RI Kiesweenips ali. Vettrai
Algemeene Vergadering
Ucmift
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
IjAÏfQNQfti
ontwikkeling.
MANUFACTURE
BLIJKEN 1
TOCH HET Jj
?YQORDiïLIGSTfl
IhoORDEEUGSr/1
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Politieke
Brabant en Limburg
onder de voet
FOSTER'S MMCPIUEN
De Kippenhouderij op
het platteland
i
Provinciaal Nieuws
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1931
Twee en Vijftigste Jaargang
No 7
MANUFACTUREN^
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIKNI—S regels 60 cent, elke regel meer 7' ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MÜNCKHOF VENBAY
Telefcon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonder!, nummers 5 cent
De stemming van Zondag
22 Febr. Alle leden van
de Katb. Kiesvereeniging
naar de stembus. Geen
persoonlijke strijd. Nog
eens: de beteekenis van
het Politiek Advies.
Op Zondaa 22 Februari a.s. speelt
in den R.K. Ki^zersbond voor Lim
burg het laatste bedrijf ven de voor
bereiding der verkiezing voor de
Provinciale Staten.
De tienduizenden leden van de
Limburgsche Katholieke Kiesvereni
gingen zijn op dien dag naar de
stembus geroepen in hunne organi
satie. Van deze stemming zal het
afhangen, hoe in de acht Staten-
kieskringen, waarin Limburg verdeeld
is, de katholieke candidatenlijsten
zullen zijn.
Het is van zeer groote beteekenis
ik heb het bij stemmingen in
onze Kiesvereniging telkens her
haald dat zooveel mogelijk alle
leden aan de stemming deelnemen.
Ons ledental moest nog veel grooter
zijn het moest de overgroote meer
derheid omvatten van het groote
kathol'eke kiezerscorps, dat bij de
officieele stemming zijn stemmen op
de katholieke lijst vereenigt. Onze
Kiezersbond zet de deuren dan ook
wagenwijd open en vergt voor bet
lidmaatschap slechts een zeer klein
persoonlijk offertje. Moge daarom de
onverschilligheid van velen steeds
minder worden en het ledental voort
durend groeien.
Maar de leden, die we hebben
het zijn er tienduizenden, zooals we
zeiden moeten ook zooveel
mogelijk allen naar de stembus
komen, opdat het resultaat der stem
ming die veelzijdigheid uitdrukke,
welke de katholieke samenleving te
aanschouwen geeft.
Dus op de eerste plaats allen ter
stembus
Het zij me verder vergund, onze
leden eenige gedachten mee te geven
op dezen gewichtigen gang.
Ge gaat uw stem uitbrengen, leden
van de Kath. Kiesvereeniging. Ge
gaat op de eerste plaats stemmen
als katholieken. Deze gedachte brengt
die handeling al terstond in een
hoogere sfeer.
Deze daad als katholiek vordert
van u zeker, dat ge daarbij van u
afzet alle gevoelens van tweedracht,
vijandschap, ijverzucht, en persoon
lijk belang.
Rondom onze stembus dus geen
persoonlijke strijd
Zeker, de katholieke kiezersorga
nisatie heeft zeer terecht den strijd
voor de katholieken van de rijks
stembus, waar hij vroeger werd ge
voerd, overgebracht in de partij
organisatie zelve. Daar maken we
volledig uit, wie ons, katholieken,
in de Provinciale Staten zullen ver
tegenwoordigen. Daar verdeelen we
de zetels naar vermogen over de
belangengroepen en denkrichtingen,
want de Katholieke Staatspartij leeft
zoo krachtig uit hare beginselen, dat
ze alle maatschappelijke strevingen
en stroomingen omvatten kan. Maar
die strijd staat onder het gebod der
christelijke naastenliefde, moet vreed
zaam zijn. En met vreugde mogen
we constateeren, dat die strijd, sinds
hij werd overgebracht van de offi
cieele stembjs naar de organisatie,
zeer gematigd is geworden.
Zoodra onze candidatenlijsten
vaststaan, moeten dan ook allen één
zijn. Dan is de strijd verplaatst naar
het groote strijdperk, in het gezicht
van den vijand. We gaan ons dan
meten met onze politieke tegenstan
ders, die ons aanvallen op ons oude
erf. Dit is dus de eerste gedachte,
die ons moet vergezellen op den
weg naar de stembus geen strijd
van personen.
Het is wel jammer, dat zulk een
strijd nog niet geheel te vermijden
schijnt, maar als we vergelijkingen
maken met vroeger, dan mogen we
tevreden zijn. Een ieder drage er
toe bij, wat hij kan om den toestand
steeds meer te verbeteren, de heeren
candidaten op de eerste plaats.
Op de tweede plaats zij de ge
dachte op den weg naar de stembus
bij het Politiek Advies. Ge kent het
allen. De Limburgsche bladen hebben
het medegedeeld. Het adviseerend
college, dat ons dit advies geeft,
bestaat uit betrouwbare mannen.
Vooreerst uit de leden van het
Bondsbestuur, dat bestaat uit de
voorzitters van de kieskringen met
een eigen voorzitter, gekozen door
de bondsvergadering. Voor de be
noeming van de overige 16 leden
(uit eiken kieskring twee) hebben de
besturen van de statenkieskringen
een voordacht gedaaD. Het bonds
bestuur heeft bij de benoeming
rekening gehouden met een veelzijdige
samenstelling. Niemand zal dus
kunnen ontkennen, dat in dat college
onze vertrouwensmannen werden
geplaatst.
Dit adviseerend college beveelt in-
alle kieskringen een aantal candidaten
aan. Het stelt ze op den voorgrond.
Het Politiek Advies wil de vrij
heid volstrekt niet aan banden leggen.
Het schrijft niets voor, adviseert
slechts, en geeft voorlichting aan
wie er prijs op stelt en het behoeft.
Meent gij, leden onzer Kath. Kies
verenigingen. bij het stellen van de
katholieke daad, welke het uitbren
gen uwer stem is, eerlijk en oprecht,
dat ge belangrijke redenen hebt om
van af te wijken, het staat u
volkomen vrij..
Maar weest overtuigd, dat het
Politiek Advies gegeven is in het
algemeen belang, geleid door den
zelfden gedachtengang, waarin van
u verwacht wordt, dat ge uw stem
zult uitbrengen om n.l. te zorgen,
dat er candidatenlijsten komen, die
voor Limburg goed zijn, met candi
daten, die onze katholieke beginselen
hoog houden tegen politieke tegen
standers en onze geestelijke en stof
felijke belangen, voor zoover dat in
een college als dat van de Provin
ciale Staten mogelijk is, behartigen.
Kiest dus Zondag 22 Februari met
een zuivere meening, met een eerlijk
gemoed, met den oprechten wil om
de groote katholieke zaak te dienen.
ROELAND.
Het lot der Zuidelijke provincies
Lij een eventueelen oorlog!
Moet ons leger hier zijn
slagveld kiezen
De Heer G. Peters, oud-burge
meester van Bergen (L.), schrijft ie
de Resb. een artikel, om tebetoogen,
dat men handhaving onzer weer
macht niet moet bepleiten om wille
van de mogelijkheid, dat ons leger
bij een eventueelen oorlog Brabant
en Limburg zou kunnen verdedigen.
We laten het artikel hier volgen
Het treft mij in de laatste weken
eenige artikeltjes in „De Tijd" te
lezen over het lot van de provin
ciën Noord-Brabant en Limburg in
een toekomstigen oorlog tusschen
Duitschland en Frankrijk. Ofschoon
in die stukken nogal druk wordt
gelegd op den plicht van het boven-
moerdijksche Nederland om die Zui
delijke gewesten in een mogelijken
oorlog niet zonder meer aan hun
lot over te laten, is toch de geheele
tendenz dier schrijverij in hoofdzaak
het behoud eener flinke weermacht
in ons land te bepleiten. Dat lijkt
mij het doel voorbijschieten en voor
stellingen geven, die niet met de
werkelijkheid kloppen en bovendien
voor die twee provinciën van geen
enkel nut kunnen zijn. Vooral niet
als er zoo'n bombast verkocht wordt
waarop ons het artikel in „de Tijd'
van Zaterdag 24 Januari vergast.
Alvorens hierop nader in te gaan
wil ik, om niet misverstaan te wor
den, uitdrukkelijk verklaren, dat ik
geen défaitist en ook geen anti-mili-
tairist ben, ofschoon naar mijn over
tuiging het aan het leger besteedde
geld grootendeels nutteloos wordt
weggeworpen, omdat met de tegen
woordige oefening geen soldaat kan
gevormd worden. Kanonnenvleesch
kan men ook opkweeken zonder
oefening.
Wat wil „de Tijd" bewijzen
In 't kort zij hier nog aangehaald
hoe ik 't heb begrepen. Nederland
moet een flinke weermacht hebben
om in het Zuiden des lands een
eventueelen invaller te weerstaan en
dat gebied mag niet zonder slag of
stoot aan een vreemde macht wor
den overgelaten. Dit alles om te
voorkomen, dat die provinciën het
slagveld van Europa worden. Als
zooiets nu door een strateeg op
koud-deskundige wijze werd be
toogd en bewezen, dan zou ik er
mij niet warm om maken, maar als
een leek te keer gaat als volgt
„Onze Brabantsche en Limburg
sche boeren drijven hun kouters
door de glimmende aarde en hun
sikkelgeklink weergalmt door de
luchten (a propos ik heb heel wat
koren zien maaien, maar sikkelge
klink heb ik nooit door de lucht
hooren galmen) onder de cadans der
oefenings- en manoeuvreschoten van
het verlengstuk der Fransche artil
lerie."
En aan 't einde van het door de
luchten galmende lettergeklink
„En er moet een burgerwachter
zijn, die op de beslissende ure de
hekken sluit en in staat is indruk te
maken door een kernachtig en
krachtig ,,'t Zal niet gebeuren De
rest is bij God. maar Nederland
heeft ten opzichte van bedreigde
grensprovinciën den plicht gedaan,
dient het Zuiden van de landsbe
stuurders vordert en vorderen moet"
dan wordt mijn Limburgsch ge
moed toch warmer.
Als nu onze jongens over de
overredingskracht eener H. Catharina
beschikken en ieder voor zich in
plaats van philosofen 40 vijanden
omver kinden praten allen; dan
maar met rhetoriek in de plaats van
blauwe boonen en bommen.
Dat het parate Nederland in 1914
door zijn goede weermacht buiten
dien oorlog bleef, kan waar zijn
(voor Engeland en Frankrijk gold
vermoedelijk een andere overweging)
maar dat zegt niets voor de toe
komst. En zeker zegt 't niets in
verband met de zorg om 't Zuiden
te vrijwaren tegen, wat men noemt
het Europeesche slagveld. De schrij
ver in „de Tijd" is blijkbaar van
meening, dat Brabant en Limburg
geen slagveld zullen worden, als 't
Nederlandsche leger zich ook daar
in den strijd mengt
En zou de burgerwachter aan dit
gewest zoo'n bizonderen dienst be
wijzen, als hij aan de indringers
daar aan de Zuidgrens een krachtig
„t zal niet gebeuren 1" toeriep Dan
't zij hier zonder franje gezegd, dan
heeft de legerleiding in 1914 op het
punt gestaan Limburg te verraden.
Een beetje geschiedenis moge hier
op haar plaats zijn; bovendien ge
heel persoonlijk beleefde geschiede
nis.
Wat zou het Nederlandsche leger
hebben gedaan, als de Duitschers
ons land waren binnen gevallen
In de eerste dagen der mobilisatie
kwam de brigadecommandant der
Marechaussee mij verzoeken voor
enkele zaken zorg te willen dragen,
als hij met zijn manschappen zoude
moeten vertrekken.
Ik vernam toen, waarheen de ach-
terwaartsche „concentratie" zich
moest richten. Eenigen tijd later ver
telde mij de commandant der grens*
wacht, dat hij bevel had gekregen
bij inval van vreemde troepen on
middellijk over de Maas terug te
trekken en dan de niet meevoerbare
ammunitie te vernietigen.
Dat werkje scheen minder prettig
en hij vroeg mij, hoe dat wel
minst gevaarlijk was uit te voeren.
Ik gaf hem den raad den rommel
maar in de Maas te gooien de
man ontwaakte uit ,'n nachtmerrie.
Deze feiten gaven mij de over
tuiging, dat onze grensstreek geen
slagveld zou worden en ik was er
inderdaad blij om.
Dat gebeurde in den beginne,
doch het bleef zoo/ gelijk een andere
gebeurtenis in 1916 duidelijk aan
toonde. Ik was een dag uit geweest
en toen ik 's avonds de dorpstraat
instapte, zag ik er de geheele bezet
ting marschvaardig opgesteld alle
goederen op voertuigen geladen en
gereed voor vertrek. De commandant
stapt op mij toe en zegtBurge
meester, er ligt op 't postkantoor
een aangeteekend stuk voor U van
't ministerie van oorlog „geheim,"
wellicht houdt dat verband met
bevel, dat ik kreegwil U even
zien. Het bleek intusschen iets anders
te zijn, ik liet de commandant het
stuk lezen, waarop ik ook zijn „ge
heim" te weten kwam. Achterwaart-
sche concentratie
Nog iets gedurende den geheelen
mobilisatietijd hebben op alle grootere
stations in Limburg en Noord-
Brabant geheele treinen gereed ge
staan voor vervoer van troepen. Er
behoefde slechts een locomotief voor
gezet te worden.
En daarom was ook langs de grens
nooit zoo'n idiote opgewondenheid
onder de bevolking als... boven den
Moerdijk De bevolking zag en ziet
nog liever een vijandelijke bezetting
gelijk in Hasselt, Mechelen en
Ostende, zelfs als Luik en Leuven
als een ,,'t zal niet gebeuren van
Dixmuiden.
Dat moge nu niet kloppen met
den bombast van den schrijver in
„de Tijd" maar de Brabanders en
en Limburgers houden ook van eigen
veiligheid, zoo goed als de boven
moerdijksche Nederlanders achter de
waterlinie. En deze mentaliteit heeft
met ontwapenings-progaganda niets
uitstaandede vurigste militairist
zal nog graag zien, dat zijn huis en
hof en zeker zijn vrouw en
kinderen buiten de vuurlinie.
Het is mij onbegrijpelijk, hoe „de
Tijd" de versterking of tenminste
de instandhouding onzer weer
macht gaat bepleite met het argument,
dat in 't Zuiden ons leger het slag
veld moet kiezen... om er geen slag
veld van te maken.
Nu bestaat er nog eene mogelijk
heid; De achterwaartsche concentratie
was niet bedoeld achter de water
linie, doch slechts als opstelling in
midden- of westbrabant. Maar dan
toch ook zon Brabant „het slagveld
zijn geworden en.... er was toch geen
enkel fort tusschen de Maas en
Schelde op Belgisch gebied.
Indien gij voortdurend last hebt
van hoofdpijn als gevolg eener
slechte spijsvertering, gebruik dan
een poosje Foster's Maagpillen,
het betrouwbare laxeermiddel.
0,65 per flacon.
door
IOS. BOSHOUWERS te LENT
Hoe houdt u *s winters de kippen
aan den leg?
VRAAGGaarne vernam ik in
Peel en Maas, op welke manier de
kippen in den winter het best aan
den leg te houden zijn.
Tot nu toe lukte mij dit niet, het
vorig jaar niet, twee jaar geleden
niet en nu niet, terwijl ik er toch
alle zorg aan besteed, een bewijs,
dat ik fouten maak. Of is 't niet
altijd mogelijk
Uit Venray.
ANTWOORD Over het alge
meen krijgen de overjarige kippen te
veel hardvoer en laat men de dieren
te veel buiten bij slecht weer. Ik
geloof, dat hier de oorzaken, die 't
meest gelden, wel genoemd zijn.
Mijn stelregel is deze; Opsluiting
in elk geval bij slecht weer en van
1 November tot 1 Januari radicaal
vasthouden daarna bij mooi weer
geregeld 'n poosje buiten, echter
steeds langer, wanneer het oiet vriest.
In den winter van 26 op 27
hielden wij eens een lezing te Hil
versum en verkondigden daar de
zelfde theorie. Menig toehoorder
keek er van op en dacht dat we
onzin verkochten.
Ik weet niet, of er van de aan
wezigen velen den raad opgevolgd
hebben. Van één echter weet ik het
zeker, want toen de winter om was
schreef hij me
„Ofschoon uw advies me aanvan
kelijk absurd (stom) voorkwam, heb
ik ten slotte toch de gegeven raad
opgevolgd en het resultaat is ge
weest, dat ik nooit zooveel
eieren raapte, als bij deze radicale
opsluiting."
Hier in Lent woont^een boer, die
op mijn raad zijn pl.m. 200 kippen
ook vasthield. En steeds raapte hij
rond de 1000 eieren per week
Nu moet ik zeggen, dat deze
persoon in Lent een zeer serieus
kippenhouder is, die er niet tegen
op ziet, het noodige werk te ver
richten, dat er bij dezejmethode te
doen valt.
De man uit JHilversum, j'die me
enthousiast zijn onverwacht_,resultaat
mededeelde, zal die goede eigenschap
ook wel bezeten hebben, want zonder
dat gaat het niet.
Er zit meer aan vast, dan menig
een denkt. Wij willen daar het een
en ander over mededeelen.
Op de eerste plaats is noodig.dat
er een goed hok is. Hieronder 'ver
staan we niet een mooi kok, neen
We bedoelen een hok, dat ruimte
genoeg bezit, dat flink geventileerd
kan worden, dat behoorlijk licht
droog is.
We maken voor de kippen daar
door het verschil tusschen zomer en
winter kleiner.
De grootte van het hok hangt
natuurlijk af van het aantal hoen
ders. Men rekent gewoonlijk voor
een 4-tal kippen 1 M2 bodemopper
vlakte. maar die maat komt ons voor
absolute opsluiting te klein voor,
Wij houden het daarom maar met
2 vierkante meter voor 6 of 7 kip
pen. De dieren hebben dan meer
beweginsruimte en de atmospheer is
gemakkelijker frisch te houden.
In de Betuwe en den Achterhoek
waar de meeste dieren aan de Arn-
hemsche Veiling geleverd worden,
houden de laatste jaren massa kip
penhouders de kippen veel binnen,
en ze bevinden zich daar wél bij.
Het moet al heel best weer zijn,
of de dieren komen niet buiten. Wel
is men steeds meer er toe overge
gaan, de ramen draai- of schuifbaar
te maken. Aan den binnenkant zijn
ze afgesloten met gaaswerk, om de
kippen te beletten de ruiten stuk te
Vrijdag 20 Februari, 's avonds half 8
in het St. Antonius-Patronaat.
2.
3.
AGENDA
1. Opening door den Heer Voorzitter.
Sprekerde GrootEdelachtb. Heer JOS. V1AENEN, Lid
van Gedeputeerde Staten eu Voorzitter R. K. \X''erk-
liedenvereeniging, Heerlen. Onderwerp „Ons program
van actie voor de Provinciale Staten.
Rondvraag. 4. Sluiting.
Namens het Bestuur,
Dr. JANSSEN, Voorzitter
KRAYKAMP, Secretaris.
N B. Met het oog op de stemming van 22 Februari e.k. is
deze vergadering voor de leden onzer Kiesvereeniging van
groot belang! Het Bestuur rekent dan ook op een
trouwe opkomst. 66
Méér wintereieren
van zeer fijnen smaak door 1
BERTELS' 333\
„KUNSTKORREL"
Volledig dagranlsoen, niets bijvoeren I
Waar niet verkrijg baar, proef 5 Kilo f 1.20, postwissel.
Octrooi in 10 Staten. Let op Loodje en Label, er zijn namaaksels.
BERTELS' OLIEFABRIEKEN N.V.. afd. KUNSTKORREL. A'dam
vliegen, maar ook om de ramen bij
goed weer open te zetten.
Staat de wind niet op het voor
front van het hok, dan ziet men daar
meestal een of meer ramen, ook in
den winter open staan. Natuurlijk
niet, wanneer het hard vriest. Maar
anders wel
De kippen krijgen zoodoende de
frissche buitenlucht, ook de directe
zon, en ze zitten nimmer in regen
of wind.
Vooral dezen winter met z'n vele
regens en veel wind hebben de
Geldersche kippenhouders daar veel
profijt van gehad.
De dieren zitten om zoo te zeg
gen toch buiten op deze manier en.,
ze blijven droog en buiten den wind!
Mijn advies is daarom
le. Laat de dieren toch vooral
bij eenigszins slecht weer niet buiten,
en
2e. Geef de overjarigen niet te
veel hardvoer want dan worden ze
licht te vet, vooral in winters met
weinig zonneschijn, omdat ze dan
natuurlijk veel minder beweging
nemen.
Ontsmetting broedmachine.
VRAAGAls er 't vorig jaar
kuikens uit de machine zijn gekomen,
hoe ontsmet ik dan het best de
machine, of zou het nu ze een jaar
stil gestaan heeft niet meer noodig
zijn Gaarne antwoord hierop in
Peel en Maas zonder verdere aan
duiding s.v.pl. Is formaline afdoende
Uit X.
ANTWOORDFormaline dam
pen dringen niet genoeg door, om
dat men ze niet onder druk kan
brengen. Ik raad u daarom aan alle
losse deelen uit te nemen en flink
met heet soda-water af te borstelen.
Ook de wanden der machine, (aan
den binnenkant natuurlijk
Vooral de bodem en de eierlade,
want daar zullen de meeste ziekte
kiemen zich hebben opgehoopt.
Dat de machine „stil gelegen"
heeft, is nog niet voldoende bacte
riën hebben een taai leven
Vervolgens spoelt men alles goed
na en droogt het af. .Men maakt
daarna een vrij sterke oplossing van
creoline in water b.v. pl.m. 6 a 7
pet. en bespuit daarmee het geheele
interieur. Deze manier van ontsmet
ten moet men maar als voldoende
beschouwen.
Voor de eieren in de machine
gaan, moet deze eenige dagen open
gestaan hebben.
N. B. De inzender uit Leunen,
die deze week eene beschrijving
verwacht van 'n goede manier om
de rennen te bezaaien, zal me wel
willen vergeven, dat ik met dit
vriezend weer nog 'n week wacht,
om z'n vraag te beantwoorden.
Haast is er niet bij. doch de
volgende week komt het zeker, al
moet ik ook nog zooveel andere
vragen mede beantwoorden.
VENRAY, 14 Februari 1931
Uitvoering „Sint Christoffel.'
't Was Zondag j.l. in de volle
Patronaatszaal 'n mooie en allerge
zelligste avond. Ook uit den omtrek
waren niet weinige liefhebbers van
turnen gekomen om de uitvoering
van „Sint Christoffel" bij te wonen.
De opmarsch veroverde al aanstonds
aller harten. Bij deze gelegenheid
hield de Beschermheer een keurig
toespraakje. De serenade der klaroenen
was iets nieuws. Echt mooiBij 't
afdraaien van de film van het Ven-
raysche Bondsfeest weerklonk her
haaldelijk een spontaan applaus.
De prestaties aan de Brug en de
toeren aan den Rekstok leverden
het bewijs, dat „Sint Christoffel"
steeds voorwaarts gaat. Aldus luidde
't algemeen oordeel. Wat de Oefe
ningen der Jongeren betreft iedereen
die op de hoogte is van de Licha
melijke Opvoeding, moest getuigen,
dat ze goed waren, zeer goed. Het
kluchtspel van de allerjongsten liep
aardig van stapel. Ons inziens was
't met 't laatste nummer „Apotheose"
piet precies lest best. De Venray-
sche jongen is misschien wat al te
sterk afkeerig van „officieeligheid."
't Gymnastenlied. de Pyramiden, de
Acrobatiek, 't Knodszwaaien enz.
dat stond veel hooger. Ver
scheidene Marmerbeelden waren
inderdaad treffend. En de Mandoline
club heeft eer van haar werk.
'n Mooie frissche uitvoering
A.
De nood der boeren.
Het ziet er voor den landbouwer
allesbehalve rooskleurig uit. Vooral
de catastrophale daling der varkens-
prijzen. voor den boer van deze
streken, voor wien de varkensteelt
-mesterij een factor van zeer
goede beteekenis is, een geweldige
tegenslag en kan, wanneer verbete
ring van dezen treurigen toestand te
lang zou uitblijven, voor velen een
worgende strop worden. Gelukkig is
er de laatste weken een groote op
leving in den aardappelhandel geko
men, van welke vrucht hier nog
flinke voorraden waren af te geven.
Honderden en honderden zakken zijn
opgeruimd tegen f 2.50 tot f 3 de
100 kilo, een prijs, die, vergeleken
met dien van andere artikelen op
landbouwgebied, zeer hoog mocht
genoemd worden. Het is te hopen,
dat meer van die hoopgevende licht
punten in de donkere toekomst gaan
schitteren. We zijn er geen voor
stander van, om de malaise erger
voor te stellen, dan ze inderdaad is,
gelijk, ook in de couranteD, maar al
te veel gebeurt, doch wij meenen
genoeg van den toestand onzer land
bouwers te weten, om zonder profeet
te zijn te kunaen voorspellen, dat
ondergang van vele leden van dezen
nuttigsten en krachtigsten tak onzer
maatschappij niet kan uitblijven,
wanneer er in afzienbaren tijd geen
verbetering zou komen. Evenwel,
boe hooger de nood, hoe dichter bij
God. En we kunnen bovendien niet
gelooven, dat on re Christelijke
regeering, onder wie toch meer
dan een zeer nabij en zeer goed met
den toestand en de draagkracht onzer
landbouwers bekend is, niet alles
zal doen, wat zij bij machte is, om
den ondergang van den boerenstand,
den kern der samenleving, te voor
komen.
Opvoering van
„Het Kostbare Leven".
Ouder gewoonte zal er op Vasten
avond-Dinsdag in het St. Antonius-
Patronaat weer „iets te doen zijn."
En ditmaal iets bizonder mooi's. De
bekende Tooneelvereeniging „St.
Servaas" heeft zich welwillend bereid
verklaard om op te voeren het
blijspel in vier bedrijven „Het
Kostbare Leven", bewerking van
den leider van het Tooneelfonds
„Pieter Langendijk". Dit is waar
schijnlijk wel het beste blijspel uit