Openbare vergadering
Gemeenteraad te YEN RAY
Zaterdag 26
van den
Op Woensdag 23 Januari 1929.
Voorzitter: O. v. d. Loo.
Secretaris Van Haaren.
Afwezig met kennisgeving de Heeren
Nelissen en Wijnhoven.
De Voorzitter opent de vergadering
met gebed en wenscht, alvorens met de
agenda te beginnen, de heeren Raads
leden een Zalig Nieuwjaar en hoopt,
dat 1929 voor hen en hun gezin in alle
opzichten voorspoedig zijn zal en dat
ook in dit jaar veel voor Venray zal
kunnen worden bereikt
Hierna worden de notulen der vorige
vergadering voorgelezen en onveranderd
goedgekeurd. Direct vraagt de heer
Vermeulen het woord en spreekt zijn
dank uit voor de buitengewone accurate
en uitgebreide notulen door den Secre
taris zoo juist voorgelezen, maar o, die
peis. De Limburger Koerier had in
zijn vorig verslag gepoogd, den Raad
in het ootje te nemen en Peel en Maas
was te beknopt.
De Voorzitter merkt den spreker op,
dat de pers alleen maar tracht zoo
objectief mogelijk te zijn, terwijl in
deze alleen gelden de officieele reads-
notulen, waarmede rekening gehouden
wordt bij alle officieele handelingen.
2. Kasopname bij den Gemeente-
Ontvanger, 4e kwartaal.
Wordt voor kennisgeving aangenomen
3. Ingekomen schrijven van het
Gemeentebestuur van Ysselmonde om
adhaesie te betuigen aan een adres v»n
den Raad dier gemeente aan den Minis
ter van Binnentandsche Zaken en
Landbouw in zake toepassing van art.
122a der Gemeentewet.
De Voorzitter zet de ingewikkelde
aangelegenheid uiteen en merkt op,
dat deze zaak voor Venrsy geen betee
kenis heeft en stelt voor dit verzoek
voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Odenhoven was onderwijl
bezig in de Gemeentewet te snuffelen.
4e, Ingekomen verzoek der Parochiale
leesbibliotheek en openbare leeszaal
om subsidie met advies van Burge
meester en Wethouders.
De Voorzitter deelt mede, dat, wil
zulk een inrichting voor Rijks- en
Provinciale- en Gemeentesubsidie in
aanmerking komen, ook aan de voor
schriften dier Bestuurslichamen vo'daan
moet worden, wat voor Venray niet
mogelijk of althans zeer bezwaarlijk is.
Echter is het mogelijk in bepaalde ge
vallen toch nog in aanmerking te
komen voor Provinc subsidie, waarnaar
gestreefd zal worden.
Het College van B en W. staan een
combinatie voor van leeszaal en
bibliotheek-en overtuigd vanhetgroole
nut voor Venray van zulk een inrichting
stellen B. en W. voor t 100 subsidie
te verleenen.
De heer Millen spprecieert ten zeerste
bet bestaan van dergelijke hoogst
nuttige inrichtingen en heeft ook ver
nomen dat er een leeszaal zal komen.
Hij wil er dan ook op aandringen, dat
de tot standkoming van een en ander
krachtig zal worden in de hand gewerkt
Ook de heer Odenhoven wijst op hel
buitengewoon nut van een leeszaal en
bibliotheek.
Z.h.s. ging de Raad met het voorstel
van B. en W. accoord.
5. Ingekomen verzoek van de Kon-
Ned. Politiehondvereeniging om de ge
meente als begunstiger der Vereeniging
ie doen toetreden.
De Voorzitter merkt op, dat er tegen
woordig op elke vergadering een of
meer aanvragen om subsidie te behan
delen zijn. Zoo ook nu weer. Het nut
van politiehonden is niet te ontkennen,
maar de Gemeentekas zou arm worden
als aan alles wat nuttig is, moest
worden mede gedaan. Het college van
B. en W. stele dan ook voor om
afwijzend op deze aanvrage om f 10 te
beschikken.
De heer Stoot vroeg of bij verleening
der subsidie een hond ter beschikking
werd gesteld, waarop de Voorzitter zei,
dat men dien hond zelf moest aanschaf
fen, terwijl er bij eventueels gevallen
steeds een te krijgen is
Z.h.s. vereenigde de Raad zich met
het voorstel van B en W.
6. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders lot aanvulling der Bouw
verordening in de gemeents Venray
De Voorzitter las de in te lasschen
of de Jte veranderen artikelen voor
welke echter niet zoo vlug kunnen ge
noteerd worden en gaf het woord aan
den heer Vermeulen, die voorstelde om
de gelegenheid te scheppen van een
beslissing van B en W. bij den Raad
in beroep te kunnen komen.
De Voorzitter zegt, dat ook de
Gezondsh^idscommissis in deze beslist
en waarschuwt er voor om zulk een
gelegenheid voor beroep te scheppen,
wijl dan tal van kleinere zaken in
beroep bij den Raad zullen gebracht
worden, wijl ieder mensch genegen is
i 1929, No. 4.
zijn zaak de belangrijkste te vinden en
de Raad al na verloop van een half
jaar zeggen zal: laten wij daar toch
mee ophouden.
De heer Vermeulen merkt op, dat hij
alleen bedoeld had voor de grootere
zaken beroep bij den Raad open te
stellen, waarop de Voorzitter zegt, dat
dit niet gaat, alles en allen zijn voor
de Wet of verordening gelijk, boven
dien, 7/ie zal uitmaken wat kleine en
wat groote zaken zijn. Een kleinigheid
voor den een is een grootheid voor den
andere.
Gesteund door de heeren Odenhoven
en Millen handhaaft de heer Vermeulen
zijn beroepsvoorstel en de Voorzitter,
die met het oog op de lange agenda
door zou willen werken, misschien ook
al bevreesd, dat de sluizen der wel
sprekendheid nog verder zouden worden
opengedraaid, stelde voor tot stemming
over het al of niet opnemen in de
verordening van Beroep bij den Raad
over te gaan.
Het lot had bij het begin der verga
dering den heer Geurts aangewezen
om zijn stsm het eerst uit te brengen
Toen de Voorzitter den heer Geurts
opriep ter stemming, vroeg deze, wat
er nu eigenlijk aan de hand was, of
te stemmen over het voorstel B. en W
of de inlassching voorstel Vermeulen.
De stemming ging dan ook niet
door en de sluizen van welsprekend
heid gingen op een kolossale breedte
open.
De heer Stoo» zou beroep bij den
Raad openstellen, als er verschil van
gevoelen was tusschen het college van
B. en W. en de Gezondheidscommissie
Wethouder Pubben voelt veel voor
hel voorstel Stoot, dat ook niet zoover
gaat als het voorslel Vermeulen.
De Voorzitter wijst er op, dat de
heeren toch ook vertrouwen moeten
hebben in B. en Wdie als van zelf
in gevallen van buitengewonen aard
bij den Raad zullen komen om hun
gevoelen uit te spreken.
De heer Goemans kwam met de
actueele vraag, of de W. C. op de
rioleering moet aangesloten worden of
dat men daar vrij in is, waarop de
Voorzitter antwoordt, dat B. en W dit
niet overal zullen eischen, doch slechts
daar, waar de Gezondheidscommissie
dit zal voorschrijven.
De heer Millen merkt op, dat het
best mogelijk is, dat de Gezondheids
commissie en het college van B. enW.
het eens zijn en dat de belanghebbende
particulier zich door die eenparige
beslissing bezwaard gevoelt.
Op een daartoe gedane vraag deelt
de Voorzitter mede, dat men bij niet
aansluiting evengoed zijn bijdrage te
betalen zal krijgen.
Dö stemming over dit punt van be
roep bij den Raad werd dan aangeno
men, met de stemmen der heeren
Strijbosch en Geurts tegen en zal het
voor particulieren dus mogelijk zijn
om in bepaalde gevallen in beroep te
komen tegen eventueele beslissingen
der genoemde bestuurslichamen.
(Onder die bedrijven was men reeds
2 uur gezellig aan 't beraadslagen)
7. Voorstel van B. en W. tot vast
stelling eener verordening omtrent de
regeling van afvoer van regenwater,
huishoudwater en faecaliën op de ge
meentelijke rioleering.
De heer Vermeulen verkreeg het
woord, om mede te deelen, dat hij dit
punt gaarne aangehouden zag, tot een
volgende vergadering, teneinde vooraf
eens studie te kunnen maken van
deze verordening, die den Raadsleden
wel kan thuis gestuurd woeden.
De Voorzitter deelt mede, dat deze
veroordening grootendeels alleen van
technischen aard is, waaraan niet te
tornen valt, terwijl er slechts een paar
artikelen te bespreken zijn, waarop hij
gaarne voorlichting geeft.
De heer Vermeulen maakt echter
gaarne eerst een degelijke studie van
zulke aangelegenheden en ook de heer
Millen verklaart zich huiverig om een
verordening zonder voorafgegane be
studeering, alleen op voorlichting, zelfs
al is die voorlichting van den voorzit
ter afkomstig, zoo maar te stemmen.
Ook de heer Odenhoven valt de
vorige sprekers hierin bij.
De heer Vermeulen doet den Raads
leden de mededeeling, dat hij in Breda
gewoond heeft en dat in zoo'n stad
heel andere voorschriften gelden bij
de aansluiting der W. G op de rio
leering Spreker moest zich kiesheids
halve ontzien en had hel over »dik en
dun" en meent, dat hier ieder geval,
ai naar de bewoners van een pand,
geregeld moet worden, wijl deze de
kosten van aansluiting zullen te
betalen krijgen.
De Voorzitter deelt mede, dat de
kosten van aansluiting op de groote
rioolbuis, vanaf de grens van eenig
perceel, mede voor rekening van den
aangeslotene komen. De groote riool
buis wordt dan geacht in het midden
van de straat te liggen en zal 6 Meter
op f 10 komen.
Ook hier kan de heer Vermeulen
zich moeilijk bij neer leggen en wijst
op den toestand op de Groote Markt,
waar de hoofdbuis in de Markstraat
ligt. Hij vraagt of er misschien in het
zoogenaamde Gouweslraatje rioleering
komt.
5 De Voorzitter tracht den heer Ver
meulen gerust te stellen en zegt over
den toestand op de Groote Markt reeds
nagedacht te hebben.
De heer Odenhoven kijkt er vreemd
van op, dat de kósten op de straat ook
voor de aangeslotenen zullen zijn. Hij
is stellig in de meening, dat bij vroe
gere gelegenheden, waarbij de rioleering
werd besproken, steeds gezegd is, dat
deze kosten voor rekening der gemeente
zouden zijn. De menschen zitten toch
81 met de aansluitingskosten binnens
huis en nu dit er nog bij Wat gaat
er nu gebeuren, als de menschen het
eens niet betalen kunnen.
Op deze laatste vraag antwoordt de
Voorzitter, dat men dan ook jaarlijks
10 pet zou kunnen afbetalen.
De heer Stoot noemt het een dure
liefhebberij
De heer Milten zou de aansluiting
vanaf de perceelgrens tot aan de hoofd
buis voor rekening der gemeente
willen zien. Daardoor werd de rioleering
meer populair. Bovendien is Venray,
wat de kom betreft, een plaats waar
weinig verdiend wordt en dus ook de
draagkracht niet groot is. Hoe minder
kosten, hoe beter.
De heer Odenhoven zegtde men
schen hebben toch al de kosten vanaf
den gootsteen tot aan de perceelgrens,
wat voor velen al een heele toer, moet
daar nu den buitenaanleg op grond
van de gemeente nog bij Honderden
meters buizen worden er gelegd met
het oog op de toekomst, waar nu nog
niemand iets aan heeft en op die
kleine stukjes aansluiting gaat men
het nu zoeken. Zoo maken wij de
menschen dood met de rioleering
De heer Stoot meent ook, dat de
buitenaansluiting op de hoofdbuis voor
rekening der gemeente zou blijven.
Wethouder Pubben herinnert eraan,
dat indertijd allen enthousiast waren
voor de rioleering en zegt, dat wat de
buitenaansluiting betreft, ook termijn
betaling kan ingevoerd worden.
De Voorzitter zegt genoegen te
kunnen nemen met 10 pet per jaar.
De heèr Odenhoven is alles nog niet
duidelijk. Eerst zouden deze kosten
voor rekening der gemeente zijn en
nu de menschen die zelf betalen.
De heer Millen blijft voor gratis
aansluiting op de hoofdbuis.
De heer Odenhoven wijst op de
Stroomverkoopmaatschappij, die zelfs
in het huis gedeeltelijk den aanleg voor
hare rekening nam.
Overgaande tot stemming kwam nu
vast te slaan, dat de eerste 6 M. gratis
gelegd zullen worden door de Gemeente,
terwijl het meerdere betaald zal moeten
worden.
8 Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot belegging van omstreeks
f 5000 zijnde de door de R.K. Kerk
besturen te Gaslenray en Ysselsteyn
gestorte waarborgsommen groot resp.
f 2515 50 en f 2475, ingevolge art 79,
sub 1 der L. O wet.
Voorstel van B en W. tot belegging
vaneensom van f 10000, voortspruitende
uit den verkoop van gronden.
Zonder hoofdelijke stemming besloot
de Raad deze gelden op meest voor-
deelige wijze in Staatspapieren te
beleggen.
9. Ingekomen verzoek van hetRK.
Kerkbestuur van de H. Galharina te
Leunen om medewerking tot stichting
eener R K. Jongensschool te Leunen
en voorstel van B. en W. tot aanbieding
van het bestaande schoolgebouw der
O, L. Jongensschool en speelplaats te
Leunen.
10. Ingekomen verzoek van het
Zedelijk Lichaam Ursula's Zusters om
medewerking tot stichting eener bijzon
dere R.K. Meisjesschool te Leunen en
voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot aanbieding van het bestaand
schoolgebouw en speelplaats der O. L.
Meisjesschool aldaar.
De Voorzitter merkt op, dat het hier
een te nemen besluit betreft om in
beginsel mede te werken tot de aan
bieding der bedoelde scholen.
De Raad ging er echter zoo voetstoots
niet toe over.
En de rij der Sprekers werd geopend
door den heer Stoot, die vroeg of het
zeker was, dat ook de Jongensschool
te Leunen zeker zou worden overge
nomen, zonder eenige bepalingen.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat
dit zeer waarschijnlijk het geval zijn
zal, maar dat in de toekomst ook andere
oplossing mogelijk is
De heer Stoot vraagi alsnu, hoe het
is met punt 11 der agenda.
11. Ingekomen verzoek van de Ver
eeniging tot oprichting en instand
houding van een RK bijzondere school
»St. Antonius" te Venray tot het
verkrijgen der noodige gelden voor de
stichting eener bijzondere lagere school
op een perceel, kadastraal bekend
Gemeente Venray—Veulen Sectie G.
675 en 1719gedeeltelijk.
De Voorzitter zegt, dat deze aange
legenheid ter verdere bespreking is bij
B en W.
De heer Stoot merkt hier tegen op,
dat zoo deze zaak op de lange baan
van maanden en maanden geschoven
wordt.
De Voorzitter ontkent dit en zegt, dat
b.v. het geschil omtrent de plaats, waar