Inwijding der Bijz.
R. K. Scholen
te Leunen.
Binnenl. Nieuws
Gemengde Berichten
H, W. Kessels, dienstbode, naar
Venlo, Hoogeweg 4;
H. F. C. Verweij en vrouw, op
zichter-teekenaar, naar Apeldoorn,
Leusderweg 1-1;
H. F. Th. Cremers, zonder beroep
naar Zevenaar;
J. W. van Gestel, bankwerker,
naar Nieuwenhage, Putstraat 54.
Ter gelegenheid der plechtige in
wijding van de Bijzondere scholen
was Leunen Dinsdag in feestdosch.
Reeds van verre gaven de talrijke
uitgestoken vlaggen en de aan de
scholen aangebrachte versieringen,
een recht feestelijk aanzien, terwijl
vele bewoners van het rectoraat door
hunne aanwezigheid van belangstel
ling blijk gaven.
Om 9 uur droeg de Zeereerw.
Z.G. Heer Dr. van Gils, Bisschoppe
lijk Inspecteur, eene plechtige H.
Mis op in de Rectoraatskerk, die
door velen werd bijgewoond.
Hierna toog men naar de Jongens
school, die door den Z.E. Z.G.
Heer Dr. van Gils met alle ceremo
niën der H. Kerk, plechtig ingezegend
werd, waarna Z.E. het woord
nemende, den Weleerw. Heer Rector,
het kerkbestuur en de bewoners van
Leunen geluk wenschte met 't succes
van hun werk, dat op heden zijn
bekroning vindt. Dat deze plechtig
heid midden in de week plaats vindt,
is zeker de oorzaak, dat niet meer
dere aanwezig zijn. Immers, was het
op een Zondag geweest, dan waren
zeker allen present, wijl allen er
zeker van overtuigd zijn, dat de school,
waar de jeugd wordt opgevoed, een
plaats is, aller balangstelling waard.
Juist omdat de kerk met de school
de geheele ontwikkeling der jeugd
omvat, zijn beiden op elkaar aange
wezen, om elkander waar noodig,
aan te vullen en dit kan het beste
geschieden in de Bijzondere R.K.
school. Gaarne bracht spr. dan ook
dank aan allen, die tot de omzetting
in een Bijzondere school hunne ge
waardeerde medewerking hadden
verleend. Op de eerste plaats den
Weleerw. Heer Rector, die zooveel
voor de Bijz. school deed en den
Edelachtb. Heer Burgemeester, die
zoo krachtig zijne medewerking ver
leende.
Vandaag is dan de oude school,
die zijn beste dagen zeker wel ge
had heeft, ingewijd en spr. hoopt,
dat t.z.t. wel een nieuw gebouw zal
verrijzen. Verder spoort hij het on
derwijzend personeel aan, al hun
zorg en krachten te besteden tot
welzijn der kinderen, steeds beden
kende, dat het voorbeeld de beste
leermethode is. Dus niet angstvallig
uitrekenen, wiens beurt het is om
's morgens de H. Mis bij te wonen.
Er ontsta een edele wedijver met
andere scholen en moge Leunen de
zege behalen. Als de ouders dan
nog medewerken met de 'onderwij
zers, dan kan het niet anders, of
wat vandaag begonnen is, zal een
zege voor Leunen blijken.
Hierna voerde de Weled.Gestr.
Heer v.d. Donk, Inspecteur van het
Lager Onderwijs het woord en sloot
zich aan bij den vorigen spreker
onder zijn gelukwenschen aan allen.
Ook hij merkte op, dat het iets
ongewoons is een overgang tot het
Bijzonder Onderwijs in een oude
school mede te maken. Gaarne bracht
hij nog hulde en dank aan het schei
dende personeel, dat in alles beant
woordt heeft aan de gekoesterde
verwachtingen, vooral wilde hij
speciaal noemenhet Hoofd der school,
den Heer de Haen, wien reeds een
huldebetooging [is gebracht. Hij be
treurt het hiervan geen kennis ge
kregen te hebben, want dan was
hij zeer waarschijnlijk overgekomen
om zulk een verdienstelijk onderwijs
mede te huldigen.
Hierna voerde de Edelachtb. Heer
Burgemeester het woord en bracht
ook gaarne zijne gelukwenschen,
evenals de vorige sprekers en was er
van overtuigd dat deze overgang
machtig veel zal bijdragen tot het
welzijn van Leunen, vooral als allen
eendrachtig samenwerken en vooral
de ouders helpen om het gezag in
school te handhaven.
Gaarne brengt ook hij hulde aan
het scheidende personeel voor alles
wat zij gedaan hebben, vooral de
Heer de Haen, het Hoofd der school.
Moge hij nog vele jaren zijn otium
cum dignitate genieten.
Alsnu verkreeg de WelEerw.Heer
Rector het woord en sprak:
Dank aan allen, die door hun
tegenwoordigheid, zang of muziek
deze plechtigheid hebben willen op
luisteren en blijk van hun belang
stelling hebben gegeven.
In het bijzonder echter een woord
van dank aan den Z.E. Heer Pastoor,
aan Weled. Gestr. Heer v. d. Donk,
inspecteur van het L. O., mede voor
zijn bereidwillige hulp ons in voor
bereidende werkzaamheden geschon
ken; aan den Z.E. Z.G. Heer Dr.
van Gils, dat hij persoonlijk in het
H. Misoffer en deze inzegening Gods
zegen over deze school, hare onder
wijzers en leerlingen heeft willen
komen afsmeeken, welke zegen tot
in lengte van dagen op deze nieuwe
Kath. school moge blijven rusten.
Ten slotte, maar niet het minst
een hartelijk woord van dank aan U
Edelachtb. Heer Burgemeester, voor
de welwillendheid, waarmede u onze
aanvrage tot oprichting dezer R, K.
School hebt ontvangen en voor uw
grooten steun, daaraan verleend,
waarbij u zoo krachtig werd gesteund
door uw beide geachte wethouders,
tot wie tevens dit oprecht dankwoord
zij gericht.
Dat u, mijne heeren, deze wel
willendheid en steun aan onze aan
vrage hebt geschonken, zulks is
slechts daaraan toe te schrijven, dat
u als katholieken weet, dat een
dergelijke aanvrage, uitgaand van een
R.K. Kerkbestuur, niet gelijk te
stellen is met een aanvrage van een
willekeurige groep van personen, wijl
het Kerkbestuur zulks slechts doet
als medehelper en in naam van het
kerkelijk gezag, m.n, den Bisschop
van het Bisdom, die daarenboven
voor deze aanvrage uitdrukkelijke
lastgeving gegeven had.
Vormt volgens de burgerlijke wet
het kerkbestuur ook al het school
bestuur, volgens de kerkelijke wetten
is het de medehelper van den Bis
schop, wien alleen het recht toekomt
R. K. scholen op te richten, in stand
te houden en te besturen.
Zelf in overheid gesteld hebt U
ook in deze, gelijk steeds, jegens het
geestelijk gezag den katholieken
passenden eerbied betracht heerlijk
voorbeeld vooral in dezen tijd, waarin
de eerbied voor het gezag zoozeer
in het gedrang komt.
Door Christus zelf aangesteld als
leerares der volkeren heeft de H.
Kerk van Christus zelf het onver
vreemdbaar recht ontvangen op de
opvoeding en onderwijs harer kinde
ren; van welk onvervreemdbaar recht
Z. H. de Paus nog kort geleden voor
geheel de wereld heeft getuigd en
waarop voor enkele dagen Z. Em.
Kardinaal Schuster nog zoo krachtig
heeft gewezen.
De R. K. Kerk eischt en heeft ten
alle tijde voor hare kinderen geëischt
kath. scholen, die aan haar rechts
macht zijn onderworpen, door de
kerkelijke overheid m.n. den Bisschop
van het Bisdom worden opgericht en
bestuurd, waar de godsdienstige
opvoeding niet alleen beperkt blijft
tot het gewoon catechismus-onder-
richt, noch ook tot een bidden voor
en na de lessen, maar waar het
katholiek godsdienstig beginsel geheel
het onderwijs doordring, waar geen
enkel uur voor de godsdienstig-
zedelijke opvoeding verloren gaat,
waar in lees- en leerboeken, zooveel
mogelijk de groote waarheden van
ons H. Geloof, de zedeleer van het
Evangelie, lessen van katholieke
godsvrucht, de beoefening der deug
den worden voorgehouden, waar het
kind de waarheden van onzen H.
Godsdienst niet alleen leert kennen,
maar ook practisch beoefenen,
gesteund door de hulpmiddelen, welke
het geloof als noodzakelijk en nuttig
leert erkennen en gebruiken, zooals
het gebed en de H. Sacramenten
waar de onderwijzer, zelf overtuigd
katholiek, door zijn woord en voor
beeld, in en buiten schooltijd, bij de
kinderen innige ware godsdienstzin
aankweekt.
Kortom waar het katholiek geloof
als een zon alles bestraalt, bezielt en
verwarmt. Wil een kath. school aan
dit alles beantwoorden, dan moet zij
ook liggen, gelijk deze, in de nabij
heid eener R.K. Kerk, daar zij anders
reeds door haar ligging alleen zal
verhinderen de vervulling van den
zoo vurigen wensch van den Godde-
lijken Kindervriend Jezus Christus
zelf, n.l. dat vooral de kinderen dik
wijls tot Hem zullen komen bij het
Misoffer en in de veelvuldige H.
Communie.
Gode zij dank is eindelijk, dank
aan een jarenlangen hevigen strijd
onzer vaderen, ook in ons dierbaar
vaderland eindelijk met dit onver
vreemdbaar recht der kerk, zoo niet
ten volle dan toch voor een groot
gedeelte rekening gehouden, in de
Wet op het L. O. voor enkele jaren
tot stand gekomen; van welke wet
het echter katholieken geboden is,
slechts gebruik te maken onder leiding
der kerkelijke overheid.
Laat mij dan dit dankwoord ein
digen met den wensch, dat deze
school, opgericht en gezegend door
de kerkelijke overheid, en tot stand
gekomen met uwe welwillende mede-4
werking, tot in lengte van dagen
(zij het niet al te lang in een „nood
gebouw") dat zij moge beantwoorden
aan haar verheven doel, dat zij met
ouders en priester steeds innig
samenwerke tot het vormen van
degelijke katholieken van overtuiging,
die steeds hun plicht als katholieken
zullen kennen, en dien plicht ook
weten te volbrengen zonder mensche-
lijk opzicht of gunstbejacht en ook
dan, wanneer zulks offers van hen
zou vragen....
Heer Vissers.
Toen uit talrijke mede-candidaten
met algemeene instemming U werd
gekozen tot Hoofd dezer nieuwe R.K.
school, toen werd aan uwe zorgen
een grootsche en gewichtige taak
toevertrouwd, n.l. om met ouders en
priester het toekomstig mannelijk ge
slacht van geheel ons rectoraat op
te voeden in degelijken echt hatho-
lieken geest. Toen gij deze uwe
aanstelling hebt aanvaard, zijt gij
getreden in dienst der R.K. Kerk
en wat van u verwacht wordt is niet
enkel, dat gij de jeugd enkele kundig
heden zult weten aan te leeren, hoe
noodzakelijk ook, niet enkel dat u
hare verstandelijke vermogens zult
weten te ontwikkelen, maar ook en
vóóral zelfs, dat u hun hart en geest
zult weten te vormen en te veredelen
in echt katholieken zin, zoodat zij
als kinderen Gods, als erfgenamen
des hemels, als zonen der R.K. Kerk
zullen leeren denken en voelen,
spreken en handelen, waardoor alleen
zij kunnen bereiken het einddoel,
waartoe zij geschapen zijn en dat
geen ander is, dan de eeuwige aan-
schouwiug van God zelf.
Kinderen opvoeden voor den hemel
is tegelijk aan de burgerlijke maat
schappij trouwe en nuttige leden
schenken.
Moge u dan in deze uw verheven
taak slagen, gesterkt door de onmis
bare genaden Gods, die wij met u
dagelijks, vooral in het H. Misoffer,
over deze school zullen blijven af
roepen en geholpen door de wel
willende steun van uw medehelpers,
den Heer Janssen en Mej. Esser, die
destijds als openbare onderwijzer(es),
ofschoon wettelijk daartoe niet ver
plicht, toch als katholieke onder
wijzers reeds in dezen zin werkzaam
waren en thans als katholieke onder
wijzers aan een katholieke school
zeker gaarne nog intensiever zullen
werkzaam zijn.
Nogmaals willen wij hier, gelijk
wij zulks reeds 2 weken geleden
gedaan hebben in Gods eigen Huis,
hun dank zeggen voor hetgeen zij
in het verleden reeds voor het
godsdienstig-zedelijk belang onzer
kinderen hebben verricht; en in dit
dankwoord ook nogmaals gehéél bij
zonder gedenken het Oud-Hoofd der
school, den Weled. heer W. H. de
Haen, vertrouwend en biddend, dat
God hem moge beloonen voor het
zéér vele goede, ook in godsdienstig-
zedelijk opzicht, dat hij tijdens zijn
veeljarig onderwijs alhier heeft ver
richt.
Laat mij dan eindigen met den
wensch en de hoop uit te spreken,
dat de goede God ons aller gebed
moge verhoóren en ons aller werk
moge zegenen, opdat hier steeds
moge opgroeien een zoo goed mo
gelijk ontwikkeld, maar vooral een
echt godsdienstig, overtuigd katho
liek geslacht.
De Heer Vissers, het nieuw be
noemde Hoofd, sprak namens het
personeel der school en wist zeker,
dat het gestelde vertrouwen niet be
schaamd zou worden en beloofde
met Gods hulp met zijn medewerkers
voor de kinderen te zijn: vrienden
naar ziel en lichaam.
Onder begeleiding der welluidende
tonen der fanfare zongen alle aan
wezigen eene strofe van het lied:
Aan U, o Koning der Eeuwen
waarna men opging naar de Bijz.
Meisjesschool, waar achtereenvol
gens het woord werd gevoerd door
Dr. van Gils, Inspecteur v.d. Donk
en den E.A. Heer Burgemeester, die
allen zeiden verheugd te zijn, weer
bij deze school te staan, waar het
onderwijs in den geest steeds speci
fiek katholiek is geweest, maar nu
ook volgens de wet een katholieke
school is. Zij feliciteerden de Eerw.
Zusters, die aller harten in Leunen
reeds gewonnen hadden.
De .Weleerw. Heer Rector het
woord voerende, sprak als volgt
Z.E. Mère Prieure, Eerw Ur-
sulinen, geachte aanwezigen.
Onder 't vele goede, dat tijdens
het rectoraat van mijn geachten
voorganger; den Z.E. Heer Pastoor
Nabben, in rectoraat Leunen is
tot stand gekomen, neemt voor
zeker de voornaamste plaats in,
niet alleen dat 't hem gegeven
was, deze meisjesschool te zien lot
standkomen, waardoor voor ons
rectoraat een gescheiden opvoeding
van jongens en meisjes, geheel
volgens den eisch en geest der R.
K. Kerk tol stand kwam, maar
meer nog, dat 't toen tevens mocht
gelukken de Z.E. Overste en Be
stuur van 't welbekende klooster
«Jerusalem" bereid te vinden, de
leiding dezer meisjesschool op zich
te nemen, ofschoon terwille van
een finanlieel belang voorjde ge
meente Venray, deze school offici
eel als een openbare werd gesticht,
zoodat we hier het unicum in
Nederland kregen, dat Eerw. Zus
ters werkzaam waren in een wet
telijk «openbare" school. Maar
dank aan die welwillendheid en
offervaardigheid der Eerw. Ursu-
linen mochten van toen af de
meisjes van ons rectoraat reeds
deelen in al de voordeelen van
haar katholiek en hoogstaand on
derwijs, waarvan de meisjes van
Venray-kom reeds zoo tal van jaren
genieten. En hetgeen in 1922 is
geschied, vindt heden zijn beves
tiging, nu de Eerw. Zusters Ursu-
linen door de overdracht dezer
school aau haar Bestuur vasten
voet in ons rectoraat hebben ver
kregen en deze scheol in den vol
len zin des woords een zusters-
een zusters-school. Uwe school is
geworden, Eerw. Ursulinen.
Gaarne brengen wij, .'mede na
mens de bewoners van ons recto
raat, heden oprechten dank voor
de groote bereidwilligheid, waar
mede U, Z.E. Mère Prieure en uw
geacht Bestuur, gevolg hebt ge
geven aan den wensch van Z.D.
H. den Bisschop van Roermond
om het bestuur dezer R.K. Meis
jesschool op U te nemen,
Dank ook willen wij heden
brengen voor al de goede zorg en
opofferingen, welke de Eerw. Zus
ters en het onderwijzend personeel
zich in het belang onzer kinderen
hebben getroost; en ik meen, nie
mand te kort Ie doen. wanneer
ik|heel bijzonder dankwoord richt
tot het Hoofd dezer school, Ew.
Mère Téresita, voor hare meer dan
gewone opofferingen van vrijen
tijd, ontspanning en kloosterlijk
verkeer, voor haar overblijven in
de middaguren alhier, terwille
van de verder af wonende kin
deren. En mocht dit alles in het
verleden niet steeds door allen
ten volle zijn gewaardeerd, zoo
toch zeer zeker door 't overgroote
deel der bewoners. En weest ver
zekerd, dat in rustige oogenblikken
allen diep overtuigd zijn van den
weldadigen invloed, die van de
opvoeding der Eerw. Zusters uit-
Saal-
Deze waardeering moge U blij
ken uit de groote belangstelling,
uit de gaarne, spontaan aange
brachte versiering, uit de welwil
lende tonen der Fanfare, allen
getuigende van liefde en dank.
Worden aan de katholieke op
voeding der jongens hoogeeischen
gesteld, hooge eischen worden ge
steld aan de katholieke opvoeding
van meisjes, toekomstige vrouwen
en moeders, die op hare beurt
weer de opvoedsters zullen worden
van een toekomstig geslacht.
Dat deze katholieke opvoeding
der kinderen bij U Eerw. Zusters
in goede handen is, behoeft geen
nader betoog; maar dat U ook
open oog hebt voor het meer
maatschappelijke, zulks blijkt
reeds o.m. uit het bovengenoemde
offer, dat Uw bestmr destijds toe-
stord, terwille van een finantieel
gemeentebelang, dat de Eerw. Zus
iers ook werkzaam zouden zijn
in een toen nog officieel «open
bare" school; zulks blijkt ook thans
weer, nu U boven het wettelijk
getal op eigen kosten een 4de
leerkracht aan deze school hebt
willen verbinden, waardoor het
onderwijs dezer kinderen ten zeer
ste wordt gebaat.
Voor alles nogmaals oprechten
dank in naam van geheel het
rectoraat. Moge God ons dage
lij ksch gebed verhooren en Zijn
ruimsten zegen schenken aan
klooster «Jerusalem", aan deze
Zusterschool^ over allen, die hier
zuilen onderwijzen en onderwezen
worden, opdat deze school tot in
lengte van dagen de trouwe help
ster moge wezen van ouders en
priester, in de moeilijke, maar
verheven taak der katholieke
jeugdopvoeding, tot waarachtig
heil der kinderen en ter eere van
don goddelijken Kindervriend,
Jezus Christus, voor Wien alleen
U Eerw. Zusters leeft en werkt
en van Wien U alleen Uwe be
looning verwacht.
En indien het niet te vrijpostig
ware bij een dankzegging voor
zoovele gunsten nog een wensch
te voegen, dan zou het deze zijn,
waarmede zeker zéér velen zou
den instemmen, dat het U, Z.Ew.
Mère Prieure binnen niet al te
langen tijd mogelijk gemaakt worde
aan rectoraat Leunen ook een
Bewaarschool te geven. Maar,
waar het al te vrij zou lijken bij
deze dankzegging ook nog zulk
een wensch te uiten, wil ik er
heden niet verder over spreken.
En thans, Z.E. Mère Prieure,
wil ik voldoen aan Uw verzoek
en in Uw naam, maar ook in
eigen naam, dank zeggen aan
allen, die door hun tegenwoordig
heid of anderszins blijk van
instemming en belangstelling ook
in deze thans Kath. Meisjesschool
hebben willen geven; in bijzonder
aan den Z.E. Heer Pastoor van
Venray, den Weledgestr. Heer v.
d. Donk, Inspecteur v.h, L.O.. aan
den Zeereerw. Z.G. Heer Dr. van
Gils, Bisschoppelijk Inspecteur, die
heden morgen in de plechtige H.
Mis Gods zegen ook over deze
school heeft willen afroepen. Dank
ook hier niet het minst aan U,
Edelacbtb. Heeren Burgemeester
en Wethouders, mede voor Uwe
welwillendheid, waarmede U ook
de aanvrage van het Bestuur van
St. Ursula-stichting tot oprichting
eener R.K. Meisjesschool te Leu
nen hebt ontvangen en den steun
daaraan verleend.
Ook deze aanvrage was door
Katholieken niet gelijk te stellen
met de aanvrage van een wille
keurige groep van personen, daar
ook déze aanvrage geschiedde
namens de kerkelijke Overheid,
overeenkomstig den uitdrukke-
lijken .wensch van Z.D.H, den
Bisschop van Roermond.
Ook door deze welwillendheid
en steun hebt U het geestelijk
gezag geëerd. Ongetwijfeld zal de
opvoeding, welke de kinderen in
deze school zullen ontvangen, een
hechten grondslag schenken tot
het beoefenen van alle katholieke
deugden, waarin tevens alle maat
schappelijke deugden liggen op
gesloten, maar vooral van den
katholieken passende deugd van
eerbied voor elk gezag, zoowel
geestelijk als wereldlijk. Dót moge
ook U de schoonste dank wezen.
De Heer P. J. Arts, voorzitter
van den Boerenbond, dankte namens
de ouders van het rectoraat, het
onderwijzend personeel en allen, die
hadden meegewerkt aan de totstand
koming dezer school,
Met een „Lang zullen zij leven"
voor de Eerw. Zusters Ursulinen,
werd deze schoone plechtigheid ge
sloten.
De Alastrim-gevallen blijven in
de laatste dagen toenemen.
Van medische zijde werd al bij
herhaling een dringend beroep
gedaan op de burgerij tot vacci
natie of revaccinatie.
De directeur van den Genees
kundigen en Gezondheidsdienst te
Amsterdam, die aan persvertegen
woordigers eenige mededeelingen
deed, wees er o.m. op, dat het
verkeerd is zich ongerust te ma
ken en het gevaar te overschatten
doch, dat men ook niet mag
onderschatten.
Volgens hem is het ook heele-
maal niet |zeker, dat de tot nog
toe betrekkelijk kleine epidemie,
niet de voorlooper is van een
grootere. Ook daarom is 't noodig
op zijn hoede te zijn.
De kwestie van al of niet in
enten, is er eene van zeer ouden
datum.
In verband met het voorkomen
na ienting van een andere ziekte
encephalitis is de vaccine,
Voor kinderen, die de schoolgaan
bezoeken, niet verplicht meer"
Naar de bladen meldden, zou
den zich in ons land enkele ge
vallen van ecephalitis hebben
voorgedaan.
De bovenbedoelde directeur
heeft o.a. nog medegedeeld, dat
gevaar voor encephalitis bij lier-
inenting practisch niet bestaan,
ook niet bij kinderen beneden
een jaar en wat de andere kin
deren betreft, acht hij het alas
trimgevaar veel grooter dan het
encephalitis-gevaar.
Conclusie dus; wel inenten.
De geneeskundige medewerker
van «Het Vaderland" schreef in
zijn blad een artikel naar aanlei
ding van een kroniek in het
weekblad «Voeding en Hygiéne",
gewijd aan de Volksgezondheid.
Uit wat bedoeld medewerker
van «Het Vaderland" schrijft, valt
op te maken, dat de schrijverwan
ds kroniek o.a. de opvatting heeft
of heeft gehad, dat het met de
alastrim zoo'n vaart niet loopt,
dat de ziekte betrekkelijk weinig
besmettelijk is en dat er sommige
geneesheeren zouden zijn, die van
de huidige situatie gebruik willen
maken, om ondanks de encepha-
misére de vaccinatie te forceeren.
Een geringe verbreiding van de
alastrim zou volgens de bedoelde
kroniek een leelijke streep door
de rekening zijn voor die som
mige geneesheeren.
We kunnen hier niet verder
ingaan op wat de geneeskundige
medewerker van «Het Vaderland"
in verband met de kroniek aan
voert Hij spreekt van een on
onwaardige en onsmakelijke in
sinuatie.
o
In de moordzaak Lanz te Rot
terdam is een nieuw onderzoek
begonnen, maa-r dit heeft ook nog
niet veel licht in de zaak gebracht.
Tal van tegenstrijdigheden
moeten zich bij de behandeling
der zaak hebben "oor gedaan en
meerdere malen werd er als vast
staand en waardevol gegeven door
latere verklaringen of nieuw qnt-
dekte feiten min of meer waarde
loos, althans de twijfelachtige
waarde gemaakt.
De mogelijkheid zou nu geble
ken zijn, dat er een nieuw ver
dacht in het geding komt. Er was
een pakje weggeworpen en han
gende het hernieuwd onderzoek
moet bij het gerecht een ano
nieme brief zijn ingekomen.
Volgens een bericht is de brief
schrijver gevonden en werd hij
verhoord. Hij zou verklaard heb
ben, dat de tot nog toe verdachte
O., niet de man was, die het
pakje wegwierp.
De pakjesdrager was bloots
hoofds en had geen overjas aan.
Doch er waren reeds verklaringen
van anderen, die ook het pakje
hadden zien wegwerpen, volgens
welke verklaringen de man die
het pakje wierp wel een hoed op
en een overjas aan had.
Alweer tegenstrijdigheden dus.
De zaak kan nog van langen
duur zijn. Vermoed wordt, dat 't
October zal zijn, voor de nieuwe
behandeling voor de rechtbank
begint.
o
In vergelijking met vele andere
landen zijn wij hier nogal veilig
van roofgedierte van allerlei aard
en vorm. Gevaarlijke roofdieren
houden wij er eigenlijk niet op
na, d.w.z. dieren die voor den
mensch gevaarlijk zijn, zooals
wolven, beren enz. En giftige
slangen Ja toch, we hebben er
een de adder, maar welbeschouwd
komt die zoo weinig in het open
baar voor, dat we wel eens ge
meend hebben, dat hij zoo goed
als alleen in de schoolboeken
voorkwam, wat intusschen heele-
maal niet erg zou zijn.
Doch ons land bezit werkelijk
adders, niet alleen dus die welke
zoo hier en daar in ^figuurlijken
zin onder het gras schuilen.
Dezer dagen werd tweemaal
melding gemaakt van een geval,
dat iemand door een adder gebeten
was.
Jubilea.
Zondag herdacht de heer Ant
Teunissen procuratiehouder aan de
Prov. bank te Venlo den dag waar
op hij voor veertig jaar bij deze
bankinstelling in dienst trad. De
jubilaris had vele blijken van sym
pathie in ontvangst te nemen.
Vergif ingenomen.
Op de fabriek „Rawas" te Swal-
men dronk de arbeider W. H. die
zich onwel gevoelde uit een flesch
meenende dat deze likeur inhield. In
werkelijkheid bevatte de flesch vergif.
In ernstigen toestand werd de man
naar het Louisahuis te Roermond
overgebracht.
Ernstige mishandeling.
Bij de te Bemmel gehouden feesten
bij gelegenheid van Koninginnedag
heeft zich een betreurenswaardig
incident voorgedaan. Twee jonge
arbeiders E. B. en W. P. werden
n.l. zonder eenige reden met een
mes in de borst gestoken, vermoe
delijk door een reeds befaarden man
C. uit Haalderen. De getroffenen
staan als oppassend bekend. B. is
kostwinner van een weduwe. Hij
werd ^levensgevaarlijk gewond en is
in bedenkelijken toestand naar het
ziekenhuis te Bemmel vervoerd,
Bij P. is het mes op het sleutel
been afgestuit. De vermoedelijke
dader is gearresteerd.
Verdronken.
Zondagnacht is de 55-jarige A. v
d F. te Haarlem te water geraakt
en verdronken.
Eveneens is Zondagnacht de 75
jarige W. B. te Haarlem in het
water geraakt en verdronken,
Te Roosteren is de 16-jarige zoon
van den heer K. uit Maeseyck bij
het baden in de Maas verdronken,
Zondagmiddag is de 43-jarige
schilder K. wonende te Zoelmond,
bij het baden in de Lek te Beusi-
chem. verdronken. De man laat een
vrouw en zes kinderen achter.
Twee broers verdronken.
Te Noordwelle (Schouwen) zijn
twee broers die waren gaan zwem
men, verdronken, Het lijk van een
der jongens is aangedreven.
Een vreeselyk drama in een
plaggenhut.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag heeft zich te Rucphen een
vreeselijk drama afgespeeld.
Eeuigen tijd geleden werd de
arbeider M. K. met zijn vrouw en
zeven kinderen wegens huurschuld
uit zijn woning gezet. Daar hij geen
onderdak kon krijgen, bouwde hij een
hutje uit heiplaggen en stroo nabij
Sprundel.
Plotseling stond Zondagnacht dit
hutje in lichte laaie. De ouders en de
vier oudste kinderen hebben zichzelf
gered, doch een meisje van 8 jaar,
een van zes jaar en een jongetje van
2 jaar zijn levend verbrand.
In verband met het vreemde van
het geval, dat wel de ouders en de
oudste kinderen zichzelf gered hebben,
stelde de burgemeester direct een
onderzoek in, dat in den aanvang
ongunstig was voor de ouders en
waarop de moeder werd gearresteerd.
Evenwel had het onderzoek tot
resultaat dat zekere arbeider M. H.
uit Rucphen als de vermoedelijke
dader van de brandstichting moest
worden beschouwd. Deze bleek aan
het kermisvieren. Hij werd door de
marechaussée gearresteerd.
Omtrent het vreeselijk drama, dat
zich te Rucphen heeft afgespeeld,
vernemen wij nog nader, dat ook de
aanwijzingen tegen medeplichtigheid
van de ouders, vooral van de moeder
vermeerderen.
Behalve de arbeider H., die reeds
bekend heeft, bevinden zich ook de
ouders K. in arrest op het raadhuis
te Rucphen.
102-jariga overleden.
Te Beuningen bij Nijmegen is
overleden de 102-jarige mej. Joha.
Geurts.
Ook aan den voetganger
moei worden gedacht.
Het Eerste Kamerlid de heer
Smeenge, heeft aan den Minister van
Waterstaat de- volgende schriftelijke
vragen gesteld
1Is de Minister niet van oordeel,
dat bij de wegenverbetering, naast
de belangen van het snel- en rijwiel-
verkeer, ook die van de voetgangers
in hét oog dienen te worden gehou
den
2. Zoo ja, wil de Minister dan
bevorderen, dat bij den aanleg van
nieuwe of de verbreeding van be
staande wegen door den aanleg van
wandelpaden ook aan de belangen
der voetgangers de oudste cate
gorie van weggebruikers aandacht
worde geschonken?
Waarom men minder in den
zomer dan in deu winter eet?
Het is een onweerlegbaar feit,
dat wij 's winters meer eetlust heb
ben dan in den zomer. Men schrijft
dit wel toe aan de overstelpende
warmte of aan de grootere hoeveel
heid vloeistoffen, die wij verbruiken.
Maar geen dezer reden geeft een
echt wetenschappelijke oorzaak aan.
Immers, men weet, dat de lichaams
temperatuur van den mensch in
normaal gezonden toestand buitenge
woon standvastig is en altijd hooger
dan de omringende lucht, tenminste
in gunsiige landstreken.
Die temperatuur kan alleen ge
handhaafd worden door de ver
branding, die er in ons organisme
plaats heeft en waartoe ons voedsel
de brandstof levert. Het is dus heel
natuurlijk dat de hoeveelheid
benoodigde brandstof bij koud weer
grooter is dan bij warmte, wat zich
onmiddellijk omzet in nen evenredige
vermeerdering van onzen eetlust.