Tweede Blad van „PEEL EN MAAS" Uit Vanray's Archieven Grootvader en kleinzoon. FEUILLETON Een Burgemeesters verkiezing in Brazilië ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1929 Vijftigste Jaargang No. 36 door A. F. VAN BEURDEN. XII Vreemde roovers in Venray. Gyskens, de maire van Ven ray, berichtte 26 Brumaire 1802, het volgende aan den prefect Dorsch: Den 27 Vendemiaire trad de maire in onderhandeling met den ontvanger der douanen, Delahaye, om de goederen, die zich in het depot bevonden, in een verzekerde plaats te brengen, en gelastte bovendien de nacht wachten goed toe te zien en dienst te doen, wijl men voor een aanval op het depot be ducht was. Men verdubbelde zelfs de wachten. Aan de grenzen vormden zich benden, om, zooals men zeide, hier te gaan rooven. De ontvanger geloofde de ge ruchten niet. De wachten sur veilleerden en keerden om 4 's morgens terug, terwijl de adjunct-maire Manders toezag. Plosteling ontstond er een groot gerucht, men schoot van alle kanten. De inwoners liepen toe, om hulp te brengen, maar alle straten waren afgezet door roovers, met zwartgemaakte ge zichten, gewapend met geweren en pistolen, terwijl de burgerij slechts stokken had en toe schouwer moest blijven. Voor de kerk stond een wacht der roovers, zoodat men de brand- of noodklok niet kon luiden. Er waren minstens 70 roovers, van wie 15 te paard. Het depot werd leeg gehaald, nadat men den ontvanger mis handeld had en neergeslagen. De twee deuren van het bu reau der douanen, naast de wo ning van den Ontvanger, waren ingeslagen met een stuk hout en een hamer. Men bleef maar steeds aan 't vuren. De douaniers vuurden ook terug, maar 't was te donker om te mikken. Niemand durfde meer uitgaan. Al wat men weggehaald had, had men over de grenzen naar Hollandsch gebied (Noordbra bant) gebracht. De goederen waren door de douanen in beslag genomen van de Brabantsche en vreemde smokkelaars, die op het Ba- taafsche grondgebied verbleven, waarop men ze ook later niet kon achterhalen. Wel werden er heel spoedig na den overval soldaten geplaatst. 1803. 16 Frimaire werd door den generaal Auguste Ja- cobi Triguy bevolen, dat een sergeant, een korporaal en 18 man naar Venray zouden gaan, Ier beschikking van den luitenant Antoine der gendarmerie, om alle doortrekkende vreemden te visiteeren. Zij werden in Venray inge kwartierd in een daarvoor door de gemeente beschikbaar te ^Treffend historisch-romantisch ■verhaal uit de tijden van de Katholieken-vervolging in Enge land onder koningin Elizabeth). Vrij naar het Duitsch door B.B. 4. En het woord van dien karakter- loozen markies, die om politieke redenen viermaal van godsdienst verwisselde, wil een Worthington zich tot lijfspreuk kiezen vroeg de Lady verbaasd. Mylord, de diepe zin van heel uw redeneering is zeer treurig. Gij zijt dus besloten om in de toe komst de protestantsche eeredien sten bij te wonen, maar weet wel, dat dit met geloofsafval gelijk staat. Zeker, zoo zal men het uit leggen. Maar, wie drijft mij dan tot deze stap? Ziet, tegen een goed stuk geld hebben de predikanten en die heeren van Wigan ons tot nog toe met rust gelaten. Maar laat me nu de Overste van de land rechters van Lancashire een eigen stellen huis. Deze wacht hielp wel, want de roovers waagden zich nu niet meer op Venraysch ge bied. ui. 5LOT. Daar stonden ze de kiezers in de groote zaal van het gemeen tehuis. Van alle kanten rondom het stadje waren ze gekomen, te voet, te paard, per ezel, per ossenkar, sommigen zelfs met vrouw en kind, ofschoon er daar heel wijselijk nog geen vrouwenkiesrecht bestaat. Die zijn toch al politiek genoeg, zeggen ze. Daar stonden ze, blanken, half bruinen, heel bruinen, half zwarten, rasnegers, alles in bonte mengeling dooreen, maar toch scherp gescheiden in twee partijen. Gewone boeren, met de zweep nog in de hand, groote sporen aan- de bloote voeten, zoo pas van het paard gesprongen; bur gers, notabelen, apothekers, dokters, grondbezitters, ingeni eurs, burgemeester, gemeente raad, van alles was er reeds aanwezig des morgens om tien, elf uur. Daar stonden ze als twee vijandelijke inboorlingen-stam men tegenover elkaar, tot aan de tanden gewapend. Men zag geen wapen en toch iedereen wist, dat alles gewa pend liep uit angst en zucht tot zelfbehoud. Kalm, koel, diep-berekend, somber dreigden de donkere blikken voor zich uit. Een zacht geroezemoes ruischfe door de zaal, niemand durfde zijn stem hard verheffen, men voelde het, er konden dooden vallen, een enkel vonkje en de vlam zou hoog oplaaien. |aren lang waren de gemoe deren opgehitst, felle ingehou den woede flikkerde achter die koelberekende, sombere, git zwarte oogen. Den avond tevoren hadden ze nog een optocht gehouden met vlammende fakkels, luid had de tegenpartij de triomf uitgeroepen, waar ze den vol genden dag zeker van meenden te zijn. Om de partij van den burge meester nog meer vrees aan te jagen, hadden ze, waarschijnlijk op aanstoken van het ingenieur- tje, een „Capanga", laten komen uit de binnenlanden. Capanga's zijn levensbeschermers, die alle zwakkelingen, angstigen en be dreigden de verzekering geven, dat ze er voor zullen zorgen, dat hun beschermeling geen kogel krijgt, of ook maar een haar op zijn hoofd gekrenkt wordt. Ze verschillen dus in zooverre van de levensverzekering, dat re de menschen verzekeren bij hun leven en niet bij hun dood. Meestal zijn die heeren erg groot, kijken woest en slim, handig schrijven van den Staats secretaris Lord Burleigh ontvan gen, met de aankondiging, dat mijn zoon als Roomsch priester den bodem van Engeland heeft betreden en tevens de ópdracht krijgen een waakzaam oog te houden op den vader van dien hoogverrader. Ik heb altijd zoo'n voorgevoel gehad, dat Thomas de ongeluksster van ons huis zou worden. Sinds den dag, dat hij Oxford verliet om aan gene zijde van het Kanaal (in Frankrijk) in het Seminarie van Douay te treden, hetwelk uw heerbroeder daar ge slicht heeft vlak voor den neus van onze koningin, als het ware om haar te hoonen, alsof ze al niet genoeg is aangehitst... sinds dien dag vreesde ik altijd, dat Thomas nog een keer zoo waan zinnig zou zijn om hier naar toe te komen en ons allen in zijn bloedig noodlot te verstrikken. De straf van hoogverraad hangt niet alleen boven hem, maar ook boven allen, die hem hulp eu onderdak verleenen, ja zelfs boven al degenen, die hem niet aan het ge recht overleveren. Ook Lady Worthington voelde zich zwaar te moede bij het hooren var. die woorden; haar hartkromp in een bij de gedachte, dat de zoon over wien de grijsaard sprak, elk oogenblik hier binnen kon komen zij sidderde en beefde. Zij moest Ioopen zwaar gewapend en hebben over het algemeen de faam, dat ze een half dozijn moorden op hun geweten heb ben, echte Jantjes zonder Vrees, waar eenieder bang voor is. Zulk een Jantje zonder Vrees was er dan ook (tij tegenwoor dig en het ingenieurtje stond natuurlijk vlak bij hem. De partij van den Burgemees ter was verreweg in de minder heid, hield zich kalm, deed juist alsof er nrets bijzonders aan de hand was De burgemeester zat aan de groene tafel, naast hem de secretaris en de wethouders. De secretaris vooral, (zooals wel eens meer gebeurd) ging door voor de groote slimmerik, die eigenlijk de touwtjes in handen had. Het komiekste van het geval was, dat ofschoon de tegenpar tij veel sterker was, de minder heid toch nog de lakens uit deelde, terwijl regelings- en con trole-commissie vormde en ten slotte alleen gewettigd den uit slag in het grootboek op te schrijven, bezegelen, opsturen enz. Alleen datgene, wat er in het boek bezegeld en onder teekend was door burgemees ter en wethouders, werd door de regeering erkend. Het uur van de stemming was dan eindelijk aangebroken. De burgemeester rijst op van zijn zetel en kondigt aan, dat het uur van stemmen is aangebroken Hij belooft, dat de stemming hoogst ernstig zal gaan en dat de controle-commissie zal han delen volgens plicht en geweten. De stemming begon. Iedereen liep naar een hokje, stemde, kwam er uit, beloerd en be keken door de tegenovergestelde partij. Het begin verliep heel kalm en er viel niets op te zeggen. De kiezers liepen niet weg, maar gingen weer terug naar hun plaats of bleven in de na bijheid. Allen wilden getuigen zijn van den afloop. De stemming eenmaal afge- loopen, kondigde de burgemees ter aan, dat de telling over een half uur zou beginnen. Ze knikten allemaal van ja, da's goed, maar niemand ging heen. Met ware Argus-oogen hielden die van de tegenpartij hun blikken op de stembus ge vestigd.... Daar zat het in, hun overwinning....! Jan zonder Vrees bleef zwaar gewapend vlak bij de stembus staan, gereed om bij de eerste de beste verdachte beweging van de controle-commissie er op in te kogelen. Maar er gebeurde alweer niets. Eindelijk werd de stembus plechtig geopend, algemeene spanning, een onpartijdige haal de de stembiljetten er uit en de telling begon. De secretaris opende de bil jetten met een heel ernstig ge zicht, las den uitslag voor en burgemeester en wethouders controleerden ze. Voor het gemak zullen we den candidaat van de tegenpar tij Jan noemen en die van den burgemeester Piet. Jan, Jan, Jan, klonk het, krek den ouden man er toch langzamer hand op voorbereiden en daarom vroeg zij met angstvolle ingehou den stem En als uw zoon deze nacht nog naarBlainseo Hall zou komen wat zoudt gij dan doen? Wat ik doen zou...? Bij God in den Hemel, dat weet ik nog niet, maar hij mag hier geen uur in huis blijven 1 Toen vloog er plotseling een gedachte door het hoofd van den ouden vader; hij sprong van zijn stoel, greep krampachtigde handen van zijn schoondochter vast en riep Lady, bij de liefde van God, het is toch die priester niet, die hier vannacht op dit altaar Mis zou komen lezen Ja, toch wel, mylord, op dit altaar wil uw zoon voor de eerste keer in het vaderlijk huis de H. Mis opdragen, ik verwacht hem elk oogenblik. Hoe, wat... riep de oude man en sloeg zich voor het voorhoofd. Hebt gij soms heel dit spel op touw gezet? Krijgen jullie vrou wen dan nooit vorstand? Stapel- fek zijn ze 1 Als de gerechts- ienaars, die hem reeds op het spoor zijn,nu eens hier kwamen? Ik moet naar beneden, de grendels op de deur, deze nacht komt er geen mensch over den drempel van mijn huis 1 als hier Nolens, Nolens, enz. Maar opeens, daar klonk Piet door de zaal. „Kijken I" bulderde er plotse ling iemand. Iedereen keek op, het was Jan zonder Vrees. Daar heb je de poppen aan 't dansen dachten ze. Hier en daar kroop er al een naar de dichtsbijzijnde deur om bij de eerste de beste kogel te maken dat hij weg kwam. „Kijken I" bulderde Jan nog maals. Jullie kunnen den boel wel voor den gek houden, want voor heel die controle-commissie geef ik geen cent De secretaris keek eens bang naar den burgemeester, wat hij doen moest. De burgervader keek voor zich en de wethou ders knikten van „ja" om erger te voorkomen en quasi-bibberend gaf de secretaris het biljet aan Jan ter inzage. „Goed", bulderde Jan. Voor uit maar. Daar ging het weer.... Jan, Jan, Jan.... Piet, klonk het weer ineens. „Kijken 1" bulderde weer Jan. Weer hetzelfde spelletje, Jan, Jan, Jan, ging het weer, Piet weer in eens. „Kijken" 1 bulder de Jan Maar nu was het genoeg ge weest, de burgemeester vloog op van zijn stoel, op hetzelfde oogenblik lag er een zware legerrevolver naast hem op tafel en voordat |an goed wist, wat er gaande was, hoorde hij de volgende woorden inzijnneger- ooren suizen: „Mijnheer, u bent de grootste bandiet, de grootste vlegel, dien ik ooit in mijn leven ontmoet heb. Welk recht hebt u om de stembiljetten in te zien, wij zijn hier de controle-commissie. Je handen niet bewegen, als 't je belieft, of ik schiet je neer als een hond!" Ze stonden allemaal paf over zooveel moed. Velen stonden op het punt o.m te vluchten. Ze voorzagen een bloedig gevecht, met doodelijken afloop en een kogel kan daarenboven dikwijls raar verdwalen. Maar Jan... verroerde zich nietJan kende de klappen van de zweep. Hij zag die blinkende rovolver daar voor hem liggen, de burgervader was een goed scherpschutter, een kleine tegen- sparteling en hij was een kind des doods en lag op den grond te bloeden als een mager var ken.... Jan had nog geen zin om dood le gaan, kroop heel wijselijk in zijn schulp, maakte zijn excuus, zeide dat hij dit niet wis! enz Ziezoo nu zat de eerbied voor het gezag er in. Na deze roemrijke episode ging de stemming verder kalm door. Enfin, de einduitslag was, dat de candidaten voor burge meester, wethouders en gemeen teraadsleden van de tegenpartij met verpletterende meerderheid uit de bus kwamen. Algemeene blijdschap, het in genieurtje draaide rond van plezier, groot enthousiasme bij de tegenpartij van Jan. Maar helaas, juist dit enthou siasme, werd hun noodlottig, daardoor zagen ze 't voornaam- Sir Richard wilde wegloopen maar de dame hield hem tegen. Vader, kalmeert eerst een weinig, zeide zijhandel niet zóó in deze opwinding. Hoort toch eens welk een weer het huiten is, de vensters rammelenen rinkelen van de geweldigen stormwind. Op uw doodsbed zult gij in wanhoop en vertwijfeling uitbarsten bij de gedachten: Ik heb een priester, mijn bloed-eigen kind, bij zulk een weer het vaderlijk huis ontzegd. Lees toch dezen brief eens en ziet hoe verheugd hij is en hoe hij verlangt om na vele jaren van afwezigheid eindelijk eens te kun nen terugkeeren... De grijsaard greep den brief uit hare handen en wierp hem in de knetterende vlammen van het groote haardvuur. Ook nog brieven, die ons verraden riep hij heesch. Heb ik hem dan gezegd, dal hij weg moest gaan? Laat mij los, het heil en de eer van onze familie staat op het spel 1 Er staat nog veel meer op het spel, antwoordde Lady Wor thington vol waardigheid en heilig vuur, het heit van uwe onsterfe lijke ziel staat op het spel, Mylord Hij rukte zich echter los en wildeheengeen. Maar terzelfdertijd' giug de deur open, de kleine John kwam naar binnen en riep Komt toch naar beneden in sfe over hef hoofd, ril. dat de uilslag nog niet officieel was opgeteekend, bezegeld en op gestuurd naar den President van den Staat. Toen geschiedde het wondertje.... Terwijl de tegenpartij nog druk bezig was met lucht geven aan hun geestdrift, had de se cretaris in een minimum van tijd (de formule was reeds klaar) de namen ingevuld, bezegeld en laten onderteekenen door den burgemeester en de andere leden van de controle-commissie.... Ze lachten eens fijntjes, toen er plotseling bij een lid van de tegenpartij een licht opging, als een kat op een muis, sprong hij naar het boek, greep het en las, las, las, nogmaals, zette oogen op als een koe, werd bleeker, steeds bleeker, wierp tenslotte het boek met een woes ten slag op tafel en riep uit: „Schurken, boever, smeerl ze hebben ons bedrogen! Ze hebben hun eigen candidaten ingevuld achter onze stemmen, we zijn verloren...! schiet ze kap... steek ze onderste boven enz. Als de bliksem op dit oogen blik in de zaal was ingeslagen, dan hadden de tegen partijers niet meer kunnen schrikken dan bij het hooren van die woorden. Een geloei steeg op uit de menigte, messen flikkerden, re volvers dreigden, de menschen buiten vluchten reeds weg en de controle-commissie....? De controle-commissie was op alles voorbereid, ze zagen het het gevaar, de secretaris greep het boek en daar vloog heel de commissie, met revolvers in de hand, dreigend: „Op zij, of ik schiet" door de menschen heen, de straat op, renden naar het postkantoor, gaven het boek af, boek achter slot en liepen toen wat ze konden naar een veilige schuilplaats. Ondertusschen een rumoer als een oordeel in de zaal, de par- tijgangers van den burgemeester spatten naar alle kanten uileen sprongen door ramen en deuren en zelfs de eerste om uit de ramen te springen, (de ramen zijn in Brazilië erg laag bij den grond, d.w.z. alleen van de eerste verdieping) om een veilig heenkomen te zoeken. Een dokter van de tegenparti; was nog het slimste. Hij raapte alle stembiljetten bijeen, wierp ze weer in de bus en ging er met de heele stembus vandoor. Edoch.... de bus was geopend geweest, had geen waarde meer. Zoo liep die bewuste stem ming af, een klein beeld van de politieke verwarring en strijd middelen en dat bij een hitte van ongeveer 90 graden. Den volgenden morgen kwa men ae kopstukken van de tegenpartij bijeen en besloten officieel te protesteeren bij den president van den staat Minas, waarbij zij behoorden. De tegenpartij was echter niet erg gezien bij de regeering, kregen voor antwoord, dat her ziening veel geld zou kosten, enz., met andere woorden geld dokken als 't u blieft, als ge iets wilt bereiken. Twee jaar lang bleven ze dokken, maar toen ze zagen, dat ze niets opschoten, gaven ze er de brui van en toenkwam al spoedig de beslissing van den President, dat er niets aan te doen was, maar dat hij hen toch niet heelemaal teleur wilde stellen en dat er daarom twee leden van hun partij zitting mochten nemen in den Raad, hetheen zij natuurlijk weigerden. Aldus eindigde de verkiezing, die in Februari 1922 was be gonnen, in Mei 1924, juist twee jaar later. B B. (Nadruk verbóden.) lagmnisn MiMiellagn. hal de mooie kerstliederen hooren, die een vreemde man op de luit speelt en zingt! Hij is hel, zei Lady Wor thington. Zij wist namelijk, dat de priester als zanger verkleed zou komen. In Engeland was het toen ter tijd gewoonte, datergedurende de Kerstnacht dikwijls zangers van huis tot huis .trokken onder het zingen van Kerstliederen. Te laat....! klaagdeSir Richard, hij is mijn huis| reeds binnen! Weten de knechten, wie die zanger is? Niemand, behalve de oude Tom, antwoordde de Lady. Breng dan dien vreemden man, zoo gauw als hij zijn lied heeft uitgezongen, hier bij ons, zei de grijsaard tegen den knaap. Vol schrik zag het kind zijn grootvader aan, dien hij nog nooit zoo opgewonden had gezien en ging heen om den vreemden zan ger te halen. Door de open deur klonken reeds de heldere klanken van een volle mooie mannenstem, welke met eenvoudige, vrome uitdrukking de volgende regels van een oud Engelsch liedje zong: De herders staan reeds op de wacht, In het veld bij nacht en wind; Daar noodigen hen deEnglenzacht, Te gaan naar het pasgeboren Kind. De zachte klanken van het vrome herderslied vormden een Nierkwalen maken u spoedig oud! Het komt in den middelbaren leeftijd en daarna maar al te vaak voor, dat men last krijgt van rugpijn, duizeligheid, zenuwpijnen en urine- kwalen. Dit is gewoonlijk een gevolg van overspanning der nieren het zijn waarschuwingen van de nieren, dat zij sinds lang hulp behoeven. Want gedurende uw heele leven, dag en nacht, werken de nieren om de vergiften uit uw bloed te filtreeren. Als zij hierin falen, kunnen ernstige en diepgaande kwalen zich ontwik kelen. Urinezunr-zouten hoopen zich dan in het bloed op, en vormen de kristallen, die 'zenuwpijnen en rheu- matiek veroorzaken; of wel wordt een onvoldoende hoeveelheid water aan het bloed onttrokken, waardoor zich waterzuchtige zwellingen kunnen vormen. Ook kunnen ontstaan blaas- stoomissen, niersteen, niergruis, blaas ontsteking, ischias, spit, vermagering, zenuwachtigheid en gebrek aan energie. Vermijd de ontwikkeling dezer verschijnselen. Wek de nieren op en versterk ze met Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Dit specifieke nier middel werkt rechtstreeks op de oorzaak van uw kwaal, reinigt en versterkt de nieren, lenigt de urine- kanalen en regelt de werking der blaas. Zoowel mannen als vrouwen kun nen baat vinden hij het gebruik van Fosters's Rugpijn Nieren Pillen. Verkrijgbaar (inglasverpakkingmet geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f 1.75 per flacon. 43 Ingekomen en vertrokken personen van 14 tot 31 Augustus INGEKOMEN: J, Beerkens, stucadoor, Oude Oos- trumsche weg, van Udenhout; C. Boekholt, koperslager, Groote straat 24a, van Boxmeer; A. P. Brands, verpleger, Stations weg 14, van Bergen (L.) Ch. W, J. Herten, idem, idem, van Heerlen; M. H, van Tegelen, idem, idem, van Maasbree; A. J. Cronenberg, idem, idem, van Maasbree; M. Cortselius, broeder, Leunsche weg 1 van Sittard; B. M. L. Op het Veld, klooster zuster, St, Annalaan 5 van Gent; A. M, Telen, coiffeur, Groote straat 4, van Maasbree. VERTROKKEN M. W. H. Beterams, zonder be roep, naar Echt; P. A. Verfürth, verpleger, naar Weeze, Wasserstr, 34; W. P. J. Bakker en gezin, schei kundige, naar Maastricht Prof. Schols straat 40; N. P. Goumans, zonder beroep, naar Hoensbroek, Marktgravenstr. 3; M. Pem, onderwijzeres, naar Den Haag, Frankenslag 76; E. J. Jacobs, zonder beroep, naar Vechel; P. J. Hendriks en gezin, arbeider, naar Venlo, Zuidsingel 66; schrille tegenstelling met de stem ming, waarin de vader van den zanger dit lied aanhoorde; maar toch bleven zij niet zonder eenige weerklank in het hart van den ouden man. De grijsaard echter, wiens ziel zich met duizend kete nen aan deze aarde had vast- gesmeed, onderdrukte met alle geweld die korte opwekking der genade en toen het lied geëindigd was, zuchtte hij diep en zeide somber voor zich uitstarend: Ik kan niet anders... hij moet weg uit mijn huis... Voetstappen klonken naderbij en een oogenblik later stonden vader en zoon tegenover elkander. Met de vreugde van het weer zien op zijn open, edel gelaat ging de zoon den vader tegemoet; maar een enkele blik op de bleeke, sombere trekken van zijn vader, zeide hem genoeg. De armen, welke zich geopend hadden om zijn vader te ontvangen, zonken wede om terug, een smartelijke trek kwam om de fijn-besneden mond van den jeugdigen priester, toen hij zeide Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5