Abdijsiroop
BONBONS
Iets Nieuws!
Levenswijsheid.
Kerstmis in Brazilië.
De Kippenhouderij op
het platteland
Gemengde Berichten
Tegen
Ho«st
Bronchitis
Verkoudheid
Influenza
Heeschheid
Keelpijn
Asthma
Buiten:
AKKER's
Het is gelukt de van
ouds bekende Abdij
siroop te „stollen" tot
een gemakkelijk in
den zak mee te nemen
„bonbon", met be
houd van al de gene
zende bestanddeelen.
Alom verkrijgbaar.
60 cent per doos.
voldoende in hun beenwerk. Limburg
heeft bij dezen jaargang goed jong
materiaal laten zien.
Aange Opge Ge-
Datum. boden, nomen weigerd
Gennep 3 Juni 10 9 1
Venray 4 Juni 19 12 7
Venlo 4 Juni 12 10 2
Helden 5 Juni 13 6 7
Roerm. 5 Juni 28 24 4
Weert 6 Juni 12 6 6
Beek 6 Juni 19 14 5
Gulpen 7 Juni 8 5 3
m 86 35
Cursussen in paardenkennis werden
dit jaar weer niet gegeven. Er werd
één aangevraagd, welke niet door
kon gaan wegens gebrek aan deel
name.
Ook werden dit jaar weer geen
lezingen aangevraagd over paarden
fokkerij.
Roermond. Ir. J. TIMMERMANS.
Rijksveeteeltconsulent.
De menschen gevoelen gewoonlijk
meer behoefte om genezen te worden
van hun lichamelijke ziekten, dan van
hunne dwalingen van verstand en
gemoed.
Die inziet dat hij dwaalt, gaat
naar de waarheid streven. Die merkt:
ik ben onwijs moet pogen vrij te
leven.
Het wantrouwen dat men koestert
tegenover een hoogere aandrift is
meestal niet een eerlijke twijfel maar
een schuldige minachting ervan,
't Is niet de vraag al wat in boeken
steekt
In 't hoofd te zaamlen, doch of
't daar iets wekt en kweekt.
Wie is rijk? Hij, die te kortkomt
of hij die overhoudt, die gebrek of
die overvloed heeft
Waarlijk de maat van iemands
vermogen wordt niet bepaald door
de schatting van hetgeen hij bezit.
Niet begeerig zijn is een inkomen en
tevreden zijn is de grootste en zeker
ste rijkdom.
God gaf twee hemelsche geschenken,
Den menschin alle vreugd en smart
Verstand om goed en scherp
te denken,
Om zacht en goed te doen het hart.
Uw denken zij willen.
Uw wil zij een daad!
Uw moed moet de harten vervullen
Met het vaste vertrouwen,
Dat 't moeilijkste gaat,
Als gij er voor staat.
Niet „zou" zij uw lijfspreuk,
maar „zullen."
Dat, wie niet werken wil
Niet ete staat geschreven.
Hij die niet denkt, hij mag
Wel eten, maar niet leven.
Hoe wariu, hoe mooi en hoe
ver het was.
III.
We zitten dus nog altijd met Piet
den koster op het paard en vlogen
dus juist als een pijl uit den boog
op onze edele viervoeters vooruit het
dorp door... Tjok, tjok, tjok, boem,
boem, boem en omgekeerd. De padre
rijdt voorop en Pedro of Piet uit
eerbied op een afstandje er achter.
Hier en daar hangt een heel of
half nikkertje half of heel uit het
raam, menschen wenschen den Padre
goede reis en zalig Kerstmis en naar
gelang de gemoedelijkheid van den
Padre en de menschen is ook zoo'n
uittocht min of meer gemoedelijk.
Zoo gaan we dan langzaam voor
uit, geraken ten slotte buiten het
dorp en al aanstonds beginnen de
bergen en dalen; we bestijgen een
berg van een honderd a tweehonderd
meter en ineens is het dorp voorgoed
verdwenen en rondom ons niets meer
dan eindelooze vlakten, bergen, bos-
schen. heuvelen zoover het oog reikt.
Boven ons hoofd een gloeiende bol,
de zon, die pikt, bijt, steekt, prikt,
gloeit, brandt zoo als alleen de zon
in de tropen pikken, bijten, gloèien,
branden enz. kan.
We tjokken en boemen verder,
altijd verder bergje op bergje af, de
zon recht boven ons steeds feller, de
hemel wit van felle gloed, nergens
een boompje of een plekje schaduw.
Paard en ezel doen mee aan de al-
gemeene transpiratie en de geurtjes,
die ze uitwasemen zijn allesbehalve
liefelijk, aangenaam of opwekkend.
Zoo trekken we langzaam voort,
één, twee, drie uur. De geweldige
hitte, het dreigend onweder, het
vooruitzicht van een paar zware
dagen stemmen zoowel den padre
als den koster niet erg vroolijk. Er
wordt weinig of niets gezegd en
alleen maar gedacht. Maar eindelijk
wordt het den padre toch te machtig
en roept
Piet!
Ja, meneer, roept Piet terug,
geeft zijn edel ros de sporen en in
een wip is hij naast mij.
Piet, 't is vandaag gloeiend,
verschrikkelijk...
Ja, Pater, U hebt gelijk, maar
wat zal men er aan doen, het is de
tijd van het jaar.
Piet, in mijn vaderland vriest
het nu dat het kraakt, snap jij daar
nu iets van.
Het is moeilijk te snappen, zegt
Piet, maar God heeft de wereld nu
eenmaal zoo gemaakt en daarmee uit.
Piet, vertel 'ns wat, weet je
niets
Neen, pater, niet veel, er is
hier niet veel nieuws...
Zouden we vanavond onweer
krijgen Me dunkt d'r zitten van
die koppen in de lucht.
Best mogelijk, meent Piet, het
is de tijd van het jaar.
Dat zou jammer zijn, Piet, want
dan zou heel de Nachtmis in het water
vallen.
Piet is het al weer gloeiend eens
en is er ook van overtuigd, dat de
nachtmis dan zoowel figuurlijk als
letterlijk in het water zou vallen,
want als er zoo'n Braziliaansch buitje
losbreekt dan is er geen doorkomen
meer aan.
Piet, is het nog ver Zijn we
al over de helft
Ja Pater, ik denk het wel, het
is goed vijf uur rijden en we hebben
al een uur of drie achter den rug en
....ondertusschen is Piet weer heele-
maal achtergeraakt. Na elk zinnetje,
dat zijn dikke lippen ontvloeide,
deed Piet stiekum z'n best om weer
achter te komen.
Piet z'n paard hobbelt en schokt
nog al en is nu juist geen eerste
klas telganger en daarenboven moet
hij de Miskoffer nog vasthouden.
Piet houdt daarom niet van praatjes
als hij op het paard zit en blijft maar
liever achteraan rijden, soezend en
droomend in Oostersche gelatenheid,
dat er toch niets aan te doen is,
dat elk mensch toch geboren wordt
met zijn lot op z'n voorhoofd ge
schreven, waarom je dus moe ge
maakt...? Ook is Piet slim en weet
hij heel goed, dat het achterste beest
veel beter loopt dan het voorste
het achterste wil het voorste altijd
bijhouden, terwijl het voorste voort
durend stil wil staan en achterom
blijft kijken of zijn kameraad er niet
vandoor is.
Ziet hij zijn kameraad niet meer,
dan heft broeder ezel zulk een
hartverscheurend gebalk aan, dat je
er bijna medelijden met zou krijgen
en is verder zeer slecht te behandelen.
Maar 's lands wijs, 's lands eer. In
Brazilië mag een knecht nooit voor
op rijden, dat zou een groote
oneerbiedigheid zijn tegenover zijn
meerderen.
Voort' gaat het steeds, bergje op
bergje af... er komt geen einde aan
die gloeiende oven, aan de slingering
en kronkeling van dien breeden
fel-witten zandweg.,.. Een gevoel
van eenzame verlatenheid bekruipt
tenslotte ook den Padre... zijn ge
dachten gaan terug naar het lieve
vaderland, naar de heerlijkste lom-
rijke plekjes, naar de herinneringen
van zijn jeugd en evenals Piet de
koster buigt ook de padre langzaam
het hoofd in eenigzins droeve
overgeving... Wat is de mensch
groot en machtig, wanneer hij iets
onder zijn macht kan krijgen, wat is
de mensch bedroevend klein, wanneer
hij daar staat, machteloos tegenover
onbegrensde, eindelooze vlakten en
steppen onder dien stalen, strakge
spannen, gloeienden, vlammenden
hemelkoepel van den grooten mach
tigen God...
Piet, Piet, hoor eens, kijk
s,... apen.. Een luid snel
opeenvolgend „kriek, kriek, kriek"
onderbreekt mijn zoete droomen. £k
heb er al meermalen kennis mee
gemaakt.
Vroeger meende ik, dat 't vogels
waren, maar nu weet ik dat het
heel kleine aapjes zijn met lange
staarten.
Kijk Piet, daar zitten ze-
Piet komt weer even wat dichter
bij en zegt ook ja Meneer, daar
zitten ze.
Piet, wat schreeuwen die
beesten gek, krèk als vogels.
Piet vindt het ook gek, maar zegt
dat het toch apen zijn en dat ze
zoo gek schreeuwen, omdat 't maar
kleine apen zijn...
Zijn er hier geen groote apen
Piet kijkt met zijn droomerige
zwarte oogen even achterdochtig,
maar als hij bemerkt, dat er niets
kwaads m;e bedoeld is, zegt hij
Neen meneer Padre, groote apen
zitten in de groote bosschen in de
Amazone-streken
Kijk Piet, daar zitten ze 't
Zijn er een heele hoop. Ja, zegt
Piet, daar zitten zehij had ze
natuurlijk al gezien, eer de padre ze
gehoord had.
Ze schijnen niet erg bang te zijn.
Piet vindt ook weer dat ze niet erg
bang schijnen te zijn... Langzamer
hand komen we naderbij, plotseling
doodsche stilte in het apenbosch, de
apen zijn op hun „qui vive", steeds
dichter naderen we, nu kunnen wij
ze goed zien, maar de apen ons
ook, ze nemen ons op van boven
tot onder, bekijken ons met het
eigen wijste gezicht van de wereld
van alle kanten en dan als we heel
dicht bij zijn, plotseling een oorver-
doóvend kriek, kriek, kriek, en voort
vliegen, loopen, rennen, springen ze
met zulk een ongelooflijke snelheid
en zulke ontzettende sprongen, dat
men het niet gelooven zou, indien
men het met zijn eigen oogen niet
zien kon.
Weg zijn ze Piet.
Weg zijn ze, zegt Piet.
Piet, wat kunnen die beesten
rennen en springen.
Ja, zegt Piet, het zijn en blijven
altijd apen.
Nou enfin, dat was tenminste
weer een kleine afleiding.
Ja, zegt Piet, dat is tenminste
weer een kleine afleiding.
Piet, schei toch in 's hemelsnaam
uit met me altijd gelijk te geven.
Jullie Brazilianen zijn goeie menschen,
maar jullie hebben een verschrikke
lijk gebrek, om iedereen maar gelijk
te geven zoolang je er niet dunner
of dikker, rijker of armer door wordt,
Piet lacht eens zijn liefelijkste,
onverstoorbaarste glimlach en zegt
wederom de gevleugelde woorden
Ja, pater, U hebt gelijk, dit is
ons gebrek, maar wat zal men er
aan doen, O L. Heer heeft ons nu
eenmaal zoo gemaakt.
Piet, loop naar de maan.
We boemen ,en tjokken weer
verder op ezel en paard, altijd maar
door in dezelfde eentonige cadans,
de wolken beginnen dreigende hou
dingen aan te nemen, de zon wordt
steeds venijniger, zweetdroppels
parelen op voorhoofd, wangen, en
handen van padre en koster en de
padre droomt verder van groote en
kleine apen, apenkooi, apenliefde,
apenkooien, leelijke apen, gemeene
apen enz. enz. alle mogelijke liefelijke
en minder liefelijke apengedachten
dwarrelen door zijn eerwaardig hoofd,
tot plotseling weer een nieuwe aflei
ding...
Brrrr, brrrr, brrr... een langgerekt,
veelvuldig krek, krek, krek, een ge
weldig geruisch boven mijn hoofd,
ik wil Piet weer roepen, maar voor
dat ik tijd heb Piet te roepen zijn
ze reeds voorbij gevlogen met een
ontzettende vaart, die vlucht groote
en kleine papagaaien of perikieten.
Hè, denk ik. zoo iets moesten ze in
Holland eens kunnen zien, wat
zouden de vogelliefhebbers hun hart
kunnen ophalen.
Piet, zag je dat
Ja, zegt Piet, dat zijn perikie
ten of kleine papagaaien, de padre
geeft geen antwoord, maar zijn
gedachten dwalen weer af van de
apenkooi in Artis, de groote Amster-
damsche dierentuin, naar die groote
laan vol papagaaien, waar al die
papagaaien op een stokje mooi op
een rijtje zitten, vastgebonden aan
een ijzeren ketting en waar alle
menschen „kopje krau" tegen zeggen
en heel hef tegen doen. omdat ze
weten, dat „kopje krau" ook nog
een bekje heeft, waarmede hij je
leelijk in je vingers kan bijten, wie
het vatten kan. die vatte het.
B. B. Wordt vervolgd.
door
JOS. BOSHOUWERS te LENT.
De kuikentyd.
Deze week kregen we enkele
brieven van piepkuikensfokkers, die
daarin klaagden over zwakte in de
pootenen 't kromtrekken der teenen
door hun kuikens. Het is nu voor
ons een welkome gelegenheid, daar
eens speciaal het een en ander over
te vertellen, te meer waar dit zoo
mooi aansluit bij het vorige artikel.
Als wij de brieven zoo eens na
lezen, valt het ons op, dat de meeste
kachelkunstmoeders in veel te kleine
hokkenstaan. Dat is de eerste groote
fout, die gemaakt wordt. In den
beginne hebben kuikens veel warmte
noodig, maar als ze eenige weken
oud zijn, moet dat al veel minder
zijn. Staat de kachel in 'n te klein
vertrekje, (b. v. 3 bij 3 of zelfs 3
bij 4 M.) dan is de temperatuur
daar al gauw te hoog.
De tweede fout, die gemaakt
wordt, is, dat er lang niet genoeg
geventileerd kan worden, Vriest het
dan gaat de luchtverversching vlug,
maar is het wak weer, zooals we
den laatsten tijd hebben, dan is de
wisselwerking van de lucht in en
buiten het hok traag.
Daarom wordt er bij wak weer
haast altijd veel te weinig gelucht.
Soms kan er zelfs niet behoorlijk
geventileerd worden, omdat de in
richting van het hok niet deugt.
Te warm en te benauwd in het
opfokhuisje, dat leidt absoluut tot
verzwakking der pooten.
Bij een opfokgelegenheid dient
een gedeelte der ramen opengezet
te kunnen worden. Als dan de ka
chel op de gewenschte temperatuur
blijft, krijgt men volop buitenlucht
binnenin het hok. En buitenlucht
versterkt
We ondervinden dit ook bij kal
veren, biggen, jonge geiten, kortom
bij alle groeiend jong vee, en zelfs
bij de volwassen dieren,
Zie de bloemen en de groenten,
die onder plat glas of in kassen en
warenhuizen staan, waar men niet
voldoende lucht, ze krijgen zwakke
stengels
De derde fout, die pootzwakte en
kromtrekken der teenen veroorzaakt,
dat men te weinig vitaminen in
het voer geeft. Deze zitten vooral
in gespruitc haver en de beste bla
deren der boerenkool (vitaminen A)
eninonuitgetrokken gist (vitaminen B)
We zullen hier meer van vertellen,
als we aan de voering der kuikens
gekomen zijn. Voorloopig volstaan
we met de mededeeling, dat we na
de le levensweek reeds met wat
malsch groenvoer beginnen moeten
en al dra de hoeveelheid dienen te
vergrooten.
Gist zit doorgaans wel in het op-
fokvoer. Zoo ni£t, dan menge men
er 2 a 3 pet. van onder.
Het kan nu een beetje meer lijden
dan straks, als de kuikens „los"
kunnen loopen.
Onze lezers en lezeressen zullen
goed doen, bun aanstaand kuiken
hokje eens flink te inspecteeren aan
ke hand van bovengenoemde wenken,
en als het niet aan de eischen vol
doet, de noodige veranderingen aan
te brengen.
Want als men de fouten pas ziet
doordat de kuikens het in de pooten
en teenen krijgen, dan is het te laat.
Wij ondervonden steeds, dat kuikens
die met zulke kwalen behebt zijn,
slechts heel zelden er weer geheel
en al bovenop komen.
Een kuiken moet van stonde af
aan, flink doorgroeien, dus zonder
stagnatie, of 't wordt niet veel.
Als 't spreekwoord „Beter voor
komen dan genezen" ergens van
toepassing is, dan zeer zeker bij het
opfokken van jonge kuikens, die
toch al niet zoo heel veel weer
standsvermogen hebben.
Broedmachine ontsmetten.
Broedeieren van jonge kippen
VRAAG Gaarne zag ik onder
staande vragen in „Peel en Maas"
beantwoord. Hiervoor bij voorbaat
mijn hartèlijken dank.
a. Mijn foktoom-hanen hebben
dezen zomer geloopen tusschen kui
kens lijdende aan coccidiox. Kan ik
hiermede fokken, zonder gevaar te
loopen dat de kuikens deze ziekte
krijgen.
b. Hoe moet ik de broedmachine
ontsmetten, waarin verleden jaar
kuikens hebben gegeten, welke lijden
de waren aan coccidiox
c. Ik voer mijn jonge kippen bij
kunstlicht. Herhaaldelijk hoor ik be
weren, dat de voordeelen verkregen
met kunstlicht bij overjarige kippen
grooter zijn dan bij jonge. Wat is
hieromtrent uw meening.
Uit Venray.
ANTWOORD: a. Zijn het hanen,
die uit de besmette koppel zijn voort
gekomen, dan is het best mogelijk,
dat 't smetstofdragers zijn. Ik zou er
niet gerust op zijn.
b. Dat hadt u van den zomer al
kunnen doen, met eene 2 a 3 pCt.
créoline of 1 pCt. lysoloplossing.
Als u 't nu nog doet, zou ik u aan
raden het deurtje een week open te
laten staan en daarna de heele inhoud,
waar de eierla zich bevindt eens flink
nawasschen met eene soda-oplossing
in heet water, eene week naderhand.
Kunt u formaline krijgen bij den
apotheker, meng daarvan dan 1 pCt.
in water en ontsmet met dit mengsel.
Dat is heel onschuldig en afdoende.
c. U moet geen broedeieren nemen
van de jonge kippen, die met kunst
licht gevoerd worden, 't Geeft maar
misère
Van overjarige kippen, die den
heelen winter met kunstlicht gevoerd
werden, zou ik ook geen broedeieren
nemen, althans zeker niet als ze door
die kunstverlichting al vele maanden
straf hebben gelegd, voor de broed
tijd er is.
Fokdieren moeten een flinke poos
rust gehad hebben, om aan te ster
ken. De leg der overjarige kippen
wordt door kunstlicht vervroegd en
verhoogd. Of echter de voordeelen
grooter zijn dan bij eenjarige durf
ik niet te beweren.
Internationale Postduivenshow.
Te Sittard werd Zondag een
Internationale Postdui venshow ten,
bate van „het arme kind" gehouden.
Meer dan duizend inzendingen waren
op deze liefdadigheidstentoonstelling
Hier waren vereenigd de vitesse-
duiven en grootste afstandvliegers
van Nederlandsche-, Belgische- en
Duitsche-liefhebbers, mede inzendin
gen uit Kopenhagen en Barcelona.
Onder een buitengewoon drukke
belangstelling is deze tentoonstelling
verloopen.
Door een panter gekrabd.
In een bioscoop te Hoensbroek
werden met wilde dieren een voor
stelling gegeven. Toen deze dieren
in een kooi in het portaal der bios
coop ter bezichtiging waren gesteld,
kwam een zoontje der familie V. te
dichtbij de kooi. Een panter krabde
het knaapje met een klauw de wang
open.
Kinderverlamming.
Bij het zevenjarig dochtertje van
de familie Hoorens te Susteren is
een geval van kinderverlamming
geconstateerd.
Droevig ongeval.
Toen Zondagmiddag te Maastricht
den 4 K. M. wedloop, uitgeschreven
door de lie Divisie der Koninklijke
Marechaussee's, plaats had, zakte
een der deelnemers, de marechaussee
H. J. Hendriks-Franssen, plotseling
in elkaar en bleef dood liggen, op
500 M. afstand van den eindstreep.
Er heerschte begrijpelijkerwijze
groote verslagenheid in het deelne
mende corps.
Het lijk werd naar het hospitaal
Calvarieberg vervoerd.
Door een vrachtauto overreden
en gedood.
Zaterdag werd de 13-jarige zoon
van den landbouwer D. te Heerier-
heide, door een vrachtauto aangere
den. De dood trad spoedig in. Den
chauffeur moet geen schuld treffen.
Een scheurende kerk.
De muren en gewelven van de
n'euwe rectoraats'cerk der Minder
broeders te Kaalheide, gem. Kerkrade
zijn reeds geruimen tijd bedenkelijk
aan het scheuren.
Onderzoek woidt ingesteld. -
Een noodlottige maaltyd.
Zekere C. van O. uit de Noord-
Besterdstraat te Tilburg, had Zondag
avond, toen hij zich in het café Frick,
aan de Lange Schijfstraat bevond,
trek in een stukje eten. Hij liet zich
een biefstukje voorzetten en ver
orberde dit met groote haast. Deze
haast werd den man noodlottig. Een
stukje vleesch bleef hem in de keel
zitten, dat door den ijlings ontboden
geneesheer van den Geneeskundigen
Dienst, Dr. Gimbrère, met moeite
werd verwijderd. Aanvankelijk dacht
men dat Van O. bewusteloos was
en werd gepoogd door kunstmatige
ademhaling de levensgeesten weer
op te wekken, evenwel zonder
resultaat. Dr. Grimbère kon nog
slechts den dood constateeren.
Door een auto overreden.
De 7-jarige knaap H. werd Maandag
door een luxe auto nabij het Oran
jeplein te Kerkrade aangereden. Dr.
W., die toevallig passeerde, bracht
den zwaargewonden knaap per auto
naar het ziekenhuis.
Doodeiyke mishandeling.
Dinsdagmorgen stond voor de
rechtbank te Amersfoort terecht de
38-jarige arbeider T. uit Nijmegen
die op 19 November van het vorig
jaar den 72-jarigen van Varsseveld
die bij hem inwoonde, met een stoel
zoodanig op het hoofd sloeg, dat
deze kort daarna overleed. Hij werd
vervolgd en stond wegens zware
mishandeling, den dood tengevolge
hebbende, terecht. Uit het getuigen
verhoor bleek, dat verdachte zijn
slachtoffer liefderijk in zijn huis had
opgenomen en hem trouw verzorgd
had. Deze was echter buitdngewoon
twistziek en opvliegend van aard.
Op den bewusten avond had hij
zich weer onheusch tegen T. gedra
gen. Het is tot een woordenwisseling
gekomen, waarna de oude man een
stoel greep en daarmede T. dreigde.
T., doorgaans kalm van aard, kon
zich waarschijnlijk niet meer beheer-
schen, greep eveneens een stoel en
sloeg den ouden man daarmee dood.
De subsituut-griffier van justitie,
mr. Razonder, eischte wegens zware
mishandeling, den dood tengevolge
hebbend, 2 jaar gevangenisstraf.
Uitspraak over acht dagen.
Verdronken.
Men meldt uit Leenwarden
Dinsdagmorgen, toen het nogal
erg mistig was, wilde de 75-jarige
vrouw van schipper J. ten Hoeve,
woonachtig te Leeuwarden, schip
„De Vier Gebroeders" dat aan de
Nieuwe Kade lag, zich over de
loopplank naar den wal begeven
Tengevolge van den zwaren mist
en de gladheid raakte de vrouw te
water. Niemand bemerkte het onge
luk. Pas eenigen tijd later ontdekte
een schipper die in de nabijheid lag,
dat er iets donkers op het water
dreef. Dit bleek de oude vrouw te
zijn. De vrouw werd onmiddellijk
opgehaald, de levensgeesten bleken
echter reeds geweken te zijn.
Door con auto aangereden.
De 63-jarige J. v. B. uit de Le-
onardusstraat te Tilburg wilde
Maandag ter hoogte van het klooster
„De Goede Herder" met zijn fiets
den Bredaschen weg oversteken, vlak
voor een in snelle vaart naderenden
auto. De autobestuurder J, H. uit
Vinkeveenzag het gevaar aankomen
en remde uit alle macht, zoodat de
wagen een kwartslag omsloeg. Dit
belette echter niet dat v. B. van
zijn fiets werd geslingerd en met een
ernstige hersenschudding en schedel
fractuur naar het ziekenhuis moest
worden overgebracht, waar hij
Dinsdag is overleden.
De chauffeur treft geen schuld.
Doodelyke mishandeling.
Zondagnacht is de 74-jarige J. v.
d. Kieft te Walderveen door buren
zwaar mishandeld. De oude man is
aan de gevolgen der mishandeling
overleden.
Omtrent den doodslag te Walder
veen bij Barneveld kan nog nader
worden gemeld, dat de bijna 66-jarige
J. v. d. Kieft, Zaterdagavond tegen
half elf door lawaai in zijn slaap
werd gewekt, waarna hij opstond
en naar buiten ging, heel spoedig
gevolgd door zijn nog iets oudere
vrouw. Toen de vrouw echter buiten
kwam, vond zij haar man reeds op
den grond liggen, die haar mede
deelde, door zijn buren Albert Sch.
en Herman van B. met een bijl en
een schop zwaar te zijn mishandeld.
Na een vreeseiijk lijden is de man
diezelfde nacht overleden. De ver
moedelijke daders zijn reeds gear
resteerd.
Onderhoek veestapel op
tuberculose.
In Noord-Holland hebben zich 21
organisaties bezig gehouden met het
onderzoek der veestapels op tubercu
lose volgens de voorschriften der
regezring, Volgens het verschenen
verslag betrof het onderzoek 977
leden, waarvan 16.393 dieren werden
onderzocht en wel 11.860 boven 2
jaar, waarvan 2664 of 22i/ï pet. met
reactie en 4533 beneden 2 jaar
waarvan 415 of 9,2 pet» met reactie.
Het aantal tuberculose vrije veesta
pels bedroeg 3i4 op de 977.
Opmerkelijk is het dat cp het
eiland Terschelling van'de 195 vee
stapels er 170 tuberculose-vrij waren.
Overreden en gedood.
Maandagavond is te Mierlo door
de bus van den autodienst Helmond-
Eindhoven de 40-jarige V. uit Hel
mond overreden en gedood. De man
is zonder tot bev/ustzijn gekomen te
zijn overleden. Tegen den chauffeur
is proces-verbaal opgemaakt. De
politie onderzoekt de zaak verder.
Het slachtoffer is weduwnaar en
vader van vier kinderen.
75-Jarig bestuun der H. Familie
te Yenlo.
De Aartsbroederschap derH.Fam.
in de St. Martinusparochie te Venlo
viert op 26 Januari a. s. haar
75-jarig bestaan. Als 'voorbereiding
tot de plechtige herdenking zal de
ZeerEerw.Zeergel, Patey Sporenberg
O.E.S.A. voor de leden een triduum
geven.
Op den feestdag wordt een plech
tige Hoogmis opgedragen door den
HoogEerw. Deken J. v. Oppen.
Maandag a. s. wordt een plechti
ge Requiemmis opgedragen voor de
overleden directeuren en leden, van
de Aartsbroederschap.
De stryd tusschrn tuinbouw,
bloembollencultuur en industrie.
Men schrijft uit Beverwijk
Nu de resultaten van den tuin
bouw in het jaar 1929 bekend zijn,
blijken in vrijwel alle tuinbouwcentra
van ons land de bedrijfsuitkomsten
zeer ongunstig te zijn geweest. Niet
tegenstaande de cultupr zich heeft
uitgebreid, vooral door de teelt
onder plat glas en in warenhuizen,
blijken de omzetcijfers aan de veilin
gen overal lager te zijii. Uit deze
cijfers valt de juiste toestand van
het tuinbouwbedrijf natuurlijk piet af
te leiden vooral in de tuinbouw
streek „Kennemerland" spelen geheel
andere factoren een belangrijke rol
in den voortdurenden achteruitgang
van de cultuur. Dit valt voorname
lijk aan de Beverwijksche groenten-
veilingen waar te nemen. Het is
opmerkelijk, dat de tuinders uit de
omgeving steeds minder producten
aanvoeren, zelfs treft men vele tuin
ders aan, die in het geheel geen
groenten meer aanbrengen. Welis
waar is de Beverwijksche groenten-
markt nog steeds rijkelijk voorzien
van allerlei tuinbouwproducten, maar
deze omstandigheid is grootendeels
toe te schrijven aan inbrengers van
elders, vooral uit het Noorden des
lands. De snelle vervoermiddelen zijn
hieraan bevcrderlijk.
Het is in vele opzichten een
merkwaardige strijd* welke in de
laatste jaren in het aloude Kennemer
land wordt gevoerd. Duidelijk om
lijnd kan men hier den strijd tusschen
drie machten zich zien afteekenen
het gaat nl. tusschen tuinbouw,
bloembollencultuur en industrie. De
voortdurende uitbreiding der indus
trie in deze omgeving bevordert een