RI Kiesweenips ali. Vettrai Algemeene Vergadering Ucmift Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. IjAÏfQNQfti ontwikkeling. MANUFACTURE BLIJKEN 1 TOCH HET Jj ?YQORDiïLIGSTfl IhoORDEEUGSr/1 Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Politieke Brabant en Limburg onder de voet FOSTER'S MMCPIUEN De Kippenhouderij op het platteland i Provinciaal Nieuws ZATERDAG 14 FEBRUARI 1931 Twee en Vijftigste Jaargang No 7 MANUFACTUREN^ BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENTIKNI—S regels 60 cent, elke regel meer 7' ct. bij abonnement lagere tarieven. Uitgave van FIRMA VAN DEN MÜNCKHOF VENBAY Telefcon 51 GIRO 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 75 cent voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonder!, nummers 5 cent De stemming van Zondag 22 Febr. Alle leden van de Katb. Kiesvereeniging naar de stembus. Geen persoonlijke strijd. Nog eens: de beteekenis van het Politiek Advies. Op Zondaa 22 Februari a.s. speelt in den R.K. Ki^zersbond voor Lim burg het laatste bedrijf ven de voor bereiding der verkiezing voor de Provinciale Staten. De tienduizenden leden van de Limburgsche Katholieke Kiesvereni gingen zijn op dien dag naar de stembus geroepen in hunne organi satie. Van deze stemming zal het afhangen, hoe in de acht Staten- kieskringen, waarin Limburg verdeeld is, de katholieke candidatenlijsten zullen zijn. Het is van zeer groote beteekenis ik heb het bij stemmingen in onze Kiesvereniging telkens her haald dat zooveel mogelijk alle leden aan de stemming deelnemen. Ons ledental moest nog veel grooter zijn het moest de overgroote meer derheid omvatten van het groote kathol'eke kiezerscorps, dat bij de officieele stemming zijn stemmen op de katholieke lijst vereenigt. Onze Kiezersbond zet de deuren dan ook wagenwijd open en vergt voor bet lidmaatschap slechts een zeer klein persoonlijk offertje. Moge daarom de onverschilligheid van velen steeds minder worden en het ledental voort durend groeien. Maar de leden, die we hebben het zijn er tienduizenden, zooals we zeiden moeten ook zooveel mogelijk allen naar de stembus komen, opdat het resultaat der stem ming die veelzijdigheid uitdrukke, welke de katholieke samenleving te aanschouwen geeft. Dus op de eerste plaats allen ter stembus Het zij me verder vergund, onze leden eenige gedachten mee te geven op dezen gewichtigen gang. Ge gaat uw stem uitbrengen, leden van de Kath. Kiesvereeniging. Ge gaat op de eerste plaats stemmen als katholieken. Deze gedachte brengt die handeling al terstond in een hoogere sfeer. Deze daad als katholiek vordert van u zeker, dat ge daarbij van u afzet alle gevoelens van tweedracht, vijandschap, ijverzucht, en persoon lijk belang. Rondom onze stembus dus geen persoonlijke strijd Zeker, de katholieke kiezersorga nisatie heeft zeer terecht den strijd voor de katholieken van de rijks stembus, waar hij vroeger werd ge voerd, overgebracht in de partij organisatie zelve. Daar maken we volledig uit, wie ons, katholieken, in de Provinciale Staten zullen ver tegenwoordigen. Daar verdeelen we de zetels naar vermogen over de belangengroepen en denkrichtingen, want de Katholieke Staatspartij leeft zoo krachtig uit hare beginselen, dat ze alle maatschappelijke strevingen en stroomingen omvatten kan. Maar die strijd staat onder het gebod der christelijke naastenliefde, moet vreed zaam zijn. En met vreugde mogen we constateeren, dat die strijd, sinds hij werd overgebracht van de offi cieele stembjs naar de organisatie, zeer gematigd is geworden. Zoodra onze candidatenlijsten vaststaan, moeten dan ook allen één zijn. Dan is de strijd verplaatst naar het groote strijdperk, in het gezicht van den vijand. We gaan ons dan meten met onze politieke tegenstan ders, die ons aanvallen op ons oude erf. Dit is dus de eerste gedachte, die ons moet vergezellen op den weg naar de stembus geen strijd van personen. Het is wel jammer, dat zulk een strijd nog niet geheel te vermijden schijnt, maar als we vergelijkingen maken met vroeger, dan mogen we tevreden zijn. Een ieder drage er toe bij, wat hij kan om den toestand steeds meer te verbeteren, de heeren candidaten op de eerste plaats. Op de tweede plaats zij de ge dachte op den weg naar de stembus bij het Politiek Advies. Ge kent het allen. De Limburgsche bladen hebben het medegedeeld. Het adviseerend college, dat ons dit advies geeft, bestaat uit betrouwbare mannen. Vooreerst uit de leden van het Bondsbestuur, dat bestaat uit de voorzitters van de kieskringen met een eigen voorzitter, gekozen door de bondsvergadering. Voor de be noeming van de overige 16 leden (uit eiken kieskring twee) hebben de besturen van de statenkieskringen een voordacht gedaaD. Het bonds bestuur heeft bij de benoeming rekening gehouden met een veelzijdige samenstelling. Niemand zal dus kunnen ontkennen, dat in dat college onze vertrouwensmannen werden geplaatst. Dit adviseerend college beveelt in- alle kieskringen een aantal candidaten aan. Het stelt ze op den voorgrond. Het Politiek Advies wil de vrij heid volstrekt niet aan banden leggen. Het schrijft niets voor, adviseert slechts, en geeft voorlichting aan wie er prijs op stelt en het behoeft. Meent gij, leden onzer Kath. Kies verenigingen. bij het stellen van de katholieke daad, welke het uitbren gen uwer stem is, eerlijk en oprecht, dat ge belangrijke redenen hebt om van af te wijken, het staat u volkomen vrij.. Maar weest overtuigd, dat het Politiek Advies gegeven is in het algemeen belang, geleid door den zelfden gedachtengang, waarin van u verwacht wordt, dat ge uw stem zult uitbrengen om n.l. te zorgen, dat er candidatenlijsten komen, die voor Limburg goed zijn, met candi daten, die onze katholieke beginselen hoog houden tegen politieke tegen standers en onze geestelijke en stof felijke belangen, voor zoover dat in een college als dat van de Provin ciale Staten mogelijk is, behartigen. Kiest dus Zondag 22 Februari met een zuivere meening, met een eerlijk gemoed, met den oprechten wil om de groote katholieke zaak te dienen. ROELAND. Het lot der Zuidelijke provincies Lij een eventueelen oorlog! Moet ons leger hier zijn slagveld kiezen De Heer G. Peters, oud-burge meester van Bergen (L.), schrijft ie de Resb. een artikel, om tebetoogen, dat men handhaving onzer weer macht niet moet bepleiten om wille van de mogelijkheid, dat ons leger bij een eventueelen oorlog Brabant en Limburg zou kunnen verdedigen. We laten het artikel hier volgen Het treft mij in de laatste weken eenige artikeltjes in „De Tijd" te lezen over het lot van de provin ciën Noord-Brabant en Limburg in een toekomstigen oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk. Ofschoon in die stukken nogal druk wordt gelegd op den plicht van het boven- moerdijksche Nederland om die Zui delijke gewesten in een mogelijken oorlog niet zonder meer aan hun lot over te laten, is toch de geheele tendenz dier schrijverij in hoofdzaak het behoud eener flinke weermacht in ons land te bepleiten. Dat lijkt mij het doel voorbijschieten en voor stellingen geven, die niet met de werkelijkheid kloppen en bovendien voor die twee provinciën van geen enkel nut kunnen zijn. Vooral niet als er zoo'n bombast verkocht wordt waarop ons het artikel in „de Tijd' van Zaterdag 24 Januari vergast. Alvorens hierop nader in te gaan wil ik, om niet misverstaan te wor den, uitdrukkelijk verklaren, dat ik geen défaitist en ook geen anti-mili- tairist ben, ofschoon naar mijn over tuiging het aan het leger besteedde geld grootendeels nutteloos wordt weggeworpen, omdat met de tegen woordige oefening geen soldaat kan gevormd worden. Kanonnenvleesch kan men ook opkweeken zonder oefening. Wat wil „de Tijd" bewijzen In 't kort zij hier nog aangehaald hoe ik 't heb begrepen. Nederland moet een flinke weermacht hebben om in het Zuiden des lands een eventueelen invaller te weerstaan en dat gebied mag niet zonder slag of stoot aan een vreemde macht wor den overgelaten. Dit alles om te voorkomen, dat die provinciën het slagveld van Europa worden. Als zooiets nu door een strateeg op koud-deskundige wijze werd be toogd en bewezen, dan zou ik er mij niet warm om maken, maar als een leek te keer gaat als volgt „Onze Brabantsche en Limburg sche boeren drijven hun kouters door de glimmende aarde en hun sikkelgeklink weergalmt door de luchten (a propos ik heb heel wat koren zien maaien, maar sikkelge klink heb ik nooit door de lucht hooren galmen) onder de cadans der oefenings- en manoeuvreschoten van het verlengstuk der Fransche artil lerie." En aan 't einde van het door de luchten galmende lettergeklink „En er moet een burgerwachter zijn, die op de beslissende ure de hekken sluit en in staat is indruk te maken door een kernachtig en krachtig ,,'t Zal niet gebeuren De rest is bij God. maar Nederland heeft ten opzichte van bedreigde grensprovinciën den plicht gedaan, dient het Zuiden van de landsbe stuurders vordert en vorderen moet" dan wordt mijn Limburgsch ge moed toch warmer. Als nu onze jongens over de overredingskracht eener H. Catharina beschikken en ieder voor zich in plaats van philosofen 40 vijanden omver kinden praten allen; dan maar met rhetoriek in de plaats van blauwe boonen en bommen. Dat het parate Nederland in 1914 door zijn goede weermacht buiten dien oorlog bleef, kan waar zijn (voor Engeland en Frankrijk gold vermoedelijk een andere overweging) maar dat zegt niets voor de toe komst. En zeker zegt 't niets in verband met de zorg om 't Zuiden te vrijwaren tegen, wat men noemt het Europeesche slagveld. De schrij ver in „de Tijd" is blijkbaar van meening, dat Brabant en Limburg geen slagveld zullen worden, als 't Nederlandsche leger zich ook daar in den strijd mengt En zou de burgerwachter aan dit gewest zoo'n bizonderen dienst be wijzen, als hij aan de indringers daar aan de Zuidgrens een krachtig „t zal niet gebeuren 1" toeriep Dan 't zij hier zonder franje gezegd, dan heeft de legerleiding in 1914 op het punt gestaan Limburg te verraden. Een beetje geschiedenis moge hier op haar plaats zijn; bovendien ge heel persoonlijk beleefde geschiede nis. Wat zou het Nederlandsche leger hebben gedaan, als de Duitschers ons land waren binnen gevallen In de eerste dagen der mobilisatie kwam de brigadecommandant der Marechaussee mij verzoeken voor enkele zaken zorg te willen dragen, als hij met zijn manschappen zoude moeten vertrekken. Ik vernam toen, waarheen de ach- terwaartsche „concentratie" zich moest richten. Eenigen tijd later ver telde mij de commandant der grens* wacht, dat hij bevel had gekregen bij inval van vreemde troepen on middellijk over de Maas terug te trekken en dan de niet meevoerbare ammunitie te vernietigen. Dat werkje scheen minder prettig en hij vroeg mij, hoe dat wel minst gevaarlijk was uit te voeren. Ik gaf hem den raad den rommel maar in de Maas te gooien de man ontwaakte uit ,'n nachtmerrie. Deze feiten gaven mij de over tuiging, dat onze grensstreek geen slagveld zou worden en ik was er inderdaad blij om. Dat gebeurde in den beginne, doch het bleef zoo/ gelijk een andere gebeurtenis in 1916 duidelijk aan toonde. Ik was een dag uit geweest en toen ik 's avonds de dorpstraat instapte, zag ik er de geheele bezet ting marschvaardig opgesteld alle goederen op voertuigen geladen en gereed voor vertrek. De commandant stapt op mij toe en zegtBurge meester, er ligt op 't postkantoor een aangeteekend stuk voor U van 't ministerie van oorlog „geheim," wellicht houdt dat verband met bevel, dat ik kreegwil U even zien. Het bleek intusschen iets anders te zijn, ik liet de commandant het stuk lezen, waarop ik ook zijn „ge heim" te weten kwam. Achterwaart- sche concentratie Nog iets gedurende den geheelen mobilisatietijd hebben op alle grootere stations in Limburg en Noord- Brabant geheele treinen gereed ge staan voor vervoer van troepen. Er behoefde slechts een locomotief voor gezet te worden. En daarom was ook langs de grens nooit zoo'n idiote opgewondenheid onder de bevolking als... boven den Moerdijk De bevolking zag en ziet nog liever een vijandelijke bezetting gelijk in Hasselt, Mechelen en Ostende, zelfs als Luik en Leuven als een ,,'t zal niet gebeuren van Dixmuiden. Dat moge nu niet kloppen met den bombast van den schrijver in „de Tijd" maar de Brabanders en en Limburgers houden ook van eigen veiligheid, zoo goed als de boven moerdijksche Nederlanders achter de waterlinie. En deze mentaliteit heeft met ontwapenings-progaganda niets uitstaandede vurigste militairist zal nog graag zien, dat zijn huis en hof en zeker zijn vrouw en kinderen buiten de vuurlinie. Het is mij onbegrijpelijk, hoe „de Tijd" de versterking of tenminste de instandhouding onzer weer macht gaat bepleite met het argument, dat in 't Zuiden ons leger het slag veld moet kiezen... om er geen slag veld van te maken. Nu bestaat er nog eene mogelijk heid; De achterwaartsche concentratie was niet bedoeld achter de water linie, doch slechts als opstelling in midden- of westbrabant. Maar dan toch ook zon Brabant „het slagveld zijn geworden en.... er was toch geen enkel fort tusschen de Maas en Schelde op Belgisch gebied. Indien gij voortdurend last hebt van hoofdpijn als gevolg eener slechte spijsvertering, gebruik dan een poosje Foster's Maagpillen, het betrouwbare laxeermiddel. 0,65 per flacon. door IOS. BOSHOUWERS te LENT Hoe houdt u *s winters de kippen aan den leg? VRAAGGaarne vernam ik in Peel en Maas, op welke manier de kippen in den winter het best aan den leg te houden zijn. Tot nu toe lukte mij dit niet, het vorig jaar niet, twee jaar geleden niet en nu niet, terwijl ik er toch alle zorg aan besteed, een bewijs, dat ik fouten maak. Of is 't niet altijd mogelijk Uit Venray. ANTWOORD Over het alge meen krijgen de overjarige kippen te veel hardvoer en laat men de dieren te veel buiten bij slecht weer. Ik geloof, dat hier de oorzaken, die 't meest gelden, wel genoemd zijn. Mijn stelregel is deze; Opsluiting in elk geval bij slecht weer en van 1 November tot 1 Januari radicaal vasthouden daarna bij mooi weer geregeld 'n poosje buiten, echter steeds langer, wanneer het oiet vriest. In den winter van 26 op 27 hielden wij eens een lezing te Hil versum en verkondigden daar de zelfde theorie. Menig toehoorder keek er van op en dacht dat we onzin verkochten. Ik weet niet, of er van de aan wezigen velen den raad opgevolgd hebben. Van één echter weet ik het zeker, want toen de winter om was schreef hij me „Ofschoon uw advies me aanvan kelijk absurd (stom) voorkwam, heb ik ten slotte toch de gegeven raad opgevolgd en het resultaat is ge weest, dat ik nooit zooveel eieren raapte, als bij deze radicale opsluiting." Hier in Lent woont^een boer, die op mijn raad zijn pl.m. 200 kippen ook vasthield. En steeds raapte hij rond de 1000 eieren per week Nu moet ik zeggen, dat deze persoon in Lent een zeer serieus kippenhouder is, die er niet tegen op ziet, het noodige werk te ver richten, dat er bij dezejmethode te doen valt. De man uit JHilversum, j'die me enthousiast zijn onverwacht_,resultaat mededeelde, zal die goede eigenschap ook wel bezeten hebben, want zonder dat gaat het niet. Er zit meer aan vast, dan menig een denkt. Wij willen daar het een en ander over mededeelen. Op de eerste plaats is noodig.dat er een goed hok is. Hieronder 'ver staan we niet een mooi kok, neen We bedoelen een hok, dat ruimte genoeg bezit, dat flink geventileerd kan worden, dat behoorlijk licht droog is. We maken voor de kippen daar door het verschil tusschen zomer en winter kleiner. De grootte van het hok hangt natuurlijk af van het aantal hoen ders. Men rekent gewoonlijk voor een 4-tal kippen 1 M2 bodemopper vlakte. maar die maat komt ons voor absolute opsluiting te klein voor, Wij houden het daarom maar met 2 vierkante meter voor 6 of 7 kip pen. De dieren hebben dan meer beweginsruimte en de atmospheer is gemakkelijker frisch te houden. In de Betuwe en den Achterhoek waar de meeste dieren aan de Arn- hemsche Veiling geleverd worden, houden de laatste jaren massa kip penhouders de kippen veel binnen, en ze bevinden zich daar wél bij. Het moet al heel best weer zijn, of de dieren komen niet buiten. Wel is men steeds meer er toe overge gaan, de ramen draai- of schuifbaar te maken. Aan den binnenkant zijn ze afgesloten met gaaswerk, om de kippen te beletten de ruiten stuk te Vrijdag 20 Februari, 's avonds half 8 in het St. Antonius-Patronaat. 2. 3. AGENDA 1. Opening door den Heer Voorzitter. Sprekerde GrootEdelachtb. Heer JOS. V1AENEN, Lid van Gedeputeerde Staten eu Voorzitter R. K. \X''erk- liedenvereeniging, Heerlen. Onderwerp „Ons program van actie voor de Provinciale Staten. Rondvraag. 4. Sluiting. Namens het Bestuur, Dr. JANSSEN, Voorzitter KRAYKAMP, Secretaris. N B. Met het oog op de stemming van 22 Februari e.k. is deze vergadering voor de leden onzer Kiesvereeniging van groot belang! Het Bestuur rekent dan ook op een trouwe opkomst. 66 Méér wintereieren van zeer fijnen smaak door 1 BERTELS' 333\ „KUNSTKORREL" Volledig dagranlsoen, niets bijvoeren I Waar niet verkrijg baar, proef 5 Kilo f 1.20, postwissel. Octrooi in 10 Staten. Let op Loodje en Label, er zijn namaaksels. BERTELS' OLIEFABRIEKEN N.V.. afd. KUNSTKORREL. A'dam vliegen, maar ook om de ramen bij goed weer open te zetten. Staat de wind niet op het voor front van het hok, dan ziet men daar meestal een of meer ramen, ook in den winter open staan. Natuurlijk niet, wanneer het hard vriest. Maar anders wel De kippen krijgen zoodoende de frissche buitenlucht, ook de directe zon, en ze zitten nimmer in regen of wind. Vooral dezen winter met z'n vele regens en veel wind hebben de Geldersche kippenhouders daar veel profijt van gehad. De dieren zitten om zoo te zeg gen toch buiten op deze manier en., ze blijven droog en buiten den wind! Mijn advies is daarom le. Laat de dieren toch vooral bij eenigszins slecht weer niet buiten, en 2e. Geef de overjarigen niet te veel hardvoer want dan worden ze licht te vet, vooral in winters met weinig zonneschijn, omdat ze dan natuurlijk veel minder beweging nemen. Ontsmetting broedmachine. VRAAGAls er 't vorig jaar kuikens uit de machine zijn gekomen, hoe ontsmet ik dan het best de machine, of zou het nu ze een jaar stil gestaan heeft niet meer noodig zijn Gaarne antwoord hierop in Peel en Maas zonder verdere aan duiding s.v.pl. Is formaline afdoende Uit X. ANTWOORDFormaline dam pen dringen niet genoeg door, om dat men ze niet onder druk kan brengen. Ik raad u daarom aan alle losse deelen uit te nemen en flink met heet soda-water af te borstelen. Ook de wanden der machine, (aan den binnenkant natuurlijk Vooral de bodem en de eierlade, want daar zullen de meeste ziekte kiemen zich hebben opgehoopt. Dat de machine „stil gelegen" heeft, is nog niet voldoende bacte riën hebben een taai leven Vervolgens spoelt men alles goed na en droogt het af. .Men maakt daarna een vrij sterke oplossing van creoline in water b.v. pl.m. 6 a 7 pet. en bespuit daarmee het geheele interieur. Deze manier van ontsmet ten moet men maar als voldoende beschouwen. Voor de eieren in de machine gaan, moet deze eenige dagen open gestaan hebben. N. B. De inzender uit Leunen, die deze week eene beschrijving verwacht van 'n goede manier om de rennen te bezaaien, zal me wel willen vergeven, dat ik met dit vriezend weer nog 'n week wacht, om z'n vraag te beantwoorden. Haast is er niet bij. doch de volgende week komt het zeker, al moet ik ook nog zooveel andere vragen mede beantwoorden. VENRAY, 14 Februari 1931 Uitvoering „Sint Christoffel.' 't Was Zondag j.l. in de volle Patronaatszaal 'n mooie en allerge zelligste avond. Ook uit den omtrek waren niet weinige liefhebbers van turnen gekomen om de uitvoering van „Sint Christoffel" bij te wonen. De opmarsch veroverde al aanstonds aller harten. Bij deze gelegenheid hield de Beschermheer een keurig toespraakje. De serenade der klaroenen was iets nieuws. Echt mooiBij 't afdraaien van de film van het Ven- raysche Bondsfeest weerklonk her haaldelijk een spontaan applaus. De prestaties aan de Brug en de toeren aan den Rekstok leverden het bewijs, dat „Sint Christoffel" steeds voorwaarts gaat. Aldus luidde 't algemeen oordeel. Wat de Oefe ningen der Jongeren betreft iedereen die op de hoogte is van de Licha melijke Opvoeding, moest getuigen, dat ze goed waren, zeer goed. Het kluchtspel van de allerjongsten liep aardig van stapel. Ons inziens was 't met 't laatste nummer „Apotheose" piet precies lest best. De Venray- sche jongen is misschien wat al te sterk afkeerig van „officieeligheid." 't Gymnastenlied. de Pyramiden, de Acrobatiek, 't Knodszwaaien enz. dat stond veel hooger. Ver scheidene Marmerbeelden waren inderdaad treffend. En de Mandoline club heeft eer van haar werk. 'n Mooie frissche uitvoering A. De nood der boeren. Het ziet er voor den landbouwer allesbehalve rooskleurig uit. Vooral de catastrophale daling der varkens- prijzen. voor den boer van deze streken, voor wien de varkensteelt -mesterij een factor van zeer goede beteekenis is, een geweldige tegenslag en kan, wanneer verbete ring van dezen treurigen toestand te lang zou uitblijven, voor velen een worgende strop worden. Gelukkig is er de laatste weken een groote op leving in den aardappelhandel geko men, van welke vrucht hier nog flinke voorraden waren af te geven. Honderden en honderden zakken zijn opgeruimd tegen f 2.50 tot f 3 de 100 kilo, een prijs, die, vergeleken met dien van andere artikelen op landbouwgebied, zeer hoog mocht genoemd worden. Het is te hopen, dat meer van die hoopgevende licht punten in de donkere toekomst gaan schitteren. We zijn er geen voor stander van, om de malaise erger voor te stellen, dan ze inderdaad is, gelijk, ook in de couranteD, maar al te veel gebeurt, doch wij meenen genoeg van den toestand onzer land bouwers te weten, om zonder profeet te zijn te kunaen voorspellen, dat ondergang van vele leden van dezen nuttigsten en krachtigsten tak onzer maatschappij niet kan uitblijven, wanneer er in afzienbaren tijd geen verbetering zou komen. Evenwel, boe hooger de nood, hoe dichter bij God. En we kunnen bovendien niet gelooven, dat on re Christelijke regeering, onder wie toch meer dan een zeer nabij en zeer goed met den toestand en de draagkracht onzer landbouwers bekend is, niet alles zal doen, wat zij bij machte is, om den ondergang van den boerenstand, den kern der samenleving, te voor komen. Opvoering van „Het Kostbare Leven". Ouder gewoonte zal er op Vasten avond-Dinsdag in het St. Antonius- Patronaat weer „iets te doen zijn." En ditmaal iets bizonder mooi's. De bekende Tooneelvereeniging „St. Servaas" heeft zich welwillend bereid verklaard om op te voeren het blijspel in vier bedrijven „Het Kostbare Leven", bewerking van den leider van het Tooneelfonds „Pieter Langendijk". Dit is waar schijnlijk wel het beste blijspel uit

Peel en Maas | 1931 | | pagina 1