Tweed© Blad van „PEEIa MAAS
ontwikkeling
Mij is de wraak
Politieke
FEUILLKTON
De Kerk en het geld.
De ontginning der
Peelvlakte.
Van den lach
ZATERDAG 15 MAART 1930
EfilCen vijftigste Jaargang No. 12
Bekendmaking.
De Burgemeester van Venray
brengt ter openbare kennis, dat door
den heer Minister van Staat, Minis
ter van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw is bepaald, dat
a. het zoeken, rapen en buiten
openbare wegen en voetpaden ver
voeren van eieren van kemphanen,
wulpen, scholekster, grutto's tureluurs,
meerkoeten en waterhoentjes is toe
gestaan tot en met 28 April 1930
b. het ten verkoop in voorraad
hebben, te koop aanbieden, verkoo-
pen, afleveren en langs openbare
wegen en voetpaden vervoeren van
eieren van het onder a genoemde
waterwild is toegestaan tot en met
30 April 1930;
c. het zoeken, rapen, ten verkoop
in voorraad hebben, te koop aan
bieden, verkoopen, afleveren, of
vervoeren van eieren van zwanen,
ganzen, eenden (alle soorten) duikers,
watersnippen en goudplevieren niet
is toegestaan.
Venray 5 Maart 1930.
De Burgemeester van Venray,
O. VAN DE LOO.
De Jongeren en de
politiek.
Niet te zwaartillend
Het vraagstuk van de jongeren in
de politiek is in de Katholieke Staats
partij haast plotseling een brandende
kwestie geworden. Na den oorlog
is herhaaldelijk geschreven over een
verminderde belangstelling der jon
geren voor politieke aangelegen
heden, maar op het oogenblik is de
kwestie voor het forum der alge-
meene aandacht getrokken. En zoo
zal wel niet worden losgelaten, al
vorens ze van alle kanten is bezien
en al het mogelijke is gedaan om
klaarheid te brengen.
Er zijn eenige jongeren, die de
ouderen hebben geprikkeld door de
manier, waarop zij zich hebben uit
gelaten over katholieke politiek en
over katholieke persoonlijkheden, die
deze minachtende behandeling uit de
hoogte niet hebben verdiend, maar
wier verdienstelijk verleden hun de
hooge achting en grooten eerbied
van vriend en politieken tegenstander
hebben bezorgd. Die jeugdige be
dillers gaven daarbij niet den indruk,
dat zij zich op de hoogte hadden
gesteld van de politieke vraagstuk
ken, waarover zij met zooveel virtuo
siteit hun afwijkende opinie te ken
nen gaven.
Wenschen, die bij de behandeling
van het Katholieke Staatsprogram
werden geuit, maar daarin om ge
wichtige redenen niet opnieuw wer
den genoemd, gaven aanleiding tot
allerlei geschrijf in dicht en proza,
waarmede sommige letterkundige
organen werden vergiftigd.
Verwonderen moet ons zulk ver
schijnsel niet.
Na den oorlog verlangden zij, die
eertijds den rustigen toestand van
geleidelijke ontwikkeling gewend
waren geweest, terug naar de oude,
beproefde wegen van weleer. Van
een gelacht evenwel, dat die tijden
niet had gekend, maar opgroeide in
een wilder periode, toen de maat
schappij uit haar voegen werd gerukt,
allerlei nieuwe ideeën ontstonden,
voortgekomen uit den wirwar van
een losser leven, toen millioenen in
militairen dienst plotseling in andere
levensomstandigheden kwamen, toen
met de nieuwe leefwijze, in letter-
Treffend verhaal.
Naar het Spaansch.
Het echtpaar kwam te Sevilla
aan en trad door de poort San
Fernando binnen.
Naar de andalusische gewoonte
waren zij he voorwerp van dui-
zende aardigheden op hunnen
weg; Juana met hare levendig
heid en gevatheid, kon niet na
laten te antwoorden, hetgeen den
ernstigen en deftigen Antonio
wanhopig maakte.
Ziedaar I riep een gitana uit,
Mathusalem, zijne vrouw en de
ezelin van Bileam, die men voor
dood had gehouden
De ezelin van Bileam sprak,
mijne dochter; houdt dus uw mond
opdat die niet bewijze, dat zij uit
de dooden verrezen is, was het
antwoord van Juana.
Heeft men ooit eene laffere
oude vrouw gezien en die hare
grijze haren minder eer aandoet?
zeide Antonio. Zult gij dan, bab
belaarster, op alle dwaasheden
antwoorden, die men u toewerpen
zal
En waartoe is mij dan de
kunde, politiek en overal andere
gedachten leiding gingen geven,
moest het ons niet zoozeer verbazen,
dat dezulken, die in zoodanige om
standigheden waren opgegroeid,
daarvan de gevolgen bleven dragen.
In de politiek ontstonden als
excessen het fascisme en het in toe
passing gebrachte communisme, dat
vroeger slechts een theoretisch be
staan had gekend. Velen kwamen
tot die politieke uitersten, maar in
alle politieke stroomingen kwam de
drang naar nieuwe dingen tot uiting.
Het gevolg was, dat alle politieke
partijen in ons land groepjes afzij-
digen om zich kregen, die haar een
stok tusschen de beenen probeerden
te steken. Ook onze Katholieke
Staatspartij kent die afgescheidenen,
welke haar voor de voeten willen
loopen.
Tot op zekere hoogte is de reus
achtige artikelenmassa, welke de
laatste maanden in de katholieke
pers over het vraagstuk het licht
heeft gezien, niet in verhouding tot
het gewicht der kwestie. Tot op
zekere hoogte De jongelui immers,
die van achter hun schrijftafel de
gebeurtenissen uit den hooge be
schouwen en naarstig speuren naar
de mogelijkheid van felle critiek,
zijn niet zoo velen in getal.
Maar talrijker zijn zij, die in arge
loosheid en onbekendheid met den
inhoud van wat wordt afgekamd,
die uitvallen goedkeuren en applau-
disseeren, zonder de zwakke punten
dier verleidelijke critiek te onder
scheiden.
Vroeger stonden tallooze jongeren
wel anders tegenover de katholieke
partij. Zij maakten kennis met de
politiek in een verkiezingstijd, waar
zij propagandawerk deden circu
laires of andere propagandamateriaal
verspreiden, soms al opstelden, zorg
den voor een druk bezoek van
kiezersvergaderingen, deze soms toe
spraken, op den verkiezingsdag
bureauwerk deden voor de Kath.
Kiesvereeniging enz. enz. Daaronder
waren niet de geringste krachten
universiteitsstudenten, die reeds
examens achter den rug hadden,
achtten het niet beneden zich, zulken
arbeid in hunne jeugd te doen met
kantoorpersoneel ter plaatse, werk
liedenleiders, patroons en anderen.
Wat dreef hen Echte geestdrift
voor de katholieke zaak in het alge
meen, niet voor een of anderen
persoon of voor een of ander punt
van het program, maar hun heele
katholieke hart.
Dat is wel iets veranderd. Politiek
is niet populair bij vele jongeren.
Als het kwam, omdat hun katholieke
hart minder sprak, zou het fataal
zijn. Maar dat is het niet. Wij
Katholieken, zijn in goeden doen
gekomen. Onze groote eischen zijn
vervuld. We voelen zoo erg niet
meer als vroeger dat we toen dicht
bijeen moesten hurken om de slagen
over ons heen te laten gaan en stil
vooruit te kruipen. Op de eerste
plaats wordt de herinnering aan dien
ouden tijd weggevaagd bij de jon
geren, die het steeds goed hebben
gehad en daarom ook minder ge
staald zijn in den strijd.
Laten wij daarom de zak niet te
zwaar tillen. We moeten de jongere
leeren en zelf hebben wij van de
jongeren te leeren. Wat meer kracht,
wat vlugger doorzetten zal ook de
ouderdom niet misstaan.
In de a.s. politieke bijeenkomst
van Amersfoort zal het vraagstuk
der jongeren en de politiek, natuur
lijk in tegenwoordigheid van ouderen
en jongeren, behandeld worden. Het
kan niet anders of daaruit zal iets
goeds geboren worden. Katholieken
hebben elkaar in Nederland op den
duur steeds gevonden.
ROELAND.
spraak gegeven, dan om mij er
van te bedienen
Toch niet om er zooveel mis
bruik van te maken als gij doet,
zeide Antonio zuchtende.
Die ezel zal onder den last
bezwijken, zeide een student, hij
draagt de eeuwen der eeuwen.
Dat zal het einde van de
dwaasheid zijn, mijn zoon, ant
woordde Juana.
Oom Antonio, verontwaardigd,
gaf de ezelin, om haren gang te
verhaasten, een grooten schop,
dien hij door een stokslag verge
zeld deed gaan.
Sla dat arme dier toch zoo
niet, don Pedro de wreede, ver
volgde de student, het dier heeft
niets gedaan.
En wat meer is, zeide tante
Juana, het arme dier ueeft nie s
gezegd: een voordeel dat alle ezels
niet hebben.
Houdt toch uw mond, oude
snapster riep Antonio ten uiterste
vertoornd.
Kom, kom, maak unietboos
A.itonio; ik zal geen woord meer
spreken. Ik zal mijn tong stiller
houden dan de ezelin haar staart.
Konden die beide maar van
plaats veranderen, mompelde An
tonio.
Zij kwamen aan de hoofdkerk,
Juana steeg af, plaatste een sluier
op haar hoofd en trad naar binnen
om de Maagd der Koningen te
vereeren, die in de prachtige kapel
van san Fernando haar zetel
Hoe dikwijls hebt gij dit niet
moeten hooren
In den trein, op de fabriek, in de
kazerne, op straat of in de herberg.
Overal wordt het herhaald
Voor alles moet ge betalen in de
kerk. De priesters werken voor hun
zak. De pastoor preekt maar eens
voor 't zelfde geld....
En zoo voort....
Men vindt licht een stok als 't
is om een hond of... een priester
te slaan.
Die het zeggen, gelooven het
gewoonlijk zelf niet; ze zeggen dat
maar „om iets te zeggen". Maar ze
zeggen het toch en onbewust ma
ken zij sommige eenvoudige zielen
afkeerig van het Huis van God.
Wat te antwoorden
Weet ge wat Op een dwaas
heid antwoordt men best met een
kwinkslag. Men kan bijvoorbeeld
zeggen:
De Kerk is een Bank, die 100
percent opbrengt en die niet kan
springen 1
De priesters vragen geld; ja-
maar dat is een teeken, dat zij er
geen hebben.
Geld? Natuurlijk. Wie kan ker
ken en scholen bouwen en onder
houden zonder geld
Kent gij een theater of een cine
ma, waar men voor vijf cent op
den eersten rang mag zitten?
Zulk antwoord past het best op
zulk een antwoord.
Wie zijn de klagers
Zijn het degenen, die gaarne naar
de kerk gaan en gaarne een aal
moes geven voor een goed werk
Neen, 't zijn meest degenen, die
weinig hun voet in de kerk zetten,
die hun beurs gesloten houden en
alleen denken op eigen voordeel;
die met veel muziek en klokkenge
lui en licht en tapijten willen ge
diend worden in de kerk, bij doop
sel, huwelijk of begrafenis; en die
er dan kwaad voor zijn, als ze dat
licht en die muziek en tapijten niet
voor niets krijgen.
„De pastoor mag geen geld vra
gen voor de sacramenten" zeggen
ze dan. Natuurlijk niet: het Sa
crament is kosteloos... Maar, dat
klokken luiden en het orgelspel en
de kaarsen en al dat geloop van
kosters en dieners en al die „trala
la", dat is het Sacrament niet.
Een troost
Het is een troostende gedachte
voor ons, christene menschen, te
weten, dat wij ook een kleinigheid
kunnen bijbrengen voor 't Huis van
God.
Wij geven gaarne een cent, of
iets meer, voor den stoel waarop
we knielen, omdat we weten, dat
de stoelen geld kosten en verslijten,
en dat de kerk zindelijk moet ge
houden worden en verwarmd en
verlicht; en we leggen nog gaarne
iets in de schaal tot onderhoud van
de parochiale werken...
Wat is daar verkeerd aan
Ziehier hoe wij erover denken:
Wij hebben een kerk en goddelijke
diensten noodig, omdat wij nood
hebben aan God in ons leven: en
als wij een kerk willen, dan moeten
wij ook priesters hebben en als wij
priesters willen, dan moeten die
priesters eten; en... een brood kost
ook voor een priester geld.
oo
Zij doen hun plicht.
heeft; Antonio bracht de ezelin
naar de stal.
Toen Juana hare bede geëindigd
had, kwam zij mij bezoeken. De
oude vrouw maakte een einde
aan het verhaal, met mij te zeg
gen, dat zij zeer ongerust was,
wijl zij haar man nooit vastbe
radener en meer besloten gezien
had en vreesde, dat hare klein
dochters aan de begeerte van
haren grootvader weerstand zou
den bieden.
Ik zeide zij, zal mijn best
doen; maar welke woo den of
bewijsgronden zijn sterk genoeg,
om twee dwaze hoofdjes en twee
hartjes van achttien jaar te over
tuigen en te overreden. Ach, don
Justo! daar gij naar het dorp
komt, om uwe gezondheid te be
vorderen, zoudt gij mis-chien van
die welsprekendheid, welke de
rechters bij rechtsplegingen zoo
goed te overtuigen, mijne kinderen
tot gehoorzaamheid willen bren
gen, want hun grootvader heeft
gelijk en daarenboven, al vergist
hij zich... hij is grootvader.
Een weinig tijds later gingen
wij naar huiten. Gij kunt u niet
voorstellen, neef, hoe sch- on de
jonge meisjes geworden waren
Luz was groot en had de zedige
vormen eener madonna, hare
oogen waren schitterend en haar
blik vol vuur: hare koralen lippen
lieten twee rijen van het oogver-
blindenst wit zien, hare houding
was fier, hare gestalte zeer in-
Daar is geen klas van menschen,
die met zoo veel belanglooze liefde
hun tijd, hun krachten, hun talenten
en hun hart ten beste geven voor
de bediening, welke zij vervullen,
als de priesters.
Probeer maar eens om een advo-
kaat of om 't even welken ambte
naar te gaan raadplegen zoo dik
wijls en zoo lang en over zulke
netelige kwesties als men den pries
ter gaat raadplegen. Gij zult het
wel gewaar worden in uw beurs,
dat er verschil bestaat tusschen de
opoffering van den priester en de
geldzucht van de wereld.
De priester werkt niet voor 't
geld, maar voor God en de zielen;
zijn loon ligt hooger dan deze
aarde.
En daarom eerbiedigen en bemin
nen en steunen wij onze priesters
gaarne.
lagomtlea KtdsiesHnjsa.
Waarschuwingssignalen.
Als uw organisme zelf u door pijn
en kwalen, een duizelig gevoel, oor
suizingen en andere stoornissen
waarschuwt, dat de nieren het urine
zuur en andere vergiftige stoffen
niet behoorlijk uit het bloed filtree-
ren, dient gij u in acht te nemen,
Gij kunt het spoedig genoeg zelf
uitmaken
Let er op of gij last hebt van
rugpijn, rheumatische pijnen, ischias
of spit, een prikkelbaar, zenuwachtig,
afgemat gevoel, een gevoel of uw
ooren suizen of gonzen, te vaak of
te weinig aandrang tot urineeren,
troebel, te donker of te licht gekleurd
water. Brandend en pijnlijk bij de
loozing. Zanderig, gruisachtig of
draderig bezinksel.
Elk dezer verschijnselen kan be-
teekenen, dat uw nieren hulp behoe
ven. Gebruik dan onmiddellijk Fos
ter's Rugpijn Nieren Pillen. Zij
worden aanbevolen als het middel,
dat de verzwakte nieren opwekt, de
urineloozing regelt en u bevrijdt van
rugpijn, rheumatiek en die andere
ellendige verschijnselen van nieraan
doening.
Verkrijgbaar (in glasverpakking
met geel etiket let hier vooral
op) bij apotheken en drogisten a
f 1.75 per flacon. 34
Het vraagstuk van het Zwarte
Goud en de spoorwegplannen.
Men schrijft uit Oostelijk Noord-
Brabant aan de Tijd
In verband met de jongste berich
ten inzake de actie in het Peelgebied,
om te komen tot den bouw en de
exploitatie eener spoorwegverbinding
Deume-Venray, hebben wij inlich
tingen ingewonnen omtrent de
kwestie der steenkolenvelden in deze
omgeving.
Men zal zich herinneren dat het
bureau van den Rijksopsporingdienst
voor Delfstoffen, een aantal jaren
geleden de steenkolenvelden van het
Peelgebied heeft ontdekt. Wat de
geologische samenstelling van het
Peelgebied aangaat, bleek bij ge
noemde onderzoekingen,het volgen
de
Een groot mijn veld strekt zich uit
buiten het Peelgebied, doch aan den
Zuid-Oostelijken flank ervan. Tot
dit veld behoort het gebied van het
Maasdal tusschen Venlo en Roer
mond (Swalmen—Belfeld). De Noord-
Westelijke uitlooper is Peelgebied.
Er zijn hier twee velden, n.l. één
van 14.000 H.A. (met deklagen van
650—800 M.) en één van 6.000 H.A.
nemend.
Paz was klein, hare gestalte
een weinig naar voren hellende,
alsof zij het gewicht van haar
fraai hoofdhaar niet kon verdra
gen; hare handen waren van
dojrschijnende blankheid en zoo
teeder als was, hare oogen had
den den matten glansen de zacht
heid van het fluweel, hare lippen
waren twee rozenbladeren, die
twee rijen parelen lieten zien
Niettegenstaande alles wat bij
haar verschilde, geleken zij op
elkander nog altijd, zooals de
beek op den bergstroom gelijkt,
eene zachte ster op de schitteren
de zon en de schelle tonen der
trompet op de aangename stem
der echo
Zooals tante Juana mij verzocht
had, stelde ik al mijne welspre
kendheid in het werk, om haar
te bewegen hare ouders te ge
hoorzamen.
Luz antwoordde mij met eene
bevallige uitdrukking van ver
smading, dat indien Juan Mena
geene andere vrouw dan haar kon
krijgen, hij zijn leven lang onge
huwd zou kunnen blijven; Paz
weende zeer en zeide mij, dat, als
men beproefde haar van Manuel
Diaz te scheiden, zij in een kloos
ter zou gaan.
Ziet gij, >don Justo, zeide
tante Juana tot mij, ziet gij nu
die vogeltjes, die vliegen willen,
terwijl zij nog geen vleugels
hebben? Die eene daar is een
(met deklagen van 800—1200 M.)
Behalve meer naar het Zuid-Oosten
gelegen terreinen (Vlodrop) zou voor
eerste exploitatie zich de Zuidelijke
helft van de Centrale Peelsleuk
(8000 H.A.) leenen, reikende tot de
lijn Panningen—Maasbree. en verder
de Westelijke Peelschol (6000 H.A.)
die zich uitstrekt van beoosten de
Maas (Swalmen) tot het grondgebied
der gemeente Deume (benoorden
Helenaveen).
Uit deze gegevens, die o.a. ook
vermeld zijn in een destijds gepubli
ceerde studie van dr. P. Tesch en
dr. Th. Reynold (Polytechnisch
Weekblad) blijkt, dat de steenkolen-
lagen in het zoogenaamde Peelge
bied zich bevinden ten Zuiden en
ten Zuid-Zuid-Oosten van de ge
propageerde spoorlijn Venray—
Deume.
Wij hebben het van beteekenis
geacht de toestanden ten deze te
onderzoeken, omdat er, bij buiten
staanders belangstelling was opge
wekt voor de vraag of de geprojec
teerde spoorwegverbinding, waarvoor
de indiening van een wetsontwerp
aan den Minister van Waterstaat is
verzocht, mogelijk ook in verband
kan staan met toekomstige plannen
tot het ter hand nemen van de
exploitatie der bodemschatten in de
Peel, met name die van het Zwarte
Goud.
Zulks mag geacht worden niet het
geval te zijn. De spoorwegplannen
betreffen het gebied tusschen Deurne
en Venray, waarvan de ontginning
er eene zal zijn van argrarischen
aard en als zoodanig belangwekkende
vooruitzichten biedt voor 't stichten
van nieuwe dorpen en nederzettin
gen naar het voorbeeld van het be
kende jonge Peeldorp Ysselsteyn.
A. Rannah schrijft in het verloren
hoekske van het Brusselsche Laatste
Nieuws
Santé Kwante, de onberispelijke
filozoofzag dat de menschen triestig
waren geworden, door het lezen van
vele zware boeken, malheuren en
rampen, en het bekijken van don
kere schilderingen.
Hij ging op een stoel staan en
sprak
Vrienden en vriendinnen, be
kendenenonbekenden en de ..andere!
gij ziet zuur en zuchtig als een
officieële deur. Zoo kunt gij onmo
gelijk lang in leven blijven. Wat
goddeloos is en laf. Want een doel
van het leven is: Lang te blijven
leven.
Daarom, werkt en lacht.
Hoe kan ik lachen, die moet
werken riep een dikke, met een
kin als een twee gevouwen worst,
Hoe kunt ge werken als ge
nietlacht! wedervoer Santé Kwante.
Lachen wascht het bloed en spoelt de
gedachten, Lachen is het eerste
hygiënische gebod de microben
lachen niet en schuwen den lacher.
En wie gezond is, werkt.
Lachen doet jong blijven, dames.
Het weert de rimpels, de bleek
zucht, de gal, de sproeten, de
maagkwalen, de wratten en andere
dingen die leelijk maken.
Een kuiltje in de wangen lokt het
leven.
Om te lachen gebruikt ge, vrien
den, vier spieren of daaromtrent. Om
zuur en mistig te kijken, vier en
twintig. Daarom zijn de zuurkijkers
zoo gauw versleten.
Verliest uw geld, uw paraplu uw
kop. Maar nooit uw goed humeur.
Keert de droefste tijding om op
acht van de tien maal is de andere
kant niet van tranen doorweekt:
Wordt nooit woest, tenminste niet
ontembaar veulen, dat een goe
den toom noodig heeft. Die andere
met haar lief voorkomen, is haar
vader met de grootste stoutmoe
digheid ongehoorzaam. Maar er
is geen gevaar bij, ik verlies ze
geen oogenblik uit het oog en
zeer bekwaam zal elk zijn, die
mij om den tuin leidt. Het is
goed, maar als zij met hare min
naars spreken, zullen zij met mij
te doen krijgen.
Zij willen niet, zeide Luz,
dat ik met Marcus Ruiz huw,
omdat een van zijne voorouders
zijn vader gedood heeft. Dat was
zonder het te willen, don Justo.
Maar toegegeven zelfs dat het
een slecht mensc'i was, en dat
hij het voorbedachtelijk heeft
gedaan; volgt daar dan uit, dat
Marcus op zijn grootvader moet
gelijken? Hoe dwaas! Hoor eens
even, eens was de vader van mijn
grootvader op reis, op een ezel
gezeten; hij voorbij een beek,
waar de ezel moest drinken. Ge
durende dien tijd keek zijn mees
ter naar het water, waarin de
zon als in een spiegel weerkaatst
werd, toen plotseling het uitspan
sel zich met wolken bedekte.
Ach hemel, riep mijn overgroot
vader geheel verschrikt uit, mijn
ezel heeft de zon opgedronken!
Sedert toen noemde men hem
Zonnedrinker. Die leelijke bijnaam
is hem bijgebleven en tegenwoor
dig nog noemen zij mijn gro >t-
vader Zonnedrinker en ons beiden
van buiten, en weet dat de grootste
vloeker de zwakste lammeling is.
Laat ons samen lachen, om de
plechtigen, en de niet- plechtigen,
om de pessimisten en de optimisten,
om de halve wereld en om de andere
helft, om uzelf, om mij.
Wat een 'schoone herinnering laat
hij die, op zijn laatste bed nog glim
lacht op u, op den dood, en op het
andere leven, gelijk zijn eerste groet
aan het leven hier, in zijn wieg, was:
een lach voor zijn moeder.
Laat ons lachen. En er zullen
minder spijtigen zijn, minder nijdigen,
minder gewichtigen, minder armen,
minder sukkels... Groote weldoeners
zijn de clowns. Wij moeten hen
eeren, standbeelden oprichten en
straten naar hen noemen. Zij zijn de
lach en....
Gelijk Santé Kwante alzoo sprak,
begon een jong mensch bitterlijk te
schreien, en zei
Ach. dat mijn vader u niet heeft
mogen hooren. Hij is van verdriet
gestorven.
Wat was uw vader vroeg
Santé Kwante triomfantelijk.
Clown, zei het jong mensch.
Iogekomea en vertrokken
personen
van 28 Febr. tot 1 Mrt.
INGEKOMEN:
A. Thielen, z.b., Groote Markt 2
van den Haag;
M. G. Verhaeg, idem, Kruisstr. 2
van Ubach over Worms
Th. Lichteveldt, idem, Overloon-
scheweg 7 van Rheinberg (D.)
P. J. Philipsen en vrouw, land
bouwer, Langstraat 52 van Sevenum;
J. A. M. Linskens, z.b., Hoender-
straat 22 van Eindhoven
J. H. Vos, landbouwer, Ysselsteyn
N 2 van Heythuysen.
VERTROKKEN:
H. Alberts, z.b., naar Linne
M. H. Lathouwers, idem, naar
Linne, Groote Straat
J. G. Robben, dienstbode, naar
Rheden, Velp
J. W. H. Klabbers, idem, naar
Bergen, Well E 217
W. J. v. Gerven, z.b., naar Am
sterdam, Oosterpark 8 I
P. G. A. Gommans, bakker, naar
Grubbenvorst, Lottum B 53;
P. H. v. Berlo. broeder, n. Sittard
A. L. Hermans, idem, n. Slenaken,
Hoogcruts
Ch. H. Geelen, id., naar Wychen.
Alverna
G. E. Lusthuis, idem, naar idem
J. E. M. v.d. Kamp idem, naar
idem
C. E. J. Meens, winkeljuffrouw,
naar Venlo, Tegelscheweg 4
Levensernst.
De heerschappij over een oogen
blik is dikwijls de heerschappij over
't leven.
Het waarlijk goede heeft schep
pende kracht, oefent invloed, baant
zich een weg, vindt versterking en
bondgenooten.
Oorzaak van veel ellende is, dat
ieder een te veel om zichzelf en te
weinig om een ander denkt.
Indien wij met meer zorg den
oorsprong van onze zorgen bestu
deerden, wij kregen minder zorg.
Het is niet de kunst veel te
arbeiden, doch juist arbeid te be
sparen bij eenzelfde hoeveelheid
werk.
Rust-Roest. Edele metalen roesten
nimmer. Edele rust is ook niet voor
roest vatbaar.
Eerst als wij beide uiterste wegen
weten en kennen is het betreden
van den gulden middenweg ons
mogelijk.
de Zonnedrinkers.
Geloof haar niet, don Justo,
het is een vertelseltje. Heeft men
ooit zulk een onbeschaamd kind
gezien? Te durven zeggen dat
haar grootvader een bijnaam
heeft
Gij weet het zeer goed; maar
laat ons verder gaan. Omdat nu
mijn overgrootvader een gek
was is dat een reden, dat mijn
grootvader het ook moet zijn
Zeide ik het u niet, don
Justo, dat die slimme kleine in
staat is, zwart wit te maken.
Schandelijk, welk eene onbe
schaamdheid en ondankbaarheid,
want weet, dat niemand in het
dorp haar een anderen naam
geeft, dan die haar grootvader
haar gaf, toen zij nog klein
waren: Vrede des hemels en
Licht T,an den dag. Sedert zij
minnaars hebben, zijn zij echter
dezelfde niet meer en verdienen
eene berisping.
Don Justo, zei Paz be
schroomd, zij willen niet, dat ik
Manuel Diaz huw, een zoo goe-
de jongen, omdat hij een weinig
smokkelt. Dat is misschiep de
moeite niet waard ervan te spre
ken, tante Juana. Welnu, men
heeft mij gezegd, vervolgde Paz,
dat te Madrid en andere groote
steden, er vele hoog geplaatste
lieden zijn, die smokkelhandel
drijven en velen daaraan hunneu
rijkdom verschuldigd zijn
Wordt vervolgd.