Inwijding der Bijz. R. K. Scholen te Leunen. Binnenl. Nieuws Gemengde Berichten H, W. Kessels, dienstbode, naar Venlo, Hoogeweg 4; H. F. C. Verweij en vrouw, op zichter-teekenaar, naar Apeldoorn, Leusderweg 1-1; H. F. Th. Cremers, zonder beroep naar Zevenaar; J. W. van Gestel, bankwerker, naar Nieuwenhage, Putstraat 54. Ter gelegenheid der plechtige in wijding van de Bijzondere scholen was Leunen Dinsdag in feestdosch. Reeds van verre gaven de talrijke uitgestoken vlaggen en de aan de scholen aangebrachte versieringen, een recht feestelijk aanzien, terwijl vele bewoners van het rectoraat door hunne aanwezigheid van belangstel ling blijk gaven. Om 9 uur droeg de Zeereerw. Z.G. Heer Dr. van Gils, Bisschoppe lijk Inspecteur, eene plechtige H. Mis op in de Rectoraatskerk, die door velen werd bijgewoond. Hierna toog men naar de Jongens school, die door den Z.E. Z.G. Heer Dr. van Gils met alle ceremo niën der H. Kerk, plechtig ingezegend werd, waarna Z.E. het woord nemende, den Weleerw. Heer Rector, het kerkbestuur en de bewoners van Leunen geluk wenschte met 't succes van hun werk, dat op heden zijn bekroning vindt. Dat deze plechtig heid midden in de week plaats vindt, is zeker de oorzaak, dat niet meer dere aanwezig zijn. Immers, was het op een Zondag geweest, dan waren zeker allen present, wijl allen er zeker van overtuigd zijn, dat de school, waar de jeugd wordt opgevoed, een plaats is, aller balangstelling waard. Juist omdat de kerk met de school de geheele ontwikkeling der jeugd omvat, zijn beiden op elkaar aange wezen, om elkander waar noodig, aan te vullen en dit kan het beste geschieden in de Bijzondere R.K. school. Gaarne bracht spr. dan ook dank aan allen, die tot de omzetting in een Bijzondere school hunne ge waardeerde medewerking hadden verleend. Op de eerste plaats den Weleerw. Heer Rector, die zooveel voor de Bijz. school deed en den Edelachtb. Heer Burgemeester, die zoo krachtig zijne medewerking ver leende. Vandaag is dan de oude school, die zijn beste dagen zeker wel ge had heeft, ingewijd en spr. hoopt, dat t.z.t. wel een nieuw gebouw zal verrijzen. Verder spoort hij het on derwijzend personeel aan, al hun zorg en krachten te besteden tot welzijn der kinderen, steeds beden kende, dat het voorbeeld de beste leermethode is. Dus niet angstvallig uitrekenen, wiens beurt het is om 's morgens de H. Mis bij te wonen. Er ontsta een edele wedijver met andere scholen en moge Leunen de zege behalen. Als de ouders dan nog medewerken met de 'onderwij zers, dan kan het niet anders, of wat vandaag begonnen is, zal een zege voor Leunen blijken. Hierna voerde de Weled.Gestr. Heer v.d. Donk, Inspecteur van het Lager Onderwijs het woord en sloot zich aan bij den vorigen spreker onder zijn gelukwenschen aan allen. Ook hij merkte op, dat het iets ongewoons is een overgang tot het Bijzonder Onderwijs in een oude school mede te maken. Gaarne bracht hij nog hulde en dank aan het schei dende personeel, dat in alles beant woordt heeft aan de gekoesterde verwachtingen, vooral wilde hij speciaal noemenhet Hoofd der school, den Heer de Haen, wien reeds een huldebetooging [is gebracht. Hij be treurt het hiervan geen kennis ge kregen te hebben, want dan was hij zeer waarschijnlijk overgekomen om zulk een verdienstelijk onderwijs mede te huldigen. Hierna voerde de Edelachtb. Heer Burgemeester het woord en bracht ook gaarne zijne gelukwenschen, evenals de vorige sprekers en was er van overtuigd dat deze overgang machtig veel zal bijdragen tot het welzijn van Leunen, vooral als allen eendrachtig samenwerken en vooral de ouders helpen om het gezag in school te handhaven. Gaarne brengt ook hij hulde aan het scheidende personeel voor alles wat zij gedaan hebben, vooral de Heer de Haen, het Hoofd der school. Moge hij nog vele jaren zijn otium cum dignitate genieten. Alsnu verkreeg de WelEerw.Heer Rector het woord en sprak: Dank aan allen, die door hun tegenwoordigheid, zang of muziek deze plechtigheid hebben willen op luisteren en blijk van hun belang stelling hebben gegeven. In het bijzonder echter een woord van dank aan den Z.E. Heer Pastoor, aan Weled. Gestr. Heer v. d. Donk, inspecteur van het L. O., mede voor zijn bereidwillige hulp ons in voor bereidende werkzaamheden geschon ken; aan den Z.E. Z.G. Heer Dr. van Gils, dat hij persoonlijk in het H. Misoffer en deze inzegening Gods zegen over deze school, hare onder wijzers en leerlingen heeft willen komen afsmeeken, welke zegen tot in lengte van dagen op deze nieuwe Kath. school moge blijven rusten. Ten slotte, maar niet het minst een hartelijk woord van dank aan U Edelachtb. Heer Burgemeester, voor de welwillendheid, waarmede u onze aanvrage tot oprichting dezer R, K. School hebt ontvangen en voor uw grooten steun, daaraan verleend, waarbij u zoo krachtig werd gesteund door uw beide geachte wethouders, tot wie tevens dit oprecht dankwoord zij gericht. Dat u, mijne heeren, deze wel willendheid en steun aan onze aan vrage hebt geschonken, zulks is slechts daaraan toe te schrijven, dat u als katholieken weet, dat een dergelijke aanvrage, uitgaand van een R.K. Kerkbestuur, niet gelijk te stellen is met een aanvrage van een willekeurige groep van personen, wijl het Kerkbestuur zulks slechts doet als medehelper en in naam van het kerkelijk gezag, m.n, den Bisschop van het Bisdom, die daarenboven voor deze aanvrage uitdrukkelijke lastgeving gegeven had. Vormt volgens de burgerlijke wet het kerkbestuur ook al het school bestuur, volgens de kerkelijke wetten is het de medehelper van den Bis schop, wien alleen het recht toekomt R. K. scholen op te richten, in stand te houden en te besturen. Zelf in overheid gesteld hebt U ook in deze, gelijk steeds, jegens het geestelijk gezag den katholieken passenden eerbied betracht heerlijk voorbeeld vooral in dezen tijd, waarin de eerbied voor het gezag zoozeer in het gedrang komt. Door Christus zelf aangesteld als leerares der volkeren heeft de H. Kerk van Christus zelf het onver vreemdbaar recht ontvangen op de opvoeding en onderwijs harer kinde ren; van welk onvervreemdbaar recht Z. H. de Paus nog kort geleden voor geheel de wereld heeft getuigd en waarop voor enkele dagen Z. Em. Kardinaal Schuster nog zoo krachtig heeft gewezen. De R. K. Kerk eischt en heeft ten alle tijde voor hare kinderen geëischt kath. scholen, die aan haar rechts macht zijn onderworpen, door de kerkelijke overheid m.n. den Bisschop van het Bisdom worden opgericht en bestuurd, waar de godsdienstige opvoeding niet alleen beperkt blijft tot het gewoon catechismus-onder- richt, noch ook tot een bidden voor en na de lessen, maar waar het katholiek godsdienstig beginsel geheel het onderwijs doordring, waar geen enkel uur voor de godsdienstig- zedelijke opvoeding verloren gaat, waar in lees- en leerboeken, zooveel mogelijk de groote waarheden van ons H. Geloof, de zedeleer van het Evangelie, lessen van katholieke godsvrucht, de beoefening der deug den worden voorgehouden, waar het kind de waarheden van onzen H. Godsdienst niet alleen leert kennen, maar ook practisch beoefenen, gesteund door de hulpmiddelen, welke het geloof als noodzakelijk en nuttig leert erkennen en gebruiken, zooals het gebed en de H. Sacramenten waar de onderwijzer, zelf overtuigd katholiek, door zijn woord en voor beeld, in en buiten schooltijd, bij de kinderen innige ware godsdienstzin aankweekt. Kortom waar het katholiek geloof als een zon alles bestraalt, bezielt en verwarmt. Wil een kath. school aan dit alles beantwoorden, dan moet zij ook liggen, gelijk deze, in de nabij heid eener R.K. Kerk, daar zij anders reeds door haar ligging alleen zal verhinderen de vervulling van den zoo vurigen wensch van den Godde- lijken Kindervriend Jezus Christus zelf, n.l. dat vooral de kinderen dik wijls tot Hem zullen komen bij het Misoffer en in de veelvuldige H. Communie. Gode zij dank is eindelijk, dank aan een jarenlangen hevigen strijd onzer vaderen, ook in ons dierbaar vaderland eindelijk met dit onver vreemdbaar recht der kerk, zoo niet ten volle dan toch voor een groot gedeelte rekening gehouden, in de Wet op het L. O. voor enkele jaren tot stand gekomen; van welke wet het echter katholieken geboden is, slechts gebruik te maken onder leiding der kerkelijke overheid. Laat mij dan dit dankwoord ein digen met den wensch, dat deze school, opgericht en gezegend door de kerkelijke overheid, en tot stand gekomen met uwe welwillende mede-4 werking, tot in lengte van dagen (zij het niet al te lang in een „nood gebouw") dat zij moge beantwoorden aan haar verheven doel, dat zij met ouders en priester steeds innig samenwerke tot het vormen van degelijke katholieken van overtuiging, die steeds hun plicht als katholieken zullen kennen, en dien plicht ook weten te volbrengen zonder mensche- lijk opzicht of gunstbejacht en ook dan, wanneer zulks offers van hen zou vragen.... Heer Vissers. Toen uit talrijke mede-candidaten met algemeene instemming U werd gekozen tot Hoofd dezer nieuwe R.K. school, toen werd aan uwe zorgen een grootsche en gewichtige taak toevertrouwd, n.l. om met ouders en priester het toekomstig mannelijk ge slacht van geheel ons rectoraat op te voeden in degelijken echt hatho- lieken geest. Toen gij deze uwe aanstelling hebt aanvaard, zijt gij getreden in dienst der R.K. Kerk en wat van u verwacht wordt is niet enkel, dat gij de jeugd enkele kundig heden zult weten aan te leeren, hoe noodzakelijk ook, niet enkel dat u hare verstandelijke vermogens zult weten te ontwikkelen, maar ook en vóóral zelfs, dat u hun hart en geest zult weten te vormen en te veredelen in echt katholieken zin, zoodat zij als kinderen Gods, als erfgenamen des hemels, als zonen der R.K. Kerk zullen leeren denken en voelen, spreken en handelen, waardoor alleen zij kunnen bereiken het einddoel, waartoe zij geschapen zijn en dat geen ander is, dan de eeuwige aan- schouwiug van God zelf. Kinderen opvoeden voor den hemel is tegelijk aan de burgerlijke maat schappij trouwe en nuttige leden schenken. Moge u dan in deze uw verheven taak slagen, gesterkt door de onmis bare genaden Gods, die wij met u dagelijks, vooral in het H. Misoffer, over deze school zullen blijven af roepen en geholpen door de wel willende steun van uw medehelpers, den Heer Janssen en Mej. Esser, die destijds als openbare onderwijzer(es), ofschoon wettelijk daartoe niet ver plicht, toch als katholieke onder wijzers reeds in dezen zin werkzaam waren en thans als katholieke onder wijzers aan een katholieke school zeker gaarne nog intensiever zullen werkzaam zijn. Nogmaals willen wij hier, gelijk wij zulks reeds 2 weken geleden gedaan hebben in Gods eigen Huis, hun dank zeggen voor hetgeen zij in het verleden reeds voor het godsdienstig-zedelijk belang onzer kinderen hebben verricht; en in dit dankwoord ook nogmaals gehéél bij zonder gedenken het Oud-Hoofd der school, den Weled. heer W. H. de Haen, vertrouwend en biddend, dat God hem moge beloonen voor het zéér vele goede, ook in godsdienstig- zedelijk opzicht, dat hij tijdens zijn veeljarig onderwijs alhier heeft ver richt. Laat mij dan eindigen met den wensch en de hoop uit te spreken, dat de goede God ons aller gebed moge verhoóren en ons aller werk moge zegenen, opdat hier steeds moge opgroeien een zoo goed mo gelijk ontwikkeld, maar vooral een echt godsdienstig, overtuigd katho liek geslacht. De Heer Vissers, het nieuw be noemde Hoofd, sprak namens het personeel der school en wist zeker, dat het gestelde vertrouwen niet be schaamd zou worden en beloofde met Gods hulp met zijn medewerkers voor de kinderen te zijn: vrienden naar ziel en lichaam. Onder begeleiding der welluidende tonen der fanfare zongen alle aan wezigen eene strofe van het lied: Aan U, o Koning der Eeuwen waarna men opging naar de Bijz. Meisjesschool, waar achtereenvol gens het woord werd gevoerd door Dr. van Gils, Inspecteur v.d. Donk en den E.A. Heer Burgemeester, die allen zeiden verheugd te zijn, weer bij deze school te staan, waar het onderwijs in den geest steeds speci fiek katholiek is geweest, maar nu ook volgens de wet een katholieke school is. Zij feliciteerden de Eerw. Zusters, die aller harten in Leunen reeds gewonnen hadden. De .Weleerw. Heer Rector het woord voerende, sprak als volgt Z.E. Mère Prieure, Eerw Ur- sulinen, geachte aanwezigen. Onder 't vele goede, dat tijdens het rectoraat van mijn geachten voorganger; den Z.E. Heer Pastoor Nabben, in rectoraat Leunen is tot stand gekomen, neemt voor zeker de voornaamste plaats in, niet alleen dat 't hem gegeven was, deze meisjesschool te zien lot standkomen, waardoor voor ons rectoraat een gescheiden opvoeding van jongens en meisjes, geheel volgens den eisch en geest der R. K. Kerk tol stand kwam, maar meer nog, dat 't toen tevens mocht gelukken de Z.E. Overste en Be stuur van 't welbekende klooster «Jerusalem" bereid te vinden, de leiding dezer meisjesschool op zich te nemen, ofschoon terwille van een finanlieel belang voorjde ge meente Venray, deze school offici eel als een openbare werd gesticht, zoodat we hier het unicum in Nederland kregen, dat Eerw. Zus ters werkzaam waren in een wet telijk «openbare" school. Maar dank aan die welwillendheid en offervaardigheid der Eerw. Ursu- linen mochten van toen af de meisjes van ons rectoraat reeds deelen in al de voordeelen van haar katholiek en hoogstaand on derwijs, waarvan de meisjes van Venray-kom reeds zoo tal van jaren genieten. En hetgeen in 1922 is geschied, vindt heden zijn beves tiging, nu de Eerw. Zusters Ursu- linen door de overdracht dezer school aau haar Bestuur vasten voet in ons rectoraat hebben ver kregen en deze scheol in den vol len zin des woords een zusters- een zusters-school. Uwe school is geworden, Eerw. Ursulinen. Gaarne brengen wij, .'mede na mens de bewoners van ons recto raat, heden oprechten dank voor de groote bereidwilligheid, waar mede U, Z.E. Mère Prieure en uw geacht Bestuur, gevolg hebt ge geven aan den wensch van Z.D. H. den Bisschop van Roermond om het bestuur dezer R.K. Meis jesschool op U te nemen, Dank ook willen wij heden brengen voor al de goede zorg en opofferingen, welke de Eerw. Zus ters en het onderwijzend personeel zich in het belang onzer kinderen hebben getroost; en ik meen, nie mand te kort Ie doen. wanneer ik|heel bijzonder dankwoord richt tot het Hoofd dezer school, Ew. Mère Téresita, voor hare meer dan gewone opofferingen van vrijen tijd, ontspanning en kloosterlijk verkeer, voor haar overblijven in de middaguren alhier, terwille van de verder af wonende kin deren. En mocht dit alles in het verleden niet steeds door allen ten volle zijn gewaardeerd, zoo toch zeer zeker door 't overgroote deel der bewoners. En weest ver zekerd, dat in rustige oogenblikken allen diep overtuigd zijn van den weldadigen invloed, die van de opvoeding der Eerw. Zusters uit- Saal- Deze waardeering moge U blij ken uit de groote belangstelling, uit de gaarne, spontaan aange brachte versiering, uit de welwil lende tonen der Fanfare, allen getuigende van liefde en dank. Worden aan de katholieke op voeding der jongens hoogeeischen gesteld, hooge eischen worden ge steld aan de katholieke opvoeding van meisjes, toekomstige vrouwen en moeders, die op hare beurt weer de opvoedsters zullen worden van een toekomstig geslacht. Dat deze katholieke opvoeding der kinderen bij U Eerw. Zusters in goede handen is, behoeft geen nader betoog; maar dat U ook open oog hebt voor het meer maatschappelijke, zulks blijkt reeds o.m. uit het bovengenoemde offer, dat Uw bestmr destijds toe- stord, terwille van een finantieel gemeentebelang, dat de Eerw. Zus iers ook werkzaam zouden zijn in een toen nog officieel «open bare" school; zulks blijkt ook thans weer, nu U boven het wettelijk getal op eigen kosten een 4de leerkracht aan deze school hebt willen verbinden, waardoor het onderwijs dezer kinderen ten zeer ste wordt gebaat. Voor alles nogmaals oprechten dank in naam van geheel het rectoraat. Moge God ons dage lij ksch gebed verhooren en Zijn ruimsten zegen schenken aan klooster «Jerusalem", aan deze Zusterschool^ over allen, die hier zuilen onderwijzen en onderwezen worden, opdat deze school tot in lengte van dagen de trouwe help ster moge wezen van ouders en priester, in de moeilijke, maar verheven taak der katholieke jeugdopvoeding, tot waarachtig heil der kinderen en ter eere van don goddelijken Kindervriend, Jezus Christus, voor Wien alleen U Eerw. Zusters leeft en werkt en van Wien U alleen Uwe be looning verwacht. En indien het niet te vrijpostig ware bij een dankzegging voor zoovele gunsten nog een wensch te voegen, dan zou het deze zijn, waarmede zeker zéér velen zou den instemmen, dat het U, Z.Ew. Mère Prieure binnen niet al te langen tijd mogelijk gemaakt worde aan rectoraat Leunen ook een Bewaarschool te geven. Maar, waar het al te vrij zou lijken bij deze dankzegging ook nog zulk een wensch te uiten, wil ik er heden niet verder over spreken. En thans, Z.E. Mère Prieure, wil ik voldoen aan Uw verzoek en in Uw naam, maar ook in eigen naam, dank zeggen aan allen, die door hun tegenwoordig heid of anderszins blijk van instemming en belangstelling ook in deze thans Kath. Meisjesschool hebben willen geven; in bijzonder aan den Z.E. Heer Pastoor van Venray, den Weledgestr. Heer v. d. Donk, Inspecteur v.h, L.O.. aan den Zeereerw. Z.G. Heer Dr. van Gils, Bisschoppelijk Inspecteur, die heden morgen in de plechtige H. Mis Gods zegen ook over deze school heeft willen afroepen. Dank ook hier niet het minst aan U, Edelacbtb. Heeren Burgemeester en Wethouders, mede voor Uwe welwillendheid, waarmede U ook de aanvrage van het Bestuur van St. Ursula-stichting tot oprichting eener R.K. Meisjesschool te Leu nen hebt ontvangen en den steun daaraan verleend. Ook deze aanvrage was door Katholieken niet gelijk te stellen met de aanvrage van een wille keurige groep van personen, daar ook déze aanvrage geschiedde namens de kerkelijke Overheid, overeenkomstig den uitdrukke- lijken .wensch van Z.D.H, den Bisschop van Roermond. Ook door deze welwillendheid en steun hebt U het geestelijk gezag geëerd. Ongetwijfeld zal de opvoeding, welke de kinderen in deze school zullen ontvangen, een hechten grondslag schenken tot het beoefenen van alle katholieke deugden, waarin tevens alle maat schappelijke deugden liggen op gesloten, maar vooral van den katholieken passende deugd van eerbied voor elk gezag, zoowel geestelijk als wereldlijk. Dót moge ook U de schoonste dank wezen. De Heer P. J. Arts, voorzitter van den Boerenbond, dankte namens de ouders van het rectoraat, het onderwijzend personeel en allen, die hadden meegewerkt aan de totstand koming dezer school, Met een „Lang zullen zij leven" voor de Eerw. Zusters Ursulinen, werd deze schoone plechtigheid ge sloten. De Alastrim-gevallen blijven in de laatste dagen toenemen. Van medische zijde werd al bij herhaling een dringend beroep gedaan op de burgerij tot vacci natie of revaccinatie. De directeur van den Genees kundigen en Gezondheidsdienst te Amsterdam, die aan persvertegen woordigers eenige mededeelingen deed, wees er o.m. op, dat het verkeerd is zich ongerust te ma ken en het gevaar te overschatten doch, dat men ook niet mag onderschatten. Volgens hem is het ook heele- maal niet |zeker, dat de tot nog toe betrekkelijk kleine epidemie, niet de voorlooper is van een grootere. Ook daarom is 't noodig op zijn hoede te zijn. De kwestie van al of niet in enten, is er eene van zeer ouden datum. In verband met het voorkomen na ienting van een andere ziekte encephalitis is de vaccine, Voor kinderen, die de schoolgaan bezoeken, niet verplicht meer" Naar de bladen meldden, zou den zich in ons land enkele ge vallen van ecephalitis hebben voorgedaan. De bovenbedoelde directeur heeft o.a. nog medegedeeld, dat gevaar voor encephalitis bij lier- inenting practisch niet bestaan, ook niet bij kinderen beneden een jaar en wat de andere kin deren betreft, acht hij het alas trimgevaar veel grooter dan het encephalitis-gevaar. Conclusie dus; wel inenten. De geneeskundige medewerker van «Het Vaderland" schreef in zijn blad een artikel naar aanlei ding van een kroniek in het weekblad «Voeding en Hygiéne", gewijd aan de Volksgezondheid. Uit wat bedoeld medewerker van «Het Vaderland" schrijft, valt op te maken, dat de schrijverwan ds kroniek o.a. de opvatting heeft of heeft gehad, dat het met de alastrim zoo'n vaart niet loopt, dat de ziekte betrekkelijk weinig besmettelijk is en dat er sommige geneesheeren zouden zijn, die van de huidige situatie gebruik willen maken, om ondanks de encepha- misére de vaccinatie te forceeren. Een geringe verbreiding van de alastrim zou volgens de bedoelde kroniek een leelijke streep door de rekening zijn voor die som mige geneesheeren. We kunnen hier niet verder ingaan op wat de geneeskundige medewerker van «Het Vaderland" in verband met de kroniek aan voert Hij spreekt van een on onwaardige en onsmakelijke in sinuatie. o In de moordzaak Lanz te Rot terdam is een nieuw onderzoek begonnen, maa-r dit heeft ook nog niet veel licht in de zaak gebracht. Tal van tegenstrijdigheden moeten zich bij de behandeling der zaak hebben "oor gedaan en meerdere malen werd er als vast staand en waardevol gegeven door latere verklaringen of nieuw qnt- dekte feiten min of meer waarde loos, althans de twijfelachtige waarde gemaakt. De mogelijkheid zou nu geble ken zijn, dat er een nieuw ver dacht in het geding komt. Er was een pakje weggeworpen en han gende het hernieuwd onderzoek moet bij het gerecht een ano nieme brief zijn ingekomen. Volgens een bericht is de brief schrijver gevonden en werd hij verhoord. Hij zou verklaard heb ben, dat de tot nog toe verdachte O., niet de man was, die het pakje wegwierp. De pakjesdrager was bloots hoofds en had geen overjas aan. Doch er waren reeds verklaringen van anderen, die ook het pakje hadden zien wegwerpen, volgens welke verklaringen de man die het pakje wierp wel een hoed op en een overjas aan had. Alweer tegenstrijdigheden dus. De zaak kan nog van langen duur zijn. Vermoed wordt, dat 't October zal zijn, voor de nieuwe behandeling voor de rechtbank begint. o In vergelijking met vele andere landen zijn wij hier nogal veilig van roofgedierte van allerlei aard en vorm. Gevaarlijke roofdieren houden wij er eigenlijk niet op na, d.w.z. dieren die voor den mensch gevaarlijk zijn, zooals wolven, beren enz. En giftige slangen Ja toch, we hebben er een de adder, maar welbeschouwd komt die zoo weinig in het open baar voor, dat we wel eens ge meend hebben, dat hij zoo goed als alleen in de schoolboeken voorkwam, wat intusschen heele- maal niet erg zou zijn. Doch ons land bezit werkelijk adders, niet alleen dus die welke zoo hier en daar in ^figuurlijken zin onder het gras schuilen. Dezer dagen werd tweemaal melding gemaakt van een geval, dat iemand door een adder gebeten was. Jubilea. Zondag herdacht de heer Ant Teunissen procuratiehouder aan de Prov. bank te Venlo den dag waar op hij voor veertig jaar bij deze bankinstelling in dienst trad. De jubilaris had vele blijken van sym pathie in ontvangst te nemen. Vergif ingenomen. Op de fabriek „Rawas" te Swal- men dronk de arbeider W. H. die zich onwel gevoelde uit een flesch meenende dat deze likeur inhield. In werkelijkheid bevatte de flesch vergif. In ernstigen toestand werd de man naar het Louisahuis te Roermond overgebracht. Ernstige mishandeling. Bij de te Bemmel gehouden feesten bij gelegenheid van Koninginnedag heeft zich een betreurenswaardig incident voorgedaan. Twee jonge arbeiders E. B. en W. P. werden n.l. zonder eenige reden met een mes in de borst gestoken, vermoe delijk door een reeds befaarden man C. uit Haalderen. De getroffenen staan als oppassend bekend. B. is kostwinner van een weduwe. Hij werd ^levensgevaarlijk gewond en is in bedenkelijken toestand naar het ziekenhuis te Bemmel vervoerd, Bij P. is het mes op het sleutel been afgestuit. De vermoedelijke dader is gearresteerd. Verdronken. Zondagnacht is de 55-jarige A. v d F. te Haarlem te water geraakt en verdronken. Eveneens is Zondagnacht de 75 jarige W. B. te Haarlem in het water geraakt en verdronken, Te Roosteren is de 16-jarige zoon van den heer K. uit Maeseyck bij het baden in de Maas verdronken, Zondagmiddag is de 43-jarige schilder K. wonende te Zoelmond, bij het baden in de Lek te Beusi- chem. verdronken. De man laat een vrouw en zes kinderen achter. Twee broers verdronken. Te Noordwelle (Schouwen) zijn twee broers die waren gaan zwem men, verdronken, Het lijk van een der jongens is aangedreven. Een vreeselyk drama in een plaggenhut. In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft zich te Rucphen een vreeselijk drama afgespeeld. Eeuigen tijd geleden werd de arbeider M. K. met zijn vrouw en zeven kinderen wegens huurschuld uit zijn woning gezet. Daar hij geen onderdak kon krijgen, bouwde hij een hutje uit heiplaggen en stroo nabij Sprundel. Plotseling stond Zondagnacht dit hutje in lichte laaie. De ouders en de vier oudste kinderen hebben zichzelf gered, doch een meisje van 8 jaar, een van zes jaar en een jongetje van 2 jaar zijn levend verbrand. In verband met het vreemde van het geval, dat wel de ouders en de oudste kinderen zichzelf gered hebben, stelde de burgemeester direct een onderzoek in, dat in den aanvang ongunstig was voor de ouders en waarop de moeder werd gearresteerd. Evenwel had het onderzoek tot resultaat dat zekere arbeider M. H. uit Rucphen als de vermoedelijke dader van de brandstichting moest worden beschouwd. Deze bleek aan het kermisvieren. Hij werd door de marechaussée gearresteerd. Omtrent het vreeselijk drama, dat zich te Rucphen heeft afgespeeld, vernemen wij nog nader, dat ook de aanwijzingen tegen medeplichtigheid van de ouders, vooral van de moeder vermeerderen. Behalve de arbeider H., die reeds bekend heeft, bevinden zich ook de ouders K. in arrest op het raadhuis te Rucphen. 102-jariga overleden. Te Beuningen bij Nijmegen is overleden de 102-jarige mej. Joha. Geurts. Ook aan den voetganger moei worden gedacht. Het Eerste Kamerlid de heer Smeenge, heeft aan den Minister van Waterstaat de- volgende schriftelijke vragen gesteld 1Is de Minister niet van oordeel, dat bij de wegenverbetering, naast de belangen van het snel- en rijwiel- verkeer, ook die van de voetgangers in hét oog dienen te worden gehou den 2. Zoo ja, wil de Minister dan bevorderen, dat bij den aanleg van nieuwe of de verbreeding van be staande wegen door den aanleg van wandelpaden ook aan de belangen der voetgangers de oudste cate gorie van weggebruikers aandacht worde geschonken? Waarom men minder in den zomer dan in deu winter eet? Het is een onweerlegbaar feit, dat wij 's winters meer eetlust heb ben dan in den zomer. Men schrijft dit wel toe aan de overstelpende warmte of aan de grootere hoeveel heid vloeistoffen, die wij verbruiken. Maar geen dezer reden geeft een echt wetenschappelijke oorzaak aan. Immers, men weet, dat de lichaams temperatuur van den mensch in normaal gezonden toestand buitenge woon standvastig is en altijd hooger dan de omringende lucht, tenminste in gunsiige landstreken. Die temperatuur kan alleen ge handhaafd worden door de ver branding, die er in ons organisme plaats heeft en waartoe ons voedsel de brandstof levert. Het is dus heel natuurlijk dat de hoeveelheid benoodigde brandstof bij koud weer grooter is dan bij warmte, wat zich onmiddellijk omzet in nen evenredige vermeerdering van onzen eetlust.

Peel en Maas | 1929 | | pagina 6