Weekblad voor VENBAT, HOEST en Omstreken.
Qaïfonot
manufacturen}
pACFONQ^
0Q6D3L1GSE
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Wetenswaardigheden
van Overloon,
De prijzen van
varkensvleesch.
Land- en Tuinbouw
De Kippenhouderij op
het platteland
DONDERDAG 14 AUGUSTUS 1930
Een en Tljltigste Jaargang No. 34
BLIJKEN I
I TOCH HETJ
voordeligs®
PEEL EN MAAS
((manufacture^
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIEN1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7l/i ct.
bij abonnement lagere tarieven.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF YENRAY
Telefoon 51 GIRO 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 5 een
voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent
O L. Vrouw Behoudeois
der Krauken, Oastrum.
door
A. F. Van BEURDEN.
Overloon vormde vroeger met
Vierlingsbeek, Groeningen en Vortum
ééne Schepenbank, was dit geheel
afgescheiden van. Maashees. Men
noemde het O ver-loon, ter onder
scheiding van Neer-loon bij Rave-
stein gelegen, Overloon is later met
Maashees vereenigd en vormt daar
van het Peelgedeelte. Overloon is
ontstaan door ontginning in de tweede
rei dorpen van de Maas afgerekend,
waarin Venray, Loon, Oploo, Sint
Anthonis, Rijkevoort Haps liggen
en die tot nog toe in het algemeen
het karakter van landbouwdorpen
bewaard hebben. Deze tweede rij
dorpen vermoedt men, dat gesticht
zijn door de uit de Maasdorpen
westwaarts teruggedrongenbewoners,
welke langs de ontoegankelijke Peel
goede gronden langs de kleine beken
gezocht hebben, waar ze landbouw
en veeteelt konden beoefenen.
Loon heeft reeds vroeg eene kapel
bezeten, gewijd aan den H. Theobal-
dus het had in 1553 al een eigen
pastoor. De tienden van de velden
werden door de kanunniken van St.
Jan opgebeurd, die ongeveer 600
gulden opbrachten, voor dien tijd
eene aanzienlijke som, als men weet,
dat alles met stukjes en beetjes inge
vorderd moest worden.
Na een bezoek, dat Jacobus van
Oeveren, de Vicaris-generaal aan de
parochie in 1672 bracht, werd het
volgende aangeteekend. Het feest van
den patroon der kerk, den H. Theo-
baldus, valt op 1 Juli. De tienden
werden verdeeld. Er is geen vaste
biechtstoel. Men moet namelijk weten,
dat de Franschen aan de bevolking
van Loon in 1672 hun kerk terug
gegeven hadden, die hun in 1648
ontnomen was. Na het vertrek der
Franschen verloren ze die weer tot
1800 toe.
Pastoor is Theodorus van Cuyck,
hij moet Zon- en feestdagen predi
ken. Joannes Reniers, een vroegere
rector der Keulsche LIniversiteit
stichtte een Zondagsmis ter eere van
O.L. Vrouw en St. Joseph. Daarvoor
werd een rente betaald van 300
Keizersgulden uit een huis te Keulen.
De pastorie had een tuin. Er waren
in 1672 driehonderd communicanten
en geen andersdenkenden. Er bestond
ook een schuttersgilde van St. Theo
bald. De koster, Antonius Thomas
sen, hield aan zijn huis ook school
en kreeg daarvoor 45 gulden.
Ofschoon zich te Overloon geen
Hervormden bevonden, sloegen de
Staten Generaal in 1648 de kerkelijke
goederen aan en gebruikten de kerk
als bergplaats. De katholieken van
hunne kerk beroofd, sloegen toen op
Venraysch gebied een noodkerk op.
Later timmerde men, oogluikend, dus
bij gratie der Staten, naast de oude
afgenomen kerk een eenvoudige
schuurkerk met pastorie.
In 1800 kregen de katholieken hun
Kerk weer terug, maar ze was door
slecht onderhoud zoo bouwvallig
geworden, dat slechts het schip met
steenen gewelf was blijven staan.
Aldus heeft men in de oude tijden
met de land van Cuykschen en de
Brabanders gehandeld.
In 1821 bouwde men een nieuw
koor aan de oude kerk en liet de
schuurkerk afbreken. In 1911 is door
den architect Jan Stuyt een mooi,
eenvoudig Romaansch kerkje ge
bouwd. Bij een vierkanten westtoren
sluit zich aan een schip van drie
traveëen. De middenbeuk is tusschen
de muren 7.23 M. breed en de zij
schepen 2.60 M. Het transept reikt
buiten de zijbeukenhet priesterkoor
half cirkelvormig. Daartegen liggen
sacristie en catechismuskamer. De
doopkapel ligt tegen den toren. De
kerk is met vlakke zoldering en rijk
gesierd in kleur door Jan Oosterman.
De opvolging der pastoors, zooals
Schutjes V bl. 477 die tot 1873 geeft
is als volgt
15. Wilhelmus DunenRutger
van Veltum pl.m. 1663 1663 Wil
helmus Verstegen16.... Theodorus
van Cuyck; 1681 Antonius Remmen
van Roy; 1691 Andres Knippenberg;
1707 Henricus vanGorp; 1728 Wil
lem van Vlokhoven; 1710 Henricus
Arts; 1742 Stephanus Versleijen;
1786 Jacobus Nelissen van Mill;
1795 Petrus Cremers "an Maashees;
1849 Albert van den Bosch van
Boxmeer; 1873 Gangericus Gysbers
van AfFerden.
Overloon is in de laatste jaren
zeer vooruitgegaan door den aanleg
van goede wegen van Maashees naar
Loon, van Venray naar Loon en
verder Noordelijk, maar vooral door
de ontginningen der gemeente-eigen
dommen en door de stichting van
bouwhoeven, zoodat het gezien mag
worden. Ook werkt er de Coöpe
ratie, het landbouw-onderricht en
stelt men zich ook van de verschil
lende onderdeelen der wetenschap
en kunst op de hoogte. Bestuur en
inwoners werken daaraan krachtig
mede.
Het Overloonsche Vlak is een
bewijs van den vooruitgang. De
gemeente pakte de zaak krachtig aan,
nam met goedkeuring der provincie
f 144000 op en maakte van die woeste
gronden bouw- en grasland en be
zette ze met boerderijen en ver
pachtte deze. Het uitgestrekte Vlak
nu geheel in weiden en akkers
herschapen, dank zij het doorzettings
vermogen van burgemeester Rieter.
De toename van de boschgronden
was b.v. van 1900—1914 124 pct.of
123 Hectaren, de bevolking ging met
21 pet. vooruit.
Het mechanisme der prijsvorming.
De groote schommelingen van
jaar tot jaar welke zich voordoen in
de prijzen van varkens en varkens
vleesch hebben al sinds eenigen tijd
de belangstelling getrokken van ver
schillende personen en instellingen
in het buitenland.
Zoo werd b.v. door het Berlijnsche
Institut für Konjuncturforschung reeds
eenigen tijd geleden een belangwek
kende studie over dit onderwerp
gepubliceerd, van de hand van dr.
A. Hanau, waarin op grond van
uitvoerige onderzoekingen het me
chanisme der prijsvorming nog
verduidelijkt, en een prognose van
de varkensprijzen gegeven werd.
Door de Reichforschungsstelle, für
landwirtschaftliches Marktwesen werd
deze studie van zooveel belang ge
acht, dat ze in populairen vorm
opnieuw4 uitgegeven en verspreid
werd.
Waar, mede- door de zoo ge
wichtige prijsbewegingen van andere
goederen in den laatsten tijd, ook
in ons land voor de schommelingen
der varkensprijzen een verhoogde
belangstelling is ontstaan, en waar
bovendien de onderzoekingen van
dr. Hanau belangrijke perspectieven
bieden voor een meer rationeele
varkenshouderij, heeft het Centraal
Bureau voor de Statistiek nagegaan
in hoeverre bovengenoemde publi
catie van het Berlijnsche Instituut
ook voor de Nederlandsche markt
beteekenis heeft.
De resultaten van dit onderzoek
worden gepubliceerd in de eerstvol
gende aflevering van de Nederland
sche Conjunctuur, het driemaande
lijks tijdschrift voor conjunctuuron-
derzoek, uitgegeven door 't Centraal
Bureau.
Wegens het belang dezer kwestie
werd reeds nu door het Bureau
omtrent den inhoud van het artikel
een en ander medegedeeld, hetgeen
wij hieronder laten volgen
In tegenstelling tot de Amerikaan-
sche onderzoekers verklaart dr.
Hanau de schommelingen in de
varkensprijzen, welke zooals bekend
kan zijn, in den tijd van 3 a 4 jaar
één volledige golf vormen, voor het
overgroote deel uit factoren, welke
met een aanbod samenhangen.
Waar het aanbod in het algemeen
uit varkens bestaat van pl.m. elf
maanden oud, (althans in Duitschland)
is vooruitzien op een dergelijken
termijn mogelijk.
Een nauwkeurige analyse van het
geheele proces voert dr. Hanau tot
de slotsom dat de voornaamste in
vloed op den varkensprijs van 1
de verhouding tusschen varkensprijs
en voederprijs 18 maanden tevoren;
2, de absolute hoogte van de voe-
derprijzen 11 maanden te voren 3.
het aantal aanwezige voor de voort
teling bestemde zeugen van 1 jaar
en ouder, 12 maanden te voren.
De schrijver geeft dan een formule
aan, waaruit voor elke maand uit
deze bestanddeelen de prijs van
varkens (seizoenschommelingen ge
ëlimineerd) op te bouwen is.
Voegt men de normale seizoen
schommeling hieraan toe, (welke
echter niet zoo belangrijk is als de
driejaarlijksche beweging) en houdt
men rekening met de zwakke, over
langere perioden waarneembare al-
gemeene daling der varkensprijzen,
welke de laatste 10 jaren viel te
constateeren, en die nog niet schijnt
afgeloopen te zijn, dan kan zoo
doende dus de werkelijke prijs over
11 maanden voorspeld worden.
In groote hoofdtrekken Iaat het
mechanisme der prijsvorming, zich in
't kort aldus karakteriseeren, telkens
als de varkensprijzen gunstig zijn
werd de teelt uitgebreid op te
groote schaaldaardoor komen
pl.m. 18 maanden later te veel var
kens op de markt, hetgeen tot een
prijsdaling aanleiding geeft. Deze
heeft een te groote inkrimping van
de teelt tot gevolg, met na 18 maan
den het tegenovergestelde gevolg,
waardoor een voortdurend schom
melen om den evenwiebtsstand wordt
bereikt.
Bij het onderzoek in hoeverre deze
onderzoekingen ook voor Nederland
beteekenis hebben, dient men in het
oog te houden, dat het zwaartepunt
van de varkensteelt der ons om
ringde landen in Duitschland ligt,
waar men zeer veel varkens houdt.
Den grootsten uitvoer vertoonen
echter Denemarken en Nederland,
omdat het eigen verbruik in Duitsch
land zeer aanzienlijk is. Deze uitvoer
geschiedt (in den vorm van slechten
bacon) voor een belangrijk deel naar
Engeland.
Een prijsparallelisme voor Dene
marken, Engeland en Nederland ware
dus zonder meer begrijpelijk. Dat
daarnaast ook het parallelisme tus
schen Duitsche en Nederlandsche
varkensprijzen zeer groot is, zooals
de statistieken uitwijzen, kan deels
hieraan toegeschreven worden, dat
de, op zich zelf niet groote, uitvoer
van varkensvleesch van Nederland
naar Duitschland ondanks de ver
hoogde invoerrechten zeer prompt
op prijsverschillen reageert, en deels
hieraan dat ook in Nederland een
dergelijk prijsvormingsmechanisme als
in Duitschland schijnt te bestaan.
Beide verschijnselen worden in het
aangekondigde artikel statistisch
nader geïllustreerd. Ten aanzien van
het laatstgenoemde kan worden op
gemerkt dat er inderdaad een groote
overeenstemming bestaat tusschen
den varkensprijs eenerzijds en de
drie bovengenoemde factoren ander
zijds, met dit merkwaardige verschil,
dat de vertragingstijd steeds iets
geringer schijnt te zijn dan in Duitsch
land. In den geest van dr. Hanau's
onderzoekingen zou dit moeten wor
den toegeschreven aan of een sneller
reageeren van den Nederlandschen
varkenshouder op de marktsituatie,
of een korteren mesttijd.
Het is o.m. op de overeenstemming
van dergelijke lijnen voor Duitsch
land dat dr. Hanau zijn conclusie
baseert, dat de prijzen voor varkens
vleesch het eerste jaar zullen blijven
dalen en mede in verband met het
voorgaande verder er voor waar
schuwt dat men op deze daling niet
moet antwoorden met een zoo sterke
inkrimping van den varkensstapel,
als gebruikelijk is.
Waar de overeenstemming voor
de Nederlandsche lijnen eveneens
groot is, en waar bovendien het
parallelisme tusschen Duitsch- en
Nederlandsche prijzen groot is, zal
de onderzoeking van dr. Hanau voor
de Nederlandsche varkensteelt zeker
ook waarde hebben.
Thans is bij het Centraal Bureau
voor de Statistiek een onderzoek
gaande naar de prijsvorming van
rundvleesch en zuivelproducten, waar
van de resultaten in een der volgende
afleveringen van „De Nederlandsche
Conjunctuur" zullen verschijnen
moordkuil. Ze vertelden van hun
wedervaren in Duitschland ze waren
ingegaan op een aanbieding van een
Duitschen koopman tevens
groentenverbouwer in 't groot. Die
aanbieding was bepaald schitterend,
ze zouden veel geld verdienen, prima
kost en inwoning hebben. Dus toog
het drietal uit deze omgeving naar
Rheinland en... precies een week
later namen ze den sneltrein naar
Amsterdam, overnachten daar en
den volgenden morgen namen ze
den trein naar Koolland.
Hoe staat er het gewas vroeg ik.
De bodem is er goed -luidde
het antwoord met kunstmest kan
men er best vroege aardappelen,
kool en bloemkool telen.
We waren daar op een groot
bedrijf, er stond maar even 16 bunder
bloemkool aan één lap. Geen ver
keerd exemplaar, geen rotstruik of
draaier was er in te vinden. Ook
vroege aardappelen, die geen afwij
king vertoonden.
Waarom namen jullie zoo gauw
de beenen
Is me dat daar een toestand
repliceerden ze als 't ware gelijk.
Men heeft daar heelemaal geen dag-
indeeling, schafttijden bestaan
practisch nietin den bloemkooltijd
wordt meermalen om 4 uur 's mor
gens, nog wel vroeger ook, begon
nen. Er wordt hard gewerkt, en
rust kent men er eigenlijk niet
meermalen mo?t er 's avonds om acht
uur nog een hoeveelheid van 200
baal aardappelen worden opgezakt
en afgewogen. Vrouwen en meisjes
werken van 's morgens tot 's avonds
meehoe die het uithouden, is ons
een raadsel. Ja, men zegt wel eens
dat er in Duitschland niet zoo hard
gewerkt wordt als hier, edoch er
wordt daar ge-ezeld.
En het loon informeerde ik.
Daar sta je paf van, luidde 't
antwoord. De mannen verdienen
25—26 Mrk. per week, de vrouwen
en meisjes natuurlijk minder. Men
kan er zooveel menschen krijgen als
men wil, de werkloosheid is er
groot.
Nu verdienden wij wel meer, doch
v? bedankten er voor, 14—15 uur
per dag te werken, om dan "s avonds
in een schuur op wat stroo en
onder zakken als dek ons moede lijf
neer te leggen. Dus namen we de
beenen en lieten den koopman-boer
weten, dat we ons niet lieten
exploiteeren. Hij keek wel wat raar
op zijn neus, wilde ons voortaan de
overuren wel vergoeden, doch we
hadden er genoeg van.
Er is toch maar één Holland.
Zien jullie er geen heil in, in
Duitschland te bouwen
Ja, dat wel. We hopen er dezen
herfst weer heen te gaan, en hebben
reeds connecties aangeknoopt en
denken er over, dan wat land te
huren.
Inmiddels waren we te Heerhugo-
waard gekomen, waar twee ex-
Duitschers uitstapten en te Obdam
verliet de derde den trein.
Roosendaal een fokveedag worden
gehouden, die ter gelegenheid van
het twaalf en een half jarig bestaan
van deze nuttige instelling zeer be
langrijk belooft te worden.
Op 10 en 11 September a.s. wordt
te St. Anthonis (N. Br.) weer de
jaarlijksche landbouwtentoonstelling
gehouden.
Hoe men in Duitschland werkt?
't Was in den trein van Alkmaar
naar Hoorn, vertelt het „Chr.
Nieuwsblad".
In de Kaasstad stapten bij me in
den coupé een drietal jongemannen
met zware valiezen. Stoere kerels,
ze maakten van hun hart geen
De „regenzomer1' en de
byenteelt.
Uit de Brabantsche Peelstreek
wordt bericht dat door de vele
regens van Juli en Augustus de
bijenhouders genoodzaakt zijn ge
worden, om midden in den (zomer I)
hun volken bij te voederen. Dit is
een nadeelige factor. De kasten en
korven worden thans naar de heide
en de Peel gebracht. Van verre
afstanden werden de nijvere diertjes
aangevoerd. Men is echter weinig
enthousiast gestemd omtrent de
resultaten der heidedracht.
Accynsvrye suiker voor
bijenhouders.
Evenals vorige jaren heeft de
Regeering wederom aan de Vereeni-
ging tot Bevordering der Bijenteelt
in Nederland toestemming verleend,
aan leden en niet-leden der vereeni-
ging accijnsvrije suiker te verstrek
ken en wel tot een maximum van
7i/j K.G. per te overwinteren bijen
volk. Bij wijze van proef heeft de
regeering ook toegestaan, zulks op
aandringen van den Rijksbijenteelt-
consulent dr. ir. A. Minderhoud,
om de suiker niet meer te vermen
gen met kalmoes, doch uitsluitend
met een van de kleurmiddelen
methylviolet of fluoresceinen, waar
door het zoo dikwerf voorkomende
verstoppen van voedertoestellen
wordt voorkomen.
Het jaar 1930 is tegen alle ver
wachting in een slecht jaar voor de
imkers en als niet spoedig de weers
gesteldheid belangrijk verbeterd,
wordt de heideoogst een fiasco,
terwijl heel wat volken van gebrek
zullen omkomen. De suiker is ver
krijgbaar bij het Bijenhuis te Wage-
ningen.
Landbouwtentoonstellingen.
Op 1 September a.s. zal te
door
JOS. BOSHOUWERS te LENT.
Haverkiemkast.
VRAAG Ik ben van plan, daar
ik timmerman ben. een haverkiem
kast te maken, voor me zelf. Ik heb
100 kippen ongeveer. Ik wil ze
maken aan de hand der gegevens
van Sluis in het boekje over Och-
tendvoer, dat dezer dagen algemeen
verspreid werd. Daar staat in 2 pd.
per dag gekiemde haver aan 100
kippen.
Maar nu is mijn vraag deze Ik
heb ook heel wat kool geplant, doch
niet genoeg voor den heelen winter.
Zou het nu geen kwaad kunnen,
eerst gekiemde haver te voeren en
dan boerenkool of omgekeerd
Verandering van voer tijdens den
leg is immers wel eens gevaarlijk
Gaarne uw antwoord in Peel en
Maas. Venray
ANTWOORD Ik geloof niet.
dat er bezwaar aan verbonden is,
want én boerenkool én gekiemde
haver bevatten beid? veel stoffen,
die men vitaminen (A) noemt en
daar worden ze hoofdzakelijk om
gevoerd. Dus niet om de eiwitstof
fen.
In de practijk blijkt verandering
van groenvoer (mits het allemaal
malsch, jong groenvoer is) geen
nadeeligen invloed te hebben. Wat
wel ongewenscht is Nu volop
groenvoer en dan 'n heele poos
weer niks.
Een beetje laut.
VRAAG Ik heb nog een 30-tal
Witte Leghornhennetjes van 6 Juni.
Ze zijn nu dus 2 maanden oud. Ik
geef Sluis opfokvoer en kuikenzaad.
Ze groeien tamelijk, maar toch niet
zoo als de vorige, en ik zou ze ook
niet aangehouden hebben, maar van
de vorige had ik er wat veel ver
kocht op vroege bestelling. Gezond
zijn ze wel. Wat zou ik er bij kun
nen voeren, om ze een beetje te
helpen Ook deze vraag zag ik
gaarne beantwoord.
Uit Venray.
ANTWOORD: Blijf nog een
paar weken met opfokvoer doorgaan
en ga dan geleidelijk over tot och-
tendvoer. Intusschen raad ik u aan
van nu af, 's middags in zuivere
bakken, een maaltje droge haver
mout voor te zetten. Op de fok-
stations van den Aartsdiocesanen
Boeren en Tuindersbond alhier wordt
dat tegenwoordig veel gedaan en
het succes is zeer goed. Havermout
voor alle nog groeiende dieren
een uitstekend voedsel. En het is
niet te eiwitrijk, men forceert er dus
niet door. Alleen groeit het lichaam
wat forscher en vlugger uit.
Vergadering van den
Gemeenteraad
te Venray,
Dinsdag 12 Aug. 1930.
Voorzitter: O. van de Loo, Bur
gemeester.
Secretaris: van Haaren.
Afwezig de Heeren Wethouder
Houben, Nelissen en Vermeulen,
welke laatste bericht van verhin
dering gezonden had.
1. Notulen.
Na opening der vergadering met
gebed, werden de notulen der vo
rige vergadering, na eene opmerking
van den heer Stoot, goedgekeurd.
2. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot het verleenen van
eervol ontslag aan den hulpkeurmees
ter van Bregt wegens zijne benoeming
elders.
De Voorzitter deelde mede, dat
de heer van Bregt tot hulp-keur
meester te Kerkrade is benoemd.
In verband met het aldaar nieuw
gebouwde slachthuis, stelt het Ge
meentebestuur van Kerkrade het
zeer op prijs, als de heer van Bregt
per 15 Aug. zijne functie zou aan
vaarden.
B. en W. stellen dan ook voor,
den heer van Bregt met ingang van
15 Aug. 1930 eervol ontslag te
verleenen als hulp-keurmeester alhier,
waarmee de Raad z.h.s. instemde.
3. Vaststelling der Rekening van
het Burgerlijk Armbestuur 1929.
4. Vaststelling der begrooting
van het Burgerlijk Armbestuur 1931.
Conform het rapport der daartoe
ingestelde commissie van onderzoek,
werden de rekening 1929 en de be
grooting 1931 van het Burgerlijk
Armbestuur goedgekeurd.
5. Benoeming van een lid van
het Burgerlijk Armbestuur, aftredend
de heer van Gerven.
Bij de gehouden stemming bleek
dat op het aftredend lid den heer
van Gerven 9 en op den heer Schols
1 stem was uitgebracht, zoodat de
heer van Gerven herbenoemd is.
6. Voorstel van B. en W. tot
vaststelling eener verordening be
treffende de classificatie van de
gemeente tot heffing der Gemeente
fondsbelasting.
7. Voorstel van B. en W. tot
vaststelling eener verordening betref
fende de classificatie van de gemeente
voor de heffing der Personeele be
lasting.
Voorstel van B. en W. tot
vaststelling der verordeningen tot
heffing en invordering van 50 op
centen op de Vermogensbelasting.
9. Voorstel van B. en W. tot
vaststelling der verordeningen tot
heffing en invordering van opcenten
op de Gemeentefondsbelasting.
10. Voorstel van B. en W. tot
vaststelling der verordeningen tot
heffing en invordering van opcenten
op de hoofdsom der Personeele be
lasting.
11. Voorstel van B. en W. tot
vaststelling eener verordening tot
vervanging van belastingbedragen
voorkomende in de Wet op de
Personeele belasting 1896 door andere
belastingbedragen.
De Voorzitter hield een korte in
leiding op deze ontwerpen, die in
eene uitvoerige memorie van toe
lichting den Raadsleden was uiteen
gezet. Hij voegt er bij, dat dit op
het agenda heel wat lijkt, maar zoo
ingewikkeld was alles toch niet. Zou
mogelijk het een of ander den
Raadsleden nog niet duidelijk genoeg
zijn, dan zou hij gaarne verder noodige
uitleg geven.
De heet Odenhoven kon zijn on
geduld moeilijk bedwingen en zoo
dra er kans was, stelde hij dan ook
voor om al deze punten aan te
houden, ze eerst nog eens ter dege
te bestudeeren en zoo mogelijk eerst
onderling te bespreken.
De Voorzitter vond dit nogal
bezwaarlijk, daar een en ander voor
1 September 1930 gereed zijn moest.
De heer Stoot steunt het voorstel
Odenhoven en zegt, dat de meeste
leden niet op de hoogte waren van
de aanhangige voorstellen en de
daaraan verbonden gevolgen. Waar
het hier gaat over zóóver gaande
ontwerpen, is voorlichting en bespre
king zeer gewenscht. Tijd was er nog
genoeg.
De Voorzitter zegt geen bezwaar
te hebben tegen eene intieme en
vriendschappelijke bespreking. Hij
stelt dan ook voor de vergadering
een uur te schorsen hij zou dan in
dien tijd de zaken eens bloot leggen.
De heer Stoot vond een uur veel
te weinig en zag er geen bezwaar
in de volgende week in een nieuwe
vergadering een en ander te behan
delen.
De heer Strijbos viel den heer
Stoot bij. terwijl de heer Odenhoven
er op wees, dat nu 3 leden afwezig
waren, hij het bezwaarlijk vond een
zóó ver strekkend ontwerp in stem
ming te nemen.
Na eene discussie werd z.h.s. be
sloten morgen in Comité de belasting-
ontwerpen te bespreken en in een
volgende vergadering af te handelen.
12. Vaststelling van het kohier
der rioolbelasting voor den dienst
1930.
Z.h.s. werd het kohier vastgesteld
op f 8051.12.
13. Voorstel van B. en W. tot
wijziging van het Rooilijnenplan.
De Voorzitter deelde mede, dat
van Ged. Staten een schrijven is
ingekomen, waarbij dit College ad
viseerde de rooilijn zoodanig te
wijzigen dat de gebouwen voortaan
12 Meter uit het hart van den weg
werden gebouwd in verband met het
steeds toenemend verkeer, waarmede
de Raad instemde, zoodat de ver
ordening in dezen zin zal gewijzigd
worden.
14. Aanvulling der begrooting
dienst 1930.
De Voorzitter zegt. dat in verband
met art. 13 der L. O. Wet eene
wijziging in de begrooting gebracht
moet worden. Het betreft hier een
bedrag van f 120 te nemen uit „On
voorzien" voor de gesloten school
overeenkomst met de Gemeente
Wanssum. Z.h.s. goedgekeurd.
15. Voorstel van B. en W. tot
verkoop van circa 1 H.A. grond