Tweed© Blad van „PEEIa MAAS ontwikkeling Mij is de wraak Politieke FEUILLKTON De Kerk en het geld. De ontginning der Peelvlakte. Van den lach ZATERDAG 15 MAART 1930 EfilCen vijftigste Jaargang No. 12 Bekendmaking. De Burgemeester van Venray brengt ter openbare kennis, dat door den heer Minister van Staat, Minis ter van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is bepaald, dat a. het zoeken, rapen en buiten openbare wegen en voetpaden ver voeren van eieren van kemphanen, wulpen, scholekster, grutto's tureluurs, meerkoeten en waterhoentjes is toe gestaan tot en met 28 April 1930 b. het ten verkoop in voorraad hebben, te koop aanbieden, verkoo- pen, afleveren en langs openbare wegen en voetpaden vervoeren van eieren van het onder a genoemde waterwild is toegestaan tot en met 30 April 1930; c. het zoeken, rapen, ten verkoop in voorraad hebben, te koop aan bieden, verkoopen, afleveren, of vervoeren van eieren van zwanen, ganzen, eenden (alle soorten) duikers, watersnippen en goudplevieren niet is toegestaan. Venray 5 Maart 1930. De Burgemeester van Venray, O. VAN DE LOO. De Jongeren en de politiek. Niet te zwaartillend Het vraagstuk van de jongeren in de politiek is in de Katholieke Staats partij haast plotseling een brandende kwestie geworden. Na den oorlog is herhaaldelijk geschreven over een verminderde belangstelling der jon geren voor politieke aangelegen heden, maar op het oogenblik is de kwestie voor het forum der alge- meene aandacht getrokken. En zoo zal wel niet worden losgelaten, al vorens ze van alle kanten is bezien en al het mogelijke is gedaan om klaarheid te brengen. Er zijn eenige jongeren, die de ouderen hebben geprikkeld door de manier, waarop zij zich hebben uit gelaten over katholieke politiek en over katholieke persoonlijkheden, die deze minachtende behandeling uit de hoogte niet hebben verdiend, maar wier verdienstelijk verleden hun de hooge achting en grooten eerbied van vriend en politieken tegenstander hebben bezorgd. Die jeugdige be dillers gaven daarbij niet den indruk, dat zij zich op de hoogte hadden gesteld van de politieke vraagstuk ken, waarover zij met zooveel virtuo siteit hun afwijkende opinie te ken nen gaven. Wenschen, die bij de behandeling van het Katholieke Staatsprogram werden geuit, maar daarin om ge wichtige redenen niet opnieuw wer den genoemd, gaven aanleiding tot allerlei geschrijf in dicht en proza, waarmede sommige letterkundige organen werden vergiftigd. Verwonderen moet ons zulk ver schijnsel niet. Na den oorlog verlangden zij, die eertijds den rustigen toestand van geleidelijke ontwikkeling gewend waren geweest, terug naar de oude, beproefde wegen van weleer. Van een gelacht evenwel, dat die tijden niet had gekend, maar opgroeide in een wilder periode, toen de maat schappij uit haar voegen werd gerukt, allerlei nieuwe ideeën ontstonden, voortgekomen uit den wirwar van een losser leven, toen millioenen in militairen dienst plotseling in andere levensomstandigheden kwamen, toen met de nieuwe leefwijze, in letter- Treffend verhaal. Naar het Spaansch. Het echtpaar kwam te Sevilla aan en trad door de poort San Fernando binnen. Naar de andalusische gewoonte waren zij he voorwerp van dui- zende aardigheden op hunnen weg; Juana met hare levendig heid en gevatheid, kon niet na laten te antwoorden, hetgeen den ernstigen en deftigen Antonio wanhopig maakte. Ziedaar I riep een gitana uit, Mathusalem, zijne vrouw en de ezelin van Bileam, die men voor dood had gehouden De ezelin van Bileam sprak, mijne dochter; houdt dus uw mond opdat die niet bewijze, dat zij uit de dooden verrezen is, was het antwoord van Juana. Heeft men ooit eene laffere oude vrouw gezien en die hare grijze haren minder eer aandoet? zeide Antonio. Zult gij dan, bab belaarster, op alle dwaasheden antwoorden, die men u toewerpen zal En waartoe is mij dan de kunde, politiek en overal andere gedachten leiding gingen geven, moest het ons niet zoozeer verbazen, dat dezulken, die in zoodanige om standigheden waren opgegroeid, daarvan de gevolgen bleven dragen. In de politiek ontstonden als excessen het fascisme en het in toe passing gebrachte communisme, dat vroeger slechts een theoretisch be staan had gekend. Velen kwamen tot die politieke uitersten, maar in alle politieke stroomingen kwam de drang naar nieuwe dingen tot uiting. Het gevolg was, dat alle politieke partijen in ons land groepjes afzij- digen om zich kregen, die haar een stok tusschen de beenen probeerden te steken. Ook onze Katholieke Staatspartij kent die afgescheidenen, welke haar voor de voeten willen loopen. Tot op zekere hoogte is de reus achtige artikelenmassa, welke de laatste maanden in de katholieke pers over het vraagstuk het licht heeft gezien, niet in verhouding tot het gewicht der kwestie. Tot op zekere hoogte De jongelui immers, die van achter hun schrijftafel de gebeurtenissen uit den hooge be schouwen en naarstig speuren naar de mogelijkheid van felle critiek, zijn niet zoo velen in getal. Maar talrijker zijn zij, die in arge loosheid en onbekendheid met den inhoud van wat wordt afgekamd, die uitvallen goedkeuren en applau- disseeren, zonder de zwakke punten dier verleidelijke critiek te onder scheiden. Vroeger stonden tallooze jongeren wel anders tegenover de katholieke partij. Zij maakten kennis met de politiek in een verkiezingstijd, waar zij propagandawerk deden circu laires of andere propagandamateriaal verspreiden, soms al opstelden, zorg den voor een druk bezoek van kiezersvergaderingen, deze soms toe spraken, op den verkiezingsdag bureauwerk deden voor de Kath. Kiesvereeniging enz. enz. Daaronder waren niet de geringste krachten universiteitsstudenten, die reeds examens achter den rug hadden, achtten het niet beneden zich, zulken arbeid in hunne jeugd te doen met kantoorpersoneel ter plaatse, werk liedenleiders, patroons en anderen. Wat dreef hen Echte geestdrift voor de katholieke zaak in het alge meen, niet voor een of anderen persoon of voor een of ander punt van het program, maar hun heele katholieke hart. Dat is wel iets veranderd. Politiek is niet populair bij vele jongeren. Als het kwam, omdat hun katholieke hart minder sprak, zou het fataal zijn. Maar dat is het niet. Wij Katholieken, zijn in goeden doen gekomen. Onze groote eischen zijn vervuld. We voelen zoo erg niet meer als vroeger dat we toen dicht bijeen moesten hurken om de slagen over ons heen te laten gaan en stil vooruit te kruipen. Op de eerste plaats wordt de herinnering aan dien ouden tijd weggevaagd bij de jon geren, die het steeds goed hebben gehad en daarom ook minder ge staald zijn in den strijd. Laten wij daarom de zak niet te zwaar tillen. We moeten de jongere leeren en zelf hebben wij van de jongeren te leeren. Wat meer kracht, wat vlugger doorzetten zal ook de ouderdom niet misstaan. In de a.s. politieke bijeenkomst van Amersfoort zal het vraagstuk der jongeren en de politiek, natuur lijk in tegenwoordigheid van ouderen en jongeren, behandeld worden. Het kan niet anders of daaruit zal iets goeds geboren worden. Katholieken hebben elkaar in Nederland op den duur steeds gevonden. ROELAND. spraak gegeven, dan om mij er van te bedienen Toch niet om er zooveel mis bruik van te maken als gij doet, zeide Antonio zuchtende. Die ezel zal onder den last bezwijken, zeide een student, hij draagt de eeuwen der eeuwen. Dat zal het einde van de dwaasheid zijn, mijn zoon, ant woordde Juana. Oom Antonio, verontwaardigd, gaf de ezelin, om haren gang te verhaasten, een grooten schop, dien hij door een stokslag verge zeld deed gaan. Sla dat arme dier toch zoo niet, don Pedro de wreede, ver volgde de student, het dier heeft niets gedaan. En wat meer is, zeide tante Juana, het arme dier ueeft nie s gezegd: een voordeel dat alle ezels niet hebben. Houdt toch uw mond, oude snapster riep Antonio ten uiterste vertoornd. Kom, kom, maak unietboos A.itonio; ik zal geen woord meer spreken. Ik zal mijn tong stiller houden dan de ezelin haar staart. Konden die beide maar van plaats veranderen, mompelde An tonio. Zij kwamen aan de hoofdkerk, Juana steeg af, plaatste een sluier op haar hoofd en trad naar binnen om de Maagd der Koningen te vereeren, die in de prachtige kapel van san Fernando haar zetel Hoe dikwijls hebt gij dit niet moeten hooren In den trein, op de fabriek, in de kazerne, op straat of in de herberg. Overal wordt het herhaald Voor alles moet ge betalen in de kerk. De priesters werken voor hun zak. De pastoor preekt maar eens voor 't zelfde geld.... En zoo voort.... Men vindt licht een stok als 't is om een hond of... een priester te slaan. Die het zeggen, gelooven het gewoonlijk zelf niet; ze zeggen dat maar „om iets te zeggen". Maar ze zeggen het toch en onbewust ma ken zij sommige eenvoudige zielen afkeerig van het Huis van God. Wat te antwoorden Weet ge wat Op een dwaas heid antwoordt men best met een kwinkslag. Men kan bijvoorbeeld zeggen: De Kerk is een Bank, die 100 percent opbrengt en die niet kan springen 1 De priesters vragen geld; ja- maar dat is een teeken, dat zij er geen hebben. Geld? Natuurlijk. Wie kan ker ken en scholen bouwen en onder houden zonder geld Kent gij een theater of een cine ma, waar men voor vijf cent op den eersten rang mag zitten? Zulk antwoord past het best op zulk een antwoord. Wie zijn de klagers Zijn het degenen, die gaarne naar de kerk gaan en gaarne een aal moes geven voor een goed werk Neen, 't zijn meest degenen, die weinig hun voet in de kerk zetten, die hun beurs gesloten houden en alleen denken op eigen voordeel; die met veel muziek en klokkenge lui en licht en tapijten willen ge diend worden in de kerk, bij doop sel, huwelijk of begrafenis; en die er dan kwaad voor zijn, als ze dat licht en die muziek en tapijten niet voor niets krijgen. „De pastoor mag geen geld vra gen voor de sacramenten" zeggen ze dan. Natuurlijk niet: het Sa crament is kosteloos... Maar, dat klokken luiden en het orgelspel en de kaarsen en al dat geloop van kosters en dieners en al die „trala la", dat is het Sacrament niet. Een troost Het is een troostende gedachte voor ons, christene menschen, te weten, dat wij ook een kleinigheid kunnen bijbrengen voor 't Huis van God. Wij geven gaarne een cent, of iets meer, voor den stoel waarop we knielen, omdat we weten, dat de stoelen geld kosten en verslijten, en dat de kerk zindelijk moet ge houden worden en verwarmd en verlicht; en we leggen nog gaarne iets in de schaal tot onderhoud van de parochiale werken... Wat is daar verkeerd aan Ziehier hoe wij erover denken: Wij hebben een kerk en goddelijke diensten noodig, omdat wij nood hebben aan God in ons leven: en als wij een kerk willen, dan moeten wij ook priesters hebben en als wij priesters willen, dan moeten die priesters eten; en... een brood kost ook voor een priester geld. oo Zij doen hun plicht. heeft; Antonio bracht de ezelin naar de stal. Toen Juana hare bede geëindigd had, kwam zij mij bezoeken. De oude vrouw maakte een einde aan het verhaal, met mij te zeg gen, dat zij zeer ongerust was, wijl zij haar man nooit vastbe radener en meer besloten gezien had en vreesde, dat hare klein dochters aan de begeerte van haren grootvader weerstand zou den bieden. Ik zeide zij, zal mijn best doen; maar welke woo den of bewijsgronden zijn sterk genoeg, om twee dwaze hoofdjes en twee hartjes van achttien jaar te over tuigen en te overreden. Ach, don Justo! daar gij naar het dorp komt, om uwe gezondheid te be vorderen, zoudt gij mis-chien van die welsprekendheid, welke de rechters bij rechtsplegingen zoo goed te overtuigen, mijne kinderen tot gehoorzaamheid willen bren gen, want hun grootvader heeft gelijk en daarenboven, al vergist hij zich... hij is grootvader. Een weinig tijds later gingen wij naar huiten. Gij kunt u niet voorstellen, neef, hoe sch- on de jonge meisjes geworden waren Luz was groot en had de zedige vormen eener madonna, hare oogen waren schitterend en haar blik vol vuur: hare koralen lippen lieten twee rijen van het oogver- blindenst wit zien, hare houding was fier, hare gestalte zeer in- Daar is geen klas van menschen, die met zoo veel belanglooze liefde hun tijd, hun krachten, hun talenten en hun hart ten beste geven voor de bediening, welke zij vervullen, als de priesters. Probeer maar eens om een advo- kaat of om 't even welken ambte naar te gaan raadplegen zoo dik wijls en zoo lang en over zulke netelige kwesties als men den pries ter gaat raadplegen. Gij zult het wel gewaar worden in uw beurs, dat er verschil bestaat tusschen de opoffering van den priester en de geldzucht van de wereld. De priester werkt niet voor 't geld, maar voor God en de zielen; zijn loon ligt hooger dan deze aarde. En daarom eerbiedigen en bemin nen en steunen wij onze priesters gaarne. lagomtlea KtdsiesHnjsa. Waarschuwingssignalen. Als uw organisme zelf u door pijn en kwalen, een duizelig gevoel, oor suizingen en andere stoornissen waarschuwt, dat de nieren het urine zuur en andere vergiftige stoffen niet behoorlijk uit het bloed filtree- ren, dient gij u in acht te nemen, Gij kunt het spoedig genoeg zelf uitmaken Let er op of gij last hebt van rugpijn, rheumatische pijnen, ischias of spit, een prikkelbaar, zenuwachtig, afgemat gevoel, een gevoel of uw ooren suizen of gonzen, te vaak of te weinig aandrang tot urineeren, troebel, te donker of te licht gekleurd water. Brandend en pijnlijk bij de loozing. Zanderig, gruisachtig of draderig bezinksel. Elk dezer verschijnselen kan be- teekenen, dat uw nieren hulp behoe ven. Gebruik dan onmiddellijk Fos ter's Rugpijn Nieren Pillen. Zij worden aanbevolen als het middel, dat de verzwakte nieren opwekt, de urineloozing regelt en u bevrijdt van rugpijn, rheumatiek en die andere ellendige verschijnselen van nieraan doening. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f 1.75 per flacon. 34 Het vraagstuk van het Zwarte Goud en de spoorwegplannen. Men schrijft uit Oostelijk Noord- Brabant aan de Tijd In verband met de jongste berich ten inzake de actie in het Peelgebied, om te komen tot den bouw en de exploitatie eener spoorwegverbinding Deume-Venray, hebben wij inlich tingen ingewonnen omtrent de kwestie der steenkolenvelden in deze omgeving. Men zal zich herinneren dat het bureau van den Rijksopsporingdienst voor Delfstoffen, een aantal jaren geleden de steenkolenvelden van het Peelgebied heeft ontdekt. Wat de geologische samenstelling van het Peelgebied aangaat, bleek bij ge noemde onderzoekingen,het volgen de Een groot mijn veld strekt zich uit buiten het Peelgebied, doch aan den Zuid-Oostelijken flank ervan. Tot dit veld behoort het gebied van het Maasdal tusschen Venlo en Roer mond (Swalmen—Belfeld). De Noord- Westelijke uitlooper is Peelgebied. Er zijn hier twee velden, n.l. één van 14.000 H.A. (met deklagen van 650—800 M.) en één van 6.000 H.A. nemend. Paz was klein, hare gestalte een weinig naar voren hellende, alsof zij het gewicht van haar fraai hoofdhaar niet kon verdra gen; hare handen waren van dojrschijnende blankheid en zoo teeder als was, hare oogen had den den matten glansen de zacht heid van het fluweel, hare lippen waren twee rozenbladeren, die twee rijen parelen lieten zien Niettegenstaande alles wat bij haar verschilde, geleken zij op elkander nog altijd, zooals de beek op den bergstroom gelijkt, eene zachte ster op de schitteren de zon en de schelle tonen der trompet op de aangename stem der echo Zooals tante Juana mij verzocht had, stelde ik al mijne welspre kendheid in het werk, om haar te bewegen hare ouders te ge hoorzamen. Luz antwoordde mij met eene bevallige uitdrukking van ver smading, dat indien Juan Mena geene andere vrouw dan haar kon krijgen, hij zijn leven lang onge huwd zou kunnen blijven; Paz weende zeer en zeide mij, dat, als men beproefde haar van Manuel Diaz te scheiden, zij in een kloos ter zou gaan. Ziet gij, >don Justo, zeide tante Juana tot mij, ziet gij nu die vogeltjes, die vliegen willen, terwijl zij nog geen vleugels hebben? Die eene daar is een (met deklagen van 800—1200 M.) Behalve meer naar het Zuid-Oosten gelegen terreinen (Vlodrop) zou voor eerste exploitatie zich de Zuidelijke helft van de Centrale Peelsleuk (8000 H.A.) leenen, reikende tot de lijn Panningen—Maasbree. en verder de Westelijke Peelschol (6000 H.A.) die zich uitstrekt van beoosten de Maas (Swalmen) tot het grondgebied der gemeente Deume (benoorden Helenaveen). Uit deze gegevens, die o.a. ook vermeld zijn in een destijds gepubli ceerde studie van dr. P. Tesch en dr. Th. Reynold (Polytechnisch Weekblad) blijkt, dat de steenkolen- lagen in het zoogenaamde Peelge bied zich bevinden ten Zuiden en ten Zuid-Zuid-Oosten van de ge propageerde spoorlijn Venray— Deume. Wij hebben het van beteekenis geacht de toestanden ten deze te onderzoeken, omdat er, bij buiten staanders belangstelling was opge wekt voor de vraag of de geprojec teerde spoorwegverbinding, waarvoor de indiening van een wetsontwerp aan den Minister van Waterstaat is verzocht, mogelijk ook in verband kan staan met toekomstige plannen tot het ter hand nemen van de exploitatie der bodemschatten in de Peel, met name die van het Zwarte Goud. Zulks mag geacht worden niet het geval te zijn. De spoorwegplannen betreffen het gebied tusschen Deurne en Venray, waarvan de ontginning er eene zal zijn van argrarischen aard en als zoodanig belangwekkende vooruitzichten biedt voor 't stichten van nieuwe dorpen en nederzettin gen naar het voorbeeld van het be kende jonge Peeldorp Ysselsteyn. A. Rannah schrijft in het verloren hoekske van het Brusselsche Laatste Nieuws Santé Kwante, de onberispelijke filozoofzag dat de menschen triestig waren geworden, door het lezen van vele zware boeken, malheuren en rampen, en het bekijken van don kere schilderingen. Hij ging op een stoel staan en sprak Vrienden en vriendinnen, be kendenenonbekenden en de ..andere! gij ziet zuur en zuchtig als een officieële deur. Zoo kunt gij onmo gelijk lang in leven blijven. Wat goddeloos is en laf. Want een doel van het leven is: Lang te blijven leven. Daarom, werkt en lacht. Hoe kan ik lachen, die moet werken riep een dikke, met een kin als een twee gevouwen worst, Hoe kunt ge werken als ge nietlacht! wedervoer Santé Kwante. Lachen wascht het bloed en spoelt de gedachten, Lachen is het eerste hygiënische gebod de microben lachen niet en schuwen den lacher. En wie gezond is, werkt. Lachen doet jong blijven, dames. Het weert de rimpels, de bleek zucht, de gal, de sproeten, de maagkwalen, de wratten en andere dingen die leelijk maken. Een kuiltje in de wangen lokt het leven. Om te lachen gebruikt ge, vrien den, vier spieren of daaromtrent. Om zuur en mistig te kijken, vier en twintig. Daarom zijn de zuurkijkers zoo gauw versleten. Verliest uw geld, uw paraplu uw kop. Maar nooit uw goed humeur. Keert de droefste tijding om op acht van de tien maal is de andere kant niet van tranen doorweekt: Wordt nooit woest, tenminste niet ontembaar veulen, dat een goe den toom noodig heeft. Die andere met haar lief voorkomen, is haar vader met de grootste stoutmoe digheid ongehoorzaam. Maar er is geen gevaar bij, ik verlies ze geen oogenblik uit het oog en zeer bekwaam zal elk zijn, die mij om den tuin leidt. Het is goed, maar als zij met hare min naars spreken, zullen zij met mij te doen krijgen. Zij willen niet, zeide Luz, dat ik met Marcus Ruiz huw, omdat een van zijne voorouders zijn vader gedood heeft. Dat was zonder het te willen, don Justo. Maar toegegeven zelfs dat het een slecht mensc'i was, en dat hij het voorbedachtelijk heeft gedaan; volgt daar dan uit, dat Marcus op zijn grootvader moet gelijken? Hoe dwaas! Hoor eens even, eens was de vader van mijn grootvader op reis, op een ezel gezeten; hij voorbij een beek, waar de ezel moest drinken. Ge durende dien tijd keek zijn mees ter naar het water, waarin de zon als in een spiegel weerkaatst werd, toen plotseling het uitspan sel zich met wolken bedekte. Ach hemel, riep mijn overgroot vader geheel verschrikt uit, mijn ezel heeft de zon opgedronken! Sedert toen noemde men hem Zonnedrinker. Die leelijke bijnaam is hem bijgebleven en tegenwoor dig nog noemen zij mijn gro >t- vader Zonnedrinker en ons beiden van buiten, en weet dat de grootste vloeker de zwakste lammeling is. Laat ons samen lachen, om de plechtigen, en de niet- plechtigen, om de pessimisten en de optimisten, om de halve wereld en om de andere helft, om uzelf, om mij. Wat een 'schoone herinnering laat hij die, op zijn laatste bed nog glim lacht op u, op den dood, en op het andere leven, gelijk zijn eerste groet aan het leven hier, in zijn wieg, was: een lach voor zijn moeder. Laat ons lachen. En er zullen minder spijtigen zijn, minder nijdigen, minder gewichtigen, minder armen, minder sukkels... Groote weldoeners zijn de clowns. Wij moeten hen eeren, standbeelden oprichten en straten naar hen noemen. Zij zijn de lach en.... Gelijk Santé Kwante alzoo sprak, begon een jong mensch bitterlijk te schreien, en zei Ach. dat mijn vader u niet heeft mogen hooren. Hij is van verdriet gestorven. Wat was uw vader vroeg Santé Kwante triomfantelijk. Clown, zei het jong mensch. Iogekomea en vertrokken personen van 28 Febr. tot 1 Mrt. INGEKOMEN: A. Thielen, z.b., Groote Markt 2 van den Haag; M. G. Verhaeg, idem, Kruisstr. 2 van Ubach over Worms Th. Lichteveldt, idem, Overloon- scheweg 7 van Rheinberg (D.) P. J. Philipsen en vrouw, land bouwer, Langstraat 52 van Sevenum; J. A. M. Linskens, z.b., Hoender- straat 22 van Eindhoven J. H. Vos, landbouwer, Ysselsteyn N 2 van Heythuysen. VERTROKKEN: H. Alberts, z.b., naar Linne M. H. Lathouwers, idem, naar Linne, Groote Straat J. G. Robben, dienstbode, naar Rheden, Velp J. W. H. Klabbers, idem, naar Bergen, Well E 217 W. J. v. Gerven, z.b., naar Am sterdam, Oosterpark 8 I P. G. A. Gommans, bakker, naar Grubbenvorst, Lottum B 53; P. H. v. Berlo. broeder, n. Sittard A. L. Hermans, idem, n. Slenaken, Hoogcruts Ch. H. Geelen, id., naar Wychen. Alverna G. E. Lusthuis, idem, naar idem J. E. M. v.d. Kamp idem, naar idem C. E. J. Meens, winkeljuffrouw, naar Venlo, Tegelscheweg 4 Levensernst. De heerschappij over een oogen blik is dikwijls de heerschappij over 't leven. Het waarlijk goede heeft schep pende kracht, oefent invloed, baant zich een weg, vindt versterking en bondgenooten. Oorzaak van veel ellende is, dat ieder een te veel om zichzelf en te weinig om een ander denkt. Indien wij met meer zorg den oorsprong van onze zorgen bestu deerden, wij kregen minder zorg. Het is niet de kunst veel te arbeiden, doch juist arbeid te be sparen bij eenzelfde hoeveelheid werk. Rust-Roest. Edele metalen roesten nimmer. Edele rust is ook niet voor roest vatbaar. Eerst als wij beide uiterste wegen weten en kennen is het betreden van den gulden middenweg ons mogelijk. de Zonnedrinkers. Geloof haar niet, don Justo, het is een vertelseltje. Heeft men ooit zulk een onbeschaamd kind gezien? Te durven zeggen dat haar grootvader een bijnaam heeft Gij weet het zeer goed; maar laat ons verder gaan. Omdat nu mijn overgrootvader een gek was is dat een reden, dat mijn grootvader het ook moet zijn Zeide ik het u niet, don Justo, dat die slimme kleine in staat is, zwart wit te maken. Schandelijk, welk eene onbe schaamdheid en ondankbaarheid, want weet, dat niemand in het dorp haar een anderen naam geeft, dan die haar grootvader haar gaf, toen zij nog klein waren: Vrede des hemels en Licht T,an den dag. Sedert zij minnaars hebben, zijn zij echter dezelfde niet meer en verdienen eene berisping. Don Justo, zei Paz be schroomd, zij willen niet, dat ik Manuel Diaz huw, een zoo goe- de jongen, omdat hij een weinig smokkelt. Dat is misschiep de moeite niet waard ervan te spre ken, tante Juana. Welnu, men heeft mij gezegd, vervolgde Paz, dat te Madrid en andere groote steden, er vele hoog geplaatste lieden zijn, die smokkelhandel drijven en velen daaraan hunneu rijkdom verschuldigd zijn Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1930 | | pagina 7