Abdijsiroop BONBONS Iets Nieuws! Levenswijsheid. Kerstmis in Brazilië. De Kippenhouderij op het platteland Gemengde Berichten Tegen Ho«st Bronchitis Verkoudheid Influenza Heeschheid Keelpijn Asthma Buiten: AKKER's Het is gelukt de van ouds bekende Abdij siroop te „stollen" tot een gemakkelijk in den zak mee te nemen „bonbon", met be houd van al de gene zende bestanddeelen. Alom verkrijgbaar. 60 cent per doos. voldoende in hun beenwerk. Limburg heeft bij dezen jaargang goed jong materiaal laten zien. Aange Opge Ge- Datum. boden, nomen weigerd Gennep 3 Juni 10 9 1 Venray 4 Juni 19 12 7 Venlo 4 Juni 12 10 2 Helden 5 Juni 13 6 7 Roerm. 5 Juni 28 24 4 Weert 6 Juni 12 6 6 Beek 6 Juni 19 14 5 Gulpen 7 Juni 8 5 3 m 86 35 Cursussen in paardenkennis werden dit jaar weer niet gegeven. Er werd één aangevraagd, welke niet door kon gaan wegens gebrek aan deel name. Ook werden dit jaar weer geen lezingen aangevraagd over paarden fokkerij. Roermond. Ir. J. TIMMERMANS. Rijksveeteeltconsulent. De menschen gevoelen gewoonlijk meer behoefte om genezen te worden van hun lichamelijke ziekten, dan van hunne dwalingen van verstand en gemoed. Die inziet dat hij dwaalt, gaat naar de waarheid streven. Die merkt: ik ben onwijs moet pogen vrij te leven. Het wantrouwen dat men koestert tegenover een hoogere aandrift is meestal niet een eerlijke twijfel maar een schuldige minachting ervan, 't Is niet de vraag al wat in boeken steekt In 't hoofd te zaamlen, doch of 't daar iets wekt en kweekt. Wie is rijk? Hij, die te kortkomt of hij die overhoudt, die gebrek of die overvloed heeft Waarlijk de maat van iemands vermogen wordt niet bepaald door de schatting van hetgeen hij bezit. Niet begeerig zijn is een inkomen en tevreden zijn is de grootste en zeker ste rijkdom. God gaf twee hemelsche geschenken, Den menschin alle vreugd en smart Verstand om goed en scherp te denken, Om zacht en goed te doen het hart. Uw denken zij willen. Uw wil zij een daad! Uw moed moet de harten vervullen Met het vaste vertrouwen, Dat 't moeilijkste gaat, Als gij er voor staat. Niet „zou" zij uw lijfspreuk, maar „zullen." Dat, wie niet werken wil Niet ete staat geschreven. Hij die niet denkt, hij mag Wel eten, maar niet leven. Hoe wariu, hoe mooi en hoe ver het was. III. We zitten dus nog altijd met Piet den koster op het paard en vlogen dus juist als een pijl uit den boog op onze edele viervoeters vooruit het dorp door... Tjok, tjok, tjok, boem, boem, boem en omgekeerd. De padre rijdt voorop en Pedro of Piet uit eerbied op een afstandje er achter. Hier en daar hangt een heel of half nikkertje half of heel uit het raam, menschen wenschen den Padre goede reis en zalig Kerstmis en naar gelang de gemoedelijkheid van den Padre en de menschen is ook zoo'n uittocht min of meer gemoedelijk. Zoo gaan we dan langzaam voor uit, geraken ten slotte buiten het dorp en al aanstonds beginnen de bergen en dalen; we bestijgen een berg van een honderd a tweehonderd meter en ineens is het dorp voorgoed verdwenen en rondom ons niets meer dan eindelooze vlakten, bergen, bos- schen. heuvelen zoover het oog reikt. Boven ons hoofd een gloeiende bol, de zon, die pikt, bijt, steekt, prikt, gloeit, brandt zoo als alleen de zon in de tropen pikken, bijten, gloèien, branden enz. kan. We tjokken en boemen verder, altijd verder bergje op bergje af, de zon recht boven ons steeds feller, de hemel wit van felle gloed, nergens een boompje of een plekje schaduw. Paard en ezel doen mee aan de al- gemeene transpiratie en de geurtjes, die ze uitwasemen zijn allesbehalve liefelijk, aangenaam of opwekkend. Zoo trekken we langzaam voort, één, twee, drie uur. De geweldige hitte, het dreigend onweder, het vooruitzicht van een paar zware dagen stemmen zoowel den padre als den koster niet erg vroolijk. Er wordt weinig of niets gezegd en alleen maar gedacht. Maar eindelijk wordt het den padre toch te machtig en roept Piet! Ja, meneer, roept Piet terug, geeft zijn edel ros de sporen en in een wip is hij naast mij. Piet, 't is vandaag gloeiend, verschrikkelijk... Ja, Pater, U hebt gelijk, maar wat zal men er aan doen, het is de tijd van het jaar. Piet, in mijn vaderland vriest het nu dat het kraakt, snap jij daar nu iets van. Het is moeilijk te snappen, zegt Piet, maar God heeft de wereld nu eenmaal zoo gemaakt en daarmee uit. Piet, vertel 'ns wat, weet je niets Neen, pater, niet veel, er is hier niet veel nieuws... Zouden we vanavond onweer krijgen Me dunkt d'r zitten van die koppen in de lucht. Best mogelijk, meent Piet, het is de tijd van het jaar. Dat zou jammer zijn, Piet, want dan zou heel de Nachtmis in het water vallen. Piet is het al weer gloeiend eens en is er ook van overtuigd, dat de nachtmis dan zoowel figuurlijk als letterlijk in het water zou vallen, want als er zoo'n Braziliaansch buitje losbreekt dan is er geen doorkomen meer aan. Piet, is het nog ver Zijn we al over de helft Ja Pater, ik denk het wel, het is goed vijf uur rijden en we hebben al een uur of drie achter den rug en ....ondertusschen is Piet weer heele- maal achtergeraakt. Na elk zinnetje, dat zijn dikke lippen ontvloeide, deed Piet stiekum z'n best om weer achter te komen. Piet z'n paard hobbelt en schokt nog al en is nu juist geen eerste klas telganger en daarenboven moet hij de Miskoffer nog vasthouden. Piet houdt daarom niet van praatjes als hij op het paard zit en blijft maar liever achteraan rijden, soezend en droomend in Oostersche gelatenheid, dat er toch niets aan te doen is, dat elk mensch toch geboren wordt met zijn lot op z'n voorhoofd ge schreven, waarom je dus moe ge maakt...? Ook is Piet slim en weet hij heel goed, dat het achterste beest veel beter loopt dan het voorste het achterste wil het voorste altijd bijhouden, terwijl het voorste voort durend stil wil staan en achterom blijft kijken of zijn kameraad er niet vandoor is. Ziet hij zijn kameraad niet meer, dan heft broeder ezel zulk een hartverscheurend gebalk aan, dat je er bijna medelijden met zou krijgen en is verder zeer slecht te behandelen. Maar 's lands wijs, 's lands eer. In Brazilië mag een knecht nooit voor op rijden, dat zou een groote oneerbiedigheid zijn tegenover zijn meerderen. Voort' gaat het steeds, bergje op bergje af... er komt geen einde aan die gloeiende oven, aan de slingering en kronkeling van dien breeden fel-witten zandweg.,.. Een gevoel van eenzame verlatenheid bekruipt tenslotte ook den Padre... zijn ge dachten gaan terug naar het lieve vaderland, naar de heerlijkste lom- rijke plekjes, naar de herinneringen van zijn jeugd en evenals Piet de koster buigt ook de padre langzaam het hoofd in eenigzins droeve overgeving... Wat is de mensch groot en machtig, wanneer hij iets onder zijn macht kan krijgen, wat is de mensch bedroevend klein, wanneer hij daar staat, machteloos tegenover onbegrensde, eindelooze vlakten en steppen onder dien stalen, strakge spannen, gloeienden, vlammenden hemelkoepel van den grooten mach tigen God... Piet, Piet, hoor eens, kijk s,... apen.. Een luid snel opeenvolgend „kriek, kriek, kriek" onderbreekt mijn zoete droomen. £k heb er al meermalen kennis mee gemaakt. Vroeger meende ik, dat 't vogels waren, maar nu weet ik dat het heel kleine aapjes zijn met lange staarten. Kijk Piet, daar zitten ze- Piet komt weer even wat dichter bij en zegt ook ja Meneer, daar zitten ze. Piet, wat schreeuwen die beesten gek, krèk als vogels. Piet vindt het ook gek, maar zegt dat het toch apen zijn en dat ze zoo gek schreeuwen, omdat 't maar kleine apen zijn... Zijn er hier geen groote apen Piet kijkt met zijn droomerige zwarte oogen even achterdochtig, maar als hij bemerkt, dat er niets kwaads m;e bedoeld is, zegt hij Neen meneer Padre, groote apen zitten in de groote bosschen in de Amazone-streken Kijk Piet, daar zitten ze 't Zijn er een heele hoop. Ja, zegt Piet, daar zitten zehij had ze natuurlijk al gezien, eer de padre ze gehoord had. Ze schijnen niet erg bang te zijn. Piet vindt ook weer dat ze niet erg bang schijnen te zijn... Langzamer hand komen we naderbij, plotseling doodsche stilte in het apenbosch, de apen zijn op hun „qui vive", steeds dichter naderen we, nu kunnen wij ze goed zien, maar de apen ons ook, ze nemen ons op van boven tot onder, bekijken ons met het eigen wijste gezicht van de wereld van alle kanten en dan als we heel dicht bij zijn, plotseling een oorver- doóvend kriek, kriek, kriek, en voort vliegen, loopen, rennen, springen ze met zulk een ongelooflijke snelheid en zulke ontzettende sprongen, dat men het niet gelooven zou, indien men het met zijn eigen oogen niet zien kon. Weg zijn ze Piet. Weg zijn ze, zegt Piet. Piet, wat kunnen die beesten rennen en springen. Ja, zegt Piet, het zijn en blijven altijd apen. Nou enfin, dat was tenminste weer een kleine afleiding. Ja, zegt Piet, dat is tenminste weer een kleine afleiding. Piet, schei toch in 's hemelsnaam uit met me altijd gelijk te geven. Jullie Brazilianen zijn goeie menschen, maar jullie hebben een verschrikke lijk gebrek, om iedereen maar gelijk te geven zoolang je er niet dunner of dikker, rijker of armer door wordt, Piet lacht eens zijn liefelijkste, onverstoorbaarste glimlach en zegt wederom de gevleugelde woorden Ja, pater, U hebt gelijk, dit is ons gebrek, maar wat zal men er aan doen, O L. Heer heeft ons nu eenmaal zoo gemaakt. Piet, loop naar de maan. We boemen ,en tjokken weer verder op ezel en paard, altijd maar door in dezelfde eentonige cadans, de wolken beginnen dreigende hou dingen aan te nemen, de zon wordt steeds venijniger, zweetdroppels parelen op voorhoofd, wangen, en handen van padre en koster en de padre droomt verder van groote en kleine apen, apenkooi, apenliefde, apenkooien, leelijke apen, gemeene apen enz. enz. alle mogelijke liefelijke en minder liefelijke apengedachten dwarrelen door zijn eerwaardig hoofd, tot plotseling weer een nieuwe aflei ding... Brrrr, brrrr, brrr... een langgerekt, veelvuldig krek, krek, krek, een ge weldig geruisch boven mijn hoofd, ik wil Piet weer roepen, maar voor dat ik tijd heb Piet te roepen zijn ze reeds voorbij gevlogen met een ontzettende vaart, die vlucht groote en kleine papagaaien of perikieten. Hè, denk ik. zoo iets moesten ze in Holland eens kunnen zien, wat zouden de vogelliefhebbers hun hart kunnen ophalen. Piet, zag je dat Ja, zegt Piet, dat zijn perikie ten of kleine papagaaien, de padre geeft geen antwoord, maar zijn gedachten dwalen weer af van de apenkooi in Artis, de groote Amster- damsche dierentuin, naar die groote laan vol papagaaien, waar al die papagaaien op een stokje mooi op een rijtje zitten, vastgebonden aan een ijzeren ketting en waar alle menschen „kopje krau" tegen zeggen en heel hef tegen doen. omdat ze weten, dat „kopje krau" ook nog een bekje heeft, waarmede hij je leelijk in je vingers kan bijten, wie het vatten kan. die vatte het. B. B. Wordt vervolgd. door JOS. BOSHOUWERS te LENT. De kuikentyd. Deze week kregen we enkele brieven van piepkuikensfokkers, die daarin klaagden over zwakte in de pootenen 't kromtrekken der teenen door hun kuikens. Het is nu voor ons een welkome gelegenheid, daar eens speciaal het een en ander over te vertellen, te meer waar dit zoo mooi aansluit bij het vorige artikel. Als wij de brieven zoo eens na lezen, valt het ons op, dat de meeste kachelkunstmoeders in veel te kleine hokkenstaan. Dat is de eerste groote fout, die gemaakt wordt. In den beginne hebben kuikens veel warmte noodig, maar als ze eenige weken oud zijn, moet dat al veel minder zijn. Staat de kachel in 'n te klein vertrekje, (b. v. 3 bij 3 of zelfs 3 bij 4 M.) dan is de temperatuur daar al gauw te hoog. De tweede fout, die gemaakt wordt, is, dat er lang niet genoeg geventileerd kan worden, Vriest het dan gaat de luchtverversching vlug, maar is het wak weer, zooals we den laatsten tijd hebben, dan is de wisselwerking van de lucht in en buiten het hok traag. Daarom wordt er bij wak weer haast altijd veel te weinig gelucht. Soms kan er zelfs niet behoorlijk geventileerd worden, omdat de in richting van het hok niet deugt. Te warm en te benauwd in het opfokhuisje, dat leidt absoluut tot verzwakking der pooten. Bij een opfokgelegenheid dient een gedeelte der ramen opengezet te kunnen worden. Als dan de ka chel op de gewenschte temperatuur blijft, krijgt men volop buitenlucht binnenin het hok. En buitenlucht versterkt We ondervinden dit ook bij kal veren, biggen, jonge geiten, kortom bij alle groeiend jong vee, en zelfs bij de volwassen dieren, Zie de bloemen en de groenten, die onder plat glas of in kassen en warenhuizen staan, waar men niet voldoende lucht, ze krijgen zwakke stengels De derde fout, die pootzwakte en kromtrekken der teenen veroorzaakt, dat men te weinig vitaminen in het voer geeft. Deze zitten vooral in gespruitc haver en de beste bla deren der boerenkool (vitaminen A) eninonuitgetrokken gist (vitaminen B) We zullen hier meer van vertellen, als we aan de voering der kuikens gekomen zijn. Voorloopig volstaan we met de mededeeling, dat we na de le levensweek reeds met wat malsch groenvoer beginnen moeten en al dra de hoeveelheid dienen te vergrooten. Gist zit doorgaans wel in het op- fokvoer. Zoo ni£t, dan menge men er 2 a 3 pet. van onder. Het kan nu een beetje meer lijden dan straks, als de kuikens „los" kunnen loopen. Onze lezers en lezeressen zullen goed doen, bun aanstaand kuiken hokje eens flink te inspecteeren aan ke hand van bovengenoemde wenken, en als het niet aan de eischen vol doet, de noodige veranderingen aan te brengen. Want als men de fouten pas ziet doordat de kuikens het in de pooten en teenen krijgen, dan is het te laat. Wij ondervonden steeds, dat kuikens die met zulke kwalen behebt zijn, slechts heel zelden er weer geheel en al bovenop komen. Een kuiken moet van stonde af aan, flink doorgroeien, dus zonder stagnatie, of 't wordt niet veel. Als 't spreekwoord „Beter voor komen dan genezen" ergens van toepassing is, dan zeer zeker bij het opfokken van jonge kuikens, die toch al niet zoo heel veel weer standsvermogen hebben. Broedmachine ontsmetten. Broedeieren van jonge kippen VRAAG Gaarne zag ik onder staande vragen in „Peel en Maas" beantwoord. Hiervoor bij voorbaat mijn hartèlijken dank. a. Mijn foktoom-hanen hebben dezen zomer geloopen tusschen kui kens lijdende aan coccidiox. Kan ik hiermede fokken, zonder gevaar te loopen dat de kuikens deze ziekte krijgen. b. Hoe moet ik de broedmachine ontsmetten, waarin verleden jaar kuikens hebben gegeten, welke lijden de waren aan coccidiox c. Ik voer mijn jonge kippen bij kunstlicht. Herhaaldelijk hoor ik be weren, dat de voordeelen verkregen met kunstlicht bij overjarige kippen grooter zijn dan bij jonge. Wat is hieromtrent uw meening. Uit Venray. ANTWOORD: a. Zijn het hanen, die uit de besmette koppel zijn voort gekomen, dan is het best mogelijk, dat 't smetstofdragers zijn. Ik zou er niet gerust op zijn. b. Dat hadt u van den zomer al kunnen doen, met eene 2 a 3 pCt. créoline of 1 pCt. lysoloplossing. Als u 't nu nog doet, zou ik u aan raden het deurtje een week open te laten staan en daarna de heele inhoud, waar de eierla zich bevindt eens flink nawasschen met eene soda-oplossing in heet water, eene week naderhand. Kunt u formaline krijgen bij den apotheker, meng daarvan dan 1 pCt. in water en ontsmet met dit mengsel. Dat is heel onschuldig en afdoende. c. U moet geen broedeieren nemen van de jonge kippen, die met kunst licht gevoerd worden, 't Geeft maar misère Van overjarige kippen, die den heelen winter met kunstlicht gevoerd werden, zou ik ook geen broedeieren nemen, althans zeker niet als ze door die kunstverlichting al vele maanden straf hebben gelegd, voor de broed tijd er is. Fokdieren moeten een flinke poos rust gehad hebben, om aan te ster ken. De leg der overjarige kippen wordt door kunstlicht vervroegd en verhoogd. Of echter de voordeelen grooter zijn dan bij eenjarige durf ik niet te beweren. Internationale Postduivenshow. Te Sittard werd Zondag een Internationale Postdui venshow ten, bate van „het arme kind" gehouden. Meer dan duizend inzendingen waren op deze liefdadigheidstentoonstelling Hier waren vereenigd de vitesse- duiven en grootste afstandvliegers van Nederlandsche-, Belgische- en Duitsche-liefhebbers, mede inzendin gen uit Kopenhagen en Barcelona. Onder een buitengewoon drukke belangstelling is deze tentoonstelling verloopen. Door een panter gekrabd. In een bioscoop te Hoensbroek werden met wilde dieren een voor stelling gegeven. Toen deze dieren in een kooi in het portaal der bios coop ter bezichtiging waren gesteld, kwam een zoontje der familie V. te dichtbij de kooi. Een panter krabde het knaapje met een klauw de wang open. Kinderverlamming. Bij het zevenjarig dochtertje van de familie Hoorens te Susteren is een geval van kinderverlamming geconstateerd. Droevig ongeval. Toen Zondagmiddag te Maastricht den 4 K. M. wedloop, uitgeschreven door de lie Divisie der Koninklijke Marechaussee's, plaats had, zakte een der deelnemers, de marechaussee H. J. Hendriks-Franssen, plotseling in elkaar en bleef dood liggen, op 500 M. afstand van den eindstreep. Er heerschte begrijpelijkerwijze groote verslagenheid in het deelne mende corps. Het lijk werd naar het hospitaal Calvarieberg vervoerd. Door een vrachtauto overreden en gedood. Zaterdag werd de 13-jarige zoon van den landbouwer D. te Heerier- heide, door een vrachtauto aangere den. De dood trad spoedig in. Den chauffeur moet geen schuld treffen. Een scheurende kerk. De muren en gewelven van de n'euwe rectoraats'cerk der Minder broeders te Kaalheide, gem. Kerkrade zijn reeds geruimen tijd bedenkelijk aan het scheuren. Onderzoek woidt ingesteld. - Een noodlottige maaltyd. Zekere C. van O. uit de Noord- Besterdstraat te Tilburg, had Zondag avond, toen hij zich in het café Frick, aan de Lange Schijfstraat bevond, trek in een stukje eten. Hij liet zich een biefstukje voorzetten en ver orberde dit met groote haast. Deze haast werd den man noodlottig. Een stukje vleesch bleef hem in de keel zitten, dat door den ijlings ontboden geneesheer van den Geneeskundigen Dienst, Dr. Gimbrère, met moeite werd verwijderd. Aanvankelijk dacht men dat Van O. bewusteloos was en werd gepoogd door kunstmatige ademhaling de levensgeesten weer op te wekken, evenwel zonder resultaat. Dr. Grimbère kon nog slechts den dood constateeren. Door een auto overreden. De 7-jarige knaap H. werd Maandag door een luxe auto nabij het Oran jeplein te Kerkrade aangereden. Dr. W., die toevallig passeerde, bracht den zwaargewonden knaap per auto naar het ziekenhuis. Doodeiyke mishandeling. Dinsdagmorgen stond voor de rechtbank te Amersfoort terecht de 38-jarige arbeider T. uit Nijmegen die op 19 November van het vorig jaar den 72-jarigen van Varsseveld die bij hem inwoonde, met een stoel zoodanig op het hoofd sloeg, dat deze kort daarna overleed. Hij werd vervolgd en stond wegens zware mishandeling, den dood tengevolge hebbende, terecht. Uit het getuigen verhoor bleek, dat verdachte zijn slachtoffer liefderijk in zijn huis had opgenomen en hem trouw verzorgd had. Deze was echter buitdngewoon twistziek en opvliegend van aard. Op den bewusten avond had hij zich weer onheusch tegen T. gedra gen. Het is tot een woordenwisseling gekomen, waarna de oude man een stoel greep en daarmede T. dreigde. T., doorgaans kalm van aard, kon zich waarschijnlijk niet meer beheer- schen, greep eveneens een stoel en sloeg den ouden man daarmee dood. De subsituut-griffier van justitie, mr. Razonder, eischte wegens zware mishandeling, den dood tengevolge hebbend, 2 jaar gevangenisstraf. Uitspraak over acht dagen. Verdronken. Men meldt uit Leenwarden Dinsdagmorgen, toen het nogal erg mistig was, wilde de 75-jarige vrouw van schipper J. ten Hoeve, woonachtig te Leeuwarden, schip „De Vier Gebroeders" dat aan de Nieuwe Kade lag, zich over de loopplank naar den wal begeven Tengevolge van den zwaren mist en de gladheid raakte de vrouw te water. Niemand bemerkte het onge luk. Pas eenigen tijd later ontdekte een schipper die in de nabijheid lag, dat er iets donkers op het water dreef. Dit bleek de oude vrouw te zijn. De vrouw werd onmiddellijk opgehaald, de levensgeesten bleken echter reeds geweken te zijn. Door con auto aangereden. De 63-jarige J. v. B. uit de Le- onardusstraat te Tilburg wilde Maandag ter hoogte van het klooster „De Goede Herder" met zijn fiets den Bredaschen weg oversteken, vlak voor een in snelle vaart naderenden auto. De autobestuurder J, H. uit Vinkeveenzag het gevaar aankomen en remde uit alle macht, zoodat de wagen een kwartslag omsloeg. Dit belette echter niet dat v. B. van zijn fiets werd geslingerd en met een ernstige hersenschudding en schedel fractuur naar het ziekenhuis moest worden overgebracht, waar hij Dinsdag is overleden. De chauffeur treft geen schuld. Doodelyke mishandeling. Zondagnacht is de 74-jarige J. v. d. Kieft te Walderveen door buren zwaar mishandeld. De oude man is aan de gevolgen der mishandeling overleden. Omtrent den doodslag te Walder veen bij Barneveld kan nog nader worden gemeld, dat de bijna 66-jarige J. v. d. Kieft, Zaterdagavond tegen half elf door lawaai in zijn slaap werd gewekt, waarna hij opstond en naar buiten ging, heel spoedig gevolgd door zijn nog iets oudere vrouw. Toen de vrouw echter buiten kwam, vond zij haar man reeds op den grond liggen, die haar mede deelde, door zijn buren Albert Sch. en Herman van B. met een bijl en een schop zwaar te zijn mishandeld. Na een vreeseiijk lijden is de man diezelfde nacht overleden. De ver moedelijke daders zijn reeds gear resteerd. Onderhoek veestapel op tuberculose. In Noord-Holland hebben zich 21 organisaties bezig gehouden met het onderzoek der veestapels op tubercu lose volgens de voorschriften der regezring, Volgens het verschenen verslag betrof het onderzoek 977 leden, waarvan 16.393 dieren werden onderzocht en wel 11.860 boven 2 jaar, waarvan 2664 of 22i/ï pet. met reactie en 4533 beneden 2 jaar waarvan 415 of 9,2 pet» met reactie. Het aantal tuberculose vrije veesta pels bedroeg 3i4 op de 977. Opmerkelijk is het dat cp het eiland Terschelling van'de 195 vee stapels er 170 tuberculose-vrij waren. Overreden en gedood. Maandagavond is te Mierlo door de bus van den autodienst Helmond- Eindhoven de 40-jarige V. uit Hel mond overreden en gedood. De man is zonder tot bev/ustzijn gekomen te zijn overleden. Tegen den chauffeur is proces-verbaal opgemaakt. De politie onderzoekt de zaak verder. Het slachtoffer is weduwnaar en vader van vier kinderen. 75-Jarig bestuun der H. Familie te Yenlo. De Aartsbroederschap derH.Fam. in de St. Martinusparochie te Venlo viert op 26 Januari a. s. haar 75-jarig bestaan. Als 'voorbereiding tot de plechtige herdenking zal de ZeerEerw.Zeergel, Patey Sporenberg O.E.S.A. voor de leden een triduum geven. Op den feestdag wordt een plech tige Hoogmis opgedragen door den HoogEerw. Deken J. v. Oppen. Maandag a. s. wordt een plechti ge Requiemmis opgedragen voor de overleden directeuren en leden, van de Aartsbroederschap. De stryd tusschrn tuinbouw, bloembollencultuur en industrie. Men schrijft uit Beverwijk Nu de resultaten van den tuin bouw in het jaar 1929 bekend zijn, blijken in vrijwel alle tuinbouwcentra van ons land de bedrijfsuitkomsten zeer ongunstig te zijn geweest. Niet tegenstaande de cultupr zich heeft uitgebreid, vooral door de teelt onder plat glas en in warenhuizen, blijken de omzetcijfers aan de veilin gen overal lager te zijii. Uit deze cijfers valt de juiste toestand van het tuinbouwbedrijf natuurlijk piet af te leiden vooral in de tuinbouw streek „Kennemerland" spelen geheel andere factoren een belangrijke rol in den voortdurenden achteruitgang van de cultuur. Dit valt voorname lijk aan de Beverwijksche groenten- veilingen waar te nemen. Het is opmerkelijk, dat de tuinders uit de omgeving steeds minder producten aanvoeren, zelfs treft men vele tuin ders aan, die in het geheel geen groenten meer aanbrengen. Welis waar is de Beverwijksche groenten- markt nog steeds rijkelijk voorzien van allerlei tuinbouwproducten, maar deze omstandigheid is grootendeels toe te schrijven aan inbrengers van elders, vooral uit het Noorden des lands. De snelle vervoermiddelen zijn hieraan bevcrderlijk. Het is in vele opzichten een merkwaardige strijd* welke in de laatste jaren in het aloude Kennemer land wordt gevoerd. Duidelijk om lijnd kan men hier den strijd tusschen drie machten zich zien afteekenen het gaat nl. tusschen tuinbouw, bloembollencultuur en industrie. De voortdurende uitbreiding der indus trie in deze omgeving bevordert een

Peel en Maas | 1930 | | pagina 6