Tweede Blad van „PEEL EN MAAS"
Uit Vanray's
Archieven
Grootvader
en kleinzoon.
FEUILLETON
Een Burgemeesters
verkiezing in Brazilië
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1929
Vijftigste Jaargang No. 36
door A. F. VAN BEURDEN.
XII
Vreemde roovers in Venray.
Gyskens, de maire van Ven
ray, berichtte 26 Brumaire 1802,
het volgende aan den prefect
Dorsch:
Den 27 Vendemiaire trad de
maire in onderhandeling met
den ontvanger der douanen,
Delahaye, om de goederen, die
zich in het depot bevonden, in
een verzekerde plaats te brengen,
en gelastte bovendien de nacht
wachten goed toe te zien en
dienst te doen, wijl men voor
een aanval op het depot be
ducht was. Men verdubbelde
zelfs de wachten.
Aan de grenzen vormden zich
benden, om, zooals men zeide,
hier te gaan rooven.
De ontvanger geloofde de ge
ruchten niet. De wachten sur
veilleerden en keerden om 4
's morgens terug, terwijl de
adjunct-maire Manders toezag.
Plosteling ontstond er een
groot gerucht, men schoot van
alle kanten. De inwoners liepen
toe, om hulp te brengen, maar
alle straten waren afgezet door
roovers, met zwartgemaakte ge
zichten, gewapend met geweren
en pistolen, terwijl de burgerij
slechts stokken had en toe
schouwer moest blijven.
Voor de kerk stond een wacht
der roovers, zoodat men de
brand- of noodklok niet kon
luiden. Er waren minstens 70
roovers, van wie 15 te paard.
Het depot werd leeg gehaald,
nadat men den ontvanger mis
handeld had en neergeslagen.
De twee deuren van het bu
reau der douanen, naast de wo
ning van den Ontvanger, waren
ingeslagen met een stuk hout
en een hamer. Men bleef maar
steeds aan 't vuren.
De douaniers vuurden ook
terug, maar 't was te donker
om te mikken.
Niemand durfde meer uitgaan.
Al wat men weggehaald had,
had men over de grenzen naar
Hollandsch gebied (Noordbra
bant) gebracht.
De goederen waren door de
douanen in beslag genomen van
de Brabantsche en vreemde
smokkelaars, die op het Ba-
taafsche grondgebied verbleven,
waarop men ze ook later niet
kon achterhalen. Wel werden
er heel spoedig na den overval
soldaten geplaatst.
1803. 16 Frimaire werd
door den generaal Auguste Ja-
cobi Triguy bevolen, dat een
sergeant, een korporaal en 18
man naar Venray zouden gaan,
Ier beschikking van den luitenant
Antoine der gendarmerie, om
alle doortrekkende vreemden te
visiteeren.
Zij werden in Venray inge
kwartierd in een daarvoor door
de gemeente beschikbaar te
^Treffend historisch-romantisch
■verhaal uit de tijden van de
Katholieken-vervolging in Enge
land onder koningin Elizabeth).
Vrij naar het Duitsch door B.B.
4.
En het woord van dien karakter-
loozen markies, die om politieke
redenen viermaal van godsdienst
verwisselde, wil een Worthington
zich tot lijfspreuk kiezen vroeg
de Lady verbaasd.
Mylord, de diepe zin van heel
uw redeneering is zeer treurig.
Gij zijt dus besloten om in de toe
komst de protestantsche eeredien
sten bij te wonen, maar weet wel,
dat dit met geloofsafval gelijk staat.
Zeker, zoo zal men het uit
leggen. Maar, wie drijft mij dan
tot deze stap? Ziet, tegen een goed
stuk geld hebben de predikanten
en die heeren van Wigan ons tot
nog toe met rust gelaten. Maar laat
me nu de Overste van de land
rechters van Lancashire een eigen
stellen huis.
Deze wacht hielp wel, want
de roovers waagden zich nu
niet meer op Venraysch ge
bied.
ui.
5LOT.
Daar stonden ze de kiezers in
de groote zaal van het gemeen
tehuis. Van alle kanten rondom
het stadje waren ze gekomen,
te voet, te paard, per ezel, per
ossenkar, sommigen zelfs met
vrouw en kind, ofschoon er
daar heel wijselijk nog geen
vrouwenkiesrecht bestaat. Die
zijn toch al politiek genoeg,
zeggen ze.
Daar stonden ze, blanken,
half bruinen, heel bruinen,
half zwarten, rasnegers, alles in
bonte mengeling dooreen, maar
toch scherp gescheiden in twee
partijen.
Gewone boeren, met de zweep
nog in de hand, groote sporen
aan- de bloote voeten, zoo pas
van het paard gesprongen; bur
gers, notabelen, apothekers,
dokters, grondbezitters, ingeni
eurs, burgemeester, gemeente
raad, van alles was er reeds
aanwezig des morgens om tien,
elf uur.
Daar stonden ze als twee
vijandelijke inboorlingen-stam
men tegenover elkaar, tot aan
de tanden gewapend.
Men zag geen wapen en toch
iedereen wist, dat alles gewa
pend liep uit angst en zucht tot
zelfbehoud.
Kalm, koel, diep-berekend,
somber dreigden de donkere
blikken voor zich uit. Een zacht
geroezemoes ruischfe door de
zaal, niemand durfde zijn stem
hard verheffen, men voelde het,
er konden dooden vallen, een
enkel vonkje en de vlam zou
hoog oplaaien.
|aren lang waren de gemoe
deren opgehitst, felle ingehou
den woede flikkerde achter die
koelberekende, sombere, git
zwarte oogen.
Den avond tevoren hadden
ze nog een optocht gehouden
met vlammende fakkels, luid
had de tegenpartij de triomf
uitgeroepen, waar ze den vol
genden dag zeker van meenden
te zijn.
Om de partij van den burge
meester nog meer vrees aan te
jagen, hadden ze, waarschijnlijk
op aanstoken van het ingenieur-
tje, een „Capanga", laten komen
uit de binnenlanden. Capanga's
zijn levensbeschermers, die alle
zwakkelingen, angstigen en be
dreigden de verzekering geven,
dat ze er voor zullen zorgen,
dat hun beschermeling geen
kogel krijgt, of ook maar een
haar op zijn hoofd gekrenkt
wordt.
Ze verschillen dus in zooverre
van de levensverzekering, dat re
de menschen verzekeren bij hun
leven en niet bij hun dood.
Meestal zijn die heeren erg
groot, kijken woest en slim,
handig schrijven van den Staats
secretaris Lord Burleigh ontvan
gen, met de aankondiging, dat
mijn zoon als Roomsch priester
den bodem van Engeland heeft
betreden en tevens de ópdracht
krijgen een waakzaam oog te
houden op den vader van dien
hoogverrader. Ik heb altijd zoo'n
voorgevoel gehad, dat Thomas de
ongeluksster van ons huis zou
worden. Sinds den dag, dat hij
Oxford verliet om aan gene zijde
van het Kanaal (in Frankrijk) in
het Seminarie van Douay te treden,
hetwelk uw heerbroeder daar ge
slicht heeft vlak voor den neus
van onze koningin, als het ware
om haar te hoonen, alsof ze al
niet genoeg is aangehitst... sinds
dien dag vreesde ik altijd, dat
Thomas nog een keer zoo waan
zinnig zou zijn om hier naar toe
te komen en ons allen in zijn
bloedig noodlot te verstrikken. De
straf van hoogverraad hangt niet
alleen boven hem, maar ook boven
allen, die hem hulp eu onderdak
verleenen, ja zelfs boven al
degenen, die hem niet aan het ge
recht overleveren.
Ook Lady Worthington voelde
zich zwaar te moede bij het hooren
var. die woorden; haar hartkromp
in een bij de gedachte, dat de zoon
over wien de grijsaard sprak, elk
oogenblik hier binnen kon komen
zij sidderde en beefde. Zij moest
Ioopen zwaar gewapend en
hebben over het algemeen de
faam, dat ze een half dozijn
moorden op hun geweten heb
ben, echte Jantjes zonder Vrees,
waar eenieder bang voor is.
Zulk een Jantje zonder Vrees
was er dan ook (tij tegenwoor
dig en het ingenieurtje stond
natuurlijk vlak bij hem.
De partij van den Burgemees
ter was verreweg in de minder
heid, hield zich kalm, deed juist
alsof er nrets bijzonders aan de
hand was De burgemeester zat
aan de groene tafel, naast hem
de secretaris en de wethouders.
De secretaris vooral, (zooals
wel eens meer gebeurd) ging
door voor de groote slimmerik,
die eigenlijk de touwtjes in
handen had.
Het komiekste van het geval
was, dat ofschoon de tegenpar
tij veel sterker was, de minder
heid toch nog de lakens uit
deelde, terwijl regelings- en con
trole-commissie vormde en ten
slotte alleen gewettigd den uit
slag in het grootboek op te
schrijven, bezegelen, opsturen
enz. Alleen datgene, wat er in
het boek bezegeld en onder
teekend was door burgemees
ter en wethouders, werd door
de regeering erkend.
Het uur van de stemming was
dan eindelijk aangebroken. De
burgemeester rijst op van zijn
zetel en kondigt aan, dat het
uur van stemmen is aangebroken
Hij belooft, dat de stemming
hoogst ernstig zal gaan en dat
de controle-commissie zal han
delen volgens plicht en geweten.
De stemming begon. Iedereen
liep naar een hokje, stemde,
kwam er uit, beloerd en be
keken door de tegenovergestelde
partij.
Het begin verliep heel kalm
en er viel niets op te zeggen.
De kiezers liepen niet weg,
maar gingen weer terug naar
hun plaats of bleven in de na
bijheid. Allen wilden getuigen
zijn van den afloop.
De stemming eenmaal afge-
loopen, kondigde de burgemees
ter aan, dat de telling over een
half uur zou beginnen.
Ze knikten allemaal van ja,
da's goed, maar niemand ging
heen. Met ware Argus-oogen
hielden die van de tegenpartij
hun blikken op de stembus ge
vestigd.... Daar zat het in, hun
overwinning....!
Jan zonder Vrees bleef zwaar
gewapend vlak bij de stembus
staan, gereed om bij de eerste
de beste verdachte beweging van
de controle-commissie er op in
te kogelen. Maar er gebeurde
alweer niets.
Eindelijk werd de stembus
plechtig geopend, algemeene
spanning, een onpartijdige haal
de de stembiljetten er uit en de
telling begon.
De secretaris opende de bil
jetten met een heel ernstig ge
zicht, las den uitslag voor en
burgemeester en wethouders
controleerden ze.
Voor het gemak zullen we
den candidaat van de tegenpar
tij Jan noemen en die van den
burgemeester Piet.
Jan, Jan, Jan, klonk het, krek
den ouden man er toch langzamer
hand op voorbereiden en daarom
vroeg zij met angstvolle ingehou
den stem
En als uw zoon deze nacht
nog naarBlainseo Hall zou komen
wat zoudt gij dan doen?
Wat ik doen zou...? Bij God
in den Hemel, dat weet ik nog
niet, maar hij mag hier geen
uur in huis blijven 1
Toen vloog er plotseling een
gedachte door het hoofd van den
ouden vader; hij sprong van zijn
stoel, greep krampachtigde handen
van zijn schoondochter vast en
riep
Lady, bij de liefde van God,
het is toch die priester niet, die
hier vannacht op dit altaar Mis
zou komen lezen
Ja, toch wel, mylord, op dit
altaar wil uw zoon voor de eerste
keer in het vaderlijk huis de H.
Mis opdragen, ik verwacht hem
elk oogenblik.
Hoe, wat... riep de oude man
en sloeg zich voor het voorhoofd.
Hebt gij soms heel dit spel op
touw gezet? Krijgen jullie vrou
wen dan nooit vorstand? Stapel-
fek zijn ze 1 Als de gerechts-
ienaars, die hem reeds op het
spoor zijn,nu eens hier kwamen?
Ik moet naar beneden, de grendels
op de deur, deze nacht komt er
geen mensch over den drempel
van mijn huis 1
als hier Nolens, Nolens, enz.
Maar opeens, daar klonk Piet
door de zaal.
„Kijken I" bulderde er plotse
ling iemand. Iedereen keek op,
het was Jan zonder Vrees. Daar
heb je de poppen aan 't dansen
dachten ze. Hier en daar kroop
er al een naar de dichtsbijzijnde
deur om bij de eerste de beste
kogel te maken dat hij weg
kwam.
„Kijken I" bulderde Jan nog
maals. Jullie kunnen den boel
wel voor den gek houden, want
voor heel die controle-commissie
geef ik geen cent
De secretaris keek eens bang
naar den burgemeester, wat hij
doen moest. De burgervader
keek voor zich en de wethou
ders knikten van „ja" om erger
te voorkomen en quasi-bibberend
gaf de secretaris het biljet aan
Jan ter inzage.
„Goed", bulderde Jan. Voor
uit maar. Daar ging het weer....
Jan, Jan, Jan.... Piet, klonk het
weer ineens. „Kijken 1" bulderde
weer Jan.
Weer hetzelfde spelletje, Jan,
Jan, Jan, ging het weer, Piet
weer in eens. „Kijken" 1 bulder
de Jan
Maar nu was het genoeg ge
weest, de burgemeester vloog
op van zijn stoel, op hetzelfde
oogenblik lag er een zware
legerrevolver naast hem op tafel
en voordat |an goed wist, wat
er gaande was, hoorde hij de
volgende woorden inzijnneger-
ooren suizen:
„Mijnheer, u bent de grootste
bandiet, de grootste vlegel, dien
ik ooit in mijn leven ontmoet
heb. Welk recht hebt u om de
stembiljetten in te zien, wij zijn
hier de controle-commissie. Je
handen niet bewegen, als 't je
belieft, of ik schiet je neer als
een hond!"
Ze stonden allemaal paf over
zooveel moed. Velen stonden op
het punt o.m te vluchten. Ze
voorzagen een bloedig gevecht,
met doodelijken afloop en een
kogel kan daarenboven dikwijls
raar verdwalen.
Maar Jan... verroerde zich
nietJan kende de klappen van
de zweep. Hij zag die blinkende
rovolver daar voor hem liggen,
de burgervader was een goed
scherpschutter, een kleine tegen-
sparteling en hij was een kind
des doods en lag op den grond
te bloeden als een mager var
ken....
Jan had nog geen zin om dood
le gaan, kroop heel wijselijk in
zijn schulp, maakte zijn excuus,
zeide dat hij dit niet wis! enz
Ziezoo nu zat de eerbied voor
het gezag er in.
Na deze roemrijke episode
ging de stemming verder kalm
door. Enfin, de einduitslag was,
dat de candidaten voor burge
meester, wethouders en gemeen
teraadsleden van de tegenpartij
met verpletterende meerderheid
uit de bus kwamen.
Algemeene blijdschap, het in
genieurtje draaide rond van
plezier, groot enthousiasme bij
de tegenpartij van Jan.
Maar helaas, juist dit enthou
siasme, werd hun noodlottig,
daardoor zagen ze 't voornaam-
Sir Richard wilde wegloopen
maar de dame hield hem tegen.
Vader, kalmeert eerst een
weinig, zeide zijhandel niet zóó
in deze opwinding. Hoort toch
eens welk een weer het huiten is,
de vensters rammelenen rinkelen
van de geweldigen stormwind. Op
uw doodsbed zult gij in wanhoop
en vertwijfeling uitbarsten bij de
gedachten: Ik heb een priester,
mijn bloed-eigen kind, bij zulk een
weer het vaderlijk huis ontzegd.
Lees toch dezen brief eens en ziet
hoe verheugd hij is en hoe hij
verlangt om na vele jaren van
afwezigheid eindelijk eens te kun
nen terugkeeren...
De grijsaard greep den brief uit
hare handen en wierp hem in de
knetterende vlammen van het
groote haardvuur.
Ook nog brieven, die ons
verraden riep hij heesch. Heb
ik hem dan gezegd, dal hij weg
moest gaan? Laat mij los, het
heil en de eer van onze familie
staat op het spel 1
Er staat nog veel meer op
het spel, antwoordde Lady Wor
thington vol waardigheid en heilig
vuur, het heit van uwe onsterfe
lijke ziel staat op het spel, Mylord
Hij rukte zich echter los en
wildeheengeen. Maar terzelfdertijd'
giug de deur open, de kleine John
kwam naar binnen en riep
Komt toch naar beneden in
sfe over hef hoofd, ril. dat de
uilslag nog niet officieel was
opgeteekend, bezegeld en op
gestuurd naar den President van
den Staat. Toen geschiedde het
wondertje....
Terwijl de tegenpartij nog
druk bezig was met lucht geven
aan hun geestdrift, had de se
cretaris in een minimum van
tijd (de formule was reeds klaar)
de namen ingevuld, bezegeld en
laten onderteekenen door den
burgemeester en de andere leden
van de controle-commissie....
Ze lachten eens fijntjes, toen
er plotseling bij een lid van de
tegenpartij een licht opging,
als een kat op een muis, sprong
hij naar het boek, greep het en
las, las, las, nogmaals, zette
oogen op als een koe, werd
bleeker, steeds bleeker, wierp
tenslotte het boek met een woes
ten slag op tafel en riep uit:
„Schurken, boever, smeerl
ze hebben ons bedrogen! Ze
hebben hun eigen candidaten
ingevuld achter onze stemmen,
we zijn verloren...! schiet ze kap...
steek ze onderste boven enz.
Als de bliksem op dit oogen
blik in de zaal was ingeslagen,
dan hadden de tegen partijers
niet meer kunnen schrikken dan
bij het hooren van die woorden.
Een geloei steeg op uit de
menigte, messen flikkerden, re
volvers dreigden, de menschen
buiten vluchten reeds weg en
de controle-commissie....?
De controle-commissie was op
alles voorbereid, ze zagen het
het gevaar, de secretaris greep
het boek en daar vloog heel de
commissie, met revolvers in de
hand, dreigend: „Op zij, of ik
schiet" door de menschen heen,
de straat op, renden naar het
postkantoor, gaven het boek af,
boek achter slot en liepen toen
wat ze konden naar een veilige
schuilplaats.
Ondertusschen een rumoer als
een oordeel in de zaal, de par-
tijgangers van den burgemeester
spatten naar alle kanten uileen
sprongen door ramen en deuren
en zelfs de eerste om uit de
ramen te springen, (de ramen
zijn in Brazilië erg laag bij den
grond, d.w.z. alleen van de
eerste verdieping) om een veilig
heenkomen te zoeken.
Een dokter van de tegenparti;
was nog het slimste. Hij raapte
alle stembiljetten bijeen, wierp
ze weer in de bus en ging er
met de heele stembus vandoor.
Edoch.... de bus was geopend
geweest, had geen waarde meer.
Zoo liep die bewuste stem
ming af, een klein beeld van de
politieke verwarring en strijd
middelen en dat bij een hitte
van ongeveer 90 graden.
Den volgenden morgen kwa
men ae kopstukken van de
tegenpartij bijeen en besloten
officieel te protesteeren bij den
president van den staat Minas,
waarbij zij behoorden.
De tegenpartij was echter niet
erg gezien bij de regeering,
kregen voor antwoord, dat her
ziening veel geld zou kosten,
enz., met andere woorden geld
dokken als 't u blieft, als ge
iets wilt bereiken.
Twee jaar lang bleven ze
dokken, maar toen ze zagen,
dat ze niets opschoten, gaven
ze er de brui van en toenkwam
al spoedig de beslissing van
den President, dat er niets aan
te doen was, maar dat hij hen
toch niet heelemaal teleur wilde
stellen en dat er daarom twee
leden van hun partij zitting
mochten nemen in den Raad,
hetheen zij natuurlijk weigerden.
Aldus eindigde de verkiezing,
die in Februari 1922 was be
gonnen, in Mei 1924, juist twee
jaar later. B B.
(Nadruk verbóden.)
lagmnisn MiMiellagn.
hal de mooie kerstliederen
hooren, die een vreemde man op
de luit speelt en zingt!
Hij is hel, zei Lady Wor
thington. Zij wist namelijk, dat
de priester als zanger verkleed zou
komen. In Engeland was het toen
ter tijd gewoonte, datergedurende
de Kerstnacht dikwijls zangers
van huis tot huis .trokken onder
het zingen van Kerstliederen.
Te laat....! klaagdeSir Richard,
hij is mijn huis| reeds binnen!
Weten de knechten, wie die zanger
is?
Niemand, behalve de oude
Tom, antwoordde de Lady.
Breng dan dien vreemden
man, zoo gauw als hij zijn lied
heeft uitgezongen, hier bij ons,
zei de grijsaard tegen den knaap.
Vol schrik zag het kind zijn
grootvader aan, dien hij nog nooit
zoo opgewonden had gezien en
ging heen om den vreemden zan
ger te halen.
Door de open deur klonken reeds
de heldere klanken van een volle
mooie mannenstem, welke met
eenvoudige, vrome uitdrukking de
volgende regels van een oud
Engelsch liedje zong:
De herders staan reeds op de wacht,
In het veld bij nacht en wind;
Daar noodigen hen deEnglenzacht,
Te gaan naar het pasgeboren Kind.
De zachte klanken van het
vrome herderslied vormden een
Nierkwalen maken u spoedig oud!
Het komt in den middelbaren
leeftijd en daarna maar al te vaak
voor, dat men last krijgt van rugpijn,
duizeligheid, zenuwpijnen en urine-
kwalen. Dit is gewoonlijk een gevolg
van overspanning der nieren het
zijn waarschuwingen van de nieren,
dat zij sinds lang hulp behoeven.
Want gedurende uw heele leven, dag
en nacht, werken de nieren om de
vergiften uit uw bloed te filtreeren.
Als zij hierin falen, kunnen ernstige
en diepgaande kwalen zich ontwik
kelen.
Urinezunr-zouten hoopen zich dan
in het bloed op, en vormen de
kristallen, die 'zenuwpijnen en rheu-
matiek veroorzaken; of wel wordt
een onvoldoende hoeveelheid water
aan het bloed onttrokken, waardoor
zich waterzuchtige zwellingen kunnen
vormen. Ook kunnen ontstaan blaas-
stoomissen, niersteen, niergruis, blaas
ontsteking, ischias, spit, vermagering,
zenuwachtigheid en gebrek aan
energie.
Vermijd de ontwikkeling dezer
verschijnselen. Wek de nieren op en
versterk ze met Foster's Rugpijn
Nieren Pillen. Dit specifieke nier
middel werkt rechtstreeks op de
oorzaak van uw kwaal, reinigt en
versterkt de nieren, lenigt de urine-
kanalen en regelt de werking der
blaas.
Zoowel mannen als vrouwen kun
nen baat vinden hij het gebruik van
Fosters's Rugpijn Nieren Pillen.
Verkrijgbaar (inglasverpakkingmet
geel etiket let hier vooral op) bij
apotheken en drogisten a f 1.75 per
flacon. 43
Ingekomen en vertrokken
personen
van 14 tot 31 Augustus
INGEKOMEN:
J, Beerkens, stucadoor, Oude Oos-
trumsche weg, van Udenhout;
C. Boekholt, koperslager, Groote
straat 24a, van Boxmeer;
A. P. Brands, verpleger, Stations
weg 14, van Bergen (L.)
Ch. W, J. Herten, idem, idem,
van Heerlen;
M. H, van Tegelen, idem, idem,
van Maasbree;
A. J. Cronenberg, idem, idem, van
Maasbree;
M. Cortselius, broeder, Leunsche
weg 1 van Sittard;
B. M. L. Op het Veld, klooster
zuster, St, Annalaan 5 van Gent;
A. M, Telen, coiffeur, Groote
straat 4, van Maasbree.
VERTROKKEN
M. W. H. Beterams, zonder be
roep, naar Echt;
P. A. Verfürth, verpleger, naar
Weeze, Wasserstr, 34;
W. P. J. Bakker en gezin, schei
kundige, naar Maastricht Prof. Schols
straat 40;
N. P. Goumans, zonder beroep,
naar Hoensbroek, Marktgravenstr. 3;
M. Pem, onderwijzeres, naar Den
Haag, Frankenslag 76;
E. J. Jacobs, zonder beroep, naar
Vechel;
P. J. Hendriks en gezin, arbeider,
naar Venlo, Zuidsingel 66;
schrille tegenstelling met de stem
ming, waarin de vader van den
zanger dit lied aanhoorde; maar
toch bleven zij niet zonder eenige
weerklank in het hart van den
ouden man. De grijsaard echter,
wiens ziel zich met duizend kete
nen aan deze aarde had vast-
gesmeed, onderdrukte met alle
geweld die korte opwekking der
genade en toen het lied geëindigd
was, zuchtte hij diep en zeide
somber voor zich uitstarend:
Ik kan niet anders... hij moet
weg uit mijn huis...
Voetstappen klonken naderbij
en een oogenblik later stonden
vader en zoon tegenover elkander.
Met de vreugde van het weer
zien op zijn open, edel gelaat ging
de zoon den vader tegemoet; maar
een enkele blik op de bleeke,
sombere trekken van zijn vader,
zeide hem genoeg. De armen,
welke zich geopend hadden om
zijn vader te ontvangen, zonken
wede om terug, een smartelijke
trek kwam om de fijn-besneden
mond van den jeugdigen priester,
toen hij zeide
Wordt vervolgd.