Vergadering van den Gemeenteraad. Gemengde Berichten Op 30 Juni 1930. Voorzitter: O. v. d. Loo. Secretarisvan Haaren. Afwezig met kennisgeving de heer Stoot. De Voorzitter opent de vergade ring met gebed, waarnd de notulen, zooals die in Peel en Maas zijn ge publiceerd, onveranderd worden goedgekeurd. Naar aanleiding dezer notulen wil de Voorzitter echter opmerken, dat conform art. 28 van het Reglement van orde, elk lid zijn stem moet uitbrengen met het enkele woord „voor" of „tegen" zonder een enkele bijvoeging. Meent een lid in een bepaald geval zijn stem te moeten motiveeren, dan kan hij na van den Voorzitter daartoe verlof bekomen te hebben, zulks doen. De heer Odenhoven zou hieraan iets willen toevoegen, hetgeen den Voorzitter niet erg aanstond, maar het viel nog al mee. De heer Odenhoven was het name lijk grootendeels eens met den Voor zitter, doch hij was bevreesd dat een lid nu vóór de stemming zijn stand punt niet zou kunnen verdedigen, dat ging toch niet op, daartoe had immers ieder lid het recht. Nadat de Voorzitter er op gewezen had. dat hij enkel gesproken had over het stemmen en niet over de beraadslaging, was de heer Oden hoven gerust, dat hij na bekomen verlof zijn hart kon luchten. 2. Kasopname gemeente-ontvan ger 2e kwartaal 1930. Het proces-verbaal van kasopname Gemeente-Ontvanger over het 2e kwartaal 1930 werd door den Raad voor kennisgeving aangenomen. Er was in de kas juist het bedrag dat er zijn moest f 20.288.51, omtrent welk bedrag de Voorzitter zelfs mededeelde uit hoeveel en welke bankbiljetten en muntstukken de heer Ontvanger dit bedrag getoond had, 3. Vaststelling eener verordening krachtens artikel 178 der Gemeente wet, houdende opgave van de ver ordeningen tegen twier overtreding straf is bedreigd, welke nog geldig zijn. De Voorzitter deelde mede, dat in verband met het aangehaalde artikel der Gemeentewet het noodig is om om de vijf jaren op te geven, welke verordeningen nog van kracht zijn in de Gemeente. Het betrof h;er een zuivere administratieve maatregel en diende hoofdzakelijk om te oude verordeningen op te ruimen, daar deze wel eens last konden opleveren bij gemaakte processen-verbaal. De Voorzitter las van de nog geldende verordeningen de titels voor, waarvan wij aan- teekenden Politieverordeningen op: bouwen, keuren van waren, keuren van vee en vleesch, veemarkt, ster ken drank toedienen op den open baren weg, publieke vermakelijkheden, woonwagens, kansspel, maximum snelheid, motor- en rijwiel en rooi lijn. 4. Voorstel van B. en W. tot aanvulling der Algemeene Politie verordening. De Voorzitter deelde mede, dat in verband met de bepaling dat electrische geleidingen, telefoon- en telegraafdraden op 4 Meter hoogte langs en over den openbaren weg mogen worden aangebracht, bij kruisingen 5 Meter, het wenschelijk geworden is in de Politieverordening op te nemen de bepaling, dat geen voertuigen hooger geladen mogen zijn dan 3.80 Meter gerekend vanaf den grond en niet meer dan 0.75 Meter breeder dan de assen. De heer van Dijck meent dat 3.80 Meter wel wat laag is, hij had het zelf ondervonden. In Deurne had hij moeten passen en meten om onder de draden door te komen. Personeel zoü mogelijk minder nauw toekijken en maar toerijden. De Voorzitter zegt, dat uit de woorden van den heer van Dijck reeds voldoende blijkt, hoe nood zakelijk het is deze nieuwe bepaling op te nemen en voor te schrijven, dat de wagens niet meer zóó hoog geladen mogen worden ter voor koming van ongelukken. Met een zucht geeft de heer van Dijck een en ander toe, maar voegt er de uitgesproken hoop aan toe, dat de spoorweg door de Peel dan toch maar gauw komen mag. De heer Goemans merkte op dat het mogelijk is, dat al rijdende de lading scheef zakt en meer dan 0.75 Meter buiten de as komt te steken en vraagt of er dan ook proces verbaal zou worden opgemaakt. De Voorzitter antwoordt hierop, dat wel geen een politieman in zulk geval proces-verbaai zou opmaken. Eene vraag van den heer Goemans in verband met varkens laden op een bepaalde of te kleine ruimte, werd door den Voorzitter als niet tot de Politieverordening behoorende maar tot de macht van den Kanton rechter behoorende, niet behandeld; alleen wilde hij zeggen, dat alleen wanneer er van mishandeling sprake is, de Kantonrechter ingrijpen zal. Dat was het hem juist, zei de heer Goemans, hoe kan de Kanton rechter nu weten dat de ruimte te klein is, als hij er niets van gezien heeft en er geen voorschriften be staan. De Voorzitter zegt, dat dit toch wel kan. De heer Odenhoven zegt, dat er de laatste jaren al zooveel verorde ningen gemaakt zijn, waaraan hij misschien heeft medegewerkt, daar blijft spreker buiten, dat hij meent nogmaals te moeten aandringen om „ons Venray" toch te bewaren voor een kwaden naam, dat het bezig is met al zijn verordeningen in den vreemde te krijgen» Er zijn nu al personen, die indien zulks mogelijk is, Venray met al zijn bepalingen ontvluchten. Dezer dagen was hij in Breda en Tilburg en daar zag hij menschen met lange electrische ge leidingen, 7 tot 8 Meter, langs de verkeersagenten rijden, die absoluut niet gebaarden daar bezwaar tegen te hebben. Maar doet zoo iets eens hier in Venray, dat toch altijd nog maar een dorp is. Wij moeten hier niet al te fitachtig optreden. De Voorzitter antwoordt, dat jammer genoeg de toegangswegen naar Venray nu eenmaal niet al te breed zijn. Zeker, als er proces verbaal wordt opgemaakt, dan mop pert de bekeurde, doch gebeurt er een ongeluk, dan loopen de anderen en mopperen, dat de politie nergens naar kijkt. Z.h.s. besloot de Raad deze be paling in de verordening op te nemen. 5. a. Aanbieding der rekening Burgerlijk Armbestuur dienst 1929. Zooals gebruikelijk stelde de Voor zitter voor onderzoek dezer stukken eene Commissie aan, ditmaal be staande uit de heeren Pubben, Stoot en van Bergen. 6. Voorstel van Burg. en Weth. tot onttrekking aan den openbaren dienst van een gedeelte van den weg no. 88 en verlegging van dien weg en tot aankoop van een strook grond tot verlegging van dien weg en verkoop van het aan den openbaren dienst te onttrekken gedeelte. De Voorzitter deelde mede, dat er op de gehouden zitting de com- modo et incommodo geen bezwaren tegen deze voorstellen ingediend waren en dat hij hoopte dat de Raad zulks ook wel niet doen zou. Aan de hand der situatieteekening, die bij de heeren Raadsleden rondging, kon den zij de staat van zaken wel volgen. Maar de heer Vermeulen opende de rij der sprekers en deze was ook aan het teekenen geslagen, waarvan hij de uitkomst in diverse exemplaren aan de leden uitdeelde, en zei daarbij, dat hij wel accoord kon gaan met het voorstel van B. en W.. maar toch was er z.i. nu een mooie kans om een verbinding te verkrijgen rechtstreeks van Stationsstraat naar het Eind, waardoor het verkeer in de Hofstraat zeer ontlast zou wor den. Hij stelde daarom voor dit agendapunt aan te houden tot een volgende vergadering en hiervoor eene commissie te bencemen. De Voorzitter merkte op, dat het plan van den heer Vermeulen duur zou uitkomen en zware finantieele offers zou vragen. Door aanneming van het voorstel van B. en W. kreeg men een mooi punt voor de te bouwen Landbouwhuishoudschool, die nu om het dorpsschoon te ver- hoogen met den gevel naar de Eind- straat kwam te staan. Hij verzoekt de heeren zich tot behandeling der agenda te bepalen, en deze af te handelen, dan kan men spoedig overgaan tot het bouwen der school. De heer Vermeulen bepleit nog maals het nut van eene Commissie ad hoe vooral ter ontlasting van het verkeer in de Hofstraat. Hij stelt daarom voor uit voorstel van B. en W. aan te houden tot desnoods een volgende vergadering in de volgende week. De Voorzitter wijst erop dat voor het verkeer de Gasstraat en Heuvel straat reeds verhard worden. Men moet zich ook geen illusie maken, dat mogelijk is om volgende week reeds met een ander voorstel ter tafel te kunnen komen in een zooveel omvattende aangelegenheid als deze. Het voorstel van B. en W. staat trouwens het voorstel Vermeulen niet in den weg, is zelfs te beschou wen als een begin ervan. De heer Vermeulen blijft er bij dat hij nu de kans voor de totstand koming van den weg veel beter acht dan later. De heer Millen steunt het voorstel Vermeulen, vooral om wille het verkeer in het Dorp. De Voorzitter zegt, dat de heeren het zich verkeerd voorstellen. Het College van B. en W. zal het zeer op prijs stellen dat de school komt op de plaats, die na lange besprekin gen met de Z. E. Zusters en den Architect als de meest geschikte is aangewezen ook ter wille van het dorpsschoon. Het plan Vermeulen acht de Voorzitter diep-ingrijpend. De heer Vermeulen zegt, dat de weg er dan nooit komt. Hij meent dat de Eerw. Zusters er ook wel wat voorover hebben en hij hand haaft dus zijn voorstel. Ook de heer Millen dringt op het instellen eener Commissie aan. De Voorzitter merkt op, dat er dan gevaar bestaat, dat de school niet klaar zijn kan vóór den nieuwen cursus. De heer Vermeulen merkt op, dat de Voorzitter zijn voorstel duur en zware finantieele offers vragend is. De heer Goemans is ook wel voor een grooten verbindingsweg, maar kan zich nu toch wel vereenigen met het voorstel van B. en W. De Voorzitter verklaart zich gaarne bereid om met de Z. E. Zusters te bespreken, wat hij uit den boezem der vergadering hoort. De heer Vermeulen meent dat thans een weg gemakkelijk te be reiken is, waartegen de Voorzitter opmerkt 'dat daartoe grond moet worden afgestaan van Kerkelijke instellingen, waarvoor de goedkeuring van Rome noodig is. Een en ander duurt natuurlijk zeer lang, in welken tusschentijd niets kan gedaan worden. De heer van Bergen is van oordeel, dat de weg later nog behandeld kan worden. De heer Millen zou nu maar in eens willen afwerken. Hij meent dat de Zusters nu meer genegen zullen zijn tot onderhandeling en vreest dat het pad van heden nooit een weg zal worden. De Voorzitter wijst er op, dat de Raad toch ook zijn vertrouwen moet stellen in het College van B. en W. Hij heeft zich toch reeds bereid verklaard de besprekingen uit den Raad met de Eerw. Zusters te bespreken, waarvan hij de resultaten aan den Raad te zijner tijd zal mede- deelen. De heer Odenhoven zegt. dat, nu er op de zitting geen bezwaren in gekomen waren, hij aanvankelijk ook van plan was niets te zeggen. Toch wil hij nu ook een woordje in het midden brengen. Het verwondert hem steeds, dat er van zekere zijde pressie wordt uitgeoefend om het grondbezit der groote instellingen uit te breiden. Ook de kom wordt door de te stichten Landbouwhuis houdschool niet verfraaid maar „ver- orifraaid". De groote instellingen hebben tuinen van morgens groot. Spreker zou wel eens willen weten of men zich voor een eeDvoudigen werkman ook zooveel moeite geven zou. De Voorzitter merkt op, dat ieder volkomen vrij is zijn meening te zeggen, maar ook de meening van anderen moet men weten te eerbie digen. B. en W. zijn met dit voor stel gekomen in het belang van het algemeen. De heer Odenhoven meent, dat de Eerw. Zusters wel wat uit kun nen geven. Hij steunt verder het voorstel van den heer Vermeulen. De Voorzitter wil het voorstel nu wel eens in stemming brengen, waar op de heer Millen vraagt, welk voorstel dan aangenomen wordt. De Voorzitter zegt, dat 't gezond verstand dan aangeeft, dat 't verst- strekkende dan aangenomen is. Op de vraag van den heer Millen. wie dan uitmaakt, welke het verst- strekkende is, antwoordt de Voor zitter, dat hij dat doet, daar hij nog altijd voorzitter der vergadering is. De heer Odenhoven vindt, dat zijn vriend Millen toch met gezond verstand spreekt en vraagt, wat de voorzitter er mee zeggen wil. De Voorzitter zet uiteen, dat dit zoo iets in zijn bedoeling ligt, maar dat 't gezond verstand toch wel aangeeft, dat het aannemen van een voorstel verder strekt dan het uit stellen. De Voorzitter merkt nogmaals op, dat de Raad toch zijn vertrouwen in het College van B. en W. moet stellen en vraagt dan toch eindelijk te willen beslissen. De heer Vermeulen zou ook gaarne de Wethouders eens aan het woord zien, waarop de Voorzitter zegt, namens het College van B. en W. te spreken. Op eene vraag van den heer Ver meulen of een plan als het zijne al eens in de vergadering van B. en W. besproken is, antwoordt Wet houder Houben „ja", terwijl Wet houder Pubben zegt, dat er eigenlijk geen bezwaren tegen de wegonttrek- king bij de zitting zijn ingekomen. Doch waar in het plan Vermeulen slechts met 2 eigenaren behoeft onderhandeld te worden, lijkt hem dit toch wel voor verwezelijking vatbaar. En een weg als dan ver kregen wordt, is ook wel wat waard. De heer Vermeulen verklaart zich niet tegen het plan van B. en W., maar de Raad wil verder gaan dan hetgeen wordt voorgesteld. De heer van Bergen ziet bij het doorzetten van het plan Vermeulen min of meer een poging om op de Eerw. Zusters pressie uit te willen oefenen. De heer Odenhoven roept uit: Ja ja, als het plan van B. en W. maar aangenomen is, kan de Voorzitter tegen de Eerw. Zusters zeggen: Zie zoo, deze zaak is ook al weer in orde. De heer Nelissen steunt het voor stel van B. en W„ waarna de heer van Dijck opmerkt, dat hij het plan Vermeulen wél goedvindt, maar toch liever om wille van het onderwijs, liever geen drukke verkeersweg zag bij eene school. De Voorzitter zet nogmaals het voorstel van B. en W. uiteen en brengt dit in stemming. Bij de loting bleek, dat bij eventueele stemmingen in deze vergadering de heer Ver meulen het eerst zijn stem moest uitbrengen. Dies klonk uit den mond van den heer Vermeulen, zoodra het voorstel van B. en W. ter stemming kwam, een krachtig „voor", terwijl de heer van Bergen een „tegen" deed hooren. Eindelijk werd het voor stel van B. en W. dan ook aange nomen met 8 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren van Bergen. Odenhoven, Strijbos en Millen. De heer van Bergen vroeg direct aanteekening van het feit, dat hij bij vergissing had tegengestemd, terwijl de heer Vermeulen verklaarde zich ook vergist te hebben met zijn „voor". Dit achtte hij toch wel aannemelijk, waar hij gedurende de geheele dis cussie zijn voorstel had verdedigd. Hij meende dan ook dat zijn voor stel ter stemming was gekomen. Eene algemeene discussie ontstond inmiddels over de al of niet duide lijke wijze, waarop dit voorstel ter stemming was gebracht, waarbij echter meerdere leden verklaarden den Voorzitter zeer goed begrepen te hebben, tsrwijl de heer Slrijbos er aan toevoegde, dat hij juist omdat hij den Voorzitter zoo goed begrepen had, „tegen" gestemd had. Het was ook warm in de Raad zaal, zoodat hetgeen wonder genoemd mag worden, dat de goede Homerus kon indutten. De Voorzitter verklaarde van de beweringen der heeren van Bergen en Vermeulen aanteekeningen te zullen houden, doch aan de stemming was nu eenmaal niets meer te doen. 7. Ingekomen schrijven van P. Kusters, W. Lormans, P. Brauer, M. H. van Staveren en J. Verberk, waarbij deze verklaren het door hen ingezonden verzoek om tegemoet koming in de kosten verbonden aan het bezoeken der kerkelijk erkende R. K. Jongens- en Meisjesscholen, niet te handhaven en verzoeken dit niet meer in behandeling te nemen. De Voorzitter merkt hierbij op, dat waar de belanghebbenden zelf verzoeken om hun request niet verder te behandelen, de Raad bier eenvoudig aan te voldoen heeft, waarmede het College instemde. 8. Ingekomen verzoek van M. Stevens, H 33e, om tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan het bezoeken zijner kinderen der kerkelijk erkende R. K. Jongens- en Meisjes school te Leunen, gelegen op een afstand van meer dan 4 K.M. van zijn woning, ingevolge artikel 13 der L. O. wet 1902. De^ Voorzitter zegt, dat dit een verzoek is van iemand, die pas hier is komen wonen en stelt voor om te geven f 30 per jaar en per school gaand kind, met ingang van 16 Juni j.i. De heer Millen herinnert er aan, dat vandaag of morgen toch de be slissing afkomt voor de te bouwen school aan het Veulen en zegt het nut van een beslissing over cjit ver zoek niet in te zien, te meer waar hier zooveel „politiek" achter zit. De voorzitter zegt, dat hier de school aan het Veulen geheel bujten staat. De heer Millen stelt voor dit ver zoek aan te houden tot een volgende vergadering, waarop de voorzitter zegt, dat de Wet voorschrijft om op een dergelijk verzoek binnen 30 dagen te beslissen, zoodat aanhouden niet kan. De heer Geurts vraagt of even tueele inwilliging van dit verzoek al of niet invloed heeft op den lateren bouw eener school aan 't Veulen. De heer Millen zou nog voor dit Verzoek kunnen zijn, waar het hier iemand betreft, die de vergoeding goed kan gebruiken. De heer Odenhoven verklaart al die „poppenkast" van de school aan het Veulen niet meer te kunnen uitstaan en verlaat vóór de stemming de Raadszaal, Als de Voorzitter het voorstel ter stemming brengt, blijkt dat het verzoek is ingewilligd met 7 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Jacobs, Geurts, Strijbosch en Millen. 9. Aanvrage van den Ned, R. K. Politiebond „St. Michael" om sub sidie. De Voorzitter zet uiteen, dat de diploma's al of niet met aanteeke ningen wel te waardeeren zijn, men heeft dan van zelf deskundige politie- beambten. Doch twee politie- agenten dezer gemeente hebben dit diploma al, voorloopig dus heeft de Gemeente er geen belang bij. En al is op zichzelf het werken van den Politiebond prij zenswaardig te noemen, zuinigheids- overwegingen beletten de gevraagde subsidie te geven. De Raad ging z. h. s. met deze uiteenzetting accoord. 10. Wijziging en aanvulling der gemeentebegrooting dienst 1929. Z. h. s. besloot de Raad ook accoord te gaan met de noodig gebleken wijziging en aanvulling der Gemeentebegrooting dienst 1929. 11. Voorstel van B. en W. tot het sluiten eener overeenkomst tot het vervoer der post met den ge meentelijken autobusdienst. Na uiteenzetting van den Staat van Zaken door den Voorzitter besloot de Raad B. en W. te machtigen tot het aangaan der bedoelde overeenkomst tegen een van f 700.— tot f 900.— verhoogde vergoeding door 't Rijk. 12. Vaststelling van het kohier der voerdiensten. De Voorzitter deelde mede, dat het register der voerdiensten 146 dagen voerdienst inhoudt. De heer Vermeulen vraagt of hier de auto- tractie nog bijgerekend is, hij vindt dit onbillijk de auto is toch reeds zwaar genoeg belast. De Voorzitter zegt, dat ieder lid het recht heeft een voorstel te doen. maar de Raad moet toch zijn een maal ingestelde verordening handha ven. De heer Odenhoven vraagt, of de heer Vermeulen alleen luxe-auto's bedoelt, of ook de vrachtwagens. Het antwoord ging door het geklop van des Voorzitters hamer verloren. Ter stemming gebracht werd het kohier vastgesteld met 8 tegen 4 stemmen. Tegenstemden de heeren Vermeulen, v. Bergen, Odenhoven en Millen. 13. Verzoek van H. Clephas e.a. om gedeeltelijk restitutie van de door hen betaalde rioleering. Na uiteenzetting door den Voor zitter besloot de Raad het verzoek van adressanten z.h.s. in te willigen. 14. Dankbetuiging van den R. K. Middenstand voor verleende subsi dies. Werd door den Raad voor ken nisgeving aangenomen. Bij de rondvraag bracht de heer Millen ter sprake, dat er indertijd met goedkeuring van den Raad een St. Paulusvereeniging is opgericht, zijnde een bond van personeel in Overheidsdienst. Nu is H. Peeters afgevaardigde geweest naar de Bonds vergadering te Nijmegen, die dan ook verlof vroeg om naar die vergadering te gaan. Hij kon dit echter niet krijgen en wel omdat hij wegens veelvuldig verzuim z'n verlof reeds op had, en bovendien den toestand van den weg een afwezigheid van den Kantonnier niet toeliet, zooals de Burgemeester aan Peeters geschreven had. Dit is niet waar, zegt de heer Millen. Peeters heeft geen verlof gehad, doch is acht dagen ziek geweest. De Voorzitter zegt, dat het beneden zijn waardigheid is, op een dergelijke beschuldiging in te gaan en voegt er aan toe, dat ambtenaren lid van een Bond zijnde, verlof vragend om als Bondslid een verga dering te gaan bezoeken, in het algemeen er op moeten rekenen, dat dit verlof van hun vacantie afgaat. De heer Millen zegt, dat hij de bewijzen voor zijn zeggen vóór zich heeft liggen en is als uit het veld geslagen, door het spreken van den Voorzitter. De heer Nelissen informeert eens over wien het eigenlijk gaat, en wanneer hem gezegd wordt, dat het hier betreft den Kantonnier van Oirlo, mag men qit de houding van den heer ISfelissen opmaken, dat hij 't met den Voorzitter eens is. De heer Odenhoven vraagt verlof om in een volgende vergadering over deze kwestie nader het woord te voeren, met beloofde bewijzen over te leggen. Tot nu kon hij hierover weinig zeggen, waar zijn vriend Millen tqt heden deze zaak behandeld- De Voorzitter zegt hiertegen geen bezwaar te hebben mits een en ander geschied in parlementaire bewoordingen en sluit hierna de vergadering met gebed. R. K. Intorn. Voetbaltornooi te Venlo. De R. K. Sportvereeniging „Venlo" heeft het grootsch plan opgevat aldaar een groot internationaal voetbal-tournooi te organiseeren van 15 tot 17 Augustus a.s. Ze heeft daartoe zich in verbinding gesteld met sterkste Fransche. Duitsche en Belgische R. K. voetbalclubs. Thans staat reeds definitief vast, dat het tornooi zal doorgaan, Bereids werd toezegging gekregen van de Parij- sche club A.S.M.P., die de laatste zes jaren kampioen was van de eere- afdeeling departement Seine, Met de Belgische en Duitsche clubs zijn de onderhandelingen zoover gevorderd, dat weldra ook deze namen gepubliceerd kunnen worden. Lyk van een zwerver govouden. Men meldt uit Cuyk Maandagmorgen is te Vianen op ongeveer 50 M. afstand van de schuur van den landbouwer M. T. het lijk gevonden van een man van middelbaren leeftijd. Het lijk was over het geheele lichaam met wonden overdekt, het hoofd van den man was onherkenbaar verminkt, terwijl verder de handen en armen gapende wonden vertoonden. Het bleek het lijk te zijn van een zwerver. Bij het onmiddellijk ingesteld onderzoek werden in de schuur van M. T. waar de gestorven zwerver den nacht had doorgebracht, bloedsporen gevonden in het stroo. Ook elders in de schuur werden bloedsporen gevonden. Voorts vertoonde een kruiwagen eveneens bloedvlekken, wat het vermoeden wettigd, dat het lijk op den kruiwagen is weggevoerd en op een afstand van vijftig meter in een sloot is geworpen. De zwerver zou dus in de schuur vermoord moeten zijn. De moord te Vianen. Na een langdurig verhoor door politie en justitie heeft van D., de verdachte van den moord te Vianen op de plaats van den moord Dins dagavond om 10 uur een volledige bekentenis afgelegd. Naar zijn me- dedeelingen hebben hij en vrouw M. den moord gepleegd, waarbij de vrouw de hoofdschuldige zou zijn. Het zou hier een liefdesgeschiedenis betreffen. De toedracht is precies, zooals die in vermoeden gemeld werd. Van D. heeft het lijk op een kruiwagen naar de sloot vervoerd, waarbij de vrouw behulpzaam was. De vrouw blijft ontkennen iets van de misdaad af te weten. Zij erkent wel, dien nacht in de schuur te hebben geslapen, waar het drama zich heeft afgespeeld. Beiden werden naar de gevangenis te Den Bosch overgebracht. Van D. is afkomstig uit O verveen en 50 jaar oud. Vrouw M is 45 jaar. Ze heeft een dochter, doch is uit de ouderlijke macht ontzet. De vermoorde blijkt te zijn Berend Tap, 70 jaar oud. De ontslagen by Philips. In de Maandagavond gehouden Raadsvergadering te Eindhoven zeide de heer Staal, onderdirecteur der N. V. Philips, tijdens woningbouw- debatten, dat het aantal arbeiders bij de N. V. op het oogenblik nog 20.340 bedraagt, en dat er tot dus verre een kleine 2000 ontslagen zijn. Jongen door een auto- sproeiwagen overreden. De achtjarige J. Smit te Vlaar- dingen klom Maandag achter op een auto- sproeiwagen van de gemeentereiniging. De jongen had het ongeluk te vallen en het zware achterwiel over het hoofd te krijgen, waardoor dit vreeselijk werd verminkt. Den chauffeur treft geen schuld. Het tragische van dit ongeval is, dat een viertal weken geleden, de vader van den thans verongelukten knaap bij het auto-ongeluk op den Rotterdamschen dijk om het leven is gekomen. Lage wraakneming. Te Kampen werd een perceel grasland publiek verpacht. Om de pachtprijzen te drukken wilden de aanwezige Kamper veehouders niet bieden. Een boer uit hetj naburige IJselmuiden bood evenwel en werd huurder. De Kamper boeren maakten zich hierover boos en dreigden den huurder, dat zij wel zouden beletten dat hij her gras zou maaien. Toen de man nu met de maai ma chine het gras wilde maaien, bleek hem dit onmogelijk. Men had n, 1. het land bestrooit met oud ijzer en op verschillende plaatsen stukken in den grond gestoken,. De messen der machine braken af en de man moest het werk staken. De uitvoer van landbouw producten. Aan de maandelijksche raededee- ling van de Nederlandsche Land bouw- Handelskamer, te's Graven- hage, omtrent den uitvoer van landbouwproducten bewerkt naar de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek is het volgende ontleend Door een belangrijk grooter uit voer van jongere paarden (188) naar alle afzetlanden, was ook de totale export van paarden, ondanks een kleiner uitvoer van ponnies en paarden beneden 145 c.M. schofth- (Mei 7April 94 stuks) grooter dan April 505 stuks, ter waarde van f 178.000 (April 152 stuks). Slachtvee verliet in grooter mate ons land. Onze zuidelijke buren betrokken 1.127 stuks ter waarde van f 142.000 (April 851 stuks). Door een grooter uitvoer van fokvee naar België (57) en Frankrijk (72) was ook de totale export iets grooter (Mei 149 stuks ter waarde van f 35.000, April 121 stuks.) Melk- en kalfkoeien 'daarentegen werden minder uitgevoerd (Mei 1.040 stuks ter waarde van f 295.000, April 1.213). Ook jongvee ondervond minder belangstelling in het buitenland dan een maand tevoren 1.290 stuks ter waarde van f 224.000, April 1.485 stuks.) De grootste afnemer van onze varkens, n.l. België, betrok deze maand slechts 1.454 stuks (April 1.776 stuks.) De uitvoer van ons pluimvee is enorm toegenomen vergeleken met de maand April. Alle landen namen een belangrijk grootere hoeveelheid af, speciaal Duitschland (118.084) en Frankrijk (80.117.) Hierdoor nam ook de totale uitvoer belangrijk toe (Mei 243.091 stuks, ter waarde van f 187.000, April 113.152 stuks. De boteruitvoer nam deze maand iets toe. De belangrijke afnemers, Duitschland, België en Groot-Bri- tannië namen van den totalen uitvoer. (4.620 ton, ter waarde van f6.221.000 April 4.014 ton) resp. 3.201, 427 en 777 ton af. Van kaas werd vooral Edammer kaas 40 plus meer uitgevoerd. Bijna alle afnemers van deze kaas betrok ken groote hoeveelheden. Ook de andere soorten werden meer geëx porteerd. Slechts Goudakaas 30 plus had een kleiner export. Totaal verlieten 8.172 ton kaas voor een waarde van f 5 575.000 ons land (April 7'027 ton, Duitschland 3.509, België 1.526. Groot- Britannië 846, Frankrijk 1.179, en andere kleinere afnemers betrokken grooter hoeveel heden. Eieren werden ongeveer in gelijke heden geëxporteerd (9.494 ton ter waarde van f 5.852.000, April 9.479,) Wel nam Duitschland (6552) een niets minder groote hoeveelheid af. doch Argentinië betrok iets meer (1.029.) België (15.249 ton) en Frankrijk (1.290) betrokken meer kteiaardap- pelen uit ons land, de overige landen echter minder. Ook van veen- en zandaardappelen was de export minder groot. De totale uitvoer van zandaardappelen bedroeg 30.633 ton ter waarde van f 543.000 (April 40.783.) Adverteeren is bekend worden

Peel en Maas | 1930 | | pagina 6