Vergadering van den
Gemeenteraad.
Gemengde Berichten
Op 30 Juni 1930.
Voorzitter: O. v. d. Loo.
Secretarisvan Haaren.
Afwezig met kennisgeving de heer
Stoot.
De Voorzitter opent de vergade
ring met gebed, waarnd de notulen,
zooals die in Peel en Maas zijn ge
publiceerd, onveranderd worden
goedgekeurd.
Naar aanleiding dezer notulen wil
de Voorzitter echter opmerken, dat
conform art. 28 van het Reglement
van orde, elk lid zijn stem moet
uitbrengen met het enkele woord
„voor" of „tegen" zonder een enkele
bijvoeging. Meent een lid in een
bepaald geval zijn stem te moeten
motiveeren, dan kan hij na van den
Voorzitter daartoe verlof bekomen
te hebben, zulks doen.
De heer Odenhoven zou hieraan
iets willen toevoegen, hetgeen den
Voorzitter niet erg aanstond, maar
het viel nog al mee.
De heer Odenhoven was het name
lijk grootendeels eens met den Voor
zitter, doch hij was bevreesd dat een
lid nu vóór de stemming zijn stand
punt niet zou kunnen verdedigen,
dat ging toch niet op, daartoe had
immers ieder lid het recht.
Nadat de Voorzitter er op gewezen
had. dat hij enkel gesproken had
over het stemmen en niet over de
beraadslaging, was de heer Oden
hoven gerust, dat hij na bekomen
verlof zijn hart kon luchten.
2. Kasopname gemeente-ontvan
ger 2e kwartaal 1930.
Het proces-verbaal van kasopname
Gemeente-Ontvanger over het 2e
kwartaal 1930 werd door den Raad
voor kennisgeving aangenomen. Er
was in de kas juist het bedrag dat
er zijn moest f 20.288.51, omtrent
welk bedrag de Voorzitter zelfs
mededeelde uit hoeveel en welke
bankbiljetten en muntstukken de heer
Ontvanger dit bedrag getoond had,
3. Vaststelling eener verordening
krachtens artikel 178 der Gemeente
wet, houdende opgave van de ver
ordeningen tegen twier overtreding
straf is bedreigd, welke nog geldig
zijn.
De Voorzitter deelde mede, dat
in verband met het aangehaalde
artikel der Gemeentewet het noodig
is om om de vijf jaren op te geven,
welke verordeningen nog van kracht
zijn in de Gemeente. Het betrof
h;er een zuivere administratieve
maatregel en diende hoofdzakelijk
om te oude verordeningen op te
ruimen, daar deze wel eens last
konden opleveren bij gemaakte
processen-verbaal. De Voorzitter las
van de nog geldende verordeningen
de titels voor, waarvan wij aan-
teekenden Politieverordeningen op:
bouwen, keuren van waren, keuren
van vee en vleesch, veemarkt, ster
ken drank toedienen op den open
baren weg, publieke vermakelijkheden,
woonwagens, kansspel, maximum
snelheid, motor- en rijwiel en rooi
lijn.
4. Voorstel van B. en W. tot
aanvulling der Algemeene Politie
verordening.
De Voorzitter deelde mede, dat
in verband met de bepaling dat
electrische geleidingen, telefoon- en
telegraafdraden op 4 Meter hoogte
langs en over den openbaren weg
mogen worden aangebracht, bij
kruisingen 5 Meter, het wenschelijk
geworden is in de Politieverordening
op te nemen de bepaling, dat geen
voertuigen hooger geladen mogen
zijn dan 3.80 Meter gerekend vanaf
den grond en niet meer dan 0.75
Meter breeder dan de assen.
De heer van Dijck meent dat 3.80
Meter wel wat laag is, hij had het
zelf ondervonden. In Deurne had hij
moeten passen en meten om onder
de draden door te komen. Personeel
zoü mogelijk minder nauw toekijken
en maar toerijden.
De Voorzitter zegt, dat uit de
woorden van den heer van Dijck
reeds voldoende blijkt, hoe nood
zakelijk het is deze nieuwe bepaling
op te nemen en voor te schrijven,
dat de wagens niet meer zóó hoog
geladen mogen worden ter voor
koming van ongelukken.
Met een zucht geeft de heer van
Dijck een en ander toe, maar voegt
er de uitgesproken hoop aan toe,
dat de spoorweg door de Peel dan
toch maar gauw komen mag.
De heer Goemans merkte op dat
het mogelijk is, dat al rijdende de
lading scheef zakt en meer dan 0.75
Meter buiten de as komt te steken
en vraagt of er dan ook proces
verbaal zou worden opgemaakt.
De Voorzitter antwoordt hierop,
dat wel geen een politieman in zulk
geval proces-verbaai zou opmaken.
Eene vraag van den heer Goemans
in verband met varkens laden op
een bepaalde of te kleine ruimte,
werd door den Voorzitter als niet
tot de Politieverordening behoorende
maar tot de macht van den Kanton
rechter behoorende, niet behandeld;
alleen wilde hij zeggen, dat alleen
wanneer er van mishandeling sprake
is, de Kantonrechter ingrijpen zal.
Dat was het hem juist, zei de
heer Goemans, hoe kan de Kanton
rechter nu weten dat de ruimte te
klein is, als hij er niets van gezien
heeft en er geen voorschriften be
staan.
De Voorzitter zegt, dat dit toch
wel kan.
De heer Odenhoven zegt, dat er
de laatste jaren al zooveel verorde
ningen gemaakt zijn, waaraan hij
misschien heeft medegewerkt, daar
blijft spreker buiten, dat hij meent
nogmaals te moeten aandringen om
„ons Venray" toch te bewaren voor
een kwaden naam, dat het bezig is
met al zijn verordeningen in den
vreemde te krijgen» Er zijn nu al
personen, die indien zulks mogelijk
is, Venray met al zijn bepalingen
ontvluchten. Dezer dagen was hij in
Breda en Tilburg en daar zag hij
menschen met lange electrische ge
leidingen, 7 tot 8 Meter, langs de
verkeersagenten rijden, die absoluut
niet gebaarden daar bezwaar tegen
te hebben. Maar doet zoo iets eens
hier in Venray, dat toch altijd nog
maar een dorp is. Wij moeten hier
niet al te fitachtig optreden.
De Voorzitter antwoordt, dat
jammer genoeg de toegangswegen
naar Venray nu eenmaal niet al te
breed zijn. Zeker, als er proces
verbaal wordt opgemaakt, dan mop
pert de bekeurde, doch gebeurt er
een ongeluk, dan loopen de anderen
en mopperen, dat de politie nergens
naar kijkt.
Z.h.s. besloot de Raad deze be
paling in de verordening op te nemen.
5. a. Aanbieding der rekening
Burgerlijk Armbestuur dienst 1929.
Zooals gebruikelijk stelde de Voor
zitter voor onderzoek dezer stukken
eene Commissie aan, ditmaal be
staande uit de heeren Pubben, Stoot
en van Bergen.
6. Voorstel van Burg. en Weth.
tot onttrekking aan den openbaren
dienst van een gedeelte van den weg
no. 88 en verlegging van dien weg
en tot aankoop van een strook grond
tot verlegging van dien weg en
verkoop van het aan den openbaren
dienst te onttrekken gedeelte.
De Voorzitter deelde mede, dat
er op de gehouden zitting de com-
modo et incommodo geen bezwaren
tegen deze voorstellen ingediend
waren en dat hij hoopte dat de Raad
zulks ook wel niet doen zou. Aan
de hand der situatieteekening, die bij
de heeren Raadsleden rondging, kon
den zij de staat van zaken wel
volgen.
Maar de heer Vermeulen opende
de rij der sprekers en deze was ook
aan het teekenen geslagen, waarvan
hij de uitkomst in diverse exemplaren
aan de leden uitdeelde, en zei daarbij,
dat hij wel accoord kon gaan met
het voorstel van B. en W.. maar
toch was er z.i. nu een mooie kans
om een verbinding te verkrijgen
rechtstreeks van Stationsstraat naar
het Eind, waardoor het verkeer in
de Hofstraat zeer ontlast zou wor
den. Hij stelde daarom voor dit
agendapunt aan te houden tot een
volgende vergadering en hiervoor
eene commissie te bencemen.
De Voorzitter merkte op, dat het
plan van den heer Vermeulen duur
zou uitkomen en zware finantieele
offers zou vragen. Door aanneming
van het voorstel van B. en W. kreeg
men een mooi punt voor de te
bouwen Landbouwhuishoudschool,
die nu om het dorpsschoon te ver-
hoogen met den gevel naar de Eind-
straat kwam te staan. Hij verzoekt
de heeren zich tot behandeling der
agenda te bepalen, en deze af te
handelen, dan kan men spoedig
overgaan tot het bouwen der school.
De heer Vermeulen bepleit nog
maals het nut van eene Commissie
ad hoe vooral ter ontlasting van het
verkeer in de Hofstraat. Hij stelt
daarom voor uit voorstel van B. en
W. aan te houden tot desnoods een
volgende vergadering in de volgende
week.
De Voorzitter wijst erop dat voor
het verkeer de Gasstraat en Heuvel
straat reeds verhard worden. Men
moet zich ook geen illusie maken,
dat mogelijk is om volgende week
reeds met een ander voorstel ter tafel
te kunnen komen in een zooveel
omvattende aangelegenheid als deze.
Het voorstel van B. en W. staat
trouwens het voorstel Vermeulen
niet in den weg, is zelfs te beschou
wen als een begin ervan.
De heer Vermeulen blijft er bij
dat hij nu de kans voor de totstand
koming van den weg veel beter acht
dan later.
De heer Millen steunt het voorstel
Vermeulen, vooral om wille het
verkeer in het Dorp.
De Voorzitter zegt, dat de heeren
het zich verkeerd voorstellen. Het
College van B. en W. zal het zeer
op prijs stellen dat de school komt
op de plaats, die na lange besprekin
gen met de Z. E. Zusters en den
Architect als de meest geschikte is
aangewezen ook ter wille van het
dorpsschoon. Het plan Vermeulen
acht de Voorzitter diep-ingrijpend.
De heer Vermeulen zegt, dat de
weg er dan nooit komt. Hij meent
dat de Eerw. Zusters er ook wel
wat voorover hebben en hij hand
haaft dus zijn voorstel.
Ook de heer Millen dringt op het
instellen eener Commissie aan.
De Voorzitter merkt op, dat er
dan gevaar bestaat, dat de school
niet klaar zijn kan vóór den nieuwen
cursus.
De heer Vermeulen merkt op, dat
de Voorzitter zijn voorstel duur en
zware finantieele offers vragend is.
De heer Goemans is ook wel voor
een grooten verbindingsweg, maar
kan zich nu toch wel vereenigen met
het voorstel van B. en W.
De Voorzitter verklaart zich gaarne
bereid om met de Z. E. Zusters te
bespreken, wat hij uit den boezem
der vergadering hoort.
De heer Vermeulen meent dat
thans een weg gemakkelijk te be
reiken is, waartegen de Voorzitter
opmerkt 'dat daartoe grond moet
worden afgestaan van Kerkelijke
instellingen, waarvoor de goedkeuring
van Rome noodig is. Een en ander
duurt natuurlijk zeer lang, in welken
tusschentijd niets kan gedaan worden.
De heer van Bergen is van oordeel,
dat de weg later nog behandeld kan
worden.
De heer Millen zou nu maar in
eens willen afwerken. Hij meent dat
de Zusters nu meer genegen zullen
zijn tot onderhandeling en vreest dat
het pad van heden nooit een weg
zal worden.
De Voorzitter wijst er op, dat
de Raad toch ook zijn vertrouwen
moet stellen in het College van B.
en W. Hij heeft zich toch reeds
bereid verklaard de besprekingen uit
den Raad met de Eerw. Zusters te
bespreken, waarvan hij de resultaten
aan den Raad te zijner tijd zal mede-
deelen.
De heer Odenhoven zegt. dat, nu
er op de zitting geen bezwaren in
gekomen waren, hij aanvankelijk ook
van plan was niets te zeggen. Toch
wil hij nu ook een woordje in het
midden brengen. Het verwondert
hem steeds, dat er van zekere zijde
pressie wordt uitgeoefend om het
grondbezit der groote instellingen
uit te breiden. Ook de kom wordt
door de te stichten Landbouwhuis
houdschool niet verfraaid maar „ver-
orifraaid". De groote instellingen
hebben tuinen van morgens groot.
Spreker zou wel eens willen weten
of men zich voor een eeDvoudigen
werkman ook zooveel moeite geven
zou.
De Voorzitter merkt op, dat ieder
volkomen vrij is zijn meening te
zeggen, maar ook de meening van
anderen moet men weten te eerbie
digen. B. en W. zijn met dit voor
stel gekomen in het belang van het
algemeen.
De heer Odenhoven meent, dat
de Eerw. Zusters wel wat uit kun
nen geven. Hij steunt verder het
voorstel van den heer Vermeulen.
De Voorzitter wil het voorstel nu
wel eens in stemming brengen, waar
op de heer Millen vraagt, welk
voorstel dan aangenomen wordt.
De Voorzitter zegt, dat 't gezond
verstand dan aangeeft, dat 't verst-
strekkende dan aangenomen is.
Op de vraag van den heer Millen.
wie dan uitmaakt, welke het verst-
strekkende is, antwoordt de Voor
zitter, dat hij dat doet, daar hij nog
altijd voorzitter der vergadering is.
De heer Odenhoven vindt, dat
zijn vriend Millen toch met gezond
verstand spreekt en vraagt, wat de
voorzitter er mee zeggen wil.
De Voorzitter zet uiteen, dat dit
zoo iets in zijn bedoeling ligt, maar
dat 't gezond verstand toch wel
aangeeft, dat het aannemen van een
voorstel verder strekt dan het uit
stellen.
De Voorzitter merkt nogmaals op,
dat de Raad toch zijn vertrouwen
in het College van B. en W. moet
stellen en vraagt dan toch eindelijk
te willen beslissen.
De heer Vermeulen zou ook gaarne
de Wethouders eens aan het woord
zien, waarop de Voorzitter zegt,
namens het College van B. en W.
te spreken.
Op eene vraag van den heer Ver
meulen of een plan als het zijne al
eens in de vergadering van B. en
W. besproken is, antwoordt Wet
houder Houben „ja", terwijl Wet
houder Pubben zegt, dat er eigenlijk
geen bezwaren tegen de wegonttrek-
king bij de zitting zijn ingekomen.
Doch waar in het plan Vermeulen
slechts met 2 eigenaren behoeft
onderhandeld te worden, lijkt hem
dit toch wel voor verwezelijking
vatbaar. En een weg als dan ver
kregen wordt, is ook wel wat waard.
De heer Vermeulen verklaart zich
niet tegen het plan van B. en W.,
maar de Raad wil verder gaan dan
hetgeen wordt voorgesteld.
De heer van Bergen ziet bij het
doorzetten van het plan Vermeulen
min of meer een poging om op de
Eerw. Zusters pressie uit te willen
oefenen.
De heer Odenhoven roept uit: Ja
ja, als het plan van B. en W. maar
aangenomen is, kan de Voorzitter
tegen de Eerw. Zusters zeggen:
Zie zoo, deze zaak is ook al weer
in orde.
De heer Nelissen steunt het voor
stel van B. en W„ waarna de heer
van Dijck opmerkt, dat hij het plan
Vermeulen wél goedvindt, maar toch
liever om wille van het onderwijs,
liever geen drukke verkeersweg zag
bij eene school.
De Voorzitter zet nogmaals het
voorstel van B. en W. uiteen en
brengt dit in stemming. Bij de loting
bleek, dat bij eventueele stemmingen
in deze vergadering de heer Ver
meulen het eerst zijn stem moest
uitbrengen. Dies klonk uit den mond
van den heer Vermeulen, zoodra het
voorstel van B. en W. ter stemming
kwam, een krachtig „voor", terwijl
de heer van Bergen een „tegen"
deed hooren. Eindelijk werd het voor
stel van B. en W. dan ook aange
nomen met 8 tegen 4 stemmen. Tegen
stemden de heeren van Bergen.
Odenhoven, Strijbos en Millen.
De heer van Bergen vroeg direct
aanteekening van het feit, dat hij bij
vergissing had tegengestemd, terwijl
de heer Vermeulen verklaarde zich
ook vergist te hebben met zijn „voor".
Dit achtte hij toch wel aannemelijk,
waar hij gedurende de geheele dis
cussie zijn voorstel had verdedigd.
Hij meende dan ook dat zijn voor
stel ter stemming was gekomen.
Eene algemeene discussie ontstond
inmiddels over de al of niet duide
lijke wijze, waarop dit voorstel ter
stemming was gebracht, waarbij
echter meerdere leden verklaarden
den Voorzitter zeer goed begrepen
te hebben, tsrwijl de heer Slrijbos er
aan toevoegde, dat hij juist omdat
hij den Voorzitter zoo goed begrepen
had, „tegen" gestemd had.
Het was ook warm in de Raad
zaal, zoodat hetgeen wonder genoemd
mag worden, dat de goede Homerus
kon indutten.
De Voorzitter verklaarde van de
beweringen der heeren van Bergen
en Vermeulen aanteekeningen te
zullen houden, doch aan de stemming
was nu eenmaal niets meer te doen.
7. Ingekomen schrijven van P.
Kusters, W. Lormans, P. Brauer,
M. H. van Staveren en J. Verberk,
waarbij deze verklaren het door hen
ingezonden verzoek om tegemoet
koming in de kosten verbonden aan
het bezoeken der kerkelijk erkende
R. K. Jongens- en Meisjesscholen,
niet te handhaven en verzoeken dit
niet meer in behandeling te nemen.
De Voorzitter merkt hierbij op,
dat waar de belanghebbenden zelf
verzoeken om hun request niet verder
te behandelen, de Raad bier eenvoudig
aan te voldoen heeft, waarmede het
College instemde.
8. Ingekomen verzoek van M.
Stevens, H 33e, om tegemoetkoming
in de kosten, verbonden aan het
bezoeken zijner kinderen der kerkelijk
erkende R. K. Jongens- en Meisjes
school te Leunen, gelegen op een
afstand van meer dan 4 K.M. van
zijn woning, ingevolge artikel 13
der L. O. wet 1902.
De^ Voorzitter zegt, dat dit een
verzoek is van iemand, die pas hier
is komen wonen en stelt voor om
te geven f 30 per jaar en per school
gaand kind, met ingang van 16 Juni
j.i.
De heer Millen herinnert er aan,
dat vandaag of morgen toch de be
slissing afkomt voor de te bouwen
school aan het Veulen en zegt het
nut van een beslissing over cjit ver
zoek niet in te zien, te meer waar
hier zooveel „politiek" achter zit.
De voorzitter zegt, dat hier de
school aan het Veulen geheel bujten
staat.
De heer Millen stelt voor dit ver
zoek aan te houden tot een volgende
vergadering, waarop de voorzitter
zegt, dat de Wet voorschrijft om op
een dergelijk verzoek binnen 30 dagen
te beslissen, zoodat aanhouden niet
kan.
De heer Geurts vraagt of even
tueele inwilliging van dit verzoek
al of niet invloed heeft op den
lateren bouw eener school aan 't
Veulen.
De heer Millen zou nog voor dit
Verzoek kunnen zijn, waar het hier
iemand betreft, die de vergoeding
goed kan gebruiken.
De heer Odenhoven verklaart al
die „poppenkast" van de school aan
het Veulen niet meer te kunnen
uitstaan en verlaat vóór de stemming
de Raadszaal,
Als de Voorzitter het voorstel
ter stemming brengt, blijkt dat het
verzoek is ingewilligd met 7 tegen 4
stemmen. Tegen stemden de heeren
Jacobs, Geurts, Strijbosch en Millen.
9. Aanvrage van den Ned, R. K.
Politiebond „St. Michael" om sub
sidie.
De Voorzitter zet uiteen, dat de
diploma's al of niet met aanteeke
ningen wel te waardeeren zijn, men
heeft dan van zelf deskundige
politie- beambten. Doch twee
politie- agenten dezer gemeente
hebben dit diploma al, voorloopig
dus heeft de Gemeente er geen
belang bij. En al is op zichzelf het
werken van den Politiebond prij
zenswaardig te noemen, zuinigheids-
overwegingen beletten de gevraagde
subsidie te geven. De Raad ging
z. h. s. met deze uiteenzetting
accoord.
10. Wijziging en aanvulling der
gemeentebegrooting dienst 1929.
Z. h. s. besloot de Raad ook
accoord te gaan met de noodig
gebleken wijziging en aanvulling der
Gemeentebegrooting dienst 1929.
11. Voorstel van B. en W. tot
het sluiten eener overeenkomst tot
het vervoer der post met den ge
meentelijken autobusdienst.
Na uiteenzetting van den Staat
van Zaken door den Voorzitter
besloot de Raad B. en W. te
machtigen tot het aangaan der
bedoelde overeenkomst tegen een
van f 700.— tot f 900.— verhoogde
vergoeding door 't Rijk.
12. Vaststelling van het kohier
der voerdiensten.
De Voorzitter deelde mede, dat
het register der voerdiensten 146
dagen voerdienst inhoudt. De heer
Vermeulen vraagt of hier de auto-
tractie nog bijgerekend is, hij vindt
dit onbillijk de auto is toch reeds
zwaar genoeg belast.
De Voorzitter zegt, dat ieder lid
het recht heeft een voorstel te doen.
maar de Raad moet toch zijn een
maal ingestelde verordening handha
ven.
De heer Odenhoven vraagt, of de
heer Vermeulen alleen luxe-auto's
bedoelt, of ook de vrachtwagens.
Het antwoord ging door het
geklop van des Voorzitters hamer
verloren.
Ter stemming gebracht werd het
kohier vastgesteld met 8 tegen 4
stemmen. Tegenstemden de heeren
Vermeulen, v. Bergen, Odenhoven
en Millen.
13. Verzoek van H. Clephas e.a.
om gedeeltelijk restitutie van de
door hen betaalde rioleering.
Na uiteenzetting door den Voor
zitter besloot de Raad het verzoek
van adressanten z.h.s. in te willigen.
14. Dankbetuiging van den R. K.
Middenstand voor verleende subsi
dies.
Werd door den Raad voor ken
nisgeving aangenomen.
Bij de rondvraag bracht de heer
Millen ter sprake, dat er indertijd
met goedkeuring van den Raad een
St. Paulusvereeniging is opgericht,
zijnde een bond van personeel in
Overheidsdienst. Nu is H. Peeters
afgevaardigde geweest naar de Bonds
vergadering te Nijmegen, die dan
ook verlof vroeg om naar die
vergadering te gaan. Hij kon dit
echter niet krijgen en wel omdat hij
wegens veelvuldig verzuim z'n verlof
reeds op had, en bovendien den
toestand van den weg een afwezigheid
van den Kantonnier niet toeliet,
zooals de Burgemeester aan Peeters
geschreven had.
Dit is niet waar, zegt de heer
Millen. Peeters heeft geen verlof
gehad, doch is acht dagen ziek
geweest.
De Voorzitter zegt, dat het
beneden zijn waardigheid is, op een
dergelijke beschuldiging in te gaan
en voegt er aan toe, dat ambtenaren
lid van een Bond zijnde, verlof
vragend om als Bondslid een verga
dering te gaan bezoeken, in het
algemeen er op moeten rekenen, dat
dit verlof van hun vacantie afgaat.
De heer Millen zegt, dat hij de
bewijzen voor zijn zeggen vóór
zich heeft liggen en is als uit het
veld geslagen, door het spreken van
den Voorzitter.
De heer Nelissen informeert eens
over wien het eigenlijk gaat, en
wanneer hem gezegd wordt, dat het
hier betreft den Kantonnier van
Oirlo, mag men qit de houding van
den heer ISfelissen opmaken, dat hij
't met den Voorzitter eens is.
De heer Odenhoven vraagt verlof
om in een volgende vergadering
over deze kwestie nader het woord
te voeren, met beloofde bewijzen
over te leggen. Tot nu kon hij
hierover weinig zeggen, waar zijn
vriend Millen tqt heden deze zaak
behandeld-
De Voorzitter zegt hiertegen
geen bezwaar te hebben mits een
en ander geschied in parlementaire
bewoordingen en sluit hierna de
vergadering met gebed.
R. K. Intorn. Voetbaltornooi
te Venlo.
De R. K. Sportvereeniging „Venlo"
heeft het grootsch plan opgevat
aldaar een groot internationaal
voetbal-tournooi te organiseeren van
15 tot 17 Augustus a.s. Ze heeft
daartoe zich in verbinding gesteld
met sterkste Fransche. Duitsche en
Belgische R. K. voetbalclubs. Thans
staat reeds definitief vast, dat het
tornooi zal doorgaan, Bereids werd
toezegging gekregen van de Parij-
sche club A.S.M.P., die de laatste
zes jaren kampioen was van de
eere- afdeeling departement Seine,
Met de Belgische en Duitsche clubs
zijn de onderhandelingen zoover
gevorderd, dat weldra ook deze
namen gepubliceerd kunnen worden.
Lyk van een zwerver govouden.
Men meldt uit Cuyk
Maandagmorgen is te Vianen op
ongeveer 50 M. afstand van de
schuur van den landbouwer M. T.
het lijk gevonden van een man van
middelbaren leeftijd. Het lijk was
over het geheele lichaam met wonden
overdekt, het hoofd van den man
was onherkenbaar verminkt, terwijl
verder de handen en armen gapende
wonden vertoonden. Het bleek het
lijk te zijn van een zwerver. Bij het
onmiddellijk ingesteld onderzoek
werden in de schuur van M. T.
waar de gestorven zwerver den
nacht had doorgebracht, bloedsporen
gevonden in het stroo. Ook elders
in de schuur werden bloedsporen
gevonden. Voorts vertoonde een
kruiwagen eveneens bloedvlekken,
wat het vermoeden wettigd, dat het
lijk op den kruiwagen is weggevoerd
en op een afstand van vijftig meter
in een sloot is geworpen.
De zwerver zou dus in de schuur
vermoord moeten zijn.
De moord te Vianen.
Na een langdurig verhoor door
politie en justitie heeft van D., de
verdachte van den moord te Vianen
op de plaats van den moord Dins
dagavond om 10 uur een volledige
bekentenis afgelegd. Naar zijn me-
dedeelingen hebben hij en vrouw
M. den moord gepleegd, waarbij de
vrouw de hoofdschuldige zou zijn.
Het zou hier een liefdesgeschiedenis
betreffen. De toedracht is precies,
zooals die in vermoeden gemeld
werd.
Van D. heeft het lijk op een
kruiwagen naar de sloot vervoerd,
waarbij de vrouw behulpzaam was.
De vrouw blijft ontkennen iets
van de misdaad af te weten. Zij
erkent wel, dien nacht in de schuur
te hebben geslapen, waar het drama
zich heeft afgespeeld. Beiden werden
naar de gevangenis te Den Bosch
overgebracht.
Van D. is afkomstig uit O verveen
en 50 jaar oud. Vrouw M is 45
jaar. Ze heeft een dochter, doch is
uit de ouderlijke macht ontzet. De
vermoorde blijkt te zijn Berend Tap,
70 jaar oud.
De ontslagen by Philips.
In de Maandagavond gehouden
Raadsvergadering te Eindhoven zeide
de heer Staal, onderdirecteur der
N. V. Philips, tijdens woningbouw-
debatten, dat het aantal arbeiders
bij de N. V. op het oogenblik nog
20.340 bedraagt, en dat er tot dus
verre een kleine 2000 ontslagen zijn.
Jongen door een auto-
sproeiwagen overreden.
De achtjarige J. Smit te Vlaar-
dingen klom Maandag achter op
een auto- sproeiwagen van de
gemeentereiniging.
De jongen had het ongeluk te
vallen en het zware achterwiel over
het hoofd te krijgen, waardoor dit
vreeselijk werd verminkt.
Den chauffeur treft geen schuld.
Het tragische van dit ongeval is,
dat een viertal weken geleden, de
vader van den thans verongelukten
knaap bij het auto-ongeluk op den
Rotterdamschen dijk om het leven
is gekomen.
Lage wraakneming.
Te Kampen werd een perceel
grasland publiek verpacht. Om de
pachtprijzen te drukken wilden de
aanwezige Kamper veehouders niet
bieden. Een boer uit hetj naburige
IJselmuiden bood evenwel en werd
huurder. De Kamper boeren maakten
zich hierover boos en dreigden den
huurder, dat zij wel zouden beletten
dat hij her gras zou maaien.
Toen de man nu met de maai ma
chine het gras wilde maaien, bleek
hem dit onmogelijk. Men had n, 1.
het land bestrooit met oud ijzer en
op verschillende plaatsen stukken in
den grond gestoken,. De messen der
machine braken af en de man moest
het werk staken.
De uitvoer van landbouw
producten.
Aan de maandelijksche raededee-
ling van de Nederlandsche Land
bouw- Handelskamer, te's Graven-
hage, omtrent den uitvoer van
landbouwproducten bewerkt naar
de gegevens van het Centraal
Bureau voor de Statistiek is het
volgende ontleend
Door een belangrijk grooter uit
voer van jongere paarden (188) naar
alle afzetlanden, was ook de totale
export van paarden, ondanks een
kleiner uitvoer van ponnies en
paarden beneden 145 c.M. schofth-
(Mei 7April 94 stuks) grooter dan
April 505 stuks, ter waarde van
f 178.000 (April 152 stuks).
Slachtvee verliet in grooter mate
ons land. Onze zuidelijke buren
betrokken 1.127 stuks ter waarde
van f 142.000 (April 851 stuks).
Door een grooter uitvoer van
fokvee naar België (57) en Frankrijk
(72) was ook de totale export iets
grooter (Mei 149 stuks ter waarde
van f 35.000, April 121 stuks.)
Melk- en kalfkoeien 'daarentegen
werden minder uitgevoerd (Mei 1.040
stuks ter waarde van f 295.000,
April 1.213).
Ook jongvee ondervond minder
belangstelling in het buitenland dan
een maand tevoren 1.290 stuks ter
waarde van f 224.000, April 1.485
stuks.)
De grootste afnemer van onze
varkens, n.l. België, betrok deze
maand slechts 1.454 stuks (April
1.776 stuks.)
De uitvoer van ons pluimvee is
enorm toegenomen vergeleken met
de maand April. Alle landen namen
een belangrijk grootere hoeveelheid
af, speciaal Duitschland (118.084)
en Frankrijk (80.117.) Hierdoor nam
ook de totale uitvoer belangrijk toe
(Mei 243.091 stuks, ter waarde van
f 187.000, April 113.152 stuks.
De boteruitvoer nam deze maand
iets toe. De belangrijke afnemers,
Duitschland, België en Groot-Bri-
tannië namen van den totalen uitvoer.
(4.620 ton, ter waarde van f6.221.000
April 4.014 ton) resp. 3.201, 427
en 777 ton af.
Van kaas werd vooral Edammer
kaas 40 plus meer uitgevoerd. Bijna
alle afnemers van deze kaas betrok
ken groote hoeveelheden. Ook de
andere soorten werden meer geëx
porteerd. Slechts Goudakaas 30 plus
had een kleiner export. Totaal
verlieten 8.172 ton kaas voor een
waarde van f 5 575.000 ons land
(April 7'027 ton, Duitschland 3.509,
België 1.526. Groot- Britannië 846,
Frankrijk 1.179, en andere kleinere
afnemers betrokken grooter hoeveel
heden.
Eieren werden ongeveer in gelijke
heden geëxporteerd (9.494 ton ter
waarde van f 5.852.000, April 9.479,)
Wel nam Duitschland (6552) een
niets minder groote hoeveelheid af.
doch Argentinië betrok iets meer
(1.029.)
België (15.249 ton) en Frankrijk
(1.290) betrokken meer kteiaardap-
pelen uit ons land, de overige landen
echter minder. Ook van veen- en
zandaardappelen was de export
minder groot. De totale uitvoer van
zandaardappelen bedroeg 30.633
ton ter waarde van f 543.000 (April
40.783.)
Adverteeren is bekend
worden