Tweed© Blad van „PEIL EN MAAS" Uit Venray's Archieven. De lange Fielip Na da Kamerverkiezing. N.Limburgsche Fokdag De hongersnood China. in ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1929 Vijftigste Jaargang No. 31 door A. F. VAN BEURDEN. VII. Duurte. In September van het jaar 1802 was er een groote prijsstijging in de granen en in het brood,gevolg van de oorlogen, de opvorderingen en de woekerwinst, die sommigen wilden maken. Daarom greep de burgemeester Urliehs in en sprak met de Venraysche bakkers, die onmiddellijk het brood 2 stuivers af sloegen, alhoewel het bekomen van meel en granen voor hen moeilijk was. Toegestaan werd in Venray een depöt van granen, waar deze aan de bakkers afgeleverd konden worden, tegen per missiebiljet van het gemeentebestuur, goedgekeurd door de douanen. Peel en broekgronden. In 1788 was de regeering benieuwd' hoe het stond met de ontginning der groote Venraysche Peel. De gezamen lijke regeerders van Venray, P. Gijs kens, M. Arts, G Swijen en L. Verblackt, Secretaris, stelden daarom een lijst op van de nog onontgonnen Peel, bij schatting in morgens" op ongeveer. De lijst is wel merkwaardig en volgt hier. Ie de heide met zandbergen tusschen Venray, Oirlo, Wansdum en Geysteren 4000 morgen; 2e de heide bij de Boshuijsen tot bij Weverslo 5000 morgen; 8e de heide bij de Scheij 2000morgen; 4e de heide tusschen Venray en Overloon 2000 morgen; 5e de heide achter Merselo tot den Grootenberg 7000 morgen; 6a de heide van Gastelo (men schreef oudtijds nooit Castenray) tot de zand bergen 3000 morgen; 7e de heide van Grootenbergaweg tot aan de Horster grens 8000 morgen; 8a de heide het Broek tusschen Venray en Loon 400 morgen; 9e de heide het Broek tusschen Venray en Merseio 300 morgen; 10e de heide het Castelobroek en Leunensbroeck met sompan 40 morgen In het jaar 1766 werd door de Gemeente ook ongeveer dezelfde grootte opge geven. De Peel en lurfgronden, die bij par- tage aan de inwoonders zijn verdeeld kan niet verkoght worden. De Vreede- peel behoirt met die van Hollant, alvorens verdeelt te worden, volgens haer Servituut. V Venray met zijn talrijke onderdorpen en gehuchten telde in 1842 slechts twee politiebeambten Jan Baltussen geboren in 1788, aangesteld in 1834, die een huisgezin van zeven kinderen had. Zijn salaris bedroeg f 170 per jaar. Zijn collega was Marten Ciaeasen.ge boren in 1798, aangesteld in 1836, salaris als voor. Men begrijp', dat het toezicht niet voldoende was, maar de vreedzame aard der bevolking maakte de bewaking licht. De gemiddelde kindersterfte per jaar was ongeveer 25, het middencijfer der geboorten per jaar 110. De gezamenlijke bevolking telde ongeveer 4000 zielen. 1749 lakenwever met 4 knechts; Frans van Geldrop hoedemaker sinds 1739. Wordt vervolgd. In 1836 8089 schapen, geiten 109i varkens 1821, ezels 2, bijkorven 279, paarden 285, veulens 11, ossen 90, koeien 1460, kalveren 290, dragende koeien 2080. Aantal schapen in 1772 2270 1773 2292; 1776 —2183; 1777 2156 1778 2154; 1779 2172. Voor den oorlog in 1756 3121. Wolkoopers Juffrouw van Veggelt, Wed van Gerven, Peter Rooymans Hendrik Leiffers. In 1773 was Mathijs Schatt sedert FETJILiLBTON Humoristisch verhaal uit de dagen van Friedrik Wilhelm I. Vrij naar het Duitsch door B B. 11 Slot. Geertrui stemde eindelijk toe, terwijl Fielip tegen den hoogen dennenboom bleef leunen, klaar om bij het eerste het beste geritsel of geluid in den boom te klimmen. Alles was nu weer stil De regen had opgehouden, maar een dikke nevel drukte op het woud en liet het maan licht slechts spaarzaam door. Op die enge boschwegen moest het wel vol slagen donker zijn, terwijl daarbuiten op de berghelling de dichtst bijzijnde voorwerpen nauwelijks konden worden onderscheiden. Fielip wachtte en wachtte en hij werd al bang, dat de soldaten verdwaald waren en dat zoodoende heel die grap, waarover hij zich inwendig reeds zoo verheugde, zou misloopen. Maar daar sloeg plotseling de hond aan en hij meende op den grooten weg eenig ge- ruisch te hooren. Het volgende oogen- blik stond onze Fielip op een nog wel niet hooge maar dikke kaarsrechte tak van den boom en zag vandaar uit een klein lichtje flikkeren tusschen het Den dag, waarop de offlcieele uitslag van de verkiezing voor de Tweede Kamer werd vastgesteld, is H. M. de Koningin begonnen met het hooren harer raadslieden in het geval van een ministerieele crisis; het zijn de Voor zitters van de Eerste en de Tweede Kamer, de Vice-voorzilter van den Raad van State en de Voorzitter van de Kamerfracties der groolere partijen. Na hun adviezen te hebben inga» wonnen heeft Hare Majesteit juist acht dagen later aan Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck opdracht gegeven tot de vorming een ministerie steunende op de rechtsche partijen. Het is nu weer de lijd om politieke ontwikkeling, politiek inzicht op te doen. Het aftreden van het ministerie de Geer is, zooals men weet, niet een gevolg van de verkiezing. Zoodra de stembus openging, werd uit den Haag mededeeling gedaan, dat het ministerie zijn portefeuilles ter beschikking van H. M. de Koningin had gesteld. Welk verloop de verkiezing ook hebben zou, er werd niet andera verwacht. Het ministerie de Geer regeerde bij de gebleken onmacht van de Tweede Kamer om een parlementair ministerie te vormen, een ministerie dus, dat steunde op in het parlement vertegen» woordigde partijen. Het aprak derhalve van zelf, dat dit ministerie heenging, toen er een nieuwe Tweede Kamer gekozen werd Het intermezzo van het extraparlementaire kabinet vond daar» mede een natuurlijk einde. De nieuwe Kamer is thans aan bod q haar eigen krachten te tconen en te laten zien of een ministerie mogelijk is, dat steunt op in haar midden levende partijen. Steunend op Haar gegeven adviezen, zooals we mogen aannemen, wendde de Koningin zich het eerst tot die partijen, die het land het laatst een parlementair ministerie geleverd hebben nl. de drie groote christelijke partijen, welke in de Tweede Kamer een meer» derheid behoorden te hebben Ze bezitten er immers tezamen 53 van de honderd zetels. De bladen hebben het ons medege» deeld, dat eenige dagen na de opdracht aan Jhr. Ruys de Beerenbrouck de drie rechtsche Kamerfracties de Katholieke, de Anti»revolutionnaire en de Christe» lijk Historische vergaderd hebben. Het ligt voor de hand, dat de aange» wezen kabinetsformateur aan alle drie zijn program heeft voorgelegd, waarop een christelijk ministerie naar zijne meaning in zee zou kunnen gaan. Van de besprekingen der drie Kamerfracties en van hun bescheid aan Jhr. Ruys zal het afhangen of zulk een ministerie al dan niet mogelijk zal zijn. Men heeft kunnen waarnemen, dat terstond na de door de Koningin ver» leende opdracht het geheele politieke apparaat van het dagbladwezen in erking is gesteld. Ter linkerzijde van liberaal lot socialist spande men zich tot het uiterste in, om het leiden der regeering in christelijke banen onmogelijk te maken. Afzonderlijk en tezamen werden de rechtsche partijen en hareaanhan» gers onder handen genomen om ze te beduiden, dat het toestemmen in het optreden eener christelijke regeering bespottelijk, ja zelfs volksbedrog zou zijn. Zonder te kunnen aanduiden, op welke wijze een levenskrachtig parle» mentair kabinet tot stand ware te brengen, was men, hoe overigens ook verdeeld, weer vereend in het uitgeven der leuzegeen christelijk bewind. Men vergeet ter linkerzijke, dat men 24 jaren terug moet gaan tellen om te komen tot het jaar waarin het laatste parlementaire linksche ministerie werd gevormd. Het was het ministerie de Meester, dat in 1905 tot stand kwam. Het was een parlementair kabinet, maar een minderheidskabinet. Het moest mede steunen op socialisten, al hadden deze aan de vorming geen deel gehad. Reeds in 1908 viel dit zwakKe ministerie uiteen, en wanneer daarna de rechterzijde in de minderheid werd jebracht hetgeen eenmaal het geval geweest, nl. in 1913 moest men zijn toevlucht nemen tot een extra parlementair ministerie, eveneens in 1926, toen de rechtsche samenwerking door het bekende votum omtrent het gezantschap bij het Vaticaan, is uileen gevallen. Voor de linksche pers, die eveneens een parlementair ministerie zegt te willen, is er dus geen reden om te stoken tegen een rechtsch kabinet, de eenige mogelijkheid in de gegeven omstandighedenom de gewenschte parlementaire regeering te verkrijgen het parlementaire stelsel nog auto riteit te verleenen. Zeker na de gehouden verkiezing kan er geen sprake zijn van een kabinet steunende op partijen van rechts en van links, het minst van een kalholiek»socialistisch ministerie. Het is daarom te wenschen, dat Jhr Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck moge slagen in de hem gegeven opdracht opdat het land verder gespsard moge blijven voor een ministerie dat los staat van de politieke partijen en dus van de kiezers. Intusschen is het zaak den loop der gebeurtenissen aandachtig te blijven volgen. Men late zich niet op een dwaalspoor brengen door de kuiperijen der linksche pers, maar vorme zich een eigen inzicht van zijn katholiek stand» punt uit. ROELAND kreupelhout. Een kwartier lang hoorde hij bijna niets meer, hij dacht reeds, dat hij zich vergist had en wilde weer naar beneden komen, toen hij plotse ling van achteren een zacht geritsel hoorde en tegelijk zag hij iemand heel voorzichtig over het gras naderbij komen. De hond sprong op, trok aan zijn ketting en begon nog veel heftiger te blaffen dan eerst. Toen hoorde Fielip vlak onder zijn voeten de stem van den wachtmeester fluisteren: Die vervloekte hond bederft ons heele spel, we moeten gauw zijn, anders wordt hij wakker en ik maak liever geen nadere kennis met zijn vuisten voorwaarts Terstond daarop hoorde Fielip de deur van de herdershut op de ka heftig dichtslaan, grendelen en een luid gelach van den Schout, wacht meester en grenadieren. Onze Fielip kreeg bijna kramp in zijn buik omdat hij zich moest inhouden en niet harte lijk mee mocht lachen. Zoo vogei, hoorde hij de wacht meester roepen, nu zit je gevangen 1 Nu zullen we je die streek van gisteren avond eens betaald zetten 1 Ja, klop en brom maar, de deur gaat niet eerder open dan voordat de kar op het Slot plein voor Zijne Majesteit stilhoudt. Wacht, ik zal jB nog een keetje beter opsluiten en een touw om die ouwe kast draaien, het alot mocht er soma eens afspringen. Zoo, houdt je nu maar kalm, in Spandau zullen we je wel eens aan je verstand brengen hoe je wacht moet houden. Voorwaarts 1 yan Roodbont M.R.Y. veo en V.D.L. yarkens te HORST op Dinsdag 10 September 1929. aangesloten en op eigen houtje maar wat prutsen. Maar juist deze mogen niet op den Fokdag ontbreken, want voor hun zal er zeer veel te zien en te leeren zijn. In een onzer landbouwbladen lazen wij, in het verslag batreffende den in 1928 gehouden Fokdag te Horst het volgende: "Hel beste vee werd vertoont door die fokvereenigingen, waar het organisatie leven krachtig bloeit." Dit is eene vingerwijzing die wij ter harte moeten nemen. Daar in deze streek uitsluitend klei nere fokkers voorkomen, valt er voor den eenling niets te bereiken, maar krachtig georganiseerd kunnen zij middelen aanwenden en resultaten bereiken, die tot de wenschen der grootere fokkers zullen behooren. Ook de varkens fokkers sparen geen moeite om op dien dag hun fokpro- ducten zoo voordeelig mogelijk naar voren te brengen, terwijl de verkoop- ereenigingen hun best zullen doen om de noodige reclame te maken. Ook hier zal getracht worden den bezoekers iets leerrijks te toonen, n. i. wat de hedendaagsche markt vraagt en wat wordt verstaan onder le, 3e, en 3e kwaliteit bacon. Het is ons meermalen opgevallen dat het gros der fokkers en mesters zich in deze nog geen juist denkbeeld heeft gèvormd, waarvan zij ontegenzeg lijk de nadeelen zullen ondervinden. Indien de leden der verkoopvereeni- gingen in deze beter onderlegd waren, zou heel wat ontevredenheid worden uitgeschakeld, terwijl het werk der leiders meer waardeering zou vinden Was de -jury het vorig jaar reeds vol lof over de inzending varkens, dit jaar meenen wij nog iets beters te mogen verwachten. Daarbij in aanmerking nemende de hooge prijzen van fokma teriaal en mestvarkens, zijn wij er van overtuigd, dat ook deze afdeeling de noodige belangstelling zal vinden. Aldus opgezet meentn wij, dat de Noord Limburgschen Fokdag alle kans van slagen biedt, dat daar voor ieder fokker veel te leeren valt en dat de gunstige nawerking daarvan niet ach terwege zal blijven. Verleden Zaterdag vergaderde het Bestuur van den Noord Limb. Fokdag te Horst. De voorzitter, de heer H Drabbets, gaf een uitvoerige uiteenzet ting, betreffende de tot heden gevoerde actie, met het gevolg, dat aan het welslagen van dezen Fokdag niet meer kan worden getwijfeld. Door alle fokvereenigingen en var kensverkoop vereenigingen in het Noor den van Limburgss ruime medewet king toegezegd, de verschillende organisaties op landbouwgebied verleenden finanti- eelen steun, terwijl de gemeente Horst door toezegging eener subsidie blijk gaf, met onzen opzet te sympatiseeren Op dien Fokdag, zal den bezoekers worden getoond wat in deze te bereiken is; daar wordt den fokkers de gelegen heid geboden om blijk te geven van hun kunnen; daar wordt de noodige reclame gemaakt voor den afzet onzer fokproducten Wil die fokdag aan zijn doel beantwoorden, dan moet hij staan in het teeken van voorlichting en reclame. Daarom zullen de verschillen de fokvereenigingen expoaeeren keur- colecties roodbont M. R Y. vee die door iederen bezoeker met welgevallen zullén worden bezichtigd. Met gerust heid meenen wij te mogen beweren dat het Noord Limb, vee, ook wat opbrengsten betreft, zich met andere centra's kan meten. Hier zal worden hoe door oordeelkundige fokkeuze een goed exterieur en hooge opbrengsten worden gecombineerd, en tot groote hoogte opgevoerd. Jammer dat er ook in deze streek nog fokvereenigingen en stierhouderij en worden gevonden die een kwijnend bestaan leiden, terwijl er nog veel teveel boeren zijn die nergens bij zijn Holdebolderend ging de kar het stoppelveld de hoogte af. Beneden op den grooten weg werd er een paard voor gespannen, de Schout zette zich schrijlings boven op de hut en speelde voor koetsier omdat hij de weg goed kende, de twee grenadiers en de wacht meester gingen achterop zitten, de zweep knalde en voort ging het tot groot vermaak van de belegeraars en van de belegerde. Fielip had zich wel bijna dood kun nen lachen en het speet hem hoe langer hoe meer, dat hij zelf niet tegenwoor dig kon zijn daar op het Slotplein, op het oogenblik dat ze de deur zouden openmaken. Maar er zat niets anders op, hij overwon zijn nieuwsgierigheid en bij het aanbreken van den dag dreef hij de schapen naar den Dennenhof. Hij vertelde zijn neef alles wat er dien nacht was voorgevallen, deze gaf hem den goeden raad maar niet te dich* in de buurt van de Pruisen te blijven en voor.loopig maar het land uit te gaan Bijna op hetzelfde oogenblik, dat Fielip zijn wandelstok weer opnam en zijn neef vaarwel zeide, kwam onze herderskar op het gehucht bij het Slot aan. Aan de voet van den Slolheuvel werd halt gemaakt, de wachtmeester «teeg af en rapporteerde de gelukkige uitslag van zijn krijgslist. Röderer feliciteerde hem en liep wat hij kon naar Zijne Majesteit om hem de heele grap te vertellen. Frederik Wilhelm zat juist met eenige hoeren en dames aan het ontbijt en hoorde met groot genoegen heel die Schrammen K.Wetöarcn l - v^ndery, bncir»cibl<3rfef"i er» Kuidoandoenincjen ge. nezeo zoncler liL-_ met den joyo. öfcillenclen, >/q retocdör> AKKerts l'O oo-s te rbcil-se. m „Geen ^goiad zoojgoed* (Adv. in Blokschrift) Ontzettende tooneelen. Over den hongersnood in eenige gedeelten van hetChineesche reuzenrijk, werden nu en dan reeds allerlei bijzon derheden vermeld. In de provincie Kansoe is de toestand verschrikkelijk. Een ooggetuige, Mgr. Buddenbrock bisschop in Kansoe, van de Congregatie van het Goddelijk Woord te SteilUden schreef er over aan pater H. Veldman, missionaris in Kansoe, die tijdelijk in het Missiehuis te Steil vertoeft. Wij ontleenen aan den brief de volgende bijzonderheden »Welke treurige toestanden hier, in den uitersten Westhoek van China's onmetelijk rijk, thans heerschen, hebt ge uit de persberichten gedeeltelijk vernomen. De hongersnood waarvan voor eenige maanden reeds sprake waa, woedt nu (het schrijven is gedateerd 15 Mei) wel op zijn hevigst. Wie de ellende niet met eigen oogen heeft aanschouwd, kan zich van den bitteren nood der bevolking onmogelijk eenige voorstelling maken. Zoo hoog is die nood gestegen, dat de hongerigen, om wat voedsel meester te worden, tot diefstal en doodslag hun toevlucht nemen. In April l.l. werd hier in Lan chow 6en nieuwe volksgaarkeuken geopend een dicht opeengepakte menig te verdrong er zich rondom, velen vreesden niet meer aan de beurt te zullen komen men werd handgemeen met eetketels sloegen zij op elkande in6 personen vonden daarbij den dood, terwijl verschillende zwaar wer den gewond. Vooral in het Westen der uitgestrekte stad is het treurig gesteld. Vroeger werd daar somtijds nog soep uitgedeeld sedert eenigen tijd heeft dit echter opgehouden, doch dagenlang wachten daar nog steeds vele hongerige onge- lukkigen, totaal vermagerde kinde ren, met wat vuille lompen slechts bedekt, afgeleefde grijsaards, uitgeleerde moeders, met de wanhoopstrekken op haar bleek gelaat, nu zij de huilende kleintjes op haar armen geen voedsel meer kunnen geven. Kortelings werden 25 roovers hier terechtgesteld nauwelijks waren zij doodgeschoten, of een groote troep hongerigen wierp zich op hunne lijken, om als uitgehongerde wilde dieren hun leesch te verslinden. Langs de 600 K M. heerbaan ten Oosten van Lanchow is geen boom met schors nog te vinden: overal werd de schors van de bocmen fgekapt, gedroogd, daarna gemalen en tot brood gebakken. Niettegenstaande van Januari tot April aan pl.m. 30,000 door de openbare keuken hier in Lanchow soep werd uitgereikt, stierven toch dagelijks tien tallen den hongerdood. Sindsdien is het aantal sterfgevallen met het stijgen van den nood sterk toegenomen. Oogenblikkelijkheeracht hier tropische hitte de hongerigen hebben nu dubbel te lijden. Door honger en dorst gekweld drinken zij met volle teugen en in groote hoeveelheid het koude water, wat voor velen een zekeren en rasschen dood tengevolge heeft. In grooten getale ziet men deze ongelukkigen uitgeput in de greppels, langs de straten liggen, wachtend op den dood. En tot overmaat van ramp maken de oproerige Moham medanen deze streken nog onveilig. Goed gewapende troepen van deze fanatici bij wie zich een aantal hongerigen hebben aangesloten, die toen niets meer te verliezen hebben, trekken plunderend door dorpen en steden. Wie zich durft verzetten, wordt zonder genade neergeslagen. Een week gelegen kwamen in onze hoofdstad Lanchow twee vertegenwoor digers van het hongersnoodcomité uit Peking aan op hun maandeclangen tocht van het Oosten dwars door China tot hier in het Westen hadden zij nergens zulk een nood en bittere ellende aanschouwd als hier in Kansoe. De missie kan den nood van zoovele duizenden natuurlijk niet lenigen met haar bescheiden middelen vermag zij slechts zeer weinig hulp te bieden. geschiedenis aan, hoe men zoo juist dien »langen Saks" slapend in zijn kar gevangen had en hem van over de grens hier naar toe had gebracht. Laat de kar hier voor ona venster komen, beval de koning en zegt, dat de wacht in het gelid treedt. Ik wil het gezicht van dien kerel wel eens zien ala hij uit die kar kruipt. Zegt tegen den wachtmeester, dat hij bevorderd zal worden en dat ik den Schout, die wel geen groote redenaar is, maar toch een eerste slimmerik schijnt te zijn, zelf zal beloonen. Eenige minuten later kwam de kar het Slotplein opgereden en hield stil vlak onder het venster van Zijne Majesteit. De koning en de hofdames stonden aan het raam, aller oogen waren op de kar gevestigd. De wacht meester trad naar voren, maakte het touw los, met zwierige zwaai opende hij de deur yan de hut boven op die kar en in minder dan geen tijd kroop de oude bultige Geertrui er uit, sprong op den grond, salueerde en maakte een komieke buiging voor Zijne Majesteit. Het volgende oogenb'ik vloog hel raam van den koning met zulk een geweld toe, dat de stukken en scherven over het plein vlogen. De Schout en de wachtmeester hadden liever gehad, dat de bliksem voor hun neus was ingeslagen. Wat nu volgde kan men zich gemak kelijk voorstellen. In plaats van promo tie en belooning gaf het atrafarrest en ontzetting uit ambt en wtardigheid. De volgende morgen reisde de koning in •tilte met zijn gevolg af en kwam nooit meer op het Slot terug. De Schout moest de plaats verlaten omdat de boeren, ainds zijn verraad bekend was geworden, hem het leven te zuur maakten. In zijn plaats werd werkelijk de waard uit de Gouden Sleutel tot stand, rang, eer, waardigheid verheven, zooala de hazelboer op dien bewusten avond voorspeld had. Lange Fielip reisde intusschen als molenaarsjongen Zuid-Duit8chland af. Toen hij echter nog voor het jaar om was, hoerde dat Frederik Wilhelm ge storven was en dat zijn zoon wel is waar ook veel van soldaten hield, maar joch geen jacht maakte op lange kerels in vreemde landen, keerde hij naar huis terug, waar het nu spoedig vroolijke bruiloft was. Op den trouwdag ging het er hoog toe. Oüder een oude eik stond een lange tafel met alle dingen, die een boeren- hart maar begeeren kan en toen de wijn de gasten reeds tamelijk vroolijk gestemd had, kwam er plotseling uit het woud een heel gek voertuig voor den dag. Het was van boven tot onder met kransen versierd en er zaten een half dozijn boerenjongens bovenop,die zich als grenadieren met hooge beren mutsen hadden verkleed. Maar de vreugde steeg ten top en er was geen einde meer aan het gejubel en gejuich, toen de oude bultige Geertrui met de noodlottige krans van klatergoud op haar hoofd, uit de kar te voorschijn kroop. Ja, buren, riep de bruidegom, toen het gejoel een beetje bedaard was, dat was een leuke grap en hij is gelukkig goed afgeloopen. Maar op één haar na was het verkeerd gegaan en hetaouve- nier van mijn lichtzinnige ongehoor zaamheid heb ik een jaar lang mee moeten dragen. Doch nu is alles goed afgeloopen, dit is een goede les voor me geweest. De kar bleef als familie-stuk nog lange jaren op den Dalmolen. De oer- kleinkinderen yan den langen Fielip lieten hnn kinderen nog altijd den vermolmden wagen zien. Of hij echter nog bestaat heb ik niet kunnen achter halen. EINDE.

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5