Tweede Blad van „PIEL EN MAAS" Uit Venray's Archieven. Grootvader en kleinzoon. FEUILLETON. v Kampioen. Arme kindertjes! ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1929 Vijftigste Jaargang No. 34 door A. F. VAN BEURDEN. Oirlo en de Kerk. Oirlo is een oud dorp, en was al vroeg als parochie afgescheiden van Venray. De naam ziet er ook oud uit. Wanneer men op het spraakgebruik let, waarbij men het dorp sOeldere", samengetrokken uit Oelderloo of plaats of bosch met »oelen" of wilgen bezet, dan zou men zich met die verklaring wel kuunen vereenigtn Naamsduidingen zijn moeilijk en gevaarlijk. Geysteren bijvoorbeeld kan men afleiden van geest, dus van weide, maar sommigen p'eiten ook voor Cas trum Romeinsche legerplaats en trachten dit te bewijzen uit de ligging aan de Maas on het vinden van Ro meinsche oudheden, zooals men dat weet van Bla^iacum Blerick en Castellum Kessel. Een dertig jaar geleden was Oirlo nog weinig buiten de Venraysche om geving bekend Het lag ver verwijderd van alle wereldsch gewoel en de be woners deden in landelijk zwoegen bij eenvoudig leven hun werk De weg er heen was slecht en kronkelend. Maar die rust werd plotseling verbroken. De pers had reeds lang gemeld dat er een spoorweg aangelegd zou worden van Venlo naar Nijmegen, de Kamers waren er al in gehoord, maar daar alle goede dingen in Nederland lang zaam komen, had het landvolk er zich nog weinig van aangatrokken Het was wel eena een keer des Zondags na de Hoogmis in de herberg besproken, maar dan ook weer in ruste terugge zonken. Tot op een goeden morgen de voor boden verschenen van de nieuwe lijn. Er kwamen landmeters met allerlei instrumenten, en de werklieden plaats ten hooge bakens in een lange lijn of in de as, die da richting zouden aan geven. De lijn liep een driehonderd meter ten Oosten van de kerk door het veld en liep dan door wei en bosch, door struikhout, heide, heuvel en zandberg op Oo8trum aan. Strooken bosch ver dwenen, men effende de baan, dolf slooten met mooie schuine kanten, sloeg ijzeren brugjes over de beeken en toen er een tweeden nieuwen jaar kring verscheen, stoi.den d8 boeren met verbazing naar den eersten trein te loeren, die voorbijsnelde Want een halle was er toen nog niet. Maar ook de reizigers keken ver baasd naar hel stille dorp, dat daar met zijn bescheiden hoeven en huizen zijn oude kerk tusschen de korenvelden en boomgaarden lag. Later kreeg Oirlo door het ijverig werken van wijlen meester de Ponti en anderen een station, een eierpak plaats en meer moderne zaken, terwijl het dorp zich door bijbouw beduidend uitbreidde. Het doip is ontstaan op eene ont ginning, die omsloten werd door moe rassen als het Sumes, het laag Riebroek, de Blackt en door zandduinen als het hoog Riebroek, de Versen en de Oos trumsche heide. De kerk is in 1300 gebouwd en evenals de kerk van Lotlum aan de H Gerlrudis gewijd. Ze is in eenvou digen gothieken stijl opgetrokken en later in onzen lijd gerestaureerd. De kerk werd den 17 October 1668 door den vicaris generalis van Oeveren be zocht. Pastoor was Gornelis Janssens uit Blerick. De pastorie stond op hel kerkhof en heeft een tuin. De visitator zegtVincentius Baron Schellardt van Obbendorp, heer van (Treffend historisch-romantisch verhaal uit de tijden van de Katholieken vervolging in Engeland onder koningin Elizabeth). Vrij naar het Duitsch door B.B. Wat is er hier aan de hand? vroeg Sir Richard, hoed en mantel af werpend. Waartoe dienen al die toebereidselen? De tafel werd gedekt voor eenige gasten, welke wij heden nacht ver wachten, antwoordde Tom werktuigelijk. Voor gasten...? En wat voor een feest wordt er dan hier buiten mijn weten gevierd? vroeg de oude Heer, terwijl de ader op zijn voorhoofd bedenkelijk begon te zwellen. Het hoogfeest van Christus geboorte Mylord en de jongen Heer zou deze nacht zijn eerste H. Communie doen Mylady wilde eenige bevriende families uit den omtrek in alle stille er hij uitnoodigen, verklaarde Tom met schrik de opvlammende toorn van zijn ouden Heer Bemerkend. Zoo, werkelijk, nu nog mooier en heeft men mij daarom naar Bradshaw Hall gestuurd 1 Openlijk Kerstfeest, Mis en Communie, dat in tijden als deze het is om waanzinnig te worden 1 En hij stiet met zijn voet zoo hard op de ateenen plavuizen, dat de sporen aan Geijsteren, is vergever der pastorie. De tienden worden gedeeld door den Pas toor van Geijsteren en het Kapittel der Roermondsche Kathedraal. Er zijn (1668) 200 communiceerenden en geen andersdenkenden. Het doopvont is van steen en is gesloten met een metalen deksel. Naast het Hoogaltaar zijn er altaren: lo. van Sint Anthonius, onder houden door het schuttersgilde van St Antoon 2o. van St. Anna en St Ca tharina. Da school en kosterij staan ook op het kerkhof. De kapelaan houdt school. De molen staat in het gehucht Klein Oirlo. Bij de parochie Oirlo behoort eene bijkerk of kapel, gewijd aao Sint Mathias te Castenray of Castelre. De kapel te Castenray bezit een zeer oud koor, terwijl daaraan in 1804 een grootere kapel gezet werd, die vooreen twintigtal jaren door een ruimer golhiek gebouw is vervangen bouwmeester C. Franssen te Roermond. Op korten afstand van de kapel ligt de scheiding van Venray en Horst, die door de bepk en weiden loopt. Daar lag op Horater grondgebied het gericht, waar men de misdadigers aan de galg hing. V Van Castenray op Venray aan ligt de zoogenaamde Gekkendijk, een stuk dijk voor een honderd jaar gelegd als weg van Castenray regelrecht op Venray Onwijze bestuurders, die, toen men al een eind ver gekomen was, eerst in zagen dat de dijk hoe langer hoe hooger zou moeten worden en hoe langer hoe meer geld kosten, als men 't zóó door zette Men besloot toen hem eenvoudig te laten liggen. Het volk noemde hem den Gokkendijk. De dijk ia voor een groot deel weer geslecht, maar op de kaarten ziet men nog het verloop. (Wordt vervolgd) 'n Prima doublé armbandhorloge Ge moogt kampioen zijn in 't loopen, fietsen, vliegen, zwemmen of boksen, ge moogt half dood uit den wedstrijd komen, zijt ge kampioen, dan wordt ge gekiekt in alle mogelijke houdingen, met en zonder hoed, met en zonder boordje als men durfde zou men je levend vernissen, of opzetten gij zij1 kampioen. En nochtans, wat hebt gij gedaan voor Je eer en voor het welzijn van het menschdom; voor den vooruitgang en voor de beschaving? Wat wint de wereld erbij als ergens een dwaas hot acht dagen kan uithouden zonder eten, of als iemand drie dagen aan een stuk kan blijven dansen, of als een gewei denaar zijn tegenstrever, bij de eerste round, het bloed uit zijn oogen kon boksen. En onderwijl zitten geleerde uitvinders ergens in 'n stil laboratorium dag en nacht te zoeken naar het geneesmiddel tegen kanker en tering; groote schrij vers en kunstenaars zitten armoe te lijden op een zolderkamertje; missio narissen vallen van uitputting onder de doodende stralen van de evenaars zon en onder de lasten van hun beschavings zending; ziekenzusters zitten dag en nacht te waken bij het bed van lijdende menschenkinderen, of geven hun liefde ten beste voor de verzorging van ver laten ouderlingen broeders van liefde gebruiken hun jonge kracht in de verzorging van arme krankzinnigen kloosterzusters bidden en boeten dag en nacht voor het heil van het zondige menschdom. Maar wie kent ze? Wie denkt aan deze stille helden Wie zou ze toejuichen, ze danken, ze be wonderen??? En is hun stille leven niet veel schooner en nuttiger dan dat der sportmannen? zijn rijachoenen er van rinkelden. Wie zijn de uitgenoodigden vroeg hij den knecht, die geheel verschrokken hun namen noemde. Oogenblikkelijk moeten eenige knechten te paard springen en de uit noodiging gaan afzeggen E k oogenblik ben ik een... een huiszosking te wach ten. Waar is Lady Worthington In de blauwe kamer op den hoek van het gebouw, Mylord, zei Tom en keek verbluft zijn Heer na, die heftig slappend dwars door de hal naar de aangewezen deur stapte. Ik had er toch al zoo'n voorgevoel van, dat er iets lusschenbeiden zou komen, zuchtte Tom, zulk een feest zou al te mooi geweest zijn voor de tegen woordige lijd. Mijn God, wat zal de goede vrouw schrikken en als zijn zoon nu dadelijk ook nog komt. ik durf er bijna niet aan denken. Hij is in staat zijn eigen kind, al is het een priester, uit angst voor de vervolgers het huis uit te jagen. Schuddend met zijn hoofd keek Tom nog eens naar die mooi gedekte tafel en zuchtte: Alles tevergeefs 1 Toen ging hij heen om de knechten te waarschuwen, dat zij de uitnoodigin- gen moesten gaan afzeggen. Lady Worthirgton, de schoondochter van den ouden Heer vermoedde niet in het minst, wat haar boven het hoofd hing. Terwijl bovengenoemde scène zich afspeelde tusachen Tom en zijn meester, was de Lady met haar zoon John, een flinke, frissche jongen van ongeveer elf jaar, druk bezig het altaar te versieren voor het langverwachte feest. De dame trok van een uit kost Een ware geschiedenis uit Rutland's donkerste dsgen. Het was nog donker toen ik boven op de balken in een oude, halfvervallen korenschuur lag en mij voor de benden der patrouilleerende Bolsjewieken ver borgen hield. Ik had nog tijd om 't aanbreken van den morgen af te wachten. Moe en uitgeput lag ik onder ean halfvergane korenschoof 8n peinsde, plotseling vernam ik het geluid van fijne, sidderende kinderstemmen, die beneden van den dorschvloer in mijn ooren doordrongen. Ik boog mij zoover mogelijk uil mijn schuilhoek naar voren, maar kon niemand ontdekken. Ik kon alleen de richting raden, waar het geluid vandaan kwam. Terwijl ik er over nadacht, hoe die kinderen hier toch wel in die half vervallen koren schuur terecht konden komen en waar om ïij hierheen hun toevlucht genomen hadden, vernam ik plotseling weer het bevend stemmetje van een der kleinen »Neen Wasjs, zich verdrinken, dat is veel erger. Bij ons in het dorp was er een meisje dat zich tweemaal heeft willen verdrinken. Een keer beproefde zij het zelfs 's nachts. Maar het lukte haar niet. Beide keeren hebben visschers haar uit het water getrokken. O, Wasja wanneer n»en ons uit het water trekt, en uitlevert dan slaat men ons dood Neen, Wasja, dat gaat niet... Zich ophangen dat is veel beter... Niemand ziet het en niemand levert ons dan uit... 2>0, Borja, ik durf geen touw om mijn hals te knoopen, nee, dat niet, ik ben zoo bang! In het water springen dat gaat veel beter. Als er niemand te zien is, binden we een steen aan ons been dat doet men bij ons in hel dorp ook, wanneer men honden of katten verdrink^ en dan kan m6n ons niet uit het water trekken. Eerst moeten we echter goed rond kijken of er geen visschers in den omtrek te zien zijn en dan springen we tegelijk in he* water". >0 God, ik kan zoo niet langer leven,' hoorde ik hetzelfde teere stemm3tje weer klagen. Op deze woorden volgde een diepe zucht, een zucht die tot in het diepste van m'n ziel doordrong, ik voelde mij hevig ontsteld, mijn hart dreigde te breken bij het aanhooren van zulke wanhopige woorden uit die kindermondjes. Hel werd lichter, langzamerhand brak de morgen door de duisternis van den nacht. Ik spande mijn oogen tot hel uiterste in, en, daar zag ik beneden in een hoek gedrukt, twee jongens staan De een kon wél 13, de andere ongeveer 10 jaar oud zijn. Ds oudste had z'n armen om den jongste heengeslagen en drukte het schreisnd gezichtje aan zijn borst. Hij kon geen woord van troost vinden hij kon hem alleen aanzijn meevoelend en bloedend jongenshart drukken. Schreiend klaagde de jongste zijn nood en angst aan den oudsten en toen het zacht schreien overging in luid gesnik, onderbrak de oudste hem levendig. Schrei maar niet, Wasja, daar vaR me zoo juist iets in. Fedja,jekent hem wel, die is loopjongen in een apotheek. Hij vertelde mij eens, dat er vergiften zijn, die men maar hoeft in te ademen, om direct dood te zijn. Dat is zeker waar. Ik heb wel eens gehoord, dat er een meisje in de ge» vangenis was, die ontzettend veel van de rooden te verduren had Toen zij voor het Revolutionaire Gerechtshof gesleept werd en iedereen haar aller 'ei verwijlen naar het hoofd slingerde, omdat zij tot de bourgeoisie behoord had en haar vader officier geweest was en dat zij den dood schuldig was, omdat zij niet tot het roode proleta riaat behoorde greep zij plotseling naar haar schoen, haalde een kleine pastille te voorschijn, die in haar schoen verborgen zat, slikte ze in en zulke vergiften zijo... Welk mensch met nog eenig gevoel zou zulke taal uit onschuldigen kinder mond, zonder ontroering kunnen aan hooren Met een sprong was ik van deu balk en stond naast de knapen, die hevig schrokken bij mijn plotselinge verschijning. Ik stelde ze zoo goed mogpiijk gerust en fluisterde: Wees bedaard, ook ik houd me schuil voor de Bolsjewiki. Wie zijt ge Waarom verberg jullie je? Waarom schrei je? Vertel het me toch.... De oudste keek me schuw aan, ik dacht bij me zelf: arme kindertjes, opgejaagd als dieren... Het scheen wel, dat ik al gauw hun vertrouwen gewonnen had, want de oudste begon Wasja heeft niet den moed om alles te verdragen,oom. Vi8r jaar wordt de kleine nu reeds gekweld, men be» spot en slaat hem, daarom schreit hij zoo. Veel, ontzettend veel moest hij lijden. Hij is nog geen elf jaar oud en nu hebben de menschen hem naar een school van de Roode Garde gestuurd, want er moet een flinks roode soldaat van hem gemaakt worden. Daar wordt hij door de instructeurs gepijnigd, bespot en dikwijls tot bloedens toe geslagen en alleen omdat zijn vader grondbezitter en gouverneur was In het begin werd hij aan een com munistischen boer toevertrouwd, deze sloeg h8m onbarmhartig, 2 jaar lsng, omdat hij de kalveren niet bij elkaar kon houden. Goede menschen vonden hem op zekeren dag bewusteloos in 'n ouden schaapsstal liggen, namen hem op en verpleegden hem met zorg, want hij was toen gevaarlijk ziek. Maar dit heerlijk leven duurde niet lang voor hem, de militie bracht hem ergens anders heen. Thans kwam hij terecht bij een smid, een ruwe, brutale man. Maar de jongen is zwak en teer gebouwd, dat kunt ge toch zelf we! zien, oom Hoe kon hij het nu daar toch uithouden, dag in dag uit met den zwaren hamer zwaaien en paarden helpen beslaan. Hij kreeg er niets dan slaag en nog eens slaag. Ze zouden hem op een goeden dag doodgeslagen hebben. Nu sturen ze hem naar de school van de roode gardisten, daar zal hij zeker doodgemarteld worden. Lang ke8k ik naar beide knapen, hoorde de woorden grondbezitter, vice gouverneur, Wasja.Groote God, is 't werkelijk mogelijk? Wasja, jongen, ben jij het werkelijk De oudste ging echter voort Mijn vader bracht dikwijls een bezoek aan zij a vader, die in de stad woonde. Ik zelf ben tweemaal bij hen op het landgoed geweest en speelde veel met Wasja. En nu heb ik hem hier aangetroffen? Wat moet hij nu doen Och help hem foch, oom, als ge medelijden met hem hebt 1 Zeg. waar kan hij heengaan, om van deze on» menschen verlost te worden Ik ben sterker gebouwd dan hij, als ik het niet meer uit kan houden, dan ga ik baar hout prachtig bewerkte tafel het onderstel weg, dat de achtermuur bedekte en gewoonlijk vol kostbare glazen en pokalen zat. Toen schroefde zij de met elpenbeen en paarlemoer ingezette dekplaten los en... daar fon kelde tegen het volle kaarslicht het rijk vergulde beeldwerk van een oud gothisch' altaar met kunstig snijwerk en rijk bewerkte relikwie kasten ver sierd. O, wat mooijubelde de koaap en zijn groote blauwe oogen glansden van vreugde bij het zien van al dit moois. Zie toch eens, lieve moeder, riep hij op een kunstvolle groep wijzend Daar hebt ge het goddelijk kindje Jezus en de lieve Moeder Gods en de H. Jozef en de herders brengen Hem een lammetje en daarboven zingen de Engelen Gloria in Excelsis Deo Glorie aan God in den hooge, staat er hier op dit lint geschreven, dat zij io hun han den houden Wat jammer, dat wij dit mooie altaar altijd moeten verbergen Hoe graag zou ik hier eiken dag de H. Mis dienen, maar,niet waar moeder, als ik eenmaal priester ben juist als Oom die vannacht komt dan is die slechte koningin daar in Londen reeds lang gestorven en dan mag ik open lijk aan dit altaar Mislezen. Bid maar eens heel goed tot de lieve Jesus, die vannacht voor het eerst in je hartje komt, dat Hij ons huis den vrede schenke en het altijd voor het katho lieke geloof mag bewaren vermaande de moeder ernstig. Zeker, moeder, dal zal ik doen en ik zal ook voor u bidden en voor vader die op zee is en voor grootvader en voor allen zooals u mij gezegd hebt Maar voor die leelijke koningin, die onze priesters op laat hangen, bid ik niet, zei de knaap. Wat is dal? Weet onzo John dan niet; dat we onze vij anden moeten liefhebben? Heeft onze lieve Heiland dan ook niet gebeden voor degenen, die Hem aan het kruis Goed moeder, omdat u het wil, zal ik bidden voor haar bekeering Niet omdat ik het wil, mijn kind verbeterde de moeder, maar omdat God hel wil. Geef mij nu de kandelaars maar even aan en help mij de linnen doeken op het altaar uitspreiden. In de altaarsteen zijn relikwieën verbor gen van heilige martelaren. Hier moet het kussen met het misboek liggen, zoo, zet de ampullen en de bel nog even rechtop, den zijn we klaar. Nu gaan we samen voor het altaar zitten en nu moet gij mij maar eens iets voorlezen uit de »Zielentuin" lot je oom komt. Ik verwacht hem elk oogen blik. De knaap had nog niet lang gelezen, toen de deur van het kleine voorkamertje, hetwelk dit vertrek met degrootehal verbindt, plotseling heftig werd opengerukt. Daar komt hij al aan moeder, riep de knaap blij en sprong naar de deur. Maar in plaats van den verwachten Oom en priester tegelijk trad Sir Richard hoogst opgewonden binnen. Zijn verwelkte gelaatstrekken stonden nog bleeker dan anders en zijn kleurlooze lippen beefden van ingehouden toorn. Toe John hem zag iuplaats van zijn Heeroom, wist hij niet wat hij er van denken moest, hij er eenvoudig van door. Ik kan goeden ver loopen, maar hij, waarheen zal hij loopen, U ziet immers hoe zwak hij is. Wat kon ik tot deze kinderen zeggen. Ik nam dön kleine op mijn armen, drukte zijn schokkend, uitgemergeld lichaampje aan mijn hart, maar kon geen woorden vinden om hem te kal- meeren. Zijn lichaam beefde van droef heid en angst, die voor een kind veel te zwaar was om te dragen. Herinne ringen die thans begraven en vergeten willen zijn, werden in mij wakker. Maar duidelijk rees het beeld van den kleine, zooals ik hem voor de laatste maal gezien had, mij voor den geest Het was op het landgoed van X. Toentertijd was Wasja nauwelijks 6 jaar oud. De vader was aan het front en zelden kwam er een brief van hem in het huis van zijn geliefden en dan nog bevatten die brieven niets anders dan droevig nieuws. Het was in de revolutiedagen van 1917, tijdens de voorloopige regeering, onzaliger gedachtenis. Geen mensch vermoedde toen het bloedig einde van thars. Wasja nam mij bij de hand, bracht mij naar de piano, sloeg met een gewichtig gezicht eenige accoorden aan en riep triomfantelijkKijk eens, ik kan al spelen 1 De kleine had veel gevoel voor muziek, want zijne moeder was zeer muzikaal aangelegd. Toen scheen de gouden zomerzon warm en heerlijk door de gordijnen van Brus- 8elach kantwerk in de gezellige mu zieksalon, alles was zonnig, vroolijk er. gelukkig, in zoover men toen vrooiijk en gelukkig kon zijn. En nu.een armzalige, half verval len korenschuur, ruwe Octoberwind strijkt als een ijzige adem over onze lichamen. Rondom ons niets dan ake lige duisternis, een ontzettende angst en benauwenis in die arme kinder zieltjes, die met de gedachte rondloo pen zich verdrinken of zich ophangen? O God, o God, wij moeten vluchten! Zij houden een wilde jacht 1 Wladimir fluit vanuit den molen 1 Dat is voor ons een teeken dat de soldaten van de Tscheka in aantocht zijn en een wilde jacht houden, gilde plotseling de oudste. Kom, laten we hard loopan, levend zullen de soldaten me niet in handen krijgen 1 Wasja, kom gauw I Wij loopen eerst naar den molen, daar hebben ze zeker alles al nagezocht. Kom, dan zullen we het verder wel vinden I Voor ik een woord kon uilen, rukte de oudste den kleine uit mijn armen los en rende met Wasja de korenschuur uit. Ik liep hen achterna. Maar beiden verdwenen in de struiken en het hout gewas in de omgeving. Toen ik bleef star.n om even na te denken welke richting ik zou inslaan, zag ik in de verte eenige mannen in soldatenjassen gekleed.... d8 trouwe dienaren van de Tscheka. Vlug zocht ik dekking in 't naaste struikgewas om van daar uit weg te kunnen sluipen. Zoo kroop ik verder en verder: de stemmen der Tscheka- soldateu klonken hoe langer hoe meer in de verle en ik was weer voor een keer gered. Van mijn nachtelijke kennisjes heb ik tot op den dag van heden nooit meer iets vernomen.... Ziet gij ouder uit dan gij zijt? Slechte spijsverte ring. verstopping, maagkwalen enz., werken nadeelig op uw humeur en ge stel. Foster's Maag- pillen zijn een zacht- werkend laxeermid del. dat uw kwaal doet verdwijnen. Maagpiiien f 0.65 per flacon. Foster's Alom verkrijgbaar bleef verbaasd midden in het kamertje staan en riep: Moeder het is grootva der. Ja het is grootvader, antwoorde de grijsaard verbitterd. Had je liever niet dat het grootvader was? Ga naar je kamer en kom niet eerder beneden voordat ik je laat roepen. Ik heb iets met je moeder te bespreken. Toen de knaap weg was, liep de oude Heer op Ladij Worthington toe. Op het eerste gezicht verschoot de edele vrouw wel is waar van kleur, toen zij daar zoo heel onverwacht haar schoonvader en heer des huizes voor zich zag staan maar spoedig herstelde zij zich en was zij zich zeiven weer meester. Ik ben vanavond wel niet zeer wel kom, ving Heer Richard aan, maar Mzlady, ik had in de versie verte nooit kunnen vermoeden, dat mijn aankomst in mijn eigen huia zoo sto rend kon werken. Wat is er hier toch aan de hand, als ik dit soms weten mag. De tafel stond gedekt toen ik binnen kwam en naar ik hoor zijn er ook nog gasten uitgenoodigd en dat ai les buiten mijn weten om en zonder er mij van in kennis te stellen Op deze buitengewoon opgewonden en scherpe woorden antwoordde zij open hartig: »Het spijt mij, Mylord dat ik u heb beleedigd door dit kleine intieme feest, dat ik vannacht wilde geven. Maar al te gaarne had ik ook u daar bij uitgenoodigd, want bij dö eerste H. Communie van den kleinzoon mag eigenlijk de grootvader niet ontbreken. Maar om het zonder omwegen te zeg gen, ik vreesde uw tegenwerking ea zoo moest ik wel, ofschoon met smart

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5