Tweede Blad van „FEIL 11 MAAS" P >ER'0 Brieven aan Tante Jet. FEU 1 LIKT- »N Om twas milliödr: IngsisndsB IfofofceUagen. %xw£om}e/ïdacfitf J[ RugpijnNierenPillen Europa wordt geworgd. Limburfischa gebruiken Meer Vreugde. ZATERDAG 9 MEI 1931 Twee en Vijftigste Jaargang No. 19 Reis-, Missie- en andere herinneringen. V. Opgeluchte Tante. Mijn laatste schrijven zal zeker wel een heele opluchting voor U geweest zijn, hè tante, want nu hadt U tenminste zekerheid, dat ik nog in het land der levenden verkeerde. Daarom heb ik er maar „opgeluchte tante" boven gezet. In de zoete hoop, dat u verder niet al te zeer van streek zijt geraakt door die laatste geestdriftige tirade (tirade beteekent scherpe uitval—zie woor denboek tante) van Oom Ko, zal ik dan maar verdergaan enmijnapropo nu goed vasthouden. Als ik me niet vergis, waren we dan gebleven, dat ik uit de auto stapte en 'dat er in het gat van de deur van ons huis een Volendam- tner dienstmeid verscheen in vol Volendamsch ornaat vanwege de nijpende dienstbodennood Ik liep naar de openstaande deur, zooals gezegd een beetje blozend, en dacht er nog gauw over na of het wel passend zou zijn om zoo'n dienstbodeke een hand te geven, toen zij haar hand naar me toestak. Ofschoon ik mijn oogen zooveel mogelijk terneergeslagen hield, (had den ze mij in het klooster geleerd, tante) zag ik toch wel, dat ze een kleur kreeg. Maar dat was, geloof ik, niet zoozeer om mij, alswel dat ze niet goed wist of zij Heeroom, Heerbrocr, Heerneef of meneer pas toor tegen me moest zeggen. Ten slotte hakte ze gauw de knoop door en zei dag meneer pastoor, Heilige eenvoud, tante, want ik ben nooit pastoor geweest, ben het nu nog niet en het zal waarschijnlijk nog wel een tijdje duren voor ik het zoo ver breng. Dat is de schuld van de baker tante, die heeft me bepaald verkeerd in de wieg gelegdik heb tenminste wel eens hooren zeggen, dat ik daar niet voor in de wieg gelegd ben. Het spijt me wel voor u, want u zoudt het natuurlijk wel erg deftig vinden, als uw heerneef eens „Meneer Pastoor" zelf was, Voorloopig maar kalm blijven tante. Nog te veel concurrentie 1 Terwijl ik een van die onmogelij ke steile grootsteedsche bovenhuis- trappen beklom (we woonden toen „eerste etage" tante) en eens omkeek of er geen gevaar bestond om met een duikeling achterwaarts weer op het punt van uitgang terecht te komen, zag ik nog juist, dat die Volendamsche iets over mij tegen m'n zus giechelde en dat mijn zus natuurlijk terug giechelde U begrijpt, tantelief, dat ik daar in mijn nieuwe functie als missiona ris, behalve nog mijn andere functie als heerneef niet erg over gesticht was. Toen ik later mijn zus vroeg wat dit te beteekenen had, zei ze natuurlijk weer giechelende, dat die malle Volendamsche haar gevraagd had of dat van „meneer Pastoor" goed was geweest. Waarop zij na tuurlijk weer geantwoord had wel nee malle, ben je niet goed 1 Meneer Pastoor, dat zou hij wel willen (ze was toen nog maar een bakvischje, tante), 't is maar een heele doodge wone pater. Die leven van het bedelen. Daar zaten we dan eindelijk alle maal boven, de heele naaste familie naast en om me heen. Die waren ook allemaal de trap opgeklauterd. Eerst keken we allemaal eens uit 't raam, toen keken we elkander eens aan en toen zei er een ziezoo, nu hebben we hem in ons midden en laten we hem zoo gauw niet meer los. j Het zou me natuurlijk veel te ver voeren tante, indien ik u alles precies moest gaac vertellen, hoe ik verder die dag en alle andere dagen van mijn vacantie heb doorgebracht. Ik zou u natuurlijk nog kunnen gaan verhalen, hoe ik even later aan Fientje (die Volendammer heette Fientje), vroeg, waar de logeerkamer was, om mijn toilet te maken, dat ze plotseling haar hand voor den mond hield, mij aankeek of ik zoo uit de Noordpool kwam, het uit proestte van het lachen, naar mijn zus vloog (een dienstbode moet kun nen vliegen) en vroeg, wat of dat voor een ijsbeerenhok was, „een logeerkamer met toolet?" Dat mijn zus het natuurlijk ook weer uitproestte van het lachen en zeiGut malle, weet je dat nog niet Dat is de kamer waar heer broer overdag eens rustig kan gaan zitten en 's nachts rustig den nacht kan doorbrengen Benijdens waardig en zalig degenen, die hier op aarde zulk een plekje kunnen vinden, tante Verder zou ik u nog kunnen vertellen, dat Fientje mij van dit oogenblik af veel deftiger vond en dat zij vast besloten scheen, de eerste paar dagen vol respekt en hoog tegen mij op te zien; dat ze den derden dag al Heeroom tegen me zei, hetgeen m'n zus dolletjes vonddat ik bij het toiletmaken onwillekeurig voor den spiegel ging staan (die zonder zonde is, werpe den eersten steen op mij), mijzelf (evenals alle leelijkers) niet onaardig zelfs knap vond en dat ik ten slotte met een zucht de kam weer neerlegde. Ik heb meermalen opge merkt, tante, dat menschen die den moed hebben om voor een spiegel te gaan staan, altijd een min of meer diepe zucht slaken. Waarom, daar begrijp ik niets van tante. U zult het ook wel niet weten, want Oome K.o zei tenminste dikwijls, dat u op dit gebied ook weer een wonderbare vrouw was en dat u zoo goed als nooit in den spiegel keek, hetgeen hij bitter betreurde. De volgende dagen van mijn vacantie zijn dagen geweest, welke nooit of te nimmer meer uit mijn geheugen zullen verdwijnen, zoolang mijn geheugen nog in een normaal brein blijft rondspartelen 1 Ik bedoel die biefstuk, tante. Heerlijke zoete rust had ik mij gedroomd in een laatst vertrouwelijk samenzijn met alleen allernaaste fa^ milieleden. Maar helaas tante, van je familie moet je 't hebben, zeggen ze wel eens. Het begon te druppelen, te rege nen, te stortregenen... ik bedoel niet die gewone, natte regen, waarmede de hemel een mensch soms tegen wil en dank zegent, daar kan men nog een regenjas en een paraplu tegen koopen, maar ik bedoel een heel andere regen... Een vloed van verzoeken, uitnoodigingen, invitaties, aanmaningen daalde op mijn eerbied waardig hoofd... DejeuneereD, sou- peeren, dineeren, dineeren, sou peeren, dejeuneeren. Hoogstwaarschijnlijk met het min der loffelijk, maar goed bedoelde doel, om mij, nog voor ik op de boot stapte, te laten crepeeren Brrr, tante, als ik er nog aan denk. Drie weken lang tante, Heerom, Heerneef, Heerbroer, Heerpater, Heer dit en dat... denkt u er om, bij ons ook een dagje, hoorwe laten u zoo niet gaan, in de missie krijgt u het niet meer; u moet u maar eens flink aansterken; waar houdt u het meeste van, U zult het goed hebben bij ons... drie weken lang tante, denk u eens in, als uw denkvermo gen tenminste niet al te zeer geschokt is bij den dood van Oome Ko z.g.. 28 En hij treedt dus zoo als zoon en erfgenaam van Oswald Braun op vroeg de president, eenigszins afgetrokken. Neen, dat doet bij niet, hij is ernstig ziek en niet bij zijn versland. Ik doe bet voor hem, want ik heb heden morgen de oproeping gelezen en. ben door een toeval in het bezit gekomen van dit boek, dat in den koffer van Arrigo Rinconi lag. De president nam het boek en nam zorgvuldig kennis van den naam en van het verdere, dal het inhield. Hij hield het boekje in de hand op een wijze als twijfelde hij, wat hij ermee doen moest, en scheen het om Bertha weder terug te willen geven. Ik verzoek u, mijnheer, het document te lezen, dat op de bin nenzijde van den omslag is ge plakt, hernam Bertha steeds met dezelfde beslistheid. De heer van Hees deed wat hem gevraagd was Zijn donkere oogen rustten op vallend lang op het attest, daarna vestigde hij ze met ernst op het elegante, bewegelijke persoontje Maar enfin, tante schat, dat was allemaal nog niets. U begrijpt, ik kwam pas kersversch en zoo on schuldig als een pasgeboren lam uit het klooster. Onbewust van de booze listen der wereld (vooral de vrouwe lijke) begrijp ik nog niet, tante, hoe ze er achter gekomen zijn wat ik graag „bliefde." In een neerslachtige bui had ik me wel eens laten ont vallen, dat ik in langen tijd geen biefstuk gezien had ook had ik wel er eens tegen m'n zus gezegd, dat ik over 't algemeen geen erge lief hebber was van groenten, behalve van doperwten (deftig) en appelmoes; bij een soeppraatje (je moet toch wat zeggen, tante) had ik ook wel er eens beweerd, dat soep zonder ballen of ballen zonder soep gewoon weg de naam van soep niet verdiende; toen we bij een schaatsenrijden- praatje op ijs en van ijs opvanille- ijs en van vanille-ijs op vanille pudding waren terecht gekomen had ik me heel onschuldig laten ontglip pen, dat ik vaoille-pudding over heerlijk vond en dat ik niets moest hebben van diegriesel-meel-pudding. welke wij op hooge feesten in een zeker huis wel eens kregen... maar wie had ooit kunnen denken, tante, dat die vier onschuldige kookproduc- ten de nagels aan de doodkist van mijn vacantie zouden worden 1 Drie weken lang. tante Heeroom, kijk eens wat een lekker soepje, een paar balletjes er bij doen... daar houdt U zoo van heb ik gehoord heerbroer, neem maar een flink stuk biefstuk, u moet er nog van groeien heerneef. een doperwtje, een beetje appelenmoes, krèk uw kostjeheer- pater, kijk eens wat een heerlijke vanille-pudding, hapt u er maar eens flink in... enz... enz... drie weken lang tante 1 Begrijpt u nu, tante, waarom heel de wereld één biefstuk, één doperwt, één groote pudding werd Alles begon voor m'n oogen te draaien, ik durfde haast de straat niet meer op, echt waar tante. Een voetbal werd een soepbal, sneeuwballen wer den doperwten, hoopen zand werden pudding, asphaltbrei werd appelen moes.... evenals de oude toover- heksen of tooverkollen vroeger door de lucht vlogen (tegenwoordig loopen 7e op de grond, tante) zoo vlogen al die schrikbeelden door mijn hoofd, overdag onrustig en 's nachts de verschrikkelijkste droomen en nacht merries... Nu eens droomde ik, dat ik als een reusachtige pudding lag te drijven op een stormende zee van soep, dat de hagelkorrels als dop erwten om mijn ooren vlogen en ik elk oogenblik in die ijselijke diept' meende weg te zinken en dan weer van hemelhooge vuurspuwende pudding-bergen, die onder een ge weldige lavastroomen-appelenmoes voortdurend stukken biefstuk, dop erwten en soepballen tegen de gloeiende hemel spuwden... Brrr, tante, als ik er nog aan denk... meestal werd ik met een akelige, snerpende gil wakker... Genoeg dierbare tante, ik wil uw teergevoelig hart niet langer kwetsen met zulke griezelige verhalen... U begrijpt nu zeker wel wat „vacantie" beteekent voor een toekomstige missionaris, Zonder te jokken, in de volgende brief vindt u mij, bij leven en wel zijn, met mijn heele familie op de boot. Waarschijnlijk wordt het een treffende brief. Als u nog een traantje hebt overgehouden bij de begrafenis van Oome Ko, houdt u het dan maar gereed. Tot ziens, beste tante... tot op den boot dan. Hoogachtend Uw doodgewone Heerneef B. B P. S. Onder ons, tante, bij het tegenover hem. Behoort dit boek aan den heer Rinconi? vroeg hij. Natuurlijk, antwoordde Bertha verbaasd. Het is immers zijn loon- boek van het circus Monaltodat is nogal duidelijk, zou ik denken. Er slaat in het boek niets van Rinconi en dat dit boek zijn loonboek is. Maar, mijnheer, ook in mijn loonboek slaat niet, dat ik mij Bertha Sigismund noem en in werkelijkheid Agnes Mieka heet. Dat zijn artistennamen, die wij tegenover het publiek dragen. De president keek bij deze woorden Berths scherp aan. Kan ik u reeds vroeger j zien hebben vroeg hij. Ik heb in mijn jeugd te Waveren bij Brussel gewoond en hield mij acht jaren in Amerika op, antwoordde Berlha. Curieus.... Ik ben nooit in Waveren en ook niet in Amerika geweest; maar gij herinnert mij levendig aan een mij bekende, meende de heer Van Hees Bertha glimlachte en zette haar hoedje recht. De president bleef zeer ernstig. Hoe zijt gij in het bezit van dit boek gekomen vroeg hij. Berlha verhaalde het gebeurde op den verschrikkelijken avond van het ongeluk. I Nu, ik zal het boek voorloo pig onder mijne bewaring houden sprak de president behoedzaam. diner op de boot kregen we, omdat het de „eerste" dag was eerst soep met ballen, toen aardappelen met biefstuk en doperwtjes, toen appelen moes met een beetje corrpoten toen nog een lekker stukje vanille-pudding na... Ik nam een kloek besluit, tante, stond van tafel op en sprong achter mekaar de zee in... dat wil zeggen, tante, dit zou ik gedaan hebben als die ronde ramen niet te nauw geweest waren... U ziet dus ook al weer tante, waar een vacantie goed voor is.... Dezelfde. Vindt u dat goed? Volkomen. Gij hebt over dezen vondst nog met niemand gesproken Met niemand. Dat is goed. Ik verzoek u ook verder over dat boekje, dat attest en uw hier gebracht bezoek het stilzwijgen te bewaren, ging de heer Van Hees met klem voort. Kan ik daarop rekenen vroeg hij, naar het schijnt niet geheel over tuigd. Dat kunt u. Ik heb geleerd te zwijgen als het zijn moest. En dat moet, verklaarde de president. Het boek is van betee- kenis. Wij kunnen echter in de zaak hoegenaamd niets uitrichten voordat de leeuwentemmer Rinconi zelf kan worden gehoord.. Tot dan toe houd ik het. voor het beste deze aangelegenheid als een parti culiere mededeeling uwerzijds te beschouwen en het boek met uwe bewilliging veilig achter slot te brengen. U bent toch ook van oordeel, dat deze heer de werkelijke erf genaam en de andere een bedrieger is Gij zijt zeer vlug met uw Een nieraandoening kan vaak uw gezondheid bedreigen zonder dat gij u ervan bewust zijt. En juist die langzame ontwikkeling zonder veel uiterlijke en vaak verkeerd begrepen kenteekenen is zoo te duchten. Maak niet de ernstige fout van waarschuwingen te verwaarloozen als urinekwalen, rugpijn, rheumati- sche pijnen, spit, ischias, duizeligheid en hoofdpijn, waterzuchtige zwellin gen enz. Wees verstandig en neem het middel, dat door duizenden wordt aanbevolen voor het verbeteren van hunne gezondheid in dergelijke ge vallen. Gebruik Foster's Rugpijn Nieren Pillen, die de kwaal in haar oorsprong aantasten en de nieren versterken en opwekken tot gezonde werkzaamheid. 82 Bij alle drogisten enz. f 1.75 p. flacon Onder dit opschrift lezen wij in „de Volkskrant" Men gaat Rusland thans met an dere oogen bezien. Niet het Rusland dat den gods dienst onderdrukt en het ongeloof officieel aanhangt. Maar het Rusland dat met taaie volharding streeft naar de verwezen lijking van zijn economisch plan. Van al de voorspellingen van Deterding en andere groote mogend heden in de zaken- en finantieele wereld is niets uitgekomen. Het Russische stelsel moest ineen storten; er was geen economische bestaanbaarheid mogelijk dan bij het in overig Europa en in Amerika gehuldigde kapitalistische stelsel. Ook in Rusland heerscht een ka pitalistisch stelsel, zij het van an dere makelij; maar juist dezen con current hoopten de Deterding's onschadelijk te makm. teneinde daar door de onmisbaarheid van hun sys teem te meer overtuigend aan te toonen. Wat we aanschouwen is een duel tusschen het Westersche kapi talisme: het Westersche, dat een reusachtige werkloosheid en een groote bestaansonzekerheid heeft meegebracht; het Oostersche, dat de massa tot den arbeid, langen en ingespannen arbeid dwingt en haar slechts een sober en schraal levens- bestaan bezorgt. Noch het eene, noch het andere kan het geluk van de menschheid verzekeren. Had men aanvankelijk, onder de suggestie van uitspraken van mannen als Deterding, gemeend, dat het Russische sovjet-systeem maar een voorbijgaande vorm was, die onder zijn eigen zwaarte zou bezwijken, langzamerhand is men zich vertrouwd gaan maken met de gedachte, dat het Russische stelsel, althans voor loopig, zal blijven gehandhaafd en men met deze werkelijkheid rekening moet houden. Een deskundige als de heer Colijn rekent met het slagen van het vijf jarenplan en de Engelsche econoom sir Norman Angell betoogt, dat Europa en Amerika in hun afwij zende houding tegenover Rusland niet zullen kunnen volharden. De feiten hebben deze uitspraak trouwens reeds achterhaald. In een aantal landen, waar men met een tekort aan werkgelegenheid worstelt en waar doet men dit niet is men tuk op Russische orders. En indien Rusland in ruil daarvoor aankoop van zijn producten vordert of omdat het daarvan overvloed j heeft, of omdat het behoefte heeft aan geld om machinerieën te koopen dan koopt men die, ook al be derven ze de binnenlandsche markt. De overweging, dat de goedkoope Russische producten verkregen zijn door wat met een Engelsch woord indertijd het sweating system werd genoemd, schrikt niet afhebben wij in ons land niet beleefd, dat de Nieuwe Ct., tegenstander van het communisme als geen, ons de Rus sische arbeidswetgevinghard werken voor weinig loon, als aanbevelens waardig voorhield De toestand in Europa wordt economisch steeds moeilijker. De twintig, dertig landen en land jes met elk zijn tarieven en elk zijn eigen sociale wetgeving of geen wetgeving maken zich zelf en elkaar het bestaan schier onmogelijk. De eene economische conferentie i de andere mislukt en leidt tot verscherping der reeds zoo nood lottige pTlitiek. Europa raakt geklemd tusschen de Vereenigde Staten aan den eenen, Rusland aan den anderen kant. Deze oorlog zonder vuurwapens zal nog noodlottiger voor ons wereld deel worden dan de groote oorlog de beide vormen van kapitalisme, die in de Amerikaansche Unie en in de Sovjet-Unie hun uiterste span kracht hebben bereikt, zullen het oude werelddeel economisch wurgen. door A. F. VAN BEURDEN. Een der mooie trekken in het Limburgsche karakter, welke nog duidelijk uitkomt bij de dorpsbewo ners, is de welwillendheid, de behulp zaamheid voor huurlieden, die op de een of andere wijze steun noodig hebben. Dat uit zich bij de zorg voor zieken, wanneer op de dorpen rondom Roermond, ook zelfs in de stad „de zeuve roaeg noa de Kapel" gaan bidden voor den een of andere zieke uit de buurt, die „bericht" is of onder „Kirkerechte" ligt. Dat blijkt bij begrafenissen, als de nabij wonenden den dooden buurman naar de kerk en het graf dragen Ook bij de begrafenis van kinde ren, als de buurmeisjes het kransje vlechten voor de overleden kinderen en ongehuwden en de palmtakken verzamelen, om het graf te sieren. Ook in het dragen van den voor rouw, waar dat nog bestaat. Wanneer vroeger een put gegraven werd nu slaat men pompen moesten de buren den aanzet maken en later voor het aanvoeren der steenen zorgen, ook zelfs voor een schuur of schop. Bij den kinderdoop komen op verschillende plaatsen de buurvrou wen op visite en vieren de geboorte van den kleine met koffie en koek. Bij het doopen gaat op vele plaat sen de vader mede ter kerk en vervult eene zwijgende rolalleen geeft hij „vadergeld", terwijl de peter en meter ook een vrijwillige gift schenken. Wanneer de gedoopte een jongen is, ligt hij bij het dragen ter kerke met het hoofdje naar den peter, is het een meisje dan met het hoofdje naar de meter. Wanneer er een gouden bruiloft in de buurt is, dan komen de buren voor goed in actie. Men komt te samen als er geen putmeesters zijn, kiest men eene Commissie. De gevel wordt versierd, chronicons ge maakt, een eereboog opgericht, ir.ea koopt een cadeau, dikwijls twee zetels, want men wil het gouden paar absoluut rust gunnen. Men geleidt het jubileerende paar i de familie ter kerk, brengt een serenade en houdt toespraken. Het geheel, meestal uitstekend ge regeld, wordt besloten met een bal, waar het paar weer verschijnt, en het heel gezellig toegaat. In Lottum en omstreken en ook het Weerter en Sittarder land worden de meiden en de knechts bij het aantreden van hun nieuwen dienst ingehaald of „geheeld". In de boerenwoningen met over- huivenden schoorsteen waaronder men tegen een ijzeren plaat, dikwijls met inschriften, wapens en bijbelsche voorstellingen versierd, waartegen het vuur brandde vond men aan den haard allerlei inrichtingen, die gemak konden brengen of noodig waren. Daar stond in een nis de koperen olielamp of snotneus, om licht te brengen, waar vroeger in een beugel een dennentoorts die bestemming had. Ook stond er op een vaste plaats de vuurschotel, waarop de ketssteen, het ketsijzer, de tondel doos, de gezwavelde houtjes lagen ook al om licht en vuur in de duis ternis te brengen Nog stond er de turf en houtbak, met de plaggen er in, waar mede men zoo gloeiend heete vuurtjes kon opbouwen. Maar ook hing er de haal of de ketelhaak, die er uit zag als een zaag met haken. Hieraan werd de waterketel zoo hoog of laag gehangen, als dat het best voldeed. Men had ook nog een andere haalboom, een soort gesteun- den houten arm, die uit den muur, om een paar draaiende hengsels met den kop boven het vuur werd ge stuurd. Daaraan hing dan de broesch- pot of de veevoederketel. Nu wa3 de haal een onmisbaar voorwerp in de huishouding, waarmede de nieuwe meid of knecht nogal te doen had. Op den avond van haar intrede werd zij om de haal geleid, of als dat gemakkelijker ging, om de tafel, om den melkstoel, om den koffiemolen. Daarbij wordt dan gezongen. Wat ge niet kunt zal de vrouw (of de baas) je wel leeren, dan volgt het refrein „dat is voor jou, dat is voor ons, dat is voor de Kompanie. Met (zooveel) in drank zijt ge vrie." Dan blijft men gezellig bijeen. Maar het boek spreekt toch duidelijk en hei document nog veel overtuigender, riep Berlha ietwat opgewonden uil. Buitendien naar de dokter me zei, spreekt Rinconi in zijn ijlkoortsen voort durend van zijn moeder, wien hij ontloopen is. Doet hij dat vorschte de president, plotseling zeer opmerk zaam geworden. Hoe heet de dok ter, die u dat heeft gezegd Die heer heet Langens, dr. Langens, hij u Binnengasthuis. De heer Van Hees noleerde den naam. Blijft gij hier in de stad, juffrouw Voorloopig ja. Wij zullen u te zijner tijd in deze zaak bericht zenden. Uw adres is toch het circus Neen, ik woon in de Jan Steenstraat no. 7 op de vierde ver dieping, zei Bertha, licht blozend. De president noteerde ook dit en daarmede was het bezoek van Bertha afgeloopen. Z'j boog en ging heen. Zij was over het gewichtig bezoek, dat zij in het belang van haar hulpe- loozen collega had gemaakt, in 't genomen, was hij echter heel net geweest. Onder zulke gedachten stapte Bertha wederin de vigelante en reed naar huis terug. HOOFDSTUK XVI. Het gezamenlijke personeel van het circus Deiro had zich bij de aankomst te Amsterdam op het po litiebureau aangegeven. Men schreef de lieden volgens de legi timatie-papieren in, maar stelde assistent in het zich ook tevreden met de mon delinge opgaven van artisten en beambten, die zulke papieren niet bezaten. Ten opzichte van het artislenvolkje werd nogal veel door de vingers gezien. Door streng te willen zijn, kon men slechts zichzelven en hun veel last op den hals halen. De leeuwentemmer was bijgevolg bij de politie op grond van zijn loon boek als Erich Reinkens inge schreven. Na het ongeluk werd echter aan de autoriteiten zijn besluit, mijn waarde juffrouw, algemeen niet. ontevreden, antwoordde daar-p de president; Weliswaar had de president wal andermaal glimlachend. Zoo gauw voortvarender en gelooviger kun- krijgt men op dezen post, welken nen zijn, maar de man was oud ik bekleed, en op deze plaats en een verhard gerechtsmensch dergelijke zwaarwichtige over- geworden; hem kon Erich Rein- tuigingen niet. Er ontbreekt nog kens natuurlijk niet zijn, wat haar Zoek de vreugde, waar zij te vinden is op den rechten weg van de plicht, op den hoogen weg van een christelijk leven, in de berglucht van het geloof, in de zonnewarmte der liefde, in de gezonde atmosfeer van den ernstigen arbeid. von Keppler. Iedereen kan mede helpen, om zijn eigen levenstuintje en dat van ande- op na. Derhalve werd de gekwetste die zelf geen inlichtingen kon verstrekken, voorloopig onder den naam Arrigo Rinconi in de regis ters van het gasthuis ingeschreven. De president van het rechtelijk college, de heer Van Hees, had aan den assistent-geneesheer Lan gens van het gasthuis een beleefd briefje geschreven, waarin hij ver zocht, regelmatig omtrent den toe stand van den leeuwentemmer op de hoogte te worden gehouden. Aan dien wenschgaf dr Langens stipt gevolg en juist acht dagen na Bertha's bezoek bij den presi dent, berichtte hij, dat in den toestand van Rinconi een gunstige wending was gekomen. De wonden genazan normaal, de wondkoorts was geheel ver dwenen en men hoopte, dat na verloop van een week de zieke zijn bed zou kunnen verlaten. Vervolgens kreeg de president de mededeeling, dat Rinconi sedert drie dagen reeds verscheidene uren opzat en een bezoek van den heer president, zoo het niet te lang gerekt was en geen schokken van ernstigen aard voor den pa- ,:~~4 4 l_" U-J wel zou artistennaam opgegeven. Toen de zwaargewonde in het gasthuis opgenomen was, werden, ondanks alle nauwkeurig ïoeken, geen papieren op hem gevonden. tiënt tengevolge had, Ook de aanvraag omtrent deze bij kunnen verdragen, den directeur, leverde geen resul taat op. De directeur zei,dat deleeuwen- temmer nog een anderen naam had, welken hij evenwel niet kun aanduiden. Registers van zijn per- jheel wat aan eer wij zoo ver zijn. heur collega was. Over 't geheeLSoneel hield de Braziliaan er niet Op dienzelfden dag reeds had de president met Rinconi een on derhoud tusschen vier oogen in de spreekkamer van het gasthuis. Gij heet niet Arrigo Rinconi maar Erich Reinkens, mijnheer? vroeg de president.

Peel en Maas | 1931 | | pagina 7