KINKHOEST
Tweede Blad van „PEEL 1M MAAS"
Oome vertelt.
lenuwstillend
De Jodenknaap van
Praag.
Een paradijs voor
de Vrouwen.
De Braziliaansche Boer.
Ingezonden,
sloopt het gestel
AKKER'5
ABDU5IR00P
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1929
Vijftigste Jaargang: No. 5
i.
Oud en nieuw.
„Zeg, ouwe Heer, gij moest ons
eens in „Peel en Maas" vertellen uit
Venray's verleden dat kon en in
teressant en leerrijk zijn."
Zoo werd ik aangesproken door
goede Venraysche vrienden. Hoe
vereerend ook het aanzoek is, ik heb
het een tijdje in beraad gehouden.
Aan oude menschen vooral past geen
overhaasting.
Dat ik oud genoeg ben om over
een eerbiedwaardig lang verleden
mee te praten, is waar, want Deken
Verheggen maakte van mij een
christen, en dat is niet van vandaag
of gisteren.
„Mijn hair werd aan mijn slapen
grijs" kan ik zaliger Bilderdijk na
zeggen, en wellicht is er aan mij
veel meer verouderd, verschoten en
versleten dan ik zelf vermoed, maar
van één ding ben ik zeker, r.l. dat
mijn hart nog groen is als prij, zoo
dat ik waarlijk niet weet of ik bij de
oudjes dan wel bij de jongeren
ondergebracht dien te worden.
En ziedaar de reden van mijn
aarzelen.
Eerlijk gesproken, ondanks mijn
hooge jaren voel ik me te jeugdig
van gemoed om als een afgeleefd
besje, weggedoken in een leunstoel
achter de warme kachel, enkel oude
geschiedenissen op te rakelen. Als
in die oude vertrekken, duf en muf
geen nieuwe, versche lucht mag
binnenwaaien, als de blijde levenszon,
die iederen dag opnieuw ook voor
den grijsaard rijst, op al die antieke
herinneringen geen kleur en leven
sprankelen kan, dan wordt 't mij zoo
wee om 't hart.
Mijn goede vrienden met „Peel en
Maas" zouden mij den slechtst moge-
lijken dienst bewijzen met mij op te
sluiten in een gesticht van ouwe
„peekes", dat men wel eens eupheu-
ristisch noemt een Sanatorium, maar
voor mij zou heeten en zijn een
Satanorium.
Onze Lieve Heer heeft die dingen
niet gesticht, en wie geen kinder-
looze vader of moeder is, verwacht
dat zijn kinderen hem gezelschap
houden op zijn ouden dag, en
grootouders verblijven liefst bij hunne
kleinkinderen. Oud en nieuw, dat is
natuur, dat is je ware, dat is het
volle leven tusschen wreg en graf.
Dus oud en nieuw, met uw verlof,
vrienden.
Is het nog wel noodig, na 't
vorenstaande, mijn neven en nichtjes
te verzekeren, dat zij de kans niet
zullen krijgen om mij te verdenken
van vooringenomenheid met den
goeden ouden tijd, en evenredige
fegeningenomenheid voor al wat
nieuw is.
Men moet niet oud, maar kindsch
zijn, zoo dunkt mij, om al wat oud
is goed en mooi te vinden, of al
wat nieuw is verkeerd en leelijk te
schelden. De tijd toch en de tijds
duur zijn eenvoudig maten en getal
len en maten en getallen zijn op zich
zelf r.och mooi noch leelijk.
Getuigt het van doorzicht van eer
lijkheid het oude per se steeds op te
hemelen, het nieuwe neer te halen?
Wie goed is, die haalt uit den
goeden schat van zijn hart oud en
nieuw." Aha 1 daar zijn we er dat
is Evangelie, Dames en Heeren
Zegent U. Amen
Dus oud en nieuw
Tot ziens, als 't u belieft.
OOME.
EEUILLiETON
Historisch-Romantisch verhaal.
Vrij naar het Duitsch door B. B.
17.
En hoe luidt volgens het woord des
Heeren het oordeel over den ongehoor-
.z&men
Zegt gij het m8ar, want gij zijt
simmers Leeraar in Israël! -iep hij met
heesc'he stem togen zijn broeder, den
Rabbijn,
En deze antwoordde
Gesteenigd zal hij worden door
het volk der stad en hij moetsterven,
opdat het kwaad uit uw midden ver
wijderd worde en opdat gansch Israël
het hoore en siddere.... zoo spreekt de
Heer, de God van Abraham, door den
mond van zijn dienaar Mozes in het
Boek Ele Haddebarim (De Rabbijn
bedoelde het Boek Deuterononium 22ste
Hoofdstuk, 1821ste Vers)
Zoo spreekt de Heer en ik zeg
Amen.... 's Heeren woord bl'jve in
eeuwigheid 1 Wij zullen zijn gebod
volbrengen in zooverre het ons moge
lijk is. Die vervloekte Nazareners hebben
hetonmogelijk gemaakt, dat hetgansche
volk je steenigt volgens de Wet. Wij
zullen echter het woord des Heeren
vervullen zoo goed wij kunnen en voor
zooverre het in onze macht ligt..,
Hoe gelukkig in onze maatschappij
een vrouw ook kan zijn, wanneer ze
een goeden man heeft, een mooi huis,
aardige kinderen en twee dienstboden
plus een werkster, zoo tevreden alseen
arme inlandsche vrouw van een eiland
bewoner der Stille Zuidzee zal ze zich
toch zelden voelen.
Zijn de meeste beschaafde vrouwen
en natuurlijk ook de meeste beschaafde
mannen ontevreden tengevolgs van het
»dat wal je niet hebt", want er ontbreekt
toch altijd zelfs bij de gelukkigsten
nog iets, de vrouwen van de Stille
Zuidzee kunnen volmaakt tevreden zijn,
juist omdat ze niets hebben en, niets
aehoeven uit te voeren.
De mannen moeten in het paradijs
in de Stille Zuidzee tenminste nog
moeite doen, om visch te vangen. Maar
de vrouwen kunnen alles in een hand
omdraaien voor elkaar brengen
Jack Mc Laren, een onderzoekings
reiziger, heeft geruimen tijd op zulk
een paradijselijk Stille Zuidzee eiland
gewoond. Zijn verhalen brengen een
overwerkt, gejaagd, altijd haastig mensch
uit de beschaafde wereld het water in
don mond en het heimwee in de oogen
Niemand staat er vroeg op Integen
deel. Het wordt in het paradijs ge
woonlijk nogal laat. Hoe laat valt niet
to controleeren, want men kent er geen
klokken. Meestal is het uur van opslaan
des middags aangebroken.
Er wordt pas gegeten, wanneer de
maag begint te jeuken. Dan ishet maal
echter ook vlug klaar.
De bruine huisvrouw, die zich er
nooit om behoeft te bekommeren, of
te laat is, neemt een stuk vleesch
of visch, gaat wat water scheppen en
zet een pot op het vuur. Wil deechtge
noot geen gekookt vleesch, dan bakt
ze het lusschan gloeiende steenen.
Bijzondere culinaire neigingen of een
uitzonderlijken smaak bezit de echt
genoot niet. Hij eet alles, wat stuk te
bijten en te kauwen valt.
Het vaten wasschen is onbekend.
Deze nagel aan. de doodkist van vele
huismoeders en oudere meisjes, die
moeder in het huishouden helpen,
verontrust de kookster in het Stille
Zuidzeë paradijs nooit. Want er zijn
geen vaten. Het eten wordt direct uit
den éénen pot, dien het gezin bezit,
via de handen naar binnen gespeeld
Soms worden palmbladen gebruikt,
maar die kunnen, wanneer ze dienst
hebben gedsan, eenvoudig weggegooid
worden. Men doet het zonder messen,
vorken en lepels en de drinkbekers
zijn halve kokosnootdoppen, die nooit
gewssschen worden.
Wat er van het eten overblijft, wordt
eenvoudig met den voet in zich in den
vloer van de hut bevindende gaten
reegd. De varkens en kippen fun-
geeren als levende vuilnisbakken.
Over de wasch behoeven de bruine
huisvrouwen van de Stille Zuidzee zich
heelemaal niet druk te maken. Er is
geen gelegenheid om te wasschen Ten
eerste niet, omdat men zich in het
paradijs nooit het hoofd heeft gebroken
over de vraag aan welke eischen een
kleedingstuk moet voldoen, om »vuil"
te kunnen worden genoemd en ten
tweede, omdat de menschen er slechts
één hemd bezitten, zoodat een in Hol
land zoo algemeens het heele gezin
omvatlende waschdag er tot de onmoge
lijkheden behoort.
Bedden opmaken gebeurt evenmin.
Men slaapt gewoon op den grond. Het
bed is wel hard, maar het behoeft ook
nooit geschud te worden.
De bruine huisvrouw is niet genood
zaakt eiken dag naar de markt of naar
den groenteboer te gaan. Groenten en
vruchten groeien bijna van zeifin den
tuin en als er wel eens gespit enge
zaaid moet worden, helpt de goedhartige
echtgenoot wel
Alleen de kinderen geven haar zoo
nu en dan wat te doen, maar geen
bruine moeder maakt zich zoo druk
als een moeder in de beschaafde wereld
Het is ook niet noodig, dat ze zich op
windt over kapotte kousen en schoenen,
vuile broekjes en jurken etc Da kinde
ren doen het eenvoudig zonder. Ook
voor hen is het in de Stille Zuidzee
een paradijs.
Het is geen wonder, dat de vrouwen
zich er gelukkig voelen? Bijna den
geheelen dag kunnen ze gezellig zitten
babbelen. En al zijn ze dan volgens de
Stille Zuidzee-zeden hei absolute eigen
dom van den man, meestal blijken ze
volgens Mac Laren, de baas in huis.
Wat kan een vrouw meer verlangen.
en Zenuwsterkend is de werking van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Gtozen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en.Drog.
Nierkwalen maken u spoedig oud
Het komt in den middelbaren leeftijd
i daarna maar al te vaak voor, dal
men last krijgt van rugpijn, duizelig
heid, zenuwpijnen en urinekwalen. Dit
is gewoonlijk een gevolg van overspan
ning der nieren het zijn waarschu
wingen van de nieren, dat zij sinds
lang hulp behoeven. Want gedurende
uw heele leven, dag en nacht, werken
de nieren om de vergiften uit uw bloed
te fillreeren. Als zij hierin falen, kun
nen ernstige en diepgaande kwalen
zich ontwikkelen.
Urinezuur-zout8n hoopen zich dan iü
het bloed op, en vormen de kristallen,
die zenuwpijnen en rheumatiek ver
oorzaken of wel wordt een onvoldoende
hoeveelheid water aan het bloed ont
trokken, waardoor zich waterzuchtige
zwellingen kunnen vormen Ook kunnen
ontstaan blaasstoornissen, niersteen,
niergruis, blaasontsteking, ischias, spit,
vermagering, zenuwachtigheid en ge
brek aan energie,
Vermijd de ontwikkeling dezer ver
schijnselen. Wek de nieren op en
versterk ze met Fosler's Rugpijn Nieren
Pillen. Dit specifieke niermiddel werkt
rechtstreeks op de oorzaak van uw
kwaal, reinigt en versterkt de nieren,
lenigt de urinekanalen en regelt de
werking der blaas.
Zoowel mannen ais vrouwen kunner.
baat vinden bij het gebruik van Foster's
Rugpijn Nieren Pillen.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met
geel etiket lat hier vooral op) bij
spotheken en drogisten f 1,75 pp
flacon. 40
daarom vraag ik je voor den laatsten
maal
Wilt ge aan uw ouders gehoor-
men of sterven?... 700 sprak mijn
man trillend van ingehouden woede.
Toen viel het kind op zijn knietjes
en riep smeekend uit:
O, vader, laad toch mijn bloed
niet op uwe ziel 1
Gij wilt niet... riep de vader, dan
is je vonnis geveld volgens de wet van
Mozes... gedoopt zal je nooit worden!
Zoo niet met water dan toch in
mijn bloed en mijn Heer Jezus Christus
zal mijn wil voor den daad nemen 1
Kalm, zacht, vastberaden had mijn
kind deze woorden gesproken. Al wordt
ik honderd jaar, nooit zal ik ze vergeten.
Het waren de laatste woorden die ik
van de lippen van mijn lieven engel
Abel heb opgevangen...
Nauwelijks had hij deze woorden
gesproken of zij rukten hem van mij
los. Ik wilde om hulp roepen, maar
mijn man stiet mij door driften woede
geheel overmeesterd, met een ruwe
stoot op het rustbed en bedreigde mij
met den dood als ik ook maar een
enkele kik durfde geven. De dienst
maagd, die op het rumoer kwam aan-
geloopen, werd eveneens met dezelfde
bedreigingen angst en schrik aangejaagd
Toen trokken zij den knaap met zich
mede en sloten de kamerdeur achter
ons toe.
Al hadden wij ook niet gezwegen uit
aDgst voor de bedreigingen, ons hulp
geroep zou overigens waarschijnlijk
van hier uit toch niets gebaat hebben
We zaten in de achterkamer van het
Xagusadsa McdadeeUagsa.
II.
Als de boeren hier in ons rechtvaar
dig, behoorlijk en bekoorlijk (als hei
niet mist of motregent) vaderland in de
maanden Juni en Juli nog druk bezig
zijn met he* binnenhalen van de oogst
en de kinderen hoofd en hart nog vol
hebben »van dekerremis bij grotmoeder
of van grotmoeder op de kerremis",
dan begint de Braziliaansche boer al
weer ernstig te denken (in zooverre hij
daartoe in slaat is) aan den dag van
morgen.
Op een goeden dag (meestal op een
Maandag, om uit te rusten van de
vermoeienissen van den Zondag) loopt
hij eens naar zijn »rancho" of schuurtje
gewoonlijk een langwerpig vierkant
van door biezen aan elkaar verbonden
boonenstaken, afgedekt door esn slordig
strooien dakje neemt er eens een
kijkje, bemerkt dat de voorraad lang
zaam aan begint te verminderen, zucht
eens diep, slentert terug naar zijn
leeme hutje, probeert zijn kinderen te
tellen (dikwijls weet hij niet precies
hoeveel hij er heef:), stapt weer eens
naar buiten, kijkt eens naar de zon,
en denkt bij zijn eigen: O, eeuwige
vuurbol, wanneer zal je er eens afkoe
len. gaat weer nsar binnen en zegt
tegen zija vrouw: de zon is heet van
daag, een waarheid als een koe aange
zien de zon altijd heet is, ofschoon de
geleerden beweren, dat de zon over
eenige millioenen jaren, tot groot
vermaak van alle schaatsenrijders, zoo
koud zai zijn als een ijswafeltje van
vijf cent, waaruit zij dan de weten
schappelijke conclusie trekken, dat de
wereld toch zou vergaan zijn ook al
stond het niet in den Bijbel... Moeder
de vrouw zegt, dat hij (haar man)
gelijk heeft, dat de zon tegenwoordig
eiken dag heet is, maar dat wij het
maar moeten nemen zooals het is, dat
zonder de zon ook geen boonen en
rijst zouden eten enz.
^Manlief begrijpt al hoe laat het is;
hij werpt een diepe, rustige, allesom
vattende, donkere blik op zijn dierbre,
eveneens getaande, gebrande, door-
brande en meestal broodmagere weder
helft, schuift een stuk boomstronk
onder zijn knokerig zitvlak en gaat er
eens bij zitten. Aangezien je zoo maar
niet voor niets gaat zitten behalve
wanneer je moei bent, iets waar vele
menschen nog al last van hebben
zoo opent hij ten tweede male zijn mond
en vraagt: A Senhora tem café? het
geen in onze afgeknotte moedertaal
zooveel beteekent als: Vrouw, heb je
een bakje koffie? Eigenlijk beteekent
het letterlijk »Heeft mejuffrouw koffie?"
De Braziliaan (zelfs de Braziliaansche
boer) is over het algemeen erg delicaat
in manier van spreken en zoolang hij
nog goede vrienden met je is, ook in
manier van doen. Een kind zegt daar
altijd tegen zijn vader of moeder ja,
meneer of ja juffrouw; neen, meneer,
neen, juffrouw. Bedoeld is natuurlijk:
meneer vader of juffrouw moeder,
anders was het niet delicaat.
Om weer op ons verhaal terug te
komen, zegt de romanschrijver als die
man dah zoo beleefd zijn kopje koffie
gevraagd heeft, dan zegt zijn vrouw:
Vou cuar ja ik ga het aanstonds zetten.
Niets bijzonders, denkt de Hollandsche
huismoeder. Een beetje heet water, een
-schepje koffie, soms uit zuinigheid een
likje cichorei of koffisstroop (om er
een smaakje aan te geven?) en binnen
een paar minuten is de koffie klaar
Evenwel, zoo gaat het hier, maar
niet overal. Wil een gewone Brazi
liaansche boerin in de binnenlanden
van Brazilië, en wie weet in welke
binnenlanden nog meer, een kopje
koffie zetten, dan heeft ze behalve vuur,
een kopje en een ketellje nog de vol
gende merkwaardige dingen noodig
ten eerste een koekepan of zoo iels wat
er op lijkt, 2e een stuk papier, 3e een
pollepel of wederom iets wat er op
lijkt of ooit de vorm van een pollepel
gehad heeft, 4e een rechtopstaand rond
blok hout van ongeveer een meter
hoog, van boven uitgehold in den vorm
van een heel diepe schotel, 5e nog een
stuk hout om mee te stampen, dus een
stamper, 6e een flinke dosis spierkracht
en tot slot veel kunst en bekwaamheid
in het koffiebrar.den.
In het kort het kopje koffie-proces
gaat als volgt: Moeder de vrouw neemt
de koekepan, legt nog een houlje op
het vuur, blaast er eens in, houdt de
pan boven het vuur totdat ze goed heet
neemt een stuk papier, veegt daar
de pan eens goed mee uit; zegt dan
tegen een harer kinderen een paar liter
koffie te halen uit het schuurtje, het
kind komt aangedragen met de nog
rauwe en ongebrande koffieboonen,
moeder de vrouw gooit ze in de pan,
zet de pan op het vuur, neemt nu de
jollepel of wat er op lijkt ter hand en
segint er de koffiboonen mee te roeren,
gooit ze omhoog, laat ze vallen omlaag,
opdat zij niet verbranden maar wei
goed branden.
Is deze gevaarlijke operatie tot groote
voldoening van moeder de vrouw goed
afgeloopen, dan wordt de koekepan met
gebrande koffieboonen van het vuur
getrokken, en daar niemand graag zijn
vingers brandt, zoo wordt bij ergens
buiten in een schaduwrijk hoekje achter
de hut gedeponeerd om af te koelen.
B. B.
achterhuis, dat tusschen winkels en
magazijnen verborgen ligt en alleen
een uitkijk heeft op de groote begrafenis
plaats.
Zoo ik echter ook maar in het minst
had kunnen vermoeden, wat zij met
het kind van plan waren, dan zou geen
angst of pijn ter wereld mij hebhen
kunnen tegenhouden een poging te
wagen om mijn kind te redden. Ik
meende echter, dat het hun geen ernst
was met het vermoorden van het kind
en dat zij die toebereidselen voor den
marteldood slechts wilden maken om
het kind schrik aan te jagen en zoo
doende zijn wil te buigen.
Wij hoorden hen de trap opklimmen,
de kamer ingaan, welke juist hovende
onze lag en ten slotte sloten zij de
deuren af.. Toen drong plotseling een
luide kreet tot onze ooren door, gevolgd
door langgerekte, gedempte klaagtonen,
als van iemand, die het benauwd heeft
en bijna verstikt.
Ach, God, zij sloppen hem den
mond toe, jammerde de dienstmeid ik
ben bang, dat zij hem verschrikkelijk
zullen slaan en geeselen... Uw Heer
was zoo ontzettend grimmig en toornig...
nog nooit heb ik een mensch zóó fel,
met zulke h«ische oogen gezien...
Maar, gerechte God, wij hoorden
geen geesel of zweepslagen, neen het
waren. hamerslagen heel duidelijk
de doffa slag van den hamer en daar
tusschendoor een zacht, onderdrukt en
verstikt gekerm dan wederom hamer
slagen tot drie, vier maal toe
Wat hebben ze toch te hameren,
vroeg de meid? En toen... op eens werd
het mij klaar en duidelijk en met een
rauwe kreet sliet ik het uit:
God in den hemel... Jezus van
Nazareth, sta mij bij. Zij kruisigsn
heml En als het ware tot bevestiging
van mijne woorden, begon het eerst
langzaam, toen immer sneller te drup
pelen door de planken boven ons hoofd,
dikke druppels vielen vlak voor onze
voelen op den vloer neer. De meid
lichtie bij met de lamp en wilde onder
zoeken wat dit was; opeens riep zij
6chter vol ontzetting:
Mijn God, dat is bloed... warm
rood bloed!
Wat verder gecchied is, weet ik niet
meer. Toen ik wederom tot bezinning
kwam was het reeds klaar dag. Ik
lag op mijn bed en mijn man stond
voor mij. Zijn gezicht was verschrikke
Üjk bleek en zijn oogen flikkerdenzoo
onheilspellend, dat ik meende, dat hij
waanzinnig geworden was en zijn ver
stand verloren had. Zonder mij aan te
durven zien, zeide hij, dat de knaap
deze nacht gestorven was. Vol afschuw
wende ik mij van hem af en riep
Moordenaar 1
Een oogenblik kromp hij ineen, een
geweldige schok doorvoer zijn lichaam
en zielhet duurde echter maar een
oogenblik, hij scheen zelfs voor een
tweeden moord niet terug te deinsen...
drukte zijn linkerhand op mijn mond
en duwde mij met zijn rechterhand tot
wurgens toe in de kussens. In mijn
doodsangs» riep ik, dat ik zou zwijgen
en toen liet die verschrikkelijke mij
los.
Hij beval mij op te staan en mijn
Buiten verantwoordelijkheid der Redaotie.
Mijnheer de Redacteur.
Mag ik u verzoeken tot opname van
het volgende
Naar aanleiding van het naschrift
door uw verslaggever geplaatst onder
het verslag der Raadsvergadering in
uw blad, het volgende.
Ook ik ben het volkomen met hem
eens, dat het eene onmogelijkheid is
het gesprokene in den Raad in zijn
geheel op te nemen, en daarover heb
ik het ook in 't geheel niet gehad.
Maar, wat toch wel mag verzocht
worden is, dat hetgeen hij opneemt en
aanbiedt ter plaatsing, ook de juiste
toedracht is van hetgeen gesproken is
geworden en alleen dit was mijn ver
zoek.
Ja juist, M. de R, een verslag, geve
in groote lijnen het behandelde en niet
anders, en dat uw verslaggever ook
hieraaa voldoet.
Met dank voor de plaatsing
Hoogachtend
JEAN VERMEULEN.
Raadslid
Venray 26 Jan. 1929.
Moeders, laat U toch niet wijsmaken,
dat de kinkhoest drie tot vijf maanden
lang de verzwakte lichaampjes van
Uw kinderen moet teisteren. AI vertelt
men U, dat de „ervaring" de nood
zakelijkheid van dien langen duur
heeft bewezen, diezelfde ervaring heeft
aangetoond, dat Akker's Abdijsiroop,
bereid uit versche plantensappen, dien
duur belangrijk kan verkorten. Akker's
Abdijsiroop lost het vastzittende slijm
op, zoodat dit gemakkelijk wordt op
gegeven en tempert den hoest; zij
versterkt het ademhalingsorgaan en
verbetert het algemeen gestel door den
eetlust te prikkelen. Bewaart Uw
kinderen voor kinkhoest en de gevol
gen daarvan. Geef hun onmiddellijk
Voorde Borst.
Per koker: f 150, f 2.75, f 4.50
rouwkleederen aan te doen. Half ver
suft door het lijden van de laatste
oogenblikken deed ik alles, wat hij
wilde. Ik zag den knaap. Zij hadden
hem gewasschen en een lang doodshemd
aangetrokken. Dit hemd bedekte de
bebloede voeten' en de lange wijde
mouwen verborgen zijn handen. Zijn
gelaat was heel 2acht en rustig. De
klaagvrouwen kwamen en de buren
en vrienden kwamen eveneens en
niemand durfde vragen waaraan het
kind gestorven was. Zij vermoeden de
waarheid en waren bang voor de wraak
van mijn man.
De doodgravers maakten het graf ge
reed op het oude kerkhof onder een
groene vlierboom. Vsn uit mijn raam
kon ik hen met schop en spa zien
werken en graven. Toen droegen zij
naar Luiten en begroeven hem
hem
laat in den namiddag ongeveer een uur
vosr het aanbreken van den Sabbath
Mijn ongelukkige man meend6, dat
daarmede alles afgeloopen was en was
er vaat van overtuigd, datniemand het
ooit wagen zou hem,den wereldberoem-
den, rijken Abel Abele bij het gerecht
aan te klagen. Maar die wraakroepende
zoude zou niet ongestraft blijven.. Da
spreuk van den Heer der Heerscharen
moest bewaarheid worden: »Het bloed
van uw broeder Abel ja, van uw
eigen kind Abel roept tot Mij om
wraak".