven en dat van andere
Ge moet het uw huisgenooten, uw
kinderen eens vragen, wat ze zouden
doen, als in den nacht de vlammen
den weg door de gangen van het
huis versperden. Ze halen vermoede
lijk de schouders op. Hoe zullen ze
het dan weten, als de angst het
verstand benevelt
Tijdens mijn verblijf in Amerika
wilde ik op een avond met den
nachttrein van het kleine station
vertrekken en niets in het dorp
te doen hebbende ging ik vroeg
naar het station, waar ik in de
wachtkamer gelaten werd door den
portier, een stevigen, goedhartig uit-
zienden man in de kracht van zijn
leven, die op zijn borst vastgespeld
een leege mouw droeg.
Daar ik nog meer dan een uur tijd
had, praatte ik wat met den waker
en toen vertelde hij me het avontuur,
waarbij hij zijn arm verloor.
Ik was we bezigen zooveel
mogelijk zijn eigen woorden ik
was belast met den nachtdienst bij
de bewaking van zeven mijl spoor
weg, zoowat 300 mijlen westelijk
van bier en in het ruwste en minst
beschaafde deel des lands. Zulk
nachtwerk is niet prettig. In regen
of sneeuw, wind of hagel, moet een
man den weg opnemen even voor
de Overland luxe-nachttrein passeert.
Die kwam precies om middernacht
en we gingen zoo tijdig weg, dat
we nog juist ons werk konden doen.
Men gaat over de lijn totdat men
een man van de naaste post ontnr oet,
waarop beiden wachten tot de trein
Maar nu? nu? er was een pi
kante saus bij en het was lekker
gemaakt voor het arme publiek.
Maar waar gaan wij heen?
Dat van twee werelddeelen
Lezers, schrik nietwant het
lijkt wel of wij u van den held
der twee werelddeelen wilden
spreken. neen 1 God bewaar ons
Hij is gestorven en begraven op
het geiten-eiland en daar hoor
de ook zoo'n groote bok die Gar-
ribaldi heette.
Waar wij heengaan
Vooreerst nog in »De Drie
Moriaentjes" met hun witte tanden,
witte oogen, kroese haren,
roode halsbanden en ringen in
de ooren, zooals ze toen waren
in steen gekapt, in de thans ver
dwenen straat, die op de varkens-
markt uitliep.
In de achterkamer of juister
binnenkamer in den hoek, bij
weinig licht en een gezelschap
van vijf stamgasten. Stamgasten
zijn vast zittende, sterk rookende,
veel bierdrinkende, geheimzinnig
vooroverliggende, scherp luisteren
de, met zich zeiven erg ingenomen
wezens van het geslacht mensch.
Waarom zij stamgasten geheeten
worden zal wel nooit met zeker
heid opgelost worden.
Zaten ze zoo vast als een stam
in den grond, of waren ze zoo
bestendig als een afstamming en
een stamboom, of vormden ze
een stam van inboorlingen onder
de menschenkinderen, die steeds
in zicht komtdoor zwaaien met
witte lichten geven ze den machinist
dan te kennen, dat het baangedeelte
veilig is. Op een nacht kwam mijn
beurt om te gaan. Voor ik wegging
bemerkte ik, dat mijn olielantaarn
maar half vol was ik nam daarom
een kwartflesch olie, vulde de lan
taarn, stak de flesch in mijn binnen
zak, knoopte mijn jekker toe en
ging er op uit.
Het was een stormach.'ige, pik
donkere zomernacht. Mijn lorrie liep
vlug over de rails en spoedig had
ik den halven afstand afgelegd en
was ik bij de brug over de rivier
gekomen. Hier klom ik van de lorrie,
begon de rails zorgvuldig te onder
zoeken, en vond alles in orde. toen
ik eensklaps een hevigen slag op
mijn hoofd kreeg en bewusteloos
naast de rails viel.
Toen ik eenige oogenblikken
daarna bij kwam, vond ik me ge
bonden en slechts een paar voet af
liggen van een bende gemaskerde
kerels, die ik, zoo goed als de
duisternis het toeliet, aan het werk
zag om met ijzeren staven de rails,
net voor de brug los te maken.
Treinroovers Ik had er al veel
van gehoord, maar ze nog niet mee
gemaakt.
Vooruit, jongens zoo hoorde
ik er een commandeeren, binnen twin
tig minuten is de trein hier we
hebben geen tijd te verliezen
Twintig minutenHoe zou ik
kunnen hopen, in mijn toestand en
in zoo korten tijd, den trein te redden?
De gedachte aan het schrikkelijke
ongeluk, dat zou plaats grijpen, als
de ontspoorde trein van de brug
tuimelde, maakte me wanhopig. Ik
herinnerde me de truc van het sa
mentrekken en opzetten der spieren
en ik wroette op die wijze net zoo
lang, tot ik mijn handen vrij had.
In een oogwenk was toen mijn mes
uit mijn zak en waren mijn voeten
los.
Met een sprong was ik op eo
draafde zoo hard ik kon de lijn langs,
in de richting, vanwaar de trein
komen moest. Met een gegil, dat
me aanduidde, dat ze me gezien
hadden, rende de heele bende achter
me aan, doch ik had een tamelijke
voorsprong op ze en liep zoo hard
ik maar kon, den trein tegemoet.
De vervolging in dien stikdonkeren
nacht was nogal bezwaarlijk. Spoedig
klonk dan ook het klik-klak der
revolvers, die in het wilde afgevuurd
werden, in de hoop me neer te
schieten.
Terwijl ik even rustte, kreeg ik
een tweede laag, ditmaal met meer
succes. In mijn linkerarm, vlak bij
mijn elleboog, troffen ze me en ik
viel bijna flauw. Mijn tanden op
elkaar zettend, werd ik mezelf weer
meester en liep door, al spoedig be
merkende, dat de vervolging had
opgehouden.
Instinctmatig voelde ik in mijn
zak naar lucifers. Aha, de olieDat
ik daar niet eerder aan had gedacht!
Natuurlijk zal die olie den trein doen
stoppen. Tom, smeei ze op de
rails, zoo sprak ik mezelf toe. Hun
oude 70-ton locomotief kan dan
geen houvast krijgen. Smeer ze dik
en wrijf ze met de palm van je
hand zóó: allebei de rails sla
geen duim over. Binnen tien minuten
was de olie op en waren beide rails,
op een tamelijken afstand dik er
mede ingesmeerd.
Daar naderde de trein hoort
daar gleden de wielen op de olie
af. Gelukkig, de snelheid minderde.
Flauwtjes kon ik den machinist on
derscheiden. In mijn opgewondenheid
schreeuwde ik den man toe, die
ging morrelen aan het toestelletje,
dat zand op de rails moet strooien.
Natuurlijk hoorde hij me niet.
Een ding bleef me nog te doen
over, en ik dacht er nog juist intijds
aan. Zoover ik durfde, liep ik tus
schen de rails, en met kracht wierp
ik de leege flesch tegen het hoofd
licht. Het glas vloog in stukken en
dadelijk ging het licht uit. Toen
hoorde ik het welkome remsignaal
en viel ik bewusteloos.
Neen mijnheer, dat niet. J De
dokters hebben alles aan me gedaan,
maar mijn arm moest er af.
dezelfde plaats, in dezelfde kamer,
in hetzelfde huis, op hetzelfde en
tot hetzelfde uur, met hetzelfde
glas voor zich en dezelfde leuning
achter zich en dezelfde pijp in
zich, innemen van jaar tot jaar,
om met dezelfde wijsheid en vooral
onfeilbaarheid de lotsbestemmin
gen van volkeren, koningen
en staten te bespreken en te be
slissen, om dan leeg en droog
geraakt, vol bier en vol wijs
heid naar huis en naar bed te
gaan.
Zoo zaten op dien avond ook
onze twee bekende Harri Dor
rens, die met de noodige verma
ningen door Maijken ontvangen
werd en de Amerikaan, dien men
»de Lange" noemde of ookwel
»meesterjong."
Dat hij den titel voerde van de
»de Lange" daartoe gaf zijn ge
heele verschijning reden te veel.
Hij was saamgesteld uit heel
lange magere beenen, weinig buik
iets borst, veel hals, lang en smal
gezicht en weinig haar, weinig
oogen en weinig lippen, maar
des te meer ooren en neus.
Een kurieuze verschijning, wel
iets Amerikaansch.
Wanneer bij van Amerika ver
telde, dan liet hij zich zelve altijd
»master Tom" noemen, dat men
voor het gemak in »meesterjong"
had omgezet.
Iets dat hij zich grootmoedig
liet aanleunen, zeggende »Nu
dat kunt gij zoo niet goed zeggen,
Kort maar krachtig.
Wat bij de moecüer tot het hart
gaat, gaat bij den 'Vader slechts tot
de knie.
Dpitsch spreekwoord.
Een nieuwe dienaar doet alles wel
Tien kegels raakt hij bij ieder spel.
Wilh. Müller.
Zijn reclrft prijs geven is de groot
ste gerechtigheid.
S. Franck.
Onda-akbaarheid is steeds een soort
van zwakte. Ik heb nooit gezien dat
flinke menschen ondankbaar waren.
Goethe.
,TDe middelmaat is goed voor
o-uderdom en jeugd, doch middel
matigheid is daarom nog geen deugd.
Rückert.
Niemand geniet van het leven
meer dan hij, die alle vrees voor den
dood verloren heeft.
S. Smiles.
Bij een ledige maag wegen alle
euvelen zwaarder dan anders.
Wieland.
Wie de liefde bezit eener goede
vrouw, schaamt zich over eiken
misstap.
Walter von der Vogelweide.
Groote zielen dragen hun leed in
stilte.
Schiller.
De kwaadsprekers hebben het
altijd over iemand, bijna nooit over
ietszoodoende bewijzen zij1 de
ontoereikendheid van hunnen geest.
Juist omdat onderlegde menschen
veel te spreken hebben, denken zij
er niet aan kwaad te spreken.
Nicolay.
Een vriend, dien gij koopt, zal
ook weer van u worden gekocht.
Eeuige interessante historische
feiten.
De eerste almanak werd gedrukt
door George van Purch in 1460.
De zakhorloges werden het eerst
vervaardigd in 1476.
Jergens bracht het spinnewiel in
beweging in 1530.
De eerste messen kwamen in En
geland in gebruik in 1550.
gij verslaat geen engelsch".
Het was een rare sijs, die
Lange, en had een nog raarder
leven achter zich.
Hij was in Maastricht geboren,
had onder Napoleon gediend, in
Spanje gevochten, was tot de En-
gelschen overgeloopen, scheep ge
gaan naar Amerika en had daar
jaren lang rondgezworven, het
avontuurlijkste leven gevoerd,
en was toen naar vaderland en
vaderstad teruggekeerd, met weinig
geld, maar des te meer leugens in
den zak, en die lustige kwant
was onuitputtelijk in de lustigste
geschiedenissen op de koddigste
wijze ten beste te geven, waarbij
hij onder tafel geheel bijzondere
manoeuvres uitvoerde met zijn
twee lange, magere beenen, die
men, waarom valt moeilijk te
zeggen, Noord- en Zuid-Amerika
noemde, zoodat dan de geheel
geographie in de war raakte, en
noord en zuid op de vermakeiijk-
ste wijze onder of boven speelden,
naar gefang dat ze even voorheen,
boven of onder gebogen hadden.
De Lange was niet kwaad op
zich, volstrekt niet slecht ook niet.
Overdag werkte hij zoowat als
magazijnmeester in een kolenzaak,
thans langs het kanaal, was
niet te vroeg op en 's avonds niet
te laat weg. Hij was zoo wat
familie van den kolenkoopman,
en die zag een en ander door de
vingers, als hij maar zijn zaak
deed, en eerlijk was hij, dat moest
men hom laten.
Wordt vervolgd.