Purol bij Doorzitten - Zonnebrand - Stukloopen De Warmte T ranspireerends Zomerhitte De Kippenhouderij op het platteland Kinderverlamming. Gemengde Berichten zwerftochten, welke ze maken, gaan koppels, soms uren ver door bergen en dalen, j beeken, rivieren enz., steeds snuffe lend en zoekend wat van hun gading is. Des avonds zijn ze echter weer allemaal present, als ze genoeg heb ben van al die lif-lafjes en hun buikje weer naar wat degelijker kost begint te verlangen, dan keeren ze van zelf weer huiswaarts, blijven een half uur liggen gillen en blèren voor de deur van hun eigenaar en krijgen dan eindelijk hun slobberig avondmaal. Iedereen ziet nu dus duidelijk, dat een Braziliaansch varken (behalve wanneer het speciaal moet worden vetgemest, (dan duwen ze het natuur lijk ook in een hok) een heel wat onbezorgder, vrijer en franker leven heeft dan een Hollandsch varken, dat maar al te dikwijls zijn troost moet zoeken op een paar vierkanten meter grond. Dit maakt dus het vierde verschil uit. Al te groote vrijheid echter voert tot ongebondenheid, zoowel bij menschen als bij dieren. Op hun onderzoekingstochten door berg en dal hebben ze, evenals een mensch. wel eens graag een lekker hapje, betreden verboden terrein, met het gevolg, dat zoo'n lekker hapje dik wijls een bloedig staartje heeft. Al wie wel eens zoo'n kippen gekakel en gekrakeel van twee kijvende buurvrouwen heeft meege maakt, begrijpt er alles van Hier gaat het dikwijls nog maar om een stoute kip, dus men begrijpt wat een lawaai het moet geven als zulk een snood varken het in zijn kop krijgt om op andermans land, het welk dikwijls vanwege de uitge strektheid niet zoo goed afgesloten kan zijn, zijn honger te gaan stillen tusschen de aardappelen en maïs velden. Buurman A. zegt dan tegen buur- man(vrouw) B houdt je varkens thuis... Buurman B. zegtik verdraai het, jij doet het ook niet enz. enz. getwist, gevecht enz. Die twisten worden helaas op kermissen of feesten van Patroons heiligen, wanneer de wijn is in dén man en de wijsheid in de kan, met messen en revolvers uitgevochten, Menige brave ziel verhuist dan, opgehitst door het liefelijk gekijf van het godvruchtig vrouwelijk ge slacht, midden tusschen gevecht en getwist, verhit door den alcohol van het eene leven naar een waarschijn lijk minder aangenaam hiernamaals, doodgestoken of doodgeschoten met een half dozijn messteken of kogels. Zoo ziet men dus, dat 's menschen zaligheid ook al kan afhangen van een varken. Vijfde verschil is dus, dat een Braziliaansch varken helaas dikwijls een dramatische rol speelt, terwijl het Hollandsche varken nooit anders dan een gewone nuchtere varkensrol speelt. B. B. Slot volgt Het zijn hoofdzakelijk het oogenblik, nu er nog geen vol- omgeving van den zieke, omdat deze misschien wel uitsluitend Indische doende kennis aanwezig is, aan te bij hoesten, niezen of spreken, tal Loopeenden en Khaki Kampbells. die bevelen is. van kleine vochtdruppeltjes in de lucht verspreid, in welke het virus Men moet dus vermij- veroorzaakt Slapeloosheid, maakt Benauwd en Onrustig. Mynliardt Zenuwtabletten maken Kalm geven U een Veikwikkenden slaap. Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten door JOS. BOSHOUWERS te LENT Eenden houden. VRAAG In „Rust Roest" zag ik aanbevolen, meer eenden te houden. Hier treft men ze goed als niet meer aan. Gaarne vernam ik of eenden ook zoo gehouden kunnen worden, dat ze ook in den winter leggen. Want zonder winterleg zal de winst dunkt me nooit van be- teekenis kunnen worden. Ik woon hier op eene ontginning en heb ruimte in overvloed, echter geen water van beteekenis. Als u het eens is met „Rust Roest" zou ik wel eens met een toompje van een paar dozijn willen beginnen. In de Bedrijfspluim- veehouder zie ik wel adressen uit de streek, waar ik vroeger woonde en die ik dus ken. Antwoord gaarne in Peel en Maas. Uit Venray. ANTWOORD De eendenhou derij gaat in de meeste streken van ons land achteruit. In Noord-Brabant en Limburg werd zij nooit heel druk beoefend, maar zoo weinig als nu het geval is, kwam de laatste jaren toch niet meer voor. De schrijver in Rust Roest is, naar ik meen te mogen veronder stellen, in Tonsel geweest, een dorpje vlak bij Harderwijk op de Veluwe. Wij zijn daar ook meermalen geweest en moeten zeggen, dat de lui het daar aardig voor mekaar hebben. Als men o.a. een kijkje gaat nemen op het bedrijf van den heer A. Jansen te Tonsel, dan neemt men zijn hoed of pet af voor het gepraesteerde. Er zijn nog wel meer flinke een denbedrijven in die streek, maar ik geloof niet, dat ik bezijden de waar heid ga door te beweren, dat het bedrijf van den heer Jansen voor noemd de primus is. Misschien loopen er thans wel 15000 eenden, allemaal in kleine het daar zonder zwemwater moeten stellen. Tonsel is een duinstreek, bestaan de uit puur, wit zand, waar zelfs nog geen grassprietje van beteekenis groeit. De leg der eenden is er reusach tig opgevoerd. De heer Jansen komt ieder jaar op de legwedstrijden boven het gemiddelde van 300 eieren per eend. Het is haast niet te gelooven, zooals die eenden leggen. Wie met eenden gaat beginnen, die zal dus in elk geval zeer ver standig doen, daar de dieren te koopen. Want als de leg maar rond de 150 eieren per jaar bedraagt, dan is er van winst absoluut geen sprake, dan moet er geld bij. Want de prijzen der eendeneieren zijn lager dan die van kippen en de eenden hebben meer voedsel noodig dan kippen. Men kan gerust zeggen '1/3 maal zooveel. Wanneer dat allemaal gekocht moet worden, dan kan de eenden- houderij niet rendabel zijn of men moet reusachtig goede legsters heb ben Een voordeel van de eendenhou- derij is, dat de eend een vogel is. die zich bijzonder goed aan ons klimaat aanpast. Ziekte of sterfte komt daarom weinig voor. Dokteren hier nog meer uit den booze, dan bij kippen. De eendenhouder weet dat echter al gauw uit eigen ervaring een eend is maar kort ziek en sterft zoo goed als altijd, wanneer ze iets mankeert. Maar nog eens, ze is niet vaak ziek. Hierom behoeft men het dus niet te laten. De huisvesting kost ook minder dan van kippen. Een tochtvrij bokje, voorzien van droog strooisel, is voldoende, het behoeft maar tijdelijke beschutting te geven tegen sneeuw, harde vorst en sterken wind. Overi gens blijft de eend toch liefst buiten liggen, ook gedurende den nacht. De heer Jansen uit Tonsel zeide ons, dat hij z'n eenden alleen bij streng winterweer of sneeuw tijdelijk vasthield, den overigen tijd bleven ze buiten. Als men het voer allemaal moest koopen, kunnen ze voor heel wat geld aan. Oorspronkelijk waren de bedrijven op de Veluwe ook betrek kelijk klein en toen konden de eige naars voor 'n krats het z.g. „nest' uit de Zuiderzee krijgen. Het „nest" bestaat uit vischjes garnalen, schelpen, zeegroen en is een kostelijk spul voor de eenden. Het onderhoud was daardoor goedkoop. En dit had tot gevolg, dat de eendenhouderij zich in die streek overal sterk uitbreidde. Geluk kig waren daar eenige bekwame eendenhouders onder, die zich met energie toelegden, niet alleen op de uitbreiding, maar ook, ja vooral op de verbetering der eierproductii En de lui, zijn er wonderwel in geslaagd, wat maar goed ook is, voor ze, want anders zou er thans, het „nest" schaarsch wordt, van rendement geen sprake meer kunnen zijn. Met het schaarscher worden van het nest, heeft men daar allerlei voederproeven genomen, om te weten te komen, met welk voeder de pro ductiekosten per ei het laagst waren Want daar gaat het toch om. Als men de voederkosten per eend met slechts 10 cent per jaar kan ver lagen (dat is nog niet 1 cent per maanddan beteekent dat voor den heer Jansen met z'n pl.m. 15000 eenden een voordeel van 1500 gul den Hier demonstreert zich de macht van het kleine groote bedrijven te Tonsel moeten een bestaan opleveren, andere bronnen van inkomsten hebben die menschen niet. Vraagsteller zal mogelijk eenige eenden willen houden als klein nevenbedrijfje. En dan zal de winst niet van groote beteekenis zijn, dunkt me. Anders waren er op de Veluwe toch niet zoo reusachtig veel eenden op een bedrijf noodig, om hier een bescheiden bestaan op te leveren. Ik zeg bescheiden bestaan, want meer is het niet, wanneer de winst alleen moet komen uit den verkoop van consumptie-eieren, Men moet niet vergeten, dat de beste bedrijven op de Veluwe, die in den loop der jaren naam gemaakt hebben tegen flinke prijzen eendaags- kuikens en jonge eenden van de hand kunnen doen. Wil de eendenhouderij hierin het Zuiden iets worden, dan zal men op de eerste plaats de daarvoor noodige kennis moeten opdoen op de tweede plaats enkel dieren houden, zooals daar in Tonsel, van buitengewone productie Uit de jaarcijfers (van 300 en meerblijkt, dat de winterleg van eenden geen illussie is De Geldersche Veiling (te Arnhem) krijgt midden in den winter elke week veel meer dan 100.000 eenden eieren, alleen van Tonsel, ik meen dat de heer Jansen er wel 30.000 in de week heeft, ook als 't hard wintert. Maar of wij hem zoo maar alles na kunnen doen Ik vrees met groote vreeze en durf dus nog maar niet zoo grif toegeven, dat de eendenhouderij Op Het spijt me, dat ik nog niet enthousiaster kan schrijven. De hoofd-inspecteur van de volks gezondheid (besmettelijke ziekten) heeft, omdat hem in verband met het veelvuldig voorkomen van gevallen van kinderverlamming in ons land van verschillende zijden werd ver zocht, een handleiding samen te stellen, welke gevolgd kan worden bij de bestrijding van deze ziekte en bij het verplegen van zieken, naar de ,N. R. Crt." meldt, een vlugschriftje geschreven en aan burgemeesters verzocht, bij het waarnemen van een geval van kinderverlamming in hun gemeente den belanghebbende een exemplaar uit te reiken. Het is van den volgenden inhoud: ,De kinderverlamming wordt ver oorzaakt door een ziektekiem, die klein is, dat ze in het micros copisch preparaat niet zichtbaar wordt. Ze gaat ook door filters mét zeer kleine poriën. Men spreekt daarom van een filtreerbaar virus. Dat de ziekte werkelijk door zulk een filtreerbaar virus wordt veroorzaakt, is aangetoond door proeven opapen. Wanneer apen besmet worden met stoffen, afkomstig van personen, die aan de ziekte lijden, worden ze ziek vertoonen dezelfde ziekte-ver schijnselen, welke bij den mensch worden waargenomen. Deze proeven hebben geleerd, in welke van de zieken afkomstige stoffen de ziekte kiem aanwezig is. Op grond van bij zondere onderzoekingen kan worden aangenomen, dat de ziektekiemen zich bevinden in het keel- en neus- slijm, in braaksel, in ontlasting en urine van den lijder. Wie in aan raking komt met deze stoffen kan besmet worden, doch niet alle be smette personen vertoonen ziekte verschijnselen. Vandaar dat de besmetting niet alleen door zieken kan worden verspreid, doch ook door personen, die met de zieken in aan raking zijn geweest, alhoewel ze zelf niet ziek worden. Dit zijn de z.g, ziektekiem- of virusdragers. Ze door staan de ziekte, doch ook het besmet zijn met het virus veroorzaakt een onvatbaarheid, w ardoor deze per sonen, wanneer ze later weer aan besmetting bloot staan, gewoonlijk geen ziekteverschijnselen vertoonen. Mén mag op goede gronden aan nemen, dat wanneer in een gemeente eenig geval van kinderverlamming wordt waargenomen, de verspreiding van de ziektekiem onder de bevol king reeds heeft plaats gehad, waar door ten slotte een algemeene onvat baarheid ontstaat. Hierdoor is het te begrijpen, dat de ziekte hoofdzakelijk onder de jonge kinderen wordt waar genomen, aangezien de oudere kinde ren en de volwassenen bij het voor komen van de ziekte in vroegere tijden reeds besmet werden en daardoor onvatbaarheid verkregen. Waarom de besmetting in talrijke gevallen niet voert tot ziekteverschijn selen en in enkele gevallen wel, is nog niet bekend. Wanneer de ziekte gedurende eenigen tijd in een gemeente is waar genomen. verdwijnt ze gewoonlijk weer plotseling, vermoedelijk als gevolg van de inmiddels ontstane onvatbaarheid der bevolking. Het zijn dus voornamelijk de kinderen beneden 6 jaar, die door de ziekte worden aangetast, doch oudere kinderen en zelfs volwassenen blijven niet geheel en al verschoond. Teneinde de uitbreiding van de ziekte zooveel mogelijk te weren, is het noodig het gevaar, dat van den zieke uitgaat, te beperken. De geneeskundige, die een geval van kinderverlamming waarneemt, verplicht daarvan binnen 24 uur kennis te geven aan den burgemeester van de gemeente, waarin de lijder zich bevindt, en aan den inspecteur van de volksgezondheid (besmettelijke ziekten). De behandelende geneesheer schrijft maatregelen voor om uitbreiding van de ziekte te weren. Zooals echter uit het volgende zal blijken, zijn deze maatregelen in de woning van den patiënt dikwijls zeer moeilijk toe te passen. Indien de toepassing van de door den behandelenaen geneesheer voor geschreven maatregelen niet mogelijk is, kan de burgemeester opneming in een ziekeninrichting gelasten. Deze opneming in een ziekeninrichting is niet alleen gewenscht voor het weren van de uitbreiding van de ziekte, doch ook in het belang van den patiënt. In een ziekeninrichting kan voortduren^ aandacht besteed wor den aan een deskundige verpleging en behandeling, en het gelukt daar mede menigmaal de gevolgen der ziekte zoodanig te beperken, dat geen gebreken overblijven, die den patiënt anders het geheele leven tot last blijven. Acht de behandelende geneesheer of de bevoegde autoriteit den patiënt zonder gevaar voor anderen in eigen woning te verplegen, dan dienen uitgebreide maatregelen te worden genomen om de besmettingskans op te heffen. De besmetting kan geschieden door inademing van de lucht uit de naaste aanwezig is. den om, indien de patiënt hoest, niest of spreekt, vlak voor hem te staan of te gaan staan, aangezien men anders veel kans loopt de in de lucht verspreide en besmette druppeltjes in te ademen. Het houden van een zakdoek voor den mond van den lijder kan het gevaar ophef fen. Is het noodzakelijk om gedurende een hoestbui den zieke te helpen, dan gaat men achter hem staan of wende het hoofd af. Men kan ook den mond en neus van den zieke of van den verpleger met een gaas sluier bedekken. In de kamer van den zieke wordt zooveel mogelijk slechts één persoon voor de ver pleging toegelaten, terwijl verder bezoek zooveel mogelijk tot het allernoodzakelijkste is te beperken. Kinderen worden in geen geval tot de ziekenkamer toegelaten met het oog op het groote besmettingsgevaar dat hen dreigt. Behalve door inademing kan men zich besmetten door aanraking van de van den zieke afkomstige stoffen of van voorwerpen, die met deze stoffen zijn verontreinigd. Zooals reeds werd gezegd bevinden de ziektekiemen zich in neus- en keel- slijm, in braaksel, in ontlasting en in urine. Degene, die den lijder ver pleegt moet in de ziekenkamer een waschbare jas of groot schort aan trekken, welk kleedingstuk in het ziekenvertrek wordt achtergelaten, indien men dit verlaat. Wanneer de verpleegde met den zieke of met besmette stoffen of voorwerpen in aanraking is geweest, moeten de handen ontsmet worden. Dit laatste eveneens noodzakelijk vóóc het verlaten van het ziekenvertrek. De ontsmetting der handen ge schiedt door dezen met water en zeep te wasschen en daarna in verdund kresolzeepwater na te wasschen. Men houde voor die ontsmetting, behalve waschgerei, en kom met verdund kresolzeepwater (kresolzeep water is een 5 pet. oplossing van kresolzeep; verdund kresolzeepwater een 2i/« pet. oplossing) in het ziekenvertrek gereed. Men neme dezelfde voorzorgen in acht bij het afleggen van personen, die aan kinderverlamming zijn overleden. Ter ontsmetting van besmette voorwerpen worden deze gedurende ten minste 2 uur in verdund kresol zeepwater ondergedompeld en eerst daarna gewasschen. Glazen of ander vaatwerk, bestemd om daarin slijm, braaksel cf gebruikt gorgelwater op te vangen, worden vooraf tot op de helft met onverdund kresolzeepwater gevuld en eerst geledigd, nadat de stoffen ten minste twee uur met het ontsmettingsmiddel gemengd zijn ge weest. De lijder mag geen gebruik maken van een privaat. Hij worde met ondersteek, urineflesch of kamer pot geholpen. Dein deze voorwerpen opgevangen stoffen worden met gelijke hoeveelheid kresolzeepwater terdege gemengd. Na twee uur met het ontsmettingsmiddel gemengd te zijn geweest mag de ontlasting en urine in een privaat geworpen of op andere wijze verwijderd worden. Het eet- en drinkgerei, dat gedurende de ziekte -niet door anderen gebruikt mag worden, moet in de zieken kamer blijven en aldaar met een heete 2 pet. soda-oplossing worden gereinigd. Na overbrenging naar een ziekeninrichting, herstel of overlijden, moet de ziekenkamer en alles wat zich daarin bevindt ontsmet worden Het meest komt daarvoor in aan merking een formeline-ontsmetting Na de ontsmetting worde de kamer goed gelucht en zooveel mogelijk aan zonlicht blootgesteld. Personen, die met zieken in aanraking zijn ge weest en dus virusdragers zijn, ver mijden gedurende eenige weken zooveel mogelijk met jonge kinderen in contact te komen. Vooral hen zoenen levert groot gevaar op Ten tijde van een epidemie gebruike men hoofdzakelijk gekookte spijzen en dranken en men vermijde zooveel mogelijk het tezamen komen van jonge kinderen uit verschillende gezinnen. Amsterdam 7389 59 391 1075 botterdam 4684 36 332 1164 s Hage 2974 22 211 577 Utrecht 985 1 63 153 Uaarlem 1343 6 54 295 Groningen 1419 3 36 332 Totaal 18794 127 1087 3596 We kunnen derhalve aannemen, dat in genoemde zes gemeenten en op de rijkswegen jaarlijks minstens 200 dooden vallen tengevolge van ongevallen bij het moderne groot- verkeer. En hoeveel doodelijke ongevallen komen daar niet bij voor de meer dan duizend overige gemeenten des lands Bij de meeste od gevallen zijn automobielen vracht- en luxe- anto's betrokken. In 1929 in Amsterdam 6866, in Rotterdam 2733, 'sGravenhage 2141, in Utrecht 654, in Haarlem 1099, in Groningen 754. Er is wel geen bewijs voor noodig te conc'udeeren, dat een aan zienlijk aantal dezer ongevallen op rekening van het alcoholgebruik moet worden gesteld. Wie geregeld de verkeers-ongevallen in de bladen nagaat, weet hoe er dikwijls bij moet worden vermeld, dat de inzit tenden tevoren goed gedronken had den, dat de chauffeur niet nuchter was enz. Statistische cijfers geven hierover geen voldoend inzicht. Over 1927 wordt bij 25 ongevallen op de rijks wegen dronkenschap als oorzaak opgegeven. Maar wie zal zeggen, hoeveel gevallen, waarbij onvoor zichtigheid, onoplettendheid, te snel rijden, stuur kwijt raken enz. mede het misbruik van drank moet worden toegeschreven Daarom - en dit is de reden waarom de brochure werd uitge geven dient de aandacht gevestigd te blijven op de noodzakelijkheid, dat de bestuurder eener auto in nuchteren toestand zij. Om de veilig heid op den openbaren weg zoo hoog mogelijk op te voeren, moeten vele middelen worden aangewend, want ook de oorzaken der ongeval len zijn vele. Maar daarbij moet ook de volle aandacht gewijd wor den aan de verderfelijke rol van den alcohol. Geheelonthouding is voor den bestuurder, aldus de schrijver der brochure C. J. Toebes, de veiligste weg. Wij zeggen het hem na. In elk geval moet de bestuurder een matig mensch zijn. oksels en voeten behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel daar voor. Het kost 45 en 60 ct. per bus en is evenals Purol, verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. Over verkeersongeval len en een voorname oorzaak. De „Vereeniging voor Alcohol bestrijding bij het Snelverkeer" heeft een brochuurtje laten verschijnen over Verkeersongevallen in Neder land in 1929. We lezen daarin cijfers, die indruk maken. Zoo zien we, dat in 1927 op de rijkswegen alleen (over volgende jaren en over andere wegen bestaan nog geen statistische gegevens), in ons land bij verkeersongevallen het aantal slachtoffers was als volgt dooden 94 zwaar gewonden 177 gewonden 303 licht gewonden 334 In de zes grootste gemeenten van ons land waren het aantal verkeers ongevallen en de gevolgen Totaal ernstig licht gew. gew, veroorzaakt vaak Hevige Hoofdpijn een paar Mynliardt's Hoofdpijn- tabletten doen deze spoedig bedaren. In Buisjes 60 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Nieuwe sigarenfabriek. De N. V. Sigarenfabriek „Arsifa' te Horst gesticht, nabij Weisterbeek, aan de Kiezelweg naar America, met de daaraangrenzende directeurswoning is gereed voor de exploitatie. Voorloopig zal met een 20-tal arbeiders begonnen worden met het fabriceeren van sigaren. Meisje van de Maasbrug gesprongen en verdronken. Toen Maandagmiddag de 19-jarige H. S. uit Blerick met haar vader over de Maasbrug ging, liep het meisje plotseling naar de brugleuning en voordat iemand haar ongelukkige daad kon vermoeden, was zij over de leuning gesprongen en viel naar beneden in het water. Zekere V., die op dat moment ook de brug passeerde, bedacht zich geen oogenblik en sprong gekleed vanaf de brug te water. Het gelukte hem het meisje enkele keeren vast te grijpen, maar hij kon haar niet aan den kant brengen. Tenslotte moest hij zichzelf redden. Na een half uur dreggen heeft men net lijk van de ongelukkige opgehaald. De oorzaak van haar ongelukkige daad, moet waarschijnlijk gezocht worden in een ernstig meeningsverschil, dat zij met haar ouderlijk huis had, over een dienstbetrekking. De gevaarlyke Maas. Vrijdagnamiddag is te Stein, de 40-jarige B. S. bij het zwemmen in de Maas verdronken. Ofschoon een andere zwemmer die het ongeluk zag gebeuren, hem nog op het droge wist te brengen, mocht hij hem toch niet het leven redden. S. was vader van drie kinderen. Chauffeur gedood. In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft op den Rijksweg even voor het viaduct te Sittard een ernstig auto-ongeluk plaats gehad. Een luxe wagen, bestuurd door den heer Ch. S. uit Sittard komende uit de richting Nieuwstadt, trachtte in groote vaart een voor hem rijdende auto te passeeren, doch kon hierdoor de zeer gevaarlijke bocht onder het viaduct niet meer halen, waardoor hij door de zich langs den weg be vindende houten afrastering heenreed en in een greppel terecht kwam. De auto sloeg over den kop. Zwaar gewond werd S. uit de auto gehaald. Hij overleed kort daarna. Em. Pastoor S. van Crugten f Te Buggenum is, na voorzien te zijn van de H.H. Sacramenten der Stervenden, overleden de Zeereerw. Heer S. H. van Crugten, emeritus- pastoor van Heythuizen. Servaas Hubert van Crugten werd geboren te Roermond 19 Maart 1857, volbracht zijn scudiën aan het college zijner geboorteplaats en de Seminaries het Bisdom Roermond, werd priester gewijd 25 Maart 1882 en achtereenvolgens benoemd totkape laan te Noorbeek op 30 December 1882, kapelaan te Thorn op 29 Maart 1889, pastoor te America op 22 Juni 1897 en tot pastoer te Heythuizen op 25 September 1908. Op 1 October 1929 verkreeg Z. Eerw. eervol ontslag. Naar de Mfssie. 9 September a.s. vertrekken van Amsterstam naar Flor/es de Z. E. paters Boots (Horst), Duiffels (Amster dam). Hooiveld (An'dijk), Rozing (Heiloo) en de Eerw. i Iroeder Cele- rinus, allen missionarissen van het Goddelijk Woord. Benoemingen in het Wisdom Roermond. Z. D. H. Mgr. L. J. A. H. Schrijnen, Bisschop van Roermond, hee»f aan den Weleerw. heer J. M. J. A. sen opgedragen, zijne theologische studies te Rome voort te zetters en heeft benoemd tot professor tel(j |pl- duc den Weleerw. heer W<DfllG. Halmans, beiden priesters vatra et Seminarie. ,ts. Brand. e' Op de hoeve bewoond door den landbouwer Litjens op den Geuzen- dijk te Weert ontstond brand waatbij de schuur en stalling met inhoud een Drooi der vlammen werden. Het huis Ueef gespaard. Een 30-tal varkens kwam in de vlammen om. Schuur en akkergerei, de oogst en eenige karren gingen verloren. Litjens zelf liep door ver keerd gebruik van een bluschapparaat brandwonden op, evenals een der blusschers wiens ldeeren vuur vatten. De oorzaak is onbekend. Verzeke ring dekt gedeeltelijk de schade. Verdronken. In de Waal voor Nijmegen is verdronken de 20-jarige onderwijzer W. H., die met 2 vrienden was gaan baden op de z.g.n. zandplaat. Hij geraakte in een kolken verdween in de diepte. Uit de Waal voor Nijmegen is opgevischt het lijk van een 17-jarig meisje, waarvan de identiteit niet is vastgesteld. Ernstige aanryding. Toen Maandagavond dedi;nstbode van de familie van Gestel aan den Geldropschenweg te Eindhoven en het 14-jarig zoontje van den heer v. G. en een logeetje per fiets van het vuurwerk naar huis terugkeerden, werden ze aangereden door een vrachtauto. Het zoontje van den heer v. G. werd op slag gedood, terwijl het dienstmeisje zwaar gewond werd. De dienstbode werd naar haar ouder lijke woning te Zes Gehuchten ver voerd, waar ze voorzien werd van de H. H. Sacramenten der stervenden. Tengevolge van een zonnesteek overleden. De 48-jarige arbeider J. N. uit Wehl, die werkte op de steenfabrie. te Gendringen en eenige dagen ge> leden door een zonnesteek werd ge troffen, is Dinsdag in het ziekenhuis te Terborg overleden. Hij laat een vrouw en zes kinderen achter. Vreeselyk ongeluk op de Loosdrechtsche Piassen. Dinsdag waren te Oud-Loosdrech 4 watervliegtuigen afkomstig Vi het vliegveld de Mok aangekom** Zij waren in de onmiddellijke bijheid van het zwembassin Piashuis gemeerd. Te ruim 2 zouden de vliegtuigen weer vertreK ken. Als eerste vliegtuig startte het watervliegtuig W 54. Door tot nu toe onbekende oor zaak is het vliegtuig direct na den start neergestort. Het kwam boven op den zwemtoren van het zwem bassin terecht. Het toestel zoowel als de springtoren werden vernield. Indien de overblijfselen van het vliegtuig in het bassin terecht waren gekomen, dan zou de ramp nog veel ernstiger dan thans het geval is. geweest zijn. Het vliegtuig was bemand met een luitenant waarnemer en een kor poraal-vlieger. Beiden werden ge dood. Op den springtoren bevond zich, toen het vliegtuig daarop neerstortte, een jongen. Deze is met het vliegtuig in het meer gestort en gedood. Er zijn door deze ramp dus drie personen om het leven gekomen. Een gedeelte van de overblijfselen van het vernielde vliegtuig kwam op den vleugel van één der andere watervliegtuigen, die nog gemeerd lagen, terecht. Een lui tenant-vlieger die op het vliegtuig stond werd getroffen en gewond. Een vleugel van het vlieg tuig knapte af. De ramp veroorzaakte een groote consternatie.

Peel en Maas | 1930 | | pagina 6