Tweede Blad van „FEIL 11 MAAS"
P >ER'0
Brieven aan Tante
Jet.
FEU 1 LIKT- »N
Om twas milliödr:
IngsisndsB IfofofceUagen.
%xw£om}e/ïdacfitf
J[ RugpijnNierenPillen
Europa wordt
geworgd.
Limburfischa gebruiken
Meer Vreugde.
ZATERDAG 9 MEI 1931
Twee en Vijftigste Jaargang
No. 19
Reis-, Missie- en andere
herinneringen.
V.
Opgeluchte Tante.
Mijn laatste schrijven zal zeker
wel een heele opluchting voor U
geweest zijn, hè tante, want nu hadt
U tenminste zekerheid, dat ik nog
in het land der levenden verkeerde.
Daarom heb ik er maar „opgeluchte
tante" boven gezet. In de zoete
hoop, dat u verder niet al te zeer
van streek zijt geraakt door die
laatste geestdriftige tirade (tirade
beteekent scherpe uitval—zie woor
denboek tante) van Oom Ko, zal ik
dan maar verdergaan enmijnapropo
nu goed vasthouden.
Als ik me niet vergis, waren we
dan gebleven, dat ik uit de auto
stapte en 'dat er in het gat van de
deur van ons huis een Volendam-
tner dienstmeid verscheen in vol
Volendamsch ornaat vanwege de
nijpende dienstbodennood
Ik liep naar de openstaande deur,
zooals gezegd een beetje blozend,
en dacht er nog gauw over na of
het wel passend zou zijn om zoo'n
dienstbodeke een hand te geven,
toen zij haar hand naar me toestak.
Ofschoon ik mijn oogen zooveel
mogelijk terneergeslagen hield, (had
den ze mij in het klooster geleerd,
tante) zag ik toch wel, dat ze een
kleur kreeg. Maar dat was, geloof
ik, niet zoozeer om mij, alswel dat
ze niet goed wist of zij Heeroom,
Heerbrocr, Heerneef of meneer pas
toor tegen me moest zeggen. Ten
slotte hakte ze gauw de knoop
door en zei dag meneer pastoor,
Heilige eenvoud, tante, want ik
ben nooit pastoor geweest, ben het
nu nog niet en het zal waarschijnlijk
nog wel een tijdje duren voor ik het
zoo ver breng. Dat is de schuld van
de baker tante, die heeft me bepaald
verkeerd in de wieg gelegdik heb
tenminste wel eens hooren zeggen,
dat ik daar niet voor in de wieg
gelegd ben. Het spijt me wel voor
u, want u zoudt het natuurlijk wel
erg deftig vinden, als uw heerneef
eens „Meneer Pastoor" zelf was,
Voorloopig maar kalm blijven tante.
Nog te veel concurrentie 1
Terwijl ik een van die onmogelij
ke steile grootsteedsche bovenhuis-
trappen beklom (we woonden toen
„eerste etage" tante) en eens omkeek
of er geen gevaar bestond om met
een duikeling achterwaarts weer op
het punt van uitgang terecht te
komen, zag ik nog juist, dat die
Volendamsche iets over mij tegen
m'n zus giechelde en dat mijn zus
natuurlijk terug giechelde
U begrijpt, tantelief, dat ik daar
in mijn nieuwe functie als missiona
ris, behalve nog mijn andere functie
als heerneef niet erg over gesticht
was. Toen ik later mijn zus vroeg
wat dit te beteekenen had, zei ze
natuurlijk weer giechelende, dat die
malle Volendamsche haar gevraagd
had of dat van „meneer Pastoor"
goed was geweest. Waarop zij na
tuurlijk weer geantwoord had wel
nee malle, ben je niet goed 1 Meneer
Pastoor, dat zou hij wel willen (ze
was toen nog maar een bakvischje,
tante), 't is maar een heele doodge
wone pater. Die leven van het
bedelen.
Daar zaten we dan eindelijk alle
maal boven, de heele naaste familie
naast en om me heen. Die waren ook
allemaal de trap opgeklauterd. Eerst
keken we allemaal eens uit 't raam,
toen keken we elkander eens aan en
toen zei er een ziezoo, nu hebben
we hem in ons midden en laten we
hem zoo gauw niet meer los. j
Het zou me natuurlijk veel te ver
voeren tante, indien ik u alles precies
moest gaac vertellen, hoe ik verder
die dag en alle andere dagen van
mijn vacantie heb doorgebracht. Ik
zou u natuurlijk nog kunnen gaan
verhalen, hoe ik even later aan
Fientje (die Volendammer heette
Fientje), vroeg, waar de logeerkamer
was, om mijn toilet te maken, dat
ze plotseling haar hand voor den
mond hield, mij aankeek of ik zoo
uit de Noordpool kwam, het uit
proestte van het lachen, naar mijn
zus vloog (een dienstbode moet kun
nen vliegen) en vroeg, wat of dat
voor een ijsbeerenhok was, „een
logeerkamer met toolet?"
Dat mijn zus het natuurlijk ook
weer uitproestte van het lachen en
zeiGut malle, weet je dat nog
niet Dat is de kamer waar heer
broer overdag eens rustig kan gaan
zitten en 's nachts rustig den nacht
kan doorbrengen Benijdens
waardig en zalig degenen, die hier
op aarde zulk een plekje kunnen
vinden, tante Verder zou ik u nog
kunnen vertellen, dat Fientje mij van
dit oogenblik af veel deftiger vond
en dat zij vast besloten scheen, de
eerste paar dagen vol respekt en
hoog tegen mij op te zien; dat ze
den derden dag al Heeroom tegen
me zei, hetgeen m'n zus dolletjes
vonddat ik bij het toiletmaken
onwillekeurig voor den spiegel ging
staan (die zonder zonde is, werpe
den eersten steen op mij), mijzelf
(evenals alle leelijkers) niet onaardig
zelfs knap vond en dat ik ten
slotte met een zucht de kam weer
neerlegde. Ik heb meermalen opge
merkt, tante, dat menschen die den
moed hebben om voor een spiegel
te gaan staan, altijd een min of meer
diepe zucht slaken. Waarom, daar
begrijp ik niets van tante. U zult
het ook wel niet weten, want Oome
K.o zei tenminste dikwijls, dat u op
dit gebied ook weer een wonderbare
vrouw was en dat u zoo goed als
nooit in den spiegel keek, hetgeen
hij bitter betreurde.
De volgende dagen van mijn
vacantie zijn dagen geweest, welke
nooit of te nimmer meer uit mijn
geheugen zullen verdwijnen, zoolang
mijn geheugen nog in een normaal
brein blijft rondspartelen 1
Ik bedoel die biefstuk, tante.
Heerlijke zoete rust had ik mij
gedroomd in een laatst vertrouwelijk
samenzijn met alleen allernaaste fa^
milieleden. Maar helaas tante, van je
familie moet je 't hebben, zeggen ze
wel eens.
Het begon te druppelen, te rege
nen, te stortregenen... ik bedoel niet
die gewone, natte regen, waarmede
de hemel een mensch soms tegen
wil en dank zegent, daar kan men
nog een regenjas en een paraplu
tegen koopen, maar ik bedoel een
heel andere regen... Een vloed van
verzoeken, uitnoodigingen, invitaties,
aanmaningen daalde op mijn eerbied
waardig hoofd... DejeuneereD, sou-
peeren, dineeren, dineeren, sou
peeren, dejeuneeren.
Hoogstwaarschijnlijk met het min
der loffelijk, maar goed bedoelde
doel, om mij, nog voor ik op de
boot stapte, te laten crepeeren
Brrr, tante, als ik er nog aan
denk. Drie weken lang tante, Heerom,
Heerneef, Heerbroer, Heerpater, Heer
dit en dat... denkt u er om, bij ons
ook een dagje, hoorwe laten u
zoo niet gaan, in de missie krijgt u
het niet meer; u moet u maar eens
flink aansterken; waar houdt u het
meeste van, U zult het goed hebben
bij ons... drie weken lang tante,
denk u eens in, als uw denkvermo
gen tenminste niet al te zeer geschokt
is bij den dood van Oome Ko z.g..
28
En hij treedt dus zoo als
zoon en erfgenaam van Oswald
Braun op vroeg de president,
eenigszins afgetrokken.
Neen, dat doet bij niet, hij
is ernstig ziek en niet bij zijn
versland. Ik doe bet voor hem,
want ik heb heden morgen de
oproeping gelezen en. ben door
een toeval in het bezit gekomen
van dit boek, dat in den koffer
van Arrigo Rinconi lag.
De president nam het boek en
nam zorgvuldig kennis van den
naam en van het verdere, dal het
inhield. Hij hield het boekje in de
hand op een wijze als twijfelde
hij, wat hij ermee doen moest, en
scheen het om Bertha weder terug
te willen geven.
Ik verzoek u, mijnheer, het
document te lezen, dat op de bin
nenzijde van den omslag is ge
plakt, hernam Bertha steeds met
dezelfde beslistheid. De heer van
Hees deed wat hem gevraagd was
Zijn donkere oogen rustten op
vallend lang op het attest, daarna
vestigde hij ze met ernst op het
elegante, bewegelijke persoontje
Maar enfin, tante schat, dat was
allemaal nog niets. U begrijpt, ik
kwam pas kersversch en zoo on
schuldig als een pasgeboren lam uit
het klooster. Onbewust van de booze
listen der wereld (vooral de vrouwe
lijke) begrijp ik nog niet, tante, hoe
ze er achter gekomen zijn wat ik
graag „bliefde." In een neerslachtige
bui had ik me wel eens laten ont
vallen, dat ik in langen tijd geen
biefstuk gezien had ook had ik wel
er eens tegen m'n zus gezegd, dat
ik over 't algemeen geen erge lief
hebber was van groenten, behalve
van doperwten (deftig) en appelmoes;
bij een soeppraatje (je moet toch
wat zeggen, tante) had ik ook wel
er eens beweerd, dat soep zonder
ballen of ballen zonder soep gewoon
weg de naam van soep niet verdiende;
toen we bij een schaatsenrijden-
praatje op ijs en van ijs opvanille-
ijs en van vanille-ijs op vanille
pudding waren terecht gekomen had
ik me heel onschuldig laten ontglip
pen, dat ik vaoille-pudding over
heerlijk vond en dat ik niets moest
hebben van diegriesel-meel-pudding.
welke wij op hooge feesten in een
zeker huis wel eens kregen... maar
wie had ooit kunnen denken, tante,
dat die vier onschuldige kookproduc-
ten de nagels aan de doodkist van
mijn vacantie zouden worden 1
Drie weken lang. tante Heeroom,
kijk eens wat een lekker soepje, een
paar balletjes er bij doen... daar
houdt U zoo van heb ik gehoord
heerbroer, neem maar een flink stuk
biefstuk, u moet er nog van groeien
heerneef. een doperwtje, een beetje
appelenmoes, krèk uw kostjeheer-
pater, kijk eens wat een heerlijke
vanille-pudding, hapt u er maar eens
flink in... enz... enz... drie weken lang
tante 1
Begrijpt u nu, tante, waarom heel
de wereld één biefstuk, één doperwt,
één groote pudding werd Alles
begon voor m'n oogen te draaien,
ik durfde haast de straat niet meer
op, echt waar tante. Een voetbal
werd een soepbal, sneeuwballen wer
den doperwten, hoopen zand werden
pudding, asphaltbrei werd appelen
moes.... evenals de oude toover-
heksen of tooverkollen vroeger door
de lucht vlogen (tegenwoordig loopen
7e op de grond, tante) zoo vlogen
al die schrikbeelden door mijn hoofd,
overdag onrustig en 's nachts de
verschrikkelijkste droomen en nacht
merries... Nu eens droomde ik, dat
ik als een reusachtige pudding lag
te drijven op een stormende zee van
soep, dat de hagelkorrels als dop
erwten om mijn ooren vlogen en ik
elk oogenblik in die ijselijke diept'
meende weg te zinken en dan weer
van hemelhooge vuurspuwende
pudding-bergen, die onder een ge
weldige lavastroomen-appelenmoes
voortdurend stukken biefstuk, dop
erwten en soepballen tegen de
gloeiende hemel spuwden... Brrr,
tante, als ik er nog aan denk...
meestal werd ik met een akelige,
snerpende gil wakker... Genoeg
dierbare tante, ik wil uw teergevoelig
hart niet langer kwetsen met zulke
griezelige verhalen... U begrijpt nu
zeker wel wat „vacantie" beteekent
voor een toekomstige missionaris,
Zonder te jokken, in de volgende
brief vindt u mij, bij leven en wel
zijn, met mijn heele familie op de
boot. Waarschijnlijk wordt het een
treffende brief. Als u nog een traantje
hebt overgehouden bij de begrafenis
van Oome Ko, houdt u het dan
maar gereed.
Tot ziens, beste tante... tot op den
boot dan.
Hoogachtend
Uw doodgewone Heerneef
B. B
P. S. Onder ons, tante, bij het
tegenover hem.
Behoort dit boek aan den
heer Rinconi? vroeg hij.
Natuurlijk, antwoordde Bertha
verbaasd. Het is immers zijn loon-
boek van het circus Monaltodat
is nogal duidelijk, zou ik denken.
Er slaat in het boek niets
van Rinconi en dat dit boek zijn
loonboek is.
Maar, mijnheer, ook in mijn
loonboek slaat niet, dat ik mij
Bertha Sigismund noem en in
werkelijkheid Agnes Mieka heet.
Dat zijn artistennamen, die wij
tegenover het publiek dragen.
De president keek bij deze
woorden Berths scherp aan.
Kan ik u reeds vroeger j
zien hebben vroeg hij.
Ik heb in mijn jeugd te
Waveren bij Brussel gewoond en
hield mij acht jaren in Amerika
op, antwoordde Berlha.
Curieus.... Ik ben nooit in
Waveren en ook niet in Amerika
geweest; maar gij herinnert mij
levendig aan een mij bekende,
meende de heer Van Hees
Bertha glimlachte en zette haar
hoedje recht.
De president bleef zeer ernstig.
Hoe zijt gij in het bezit van
dit boek gekomen vroeg hij.
Berlha verhaalde het gebeurde
op den verschrikkelijken avond
van het ongeluk.
I Nu, ik zal het boek voorloo
pig onder mijne bewaring houden
sprak de president behoedzaam.
diner op de boot kregen we, omdat
het de „eerste" dag was eerst soep
met ballen, toen aardappelen met
biefstuk en doperwtjes, toen appelen
moes met een beetje corrpoten toen
nog een lekker stukje vanille-pudding
na... Ik nam een kloek besluit, tante,
stond van tafel op en sprong achter
mekaar de zee in... dat wil zeggen,
tante, dit zou ik gedaan hebben als
die ronde ramen niet te nauw geweest
waren... U ziet dus ook al weer
tante, waar een vacantie goed voor
is....
Dezelfde.
Vindt u dat goed?
Volkomen.
Gij hebt over dezen vondst
nog met niemand gesproken
Met niemand.
Dat is goed. Ik verzoek u
ook verder over dat boekje, dat
attest en uw hier gebracht bezoek
het stilzwijgen te bewaren, ging
de heer Van Hees met klem voort.
Kan ik daarop rekenen vroeg hij,
naar het schijnt niet geheel over
tuigd.
Dat kunt u. Ik heb geleerd
te zwijgen als het zijn moest.
En dat moet, verklaarde de
president. Het boek is van betee-
kenis. Wij kunnen echter in de
zaak hoegenaamd niets uitrichten
voordat de leeuwentemmer Rinconi
zelf kan worden gehoord.. Tot
dan toe houd ik het. voor het beste
deze aangelegenheid als een parti
culiere mededeeling uwerzijds te
beschouwen en het boek met uwe
bewilliging veilig achter slot te
brengen.
U bent toch ook van oordeel,
dat deze heer de werkelijke erf
genaam en de andere een bedrieger
is
Gij zijt zeer vlug met uw
Een nieraandoening kan vaak uw
gezondheid bedreigen zonder dat gij
u ervan bewust zijt. En juist die
langzame ontwikkeling zonder veel
uiterlijke en vaak verkeerd begrepen
kenteekenen is zoo te duchten.
Maak niet de ernstige fout van
waarschuwingen te verwaarloozen
als urinekwalen, rugpijn, rheumati-
sche pijnen, spit, ischias, duizeligheid
en hoofdpijn, waterzuchtige zwellin
gen enz.
Wees verstandig en neem het
middel, dat door duizenden wordt
aanbevolen voor het verbeteren van
hunne gezondheid in dergelijke ge
vallen. Gebruik Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, die de kwaal in haar
oorsprong aantasten en de nieren
versterken en opwekken tot gezonde
werkzaamheid. 82
Bij alle drogisten enz. f 1.75 p. flacon
Onder dit opschrift lezen wij in
„de Volkskrant"
Men gaat Rusland thans met an
dere oogen bezien.
Niet het Rusland dat den gods
dienst onderdrukt en het ongeloof
officieel aanhangt.
Maar het Rusland dat met taaie
volharding streeft naar de verwezen
lijking van zijn economisch plan.
Van al de voorspellingen van
Deterding en andere groote mogend
heden in de zaken- en finantieele
wereld is niets uitgekomen.
Het Russische stelsel moest ineen
storten; er was geen economische
bestaanbaarheid mogelijk dan bij het
in overig Europa en in Amerika
gehuldigde kapitalistische stelsel.
Ook in Rusland heerscht een ka
pitalistisch stelsel, zij het van an
dere makelij; maar juist dezen con
current hoopten de Deterding's
onschadelijk te makm. teneinde daar
door de onmisbaarheid van hun sys
teem te meer overtuigend aan te
toonen.
Wat we aanschouwen is een
duel tusschen het Westersche kapi
talisme: het Westersche, dat een
reusachtige werkloosheid en een
groote bestaansonzekerheid heeft
meegebracht; het Oostersche, dat de
massa tot den arbeid, langen en
ingespannen arbeid dwingt en haar
slechts een sober en schraal levens-
bestaan bezorgt.
Noch het eene, noch het andere
kan het geluk van de menschheid
verzekeren.
Had men aanvankelijk, onder de
suggestie van uitspraken van mannen
als Deterding, gemeend, dat het
Russische sovjet-systeem maar een
voorbijgaande vorm was, die onder
zijn eigen zwaarte zou bezwijken,
langzamerhand is men zich vertrouwd
gaan maken met de gedachte, dat
het Russische stelsel, althans voor
loopig, zal blijven gehandhaafd en
men met deze werkelijkheid rekening
moet houden.
Een deskundige als de heer Colijn
rekent met het slagen van het vijf
jarenplan en de Engelsche econoom
sir Norman Angell betoogt, dat
Europa en Amerika in hun afwij
zende houding tegenover Rusland
niet zullen kunnen volharden.
De feiten hebben deze uitspraak
trouwens reeds achterhaald.
In een aantal landen, waar men
met een tekort aan werkgelegenheid
worstelt en waar doet men dit
niet is men tuk op Russische
orders.
En indien Rusland in ruil daarvoor
aankoop van zijn producten vordert
of omdat het daarvan overvloed
j heeft, of omdat het behoefte heeft
aan geld om machinerieën te koopen
dan koopt men die, ook al be
derven ze de binnenlandsche markt.
De overweging, dat de goedkoope
Russische producten verkregen zijn
door wat met een Engelsch woord
indertijd het sweating system werd
genoemd, schrikt niet afhebben
wij in ons land niet beleefd, dat de
Nieuwe Ct., tegenstander van het
communisme als geen, ons de Rus
sische arbeidswetgevinghard werken
voor weinig loon, als aanbevelens
waardig voorhield
De toestand in Europa wordt
economisch steeds moeilijker.
De twintig, dertig landen en land
jes met elk zijn tarieven en elk zijn
eigen sociale wetgeving of geen
wetgeving maken zich zelf en
elkaar het bestaan schier onmogelijk.
De eene economische conferentie
i de andere mislukt en leidt tot
verscherping der reeds zoo nood
lottige pTlitiek.
Europa raakt geklemd tusschen de
Vereenigde Staten aan den eenen,
Rusland aan den anderen kant.
Deze oorlog zonder vuurwapens
zal nog noodlottiger voor ons wereld
deel worden dan de groote oorlog
de beide vormen van kapitalisme,
die in de Amerikaansche Unie en in
de Sovjet-Unie hun uiterste span
kracht hebben bereikt, zullen het oude
werelddeel economisch wurgen.
door A. F. VAN BEURDEN.
Een der mooie trekken in het
Limburgsche karakter, welke nog
duidelijk uitkomt bij de dorpsbewo
ners, is de welwillendheid, de behulp
zaamheid voor huurlieden, die op
de een of andere wijze steun noodig
hebben. Dat uit zich bij de zorg
voor zieken, wanneer op de dorpen
rondom Roermond, ook zelfs in de
stad „de zeuve roaeg noa de Kapel"
gaan bidden voor den een of andere
zieke uit de buurt, die „bericht" is
of onder „Kirkerechte" ligt. Dat
blijkt bij begrafenissen, als de nabij
wonenden den dooden buurman naar
de kerk en het graf dragen
Ook bij de begrafenis van kinde
ren, als de buurmeisjes het kransje
vlechten voor de overleden kinderen
en ongehuwden en de palmtakken
verzamelen, om het graf te sieren.
Ook in het dragen van den voor
rouw, waar dat nog bestaat.
Wanneer vroeger een put gegraven
werd nu slaat men pompen
moesten de buren den aanzet maken
en later voor het aanvoeren der
steenen zorgen, ook zelfs voor een
schuur of schop.
Bij den kinderdoop komen op
verschillende plaatsen de buurvrou
wen op visite en vieren de geboorte
van den kleine met koffie en koek.
Bij het doopen gaat op vele plaat
sen de vader mede ter kerk en
vervult eene zwijgende rolalleen
geeft hij „vadergeld", terwijl de peter
en meter ook een vrijwillige gift
schenken.
Wanneer de gedoopte een jongen
is, ligt hij bij het dragen ter kerke
met het hoofdje naar den peter, is
het een meisje dan met het hoofdje
naar de meter.
Wanneer er een gouden bruiloft
in de buurt is, dan komen de buren
voor goed in actie. Men komt te
samen als er geen putmeesters
zijn, kiest men eene Commissie. De
gevel wordt versierd, chronicons ge
maakt, een eereboog opgericht, ir.ea
koopt een cadeau, dikwijls twee
zetels, want men wil het gouden
paar absoluut rust gunnen.
Men geleidt het jubileerende paar
i de familie ter kerk, brengt een
serenade en houdt toespraken.
Het geheel, meestal uitstekend ge
regeld, wordt besloten met een bal,
waar het paar weer verschijnt, en
het heel gezellig toegaat.
In Lottum en omstreken en ook
het Weerter en Sittarder land
worden de meiden en de knechts bij
het aantreden van hun nieuwen
dienst ingehaald of „geheeld".
In de boerenwoningen met over-
huivenden schoorsteen waaronder
men tegen een ijzeren plaat, dikwijls
met inschriften, wapens en bijbelsche
voorstellingen versierd, waartegen
het vuur brandde vond men aan den
haard allerlei inrichtingen, die gemak
konden brengen of noodig waren.
Daar stond in een nis de koperen
olielamp of snotneus, om licht te
brengen, waar vroeger in een beugel
een dennentoorts die bestemming
had. Ook stond er op een vaste
plaats de vuurschotel, waarop de
ketssteen, het ketsijzer, de tondel
doos, de gezwavelde houtjes lagen
ook al om licht en vuur in de duis
ternis te brengen Nog stond er de
turf en houtbak, met de plaggen er
in, waar mede men zoo gloeiend
heete vuurtjes kon opbouwen. Maar
ook hing er de haal of de ketelhaak,
die er uit zag als een zaag met haken.
Hieraan werd de waterketel zoo
hoog of laag gehangen, als dat het
best voldeed. Men had ook nog een
andere haalboom, een soort gesteun-
den houten arm, die uit den muur,
om een paar draaiende hengsels met
den kop boven het vuur werd ge
stuurd. Daaraan hing dan de broesch-
pot of de veevoederketel. Nu wa3
de haal een onmisbaar voorwerp in
de huishouding, waarmede de nieuwe
meid of knecht nogal te doen had.
Op den avond van haar intrede werd
zij om de haal geleid, of als dat
gemakkelijker ging, om de tafel, om
den melkstoel, om den koffiemolen.
Daarbij wordt dan gezongen.
Wat ge niet kunt zal de vrouw
(of de baas) je wel leeren, dan volgt
het refrein „dat is voor jou, dat is
voor ons, dat is voor de Kompanie.
Met (zooveel) in drank zijt ge vrie."
Dan blijft men gezellig bijeen.
Maar het boek spreekt toch
duidelijk en hei document nog
veel overtuigender, riep Berlha
ietwat opgewonden uil. Buitendien
naar de dokter me zei, spreekt
Rinconi in zijn ijlkoortsen voort
durend van zijn moeder, wien hij
ontloopen is.
Doet hij dat vorschte de
president, plotseling zeer opmerk
zaam geworden. Hoe heet de dok
ter, die u dat heeft gezegd
Die heer heet Langens, dr.
Langens, hij u
Binnengasthuis.
De heer Van Hees noleerde den
naam. Blijft gij hier in de stad,
juffrouw
Voorloopig ja.
Wij zullen u te zijner tijd in
deze zaak bericht zenden. Uw
adres is toch het circus
Neen, ik woon in de Jan
Steenstraat no. 7 op de vierde ver
dieping, zei Bertha, licht blozend.
De president noteerde ook dit en
daarmede was het bezoek van
Bertha afgeloopen.
Z'j boog en ging heen. Zij was
over het gewichtig bezoek, dat zij
in het belang van haar hulpe-
loozen collega had gemaakt, in 't
genomen, was hij echter heel net
geweest. Onder zulke gedachten
stapte Bertha wederin de vigelante
en reed naar huis terug.
HOOFDSTUK XVI.
Het gezamenlijke personeel van
het circus Deiro had zich bij de
aankomst te Amsterdam op het po
litiebureau aangegeven. Men
schreef de lieden volgens de legi
timatie-papieren in, maar stelde
assistent in het zich ook tevreden met de mon
delinge opgaven van artisten en
beambten, die zulke papieren niet
bezaten. Ten opzichte van het
artislenvolkje werd nogal veel
door de vingers gezien.
Door streng te willen zijn, kon
men slechts zichzelven en hun
veel last op den hals halen. De
leeuwentemmer was bijgevolg bij
de politie op grond van zijn loon
boek als Erich Reinkens inge
schreven. Na het ongeluk werd
echter aan de autoriteiten zijn
besluit, mijn waarde juffrouw, algemeen niet. ontevreden,
antwoordde daar-p de president; Weliswaar had de president wal
andermaal glimlachend. Zoo gauw voortvarender en gelooviger kun-
krijgt men op dezen post, welken nen zijn, maar de man was oud
ik bekleed, en op deze plaats en een verhard gerechtsmensch
dergelijke zwaarwichtige over- geworden; hem kon Erich Rein-
tuigingen niet. Er ontbreekt nog kens natuurlijk niet zijn, wat haar
Zoek de vreugde, waar zij te
vinden is op den rechten weg van
de plicht, op den hoogen weg van
een christelijk leven, in de berglucht
van het geloof, in de zonnewarmte
der liefde, in de gezonde atmosfeer
van den ernstigen arbeid.
von Keppler.
Iedereen kan mede helpen, om zijn
eigen levenstuintje en dat van ande-
op na. Derhalve werd de gekwetste
die zelf geen inlichtingen kon
verstrekken, voorloopig onder den
naam Arrigo Rinconi in de regis
ters van het gasthuis ingeschreven.
De president van het rechtelijk
college, de heer Van Hees, had
aan den assistent-geneesheer Lan
gens van het gasthuis een beleefd
briefje geschreven, waarin hij ver
zocht, regelmatig omtrent den toe
stand van den leeuwentemmer op
de hoogte te worden gehouden.
Aan dien wenschgaf dr Langens
stipt gevolg en juist acht dagen
na Bertha's bezoek bij den presi
dent, berichtte hij, dat in den
toestand van Rinconi een gunstige
wending was gekomen.
De wonden genazan normaal,
de wondkoorts was geheel ver
dwenen en men hoopte, dat na
verloop van een week de zieke
zijn bed zou kunnen verlaten.
Vervolgens kreeg de president de
mededeeling, dat Rinconi sedert
drie dagen reeds verscheidene
uren opzat en een bezoek van den
heer president, zoo het niet te
lang gerekt was en geen schokken
van ernstigen aard voor den pa-
,:~~4 4 l_" U-J wel zou
artistennaam opgegeven.
Toen de zwaargewonde in het
gasthuis opgenomen was, werden,
ondanks alle nauwkeurig ïoeken,
geen papieren op hem gevonden. tiënt tengevolge had,
Ook de aanvraag omtrent deze bij kunnen verdragen,
den directeur, leverde geen resul
taat op.
De directeur zei,dat deleeuwen-
temmer nog een anderen naam
had, welken hij evenwel niet kun
aanduiden. Registers van zijn per-
jheel wat aan eer wij zoo ver zijn. heur collega was. Over 't geheeLSoneel hield de Braziliaan er niet
Op dienzelfden dag reeds had
de president met Rinconi een on
derhoud tusschen vier oogen in
de spreekkamer van het gasthuis.
Gij heet niet Arrigo Rinconi
maar Erich Reinkens, mijnheer?
vroeg de president.