Tweed© Blad va» „PIEL EI MAAS"
Organisatie van bebouwing en
ontginning van de Peel.
Grootvader
en kleinzoon.
Bijeenkomst van belanghebbenden.
FEUILLETON
Afschaffing van den
accijns op vleesch
Marktberichten
Land- en Tuinbouw
ZATERDAG 7 DECEMBER 1929
Vijftigste Jaargang No. 49
„De Maasbode" van Woensdag 27
Nov. bevat het verslag der verga
dering, die over bovengenoemd
onderwerp ten Raadhuize te Venray
op Dinsdag 26 Nov. gehouden werd.
Wij laten dit verslag hier in zijn
geheel volgen
Aanwezig waren de Commissaris
sen der Koningin van de provincies
Brabant en Limburg, mr. dr. v.
Rijckevorsel en baron van Hövell
tot Westerflier, de leden van Ged.
Staten de heeren Kip, Jhr. Mr. v.
Rijckevorsel, J. Poels, de Hoogeerw.
Heer J. Hesselman, deken en pastoor
van Beugen en een groot aantal
burgemeesters.
De Commissaris van Limburg
opende de vergadering met een
woord van welkom. Het initiatief
tot deze bijeenkomst was van den
Commissaris van Brabant uitgegaan,
vandaar gaf Baron van Hövell tot
Westerflier ook aan hem de leiding
der vergadering over.
Hierop sprak mr. dr. van Rijcke
vorsel zijn dank uit voor de per
soonlijke belangstelling van zijn
Limburgsche collega en aan het ge
meentebestuur van Venray voor de
gastvrijheid.
Hij verklaarde gaarne bereid te
zijn tot medewerking aan een „Peel-
plan". Het blijkt immers maar al te
zeer noodig voor de Peel, dat met
de nieuwe lotsbestemming rekening
wordt gehouden bij alle organisatie.
Het idee is niet nieuw. Het geestelijk
gezag ging in dezen voor, want Mgr.
Diepen had reeds aan deken Hessel-
mans de zorg voor de Peel aanbe
volen juist in het opzicht van even-
tueele uitbreiding en groei.
Hoewel totaal verschillend zou
spr. toch een parallel willen trekken
tusschen dit plan en het streekplan
Eindhoven-Helmond. Want ook hier
moet de Peel in al haar groei en
organisatie als één geheel bekeken
worden. De strevingen op de diverse
terreinen moeten worden onderge
bracht in een groot plan.
Voorloopig zal er alleen contact
noodig blijken tusschen de ontwer
pers van het Peelplan en de Eind-
hovensche Commissie, die tot dit
contact gaarne bereid is.
Spr. wees ook op de persoonlijke
belangstelling der gemeente Helmond,
die als schakel tusschen de beide
gebieden zou kunnen dienen.
Voor het „Peelplan" kon men
verder profiteeren van de ervaringen
der Nederl. Heidemaatschappij, die
hier reeds pionierswerk heeft verricht
en aan wie spr. het voor-ontwerp
zou willen opdragen.
De heer van Lonkhuizen, directeur
van de Nederl. Heidemaatschappij
gaf hierop een korte uiteenzetting
van zijn gedachtengang in dezen,
die we in eenige punten resumeeren.
Er is veel te weinig organisatie in
het ontginnen der woeste gronden.
De ontginning van groote terreinen
bracht nieuwe wegen en nieuwe
waterloozingen mee. De wegen,
zoowel de oude als de nieuwe,
loopen alle dwars door de Peel.
Rechte wegen in de lengte zijn er
nog veel te weinig. Bij den aanleg
van nieuwe wegen en waterlossingen
zal conformiteit wel zeer noodig
zijn.
Niet minder van belang is de
kwestie der vestigingen als een ge
heel te bekijken. Onder Venray
ontstond reeds een nieuw dorp
(Treffend historisch-romantisch
verhaal uit de tijden van de
Katholieken-vervolging in Enge
land onder koningin Elizabeth^,
Vrij naar het Duitsch door B.B.
17
Plotseling hoorde hij eenige
duidelijk gesproken woorden vlak
bij hem. Hij verbleekte van schrik.
Wie was die stem?
Dit is grootvader, zeide hij
bij zich zelf en aanstonds stond
hij op van zijn bed en liep naar
de muur, waar hij meende, dat
het weenen en klagen vandaan
kwam. Hij kon echter niets ver
staan. Hij begreep er niets van
en kon met geen mogelijkheid
achterhalen, hoe zijn grootvader
hier in de gevangenis terecht was
gekomen. Juist wilde hij kloppen
en roepen, toen hij in den gang
zware voetstappen hoorde aan
komen en terstond daarop hoorde
hij een sleutel in het gat steken.
Knarsend ging de deur open en
de gevangenisbewaarder trad naar
binnen met een lantaarn in zijn
eene hand en een korfje in de
Ysselsteyn, de Rips is een parallel
geval. Onder de gemeenten Uden
en Gemert is reeds een begin ge
maakt.
Tenslotte zal het noodig blijken
aan te geven waar bouw- en gras
land en waar bosch zal moeten
worden aangelegd, daar dit alles
verband houdt met nederzettingen,
met ontwatering en wegenaanleg.
Ook zal ér terrein behouden
moeten blijven als natuurmonument,
om een glimpje van hoe-'t-eens-was
in de Peel voor het nageslacht te
bewaren.
Bij het maken van het vooront
werp zal men moeten onderzoeken
hoe de grondgesteldheid is, hoe de
wegen, de waterlossingen en de
reeds bestaande plannen zijn, o.a.
hoe de wegen zijn door het Rijks
wegenplan reeds door het Peelland
geprojecteerd.
Na deze uiteenzetting stelde de
Commissaris van N.-Brabant voor
een voorontwerp te laten maken en
dat dit aan de meest belanghebben
den te doen toekomen. Hij waar
schuwde er echter voor, dat het
geen sterk uitbreidingsplan mocht
worden en drong aan op haastige
afwerking, want meerdere Brabant-
sche gemeenten zijn reeds bezig en
wachten op plannen.
De heer van Lonkhuizen deelde
hierop mede dat de onkosten voor
het voor-ontwerp waren geraamd
op ongeveer f 6000 voor de Peel
van N.-Brabant en Limburg samen,
Bovendien was er uitzicht op een
subsidie van Rijkswege door bemid
deling van de Commissie van Advies
voor ontginning van woeste gronden,
onder voorwaarde, dat deze Com
missie in de plannen mede wordt
gekend.
Het groote plan zal dan zoo
worden ingericht, dat de individueele
plannen der belanghebbende gemeen
ten er in passen.
Hierop zette de heer v. Beek, burge
meester van Deurne, uiteen, hoe
onder leiding van de Nederl. Heide
maatschappij de kwestie van afwa
tering geregeld is tusschen de
gemeenten Uden en Mill.
Zoowel wat vestiging als wegen
aanleg betreft zal sterke samenwer
king noodig zijn.
De burgemeester van Helmond zou
wenschen, dat het voor-ontwerp niets
positiefs brengt, zoolang de ontwerpers
niet zeker zijn van de instemming
der diverse gemeenten.
De heer Kip vroeg medewerking
van de Commissie, die in het Noor
delijk Peelplan reeds met uitgebreide
plannen gereed is.
In aansluiting daarop vroeg de
burgemeester van Oploo een spoedige
behandeling voor de Noorderpeel,
Uden staat immers op het punt
weer een nieuwe kerk te bouwen
en het gevaar, dat déze op een ver
keerde plaats komt, is niet denk
beeldig.
De vertegenwoordiger van den
directeur van het Staatsboschbeheer
pleitte voor het behoud van natuur
schoon en zou bij beplanting van
wegen enz. rekening willen zien
gehouden met dit verzoek.
Het lid van Ged. Staten van
Limburg, de heer J. Poels, sprak er
zijn groote voldoening over uit, dat
de Commissarissen zich voor den
wagen hebben gespannen, die nog
nooit goed aangespannen is geweest.
andere hand. Het licht van de
lantaarn belichtte de ruwe, maar
in den grond toch goedhartige
trekken van den ruigen bakke
baard.
Zoo knaap, nog zoo opgewekt?
zei de man in een iet of wat
wijnvroolijke stemming. Is dit
donsveeren bedje niet zacht genoeg
voor je? Ha, ha, ha! Maar nu
opgepast, kleine snaak
Toen trok hij het doekje, dat
over den korf lag weg en begon
een rijk gastmaal op te dienen,
zoo fijn, dat het uitgehongerde
kind het water in den mond kwam.
Nu, dat hebt je eigenlijk niet
verdiend, omdat je me vandaag
vanwege dien wijn voor heel de
stad aan de kaak gesteld hebt.
Ge wist toch wel, dat dit op bevel
van den Bisschop gebeurde. En
weet je nu wel, wie al die schoone
dingen gestuurd heeft? Je Mama.
Nu zal het je eerst pas fijn smaken.
Nu enfin, ik heb er ook geen
scha bij gehad, zei hij en klingelde
eens vergenoegd met de ontvangen
gouden kronen in zijn leeren zak.
Maar natuurlijk zult ge je mondje
wel heel stijf dicht houden, anders
krijgen we er allebei van langs;
enfin, daar zal ik niet bang voor
behoeven te zijn, ik heb vandaag
gezien, dat ge je mond kunt hou
den als het er op aan komt.
Heeft mijn lieve moeder dit
gestuurd? O, laat ze toch een
oogenblik hier komen. Een uurtje
maar... het is nu nog donker en
Hij vroeg verder of de Commissie
geen rekening zou houden met een
mogelijke spoorverbinding, vooral
met het oog op het goederenvervoer.
De directie van de Nederl. Spoor
wegen schijnt hiervoor niet onge
voelig te zijn en zal ditmaal tegen
de gewoonte in het vervoer voor
uit willen loopen.
De voorzitter was het met den
heer Poels eens, dat het noodig zal
zijn zoowel bij Waterstaat als bij de
Spoorwegdirectie te informeeren. Dit
kan somtijds verrassende resultaten
opleveren. Een en ander was bij het
Eindhovensche streekplan nog onder
vonden.
De Commissaris van Limburg
waarschuwde voor het gevaar, dat
het plan loopt over veel jaren en
dan weinig meer zal zeggen. Hij
dacht onwillekeurig aan de sociaal-
hygiënische commissie voor Zuid-
Limburg, die een beschouwings- en
vestigingsplan ontwierp, en nu reeds
lang ter ziele is.
Daarom zal het plan uitermate
plooibaar moeten zijn en er zal een
officieus lichaam noodig blijken, dat
de uitvoering blijft leiden en reke
ning zal houden met nieuwe moge
lijkheden.
De burgemeester van Venray gaf
hierop mede namens de gemeenten
Horst en Sevenum de verzekering
gaarne aan het plan te zullen mede
werken. Hij pleitte sterk voor hulp
van de regeering in het onderhoud
der wegen, dat voor de kleine Peel-
gemeenten op den duur veel te zwaar
zal blijken.
Als conclusie van de bijeenkomst
vroeg de voorzitter tenslotte of de
14 aanwezige Brabantsche gemeenten
en de 3 Limburgsche bereid waren
aan hun gemeenten een som van
f 200 te vragen voor het voor
ontwerp.
Van zijn kant verklaarde hij zich
bereid aan de Prov. Staten van N.
Brabant een subsidie van f 1000 te
vragen, terwijl de Commissaris van
Limburg f 500 voor zou stellen.
Vóór 1 Jan. 1930 moeten de ge
meenten de beslissing mededeelen
aan het bestuur der Provincie.
Na een kort dankwoord slöot de
voorzitter hierop de bijeenkomst.
Wanneer de pogingen slagen, gaat
het Peelland een blijde toekomst
tegemoet.
De Vee- en Vleeschhandel schrijft,
dat het jaar 1929 voor den vee- en
vleeschhandel wel een bijzondere
beteekenis heeft, in vergelijking met
voorgaande jaren. Immers, het is
bijnaregel.dat in de najaarsmaanden
„vetvee voor de slachtbank" goed
koop wordt, althans dat er een
daling in de prijzen van het afge-
weide vee plaats vindt. Die daling
van veeprijzen nu is dit jaar uitge
bleven. Het tegendeel is waar te
nemende prijzen werden iets
stijver. Een gulden per K. G. slacht-
gewicht voor redelijke kwaliteit is
voor dezen tijd geen kleinigheid,
terwijl de prima waar ook voor veel
hoogere prijzen grif aftrek vindt.
De oorzaak van deze duurte, die
in het najaar anders weinig voorkomt
moet o. a. verklaard worden als een
gevolg van de langdurige strenge
koude, die dit voorjaar geheerscht
heeft, waardoor het vee veel te laat
in de weide kon gebracht worden.
Bovendien was er veel te weinig
gras, met het gevolg, dat er minder
vee in de weiden werd gehouden
dan in vorige weidseizoenen.
De te geringe voedselvoorraad in
de weide noopte de dieren steeds in
niemand zal er iets van merken.
Ja, ventje, zij wilde ook wel
graag meekomen, ma&r je begrijpt
dat ik dit korfje gemakkelijker
door de wacht kan binnensmok
kelen dan je moeder en daarom
heb ik alleen het korfje maar
meegenomen. Maar wat is dat?
Wat hoor ik daar voor een lawaai?
onderbrak de wachter. Wie ligt
daar te kermen en te klagen?
Ik geloof, dat het mijn groot
vader is, maar ik weet niet hoe
hij hier gekomen is en waarom
hij zoo steent en klaagt, zei de
knaap.
Dit weet ik des te beter en
ik kan me ook best voorstellen
waarom hij zoo tekeer gaat en
daar ligt te kermen, hernam de
wachter Ik zou ook allesbehalve
zin hebben om te lachen, als ze
op mij morgen die »Skavinger
Dochter" eens wilde probeeren. We
zullen eens even naar boven gaan
en kijken wat hem scheelt.
John had ook meermalen van
dit verschrikkelijk foltertuig ge
hoord en sidderend volgde hij den
gevangenbewaarder naar de cel
van zijn grootvader. Zij vonden
Sir Richard in een verschrikkelijk
opgewonden toestand. De gewetens
wroeging over het laf verraad van
zijn eigen kind en de plotselinge
inhechtenisneming hadden zijn
gezondheid reeds diep geknakt,
maar de scène in de gerechtszaal
en de bedreiging met het foltertuig
hadden zijn laatste krachten ge.
beweging te blijven, om voldoende
voedsel tot zich te kunnen nemen.
Daardoor werd de groei, of beter
gezegd, de vetvorming bij de runde
ren zeer belemmerd, want om goed
te groeien, heeft een rund rust noodig,
een rust die het stalvee steeds ge
niet.
Stalvee hoeft zijn voedsel niet te
zoeken het wordt het voorgelegd.
Die groote beweeglijkheid, het late
en weinige gras, zijn tevens oorzaak
dat het vee dit jaar zoo weinig „vet
in had." Dit verschijnsel schijnt zich
ook in andere landen te hebben
voorgedaan, want de invoer van
veel en zwaar vet uit andere landen
was dit jaar ook veel minder dan
vorige jaren. Dit alles was de oor
zaak van de hooge vetprijzen, die
besteed moesten worden.
De prijsstijging van vleesch en
vet wordt nog bevorderd door den
accijns op het geslacht. Er wordt
tien procent van de waarde van het
rund aan belasting betaald. Die be-
belastingopbrengst stijgt dus met de
veeprijzen omhoog. Het publiek, de
consument wordt door verhooging
van de vleeschprijzen door de duurte
tweevoudig gedupeerd ook de door
hem te betalen vleeschaccijns wordt
hooger
De conclusie, dat de stijgende op
brengst van den geslachtsaccijns zou
wijzen op meer vleeschverbruik, en
(dus op meer welvaart, is geheel
onjuist. Duurte van het vee, het
belaste artikel, heeft automatisch een
verhoogde belasting-opbrengst ten
gevolge.
Indien men den lagen kant houdt
met den prijs van goed slachtvee
niet het beste een gulden per
K. G. slachtgewicht, dan wil dit
met accijns ad tien procent zeggen,
f 1.10, met been en minderwaardige
deelen (peezen e. d.)
Dit komt eigenlijk neer op een
druk van pl. m. f 0.15 per K. G.
zonder been.
Deze belastingdruk maakt het
vleesch, dat toch een onmisbaar
volksvoedsel mag heeten, nog eens
extra duurder voor het vleeschetend
publiek, dat bovendien een prijsstij
ging van vee, niet alleen moet dra
gen in den vorm van meer betalen
voor het product, doch tevens moet
boeten voor evenredige belasting-
verhooging.
Juist na een „duur" vleeschjaai
rijst de vraag, of het publiek niet
bovenal gebaat zou zijn met accijns
afschaffing, En of die afschaffing
niette verkiezen ware geweest boven
andere lastenvermindering, Zoo zijn
de posttarieven weer verlaagd, voor
de zooveelste maal binnen korten
tijd. Zou het nu niet beter zijn, dat
men met opzijzetting van de (fictieve
scheiding van de diensten posterijen
belastingdiensten) de derving van
inkomsten had tot stand gebracht
door afschaffing van den Geslacht
accijns, aan welker inningswijze tevens
zulke groote, ernstige gebreken
kleven en waarvan de druk op het
vleeschetend publiek zoo onbillijk
drukt. Juist wanneer door stijging
veeprijzen, het vleesch buiten het
bereik van den minder draagkrachtige
dreigt te geraken, en belastingverla
ging logisch en noodzakelijk zou zijn
wordt die druk hooger, en wordt
dit buiten-bereik-raken door den
Staat verhaast.
Het publiek heeft meer aan goed-
kooper vleesch, dan b. v. aan een
onbeteekenendeposttarievenverlaging
die een brief li/t cent goedkooper
maakt. Dat verlicht het butget van
de huismoeder niet.
Het blad hoopt, dat de pogingen
om den accijns op het vleesch af te
schaffen, zullen gelukken. Daarvoor
zijn tal van argumenten, die het niet
meer zal opsommen. Maar het heeft
nog eens duidelijk willlen belichten,
broken. Hij lag nu in- een hevige
koorts, welke, zijn leeftijd in aan
merking genomen, doödelijk kon
zijn.
Toen de grijsaard de sleutels
hoorde knarsen in het slot en de
deur hoorde opengaan, kroop hij
weg in zijn dekens en riep:
Daar komen ze aan! Weg!
weg! Zij willen me naar de folter
kamer brengen....
Houd je maar kalm, Sir
Richard, zoover is het nog nietl
Ben je ziek? vroeg de wachter
met meer medelijden in zijn stem
dan men achter zijn ruwe bakke
baarden wel zou gezocht hebben,
en tegelijk hield hij zijn lantaarn
bij het van koorts gloeiend gelaat.
Ziek...? vroeg Heer Richard,
terwijl hij zich bevend en sidde
rend oprichtte en het grijze haar
van zijn voorhoofd wreef.
Ziek...? Neen, ik ben niet
ziek. Ik heb wel grijze haren,
maar hebt ge dan nooit gehoord,
dat menschen met grijze haren
nog lang kunnen leven
Bij Sint Pieter, de patroon
van alle sleutelbewaarders in de
papistische tijden, ik geloof waar
achtig, dat je grootvader zijn ver
stand verloren heeft, riep de
wachter ontsteld. Praat gij maar
eens met hem, knaap, misschien
dat hij jou herkent.
Aanstonds knielde John bij het
bed neder, drukte zijn hand op
de magere handen van zijn groot
vader en vroeg met tranen in zijn
hoe onbillijk een duurder worden
van het vleesch den belastingdruk
op dit cousumptie-artikel verhoogt,
ten nadeele van den verbruiker.
Mifcdullagia.
Stop die rheumatiek
Verwaarloos nimmer de geringste
aanval van rheumatiek. Die kan u
maandenlang pijn en ongemak kosten.
Ofschoon weinig menschen bij voch
tig of koud weer geheel van rheu
matiek bevrijd blijven, behoeft deze
kwaal niet die kwelling te zijn als
het geval is. De oorzaak is gewoon
lijk urinezuur, en zooals bekend, is
het de taak der nieren om dit urine
zuur en andere schadelijke bestand-
deelen uit het bloed te filtreeren.
Men kan derhalve in het algemeen
zeggen, dat men bevrijd kan blijven
van rheumatiek, als de nieren gezond
en geregeld werken.
Bij slecht weer en na een gevatte
koude, of als ongewone inspanning
de nieren verzwakt heeft, is derhalve
de eenige veilige weg om de werking
dezer allerbelangrijkste organen te
versterken. Daarvoor wordt geen
middel sterker aanbevolen dan Fos
ter's Rugpijn Nieren Pillen, want
tenzij de nieren gezond zijn en goed
werken, hebt gij kans niet van rheu
matiek verschoond te blijven. Ver
zuim geen kostbare tijd. Neem
Foster's Pillen zoodra gij de minste
rheumatische pijn voeltwek de
trage nieren op en versterk ze, en
bevrijd u zoodoende van nierver
schijnselen als rugpijn, spit, ischias,
rheumatiek en die ellendige urine-
stoomissen.
Verkrijgbaar (in glasverpakking
met geel etiket let hier vooral
op) bij apotheken en drogisten a
f 1,75 per flacon 40
ROERMOND. Op de Coöp.
Eiermijn van Maandag waren aange
voerd 750.000 eieren.
Groote eieren van f 10.70 tot f 12.50
Kleine eieren van f 6.50 tot f 10.50
Eendeneieren van f 8.50 tot f 9.20
VENLO. Op de Coöp. Veiling
vereniging van Maandag waren
aangevoerd 380.000 eieren.
Groote eieren van f 11.40 tot f 12.30
Kleine eieren vanf 6.70 tot f 10.80
Eendeneieren van f 8.70 tot f 9.40
Ganseieren f24,40
Kippeneieren per Kg. f 1.68
Wat thans good als veevoeder
dienst kan doen.
Nu in dit jaar de oogsten buiten
gewoon groot genoemd mogen wor
den en daarentegen de prijzen zoo
bijzonder laag zijn, zal wel bij vele
landbouwers de vraag rijzen, of het
niet mogelijk is op de een of andere
wijze de producten meer rendadel te
maken. Reeds meer wezen we op
het gebruik van aardappels als voeder
voor koeien en varkens, wat zonder
bezwaar en met voordeel kan plaats
vinden, aangezien de voederwaarde
van aardappels in vergelijking met
die van maïs f 1.50 per H.L. bedraagt.
In het Friesch landbouwblad wordt
er nu gewezen op het gebruik van
suikerbieten bij het mesten van
baconvarkens.
Op de proefboerderij der Fr. M.
v. L. te Rijperkerk wordt een proef
genomen met doel de waarde der
suikerbieten te leeren kennen voor
het mesten van varkens. Een groep
van 8 varkens werd gevoederd met
een mengsel van 60 deelen maïsmeel,
20 deelen gries, 15 deelen cocosmeel
en 5 deelen diermeel, De 7 dieren
onschuldige oogen
De oude keek hem een wijl
star aan en zeide toen langzaam:
Zijt gij het, John? Maar je
wilde me niet meergroeten,bidden
wilde je alleen maar voor me,
bidden, bidden... en je haren zijn
nog zoo blond! Ik moest eigenlijk
ook bidden, maar ik kan niet meer
bidden, het is te laat, te laat!..
Neen, grootvader, het is nog
niet te laat, kom, laten we tesamen
een Onze Vader bidden, troostte
de knaap... Onze Vader, die...
Stil John, gij moogt nog zoo
bidden, maar een mensch, die zijn
eigen zoon verried... mag die nog
Vader" zeggen? En hoort ge,
John, ik heb u zeer lief ook al
wilt gij mij niet groeten, luister:
Ik heb geld, veel geld in Blaïnsco
Hall, fluisterde hij den sidderenden
knaap toe.... dit is allemaal voor
jou en ook heel het huis en die
aschgrauwe ponny, waar je zoo
veel van houdt... zeg mij alleen
maar, waar Thomas, je oom, zich
verborgen heeft, dan kan ik het
morgen tegen Graaf Derby zeggen,
anders zullen ze mij folteren,
hoort ge goed, tot doodens toe
folteren I Wee, weeIk ben ver
loren 1
Luid jammerend en klagend viel
de grijsaard geheel uitgeput terug
op zijn bundel stroo.
Ik geloof, dat het 't beste is,
is, dat we maar aanstonds den
dokter gaan halen, zeide de wach
ter en zette zijn lantaarn in een
der/ andere groep kregen bij hun
rantsoen van genoemd mengsel elk
2.5 K.G. suikerbieten per dag en om
de ei wit verhouding niet te wijzigen
daarbij nog 1 ons diermeel.
Een tweede proef werd genomen
met 16 biggen uit 2 toornen, verdeeld
over twee groepen, elk van 8 stuks.
De eene groep kreeg een mengsel
van 100 deelen gerst en 20 deelen
diermeel; de andere daarbij 1 K.G.
bieten en een half ons diermeel.
Beide groepen kregen bovendien
wei. Bij slachting werd de kwaliteit
van bietenvarkens in doorsnee beter
geacht dan die der varkens, welke
geen bieten gegeten hadden. De
leiding van het voederbureau der
Fr. M. v. L. concludeert:
Wat den groei betreft, komen de
cijfers der gemiddelde gewichtsver
meerdering per dag bij beide proe
ven goed overheen. De meelvarkens
zijn sneller gegroeid, de bietvarkens
echter voordeeliger, vooral bij de proef,
waarbij 2.5 K.G. suikerbieten per
varken per dag werd gevoederd. De
snellere groei der meelvarkens is van
invloed geweest op de mindere kwa
liteit en omgekeerd de minder snelle
groei der bietenvarkens op de betere
kwaliteit van het bacon. Het voor
deel is dus, hier, wat den kostprijs
betreft per K.G. aan den kant der
bieten varkens, die 2.5 K.G. bieten
per dag per dier ontvangen hebben.
Zoolang, als in dit geval, 0.7 K.G.
maismeel, 0.23 K.G. gries, 0.18 K.G.
cocosmeel duurder zijn dan 0.075
K.G. diermeel en 3.57 K.G. bieten,
is het voordeeliger bieten te voederen,
afgezien van het prijsverschil bij
uitbetaling naar kwaliteit en het risico
door den langeren duur der mest-
periode bij bietenvarkens. Bij de
andere proef is het voordeel der
bietenvarkens, tegenover de meel
varkens slechts gering. Daarbij komen
0.37 K.G. gerst overeen met 1.39
K.G. bieten. De bieten zijn dus nog
iets in het voordeel.
In Duitschland, waar het al niet
anders is dan ten onzent, zoekt men
ook naar middelen om de geoogste
vruchten zoo voordeelig mogelijk te
ruimen.
En zoo heeft het Pruisisch Minis
terie van landbouw op grond van
de proeven van prof. Lehrmann te
Göttingen en op grond van jaren
lange waarnemingen op de proef
boerderij voor varkenshouderij te
Ruhlsdorf een leidraad laten publi-
ceeren voor het gebruik van rogge
als veevoeder onder het opschrift
„Rogge kan het best gebruikt wor
den in den varkensstal".
Het vleesch van met rogge ge
voederde varkens heeft een pittigen
smaak. In voedingswaarde staat het
eenigszins hooger dan gerst en iets
lager dan mais. Stelt men gerst op
100, dan is die van rogge 109 en
die van mais 116. Het eiwitgehalte
is zoo goed als gelijk.
Bij gevolg kan rogge met gerst en
(of) mais worden vermengd. Rogge
heeft echter een scherpen smaak,
waar de varkens niet erg opgesteld
zijn.
Het verdient daarom aanbeveling
niet te veel rogge bij te mengen.
Dat varkens tengevolge van het
voederen met rogge stijf worden, is
een vooroordeel.
Rachitis kan door alle graansoor
ten worden veroorzaakt en ontstaat
altijd, wanneer het voeder niet genoeg
kalk bevat. Het verdient aanbeveling
rogge in middelmatig gebroken vorm
te voederen. Kóoken en stoomen van
de ongebroken roggekorrels bevordert
de verteerbaarheid niet, doch neemt
den sterken smaak eenigzins weg.
Versche rogge moet niet worden
gevoederd. Roggeschroot kan het
best met andere krachtvoedermiddelen
voor elke ouderdomsklakse afzonder
lijk worden gemengd. Deze droge
mengsels dienen bij eiken maaltijd in
den stal te worden gebracht, waar ze
tegelijk met aardappelen gevoederd
worden.
nis van den muur. Blijft gij onder-
tusschen maar hier en zorgt, dat
de oude zich zelf geen leed doet.
De gevangenisdeur ging op slot
en John bevond zich alleen met
zijn grootvader, ijlend in wilde
koortsvlagen. Een onuitsprekelijke
angst overviel hem, dat zijn groot
vader in deze toestand van bewus
teloosheid zou sterven zonder be
rouw en zonder biecht. De knaap
wist wel hoe verschrikkelijk het
moest zijn om zoo, in deze toestand,
geheel onvoorbereid voor den
Eeuwigen Rechter te moeten ver
schijnen. In zijn doodelijke angst
begon hij te bidden zoo vurig als
hij nog nooit gebeden had .Hij
nam zijn toevlucht tot de Moeder
Gods en bestormde haar met tra
nen en smeekbeden, dat Zij toch
zijn grootvader niet in zijne zon
den liet sterven, maar dat zij toch
bij God genade voor hem wilde
afsmeeken. Heel mijn leven wil
ik voor hem ten offer brengen,
alle dagen zal ik voor hem bidden!
O, lieve moeder Maria, toont toch,
dat gij ook zijne moeder zijt en
laat hem niet verloren gaan
Inderdaad werd de grijsaard
rustiger. Met het heengaan van
den wachter verdwenen ook weer
langzamerhand die kwellende
schrikbeelden van de folterkamer
uit zijn geest.
Wordt vervolgd.