ASTHMA
ABDOSIROOP
Eerlijkheid.
Kerstmis in Brazilië.
MIJNHARDT'S TA
Zenuw Laxeer Hoofd
lagessaiea Midedesllajsa.
De wrekende hand
Gods
Gemengde Berichten
Natuurlijk is het het beste dadelijk
Akker's Abdijsiroop te nemen, wanneer
de eerste asthmatische verschijnselen
zooalsspoedig vermoeid zijn en hijgen,
beginnende benauwdheden bij trappen-
klimmen enz. zich voordoen. Men
voorkomt daarmee erger. Maar ook
wanneer Uw kwaal reeds vergevor
derd is, ook dan zult Gij van een ge
regeld gebruik van Akker's Abdijsiroop
oogenblikkelijk verlichting kunnen
ondervinden. Volg het voorbeeld van
duizenden, die ééns aan asthma
leden en versterk Uw luchtwegen
en bevrijd hen van het slijm met
AKKER'*
Voorde Borst.
Per koker: f 1.50, f 2.75, f 4.50
uitsluiting het publiek karakter der
inschrijving aantasten.
Wethouder Geurts zegt, dat in de
Gemeente geen vakmenschen te
krijgen zijn.
De heer Rutten is verwonderd dat
over deze bouwing nu nog gespro
ken wordt, waar van in de l ente
deze zaak geregeld is. In de toe
komst zou hij echter wel rekening
willen houden met het gezegde van
Vissers, waarop Vissers zegtj
het dan maar weer niet te laat is.
De Voorzitter merkt op, dat der
gelijke dirg;n toch altijd eerst in
den Raad behandeld worden, zoodat
het dan nog tijd genoeg is om hierop
terug te komen.
Wethouder Geurts valt den Voor-
zitte bij, die verder meent hoe goed-
kooper en voordeeliger het voor de
Gemeente is.
De heer Vissers zai er in de toe
komst bij zijn. Verder merkt spreker
op, dat het Bondslokaal mooi ge
verfd is, maar de goot is vergeten.
Ook de deur aan het Spuitenhuis
moet nagezien worden, hij heeft ze
nu dicht gesperd, anders stond zij
open. Ook de sneeuwslede zou hij
binnengelegd willen zien. In weer en
wind lijdt ze veel. Ook wat kiezel
op de wegen zou niet slecht zijn.
De heer Janssen merkt op, dat
men zoo slecht met de spuit naar
buiten kan. Hij zou de weg daar ter
plaatse, wat ophoogen.
De heer Rutten meent, dat de last
meer veroorzaakt wordt, door het
onhandige wagentje waarmede de
spuit vervoerd wordt. Hij stelt voor
dit te herstellen, te meer daar de
weg daar niet verhoogd mag worden.
Aan de Landbouwschool St.
Martinus te Venray wordt f 25
subsidie verleend, terwijl de vereeni-
ging voor verbetering Volkszang
niets verkreeg.
Hierna werd de vergadering met
gebed gesloten.
Den regelmatigen courantenlezers
zal het ongetwijfeld zijn opgevallen,
hoe menigvuldig den laatsten tijd
berichten gewagen van oplichterijen,
verduisteringen en diefstallen op groote
schaal. Het zal ook niet aan hun
aandacht zijn ontgaan, dat niet zoo
zeer het bekende misdadigerstype
zich daaraan schuldig maakt, doch
in véle en ik zou haast zeggen in
de meeste gevallen juist ter goeder
naam en faam bekend staande en in
de bedrijven en zaken vele jaren
vertrouwen genietende persoonlijk
heden.
De omstandigheden, die veelal
oorzaak waren van het zich ver
grijpen aan eens andermans eigen
dommen, waren in bijna alle geval
len dezelfde. Speculatiewoede, de
zucht naar plotcelinge rijkdom, het
boven den stand leven hadden het
fatale gevolg „de misdaad."
Vroeger gold uitsluitend de weten
schap dat armoede tot misdaad leidt
en met die armoede bedoelde men
het gemis aan aardsche goederen,
doch wanneer we de verschillende
misdaden op het gebied van oplich
terij en verduistering nagaan, komen
we tot een geheel andere conclusie
en zijn het juist de beter bedeelden,
die alle veroordeelingen en straffen
ten spijt blijk geven van een bij
zondere bekwaamheid in het zich
verrijken ten koste van anderen.
Toch is hier sprake van armoede,
doch van een heel ander dan die ik
reeds noemde.
Het is geestelijke armoede, een
absoluut gemis aan een eigenschap
de ten allen tijde en door alle eeuwen
heen den mensch sierde en hem meer
geluk gaf dan welke stoffelijke vorm
van bezit ook. Eerlijkheid Hoe ge
makkelijk is dit te verliezen, doch
hoe moeilijk schijnt het dit onder alle
omstandigheden te behouden. Ons
reeds als kind bijgebracht als steeds
zijnde de weg tot het bereiken van
de hoogste idealen, de weg tot het
verkrijgen van de grootste voldoening,
„het vertrouwen."
Hoe moeilijk schijnt het eerlijk ce
zijn en te blijven. De immer voort
gaande ontwikkeling, de steeds maar
vermeerderende kennis, de adem
benemende snelheid onzer moderne
tijden, zij allen blijken niet bij machte
het eerlijkheidsgevoel in den mensch
te behouden en te versterken. De
grootste deugden van den mensch
komen op den achtergrond te staan.
Op den voorgrond staan kennis, veel
kennis, moderne ontwikkeling, vol
gepropte hersens met allerlei moge
lijke wetenschappen. We zien ons
zelf niet meer door al die geleerd
heid. De wereld staat voor ons open,
want kennis is macht. We grijpen
naar het tastbare dat zoo gemakkelijk
te bereiken is. Wë vergeten dat we
slechts menschen zijn die gedreven
worden door een nooit verzadigde
zucht naar stoffelijke rijkdom. We
zien slechts het goud dat ons ver
blindt, dat alle goede eigenschappen
en deugden in ons doodt, we den
ken noch aan opvoeding noch aan
leering en... we vallen, en dan gaan
ons de oogen open ^als het te laat
is, dan zien we de werkelijkheid,
dan voelen we hoe arm we zijn, hoe
weinig al onze kennis en ontwikke
ling hebben bereikt, dan beseffen we
pas hoeveel grooter en langduriger
het geluk ware geweest indien we
in de eerste plaats onszelven hadden
gezien. We hebben ons kostbaarste
bezit verloren „eerlijkheid en ver
trouwen". We zijn armer dan de
armste arme: onherstelbaar is het
verlies. Al het goud, dat ons om
gaf, al de rijkdom waarnaar we
verlangden, en die ons moest geven
wat we cachten ermede te winnen
is niet meer in staat het verlorene
terug te koopen. Want eerlijkheid is
een kostelijk bezit.
De wereld zit mooi in elkaar, zegt
de één de wereld zit raar in mekaar,
zegt de ander het is maar zooals
je het neemt, zegt een derde. Wat
er ook van zij, een Kerstfeest onder
een tropische hitte met zware, zwoele
luchten, dreigende onweders en gut
send zweet, is voorzeker voor een
inwoner van deze lage, koude, mis
tige gewesten het allerkomiekste en
allergekste dat men maar uit kan
denken.
Kerstmis zonder sneeuw of ijs,
dikke jas, bont en koude neus is
hier geen waar Kerstfeest. Maar
's lands wijs, 's lands eer. De aard
bol draait nu eenmaal zoo komiek,
dat de maanden December en Januari
hier over het algemeen de koudste
en in Brazilië juist de heetste maan
den van het jaar zijn. Dan gutst de
regen (het zijn dan tevens deregen-
maanden) dagen, soms weken lang
dag en nacht bij stroomen neer of
wel de zon schijnt zoo fel dat men
gevoel krijgt alsof 's menschen kost
bare huid tegelijkertijd met honderd
gloeiende spelden beprikt wordt.
Het spreekt dus van zelf, dat het
voor den Hollandschen missionaris
vooral de eerste jaren, een heele toer
is om bij zulk een tropische hitte in
de ware kerststemming te komen.
Maar alles went, zei de Engelsman,
die al een kwartier lang in den af
grond rolde zonder nog de bodem
Dereikt te hebben. Langzamerhand
begint men beter te wennen aan het
klimaat, men krijgt een dieper kijk
op de Braziliaansche zeden en ge
woonten en ten slotte vindt men het
Braziliaansche Kerstfeest in de bin
nenlanden, vooral vanwege de min
der schoolsch geregelde en meer
spontane uitingen van volksgeloof
(Brazilië is in zijn geheel als natie
katholiek) nog treffender dan in zijn
eigen vaderland.
Voor den ware Braziliaan is het
Kerstfeest en vooral de nachtmis van
12 uur (deze wordt daar nog toege
laten, ook voor het volk) het toppunt
van alle aardsche en hemelsche
heerlijkheid.... Op dien dag schijnen
ook daar de machten der hel aan
hunne gloeiende ketens gekluisterd....
alles ademt rust, vrede, kalmte..
Het teere gebeuren in die koude
nacht (kou vinden de Brazilianen
verschrikkelijk,) de geboorte van het
lieve kindeke Jezus uit een zuivere
Maagd, in een kille grot en met
teedere, warme moederliefde gelegd
in een kribbeke... de os en de ezel,
de H. Jozef, de herders met hun
schaapkens, de „Gloria in Excelsis"
jubelende, lichtomkranste Engelen
onder het fonkelend gewelf vol
Oostersche sterrenpracht... de her
innering aan dit alles doet het fijn
besnaarde, overgevoelige Braziliaan
sche hart trillen tot in zijn diepste
diepten.... een gevoel van kinderlijke
blijheid vermengd met zacht mede
lijden doorstraalt verwarmend zijn
boezem, kalme vrede daalt neer in
zijn dikwijis fel bewogen ziel en
evenals zoovele anderen smeekt ook
hij in stilte geef vrede Heer, ten
minste op dezen dag in mijn veel
bewogen leven, vol harde waarheid
en bittere ontgoocheling....
Maar elke medaille heeft zijn keer
zijde. Die Braziliaansche vurigheid
is dikwijls allesbehalve aangenaam
voor den missionaris (hetzij Pastoor
of kapelaan), die een zeven of acht
kapellen van den Wijngaard des
Heeren onder zijn geestelijke hoede
heeft. Die kapellen zijn zooveel als
rectoraren, bij gebrek aan priesters,
helaas, zonder rector.
Aangezien de „Padre" (Missionaris,
kapelaan of pastoor worden allemaal
verstaan onder het woord Padre) op
Kerstmis geen zeven of acht Missen
tegelijk kan lezen en aangezien hij
zich nog veel minder in acht stukjes
kan laten deelen, zoo begint er een
heilige wedloop tusschen al die
kapellen om op Kerstmis de eer van
een H. Mis en vooral van de nacht
mis te hebben. Maanden te voren
wordt de Padre al van uit de verte
bewerkt en niet zelden wordt hem
een flinke fooi aangeboden als hij op
deze of gene kapel met Kerstmis de
H. Mis wil komen lezen. Ja, ziet U,
U moet bij ons komen, want dat is
zus en zoo en zoo en zus en hierom
en daarom én daarom en hierom enz.
enz. een gebed zonder end.... Het is
dan voor den Missionaris een heele
toer om ze allemaal tevreden te stel
len en niet zelden gebeurt het dat
de kapellen die geen Mis kunnen
krijgen er den Padre nog maanden
lang kwaad om aankijken, allerlei
liefelijke commentaren worden ge
leverd enz. krèk als hier en menig
lichtvaardig oordeel wordt geveld
over den armen Missionaris, die niets
liever deed dan ze allemaal tevreden
te stellen. Gelukkig kan de Padre bij
die gelegenheid gebruik maken van
zijn voorrecht om drie H. Missen te
lezen en zoodoende met veel op
offering, tenminste drie kapellen
gelukkig maken.
Overigens weten ze zich toch wel
te redden, ook al komt de Padre
niet, zoo heel gauw zijn ze niet uit
het veld geslagen.... Hier of daar
diepen ze een stuk koster op of
iemand van wien ze gehoord hebben,
dat zijn vader of grootvader vroeger
wel eens koster geweest is; verzoe
ken een paar heele of half-zwarte
zangeressen (de mannen zingen in
Brazilië zoo goed als niet) om hun
liefelijk gekweel gedurende de Kerst
nacht te laten hooren en zelatricen
van de kerk of kapel zorgen voorde
rest. Zoo tegen middernacht trekt de
koster een „oppa" aan, (een soort
witte superlu zonder mouwen) neemt
plechtig plaats op het altaar, de
goe-gemeente schoolt tesamen in de
kerk en zingend en biddend voor
het kribje brengen ze de Kerstnacht
door.
De koster leest natuurlijk geen
Mis, maar van tijd tot tijd staat hij
heel deftig op, gaat met het ernstig
ste gezicht van de wereld naar de
kribbe, neemt de groote wijwater
kwast, en besproeit de kribbe met
wijwater en als hij een beetje brutaal
is aangelegd besproeit hij tevens het
volk. Dan moet ge weer de echte
Braziliaan hebben, om zonder een
spier te vertrekken al die hoogst-
komieke bewegingen van zoon
opgediepten koster aan te zien.
Hij begrijpt, dat de koster nu
moet geëerd worden, alsof het de
Padre in eigen persoon was, anders
zou natuurlijk de heele kerstnacht
duigen vallen. Dit neemt echter
niet weg, dat wanneer ze dadelijk
gezellig bij elkaar 2itten, het niet
komen van den Padre, de zang der
gehuurde zangeressen en vooral net
min of meer komiek optreden van
den koster, de hoofdschotel vormen
van alle gesprekken van dien nacht
en de arme koster wordt er dan
dikwijls aardig doorgehaald.
Zoo ze hem echter den volgenden
dag tegenkomen, dan zullen ze hem
beleefd groeten, hun complimenten
maken, dat hij het er zoo goed heeft
afgebracht de een zegt, dat het
jammer is, dat hij geen Pater ge
worden is een ander beweert dat
hij zelfs wel aanleg voor bisschop
had en allen zijn het er over eens,
dat hij het volgend jaar weer terug
moet komen, de Pater kan voortaan
wel wegblijven, die moet toch niets
van ons hebben, die gaat liever daar
naar toe enz.
De koster protesteert natuurlijk
tegen het laatste, zegt, dat er niks
boven een Padre gaat, toont zich
verder zeer gevcelig voor al die
liefdeblijken houdt vol dat het maar
goedheid van hen is, dat ze zoo
praten, vertelt, dat hij vroeger eigen
lijk ook Pater had willen worden,
maar dat zijn grootmoeder er tegen
was, omdat hij zoo'n hard hoofd
had dat hij er nu nog spijt van
heeft, want dat trouwen ook niet
alles is enz. enz.
Hij gaat verder zijns weegs en
geeft ook op zijn beurt een pluimpje
voor hun mooie kerstkribbe en
daarmede heeft hij het gevoeligste
punt van hun hart geraakt.
Even sterk als hier, of wellicht
nog sterker dan hier, is ook daar in
Brazilië de zucht om Kerstkribben
te bouwen. Tot in de kleinste hutjes
van de binnenlanden treft men ze
aan. Het spreekt van zelf, dat ze
natuurlijk lang niet allen even mooi
zijn er zijn er zelfs bij, die meer
op een varkensstalletje dan op een
kerstkribbetje gelijken.
Dit neemt echter niet weg, dat 't
alleraardigst is de kinderlijke eenvoud
van groot en klein bij zulk een kribje
te bewonderen. Weten ze, dat er'
ergens een Padre in de buurt is, dan
wordt hij met alle geweld door de
jeugd in huis gehaald om te komen
kijken. De Padre doet natuurlijk
niets anders dan het kribje bewon
deren, en zegt dat hij nog nooit zoo
iets moois gezien heeft zoodat de
kinderen overgelukkig zijn, want als
de Padre zoo iets gezegd heeft dan
het ook zoo, en de guitige kraal
oogjes stralen en glimmen van geluk.
De Padre doet natuurlijk juist, of
hij niet gemerkt heeft, dat het
Kindje Jezus wel eens een bad
noodig had, dat menige os of ezel
het maar met drie in plaats van vier
pooten doen moet, dat de bulten
van sommige kameelen al aardig ge
slonken zijn, dat menigherdershoofd
tamelijk onzeker op zijn romp staat,
enz. enz.
Maar als ge ér overigens lachend
een aanmerking op maakt dan heb
ben ze den uitleg gauw bij de hand,
O. L. Vrouw had geen water in
de grot om het kindje te wasschen
de ezel heeft natuurlijk onderweg zijn
poot gebroken en em vai de drie
koningen was zoo dik en vet, dat
de bult er heelemaal door in elkaar
gedrukt werd, enz.
De kerstkribben bij de meer ge
goeden zijn dikwijls zeer mooi en
over het algemeen met veel meer
zwier en fantasie en zinvolle guitig
heid opgesteld dan hier te lande,
waar natuurlijk elk jaar de H.Josef
vast en zeker op dit, en Maria op
dat plaatsje moet staan, het roode
kaarsje precies hier en dat blauwe
precies daar.
In een volgend artikel zullen we
al het lief en leed van een Missio
naris op zoo'n Kerstfeest trachten te
beschrijven, in de hoop, dat allen
die den moed gehad hebben dit
stukje ten einde toe te lezen, een
W. Gegroetje zullen bidden voor
die arme Braziliaantjes, die dit jaar
noodgedwongen, Kerstmis zonder
Padre moeten vieren. B.B.
Wordt vervolgd.
I tabletten
Buisje 75 ct.
I tabletten I
I Doos 60 ct. I
Buisje 30 en
Deze artikelen zijn voortien v.
Ruwe Huid
Ruwe Handen PUROL
Ruwe Lippen 1
Waarsdiuwingssignalen.
Als uw organisme zelf u door pijn
en kwalen, een duizelig gevoel, oor
suizingen en andere stoornissen waar
schuwt, dat de nieren het urinezuur
en andere vergiftige stoffen niet be
hoorlijk uit het bloed filtreeren, dient
gij u in acht te nemen. Gij kunt het
spoedig genoeg zelf uitmaken
Let er op of gij last hebt van rug
pijn, rheumatische pijnen, ischias of
spit, een prikkelbaar, zenuwachtig,
afgemat gevoel, een gevoel of uw
ooren suizen of gonzen, te vaak of
te weinig aandrang tot urineeren,
troebel, te donker of te licht gekleurd
water. Brandend en pijnlijk bij de
loozing. Zanderig, gruisachtig of
draderig bezinksel.
Elk dezer verschijnselen kan be-
teekenen, dat uw nieren hulp behoe
ven. Gebruik dan onmiddellijk Foster's
Rugpijn Nieren Pillen. Zij worden
aanbevolen als het middel, dat de
verzwakte nieren opwekt, de urine-
loozing regelt en u bevrijdt van
rugpijn, rheumatiek en die andere
ellendige verschijnselen van nieraan
doening.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met
geel etiket let hier vooral op) bij
apotheken en drogisten a f 1,75 per
flacon. 33
i den naam Mijnhat
-2
In 1794 leefden te Rennes twee
gezusters, Madeleine en Anne, die
hun tijd doorbrachten met werken
van naastenliefde. In de dagen dat
het schrikbewind op zijn hevigst
woedde, hadden zij zekeren abbé
Lemarchal, die den eed op de Con
stitutie geweigerd had, onderdak
verleend.
Er huisde een echte apostelziel in
abbé Lemarechal. Hij kon in Enge
land, waarheen de revolutie hem
aanvankelijk verbannen had, zijn
werkeloosheid niet langer aanzien,
ging dus naar Frankrijk terug.
Een uniform van de nationale garde
onttrok hem aan het oog der spi
onnen het deed zijn dienst goed,
want hij kon aldus vermomd zijn
heilige bediening verrichten, zonder
dat de republikeinen argwaan kregen
Toen volgde een aanklacht, een
troep soldaten drong zijn verblijf
binnen om hem in te rekenen, maar
het vogeltje was gevlogen.
Door een vertrouwden vriend ge
waarschuwd, had de abbé in der
haast zijn koffers gepakt en was
verdwenen, niemand wist waarheen.
Gods voorzienigheid leidde de
schreden des Priesters naar Rennes,
waar de twee zusters hem gastvrij
opnamen en hij zes maanden zijn
geestelijke bediening uitoefende in
de duisternis van den nacht.
Op deze wijze heeft hij vele zieken
i hulpbehoevenden de genademid
delen der Kerk geschonken. Wij
weten niet, of er nogmaals een
aanklacht werd ingediend, maar dat
zeker, het revolutionair Comité
hoorde van het verblijf en achter
haalde zelfs zijn naam. Plotseling
stond voor de angstige oogen van
Madeleine en Anna een lid van het
Comité, een zekere Valeray, verge
zeld van eenige soldaten met de
wapenen in de hand.
Zonder meer doorzochten zij het
huis, vonden de schuilplaats en
daarin den abbé.
Valeray herkende in den priester
zijn vroegeren studiekameraad van
Rennes Na een voorloopig verhoor
werden de twee dames en den
Priester opgesloten. Vier dagen later
had de eigenlijke gerechtszitting
plaats. Een jeugdig inwolier van
Rennes, die later in Amerika tot de
waardigheid vai b'sschop opklom
heeft voor ons het verloop daarvan
bewaard en te boek gesteld.
Op de bank der beklaagden zaten
ter eene zijde de Priester, ter andere
zijde de twee dames.
„Uw naam aldus begon de
rechter.
„Julien Jean Lemarechal, oud 29
jaar."
„Uw beroep
„Schrijf op'', antwoordde hij tot
den griffier „dat ik priester ben der
Katholieke Apostolische Roomsche
Kerk."
„Hebt gij den eed op de constitutie
gedaan
„Neen burger."
„Waarom
„Omdat mijn geweten het mij
verbiedt."
„Hoelang woont gij reeds bij deze
burgeressen."
„Ongeveer zes en een halveraaand"
„Hebt gij daar de Mis gelezen
„Ja, alle Zon- en feestdagen,
„Welk was Uw middel van be
staan
„De liefdadigheid."
Toen liet de rechter hem zien
wat ze in zijn geheim verblijf ge
vonden hadden misgewaden doop-en
trouwregisters en eenige brieven,
waarin de bisschop van Rennes hem
de uitgebreidste volmachten gaf voor
heel het diocees. Onder de bewijs
stukken was ook een ciborie met
de H. H. Gedaanten. Toen de bei
de zusters dit zagen vielen zij
biddend en smeekend op de knieën,
dat de rechter den Priester zou
toestaan aan hen de heilige Teer
spijze te geven, 't Werd geweigerd,
De beschuldigden teekenden tegen
de ontheiliging een krachtig protest
aan.
Hierna volgde het verhoor der
dames, het eerst Madeleine.
„Met welke personen hebt gij
omgang
„Met slechts eenige personen, wier
naam het niet noodig is bekend te
maken."
„Wi2 diende de Mis van burger
Lemarechal
„Ik, en ik verzeker u, dat ik het
niet zoo dikwijls kon doen als ik
wel gewild had."
„Vanwaar kwamen de ornamenten
waarvan hij zich bediende
„Wij hebben ze zelf overgebracht
uit ons landhuis."
„Wist gij dat een oproerig pries
ter bij u in huis was
„Zeker, een katholiek priester.
Maar ik heb slechts mijn heiligen
plicht gedaan door den priester in
mijn huis op te nemen."
Op haar beurt werd ook Anne
ondervraagd.
Zij scheen een groot verlangen te
koesteren haar leven voor Christus
te mogen geven. Zij antwoordde
slechts dat een Priester in haar
huis was gegrepen en dat zij dus in
het oog der rechters schuldig was.
De wet sprak duidelijk en de be
klaagden bekenden hun „misdaad."
President Bouaissier, een bekende
der twee dames, scheen zich bewust
te zijn, wat vreeselijke daad hij
ging stellen; zijn gelaat was zenuw
achtig vertrokken.
Tochsprakhij over de beklaagden
het doodvonnis uit.
De beulen leidden de veroordeel?
den weg naar de strafplaats die
tegenover het Paleis van Justitie
gelegen was, en waar de valbijl op
ïaar slachtoffers wachtte.
Madeleine legde een bewonderens-
waardigen moed aan den dag haar
zuster evenwel, die bij het vernemen
van haar vonnis reedsin bezwijming
was gevallen, zeeg opnieuw in
onmacht en was buiten kennis, toen
haar hoofd onder de guillotine in de
mend stortte. Abbé Lemarechal
besteeg het laatste het schavot.
Bouaissier, die zooveel onschuldi-
genin den dood had gejaagd zonder
de minste gewetenswroeging, voelde
zich door zijn laatste veroordeeling
zoo aangegrepen, dat zijn gestel
werd geschokt. Eenige jaren gingen
in kwijnende gezondheid voorbij
daarbij kwam nog de verachting des
volks, die hem geen rust liet.
Het was in de Septembermaand
1803. Bouaissier wandelde te Rennes
waar hij na het bedaren der revo
lutie was blijven wonen, langs de
straat, waarin het huis stond van
Madeleine en Anne. Opeens hoorde
hij zijn naam roepen. Bouaissier zag
om, maar zag niemand. Hij wandelde
verder en daar klonk alweder zijn
naam. Bouaissier draaide zich om
en keerde langs denzelfden weg
terug, als ten derde male dezelfde
geroep tot hem doordrong. Daar
ontwaarde hij een weinig verder
een troep schooljongens hij ging
naar hen toe en vroeg, vie hem
geroepen had.
„Wie u geroepen heeft Maar
kent u dan niet de stem der twee
dames, die in dit huis hebben ge
woond
Bouaissier ging sidderend en bevend
naar huis. Dit voorval schokte hem
zoo hevig, dat hij doodziek op bed
neerviel. De dokter oordeelde zijn
geval zeer ernstig en ried hem aan
zijn zaken in orde te brengen Bouais
sier vroeg om een priester. Men
voldeed aan zijn verlangen en dien
zelfden avond klopte er een aan de
deur van zijn woning. Doch vreese-
lijk oordeel Gods
Hij, die zooveel priesters had
vermoord, mocht zelf geen priester
aan zijn sterfbed hebben om hem
de poort des hemels te ontsluiten.
Zijn eigen zoon, dien de stervende
volgens de revolutionaire beginselen
had grootgebracht, weerde den
afgezant Gods onder de vreeselijkste
bedreigingen. Zijn vader zoo sprak
hij, was beter dan die monniken en
had hun hulp niet noodig om goed
te sterven.
Een schrijver verhaalt ons met
deze woorden het verschrikkelijk
einde van den moordenaar
„Bouaissier stierf in de vreese
lijkste stuiptrekkingen van wanhoop.
Gelijk de laatste aanval van razernij
den beroemden en rechtschapen
Tronchin tot getuige had, zoo s;ierf
het laatste gereutel van Bouaissier
weg in tegenwoordigheid van een
jeugdig geneesheer.... die bij het
heengaan sprak„Ik heb daar juist
een goddelooze zien stervenik
geloof niet, dat de toorn des Hemels
bij zijn kastijdingen verder zou kun
nen gaan."
Doodeljjke aanrijding.
Op den weg NijmegenVenlo
werd onder de gemeente Well, de
28-jarige, aldaar woonachtige S.
door een auto gegrepen en gedood.
Door eleetricitoit gedood.
Het 11-jarig zoontje van den
heer B. Hulshof te Vledderveen, is
door draden van het electrisch net
op den weg gedood.
R\jwio-f «briek afgebrand.
Maandagavond te omstreeks zes
uur is de rijwielfabriek van den heer
Lengs te Tegelen tot aan den grond
afgebrand.
Do 80 000ste inwoner yan
N\jmegen.
Maandag werd officieel mededee-
ling gedaan, dat voor Nijmegen de
8Ö.000ste inwoner is aangegeven.
Aulo botst tegen een kar.
Te Reuver is Maandagavond een
vrachtauto - tegen een met hout be
laden kar gereden. De chauffeur werd
licht, een inzittende dame ernstig
gewond. Het paard, dat voor den
wagen was gespannen, werd gedood.
Arm afgekneld.
Maandagavond geraakte de gasfit
ter A. te Roermond, op de gasfabriek
met zijn linkerarm bekneld tusschen
de kolenlift.
De arm werd hem afgerukt.
Inbraak.
Tot dusverre onbekend gebleven
dieven hebben ingebroken in den
coöperatieven winkel in het Laura-
dorp bij Eygelshoven. De dieven
stalen voornamelijk wollen dekens,
tot een waarde van 3 a 400 gulden.
De Liinburgsche boerderij.
Naar het openluchtmuseum te
Arnhem is thans overgebracht en
daar opgebouwd een der typische
oude Limburgsche boerderijen uit het
gehucht Krawinkel, die mede onteigend
was ten behoeve van de uitbreiding
van Staatsmijn Maurits. Verschillen
de Limburgsche gemeenten verleenden
eenigen financieelen steun. Geleen
zelf voteerde f 1000 en de Staats
mijnen vooral lieten zich niet onbe
tuigd.
De afbraak en de opbouw der
boerderij moesten voorzichtig en
oordeelkundig geschieden. De boer
derij zal inwendig zóó worden inge
richt dat er niets ontbreekt, eigen
aan een oude Limb, boerderij. De
niet aanwezige landbouwwerktuigen
en voorwerpen behoorende tot de
dagelijksche huishouding, mitsgaders
oude schilderijen, koperen potten,
ROE d.
Eiermij wart
voerd
GrooE.— t
Klein .80
Eend t
VEI >op.
vereeni) tnda^
aangev< ieren
Groo .30 t
Klein .40 t
Eenc .80 t
Gans
Kipp f