BiM m PEEL EN MAAS
Voor lit ij. S@
isoeu miimgm
i manufactuurhandel
r. vfliN un
duntrüm r*.
Ontwikkeling
Veegeneesmiddelen
Heeren-
Dames-
Modeartikelen,
Modeartikelen,
Eng. Hemden,
Zijden Dames
Dassen,
kousen, Zijden
Eantasiesokken,
Combinations,
Sokkenhouders,
Handschoenen,
Bretels.
Sjaals, enz.
Politieke
De bedelaars in
vroeger tijd.
Menschen, dat
moet ge zien
Gemengde Berichten
Districts-Arbeidsbeurs
een prachtige sorteéring 144
Hofstraat 11
Telefoon 114
Zaterdag 19 April 1930, No. 17.
Onderwystoestanclen voor honderd
jaren. De verdrukking van het
bijzonder onderwys. De aanvang
van den grooten schoolstrijd.
Op het terrein van het lager
onderwijs hebben wij onze volle
rechten veroverd. De kassen van
rijk en gemeenten betalen onze
bijzondere scholen even goed als
zij steeds de openbare scholen
hebben bekostigd. Wij hebben
volle vrijheid van onderwijs. De
katholieke scholen kiezen zelf
haar onderwijzers en leerboeken.
Dat is nu al tien jaar lang het
geval. We raakten er al weer aan
gewend, we beschouwen dat als
heel gewoon, 't Is immers ons
recht. We behoeven er op aarde
niemand dankbaar voor te zijn
als aan hen, die in het verleden
voor dat recht zoo moedig en vol
hardend hebben gestreden.
Zeker, en we beschouwen het
zóó vanzelf sprekend, dat we ons
recht verkrijgen, dat we vergeten,
hoe er een andere tijd is geweest,
toen we er onder werden gehou
den.
Om te waardeeren, wat we won
nen, moeten we nooit vergeten,
hoe het eertijds is geweest. Het
vasthouden van den band met
het verleden blijft immer heilzaam.
Voor de Fransche revolutie
moesten de onderwijzers »vrome
godtsalige lieden zijn, in de fon
damenten van de Ghristelijcke
Gereformeerde Religie welervaren,
om dezelve de discipelen te kun
nen doceeren." Aan zulke onder
wijzers werden de katholieke
kinderen toevertrouwd, want het
bovenstaande voorschrift was ge
geven voor de katholieke Gene
raliteitslanden. Een katholiek
onderwijzer was van het onderwijs
uitgesloten. Aan plagerijen ont
brak het nietop »paepsche feest
dagen" mocht vooral geen vrij
gegeven worden, rozenkransen,
crucifixen en prentjes mochten in
school niet komen, 't Was uit
drukkelijk voorgeschreven.
De komst der Franschen bracht
ook hierin verandering.
De eerste schoolwet die van
1801 liet bijzondere scholen
toe, behoudens toestemming van
het gemeentebestuur, maar in de
schoolboeken en leermethode moest
met de meeste zorg worden ver
meden »al het leerstellige, dat
door de onderscheiden kerkgenoot
schappen verschillend wordt be
grepen."
Buiten den schooltijd moest
echter voldoende tijd worden over
gelaten om de kinderen onderwijs
te kunnen geven »in de Gods
dienstige Leerstellingen, waartoe
zij behoorden."
Er was dus eenige vooruitgang,
wat de voorschriften betreft, maar
feitelijk bleef haast alles bij het
oude.
^„Van de 35 schoolopzieners, die
na het van kracht worden der
eerste schoolwet benoemd werden,
waren er 32 protestant, waaronder
22 predikanten, en slechts drie
katholieken. Zoo kwam door de
macht aan de schoolopzieners ge
geven, het openbaar onderwijs
weer in handen der protestanten.
Het heeft groote moeite gekost
om van het protestantsche onder
wijs af te komen. In de meeste
plaatsen was de schoolmeester
tevens koster, voorzanger en voor
lezerder Hervormde kerkgemeente
Dit werd in de oproepingen uit
drukkelijk als voorwaarde gesteld,
hetgeen met uitsluiting der katho
lieken gelijk stond. In de scholen
moest de protestantsche bijbel
worden gelezen en uitgelegd door
protestantsche onderwijzers.
De schoolwet van 1803 maakte
het 't bijzonder onderwijs weer
moeilijker, maar werd spoedig
gevolgd door die van 1806, tijdens
de regeering van Lodewijk Napo
leon. Volgens deze wet mocht
geen lagere school, openbare noch
bijzondere, bestaan of opgericht
worden zonder uitdrukkelijke ver
gunning van het departementaal-,
landschaps- of gemeentebestuur,
na vooraf gevraagde inlichtingen
en bedenkingen van den school
opziener van hei district of de
plaatselijke schoolcommissie.
Men ziet, hoe moeilijk de op
richting eener bijzondere school
werd gemaakt. De bijzondere school
kon daarbij uit geen publieke kas
een bijdrage ontvangen.
Deze wet bracht evenwel een
grooten vooruitgang voor de
katholieken, die erkenden, dat met
haar reeds veel voor de vrijheid
van onderwijs zou kunnen worden
gedaan, maar in de hand van den
bemoeizieken Willem I werd de
wet voor de katholieken laler nood
lottig. Het schoolbeheer en daar
door het onderwijs behield, zooals
dr. J. Witlox zegt, een overheer-
schend of bijna een alleenheer-
schend protestantsch karakter.
Boven den Moerdijk was er
slechts één 'katholiek school
opziener van de 52 en van die 51
waren er 37 predikant. Later werd
de eenige katholiek door een pro
testant vervangen. In Brabant
waren aanvankelijk van de 7
schoolopzieners 5 katholiek, toen
het aantal districten op 11 werd
gebracht, kwamen er 7 prot.
schoolopzieners tegen 4 kathol.
Zoo was de toestand in 1841. In
het geheele land van [de ruim 70
schoolopzieners 4 katholiek
De macht van den schoolopzie
ner was groot. Zonder zijn verlof
of medewerking kon geen school
worden opgericht, kon geen on
derwijzer een akte ol aanstelling
krijgen, geen boek gebruikt wor
den. Hij kon nagenoeg alle on
derwijs weren, dat met zijn per
soonlijke begrippen niet overeen
kwam.
Het gevolg was, dat de school
meesters nagenoeg uitsluitend
niet-katholiek waren, althans in
't Noorden en ook in het Zuiden
in buitensporige onevenredigheid.
Het gereformeerd schoolmeester
kosterambt bleef op vele plaatsen
verplichtend.
Geen wonder, dat bijna geen
katholieken zich voor 't onderwijs
bekwaamden, dat de katholieke
kweekelingen de kweekscholen
verlieten.
Niet zoo heel lang na het aan
de regeering komen van Willem
I begon ook de strijd tegen de
klein seminarien, waartegen vele
hoofdambtenaren zich met alle
felheid kantten.
Baron Goubau, directeur-gene
raal van den Katholieken Eere-
dienst sprak uit, wat deze bijna
allen wenschten, dat alle klein
seminaries tot het laatste toe,
moesten worden vernietigd.
Eindelijk werd in 1825 van dien
koning de onderteekening van het
besluit tot opheffing van de klein
seminaries verkregen. Allerlei
argumenten werden gebruikt-
Zelfs werd den koning sluw onder
het oog gebracht, dat de leerlingen
in de klein seminaries worden
opgeleid en gevuld met voor den
staat hoogst gevaarlijke en scha
delijke wanbegrippen, welke door
den invloed van den Pauselijken
Stoel, met' miskenning van de
rechten van den souverein, thans
maar al te zeer worden voortge
plant.
In de grootseminaries mochten
alleen zij opgenomen worden, die
hun instelling aan het collegium
philosophicum, een staatsinstelling
zouden hebben voltooid.
Deze regeeringsbesluiten brach
ten de katholieken tot den grooten
strijd voor de vrijheid van onder
wijs, welke na vele gedeeltelijke
overwinningen en tegemoetko
mingen bijna een eeuw later op
het terrein van het lager onder
wijs tot de volledige overwinning
zou leiden.
ROELAND,
Onder de plagen van vroeger
tijd, toen er nog geen goed geor
ganiseerde armenverzorging bestond,
moet zeer zeker gerekend worden
de last, die vooral het platte land,
maar ook de steden ondervonden
van de bedelaars, landloopers en
zigeuners.
Vooral de beroepsbedelaars heb
ben de magistraten steeds heel wat
zorgen gekost, omdat onder het
masker van bedelaar vaak dieven,
spionnen en personen met andere
ongunstige oogmerken schuil gingen,
Als de plaag al te erg werd, ging
men over tot strenge maatregelen.
In de steden werd dikwijls het be
delen met geeseling gestraft, terwijl
ook degenen, die een bedelaar her
bergden, op dezelfde wijze hiervoor
moesten boeten. Ja, er waren zelfs
keuren, waarin het schenken van 'n
aalmoes, aan een bedelaar, met de
geeselstraf werd bedreigd.
Een geliefkoosde lijfstraffelijke
rechtspleging voor zakkenrollers en
landloopers was in de 17e eeuw het
vastspijkeren met één oor aan de
kaak (schandpaal). Men liet den
veroordeelde tot groot vermaak van
het kijkend publiek zoolang staan,
tot hij zich in wanhoop losscheurde
en er met anderhalf oor vandoor
ging, achtervolgd door een tierende
menigte die hem een hagelbui van
steenen en straatvuil nawierp.
Vooral op het platte land kon
men over het bezoek van deze on-
gewenschte elementen meepraten,
waar zij brutaler optraden en den
bewoners, van eerzame hoeven bier
en spek linnen en geld afpersten en
bovendien soms brand stichtten om
te kunnen plunderen.
Men organiseerde daartegen een
bijzondere politie, vaak in het rood
gekleed, die met geweren gewapend
en een hond bij zich, moest rond-
loopen en die den verheven naam
droeg van „armenjagers'4.
Bovendien sloegen van tijd tot tijd
de verschillende gewesten de handen
ineen en werd een „generale jagt"
op de vagebonden georganiseerd,
een soort drijfjacht, waarbij de re
geering van een bepaalde streek een
andere waarschuwde opdat deze het
'luchtende wild zou kunnen tegen
houden.
Zelfs het Haagsche bosch was in
het laatst der 17e eeuw zoo onveilig,
dat men er ernstig over dacht, ook
hier eens een drijfjacht op hetmen-
schelijke wild te houden. Zoo wan
delde eens de advokaat Rooseboom
op een zomeravond van het jaar
1666 met een zijner nichten door ,t
Voorhout en ging nog een stuk het
bosch in bij de Maliebaan.
Plotseling werden zij besprongen
door twee mannen, die den advokaat
op den grond wierpen en zijn nicht
met een touw om den hals een eind
voortsleepten, terwijl beiden beroofd
en mishandeld werden. Ofschoon on
middellijk een aanklacht ingediend
werd, zijn de schuldigen nooit ont
dekt.
In een land of stad waar welvaart
heerschte, vond men gewoonlijk
veel bedelaars, waaronder een groot
percentage luiaards, die op andere
plaatsen, waar minder welvaart
heerschte en men in den regel min
der vrijgevig was, tot werken hun
toevlucht hadden moeten nemen.
In den ouden tijd was bedelen op
zich zelf geen schande en 't geven
van aalmoezen behoorde tot de meest
beoefende goede werken, zoodat op
den duur de stad op de bedelaars
een aantrekkingskracht had.
Waar tegenwoordig ondanks de
veel beter geregelde controle van
lichamen als Armenraad e.d. soms
nog giften worden geschonken, die
volkomen misplaatst zijn, in vroeger
tijden werd de vrijgevige nog vaker
bedrogen. Zoo werd den lOden
April 1448 te Utrecht het vonnis
uitgesproken over „Lijsen met de
lappen", een rijke bedriegster, die
zich arm hield en van bedelarij
leefde.
Zij werd uit de stad gewezen en
moest 15.000 steenen geven voor
een kerk, die toen net gebouwd
werd (in dien tijd een zeer gebruike
lijke straf).
In andere plaatsen, o.a. Amsterdam,,
had men de bedelarij eenigszins ge
reglementeerd, doordat bedelaars van
buiten, „incomende bedelaars", bij
het binnenkomen der poort een
looden penning ontvingen als bewijs,
dat zij binnen de stad mochten
bedelen, maar overigens was men in
Amsterdam ook op het bezoek van
deze dames en heeren niet gesteld,
Wanneer zij zonder penning op
bedelarij betrapt werden, moesten zij
voor de eerste maal zes weken,
voor de tweede maal drie maanden
in het Werkhuis zitten, terwijl voor
de derde maal geeseling en verban
ning hun te wachten stonden.
In het Werkhuis moesten de
vrouwen touw pluizen, spinnen,
weven, naaien enz., terwijl de man
nen werden beziggehouden met het
weven van peperzakken, haren
vloermatten enz. In 1765 bedroeg
de bevolking 29 vrouwen en 14
mannelijke bedelaars.
Strikt genomen was de toestand
eigenlijk twee-slachtig. Aan de eene
zijde het stadsbestuur, dat met alle
mogelijke middelen de excessen van
de bedelarij wilde bestrijden en aan
de andere zijde de menschlievende
burgers, die in aalmoezen-geven een
goed werk zagen. Men bezat echter
in die dagen nog niet de kracht der
organisatie, die door geregelde con
trole en onderzoek het mogelijk
maakte, de bokken van de schapen
te scheiden en zoo bleven nog
langen tijd de bedelaars een [ware
plaag voor stad en land.
en eenige tooneelspeelsters zoon
geweldig succes boekten, o.a. te
Horst en te Sevenum.
Ik heb mijn goeden naam als ver
trouwbaren gids bij mijn dorpsge-
nooten te lief, om mij te wagen aan
een logenstraffing hunnerzijds, maar
ik aarzel niet te beloven, dat nie
mand zijn entréegeld zal betreuren,
en ik herhaalMenschen, gaat dat
toch zien.
Vaders en moeders, onderwijzers
en opvoeders, gaat eens zien wat
van kinderen onder goede en kun
stige leiders gemaakt kan worden en
gij zult meer respect gaan krijgen
voor onze Zuid-Limburgsche mijn
werkers, die waarachtig lang zoo
zwart, noch onontwikkeld zijn, als
menige brave ziel op een afstand
van hen meent.
Alleen het feit reeds, dat deze
kinderen zich zoo geweldig inspan
nen, om door hoogstaand spel, voor
zoover dit van haren leeftijd kan
gevorderd worden, bij te dragen
tot den bouw van hare kerk, ge
lijk zij zeggen, is sympathiek genoeg
om dit nieuwsoortig apostolaat te
doen waardeeren en steunen.
Nooit hebt ge lieflijker en meer
onweerstaanbare „schooiers" aange
troffen, die U nog kunstwaar voor
uw geld geven. Menschen, gaat dat
zien. S. M. Peeters, miss.
Wat nog nooit te Venray ver
toond is, bij mijn weten, wat wel
licht nooit meer vertoond zal worden,
zal te zien en, laat mij er terstond
bijvoegen, te bewonderen zijn, a's.
Maandag, tweeden Paaschdag in de
groote zaal van 't Patronaat.
De Wielewalen van Overhoven-
Sittard zijn in dit blad reeds aange
kondigd. Voor zoover ik weet, zijn
wielewalen uit mijne jeugdjaren rare
vogels, zeer bekend als kunstige
nestbouwers, maar worden niet
onder de zangvogels gerangschikt.
Maar de wereld gaat vooruit en
deze Overhovensche Wielewalen
zingen, kwetteren en springen van
je welste.
Men zou anders zeggenWat
goeds kan er van zoo'n uithoek van
Sittard, met een bevolking hoofdza
kelijk van keuterboertjes, mijnwer
kers en spoorwegarbeiders, zoo bij
zonders en zoo kunstigs verwacht
worden en dan nog wel van een
groep meisjes, al zijn ze een dertig
koppen sterk?
Menschen, dat moet ge zien, om
te gelooven, dat deze eigenaardige
Kind yerbrand.
Te Oirschot trok het kind van
P. v. d. Tillaard een pot kokende
melk om. Het is aan de bekomen
brandwonden overleden.
Nekkramp.
In Eindhoven en in 's-Hertogen-
bosch kwam een geval van nekkramp
voor.
Auto met militairen te water.
Woensdagmorgen zijn op den
Amsterdamsche straatweg onder
Naarden tengevolge van een aan
rijding een militaire auto en een
fietsrijder te water geraakt. In den
auto zaten, behalve de bestuurder,
kapitein M., de beide tweede-luite
nants E. en L. en de sergeant H.
Allen waren gedetacheerd voor
diploma-rijden bij de militaire motor
brigade.
Toen de auto uit de richting
Muiderberg te Naarden kwam, wilde
de kapitein een wagen passeeren. Op
hetzelfde oogenblik naderde van
tegengestelde zijde een ander voer
tuig. Het gevolg van deze verkeers-
complicatie was, dat de wielrijder
H. P. werd aangereden en in de
vaart terecht kwam. De kapitein
concentreerde zijn aandacht zoozeer
op den drenkeling, dat het stuur hem
uit de handen gleed en de auto te
water geraakte. Alle drenkelingen
konden zich redden. De auto is
's middags door een kraanwagen van
den Militairen Motordienst uit het
water gehaald.
Electrische kunstmoeders.
Door de Prov. Electriciteits-
Maatschappij in Gelderland zijn in
1929 verschillende resultaten opge»-
nomen, welke hier en daar behaald
werden met electrische kunstmoeders,
Daarbij is gebleken, dat de kosten
aan verbruikte electriciteit varieeren
tusschen 4 en 10 cent per kuiken,
gedurende den geheelen opfoktijd,
Bij dit betrekkelijk groote verschil
speelden natuurlijk de buitentempe
ratuur en de plaats, waar de kunst
moeder stond een belangrijke rol,
evenals de behandeling. De voor
deden zijn groote zindelijkheid,
beduidende tijdsbesparing, gelijk
matige warmte, dus ook tegen den
motregen, nooit te koud, absoluut
brandvrij, steeds zuivere lucht in het
opfokhuis, na de afsluiting blijft de
kunstmoeder nog een heele poos
warm.
Wie ze gebruikt is er enthousiast
over. Langdurige stroomstoring zou
natuurlijk noodlottig kunnen worden.
Wanneer men over goedkoopen
stroom kan beschikken, dan is de
prijs van de verbruikte electriciteit
geen bezwaar.
De moord te Leeuwarden.
De rechtbank te Leeuwarden deed
Woensdag uitspraak in de zaak te
gen den 29-jarigen woonwagenbe
woner S. K. die in den morgen van
26 Juli 1.1, zijn vrouw met drie
messteken om het [[leven gebracht
had. Verdachte werd veroordeeld
tot een gevangenisstraf van 6 jaar
De eisch was 10 jaar.
25 Jaar wethouder.
De heer H. Mooren te Oeffeit,
hoopt op 27 April a.s. zijn zilveren
jubileum als wethouder te herden
ken. In de jaren dat hij zijn krach
ten schonk aan den groei en bloei
der gemeente, heeft hij veel goeds
in het belang der gemeente en dat
der bevolking verricht. Het dubbel
ambt van raadslid en wethouder
heeft hij met groote toewijding en
buitengewone nauwgezetheid vervuld.
Om ijver en toewijding genoot
hij steeds de algemeene achting en
met de achting ook het vertrouwen
hetgeen wel blijkt uit het feit, dat
hij al die jaren, bij elke verkiezings
periode zijn mandaat voor de kiezers
zag vernieuwd.
Bekeuringen door gemeente
veldwachters.
Het Algemeen Politieblad bevat
een circulaire van den Minister van
Justitie aan de procureurs-generaal,
fungeerende directeuren van politie,
waarin wordt medegedeeld, dat de
Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw zijn tusschenkomst
heeft ingeroepen, om, voor zooveel
noodig, te bevorderen, dat ook voor
de buitengewone gemeenteveldwach
ters (uiteraard ook de bezoldigde
gemeenteveldwachters) de in uitzicht
gestelde belooningen, onder welke
benaming ook (premie of anderszins)
welke in uitzicht worden gesteld,
voor het doen van eenige bekeuring
wegens een bepaald feit, uitdrukke
lijk worden afgeschaft.
De minister verzocht ook het
bovenstaande in overweging te ne
men en voor zooveel noodig, ter
zake het noodige te verrichten.
De tocht van den „Graf Zeppelin".
De „Graaf Zeppelin" is Woens
dagavond om zes uur te Sevilla in
Spanje geland. Bij de landing waren
de koning, de koningin, de Infantes
en een ontzaglijke menschenmassa
tegenwoordig.
Om kwart voor acht is het lucht
schip wederom opgestegen, om naar
Friedrichshafen terug te keeren.
Noodlottig gevolg van een
onzinnige weddenschap.
Tengevolge van een noodlottige
weddenschap is te San Sebastian
een jongeman om het leven gekomen.
Hij wedde in een herberg, dat hij
tien rauwe eieren met schaal en al
zou kunnen verorberen. Zijn vrienden
gingen de weddenschap met hem
aan en de jongeman at inderdaad
tien eieren met schaal op, waarbij
hij een liter wijn dronk.
Hij kreeg onmiddellijk na afloop
hevige maagpijn en bezweek eenige
minuten later.
Weet gy
dat in den inflatietijd in Duitsch-
land ongeveer zes millioen K.G.
papier in „geld" veranderd werden?
dat Engeland jaarlijks voor 240
millioen gulden aan eieren invoert
dat op de Londensche effecten
beurs geen vrouwelijke leden worden
aangenomen
dat de opvoeding hierom van zoo
groot belang is, omdat zij invloed
heeft op het geheele leven
Hevige mistral boven Zuid-
Frankryk.
Boven Marseille/en boven het
geheele Rhönedal woedt sedert
Dinsdag een hevige mistral, die zoo
wel te land als in de haven groote
schade aanricht.
Bijna alle schepen, die te Marseille
voor anker liggen, liepen meer of
minder ernstige schade op.
De stationschef van een nabij
Marseille gelegen station hoorde
tengevolge van den hevigen storm
den sneltrein niet naderen en werd
overreden en gedood.
Levenswijsheid.
Blijdschap maakt eiken dienst licht,
gemakkelijk om te volbrengen, ge
makkelijk om aan te nemen.
Een ieder van ons is verkoren
tot eigen taak. Hoe vervullen wij
die
Geen leed is smartelijker dan dat,
waarin men ondervindt, dat lange,
nuttelooze moeite is besteed aan
menschen die ons lief zijn, of aan
een goede zaak die toch niet slaagde.
Geduld gaat door het oog eener
naald en loopt fier als een koningin.
In het oneindig vertrouwen dat de
zachtmoedige inboezemt, ligt zijn
groote kracht.
Wie paarlen wil vinden, moet
diep duiken.
De daad is voor de sterken, want
de daad is de strijd.
Het doel van het leven is niet
het geluk, het is de volmaking.
Gij geeft veel, al geeft ge ook
niets dan een goed voorbeeld.
Schuld is een strik of een klem,
waar men gemakkelijk in, maar zel
den uit komt.
Kantoor geopend van 9 tot 1 uur.
Worden gevraagd:
Verschillende boerenknechten,
boerendienstmeiden en burgerdienst-
meisjes voor dadelijk en later.
Kleermakèrsleerling voor Venray
Burgerdienstmeid voor Tilburg.
Gezinnen voor landgoed
Jongen 15 jaar voor kantfabriek
bakkersleerling v. Holthees 1 Mei
schilders
Bakkersknecht voor St. Antonis
Werkmeisje voor boerenwerk.
Leerling en aank. schilder voor
dadelijk voor Venray.
Bakkersknecht voor Twist.
Meisjes heele en halve dagen.
Bieden zich aan
Losse arbeiders of grondwerkers.
Chauffeurs.
Burgerdienstmeiden vodr Venray.
Werkmeisjes.
Leerling-electricien
Timmerlieden, bakkersleerlingen.
Steenfabrieksarbeiders
Smidsknecht, 3 j. aan het vak.
Werkvrouw.
Koperslagersknecht en leerling
Rijwielhersteller.
Th. Pouwels
Hofstraat