Weekblad voor VENBAT, HOEST en Omstreken. Qaïfonot manufacturen} pACFONQ^ 0Q6D3L1GSE Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. Wetenswaardigheden van Overloon, De prijzen van varkensvleesch. Land- en Tuinbouw De Kippenhouderij op het platteland DONDERDAG 14 AUGUSTUS 1930 Een en Tljltigste Jaargang No. 34 BLIJKEN I I TOCH HETJ voordeligs® PEEL EN MAAS ((manufacture^ BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENTIEN1—8 regels 60 cent, elke regel meer 7l/i ct. bij abonnement lagere tarieven. Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF YENRAY Telefoon 51 GIRO 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct., per post 5 een voor het buitenland f 1.05 bij vooruitbetaling, afzonderl. nummers 5 cent O L. Vrouw Behoudeois der Krauken, Oastrum. door A. F. Van BEURDEN. Overloon vormde vroeger met Vierlingsbeek, Groeningen en Vortum ééne Schepenbank, was dit geheel afgescheiden van. Maashees. Men noemde het O ver-loon, ter onder scheiding van Neer-loon bij Rave- stein gelegen, Overloon is later met Maashees vereenigd en vormt daar van het Peelgedeelte. Overloon is ontstaan door ontginning in de tweede rei dorpen van de Maas afgerekend, waarin Venray, Loon, Oploo, Sint Anthonis, Rijkevoort Haps liggen en die tot nog toe in het algemeen het karakter van landbouwdorpen bewaard hebben. Deze tweede rij dorpen vermoedt men, dat gesticht zijn door de uit de Maasdorpen westwaarts teruggedrongenbewoners, welke langs de ontoegankelijke Peel goede gronden langs de kleine beken gezocht hebben, waar ze landbouw en veeteelt konden beoefenen. Loon heeft reeds vroeg eene kapel bezeten, gewijd aan den H. Theobal- dus het had in 1553 al een eigen pastoor. De tienden van de velden werden door de kanunniken van St. Jan opgebeurd, die ongeveer 600 gulden opbrachten, voor dien tijd eene aanzienlijke som, als men weet, dat alles met stukjes en beetjes inge vorderd moest worden. Na een bezoek, dat Jacobus van Oeveren, de Vicaris-generaal aan de parochie in 1672 bracht, werd het volgende aangeteekend. Het feest van den patroon der kerk, den H. Theo- baldus, valt op 1 Juli. De tienden werden verdeeld. Er is geen vaste biechtstoel. Men moet namelijk weten, dat de Franschen aan de bevolking van Loon in 1672 hun kerk terug gegeven hadden, die hun in 1648 ontnomen was. Na het vertrek der Franschen verloren ze die weer tot 1800 toe. Pastoor is Theodorus van Cuyck, hij moet Zon- en feestdagen predi ken. Joannes Reniers, een vroegere rector der Keulsche LIniversiteit stichtte een Zondagsmis ter eere van O.L. Vrouw en St. Joseph. Daarvoor werd een rente betaald van 300 Keizersgulden uit een huis te Keulen. De pastorie had een tuin. Er waren in 1672 driehonderd communicanten en geen andersdenkenden. Er bestond ook een schuttersgilde van St. Theo bald. De koster, Antonius Thomas sen, hield aan zijn huis ook school en kreeg daarvoor 45 gulden. Ofschoon zich te Overloon geen Hervormden bevonden, sloegen de Staten Generaal in 1648 de kerkelijke goederen aan en gebruikten de kerk als bergplaats. De katholieken van hunne kerk beroofd, sloegen toen op Venraysch gebied een noodkerk op. Later timmerde men, oogluikend, dus bij gratie der Staten, naast de oude afgenomen kerk een eenvoudige schuurkerk met pastorie. In 1800 kregen de katholieken hun Kerk weer terug, maar ze was door slecht onderhoud zoo bouwvallig geworden, dat slechts het schip met steenen gewelf was blijven staan. Aldus heeft men in de oude tijden met de land van Cuykschen en de Brabanders gehandeld. In 1821 bouwde men een nieuw koor aan de oude kerk en liet de schuurkerk afbreken. In 1911 is door den architect Jan Stuyt een mooi, eenvoudig Romaansch kerkje ge bouwd. Bij een vierkanten westtoren sluit zich aan een schip van drie traveëen. De middenbeuk is tusschen de muren 7.23 M. breed en de zij schepen 2.60 M. Het transept reikt buiten de zijbeukenhet priesterkoor half cirkelvormig. Daartegen liggen sacristie en catechismuskamer. De doopkapel ligt tegen den toren. De kerk is met vlakke zoldering en rijk gesierd in kleur door Jan Oosterman. De opvolging der pastoors, zooals Schutjes V bl. 477 die tot 1873 geeft is als volgt 15. Wilhelmus DunenRutger van Veltum pl.m. 1663 1663 Wil helmus Verstegen16.... Theodorus van Cuyck; 1681 Antonius Remmen van Roy; 1691 Andres Knippenberg; 1707 Henricus vanGorp; 1728 Wil lem van Vlokhoven; 1710 Henricus Arts; 1742 Stephanus Versleijen; 1786 Jacobus Nelissen van Mill; 1795 Petrus Cremers "an Maashees; 1849 Albert van den Bosch van Boxmeer; 1873 Gangericus Gysbers van AfFerden. Overloon is in de laatste jaren zeer vooruitgegaan door den aanleg van goede wegen van Maashees naar Loon, van Venray naar Loon en verder Noordelijk, maar vooral door de ontginningen der gemeente-eigen dommen en door de stichting van bouwhoeven, zoodat het gezien mag worden. Ook werkt er de Coöpe ratie, het landbouw-onderricht en stelt men zich ook van de verschil lende onderdeelen der wetenschap en kunst op de hoogte. Bestuur en inwoners werken daaraan krachtig mede. Het Overloonsche Vlak is een bewijs van den vooruitgang. De gemeente pakte de zaak krachtig aan, nam met goedkeuring der provincie f 144000 op en maakte van die woeste gronden bouw- en grasland en be zette ze met boerderijen en ver pachtte deze. Het uitgestrekte Vlak nu geheel in weiden en akkers herschapen, dank zij het doorzettings vermogen van burgemeester Rieter. De toename van de boschgronden was b.v. van 1900—1914 124 pct.of 123 Hectaren, de bevolking ging met 21 pet. vooruit. Het mechanisme der prijsvorming. De groote schommelingen van jaar tot jaar welke zich voordoen in de prijzen van varkens en varkens vleesch hebben al sinds eenigen tijd de belangstelling getrokken van ver schillende personen en instellingen in het buitenland. Zoo werd b.v. door het Berlijnsche Institut für Konjuncturforschung reeds eenigen tijd geleden een belangwek kende studie over dit onderwerp gepubliceerd, van de hand van dr. A. Hanau, waarin op grond van uitvoerige onderzoekingen het me chanisme der prijsvorming nog verduidelijkt, en een prognose van de varkensprijzen gegeven werd. Door de Reichforschungsstelle, für landwirtschaftliches Marktwesen werd deze studie van zooveel belang ge acht, dat ze in populairen vorm opnieuw4 uitgegeven en verspreid werd. Waar, mede- door de zoo ge wichtige prijsbewegingen van andere goederen in den laatsten tijd, ook in ons land voor de schommelingen der varkensprijzen een verhoogde belangstelling is ontstaan, en waar bovendien de onderzoekingen van dr. Hanau belangrijke perspectieven bieden voor een meer rationeele varkenshouderij, heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek nagegaan in hoeverre bovengenoemde publi catie van het Berlijnsche Instituut ook voor de Nederlandsche markt beteekenis heeft. De resultaten van dit onderzoek worden gepubliceerd in de eerstvol gende aflevering van de Nederland sche Conjunctuur, het driemaande lijks tijdschrift voor conjunctuuron- derzoek, uitgegeven door 't Centraal Bureau. Wegens het belang dezer kwestie werd reeds nu door het Bureau omtrent den inhoud van het artikel een en ander medegedeeld, hetgeen wij hieronder laten volgen In tegenstelling tot de Amerikaan- sche onderzoekers verklaart dr. Hanau de schommelingen in de varkensprijzen, welke zooals bekend kan zijn, in den tijd van 3 a 4 jaar één volledige golf vormen, voor het overgroote deel uit factoren, welke met een aanbod samenhangen. Waar het aanbod in het algemeen uit varkens bestaat van pl.m. elf maanden oud, (althans in Duitschland) is vooruitzien op een dergelijken termijn mogelijk. Een nauwkeurige analyse van het geheele proces voert dr. Hanau tot de slotsom dat de voornaamste in vloed op den varkensprijs van 1 de verhouding tusschen varkensprijs en voederprijs 18 maanden tevoren; 2, de absolute hoogte van de voe- derprijzen 11 maanden te voren 3. het aantal aanwezige voor de voort teling bestemde zeugen van 1 jaar en ouder, 12 maanden te voren. De schrijver geeft dan een formule aan, waaruit voor elke maand uit deze bestanddeelen de prijs van varkens (seizoenschommelingen ge ëlimineerd) op te bouwen is. Voegt men de normale seizoen schommeling hieraan toe, (welke echter niet zoo belangrijk is als de driejaarlijksche beweging) en houdt men rekening met de zwakke, over langere perioden waarneembare al- gemeene daling der varkensprijzen, welke de laatste 10 jaren viel te constateeren, en die nog niet schijnt afgeloopen te zijn, dan kan zoo doende dus de werkelijke prijs over 11 maanden voorspeld worden. In groote hoofdtrekken Iaat het mechanisme der prijsvorming, zich in 't kort aldus karakteriseeren, telkens als de varkensprijzen gunstig zijn werd de teelt uitgebreid op te groote schaaldaardoor komen pl.m. 18 maanden later te veel var kens op de markt, hetgeen tot een prijsdaling aanleiding geeft. Deze heeft een te groote inkrimping van de teelt tot gevolg, met na 18 maan den het tegenovergestelde gevolg, waardoor een voortdurend schom melen om den evenwiebtsstand wordt bereikt. Bij het onderzoek in hoeverre deze onderzoekingen ook voor Nederland beteekenis hebben, dient men in het oog te houden, dat het zwaartepunt van de varkensteelt der ons om ringde landen in Duitschland ligt, waar men zeer veel varkens houdt. Den grootsten uitvoer vertoonen echter Denemarken en Nederland, omdat het eigen verbruik in Duitsch land zeer aanzienlijk is. Deze uitvoer geschiedt (in den vorm van slechten bacon) voor een belangrijk deel naar Engeland. Een prijsparallelisme voor Dene marken, Engeland en Nederland ware dus zonder meer begrijpelijk. Dat daarnaast ook het parallelisme tus schen Duitsche en Nederlandsche varkensprijzen zeer groot is, zooals de statistieken uitwijzen, kan deels hieraan toegeschreven worden, dat de, op zich zelf niet groote, uitvoer van varkensvleesch van Nederland naar Duitschland ondanks de ver hoogde invoerrechten zeer prompt op prijsverschillen reageert, en deels hieraan dat ook in Nederland een dergelijk prijsvormingsmechanisme als in Duitschland schijnt te bestaan. Beide verschijnselen worden in het aangekondigde artikel statistisch nader geïllustreerd. Ten aanzien van het laatstgenoemde kan worden op gemerkt dat er inderdaad een groote overeenstemming bestaat tusschen den varkensprijs eenerzijds en de drie bovengenoemde factoren ander zijds, met dit merkwaardige verschil, dat de vertragingstijd steeds iets geringer schijnt te zijn dan in Duitsch land. In den geest van dr. Hanau's onderzoekingen zou dit moeten wor den toegeschreven aan of een sneller reageeren van den Nederlandschen varkenshouder op de marktsituatie, of een korteren mesttijd. Het is o.m. op de overeenstemming van dergelijke lijnen voor Duitsch land dat dr. Hanau zijn conclusie baseert, dat de prijzen voor varkens vleesch het eerste jaar zullen blijven dalen en mede in verband met het voorgaande verder er voor waar schuwt dat men op deze daling niet moet antwoorden met een zoo sterke inkrimping van den varkensstapel, als gebruikelijk is. Waar de overeenstemming voor de Nederlandsche lijnen eveneens groot is, en waar bovendien het parallelisme tusschen Duitsch- en Nederlandsche prijzen groot is, zal de onderzoeking van dr. Hanau voor de Nederlandsche varkensteelt zeker ook waarde hebben. Thans is bij het Centraal Bureau voor de Statistiek een onderzoek gaande naar de prijsvorming van rundvleesch en zuivelproducten, waar van de resultaten in een der volgende afleveringen van „De Nederlandsche Conjunctuur" zullen verschijnen moordkuil. Ze vertelden van hun wedervaren in Duitschland ze waren ingegaan op een aanbieding van een Duitschen koopman tevens groentenverbouwer in 't groot. Die aanbieding was bepaald schitterend, ze zouden veel geld verdienen, prima kost en inwoning hebben. Dus toog het drietal uit deze omgeving naar Rheinland en... precies een week later namen ze den sneltrein naar Amsterdam, overnachten daar en den volgenden morgen namen ze den trein naar Koolland. Hoe staat er het gewas vroeg ik. De bodem is er goed -luidde het antwoord met kunstmest kan men er best vroege aardappelen, kool en bloemkool telen. We waren daar op een groot bedrijf, er stond maar even 16 bunder bloemkool aan één lap. Geen ver keerd exemplaar, geen rotstruik of draaier was er in te vinden. Ook vroege aardappelen, die geen afwij king vertoonden. Waarom namen jullie zoo gauw de beenen Is me dat daar een toestand repliceerden ze als 't ware gelijk. Men heeft daar heelemaal geen dag- indeeling, schafttijden bestaan practisch nietin den bloemkooltijd wordt meermalen om 4 uur 's mor gens, nog wel vroeger ook, begon nen. Er wordt hard gewerkt, en rust kent men er eigenlijk niet meermalen mo?t er 's avonds om acht uur nog een hoeveelheid van 200 baal aardappelen worden opgezakt en afgewogen. Vrouwen en meisjes werken van 's morgens tot 's avonds meehoe die het uithouden, is ons een raadsel. Ja, men zegt wel eens dat er in Duitschland niet zoo hard gewerkt wordt als hier, edoch er wordt daar ge-ezeld. En het loon informeerde ik. Daar sta je paf van, luidde 't antwoord. De mannen verdienen 25—26 Mrk. per week, de vrouwen en meisjes natuurlijk minder. Men kan er zooveel menschen krijgen als men wil, de werkloosheid is er groot. Nu verdienden wij wel meer, doch v? bedankten er voor, 14—15 uur per dag te werken, om dan "s avonds in een schuur op wat stroo en onder zakken als dek ons moede lijf neer te leggen. Dus namen we de beenen en lieten den koopman-boer weten, dat we ons niet lieten exploiteeren. Hij keek wel wat raar op zijn neus, wilde ons voortaan de overuren wel vergoeden, doch we hadden er genoeg van. Er is toch maar één Holland. Zien jullie er geen heil in, in Duitschland te bouwen Ja, dat wel. We hopen er dezen herfst weer heen te gaan, en hebben reeds connecties aangeknoopt en denken er over, dan wat land te huren. Inmiddels waren we te Heerhugo- waard gekomen, waar twee ex- Duitschers uitstapten en te Obdam verliet de derde den trein. Roosendaal een fokveedag worden gehouden, die ter gelegenheid van het twaalf en een half jarig bestaan van deze nuttige instelling zeer be langrijk belooft te worden. Op 10 en 11 September a.s. wordt te St. Anthonis (N. Br.) weer de jaarlijksche landbouwtentoonstelling gehouden. Hoe men in Duitschland werkt? 't Was in den trein van Alkmaar naar Hoorn, vertelt het „Chr. Nieuwsblad". In de Kaasstad stapten bij me in den coupé een drietal jongemannen met zware valiezen. Stoere kerels, ze maakten van hun hart geen De „regenzomer1' en de byenteelt. Uit de Brabantsche Peelstreek wordt bericht dat door de vele regens van Juli en Augustus de bijenhouders genoodzaakt zijn ge worden, om midden in den (zomer I) hun volken bij te voederen. Dit is een nadeelige factor. De kasten en korven worden thans naar de heide en de Peel gebracht. Van verre afstanden werden de nijvere diertjes aangevoerd. Men is echter weinig enthousiast gestemd omtrent de resultaten der heidedracht. Accynsvrye suiker voor bijenhouders. Evenals vorige jaren heeft de Regeering wederom aan de Vereeni- ging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland toestemming verleend, aan leden en niet-leden der vereeni- ging accijnsvrije suiker te verstrek ken en wel tot een maximum van 7i/j K.G. per te overwinteren bijen volk. Bij wijze van proef heeft de regeering ook toegestaan, zulks op aandringen van den Rijksbijenteelt- consulent dr. ir. A. Minderhoud, om de suiker niet meer te vermen gen met kalmoes, doch uitsluitend met een van de kleurmiddelen methylviolet of fluoresceinen, waar door het zoo dikwerf voorkomende verstoppen van voedertoestellen wordt voorkomen. Het jaar 1930 is tegen alle ver wachting in een slecht jaar voor de imkers en als niet spoedig de weers gesteldheid belangrijk verbeterd, wordt de heideoogst een fiasco, terwijl heel wat volken van gebrek zullen omkomen. De suiker is ver krijgbaar bij het Bijenhuis te Wage- ningen. Landbouwtentoonstellingen. Op 1 September a.s. zal te door JOS. BOSHOUWERS te LENT. Haverkiemkast. VRAAG Ik ben van plan, daar ik timmerman ben. een haverkiem kast te maken, voor me zelf. Ik heb 100 kippen ongeveer. Ik wil ze maken aan de hand der gegevens van Sluis in het boekje over Och- tendvoer, dat dezer dagen algemeen verspreid werd. Daar staat in 2 pd. per dag gekiemde haver aan 100 kippen. Maar nu is mijn vraag deze Ik heb ook heel wat kool geplant, doch niet genoeg voor den heelen winter. Zou het nu geen kwaad kunnen, eerst gekiemde haver te voeren en dan boerenkool of omgekeerd Verandering van voer tijdens den leg is immers wel eens gevaarlijk Gaarne uw antwoord in Peel en Maas. Venray ANTWOORD Ik geloof niet. dat er bezwaar aan verbonden is, want én boerenkool én gekiemde haver bevatten beid? veel stoffen, die men vitaminen (A) noemt en daar worden ze hoofdzakelijk om gevoerd. Dus niet om de eiwitstof fen. In de practijk blijkt verandering van groenvoer (mits het allemaal malsch, jong groenvoer is) geen nadeeligen invloed te hebben. Wat wel ongewenscht is Nu volop groenvoer en dan 'n heele poos weer niks. Een beetje laut. VRAAG Ik heb nog een 30-tal Witte Leghornhennetjes van 6 Juni. Ze zijn nu dus 2 maanden oud. Ik geef Sluis opfokvoer en kuikenzaad. Ze groeien tamelijk, maar toch niet zoo als de vorige, en ik zou ze ook niet aangehouden hebben, maar van de vorige had ik er wat veel ver kocht op vroege bestelling. Gezond zijn ze wel. Wat zou ik er bij kun nen voeren, om ze een beetje te helpen Ook deze vraag zag ik gaarne beantwoord. Uit Venray. ANTWOORD: Blijf nog een paar weken met opfokvoer doorgaan en ga dan geleidelijk over tot och- tendvoer. Intusschen raad ik u aan van nu af, 's middags in zuivere bakken, een maaltje droge haver mout voor te zetten. Op de fok- stations van den Aartsdiocesanen Boeren en Tuindersbond alhier wordt dat tegenwoordig veel gedaan en het succes is zeer goed. Havermout voor alle nog groeiende dieren een uitstekend voedsel. En het is niet te eiwitrijk, men forceert er dus niet door. Alleen groeit het lichaam wat forscher en vlugger uit. Vergadering van den Gemeenteraad te Venray, Dinsdag 12 Aug. 1930. Voorzitter: O. van de Loo, Bur gemeester. Secretaris: van Haaren. Afwezig de Heeren Wethouder Houben, Nelissen en Vermeulen, welke laatste bericht van verhin dering gezonden had. 1. Notulen. Na opening der vergadering met gebed, werden de notulen der vo rige vergadering, na eene opmerking van den heer Stoot, goedgekeurd. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan den hulpkeurmees ter van Bregt wegens zijne benoeming elders. De Voorzitter deelde mede, dat de heer van Bregt tot hulp-keur meester te Kerkrade is benoemd. In verband met het aldaar nieuw gebouwde slachthuis, stelt het Ge meentebestuur van Kerkrade het zeer op prijs, als de heer van Bregt per 15 Aug. zijne functie zou aan vaarden. B. en W. stellen dan ook voor, den heer van Bregt met ingang van 15 Aug. 1930 eervol ontslag te verleenen als hulp-keurmeester alhier, waarmee de Raad z.h.s. instemde. 3. Vaststelling der Rekening van het Burgerlijk Armbestuur 1929. 4. Vaststelling der begrooting van het Burgerlijk Armbestuur 1931. Conform het rapport der daartoe ingestelde commissie van onderzoek, werden de rekening 1929 en de be grooting 1931 van het Burgerlijk Armbestuur goedgekeurd. 5. Benoeming van een lid van het Burgerlijk Armbestuur, aftredend de heer van Gerven. Bij de gehouden stemming bleek dat op het aftredend lid den heer van Gerven 9 en op den heer Schols 1 stem was uitgebracht, zoodat de heer van Gerven herbenoemd is. 6. Voorstel van B. en W. tot vaststelling eener verordening be treffende de classificatie van de gemeente tot heffing der Gemeente fondsbelasting. 7. Voorstel van B. en W. tot vaststelling eener verordening betref fende de classificatie van de gemeente voor de heffing der Personeele be lasting. Voorstel van B. en W. tot vaststelling der verordeningen tot heffing en invordering van 50 op centen op de Vermogensbelasting. 9. Voorstel van B. en W. tot vaststelling der verordeningen tot heffing en invordering van opcenten op de Gemeentefondsbelasting. 10. Voorstel van B. en W. tot vaststelling der verordeningen tot heffing en invordering van opcenten op de hoofdsom der Personeele be lasting. 11. Voorstel van B. en W. tot vaststelling eener verordening tot vervanging van belastingbedragen voorkomende in de Wet op de Personeele belasting 1896 door andere belastingbedragen. De Voorzitter hield een korte in leiding op deze ontwerpen, die in eene uitvoerige memorie van toe lichting den Raadsleden was uiteen gezet. Hij voegt er bij, dat dit op het agenda heel wat lijkt, maar zoo ingewikkeld was alles toch niet. Zou mogelijk het een of ander den Raadsleden nog niet duidelijk genoeg zijn, dan zou hij gaarne verder noodige uitleg geven. De heet Odenhoven kon zijn on geduld moeilijk bedwingen en zoo dra er kans was, stelde hij dan ook voor om al deze punten aan te houden, ze eerst nog eens ter dege te bestudeeren en zoo mogelijk eerst onderling te bespreken. De Voorzitter vond dit nogal bezwaarlijk, daar een en ander voor 1 September 1930 gereed zijn moest. De heer Stoot steunt het voorstel Odenhoven en zegt, dat de meeste leden niet op de hoogte waren van de aanhangige voorstellen en de daaraan verbonden gevolgen. Waar het hier gaat over zóóver gaande ontwerpen, is voorlichting en bespre king zeer gewenscht. Tijd was er nog genoeg. De Voorzitter zegt geen bezwaar te hebben tegen eene intieme en vriendschappelijke bespreking. Hij stelt dan ook voor de vergadering een uur te schorsen hij zou dan in dien tijd de zaken eens bloot leggen. De heer Stoot vond een uur veel te weinig en zag er geen bezwaar in de volgende week in een nieuwe vergadering een en ander te behan delen. De heer Strijbos viel den heer Stoot bij. terwijl de heer Odenhoven er op wees, dat nu 3 leden afwezig waren, hij het bezwaarlijk vond een zóó ver strekkend ontwerp in stem ming te nemen. Na eene discussie werd z.h.s. be sloten morgen in Comité de belasting- ontwerpen te bespreken en in een volgende vergadering af te handelen. 12. Vaststelling van het kohier der rioolbelasting voor den dienst 1930. Z.h.s. werd het kohier vastgesteld op f 8051.12. 13. Voorstel van B. en W. tot wijziging van het Rooilijnenplan. De Voorzitter deelde mede, dat van Ged. Staten een schrijven is ingekomen, waarbij dit College ad viseerde de rooilijn zoodanig te wijzigen dat de gebouwen voortaan 12 Meter uit het hart van den weg werden gebouwd in verband met het steeds toenemend verkeer, waarmede de Raad instemde, zoodat de ver ordening in dezen zin zal gewijzigd worden. 14. Aanvulling der begrooting dienst 1930. De Voorzitter zegt. dat in verband met art. 13 der L. O. Wet eene wijziging in de begrooting gebracht moet worden. Het betreft hier een bedrag van f 120 te nemen uit „On voorzien" voor de gesloten school overeenkomst met de Gemeente Wanssum. Z.h.s. goedgekeurd. 15. Voorstel van B. en W. tot verkoop van circa 1 H.A. grond

Peel en Maas | 1930 | | pagina 1