Tweede Blad van „PEEL El MAAS" Uit Venray's Archieven. De lange Fielip FEUILLETON Zeldzame, socialistische waardeering. De Landarbeiderswet in Noord-Brabant. ZATERDAG I JUNI 1929 Vijftigste Jaargang No. 22 door A. F. VAN BEURDEN. Venray, thans aangegroeid tot een aanzienlijk dorp van twaalfduizend zielen, is gestadig vooruit gegaan. Oeboren op de raij of boschuitrooiing bij de Vennen vond het maar dade lijk niet alle hulpmiddelen, om tot welvaart te komen, opgeschept. Er moest gewerkt worden, gezwoegd door de eerste pionniers en vooral ook door degenen, die hutten en hoven gebouwd hadden in de gron den langs de beken, die uit het onbekende, groote moeras de Peel naar de Maas vloeiden. Maar gestadige arbeid heeft een gouden bodem. Het dorp nam toemen bouwde een groote kerk met zwaren, hoogen toren en er ontstonden gehuchten rondom. Het bestuur der gemeenschap be stond uit zeven schepenen, en ge zworenen. De gildemeesters zorgden voor het bloeien der ambachten. De schepenen spanden de bank en spraken recht. Venray had ook tegenspoed, werd bezocht door plunderende soldaten- benden, die niemand ontzagen. Het bestuur der gemeente vorderde aan- teekeningen voor het financieel beheer, voor het verband met de buitenwereld, voor den goeden dagelijkschen gang van zaken. Dat bracht langzamerhand een verzame llng papieren, perkamenten en archief, dat ge-ordend ter verdere raadpleging moest opgeborgen worden in een groote ijzeren kist, de zoogenaamde schepenkom. Van deze verzameling is reeds vroeger het gedeelte, betrekking hebbende op de justitie, op de civiele en crimineele rechtspraak naar Maastricht verhuisd, 'n tweede ge deelte, betrekking hebbende op het beheer en financieel beleid der gemeente is nu ge-ordend, terwijl een derde gedeelte indertijd bij het verhuizen van het kleine, oude raad huis, was vernietigd, omdat het bewaren van dit gedeelte vrij wel nutteloos en overbodig scheen. Uit dit archief te Venray zijn bijzonderheden geput, die een blik kunnen doen werpen op de bijzon dere geschiedenis van het dorp en der besturende personen, ook op het onderwijs, zooals het in de verschil lende scholen omstreeks de Fransche revolutie gegeveii werd en allerlei andere zaken, die belang kunnen inboezemen. In het archief vindt men aanhou dend door lange tijden heen allerlei leeningen, schulddelgingen, rant soeneeringen, heffingen over van alles en op alles, die aantoonen, dat de vroede vaderen van Venray in oorlogstijd dikwijls met de handen in 't haar zaten, Hoe kon het ook anders. In de Spaansche tijden was het land van Kessel en de Maas en Rijnstreek de loopplaats der oorlog voerende partijen. Het platteland zat in de knel en moest steeds het gelag betalen. Dan kwamen de schepenen, de kerkmeesters, de gildemeesters en de voornaamsten der goede nabuijren bijeen, zooals in 1589, om alles te doen, wat mogelijk was, om den geweldigen druk te verminderen. Wij zien dan te samen zitten in het Raedhuijs of in het Hert of In gen Strae! bij de kerk Jacob Rutgers, Peter Oroenen, Jan Coninx of Vaer Coninx, zooals men hem in de wan deling noemde, Jan Hanrix en Aert Versleijen als schepenen, vereenigd met Jan Cuppen den kerkmeester, Gertje Wijnen als gildemeester, Jan Claes, Jan Mertens als gezwofenen, Willem Deckers, Matheus Poels als gegoede nabuijren. De kastelein ging met de groote bierkan rond en schonk dikwijls rond, want dat behoorde er bij. Hij leverde later de rekening wel in, die over een jaar liep, en waarin aange wezen was, hoeveel vanen bier of hoeveel maatjes wachelwater telkens verteerd waren „doe men over de rations van Oversten Spinola ge- sproecken had" of „doe men van die Pedel (Peel) euverein kwam" oftewel „die roggepacht uijtzette". In genoemd jaar moest men weer in die zitting dekking zoeken voor de aan de militairen op te brengen opvordering en verpachtte de in natura door de ingezetenen op te brengen en in te leveren rogge, bij het uitbranden der kaarsjes volgens dorpsgebruik. Zoolang het kaarsje brandde mocht men „mijn" roepen. Verdronk het kaarsje in het vet of blies de wind het uit, dan werd het op nieuw aangehangen. De geheele verpachting bracht 306 gulden op en de aanpachter moest maar zorgen, dat hij den rog thuis kreeg. Achterblijvers waren er niet veel, want de menschen waren toen op dat punt nog eerlijk. Maar die 306 gulden met nog andere inkomsten waren bij lange niet voldoende, om de schrokkerige soldatenbende te stillen en tevreden te stellen. Want wat Venray zoo aan kleinigheden naast de groote lasten te betalen had, zullen wij even ver melden. (Wordt vervolgd.) Humoristisch verhaal uit de dagen van Friedrik Wilhelm I. Vrij naar het Duilseh door B B Voor de eerste maal van zijn leven verwenschte hij zijn reusachtige ge stalte, waaraan hij met recht zijn naam »Lange Fielip" te danken had. En dan was het weer juist zijn reusachtige lengte, die hem prikkelde en aanzett9 even naar den Slotbewaarder fe loopen om die veelbeproken garde met zijn ellen-lange grenadieren te zien. Hij kon het maar niet verkroppen, dal iedereen zei: die kerels zijn op zijn minst even groot of misschien nog langer dan onze Fielip Evenals aan alles in deze wereld kwam er gelukkig echter ook ten slotte een einde aan deze jachtpartij. Den volgenden Maandag, zoo werd er ver teld, zal de laatste groote drijfjacht worden gehouden en dan vertrekt de koning in den loop van de week weer naar zijn heimat, het groote Berlijn. God zij dank, zuchtte Fielip, nu wordt ik ten minste eindelijk uit mijn gevangenschap verlost. De Maandag brak aan. Het was de heerlijkste herfstdag, welke men zich maar uit kon denken. Al spoedig drong We kennen de manieren der socia listen. Overal passen ze dezelfde strijd wijze toeDe tegenstanders maar afmaken. Zooveel mogelijk kwaad van hen vertellen, hun fouten vergrooten en hel goede zorgvuldig verzwijgen of verkleinen, 't Is een witte raaf, wan neer men uit de boeken en geschriften der socialisten eens iets kan opdiepen, wat ten gunste der tegenstanders pleit. Degenen, die de dagbladpers volgen en wie doet dit vandaag niet hebben reeds voor eenige weken ge lezen, hoe de oudleider der socislisten in Limburg, de heer Elfers eerlijk erkend heeft, dat de Katholieken zich aan geen terreur tegenover de socialis ten hebben schuldig gemaakt Merkwaardig is zijn waardeerend oordeel over Dr. Poels, die andera door de socialisten zoo vaak verdacht gemaakt en gesmaad wordt. »Van het Katholicisme", zoo schrijft hij, »acht ik Dr. Poels den knapsten kop der R K beweging. Hij is een harde werker met een volkomen helder inzicht in de economische verhoudingen en die de behoeften van den arbeider door en door kent Hij is iemand die vroegtijdig heeft begrepen, op welke wijze hij de moderne beweging in Limburg den wind uit de zeilen kon de zon door de fijn-dunne nevel,welke in de ochtendvroegte als donzige dauw leek te zweven boven het groene dal Zacht speelden hare stralen over de toppen der bosschen, pralend in kleuren pracht van betooverende herfst. Van uit het hooge gevel venster had men daarop een verrukkelijk gezicht. Daar, aan dit venster stond op dien bewusten morgen onze Fielip en keek heel verdrietig. Nu eens liet hij zijn groote oogen varen over het veelkoppige woud van het naburig land, dan weer rustte zijn weemoedigen blik op de luchtig dansende golfjes van de Molen beek. Schuimend en springend en spetterend schoten zij tusschen de schoepen van het groote waterrad, om dan beschenen door de stralen der zon,, weerkaatsend in alle kleuren van den regenboog als fijne stofregen neer te vallen in de diepl6. Van al die heerlijkheid bemerkte onze jonge molenaar vandaag echter niets. Hij luisterde alleen naar het verre rumoer en gegons van de groote drijfjacht. Het blaffen der honden, het geschreeuw der drijvers, de vroolijke tonen van den jachthoorn, het knallen hier en daar van de buksen, duidelijk kwamen al die geluiden tot hem en vervulden zijn eenvoudig boerenjongens hart met diepe weemoed. Lang bleef hij zoo aan het luisteren en steeds heftiger ontwaakte in hem de begeerte om jacht en jagers meer van nabij te bezien. Heel mijn leven zal ik mij er over moeten schamen, zei hij vol wrevel tegen zich zelf, dat ik alleen halen en hoe hij de R K. arbeiders moest organiseeren, om hen van de moderne arbeidersbeweging af te houden en zoodanig te isoleeren, dat deze er op het oogenblik niet den ge wenschlen invloed op kan krijgen." Dit heeft Dr. Poels kunnen bereiken, omdat hij voor 90 procent is tegemoet gekomen aan datgene, wat de moderne arbeiders aan de werkgevers vroegen, zoodat hij aldus de taak der moderne beweging overnam. Waar hij boven dien den godsdienst als bindmiddel had, heeft hij de R K. organisatie in de mijnstreek zoodanig weten tA verster ken, dat deze een zeer moeilijk te bestormen bolwerk is geworden." Dit openhartig, waarheidslievend getuigenis kunnen we ten volle onder schrijven. Hiernaast kunnen we plaatsen het even vleiend als oprecht getuigenis van den Directeur van het Internatio naal Arbeidsbureau, den socialist Mr. Thomas, die in zijn jaarverslag over 1927 een afzonderlijk hoofdstuk wijdt aan de sociale werkdadigheid der Kalhoiiek8 Kerk De eerlijke socialist schrijft als volgt »Met belangstelling moeten wij de godsdienstige stroomingen van den jongsten tijd beschouwen wij moeten daar sympathiek tegenover staan, want zij zijn werkelijk bezield met een echt socialen geest. Hun macht wordt maar al te vaak onderschat, en toch kan de internationale arbeidersorganisatie van die zijde, ontegenzeggelijk zeer te waardeeren hulp en steun krijgen. Uit de Encycliek »Rerurn Novarum" is in den schoot der Katholieke Kerk e6n grootsche beweging geboren, die nog steeds onverminderd haar vruchtbare kracht toont. De Katholieke priesters zijn werkelijk bezield met een geest, die uil geheel deze Encycliek'spreekt en zij doen hun bast om het volk meer en me6r te overtuigen van de groote sociale waarheden die in deze Encycliek zijn neergelegd. Op de Provinciale Goncillies der verschillende Kerkpro vincies, in herderlijke brieven, bij het godsdienstonderricht, overal vindt men het richtsnoer, dat Leo XIII heeft aan gegeven over het rechtvaardig loon, over het recht van staking, over het bijleggen van geschillen, over de ver plichtingen der arbeiders om solidair te zijn in het vereenigingsleven en over alles wat in echt chrislelijken geest in het belang der werknemers is. Te midden van ds sociale omwen telingen van den laatsten tijd, te midden van d§ economische strijdvragen tijdens en na den oorlog er mocht gebeuren wat wilde, de Katholieke geestelijkheid kon kalm en gerust zijn, zij behoefde slechts de leer van ïRerum Novarum" zuiver te bewaren en in toepassing te brengen. Met vernieuwde krachten keeren de Bisschoppen zich thans nog tegen de leer en de verderfelijke gevolgen van het Liberalisme". Ook hieraan behoeft niets toegevoegd. Dankbaar kunnen we dit eerlijk getuigenis noteeren en aanvaarden. 14 van Sittard; M. F. Bexkens, idem, van Meerlo; M Basten, idem, van Bergen (L.) P. J. Bonants, landbouwer, Veulen I 26 van Maashees; P. J. G. Ewals en vrouw, landbouwer, Oirlo F 20a van Meerlo; W. F. P. Janssen, slager, Hensenius- straat 16 van Venlo; M. J. P. Schellen, zonder beroep, Henseniusstraat 13 van Grubbenvorst; J. v Rens, landbouwer, Merselo M 103 van Horst; G. J. G. Rongen, dienstbode, Beek- weg 14 van Oploo; J. M. F. A Wijnhoven, zonder beroep, Henseniusstraat 16 van Grubbenvorst; P. W. A. Jenneskens, dienstknecht, C 60a van Meerlo; G van Mill, idem, Merselo M 35 van Maashees; C. van Mil, idem, Roosendaal N 18 van Maashees; M. H. Hendriks, winkeljuffrouw, Grootestraat 9 van Weert; Th. H. Keursten, zonder beroep, Overloonscheweg 2 van Maashees; A. Ch. A Jilesen, dienstbode, L 60 van Haps; E H. W. Dietz, schilder, Patersstr. 14 van Meerlo; L. Jeuken, dienstknecht, Veulen H 16 van Sevenum; H. G. van Sambeek, chauffeur, Yssel- steyn I 65a van Oploo; M. Th. Engels, dienstbode, Smakter- weg 7 van Maashees; M P. Derickx, idem, Merselo 116 van Meerlo; J. G. Hesen, idem, H 16a van Arcen; A. M. Smits, dienstknecht, L 9 van Vierlingsbeek; R. W. Gerrit8, dienstbode G 37c van Maashees; J. W. Peeters, dienstknecht D 57 van Oploo; E M. Voss, verpleger, Stationsweg 14 van Bergen; E. M. H. Le Bron de Vexela, ver pleegster, St Annalsan 5 van Maas tricht; M. E. Scheffers, idem, van 's Hage; A. C. Rosier, idem, van Maastricht; VERTROKKEN W. J. L Bombeeck, timmerman, naar Helmond, Buitenparalielweg 23a; M. C. Emon8, zonder beroep, naar Wanssum; H. H. Vorselen, marechaussée, naar Roermond; P. Krops, "dienstknecht, naar Weert; A. Hendriks v d Weem, zonder be roep, naar VierlingsbeekVortum C 2; J. van Bommel, slager, naar Tegelen, Kerkstraat 3; G. J. Dijkmans, dienstbode, naar Meerlo A 21; P. Linders, dienstbode, naar Vier lingsbeek; M. Linders, dienstknecht, naar Vier lingsbeek; A. H Houwen, dienstbode, naar Wanssum; W. Janssen, verpleger, naar Bergen C 116; G. J. Bonants, dienstbode, naar Wanssum B 10; M. H. Hosdemakers, idem, naar MaasheesOverloon; C G. Schellen, zonder beroep, naar Grubbenvorst A 143. Ingekomen en vertrokken personen van 17 tot 24 Mei. INGEKOMEN Th. H. v d Ven, timmerman, Hen seniusstraat 9 van Zeeland; G. W. Hendriks, dienstknecht, N 16 van Maashees; M. Th. J. van Dyck, dienstbode, Groote Markt 2 van Mierlo; A P. J. Janssen, dienstknecht F 40 van Wanssum; A. J. van Vegchel, dienstbode Markt straat 6 van Maashees; G. Vervuurt, dienstknecht, H 39 van Cadier en Keer; L. L M. van Mierlo, horlogemaker, Hofstraat 1 van Helmond; P. H. H Janssen, dienstbode, Merselo M 105 van Broekhuizen; J. Schiijen, verpleger, Stationsweg ik, de grootste van allemaal, van al de menschen hier uit heel den omtrek den koning en zijn lijfgarde niet heb gezien. Wat ze allemaal vertellen van die trucs en praktijken van die zooge naamde wervers zal ook wsl ergover- dreven zijn. Zij zullen het niet durven wagen om mij hier van Saksisch grondgebied weg te halen. Ik kan het overigens zöö inrichten, dat ik hen wél zie, maar det zij mij niet te zien krijgen. Vader heeft het wel is waar wel verboden, murmelde hij na een poosje heel zachtjes, maar moet je dan heel je leven een kind blijven! Mag je dan geen stap zetten, zonder dat je vader het goed vindt Ben ik dan al niet twee en twintig jaar oud en ga ik in de week na Allerheiligen niet trouwen met de knapste meid uit heel den om trek? Ben je dan als je gaat trouwen nog niet wijs en groot genoeg om op eigen beenen te staan Helaas, ik ben maar al te groot en dat is juist mijn ongeluk 1 Hier onderbrak het klokje de alleen spraak van onzen langen vriend en riep hem naar beneden, naar den molen. Daar was werk in overvloed en door zijn werk heen was hij bijna zijn wrevel, Willem I roet al zijn grenadiers vergeten. Het was een lust den jongen kerel te zien werken. Zakken koren, twee centenaren zwaar, lichtte hij op als een veertje, droeg ze op zijn breede schouders het steile laddertje op en schudde ze in den leegen, houten trechter. Vlug schepte hij dan het meel uit den builtrog in de zakken, zonderde lagizomleii lliliinliagia. Bevryd u van die rugpjjn Rugpijn waarschuwt u, dat uw nieren verzwakt kunnen zijn. Uit rugpijn blijkt dan, dat gij een specifiek nier middel dient te gebruiken om deze belangrijke levensorganen te versterken Waag u niet aan uitstelBegin onmid dellijk Foster's Rugpijn Nieren Pillen te gebruiken. Dit middel kan aan de nieren nieuwe kracht geven, zorg dragen voor goede bloedzuivering, en rugpijn, blaas8loornissen, waterzuchtige zwellingen, pijn in de spieren of gewrichten, matheid, vermoeidheid, zenuwachtigheid, duizeligheid en urine stoornissen doen verdwijnen. Tal van mannen en vrouwen, die gedurende de laatste 25 jaren leden aan nierkwalen en de pijnlijke ver scbijnselen daarvan, getuigden, dal Foster's Pillen hun kracht en gezond heid herstelden. Aarzel nietDe werking van dit specifieke middel is rechtstreeks op de nieren gericht, en als deze organen goed werken, wordt het bloed behoor lijk gezuiverd en krachtig. Daarom worden Foster's Rugpijn Nieren Pillen dan ook algemeen aanbevolen tegen rheumatiek, lendepijn, ischias, rugpijn en andere ernstige gevolgen van nier zwakte. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f 1,75 per flacon. 36 met de zeef de groffe zemelen af van het slechts half gemalen griesmeel. zette het kloppende huilwerk stil en de beek ging weer haar gewone gang. Zoo bleef hij druk in de weer in de klap perende molen alsof hij voor drie molenaars tegelijk moest werken Onze goeie Fielip zal aldus ongeveer een paar uur bezig geweest zijn, toen er aan de deur werd geklopt. Hij deed open en zag een kleine, scheefgegroeide vrouw met een verstandig, welwillend gezicht voor zich staan. Buiten stond een kleine handwagen, de trouwe reis gezel van die gewezen marketensier. Bovenop die wagen stond een kist vol met rommel en snuisterijen. Zijt gij het Geertrui Vandaag zijn er geen zakken om op te lappen. Zoo, zijn ze allemaal nog goed in orde? Dat doetmepleizier, den laatsten keer heb ik ze allemaal bijzonder goed gemaakt. Ja, ja, als ik er niet meer ben, dan zal je mij nog missen. Zoo gauw zal je niet iemsnd meer vinden die je meelzakken zoo fijn oplapt alt ikzes mijl hier in den omtrek kan niemand naaien zooals ik. Maar, zoo voegde zij er heel vertrouwelijk met een knipoogje bij, ik zal het Anna, de dochter van den waard uit den »Gouden Sleutel" ook leeren, zoo gauw ze hier eigenares op den molen is... Ja, Flippie, je behoeft niet zoo te Kleuren, je had hier in den omtrek geen beter en braver meid kunnen vinden Nu, enfin, wat ik eigenlijk zeggen wilde, ik ben hier feitelijk niet geko men om naar de zakken te vragen, maar ik wilde je alleen maar eens iels De bekende W. schrijft in de Bra- bantsche Morgen Wij zijn 't werk aan den Brabant- schen Morgen begonnen onder de welklinkende en beteekenisvolle leuze »brabanlia fara da se" Brabant, zal het zelf wel doen. En wij wenschen dit werk voort te zetten onder dezelfde leuze. Maar als wij deze leuze aan heffen, dan zijn wij de eersten, die beseffen, dat zij ons ook verplichtingen oplegt en dat wij niet bij de pakken mogen nederzitley. Dan zal ons werk succes hebben, want wij herhalen wat wij reeds meermalen zegden n.ldat men van hoogerhand niets liever zou zien dan dat ook in Noord-Brabant een activiteit werd ontwikkeld, die een beroep zou doen op de hoogere autori teiten om behulpzaam te zijn bij de uitvoering der wetten en maatregelen van bestuur, die zijn uitgevaardigd en getroffen om de sociale toestanden te verbeteren. Daarvan hebben wij niet altijd zooveel nut getrokken als bij meer activiteit wel mogelijk zou zijn geweest; zoomin bij het onderhanden nemen van groote waterschapswerkan, die mede zouden kunnen dienen ter bestrijding van de werkloosheid, die nu wel over haar crisis heen is, als bij de ontginning van woeste gronden en naar nu wordt getuigd door den Algemeenen Katholieken Landbouw- bedrijfsraad ook bij de uitvoering van de Landarbeiderswet. Toch is deze wet van groot belang ook voor ons Gewest en kan zij een zegen zijn voor de bevolking ten platten lande. Zij is uitgevaardigd als vrucht van de onder zoekingen der Staatscommissie van 1906, die het aantal landarbeiders, dat van de wet zou kunnen profiteeren, schatte op 400,000. Het heeft 12 jaren geduurd alvorens de wet is tot stand gekomen, maar nu is ze toch al reeds tien jaren in wer king en hel jaarverslag over Land bouwzaken over 1927 bevat nu een overzicht van het werk, dat onder de auspiciën dezer wet is tot stand gekomen. En dat overzicht is eenigszins beschamend voor ons. Immers in het geheel werd in die tien jaren in ons land beschikbaar gesteld voor den aankoop van land en de stichting van plaatsjes voor land arbeiders een som van 8 millioen Dat benauwde gevoel als gevolg van slechte spijsvertering, zal spoe dig verdwijnen na ge bruik van Poster's Maag- pillen, het laxeermiddel bi) uitnemendheid. Roste r»8Maagplllen^ Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon. laten zien. Ze deed de kist open en haalde er heel voorzichtig met de toppen van haar vingers een krans uit van klater goud, welke in de zon prachtig fonkelde en schitterde. Kijk eens, wat een pracht krans, riep zij uit De molenaar zette groote oogen op en keek verbaasd naar de krans. Nu, wat moet dat, vroeg hij einde lijk Ik behoef dit ding toch zeker niet te koopen? Niet voor je zelf, maar voor Anna, gaf de vrouw lachend ten antwoord. Vanavond, na de drijfjacht worden alle boeren op de weide bij het Slot ont haald, en als de koning 's avonds laat van de everjacht terugkeert, dan moet de dorpaschout (burgemeester) van het Slotgehucht voor den koning een groote afscheidsrede houden. Hij heeft hem zelf niet gemaakt, maar de Heer Praeceptor van Aabach heeft hem in elkaar gezet en er moeten een heele hoop latijnsche woorden in voorkomen. Hij kan hem niet eens aflezen, maar heeft hem zoo dikwijls voor laten lezen, dat hij hem heelemaal in zijn hoofd heeft. Die geschiedenis had eigenlijk al bij de aankomst van den koning moeten gebeuren, maar d9 nieuwe appelgroene rokjas van den Schout was toen nog niet heelemaal klaar 1 Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1929 | | pagina 5