r4n
Is 't schoonste sieraad van Uw huis.
Het radicale Schuur- en Reinigingsmiddel.
Lucas 14e Hoofdstuk
12-14e vers.
Gemengde Berichten
Marktberichten.
AU een spiegel blinkt Uw
fornuisplaat. Ata neemt alle
roest en vlekken weg. Ge
bruik slechts Ata het is
zonder weerga in 't gebruik.
Alles blijft als nieuw door
mm
Ëenig Importeur E. Oslermann Cos Handel Mij., Amsterdam Fabrikante: Henkei Cie. A. G.. Düsseidorf
gyptologen, George Benedite. die
kort na een reis naar de konings
graven, in Parijs gestorven is. Ook
Lady Elizabeth Carnavon werd door
den vloek getroffen, en stierf aan
een beet van een vergiftig insect.
En nu, mijne dames en heeren,
tot besluit van mijne voordracht,
wil ik u het interessantste stuk uit
mijne meegebrachte collectie toonen
een uit een oud koningsgraf afkom
stige „Egyptische dolknaald" aan
beide zijden zoo scherp als een
scheermes....rijk versierd met edelge
steenten.... Ook op dezen dolk rust
een vloek, die ieder der eigenaars
op gruwzame wijze in den dood
gejaagd geeft.
Ik heb hem meegebracht om hem
aan de Egyptische afdeeling van ons
museum te schenken.
We zouden het haast als een
onmogelijkheid beschouwen, dat aan
doode dingen zulk een vloek kan
verbonden zijn.
Zouden het misschien slechts on
gelukkige spelingen van het noodlot
zijn of gaat het hier misschien om
suggestieve verschijnselen eener ver
hitte phantasie, die combinaties vormt
die in werkelijkheid niet bestaan en
nooit bestaan hebben
Met deze woorden hadDr. Shiff-
mann zijn interesante uiteenzettingen
waarmede hij zijn toehoorders meer
dan een uur geboeid had, besloten.
Toen het applaus eenigzins bedaard
was, nam John Trevor het woord,
en beweerde dat hij geen geloof kon
hechten aan den mysterieuzen samen
hang tusschen de sterfgevallen waar
Dr. Shiffmann van sprak en den
vloek, die er op die voorwerpen
rustte. Hij begreep trouwens hee-
lemaal niet, hoe moderne menschen
uit de 20ste eeuw, menschen uit de
nuchtere en koeldenkende eeuw der
techniek, aan zulke belachlijke spook
geschiedenissen geloof konden hech
ten, ook al kwamen die uit Egypte,
Ten teeken dat ik den vloek der
„Egyptische naald" niet vrees,
verzoek ik Dr. Shiffmann als vriend
mij dezen dolk ten geschenke te
geven.
Ze zal mij uitstekend vUn pas
komen om mijn brieven te openen.
Na eenig aarzelen gaf Dr. Shiftman
nu den dolk aan den spotter.
Met triomfantelijken blik nam
Trevor hem aan.
Hij bracht de dolk naar zijn bu
reau en legde hem op de moderne
schrijftafel.
Met lachend gezicht keerde hij
direct terug en zette zich weer aan
tafel, waaraan ook Dr. Shiffmann
plaats nam. Spoedig hadden wijnen
likeur ook onder de gasten de ee
nigzins gedrukte stemming, die de
mysterieuze onthullingen van den
spreker hadden achtergelaten, weg
gevaagd, evenals den pijnlijken indruk
die de woorden van John Trevor
gemaakt hadden.
Op eens excuseerde John Trevor
de gastheer zich, zooals hij zeide
„voor enkele oogenblikken" terwijl
Dr. Shiffmann in gezelschap van drie
heeren en twee dames aan een tafel
bleven zitten en den heelen tijd door
zijn plaats zelfs geen seconde ver
liet.
Een half uur verliep, zonder dat
de gastheer terugkwam.... toen er
echter een uur verstreken was zon
der dat John Trevor tot het gezel
schap terugkeerde, werd men ongerust
en begaf men zich naar zijn werk
kamer; men klopte aan....nog eens....
geen antwoord men wilde de deur
openen.... zij was van binnen geslo
ten. Nu vreesde men een ongeluk,
vooral, omdat John Trevor den
laatsten tijd wat ziekelijk was en nu
tamelijk veel alcohol gebruikt had.
Men gaf de bedienden bevel de
deur met geweld te openen....en ze
desnoods in te trappen.
Toen men de deur geopend en
den schakelaar van het electrisch
licht omgedraaid had, stonden de
gasten verstijfd van schrik John
Trevor zat voorover gebogen in zijn
fauteuil bij zijn schrijftafel en diep
in zijn nek stak...de Egyptische dolk.
Ontzetting stond op aller gelaat
te lezen.
Men telefoneerde direct om een
dokter hij kon slechts den dood
constateeren.
Men ging naar het gerecht.... de
politie kwam, maar stond voor een
onoplosbaar raadsel. John Trevor
was zonder twijfel vermoord. Het
wapen stak juist in den derden hals
wervel en wel dwars van links naar
rechts.
De kamer had maar 1 venster dat
vanbinnen gesloten en onbeschadigd
was. De doodsteek moest van bui
ten toegediend zijn en John Trevor
in een volkomen rustige houding
hebben verrast.
De deur was van binnen echter
gesloten en andere toegangen waren
er niet. De nauwkeurigste onderzoe
kingen naar den dader liepen op
totaal niets uit.
Men stond voor een groot schijn
baar onoplosbaar raadsel. De Lon-
densche ochtend-bladen brachten
daarom het bericht over dezen mys
terieuzen moord onder den titel
„De moord zonder dader". De cri-
mineele politie stelde haar beide
defectieven aan het werk en loofde
groote belooningen uit voor degene
die dit geval kon ophelderen of het
geheim kon ontsluieren over den
vloek der Egyptische naald.
Hoe de moord geschiedde.
De crimineele politie had werke
lijk prachtig werk geleverd na 5
maanden zat Dr. Shiffmann onder de
zware beschuldiging, den Londenschen
bankier, John Trevor op geraffineerd
sluwe manier vermoord te hebben,
op het bankje der beklaagden van
het Gerechtshof.
„Deze bewijzen van uw schuld
zult u wel niet willen loochenen,
daarom verzoeken wij u in uw eigen
belang, mijnheer Shiffmann, een zoo
volledig mogelijke bekentenis af te
leggen sprak de officier van justi
tie.
Aschvaal, meer een sidderend ge
raamte dan een mensch, stond Dr.
Shiffmann daar, en bekende„Ja,
ik ben zijn moordenaar.
Wij waren vroeger jeugdvrienden
geweest en beminden het zelfde
meisje. Ik echter was de gelukkige
aan wien zij haar hart geschonken
had. Toen moest ik deelnemen aan
een expeditie, die mij door verschil
lende landen voerde en langen tijd
in Egypte ophield. Voor mijn
vertrek had zij mij beloofd op mij
te zullen wachten. Gedurende de 8
jaar van mijn studiereis heeft John
Trevor haar echter tot ontrouw
jegens mij gebracht,...en al hare
bedenkingen wist hij weg te rede
neeren door te zeggen, dat ik
hoogstwaarschijnlijk niet meer in
leven was, en wanneer dit onverhoopt
het geval mocht zijn, dan zou ik
toch nooit weer terugkeeren. Zij
behoefde dus om geen enkele reden
op mij te wachten....8 jaar is ook
lang..en zoo werd zij zijn vrouw,
Het duurde echter niet lang, of
hij kreeg genoeg van haar, behandel
de haar brutaal en joeg haar op een
nacht de straat op.., Weggejaagd
uit haar huis, dwaalde zij in een
toestand van de hoogste vertwijfeling
door de straten van Londen,.... zij
vond tenslotte den dood.
...Zoo heeft hij haar en ook mijn
levensgeluk wreed vernield, en daar
om wreekte ik mij op hem.."
„Hoe hebt u dan den moord ge
pleegd?" vroeg de officier van
justitie verder.
„Mijn misdaad was niet zoozeer
een voorbedachte en overlegde han
delwijze dan wel het slot van een
ongelukkige keten van toevallige
omstandigheden.
Terwijl John Trevor zich in zijn
kamer opgesloten had, hoorde ik
van zijn handelwijze tegenover mijn
verloofde en mij...
Ik kon niet meer denken...ik was
onbekwaam ook maar een heldere
gedachte te vormen.
Er was bijna een uur verloopen
sinds John Trevor onze tafel had
verlaten, men klopte aan zijn kamer
deur en daar hij niet opende werd
men ongerust. Ik echter wist dat
John Trevor verslaafd was aan mor
fine. Omdat zijn organisme tengevolge
van het vele alcoholgebruik verzwakt
was, werkte de morfine-inspuiting
natuurlijk sterker, en toen hij na
verloop van een uur niet terugkwam
wist ik dat hij in slaap gevallen
was of liever hij was bedwelmd.
Toen onder de krachtige slagen
der bedienden de deur open ging
was ik toevallig de eerste die de
kamer binnendrong - de kamer was
nog onverlicht, Ik zag John Tre
vor in zijn stoel zitten slapend
naar het scheen met den rug
naar de deur.
Naast hem op de schrijftafel glin
sterde en fonkelde in het bleeke
maanlicht, de noodlottige Egyptische
dolk. Toen flitste plotseling een
gedachte door mijn hoofd „De
dolk zal hem straffen, de vloek die
er op rust, zal hem treffen...hem den
bespotter en moordenaar van mijn
verloofde.
Ik greep hem en zonder veel
overleg, maar met volle kracht duw
de ik het moorddadig wapen in zijn
lichaam. Dit alles was slechts het
werk van een seconde....Ik sprong
direct naar de deur terug, waardoor
zich reeds meerdere gasten hadden
heenge werkt.
Plotseling knipte men het licht
aan....men zag mijn werk.... Allen
bleven verstijfd staan bij dit schouw
spel...niemand durfde den doode te
naderen ef ook maar een schrede
vooruitte komen.... Maar allen zagen
den geheimzinnigen Egyptischen dolk,
die fascineerde.., Men was heelemaal
in de war over deze onbegrijpelijke
geheimzinnige gebeurtenissen... En
zoo dacht niemand er aan, dat de
moordenaar slechts enkele schreden
van den vermoorde stond.
Een nauwkeurig onderzoek maak
te echter uit, dat er bij den doode
stofvezeltjes gevonden werden, die
bij mijn kostuum pasten, en hout-
splintertjes die van de deur afkom
stig waren en bij mijn slachtoffer
aangetroffen werden...terwijl ik me
het eerst door de opening der deur
had heengewerkt.
Zoo werd de aandacht op mij
gevestigd en daarna ook de verden
king.... en ik beken nogmaals dat ik
schuldig ben aan den moord en ik
wil....boeten.
De aardsche gerechtigheid behoef
de echter geen vonnis meer uit te
spreken over den schuldige, want
nadat hij deze woorden gesproken
had, zakte hij in elkaar. De dokter
kon niet anders dan den dood con
stateeren... een beroerte als gevolg
van al te groote opwinding..,
De Egyptische dolk had weer 'n
slachtoffer geëischt...
Regien Vogels, de vrouw van
Janus Vogels van „De Berkenhof"
was naar de leste Mis geweest. Ze
was nu weer op den terugweg naar
huis, maar 't ging maar heel zoetjes
aan vooruit, want 't waaide en
stormde van geweld en ze moest
recht tegen den wind in. Hijgend
sukkelde het korte, dikke, ronde
vrouwke voort over de hooge akkers
en ze had alle moeite om haar
kanten muts met de wapperende
pofferlinten in bedwang en op haar
hoofd te houden.
Ook in haar binnenste wees de
wijzer van den barometer op half
tien nog wel geen vliegende storm,
maar 't ging er toch bedenkelijk op
af.
t Was ook geen wonder na zoo'ne
preek als zij d'r krek eene van den
pastoor had meegemaaktVer-
beeld-oe, daar had ze me gisteren
den heelen dag liggen te bakken en
te braajen ze had er kompleet
blajers van aan d'r vingers voor
de visite, die ze te-middag overkre eg,
en nou begint me dieë pastoor of 't
zoo zijn moest, net over zoon visite
te preeken... Wê had-ie ook weer
allemaal gezeed Dé ge noit iemeze
moest verzoeken, bij wie ge later
de schaai terug kont komen halen,
maar alleenig meer êrm minschen,
waar niks te halen viel.,, en dan
alleen zou-de zalig worden, 't Stond
zoo in den bijbel, bij Lucas veertien,
zeed-ie.
Zonder dat ze er erg in had -
zoo diep was ze in gedachten ver
zonken geweest was ze bij „de
Berkenhof" aangekomen. Schilder
achtig lag daar de schoone boerderij
met haar schoppen en schuren en
hooibergen tusschen het hooge ge
boomte, waar nog altijd de voor-
jaarsstorm in loeide en raasde.
Ze trad binnen. In den grooten
keukenhèrd, aan de tafel bij het
raam, zat Janus Vogel zijn pijp te
rooken en het boerenbondsblad te
lezen.
Janus was van nature eene kalme,
bezadigde, bedaarde mensch, maar
's Zondags 's morgens was hij de
verpersoonlijkte kalmte en bezadig-
heid zelf.
Hij had al gauw gezien, wat voor
weer 't was bij zijn vrouw hij kende
4iaar gezicht beter dan het weerglas,
al had 't dan ook geenen wijzer.
Zoo Jans, bènde daar Waar
hedde de durskes ergens gelaten
Ja. nou vraag maar toe
waar hedde de durskes gelaten die
zullen natuurlijk wel weer vergade
ring hebben van den een of anderen
bond.
Janus zweeg. Hij dacht altijd maar
zoo'n onweer trekt van eiges over
as ge maar niks zegt en daar
had hij zich in zijnen trouw altijd
heel goed bij bevonden.
Waar is ons Bertha Kun-de
nie efkes zeggen, dê ze me 'ns gauw
een sterk bekske koffie zet, want ik
heb zoo'nen dreugen mond gekregen
van dieë schrale winddan kan ik
m'n eigen onderhand verkleejen.
Janus stond op z'n gemak op,
deed een paar zware halen aan zijn
pijp en ging naar buiten om Bertha
te roepen, die de kippen aan 't
voeren was. Hij nam den bak met
ochtendvoer over uit de handen van
z'n dochter en stuurde haar naar
binnen om moeder te gerieven.
Toen hij na de kippen afgevoe-
derd en het paard op den dries
gejaagd te hebben, weer binnen
kwam, zat z'n vrouw zich te goed
te doen aan 't lekker bekske, dat
Bertha voor haar gezet had. Hij zag
aanstonds, dat de barometer aan
merkelijk was vooruitgeloopen. Maar
op schoon weer stond hij toch nog
belangen niet.
Zoo vreemd en zoo aardig as
onze pastoor vanmèrgen gepreekt
heeft, zoo heb ik 't van m'n leven
nóg niet gehoord.
Janus trok eens aan zijn pijp,
maar zei niets.
Volgens hem mag-de geen
familie en geen kennissen meer op
visite verzoeken, maar alleen maar
èrm menschen en ongelukkige tob-
bers... Anders kon-die nie zalig
worden, zeed ie.
Zóó erg zal 't toch wel nie
zijn, moeder, lachte Bertha, die met
een groot bord was komen aandra
gen.
Niet zoo erg 't Stond in den
bijbel, zeed-ie d'r nog wel bij Hij
had 't maar niks as over Lucas,
veertien Lucas veertien veur, en
Lucas veertien na...
Nou moeder, dan zullen we
Lucas veertien 'ns efkes nakijken,
zei Bertha, dan kunnen we mijn
heer pastoor narekenen of 't uitkomt.
Het meisje ging naar het kammenet,
haalde het gele Canisiusbijbeltje uit
de la en kwam bij de tafel zitten
om het veertiende hoofdstuk van
den heiligen, niets kwaads vermoe
denden Evangelist Lucas op te
zoeken.
Daar is 't, moeder kijk nou
maar, of d'r in staat, wat de pastoor
gezegd heê.
Ze leunde voorover met de
ellebogen op tafel en zocht met
haastige blikken de regels van het
hoofdstuk af.
Verechtig, hier gleuf ik, dat zooiets
staat lees 'ns hardop vuur, Bertha.
Het meisje las, langzaam en plech
tig:
Wanneer ge een middag- of
avondmaal aanricht, roep dan niet
uw vrienden, of uw broeders, of uw
bloedverwanten of rijke buren, opdat
niet ook zij u terugnoodigen en u
vergelding geschiede. Maar als ge
een gastmaal aanricht, noodig dan
armen, gebrekkigen, kreupelen en
blinden. En zalig zult ge zijn, omdat
ze niet in staat zijn u te vergelden:
want u zal vergolden worden in de
opstanding der rechtvaardigen.
Heer in den hemel, 't staat er
toch, riep vrouw Vogels, en ze
sloeg de handen in elkaar.
Maer dê ge anders nie zalig kunt
worden, dê hedde toch verkeerd
verstaan, zei Janus. Dat kon hij toch
niet over zijn kant laten gaan.
Heel veul scheelt 't toch niet,
dat vin ik dan... Maar 't ergste is,
dat dieë pastoor mee zooiets aan
kom, net as ge visite verwacht. En
ik had nog wel zoo m'n best gedaan
om 'ns te laten zien, dê 'k nog wat
anders bakken kan dan boerenmik
alleen... Maar nou heeft die pastoor
me alles bedorven die had er zeker
iets van gehoord, dê 'k volk over-
kreeg en me daarom een veeg uit
de pan meegegeven... Ik dacht ook
al, wê kijkt-ie me den heelen tijd
aan't Is me een mooie, dieë
pastoor en Lucas veertien d'rbij
Ho, ho een bietje, vrouw,
Lucas is den bijbelzei Janus Vogels.
Zooiets kon hij toch ook niet laten
passeeren
Den bijbel?... Dan moet ik
dus zeker de visite afbestellen en in
de plaats daarvan wê schooiers ver
zoeken om ze m'nen taart en m'n
poolsche muts en m'n ham op te
laten eten.
Ik zal. wel wê èrm en gebrek-
kelijke menschen bij elkaar gaan
zoeken, lachte Bertha. Die heb
ben ook wel 'ns zin in een hartelijk
brukske.
Die hebben 't krek 't hardste
vandoen, zei Janus ernstig.
Op datoogenblik kwamen de beide
meisjes nieuwsgierig binnengevallen,
vroolijk en luidruchtig, met door den
scherpen wind hoogrood gekleurde
gezichten en met verwaaide mutsen
en kleeren...
Spoedig zaten ze aan de koffie,
om weer een beetje op verhaal te
komen.
Moet-te ook nog niet een taske,
moeder vroeg Bertha.
Vrouw Vogels schoof haar kopje
terugNee, dank oe, 't smaakt
me nie meer. Dat had Lucas veertien
ook op z'n geweten...
Na het Lof ging vrouw Vogels
de tafel klaar maken in de goei
kamer, 't Ging niet van harte. En
ze had er zich zooveel van voor
gesteld om eens flink voor den dag
te komen en om aan haar gasten te
laten zien, dat zij ook verstand had
den van bakken en braajen en zaaien,
evengoed als de dochters van d'r
zuster, al waren die dan ook op de
boerinneschool in Lierop geweest...
Maar nu kon 't haar allemaal niets
schelenze had zelfs geen oog voor
de groote eigen-gebakken taart, die
daar midden op de tafel stond te
pronken en te geuren,.,
Wê had de pastoor ook weer
gezegd...? Ze móest de armen mee
van 't beste geven, net of 't een
gave was aan Onzen Lieven Heer
eiges.
Nou, dan mocht ze Todde-Mieke
wel eens 'n kram worst, of een
stukske vleesch, of een deel ribben
meegeven, in plaats van den halven
kinnebak, die ze 't êrm menschke wel
'ns toestopte...
Wê had de pastoor ook weer
gezegd...? Dê ge ieder in z'n om
geving goed moest doen, zooveul
as-ie kon en dê ge nie mee eene
centimeter moest gaan narekenen,
hoever oew verplichting ging, want
as Onze Lieve Heer mee 't oordeel
ook zoo begon, dan zou 'tnie goed
afloopen.... Ze kon misschien nog
wel een beetje meer doen voor
Driek, den daggelder, die nou al een
maand ziek was en niks verdiende,
want daar is wê noodig in huis
hauwen mee zeuven kinder en ze
was al in geen veertien dag meer
geweest bij Mieke van Eerd, die al
zoo lang in d'r tentje lag en die 't
toch volgens den dokter moest
hebben van frissche lucht en goei
spullen. En eigenlijk gezegd, kon
ze toch ook wel een bietje meer
geven, as de èrmmeesters rondkwa
men en op slot van rekening kon
't er toch ook wel af, dê ze eennèj
raam gaven in de kerk, waar de
pastoor al zoo lang voor aan 't
schooien was en ze mocht toch
ook wel 'ns denken aan het Liefde
werk van nieuwe kerken in het bis
dom dé stond wel nie in Lucas
veertien, maar 't was toch zeker
een goe werk en een schoon werk..,
Op dat oogenblik werd haar ge-
dachtenloop onderbroken door het
binnentreden van Bertha, die kwam
zeggen, dat het knechtje van Tante
Martha was gekommen met een
boodschap.
Dag vrouw Vogels,
Zoo jongen, wê brengde voor
nêis
De komplementen van ons
vrouw en dê ze nie kwamen. Ze
hadden de huifkar al ingespannen
gehad, maar ze durfde 't niet te be
zien mee zoo'n wind.
Ge moet thuis zeggen, dê we
d'r erge spijt af hebben en dé ze 't
maar 'ns gauw moeten vervatten,
't Was ook geen weer, dê was 't
nie...
Met die boodschap, met zes boter
hammen achter het vestje en 'n sigaar
in z'n mond fietste de jongen weer
op huis aan.
Dieën eigen avond nog, toen 't
donker geworden was, bracht Bertha
al de fijne gerechten naar de zieken,
ieder wat zoets en ieder wat harte
lijks. eerlijk gedeeld en ze moest
er jbij zeggen, dat moeder 'ns gaauw
komen zou...
En Driek, de daggelder en Todde-
Mieke en Mieke van Ferd en de
èrm menschen, die aan de deur
kwamen en de èrmmeesters konden
maar niet begrijpen, hoe vrouw
Vogels, die altijd zoo goed van geven
was geweest, nou ineens nog veel
vrijgeviger werd.
Veertien dagen later kwam de
pastoor 'ns praten op „Den Berken
hof"; en toen hij 't druk had over
de versiering van z'n kerk, ging
vrouw Vogels naar 't kammenet,
haalde een paar van die mooi pam-
pierkes uit de schuifla en reikte ze
den pastoor over met de woorden:
Voor de drie leste ramen van
het priesterkoor!
De pastoor was er grif van ver
schoten, en pas toen Janus hem de
geschiedenis van z'n Zondagsche
preek verteld had, lachte hij weer...
Toen de pastoor door den vallen
den avond over de hooge akkers
naar huis wandelde, zei hij in zich
zelfEn het vierde gedeelte viel
in goede aarde en bracht honderd
ja duizendvoudige vrucht voort.
Thuis gekomen sloeg hij het
Nieuwe Testament open en trok met
rooden inkt een fijne streep onder
Lucas, XIV Hoofdstuk 12—15 vers.
Gesprongen Handen
Wjnter
handen
Winter
voeten
RuweHuldj
Apoih <n
842—11
Doodeiyk mijnongeluk.
Tijdens het transport van steen
wagens heeft Zaterdag in het on
dergronds bedrijf van de staatsmijn
„Hendrik" een doodelijk ongeval
plaats gehad. De 18-jarige sleeper
Hoenen geraakte tusschen twee
wagens bekneld, waardoor hij
ernstige verwondingen aan het hoofd
bekwam. Hij werd naar het St Jo-
sephs-ziekenhuis te Heerlen overge
bracht waar hij eenige uren later is
overleden, Hoenen woonde te
Brunssum.
Statistiek van doodelyke
mijnongevallen.
De statistiek der doodelijke mijn
ongevallen gedurende de periode 1
Januari 15 November vertoont,
vergeleken bij het vorig jaar, voor
de staatsmijnen een gunstig beeld.
Tot dusver zijn er dit jaar slechts
zeven dooden te betreuren tegenover
35 in 1928. Bij de particuliere mijnen
is echter een opvallende stijging te
constateeren, n. 1, vorig jaar negen,
dit jaar 22. Het totaal aantal doode
lijke ongelukken van alle mijnen
bedroeg 29, vorig jaar 44.
Opvallend is ook het betrekkelijk
groote aantal ongelukken met doo-
delijken afloop op de mijnen Laura
en Julia, n. 1. zeven t. o. slechts 1
gedurende 1928.
Onder een stoomketel.
Maandagmorgen om half twaalf
werd een stoomketel vervoerd naar
de vloerzeilfabriek te Zwolle. Bij de
fabriek kantelde de ketel en viel,
waarbij de 23-jarige H. v. d. V.
onder den ketel terecht kwam en
zoo ernstig gewond werd, dat hij
spoedig overleed.
Nog twee andere arbeiders werden
zeer ernstig gewond. Van èèn werd
de borstkas ingedrukt. Ook de muur
der fabriek werd zwaar beschadigd.
Per politiebrancard werden de zwaar
gewonde arbeiders naar het zieken
huis overgebracht.
Te lang en te kort.
Ja, die gulden middenweg!
De tong is te lang....
en het verstand is te kort.
Uw vermaak is te lang....
en uw gebed is te kort.
Ge ligt te lang in het bed....
en in de kerk zijt gij te kort.
Te lang blijft ge kwaad....
en dankbaar te kort.
Uw hals is te lang....
en uw kleed is te kort.
Uw critiek is te lang....
en uw geduld is te kort.
Uw bezoek aan de herberg is te lang.,
en uw verblijf thuis is te kort.
De lijst uwer fouten is te lang....
en uw voornemen duurt te kort.
Over een andermans fouten spreekt
gij te lang....
en over zijn deugden te kort.
Een korte Mis vindt ge te lang....
maar een lange film te kort.
ROERMOND. Op de Coöp.
Eiermijn van Maandag waren aange
voerd 700.000 eieren.
Groote eieren van f 10.tot f 11.50
Kleine eieren van f 6.70 tot f 9.50
Eendeneieren van f 8.— tot f 8.70
VENLO. Op de Coöp. Veiling-
vereeniging van Maandag waren
aangevoerd 300.000 eieren.
Groote eieren van f 10.40 tot f 11.70
Kleine eieren vanf 6..tot f 10.20
Eendeneieren van f 8.20 tot f 8.70
Ganseieren f24,90
Kippeneieren per Kg. f 1.64