Tweede Blad van „PEEL EI MAAS Scantic? De Paradijskamer f9 De autobus. FEUILLETON Uw Haar Planten-beschadiging. 't Is te veel! ZATERDAG 7 JULI 1928 Negen en veertigste Jaargang No. 27 Moge de regeering hier de met zoo veel verlangen verwachte bevredigende oplossing geven. De autobuskwestie doet nog altijd veel stof opwaaien in verschillende deelen des lands $inds de wet ook voor de autobusroute een concessie vereischt, vielen verschillende beslissingen uit tot ontevredenheid van het publiek, dat zich op tal van plaatsen weer beroofd zag van een gemakkelijk vervoermid del, waaraan men tot zijn genoegen en gerief gewend was geraakt. De anti rev. Standaard zet de kwestie nog eens duidelijk uiteen. Het is met de autobus een eigenaar dige geschiedenis, zegt het blad. Eens werd de omnibus verdrongen door het spoor. Toen kwamen natuurlijk de be langen van omnibus-ondernemingen in het gedrang, en de voorbeelden zijn nog aanwijsbaar waarin een kortzichtig gemeentebestuur, om de omnibus te handhaven, het spoor zoo ver mogelijk trachtte te houden. De overwinning van het ijzeren paard was echter niet te atuilen. Maar zie nu verschijnt de motor en daarmee gewapend neemt de omnibus schitterend revanche en weet zij aanstonds de liefde van het publiek, inzonderheid ten plattelande, te verove ren. Zoo zelfs, dat trein en tram in gevaar komen. Natuurlijk mag ook thans de Over heid niet kortzichtig zijn door een werkelijke verbetering in het verkeer tegen te houden met het oog op de belangen van reeds bestaande vervoer middelen. Het beste en goedkoopste zal moeten winnen. Echter kan de wet legt daarvan trouwens het getuigenis af de Over heid deze ontwikkeling niet maar zoo laten gaan. Allereerst niet om de auto bus zelf. Bij een ongeregalden toestand en gezien de gemakkelijkheid waarmede een onderneming is op te zetter, zou een ongebreidelde concurrentie hel nieuwe vervoermiddel aanstonds in groot gevaar stellen. De onderneming werd al te risquant en bovendien zou het verkeer schade lijden. De Overheid moet dus den weg der concessie betre den en menigmaal een keuze doen tusschen de eene onderneming en de andere. Hel is niet gemakkelijk die keuze steeds zoo te doen uitvallen, dat een ieder tevreden is. Maar in de tweede plaats heeft het verkeer per spoor en tram een beteeke- nis, die blijvend is; men denke aan hel goederenvervoer. Het kan niet in het belang van menige streek zijn, het vervoer per spoor te laten vervallen. Men moet dus wel rekening houden met deze belangen en wij zien hieruit reeds, hoe moeilijk menige beslissing wordt. Nu is hier en daar de indruk wel gewekt, dat de regeering te zeer het laatstgenoemde belang op den voorgrond zet. Het laat zich begrijpen dat de monopolist van gisteren met leede oogen den concurrent van heden ziet komen. Maar hierin mag hel hoofdmoment voor een beslissing niet worden gezocht. Het publiek belang en het belang van het publiek moeten vooropstaan. En dan is het wel duidelijk dat vooral ten plattelande dit belang de handhaving vraagt van de autobus. De Standaard wijst er vervolgens op, hoe er in Fiiesland en Zeeland reden is tot klacht. Maar ook Limburg, en in het bijzon der Midden-Limburg, kan over de toe passing der wet nog niet tevreden zijn. Eenige concessieaanvragen zijn nog in behandeling bij den Raad van State Aanvankelijk werden ze afgewezen. Thans hoopt MiddenLimburg voor gewijzigde aanvragen de definitieve vergunning te verkrijgen, in het belang eener talrijke bevolking, die door de spoorwegen niet voldoende kan worden geholpen en door een beletten van den autobusdienst onnoodig zou worden gegriefd. Historiscli-Romantisch verhaal van het Kasteel Blyenbeek by Afferden. Vrij naar het Duitsch door B,B. 25 Men begrijpt hoe blij ik was, toen ik bemerkte dat het kind nog spartelde. Toen het water uit zijn mondje was geloopen en ik hem een poosje flink had gewreven, begon het wederom beter adem te halen en eindelijk opende het zijn mooie, lieve blauwe oogen. Vol moed bleef ik daarom doorgaan met wrijven, terwijl ik er nauwelijks aan dacht, dat ik zelf nog in de beek stond; het kind had ik voor mij op het droge heide-kruid gelegd. Daar onder het wrijven bloeddruppels uit mijn mouw op het gelaat van het knaapje vielen, bemerkte ik nu eerst dat mijn linker arm gewond was. Ge durende het gevecht en die jacht over de hei en vooral in de laatste angstige oogenblikken was ik zoo opgewonden geweest, dat ik niets had gemerkt noch van den pijn noch van het bloed dat uit mijn mouw druppelde. Ik kan daar God niet genoeg voor danken, want indien ik het eerder had bemerkt dan had ik misschien de moed niet gehad dat opgeluk8wijf achterna te zetten en het leven van mijn kleinen Christoffel wordt gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt vrij van roos het blijft beter zitten het valt niet meer uit als gij zoo nu en dan een weinig Purol tusschen de handen wrijft en daarna door de haren uitstrijkt. Doos 30 en 60. tube 80 ct. Bij Apoth. en Drogisten 775-28 De landbouwwetenschap heeft de laatste kwart eeuw reuzenvorderingen gemaakt. Ze heeft ons een beter inzicht verschaft in het verkrijgen van nieuwe landbouwgewassen methooger opbrengst ze heeft ons ook geleerd, bij welken toestand van den grond de verschillende gewassen het best groeien. De practijk heeft er haar voordeel mee gedaan, en zoo zien we, dat ook de opbrengsten sterk gestegen zijn. Het schijnt, dat met de meer inten sieve teelt ook de vijanden van de landbouwgewassen in sterke male zijn toegenomen. Werd vroeger aan bestrij ding van plantenziekten weinig gedaar., tegenwoordig kan men zeggen, dat zonder bestrijding der ziekten en be schadigingen de oogst belangrijk zal dalen. Van alle kanten worden de landbouw gewassen in hun bestaan bedreigd. Het schijnt, dat de ziekten bij de toenemende bestrijding hun aanvallen met verdub belde woede herhalen. De strijd om het bestaan zal er hun wel toe noodzaken. Nood zoekt list, zegt het spreekwoord. En 't lijkt wel, of het bij de parasieten een soort instinct is, dat hun den weg wijst, om hun beslaan ce rekken. Men slaat er soms verbaasd over, hoe een plaag zich plotseling kan ver meerderen en den oogst kan bedreigen Van den anderen kant ziet men ook gebeuren, hoe ze na eenigen tijd als van zelf tot staan wordt gebracht. Zoo heerscht er in de natuur altijd een zekere evenwichtstoestand, waarbij de eene groep een andere wel eens dreigt te overheerschen, om na korteren of langeren tijd weer tol haar vroegere proportie te worden teruggebracht. Wat onze land- en tuinbouwgewassen betreft, kan de menschen dit niet zoo maar aan de natuur overlaten. Dan gold alleen het recht van den sterkste en zou er van de opbrengst al heel weinig terecht komen. Het is dus zaak, een voorldurenden en harden strijd aan te binden tegen de belagers, die van alle kanten komen opzetten. De schade, door dierlijke en plant aardige parasieten aan de landbouw* gewassen veroorzaakt, is moeielijk in cijfers uit te drukken, maar loopt jaarlijks in de millioenen. Behalve door ongewenschte weertoe standen (vorst, hagel, regen, droogte), worden de gewassen aangetast door dierlijk en plantaardige wezens. Belangrijk is de schade, die door muizen en ratten aangericht worden te redden. Nu de grootste angst echter voorbij was begon ik mij langzamerhand erg slap en zwak te gevoelenik stapte uit den beek en probeerde met den kleinen jonker op mijn ge^pnden arm wederom te paard te stijgen, maar ik voelde er echter geen kracht meer toe. Aan eene achtervolging van Emerentiana viel natuurlijk nie* meer te denken. Ik zag trouwens over de heele vlakte geen tipje meer van den schimmel, waar schijnlijk was zij achter de duinen verdwenen of het Weezenerwoud in gevlucht. Daar er niets anders op zat, greep ik mijn paard bij den teugel en wilde te voet naar het bosch teruggaan, waar ik de beide vrouwen met Kurt en Grates had achtergelaten. Dit wilde echter ook niet lukken, want heel de hei begon eerst langzaam en toen hoe langer hoe harder voor mijn oogen te draaien. Het begon zoo te suizen, te gon8en en brommen in mijn hoofd en ooren dat ik meende dat ze de klokken van Sint Gudula te Brussel aan hel luiden waren. Toen ik voelde, dat mijn knieën begonnen te bibberen en te beven, ging ik op den grond zitten en riep om Kurt en Grates. Ik meen ook dat ik ze nog in de verte met de beide edelvrouwen zag aankomen. Doch het is nog niet heelemaal uitgemaakt of ik ze werkelijk zag of dat ik droomde want alles danste mij voor de oogen. Wat daarna geschied is kan ik slechts van hooren zeggen neerschrijven. Vol gens Kurt en Grates lag onze lieve Christoffel rustig en kalm in mijn armen te slapen toen zij met de Jonk Volgens mededeeling van Dr. Rabbas in »Landbau und Technik" wordt deze in Duitschland op 1 milliard goudmark geschat. En dit hoeft niet te verwonde ren, als men weet, dat deze dieren zich bijzonder sterk vermenigvuldigen. Een veldmuizenpaar met 360 nakome lingen verorbert in één jaar 900 K G. graan. De vralige rat, die de familie ziet aangroeien tot het respectabel getal van 860 stuurt per jaar 30 000 K.G. brood door het keelgat. De vogels zijn meest alle nuttig voor den landbouw. Slechts enkele, zooals musschen, kraaien, eksters, duiven zijn schadelijk door het eten van zaden. Vooral de musch en de kraai zijn geen vrienden van den land en tuinman. Toch verdelgen zij ook heel wat scha delijke insekten. Dezer dagen kon men nog zien, hoe de musschen de bieten- rijen langs trokken, om de bietenvlieg op te sporen en naar binnen te werken. Veel meer schade doen de insekten. In den grond knagen engerlingen, ritnaalden en emellen aan de planten wortels. Boven den grond zien we de vreterij van slakken, meikevers, rupsen, blad en bloedluizen, koolvlieg en bietenvlieg. Aaltjpg knagen zoowel aan de wortels als aan de stengels. Wat in 't algemeen minder bekend is, maar niettemin tot belangrijke ver mindering, zelfs tot vernietiging van den oogst kan leiden, dat is de be schadiging, veroorzaakt door zwammen. Roest- en brandzwammen tasten da granen aan, de meeldauw vormt een wit overtreksel over de bladeren en vruchten van eikenhakhout en druif, de wortelbrand doet de bieten reeds te gronde gaan, vóór ze het eerste zonne licht aanschouwen. Bladrol, topbonten wratziekte zijn oorzaak, dat sommige overigens goede aardappelrassen zoo spoedig degenereeren. Schurft, kanker an monilia kunnen danig huishouden in de vruchlboomsn, en zoo zijn er nog zoovele andere, die openlijk of bedekt de gewassen aanvallen en den land en tuinman heel wat zorgen baren. Allerlei middelen worden aangewend, om de schadelijke indringers het leven zoo lastig mogelijk te maken. De fruilboomen worden afgekrabt, om de schuilplaatsen der overwinteren de insekten te vernietigen Met vang- banden lokt njan ze op bepaalde plaat sen, waar de dood hun wacht. Lijm banden trachtten te verhinderen, dat de wintervlinders tegen de booraen op kruipen. Sproeimiddelen verstuiven allerhande soort van »pappen" en emulsies tot een stoffijnen regen, die in alle hoeken en gaten dringt, om het ongedierte te verdelgen. Zwavelbestuivers brengen de zwavel in uiterst fijne deeltjes op het druiven blad, om de meeldauw tegen te gsan IJzersulfaat, fijngemalen kaïniet of kalkstikstof zijn bekende middelen tol het verdelgen van herik en andere onkruidplanten. Poederkalk en fijne kopervitriool be dreigen de slakken in haar beslaan. De zaden der verschillende granen worden met allerlei bijtmiddelen behan deld, zooals kopervitriool, formalde rhyd, germisan, tutan, enz. om de aan klevende zwamsporen te dooden. Maaggiften, als Parijschgroen, Schweinfurtergroen, worden op de bladeren gespoten, waar de vraatzuch tige rups het leven met een wissen dood moet bekoopen. Zelfs de vliegmachine doet haar dienst, om over groote complexen bosch het doodelijke gif uit te spreiden. Zoo is het en zal het blijven een hardnekkigen strijd, om het ongedierte te weren of te verdelgen. N. K. Doorzitten bij Wielrijden, Stuk- loopen van Huid en Voeten, en Verbranden der Huid door de zon, verzacht men dadelijk en geneest men spoedig, door onmiddellijk te behandelen met 764:17 vrouwen naderbij kwamen. Natuurlijk was, zooals men licht begrijpen kan, zoowel de vreugde over de redding van den kleinen jonker bij moeder en Angelina, als de zorg die men aan mij besteed had, buitengewoon groot geweest Aanstonds was er een van hen naar Kleef moeten rijden om den genees heer te halen. Hoe zij mij naar het Slot gebracht hebben, weet ik niet. In het kort: Toen ik weder bij kwam, lag ik in mijn bed en waren er wel bijna veertien dagen verloopen sinds boven vermeld avontuur. Dien heelen lijd had ik met koorts gelegen en in mijn droomen joeg ik nu eens Emeren tiana achterna, die ik natuurlijk nooit te pakken kreeg, dan weer zocht ik den kleinen Christoffel in de beek. Ik zag hem altijd heel duidelijk spartelen onder het water, maar wanneer ik hem grijpen wilde veranderde hij altijd in een aal. Op dien morgen toen ik eigenlijk voor het eerst wist waar ik was, zag ik tot mijne niet ge inge verbazing de lieve jonkvrouw Angelina aan mijn bed zitten. Zij had voortdurend koude com- pre8sen op mijn slapen gelegd en nauwelijks was ik bij kennis of ik vroeg haar of het mij werkelijk gelukt was den kleinen levend uit de beek te halen Zij begon toen heel minzaam te lachen en verzekerde mij dat de kleine het heel goed maakte. Als ik nu heel rustig bleef en nog een weinig ging slapen, zooals de geneesheer had gezegd, dan zou zij later het knaapje aan mijn bed brengen. Zij hield woord, want nog dienzelfden middag bracht zij en vrouw 779—8 Het is zelfs schrikwekkend veell Ieder jaar zijn er in Europa 22.000 gevallen van zelfmoord, dus 22 000, die eerstens hun leven moe zijn, het niet meer goed weten te gebruiken en tweedens de hand aan zich zelf slaan om zich te doen verdwijnen. En men verzekert, dat zeker de helft niet eens bekend wordt, zoodat de ge vallen, wel 50 000 kunnen bedragen 1 Wilt ge nu weten, waar de meeste en waar de minste zelfmoorden voor komen? In Europa komen deze in Denemar ken en Saksen het meest voor, de minste in het Katholieke Spanje en Beyeren1 Dat bij alle plezier, muziek, dans, films en wat al niet! Daze schijnen den menschen niet geheel te bevredigen. Het zijn lapmiddelen voor het geluk de ware tevredenheid en de ware energie, die ons het leed doet te boven komen, moet in den mensch zitten. Wij moeten niet met leegen geest en leeg hart tegenover het leven staan Dan worden we omver gekegeld. Het is in de godsdienstloosheid van onzen tijd, dat de neiging tot zelfmoord haar oorsprong vindt. Zijn we geloovig, dan behoeven we niet van de wereld te gaan loopen. We hebben dan fut genoeg om het leed te aanvaarden en te dragen, dan laten we ons niet neer werpen, maar desnoods zullen wij helden worden in het lijden. Maar nooit deserteurs, lafaards als 4® zelfmoordenaars. Wat elke maand te doen geeft (le helft Juli) Op den voorzomer valt niet te roe men. Weinig warmte en meestal een grauwe lucht; het oude liedje werd weer bewaarheid: De lucht is zoo grauw, Dra onweert het gauw, Mijn koren gaat plat o wee I Heel wat koren is plat geslagen, van het zaad komt dan weinig terecht. Hooigras is er in vele streken ook weinig gekomen. De nazomer heeft dus heel wat goed te maken. Laten wij waakzaam zijn om schade zooveel mogelijk te voorkomen, b.v door de aardappelziekte. Het voorkomen van een aantasting door bespuiting is zeer gewenscht. De bereiding van Bordauxsche pap ge schiedt door samenvoeging van koper vitriool en versch gebluschte kalk, beiden in water opgelost in zoodanige verhouding, dat op 100 L. vloeistof aanwezig zijn anderhalf twee Kg. kopervitriool en H 1 en een derde Kg. kalk, (deze laatste als ongeblusch te kalk berekend) Bourgondische pap wordt bereid uit 2 kg. kopervitriool en 1 kg walervrije soda (sodex op 100 L Calharina den lieven jonker op mijn kamer, zette hem zelfs op mijn kussen en al spoedig was hij met zijn handjes mijn wangen en haren aan't bewerken. Van toen af aan werd ik, onder zulke liefderijke verpleging, met den dag beter, zoodat ik een week later reeds op kon staan. De beide vrouwen hadden vol zorg den grooten leuningstoel van Heer Arnold op mijn kamer laten brengen en nu moest ik daarin gaan zitten. Verder durf ik hier niet vertellen hoe niet alleen de beide vrouwen maar ook mijn genadige Heer mij door woord en daad met dankbetuigingen hebben over laden. Van dit oogenblik af beschouwden zij mij bijna als tot de familie behoorend en moest ik voorlaan met hen aan tafel eten. Wel ia waar heb ik nog lang met mijn arm in het verband moeten loopen, en is hij altijd wat stijf gebleven, maar daar het mijn linker arm was had ik er niet veel last van en hinderde het mij niet bijzonder bij het schilderen en snijden. De wond op zich was wel niet erg gevaarlijk geweest, maar van wege het groote bloedverlies meende de geneesheer eerst ik had op zijn minst tien liter van dit kostbare levens sap verloren dat ik in het graf zou bijten Een jonge, vurige schilder kan echter beter een paar liter bloed missen dan een paar liter bier in een heete zomer. Eilieve, intusschen was het misschien maar beter geweest dat ik nog maar een paar liter verloren had, aangezien de duivel een schelm is en mij dien zelfden dag een nog veel grootere wonde in mijn hart sloeg als die oude buka water). Wij willen er nogmaals op wijzen, dat een, 2 of 3malige besproeiing, met tu8schenruimte van enkele weken, ver de voorkeur verdient boven éénmalige daar deze meermalige bespuiting eerst voldoende zekerheid geeft, dat ook de knollen vrij van ziekte zullen zijn. Wie nadere inlichtingen omtrent de toepassing verlangt, wende zich tot den Plantenziektenkundigen Dienst te Wa- geningen, of tot een der in verschillende plaatsen gevestigde ambtenaren van dien dienst. Uitvoerige recepten en brochures zijn te Wageningen verkrijg baar. Van het aardappelgewas gaan we naar den groententuin Bij nat weer is het een heele toer om dien goed schoon te houden en geregeld van onkruid te zuiveren. Telkens moeten de wortelen en sla- bedden enz gewied worden. Bij droog weer schoffelt men de paden, tusschen de erwten en boonenrijen «n de groen ten, waar men met de schoffel tusschen kan komen. Late soorten erwten en capucijner8 moeten ook schoongehouden en aangebonden worden, hetgeen ook met de laatst gelegde stoksnij en sla» boonen moet geschieden. In dezen tijd kan de rups een zeer gevaarlijke vijand zijn van de kool. Begint ze zich hier en daar te ver- toonen, dan moet men er onmiddellijk bij zijn; dagelijks ga men de kool na om de rupsen, die men aantreft, te dooden. Men kan thans nog eens andijvie zaaien. Is de grond, dan moet men deze eerst goed vochtig maken. Na gezaaid te hebben, kan men natuur lijk alleen bij erge droogte een mat over het beu leggen, want het zaad zou niet opkomen als het niet in vochtige aarde lag. Het soort, dat men nu zaait, moet winterandijvie zijn. Deze is harder dan de zomervol- harlsoort, aan deze kan men 't spoedig zien, wanneer het in 't najaar maar even vriest; de winterandijvie daaren tegen is tegen de eerste nachtvorsten wel bestand. De planten der late andijvie behoeven niet alle uitgeplant te worden: men kan een gezaaid bed lot op onge veer een voet van elkaar uitdunnen; die blijven staan zullen dan goed door groeien, en de rest kan men verplaatsen. Van de zomerandijvie krijgen som migen niet veel goeds, omdat zij ze hebben verplant. Zomerandijvie late men liefst op het zaaibed staan, omdat zij anders licht gaan schieten. Daarmee houde men dus bij het zaaien reeds rekening, door het zaaibed flink groot te nemen en het zaad dun uit te le strooien, zoodat de planten later op een behoorlijken afstand van elkaar komen te staan. Er komt hier en daar al een bed vrij van gewassen, die afgeloopen zijn. Daarop kan men plantenkoolsoorten, selderij, prei, late andijvie. Koolsoorten moet men planten met den kop naar het Noorden, de zon trekt ze dan recht. Men moet liefst 's avonds verplanten en den grond vooral flink vochtig maken. Radijs kan men ook nog zaaien en als nateelt: worteltjes en kropsla, terwijl nog wel eens gelegd worden in deze maand vroege doperwten en peulen. Voor stokboonen is het te laat maar vroege stamprimassen kunnen nog een goede opbrengst geven. Natuurlijk bestaat er veel kans voor mislukking. Uien en sjalotten worden nu opgenomen. Augurken onj in te leggen, worden regelmatig geplukt. De uitloopers van de aardbeien worden afgesneden, en nieuwe bedden kunnen al worden aan gelegd. In den bloementuin worden de anje lieren afgelegd. Uitgebloeide vaste planten kunnen gescheurd worden. Tweejarige en over blijvende planten worden nog gezaaid. Reseda, Eschscholzia, Convolvulus tricoler, geven, nu gezaaid, in October nog bloemen. Geraniums (Pelarzoniums) en Fuch- in mijn arm. Ik zal u eerlijk bekennen hoe dit gekomen is. Die voortdurende omgang met de beide edele vrouwen deugde heelemaal niet voor mij AI lang had ik bij mij zelf waargenomen dat er iets met mijn hart niet in orde was en tenslotte bemerkte ik dat het in lichte laaie stond en van liefde gloeide voor de bevallige, engelschoone en engelreine jonkvrouw Angelina. Ik heb er eerlijk tegen gestreden, daar zulk een liefde tusschen een armen schilder en de hoogedele zuster van den Schenk van Nydeggen wel tot groot verdriet en onheil, maar tot niets ver standigs leiden kon. Nu echter na dit avontuur en de gelukkige redding zoowel van de vrouwen als van den jonker toonde mij Heer Arnold zulk een liefde en dankbaarheid, dat ik werkelijk begon te denken dat hij mij misschien Angelina nog wel tot echt- genoote zou geven, indien zij ook van dezelfde meening was en mijn liefde beantwoordde. Aldus ontbrandde de strijd opnieuw in mijn hart, nu eens was ik vast besloten eens openhartig met Angelina te spreken dan weer dacht ik echter dal het pure waanzin was en dat ik niets beters doen kon, dan maar zoo spoedig mogelijk van Blyenbeek weg te vluchten en de wijde wereld in te trekken. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1928 | | pagina 5