Tweed© Klad .-ran „FEUT. UW MAAS"
De Volkstelling.
Om twee millioen
FEUILLETON
De eigenaar van
Californiê.
Zlïi/ieOndMüei
De Kippenhouderij op
het platteland
WOENSDAG 24 DECEMBER 1930
Een en Vijftigste Jaargang No. 53
Binnen enkele dagen zal op de
geheele bevolking van Nederland
een beroep worden gedaan om mee
te werken aan de elfde Volkstelling.
Het Centraal Bureau voor de Stati
stiek doet ons daaromtrent onder
staande mededeelingen. Wanneer
men ze bewaart en de volgende
week naast de in te vullen kaarten
legt. dan zullen ze het werk gemak
kelijker kunnen maken.
Het ondeelbare moment, waarop
het jaar 1931 zijn voorganger op
volgt, is het tijdstip der elfde volks
telling. Dit wil zeggen, dat deze
telling beoogt, een overzicht te
krijgen van de bevolking, zooals zij
op dat middernachtelijk tijdstip is
samengesteld.
Het bevolkingscijfer, dat bij bena
dering wel bekend is, zoo nauwkeu
rig mogelijk vast te stellen, is nood
zakelijk, omdat het den wettelijken
grondslag vormt voor de berekening
van de bijdragen van het Rijk in
de kosten der gemeentelijke huis
houdingen.
De bevolkingsregisters vormen een
niet genoeg te waardeeren bron voor
de kennis van dit steeds verander
lijke cijfer, maar geen menschenwerk
is onfeilbaar en de bevolkingsregis
ters zijn afhankelijk van de nauw
gezetheid, waarmee de bevolking de
voorgeschreven aangiften doet. Een
controle eens in de tien jaren is niet
te veel.
Maar bovendien heeft de nauw
keurige vaststelling van het bevol
kingscijfer nog ander practisch en
ook wetenschappelijk belang, en
wo dt in alle landen de Volks
telling benut om enkele gegevens te
verzamelen over de samenstelling der
bevolking, hare samenwoning, de
beroepen, welke hare leden uitoefe
nen en zoo meer. Voor het verkrij'
gen van gegevens voor belasting
aanslagen dient de Volkstelling niet.
In de laatste dagen van December
worden de Volkstellingkaarten huis
aan huis afgegeven, in omslagen,
welke er één bevatten voor afzon-
lijk levende personen, een aantal
voor gezinnen. Aan de gezinshoof
den in dit laatste geval de
taak om ze in te vullen. Is een lid
van het gezin afwezig, dan vult het
gezinshoofd niettemin diens kaart in.
Heeft hij gasten of tijdelijk inwonen-
den, dan worden hem, behalve de
gele en witte kaarten (mannen en
vrouwen), ook oranje en (of) rose
kaarten voor tijdelijk aanwezigen
uitgereikt. Is het geheele gezin af
wezig en treft de teller dus als hij
de kaarten wil afgeven niemand aan,
dan zorgt het Gemeentebestuur voor
Je verdere afwerking.
Begin Januari worden de kaarten
weer opgehaald. De invuller heeft
dus een paar dagen tijd om te doen,
wat van hem verlangd wordt. Zoo
dikwijls hij zich voor een vraag
gesteld ziet, waarop het antwoord
niet eens voor al vaststaat, moet hij
nagaan hoe is de toestand op 31
December te middernachtwie maken
op dat moment deel uit van mijn
gezin wat zijn op dat moment de
beroepen van mij en van mijn gezins
leden en zoo verder. Ziehier de
beteekenis van het „tijdstip der
telling", het nul uur nul tusschen
oud en nieuw.
De kaarten bevatten drieërlei.
Op de voorzijde, heel bovenaan,
staan vragen, welke reeds door het
Gemeentebestuur zijn beantwoord
men moet ze nazien en, waar noodig,
duidelijk zichtbaar verbeteren. Alleen
de leeftijd moet er nog worden bij
gezet. Het „onderdeel" der Gemeente,
waar men geboren is, heeft in hoofd-
Ik wil ook, dat de advocaat
de toegekende premie krijge, op
dat hij een eigen vermogen bezitte
en het gevoel der onafhankelijk
heid tegenover mij, als ik zoo rijk
zal zijn, hem niet pijnlijk aandoe.
Ik neem aan, dat ik van het geld
van den erfgenaam, minstens een
vierde deel ontvang. Van deze
som zal ik naar zuster Bertha die,
zooals je weet, met den violist
naar Amerika is gegaan en sedert
niets meer van zich hooren liet,
zooveel geven, dat zij fatsoenlijk
leven kan. Als het haar goed ging,
zouden we zeker tijding van haar
hebben gekregen, en bovendien,
zij moet er ook wat van hebben.
Het overige kan jij opstrijken. Ik
moet er natuurlijk iets op vinden,
om Rembold te verklaren, hoe ik
aan zooveel geld ben gekomen. Ik
zal hem wijs maken, dat ik een
erfenis heb gekregen, en dat zoo
inrichten, dat hij het gelooft. B.v.
zou ik hem kunnen vertellen, dat
ik onverwacht erfgename ben ge
worden van mijn broeder Henri
Busum, die in Amerika is gestor
ven enz.
zaak belang voor de Friesche ge
meenten.
Aan denzelfden kant is, onder de
dubbele streep, een reeks vragen
gesteld, waarop antwoord moet
worden gegeven. Vragen beantwoor
den is lastig, maar vragen stellen
niet minder. Om een en ander te
vergemakkelijken, zijn aan de achter
zijde der kaarten toelichtingen ge
geven.
De eerste vragen betreffen het
gezin. Uit de toelichting blijkt, dat
gezin is op te vatten als „huishou
ding". Met „inwonend" dienstper
soneel wordt bedoeld personeel dat
nachtverblijf heeft in het huis van
het gezinshoofd. Bestaat dit personeel
uit een gehuwd paar, dan vormt dit
paar (al of niet met kinderen) een
afzonderlijk gezin. Hun kaarten be-
hooren in een afzonderlijken omslag
te liggen en door het hoofd van dit
gezin te worden ingevuld. Voor in
wonende familieleden wordt door het
gezinshoofd opgegeven in welke
betrekking z> tot hem staan (moeder,
schoonzuster, enz.).
Bij den burgerlijken staat moeten
gehuwden, ook als ze niet in dezelfde
woning wonen, invullen „gehuwd".
Zijn ze krachtens rechterlijke uit
spraak „gescheiden van tafel en bed,"
dan vullen ze dit laatste in.
Bij de vraag naar de kerkelijke
gezindten is een reeks officieel be
kende kerkgenootschappen en zelf
standige kerkelijke gemeenten in de
toelichting opgegeven.
De beantwoording der vragen
naar de bezetting der beschikbare
woonruimten vereischt oplettendheid
en juist inzicht.
De eerste van deze vragen is
alleen voor gezinshoofden bestemd
bij de aantallen, in het antwoord in
te vullen, en aangevende de samen
stelling van het gezin, hebben zij
zichzelf mee te tellen. De volgende
vragen zijn zoowel voor gezinshoof
den als voor alleen wonende per
sonen.
Onder de voor bewoning bestem
de vertrekken moeten slaapvertrek
ken wel worden meegeteld, die dan
ook nog eens afzonderlijk worden
opgegeven, doch mogen bijvoorbeeld
bergzolders en -kelders niet worden
meegerekend, zelfs al is men door
gebrek aan voldoende woonruimte
gedwongen zoo'n bergzolder of
-kelder als woon- of slaapruimte te
gebruiken. Men vindt in dit geval
twee afzonderlijke vragen daarvoor
aan het slot van deze rubriek.
Gangen, portalen, vestibules zijn
evenmin voor bewoning bestemde
vertrekken; dwingt te krappe be
huizing bijvoorbeeld een portaal als
nachtverhlijf in te richten, dan geldt
hiervoor weer hetzelfde als voor de
bergzolders. Evenzoo wanneer een
hall als wachtkamer wordt gebruikt.
Daarentegen moeten een badkamer
waarin geslapen wordt of die als
linnenkamer wordt gebruikt, of een
serre die tot slaapvertrek dient, wel
bij de woonvertrekken meegeteld.
Het onderscheid is hier niet zoo
groot als bij een bergzolder of
-kelder.
In het algemeen tellen badkamers
mee als woonvertrek, tenzij ze
slechts bestaan in een afgeschoten
ruimte b.v. onder een trap met
douche of waschgelegenheid.
Bedsteden, welke als kast of zoo
worden gebruikt, tellen niet mee.
Een voorbeeld een gezinshoofd
heeft voor zich en zijn gezin be
schikking over 3 voor bewoning
bestemde vertrekken, waarvan er 1
dient als slaapvertrek; in z'n woning
is 1 bedstede, als zoodanig in ge
bruik. Bovendien heeft hij beschik
king over 2 eigenlijk niet voor be
woning bestemde ruimten, welke
echter noodgedwongen toch be
woond moeten worden en wel 1
Dat is de eerste reden, die er
mij toe brengt te vorderen, dat de
zaak door de handen van Rembold
zal gaan.
De tweede is voor hetgelukken
der onderneming zeer gewichtig.
Een advocaat kan de aangelegen
heid zonder twijfel beter behande
len dan jij, en zoo die advocaat
met brandenden ijver er zich aan
wijdt, dan is dat voor ons meer
waard dan een som van honderd
vijf-en-twintig duizend gulden, die
van het groote kapitaal afgaat.
Rembold nu tracht én uileerzucht
en ook wegens de toegezegde be
looning den wettigen erfgenaam
te ontdekken. Hij zal alles in het
werk stellen, om je aanspraken
te doen gelden beteren advocaat
dan hij is kunnen we onmogelijk
vinden. Je zult derhalve mijn
commensaal nemen als rechts
kundigen raadgever, en ik zal het
zoo aanleggen, dat hij door mij
op het spoor van je aanwezigheid
alhier komt.
Henri had zwijgend en ernstig
toegeluisterd, terwijl zijn zuster
deze verklaringen deed.
Je bent zoo leep als de duivel,
zei hij vervolgens zacht. Ik betuig
je mijn ongeveinsde bewondering
erkentelijkheid. Op dien sluwen
zet zou een man niet gekomen
zijndie kon slechts in een vrou
wenhoofd opkomen. Ik zal dan
ook gewillig je wenken volgen.
Goed, antwoordde Gaudentia.
Denk er aan, Henri, dat ik je in
daarvan als slaapvertrek. De opvol
gende vragen geven gelegenheid al
deze cijfers in de genoemde volg
orde in te vullen.
Tot de lastigste vragen behooren
die welke het beroep betreffen, om
dat zich op dit gebied zooveel ver
scheidenheid voordoet en het te
doen is om een zoo gespecialiseerd
mogelijk overzicht te krijgen van
alle beroepen welke in ons land
worden uitgeoefend.
Beoogd wordt bijv. ten aanzien
van hen, wier werkzaamheid ligt op
het gebied van zaken, ondernemin
gen, bedrijven of instellingen een
splitsing te maken in 4 zoogenaam
de beroepsposities:
a. personen, die in hun beroep
als „zelfstandigen" moeten worden
beschouwd; dit zijn zij, die eigenaar
zijn van een zaak, een onderneming,
een bedrijf of een instelling of die
eigen rekening zonder personeel hun
beroep uitoefenen;
b. personen, die als bedrijfshoof-
den zijn te beschouwen, b.v. Direc
teuren van Naamlooze Vennoot
schappen of van Coöperatieve
instellingen, in het algemeen dus
personen, die aan het hoofd van
zaken enz. staan, zonder dat ze
daarvan eigenaar zijn.
c. personen, die in meer onder
geschikte positie in een zaak enz.
werkzaam zijn en belast zijn met
toezicht over het gewone personeel
(b.v. bedrijfsleider, opzichter, mees
terknecht. depot- of filiaalhouder,
winkelchef e.d.)
d. personen, die als het gewone
personeel zijn te beschouwen en dus
geen der onder a, b en c beschreven
posities innemen (arbeiders, waaron
der ook voormannen, employés,
beambten e. d. in een zaak enz.
werkzaam).
Om het mogelijk te maken de
verschillende door de bevolking
uitgeoefende beroepen in een aantal
groote bedrijfsklassen en deze we
derom in kleinere bedrijfsgroepen
in te deelen, wordt voorts gevraagd
den aard van de zaak, de onderne
ming, het bedrijf of de instelling op
te geven waarin men werkzaam is.
Vermelding van de afdeeling, waarin
men werkzaam is, is in vele gevallen
onmisbaar om een juiste kennis van
den aard van het opgegeven beroep
te verkrijgen, b.v. in een machine
fabriek de bankwerkerij. Opgave
van de bijzondere, in gebruik zijnde
benaming van de werkzaamheid
strekt al mede om het juiste inzicht
in den aard van het beroep te
bevorderen.
Naam en adres van de zaak, waar
men werkzaam is, worden gevraagd
om gelegenheid te openen tot het
vragen van nadere inlichtingen,
ingeval de beantwoording onvol
doende is voor een juiste rangschik
king.
Beantwoording met. algemeene
bewoordingen als „arbeider" of
„werkman" is, het blijkt wel uit het
bovenstaande, geheel onvoldoende.
Wederom een voorbeeld een
„sterker" in de N. V. Textielmaat-
schappij „Twente" heeft op te geven
dat hij is „sterker"; in dienst van
een ander? „ja" en wel bij de „N.
V. Textielmaatschappij Twente te
Hengelo, „Textielfabriek" afdeeling
„weverij", Bestuurder „neen", belast
met toezicht „neen".
Personen, die meer dan één beroep
uitoefenen, vermelden alleen hun
hoofdberoep, namelijk dat, hetwelk
de voornaamste dagtaak vormt.
Gepensionneerden geven op zonder
beroep, wanneer zij tenminste geen
beroepswerkzaamheden meer ver
richten. Doen ze dit wel dan geven
ze deze werkzaamheden als beroep
op, ook al vormen ze geen volledi
ge dagtaak.
Wie uitsluitend leeft van rente.
j uitkeeringen en dergelijke, vermeldt
zonder beroep. Wie hoofdzakelijk
leeft van huizenbezit (verhuren) geeft
op: huizenexploitant.
In de omslagen bevinden zich
ook groene kaarten. Deze dienen
voor de bedrijfscelling, welke gelijk
tijdig met de volkstelling zal worden
gehouden. Hierover wordt een af
zonderlijke mededeeling uitgegeven.
mijn macht heb en, als je onwaar
heid hebt gesproken of mij mijn
aandeel wilt onlfutselen, onver
schillig wat met mij moge ge
beuren. Ik zou me niet in de
zaak begeven, zoo de erfgenaam
niet dood was, zoodat we eigen
lijk niemand benadeelen. Om de
verre bloedverwanten in Duitsch-
land bekommer ik mij niet. Ik
ben arm, een mensch, wie het
leven niets aantrekkelijks biedt;
ik handel uit nood; voor mijzelve
ben ik gerechtvaardigd en daar
mee basta. Vandaag nog betrek
je de mooie voorkamer, die sedert
gisteren leegstaat, als mijn com
mensaal. Kom mee, we zullen dat
dadelijk in orde brengen voordat
iemand ons stoort.
Zij stond op en hij volgde haar.
HOOFDSTUK VIII.
Op het groote plein aan het
einde der Westerstraat te Rotter
dam had het pas aangekomen
circus Deiro, naar zijn eigenaar,
een Braziliaan genoemd, een
groote houten tent gebouwd.
Dit circus gaf ge-^n voorstellin
gen in de hoogere rijkunst; het
was een zoogenaamd dieren circus
waarin de kunstenaars alleen uit
uitstekend gedresseerde wilde en
tamme dieren bestonden.
Het groote ronde gebouw had
van binnen geheel hel voorkomen
van een gewoon rijcircus, met dit
verschil echter, dat waar de ma-
Einde vaneen 40-jarigproces.
Eenige dagen geleden heeft het
Hoogste Gerechtshof der Ver. Staten
in Washington de aanspraken der
erfgenamen van August Guter, die
een eisch tot teruggave van Califor
niê tegen den Staat instelde, wettig
verklaard. Zuiver theoretisch be
schouwd beteekent dit dus, dat de
Zwitsetsche familie Guter nu in het
rechtmatige bezit is van een der
schoonste staten van Amerika. Maar
dat is natuurlijk onzin.
De voorgeschiedenis van deze
beslissing is fantastisch.
In het jaar 1829 emigreerde een
Zwitsersche burger, August Gute
genaamd die naam is in Zwit
serland zoo algemeen, als hier b. v.
Jansen of Meier naar de V. S.
Hij had eenige wisselvervalschingen
achter den rug en een groote toe
komst voor zich
Bij zijn aankomst in Amerika
vestigde hij zich in Californiê. dat
toentertijd uiterst spaarzaam bevolkt
was, kocht landerijen op, werd
grond-speculant werd rijk, hij
kocht telkens meer land en tenslotte
bezat hij zooveel, dat ft heel Cali
forniê wel in kon ronddraaien.
Op zekeren dag werd op een der
akkers een goudmijn ontdekt en nu
stroomden er binnen enkele weken
wel meer den 20.000 menschen naar
Californiê. Er werden steden gebouwd
spoorwegen aangelegd en al heel
spoedig was 't aantal menschen tot
100.000 gestegen, die allen naar goud
gingen zoeken terwijl niemand vroeg,
van wien het hnd eigenlijk was.
waar zij zich gevestigd hadden.
August Guter trachtte reeds in 't
begin zijn eigendomsrecht te doen
gelden, maar hij werd door de
woedende goudzoekers neergeslagen
en zwaar gewond. Een van zijn
zoons werd zelfs gedood.
August Guter begon een proces.
Daar hij door den inval der goud
gravers zijn heele vermogen, dat
toen (zonder den goudvoorraad op
Calt.fornië) op ongeveer 150 millioen
dollar geschad werd, verloren had,
moest hij gebruik maken van kosle-
loozen rechtsbijstand.
Op de eerste plaats klaagde hij
127411 menschen aan, die weder
rechtelijk zijn grond in bezit hadden
genomen en ten tweede de Ameri-
kaansche regeering. van wie hij de
teruggave van Californiê eischte, dat
hem rechtens toebehoorde.
Het proces duurde zöó ontzettend
lang, dat August Guter ervan stierf.
Dat was in 1877. Een der rijkste
menschen der wereld moest uit het
armenhuis van een klein Californisch
stadje naar het graf gedragen wor
den.
Tien jaar na zijn dood was het
proces eindelijk ten einde. Guter had
in alle vier de instanties de over
winning behaald, het land Californiê
behoorde hem toe, respectievelijk
zijn erfgenamen.
Zoo besloten het vier Amerikaan-
sche gerechtshoven. Maar de re
geering verklaarde, dat zij het vonnis
wel moest erkennen, maar het toch
onmogelijk kon laten voltrekken,
want men kon toch niet op stel en
nege pleegt te zijn zich een reus
achtige, met ijzeren slangen be
dekte bolvormige kooi bevond,
waarin de voorstellingen werden
gegeven.
Erich Reinkens had al vroeger
bij het optreden als dierentemmer
zijn naam veranderd in dien van
Arrigo Rinconi en als zoodanig
groote reputatie gekregen.
Hij droeg dezen naam ook nu
en behaalde met zijn zes leeuwen
te Rotterdam groot succes. Hij
was en bleef de voornaamste aan
trekkingskracht van het circus en
kon met zijn leeuwen doen wat
hij wilde. Zij voerden hun kunst
verrichtingen uit even gedwee en
schrander als afgerichte poedels,
beklommen ladders, turnden, trok
ken wagens voort, waarin honden
zaten, stelden jachten op reeën
voor, waarbij ze als honden der
jagers fungeerden, kortom ver-
loonden wonderen van dressuur
als nog nooit in Europa aan
schouwd waren.
Arrigo Rinconi's naam was
weldra in ieders mond, de leeuwen
temmer was te Rotterdam een
beroemde persoonlijkheid gewor
den. Zijn portret was in alle
plaatwinkels tentoongesteld, en
een handige Amrrikaansche re
clame zorgde ervoor, dat de roein
van den zeldzamen temmer nog
voortdurend toenam in luister.
Evenwel niet slechts was Rin
coni een geliefkoosde figuur van
het circus, ook onder het circus-
sprong millioenen menschen uit hun
huis zetten en een enkelen mensch
of een gezin een heel land in de
hand stoppen. De strijd tusschen de
erfgenamen van Guter een familie
in Zwitserland en de Amerikaan-
sche regeering duurt nu reeds meer
dan 40 jaar over dit punt; Op welke
manier kan men aan het vonnis
ontkomen en een andere oplossing
vinden.
Het was de Regeering der U. S.
A. gelukt, een fout in den vorm te
ontdekken, op grond waar toenter
tijd het proees naar de eerste in
stantie teruggewezen werd.
Dat was in 1817. De advocaten
van August Guter hadden als ge
steld teruggave van het land van
Californiê en 12 milliard gulden, die
betaald moesten worden, indien het
land niet teruggeven werd.
Nu behoorde echter niet juist
geheel Californiê aan Guter, maar
een landstreek, met ongeveer de
zelfde grenzen als dit land. Boven
dien werd bestreden, dat in 1841,
toen het proces begon, Californiê
reeds 12 milliard meer waard was.
Het tweede proces heeft 43 jaar
geduurd en eindigde hiermede, dat
zooals reeds gezegd thans de
familie Guter voor de tweede maal
in alle instanties gewonnen heeft.
Heel Amerika gaat reeds de dolste
weddenschappen aan, of de Guters
werkelijk iets zullen krijgen en hoe
de regeering zich uit deze netetige
positie redden zal.
laggnadoa Midedsellasaa.
Waarom wordt de urine zoo
nauwkeurig onderzocht bij elk genees
kundig onderzoek Omdat het water
aangeeft in hoeverre uw nieren al
dan niet gezond zijn. En de nieren
behooren tot de gewichtigste levens
organen.
Als gij een brandend, pijnlijk gevoel
hebt bij de loozing, of als uw wat<*r
dik is, bewolkt, met bezinksel of
zandering, kan dit een gevolg zijn
van nier- of blaaszwakte.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn
een speciaal niermiddel, dat recht
streeks op de nieren en blaas werkt,
deze organnen versterkt en opwekt
tot hernieuwde "xerkzaamheid. En
als de nieren weder goed werken
en de onzuiverheden uit het bloed
behoorlijk filtreeren, wordt ook de
urineloozing vanzelf weder normaal
Bij alle drogisten enz. f 1.75 p. flacon
32
Ingekomen en vertrokken
personen
van 12 tot 19 Dec.
INGEKOMEN
A. P. Baken, z.b. Schoolstraat 9,
van Vechel
M. Th. Theeuws, idem, Merse-
loscheweg 3 van Rotterdam
H. Kievit, dienstbode, Grootestr.
4, van Horst
G. J. Aerts, coiffeur, idem van
Venlo
L. Albers, metselaar, Willemstr. 4,
van Nijmegen
J. E. Rutten, dienstbode. Groote
straat 6, van Bergen
M. P. J. Zevenhoven, z.b..
Stationsweg 31, van Doefinchem;
M. v. d. Heuvel, dienstbode, id.
15. van Weeze
P. M. Jacobs, idem. Schoolstraat
le, van Maashees
J. P. van Buul, Pater, Stationsw.
32, van Megen
VERTROKKEN
P. M. Driessen. z.b. naar Helden-
Panningen
Th. J. van Galen, idem, naar
Wychen. Alverna
P. J. Drabbels, idem, naar Nory,
B 2
M. A. de Bruyn, dienstbode, naar
Deurne A 66
J. H. Derix, z.b. naar Oploo, C
91
E. W. Herkstrater, coiffeur, naar
Brunssum-Rumphen, Spoorstraat 33;
G. C. van Bree, chauffeur, naar
Nijmegen Straatweg B 93
M. Kelders en gezin, landbouwer,
naar Bakel A 928
A. M, H. Reijnders, dienstbode,
naar Helmond Mierloscheweg 5
J, Hendriks v.d. Weem, verpleger
naar Vierlingsbeek
Ch. J. Berbers en gezin, sigaren
maker, naar Swalmen
E. P. Diks. dienstbode, naar id.
Th. W. P. Thijssen, idem naar
Maashees-Holthees B 99
A. A. Potten, dienstknecht, naar
Schimmert Dorpstraat 35a
J. J. M. Arts, schilder,naar Amers
foort, Soesterweg 169
H. Janssen, dienstbode, naar
Eindhoven-Woensel, Boschdijk 268.
personeel was hij algemeen be
mind, wegens zijn bescheidenheid
en goedhartigheid, die zich nooit
verloochenden en hem steeds
hielden op het pad van eer en
fatsoen.
Den eigenaar van het circus
behoorden slechts beren en olifan
ten toe dat was zijn vak. Voor
het overige bestond het personeel
uit: Rinconi den leeuwentemmer,
Stockton, den tijgertemmer, en
Fraulein Sigismund, die aardig
gedresseerde ooievaars vertoonde.
Dat waren de zuilen van het cir
cus.
Deze arlisten met hun kunste
naars uit de dierenwereld waren
voor geruimen tijd door den heer
Deiro geëngageerd, reisden met
hem rond en werkten voor zeker
aandeel in de winst. Er waren
echter voor langeren of korteren
tijd nog allerlei temmers en dres-
seerders aan verbonden, die wat
men noemt gastrollen vervulden;
temmers van zeehonden, wilde
zwijnen, slangen enz. Dezen
kwamen en gingen dat bracht
afwisseling en voortdurend nieuws.
De ooievaarsdresseerster Bertha
Sigismund was voor drie jaren op
een rondreis in Amerika in een
dierencircus samen met Reinkens
geëngageerd geweest. Zij waren
dus, thans weder bij Deiro bijeen
gekomen, geen vreemden rneer
voor elkander. Fraulein Sigismund
was een blonde, slanke, levendige
vrouw, met schoone blauwe oogen
door
JOS. BOSHOUWERS te LENT
Aan welke eischen moet een
kuikenhuisje voldoen
Naast goede kippenhokken moet
er op de boerderij ook eene goede
opfokgelegenheid zijn, en daarvoor
is noodig
een kuikenhuisje.
We willen in het kort opsommen,
waaraan men moet denken, als men
een kuikenhuisje bouwt of laat
bouwen.
le. 't Moet kurkdroog gehouden
kunnen worden daarvoor kiezen
we een hoog en droog gedeelte van
t terrein uit, en is er dat niet, dan
eerst maar ophoogen, want staat
het te laag, dan trekt de grond
altijd vochtig op.
2e. Waar de kuikens komen,
mogen eerst geen kippen geloopen
hebben. We gebruiken dit terrein
dus enkel voor het opfokken van
kuikens. Een half jaar lang ligt htt
alzoo stil.
3e. Het voorfront, waarinde ramen
komen, moet uitzien op het Z. O.,
zoodat we de voormiddagzon in het
huisje krijgen. Hak de boomen om,
die er zoo dicht bij zouden staan,
dat ze 't licht belemmeren, binnen
te vallen.
4e. In een kuikenhuisje moet flink
gelucht kunnen worden, zonder dat
men daardoor tocht veroorzaakt.
Vandaar, dat wij adviseeren, de
ramen draai- of schuifbaar te maken,
opdat men ze bij goed weer open
kan zetten.
Zonker flinke ventilatie is de lucht
in het huisje niet zuiver te houden,
en als de zon fel schijnt, wordt het
er vaak te heet in.
5e. Het kuikenhuisje moet vol
doende ruimte bevatten, anders gaan
de kuikens mekaar wel de staarten
pikken. Hoe groot moet het hokje
nu wezen
Dat hangt van 2 dingen afa
van 't aantal kuikens en b van de
soort warmtebron. Het maakt immers
een groot verschil, of het een elec-
trische kunstmoeder is. welke geen
schadelijke gassen verspreidt, dan
wel een kachel- of caroussel kunst-
moeder.
Voor een kachelkunstmoeder moet
een vastberaden mond. Uit
haar trekken spraken groote
scherpzinnigheid en beslistheid.
Haar levenswandel was onberispe
lijk, zij leefde zeer teruggetrokken
en sprak nooit over haar verleden.
Niemand wist, wal zij vroeger was
geweest. Drie jaren geleden was
zij te New-York met haar gedres
seerde ooievaars opgedoken. Hel
oorspronkelijke der verrichtingen
van haar dieren baarde opzien,
en zij had de kunst verstaan de
belangstelling van het publiek,
door steeds nieuwe kunststukken,
die haar vogels voorstelden, le
blijven prikkelen.Geen navolgsters
van welk er zich weldra eenigen
opdeden, konden het in humoren
verrassende toeren van Fraulein
Sigismund winnen. Zij was dan
ook door de directeurs van circus
sen zeer gezocht en sloot voor
deel ige contracten af.
Het ontbrak haar niet aan hof
makers, maar met ernst en, waar
noodig, zelfs streng en scherp
wees zij alle haar bewezen be
leefdheden af. Alleen voor haar
circus-collega Rinconi voelde zij
warme belangstelling, zoo zelfs
dat zij op de haar eigen ronde,
openhartige wijze verklaard had
Als deze man mij ten huwe
lijk vroeg, zou ik zijn vrouw wil I
worden.
Wordt vervolg 1.