Buitenl. Overzicht. Zeg tot u zelf. Waarheden. Zaterdag 26 October 1929, No. 43. Het „Volkbegehren". Beschul diging van landverraad. De stem men der ambtenaren. Gebrek aan eenheid, ook tegenover het buiten land. De vlootconferentie in 1930. Voorconferènties. Italië wil gelyk staan met de beslbewapende mogendheid. De reis van Mac- Donald. Geen bindende afspraken tusschen Engeland en Amerika. Geruchten over MacDonald's aftreden tegengesproken. De Engelsche luchtkolossus. Fransche rechtspraak. De nationaliteit van Columbus. De zonderlinge gieri gaard. Er moeten in Duitschland tal van menschen zijn, die in de resultaten van de Haagsche conferentie een opluchting hebben gezien en nog zien en die het plan Young met een zekere blijmoedigheid aanvaarden, ook al legt het nog verscheidene jaren lasten op het Duitsche volk, lasten die toch anders zullen zijn dan die welke door de uitvoering van het plan Dawes op het Duitsche volk drukte. Maar, er zijn er, en ook in grooten getale, die van de toepassing van het plan Young niets moeten hebben, dat zijn de Duitsch- nationalen. Zooals reeds vroeger gemeld werd is de bedoeling van Hugenberg c.s. een ontwerp tegen het plan Young in den Rijksdag te brengen. De vorige week zijn de inschrijvingen begonnen op de lijsten voor het „Volkbegehren". Hugenberg en de zijnen zullen het minstens tot vier millioen stemmen moeten brengen om het wetsontwerp tegen het plan Young in den Rijksdag te brengen. Nu is Hugenberg nogal optimistisch en beweert, dat hij, als het tot een referendum gekomen is, op twintig millioen stemmen voor zijn ontwerp zal kunnen rekenen. Over het algemeen is er van de zij der huidige regeèringsautoriteiten veel tegenstand, wat ook te begrijpen is, alleen al daarom, omdat in het „Volksbegehren" heel krasse dingen gezegd worden. Een der paragrafen er van be schuldigt den Rijkskanselier en de Rijksministers, die het plan Young en dergelijke verdragen sluiten van landverraad. De Rijkspresident Hin denburg heeft dit als een onjuisten en persoonlijken politieken aanval gekenschetst, De positie van de Rijksambtenaren is ten opzichte van het onderteekenen van het „Volks begehren" eenigszins moeilijk. De Rijkscommissie voor het „Volks begehren" heeft er eens geinformeerd hoe de regeering zou staan tegen over het onderteekenen (van het Volksbegehren) door de ambtenaren, de rijksminister van Binnenlandsche Zaken heeft geantwoord dat, waar het „Volksbegehren" tracht de hou ding van den Rijkspresident en van de Rijksministers als landverraad te brandmerken, de Rijksregeering niet in staat is en niet bereid de ambte naren, die door de onderteekening de grondwettige grenzen overschrijden tegen de disciplinaire strafmaatregelen derbetrokken autoriteiten in be scherming te nemen. De ambtenaren moeten dus maar weten wat ze te doen hebben. Uit een en ander valt op te maken, dat Duitschland, dat zich op velerlei gebied, ook op industrieel technisch gebied weer zoo weet op te heffen (ook de „Graf Zeppelin" getuigt daarvan) op het gebied der binnenlandsche politiek nog alles behalve in 't reine is en dat met name de eenheid, de eendracht, die zoolang tegenover het buitenland werd betracht en nagestreefd, ten slotte toch, ook tegenover het buiten land, nog heel veel te wenschen overlaat. De verschillende mogendheden, die tot bijwoning van de in Januari te houden vlootconferentie werden uit- genoodigd, hebben de uitnoodiging aangenomen. De Fransche regeering heeft aan den Engelschen minister van Buitenlandsche Zaken, Hender son, doen weten, dat zij overtuigd is van bet nut van voorbereidende besprekingen tusschen de vijf mogend heden. Italië heeft den wensch te kennen gegeven, dat het van te voren met Frankrijk wel eens van gedachten wil wisselen. En Japan, de beste wenschen voor de te houden conferentie uitsprekende, gaf aan Engeland te kennen, dat het groote beteekenis hechtte aan de voortduring van de niet-formeele besprekingen tusschen Engeland en Japan. De mogendheden willen wellicht elkaar eens polsen, voor ze samen komen te Londen en Engeland en Amerika hebben al zooveel samen gepraat dat het te begrijpen is, dat de andere mogendheden ook wel van te voren een onder-onsje willen hebben. Dan weten ze. als ze te Londen bij elkaar zitten, zoo'n beetje wat ze aan elkaar hebben als ze dit tenminste reeds niet al zoo ten naastenbij wisten. Mussolini heeft indertijd verklaard, dat Italië bereid Was een accoord te sluiten op voorwaarde echter, dat de positie van Italië gelijk zou zijn en gelijk zon blijven aan die van de best bewapende mogendheid in Europa., Van een „best bewapende mogend heid" in Europa zal op die manier kwalijk sprake kunnen zijn, want de best bewapende is er uit den aard der zaak maar een en geen enkel land zal ronduit durven of willen verklaren, dat het zoo dolgraag die eene zou willen zijn, al mochten er dan ondanks alle beweringen van vredelievendheid en vredeswil ook meerdere zijn, die het nog zoo kwaad niet zouden vinden als ze inderdaad die „best bewapende" mogendheid konden zijn. Mac Donald heeft zijn reis in Amerika volbracht. Naar gemeld wordt zou hij aan het eind dezer week naar Europa scheep gaan. Nog maals heeft hij verzekerd, dat tus schen hem en Hoover inzake de vlootquesties niets besproken is, dat bindend zou kunnen zijn voor Enge land of de Vereenigde Staten. Bindende afspraken zullen alleen gemaakt worden in Londen, in Januari 1930. Geruchten over een aanstaand af treden van Mac Donald werden ook door of namens hem tegengesproken. Heeft Duittchland zijn „Graf Zeppelin", Engeland heeft zijn R, 101 het nieuwe luchtschip dat met zijn vijftig passagiers (behalve de beman ning), proefvluchten gemaakt heeft. Of de Engelsche regeering ons Hol landers ook in de gelegenheid zal stellen met het kolossale luchtgevaarte kennis te maken. Van de buitenlandsche rechtspraak, met name van de Fransche, hebben we hier in Holland toch maar geen flauw besef. Onlangs stond voor het assisenhof in een Fransche stad een student terecht, die een zijner mede studenten in een vuistgevecht had doodgeslagen. De aanleiding tot het vuistgevecht was... een vrouw. De jury heeft den zeker bekwamen vuist vechter onschuldig bevonden en, hij werd vrijgesproken op grond van het feit, dat hij geacht werd niet met voorbedachten rade gehandeld te hebben. Spanje en Italië betwisten elkaar de eer Columbus hun landgenoot te mogen noemen, 't Gaat dus over de nationaliteit van Columbus. Men zou kunnen vragen, wat het er tegenwoordig nog toe doet, of Columbus een Italiaan geweest is of een Spanjaard, maar men schijnt het nu eenmaal te willen weten. Blijkens een pasgedane vondst in Italië zou Columbus inderdaad een Italiaan ge weest zijn. En dan pleit het toch voor de Italianen, dat ze er zoozeer prijs op stellen, dat Columbus hun landgenoot is, ook al hebben zij dan van den wereld-ontdekker maar wei nig of niets geprofiteerd en al zijn tenslotte de Spanjaarden met de winst, in casu met de door Columbus ontdekte landen gaan strijken. Blijft misschien nog de vraag of het ei van Columbus van een Spaansche of een Italiaansche kip afkomstig was. Besluiten we met de mededeeling, dat de Meloneesche bladen vertellen van een heel eigenaardige gierigaard, die onlangs gestorven is. De man heeft jaren en jaren lang rondgeloo- pen met zijn kapitaal op zijn rug, d.w.z. verstopt in een kunstmatigen bochel, die hem tevens diende het medelijden op te wekken. Toen hij gestorven was, werd in de zeer bij zondere schatkamer een bedrag ge vonden ter waarde van tien millioen lire aan bankbiljetten. Zijn mismaakt heid had hem wel veel opgebracht. Ik wil niets te doen hebben met zelfonderschatting, met beschroomd heid, met weifeling, met lafhartigheid of pessimisme. Ik wil sterker zijn dan eenige hinderpaal, eenig onheilzaam lot of noodlot, dat mocht trachten mij neder te drukken. Ik zal alles doen, wat in mijn ver mogen is om zoowel van mijn huis als van mijn arbeid een 100 pCt. succes te maken. Ik zal meer tijd besteden aan mijn gezin, zoodat men niet van mij kan zeggen, dat ik mijn eigen kinderen niet zoo goed ken als de buren dit doen. Ik zal niets doen, wat verdriet of teleurstelling zou kunnen brengen aan mijn moeder, wier vertrouwen in mij nooit heeft gefaald, wat ik ook deed. Ik wil ongerept blijven, volkomen zuiver en rein, en wil mij niet laten tegenwerken door eenige onzuivere begeerte, of laagheid in woorden, gedachten of daden. Ik zal trouw zijn aan het beste dat in mij is. Ik zal eerlijk en oprecht zijn en rechtvaardig tegenover ieder. Ik zal geen grooter voordeel in de toekomst opofferen voor een tijde lijk, hoe aanlokkelijk en aangenaam het ook moge schijnen. Ik zal mijn eer, mijn mannelijkheid en mijn goeden naam voor geen prijs ten offer brengen, of ik voorspoed dan wel tegenslag, winst of verlies in mijn onderneming heb. Ik zal geen kluizenaar zijn of er tegen op zien menschen te ontmoeten. Ik zal er meer tijd en moeite voor over hebben om een breeder, voller en rijker leven op te bouwen. Ik zal vriendelijker zijn en harte lijker, gemoedelijker in den omgang, dan ik voorheen was. Tracht niet u zelf te rechtvaardi gen als het u slecht gaat. Als uwe bedoelingen goed zijn, is er geen reden tot rechtvaardiging. o— Zoo de God van alle wetenschap u eenige kennis heeft toebedeeld, laat haar dan uitstralen om u heen, opdat men te beter de grootheid en goedheid kenne van den Vader die in de hemelen is. Gabriel Palau S.J. o— Denk dikwijls aan dit woord van den Wijzen Man, dat het oog nooit verzadigd is van wat het ziet, noch het oor gevuld met wat het hoort. Werk dus om uw hart te onthechten van de liefde voor de zichtbare dingen om u slechts bezig te houden met de onzichtbare goederen. Thomas a Kempis o— Voor ieder man heeft God zijn plan. o— Benijd den onrechtvaardigen mensch niet en volg zijne wegen niet na want hij is den Heer een gruwel; doch met den eenvoudige van harte spreekt de Heer. Salomons Spreuken. o— ln een samenleving van rechtvaar digen zouden ziekte en lichamelijk lijden niet verdwijnen maar toch merkbaar verminderen. Om dus het ras te verbeteren moet men onge twijfeld de gymnastiek en de sport beoefenen, zooals men het thans met zooveel gevolg doet, maar moet men zich toch bovenal wijden aan een volhardende zedelijke gymnastiek. Moisant. o— Een vriend, dien gij koopt, zal ook weer van u worden gekocht. o— Zij, die rozen willen plukken, moeten niet bang zijn van de doornen. o— Men mag het streven naar vol maaktheid niet met geweld aandrij ven; het moet uit de ziel en uit het hart komen. Alfonsus Rodriguez.

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5