Tweede Blad van „PEEL EI MAAS
Scantic?
De Paradijskamer
f9
De autobus.
FEUILLETON
Uw Haar
Planten-beschadiging.
't Is te veel!
ZATERDAG 7 JULI 1928
Negen en veertigste Jaargang No. 27
Moge de regeering hier de met zoo
veel verlangen verwachte bevredigende
oplossing geven.
De autobuskwestie doet nog altijd
veel stof opwaaien in verschillende
deelen des lands $inds de wet ook voor
de autobusroute een concessie vereischt,
vielen verschillende beslissingen uit tot
ontevredenheid van het publiek, dat
zich op tal van plaatsen weer beroofd
zag van een gemakkelijk vervoermid
del, waaraan men tot zijn genoegen en
gerief gewend was geraakt.
De anti rev. Standaard zet de kwestie
nog eens duidelijk uiteen.
Het is met de autobus een eigenaar
dige geschiedenis, zegt het blad. Eens
werd de omnibus verdrongen door het
spoor. Toen kwamen natuurlijk de be
langen van omnibus-ondernemingen in
het gedrang, en de voorbeelden zijn
nog aanwijsbaar waarin een kortzichtig
gemeentebestuur, om de omnibus te
handhaven, het spoor zoo ver mogelijk
trachtte te houden. De overwinning van
het ijzeren paard was echter niet te
atuilen. Maar zie nu verschijnt de
motor en daarmee gewapend neemt de
omnibus schitterend revanche en weet
zij aanstonds de liefde van het publiek,
inzonderheid ten plattelande, te verove
ren. Zoo zelfs, dat trein en tram in
gevaar komen.
Natuurlijk mag ook thans de Over
heid niet kortzichtig zijn door een
werkelijke verbetering in het verkeer
tegen te houden met het oog op de
belangen van reeds bestaande vervoer
middelen. Het beste en goedkoopste zal
moeten winnen.
Echter kan de wet legt daarvan
trouwens het getuigenis af de Over
heid deze ontwikkeling niet maar zoo
laten gaan. Allereerst niet om de auto
bus zelf. Bij een ongeregalden toestand
en gezien de gemakkelijkheid waarmede
een onderneming is op te zetter, zou
een ongebreidelde concurrentie hel
nieuwe vervoermiddel aanstonds in groot
gevaar stellen. De onderneming werd
al te risquant en bovendien zou het
verkeer schade lijden. De Overheid
moet dus den weg der concessie betre
den en menigmaal een keuze doen
tusschen de eene onderneming en de
andere. Hel is niet gemakkelijk die
keuze steeds zoo te doen uitvallen, dat
een ieder tevreden is.
Maar in de tweede plaats heeft het
verkeer per spoor en tram een beteeke-
nis, die blijvend is; men denke aan
hel goederenvervoer. Het kan niet in
het belang van menige streek zijn, het
vervoer per spoor te laten vervallen.
Men moet dus wel rekening houden
met deze belangen en wij zien hieruit
reeds, hoe moeilijk menige beslissing
wordt.
Nu is hier en daar de indruk wel
gewekt, dat de regeering te zeer het
laatstgenoemde belang op den voorgrond
zet. Het laat zich begrijpen dat de
monopolist van gisteren met leede oogen
den concurrent van heden ziet komen.
Maar hierin mag hel hoofdmoment
voor een beslissing niet worden gezocht.
Het publiek belang en het belang van
het publiek moeten vooropstaan. En
dan is het wel duidelijk dat vooral ten
plattelande dit belang de handhaving
vraagt van de autobus.
De Standaard wijst er vervolgens op,
hoe er in Fiiesland en Zeeland reden
is tot klacht.
Maar ook Limburg, en in het bijzon
der Midden-Limburg, kan over de toe
passing der wet nog niet tevreden zijn.
Eenige concessieaanvragen zijn nog in
behandeling bij den Raad van State
Aanvankelijk werden ze afgewezen.
Thans hoopt MiddenLimburg voor
gewijzigde aanvragen de definitieve
vergunning te verkrijgen, in het belang
eener talrijke bevolking, die door de
spoorwegen niet voldoende kan worden
geholpen en door een beletten van den
autobusdienst onnoodig zou worden
gegriefd.
Historiscli-Romantisch verhaal van
het Kasteel Blyenbeek by Afferden.
Vrij naar het Duitsch door B,B.
25
Men begrijpt hoe blij ik was, toen ik
bemerkte dat het kind nog spartelde.
Toen het water uit zijn mondje was
geloopen en ik hem een poosje flink
had gewreven, begon het wederom beter
adem te halen en eindelijk opende het
zijn mooie, lieve blauwe oogen. Vol
moed bleef ik daarom doorgaan met
wrijven, terwijl ik er nauwelijks aan
dacht, dat ik zelf nog in de beek stond;
het kind had ik voor mij op het droge
heide-kruid gelegd.
Daar onder het wrijven bloeddruppels
uit mijn mouw op het gelaat van het
knaapje vielen, bemerkte ik nu eerst
dat mijn linker arm gewond was. Ge
durende het gevecht en die jacht over
de hei en vooral in de laatste angstige
oogenblikken was ik zoo opgewonden
geweest, dat ik niets had gemerkt noch
van den pijn noch van het bloed dat
uit mijn mouw druppelde. Ik kan daar
God niet genoeg voor danken, want
indien ik het eerder had bemerkt dan
had ik misschien de moed niet gehad
dat opgeluk8wijf achterna te zetten en
het leven van mijn kleinen Christoffel
wordt gezond en sterk
het krijgt mooier glans
het wordt vrij van roos
het blijft beter zitten
het valt niet meer uit
als gij zoo nu en dan een
weinig Purol tusschen de
handen wrijft en daarna
door de haren uitstrijkt.
Doos 30 en 60. tube 80 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
775-28
De landbouwwetenschap heeft de
laatste kwart eeuw reuzenvorderingen
gemaakt. Ze heeft ons een beter inzicht
verschaft in het verkrijgen van nieuwe
landbouwgewassen methooger opbrengst
ze heeft ons ook geleerd, bij welken
toestand van den grond de verschillende
gewassen het best groeien. De practijk
heeft er haar voordeel mee gedaan, en
zoo zien we, dat ook de opbrengsten
sterk gestegen zijn.
Het schijnt, dat met de meer inten
sieve teelt ook de vijanden van de
landbouwgewassen in sterke male zijn
toegenomen. Werd vroeger aan bestrij
ding van plantenziekten weinig gedaar.,
tegenwoordig kan men zeggen, dat
zonder bestrijding der ziekten en be
schadigingen de oogst belangrijk zal
dalen.
Van alle kanten worden de landbouw
gewassen in hun bestaan bedreigd. Het
schijnt, dat de ziekten bij de toenemende
bestrijding hun aanvallen met verdub
belde woede herhalen.
De strijd om het bestaan zal er hun
wel toe noodzaken. Nood zoekt list, zegt
het spreekwoord. En 't lijkt wel, of het
bij de parasieten een soort instinct is,
dat hun den weg wijst, om hun beslaan
ce rekken.
Men slaat er soms verbaasd over,
hoe een plaag zich plotseling kan ver
meerderen en den oogst kan bedreigen
Van den anderen kant ziet men ook
gebeuren, hoe ze na eenigen tijd als
van zelf tot staan wordt gebracht. Zoo
heerscht er in de natuur altijd een
zekere evenwichtstoestand, waarbij de
eene groep een andere wel eens dreigt
te overheerschen, om na korteren of
langeren tijd weer tol haar vroegere
proportie te worden teruggebracht.
Wat onze land- en tuinbouwgewassen
betreft, kan de menschen dit niet zoo
maar aan de natuur overlaten. Dan
gold alleen het recht van den sterkste
en zou er van de opbrengst al heel
weinig terecht komen. Het is dus zaak,
een voorldurenden en harden strijd
aan te binden tegen de belagers, die
van alle kanten komen opzetten.
De schade, door dierlijke en plant
aardige parasieten aan de landbouw*
gewassen veroorzaakt, is moeielijk in
cijfers uit te drukken, maar loopt
jaarlijks in de millioenen.
Behalve door ongewenschte weertoe
standen (vorst, hagel, regen, droogte),
worden de gewassen aangetast door
dierlijk en plantaardige wezens.
Belangrijk is de schade, die door
muizen en ratten aangericht worden
te redden.
Nu de grootste angst echter voorbij
was begon ik mij langzamerhand erg
slap en zwak te gevoelenik stapte uit
den beek en probeerde met den kleinen
jonker op mijn ge^pnden arm wederom
te paard te stijgen, maar ik voelde er
echter geen kracht meer toe. Aan eene
achtervolging van Emerentiana viel
natuurlijk nie* meer te denken. Ik zag
trouwens over de heele vlakte geen
tipje meer van den schimmel, waar
schijnlijk was zij achter de duinen
verdwenen of het Weezenerwoud in
gevlucht. Daar er niets anders op zat,
greep ik mijn paard bij den teugel en
wilde te voet naar het bosch teruggaan,
waar ik de beide vrouwen met Kurt en
Grates had achtergelaten. Dit wilde
echter ook niet lukken, want heel de
hei begon eerst langzaam en toen hoe
langer hoe harder voor mijn oogen te
draaien. Het begon zoo te suizen, te
gon8en en brommen in mijn hoofd en
ooren dat ik meende dat ze de klokken
van Sint Gudula te Brussel aan hel
luiden waren. Toen ik voelde, dat mijn
knieën begonnen te bibberen en te
beven, ging ik op den grond zitten en
riep om Kurt en Grates. Ik meen ook
dat ik ze nog in de verte met de beide
edelvrouwen zag aankomen. Doch het
is nog niet heelemaal uitgemaakt of ik
ze werkelijk zag of dat ik droomde
want alles danste mij voor de oogen.
Wat daarna geschied is kan ik slechts
van hooren zeggen neerschrijven. Vol
gens Kurt en Grates lag onze lieve
Christoffel rustig en kalm in mijn
armen te slapen toen zij met de Jonk
Volgens mededeeling van Dr. Rabbas
in »Landbau und Technik" wordt deze
in Duitschland op 1 milliard goudmark
geschat. En dit hoeft niet te verwonde
ren, als men weet, dat deze dieren zich
bijzonder sterk vermenigvuldigen.
Een veldmuizenpaar met 360 nakome
lingen verorbert in één jaar 900 K G.
graan. De vralige rat, die de familie
ziet aangroeien tot het respectabel getal
van 860 stuurt per jaar 30 000 K.G.
brood door het keelgat.
De vogels zijn meest alle nuttig voor
den landbouw. Slechts enkele, zooals
musschen, kraaien, eksters, duiven zijn
schadelijk door het eten van zaden.
Vooral de musch en de kraai zijn geen
vrienden van den land en tuinman.
Toch verdelgen zij ook heel wat scha
delijke insekten. Dezer dagen kon men
nog zien, hoe de musschen de bieten-
rijen langs trokken, om de bietenvlieg
op te sporen en naar binnen te werken.
Veel meer schade doen de insekten.
In den grond knagen engerlingen,
ritnaalden en emellen aan de planten
wortels. Boven den grond zien we de
vreterij van slakken, meikevers, rupsen,
blad en bloedluizen, koolvlieg en
bietenvlieg. Aaltjpg knagen zoowel aan
de wortels als aan de stengels.
Wat in 't algemeen minder bekend
is, maar niettemin tot belangrijke ver
mindering, zelfs tot vernietiging van
den oogst kan leiden, dat is de be
schadiging, veroorzaakt door zwammen.
Roest- en brandzwammen tasten da
granen aan, de meeldauw vormt een
wit overtreksel over de bladeren en
vruchten van eikenhakhout en druif,
de wortelbrand doet de bieten reeds te
gronde gaan, vóór ze het eerste zonne
licht aanschouwen. Bladrol, topbonten
wratziekte zijn oorzaak, dat sommige
overigens goede aardappelrassen zoo
spoedig degenereeren. Schurft, kanker
an monilia kunnen danig huishouden
in de vruchlboomsn, en zoo zijn er nog
zoovele andere, die openlijk of bedekt
de gewassen aanvallen en den land
en tuinman heel wat zorgen baren.
Allerlei middelen worden aangewend,
om de schadelijke indringers het leven
zoo lastig mogelijk te maken.
De fruilboomen worden afgekrabt,
om de schuilplaatsen der overwinteren
de insekten te vernietigen Met vang-
banden lokt njan ze op bepaalde plaat
sen, waar de dood hun wacht. Lijm
banden trachtten te verhinderen, dat de
wintervlinders tegen de booraen op
kruipen. Sproeimiddelen verstuiven
allerhande soort van »pappen" en
emulsies tot een stoffijnen regen, die
in alle hoeken en gaten dringt, om
het ongedierte te verdelgen.
Zwavelbestuivers brengen de zwavel
in uiterst fijne deeltjes op het druiven
blad, om de meeldauw tegen te gsan
IJzersulfaat, fijngemalen kaïniet of
kalkstikstof zijn bekende middelen tol
het verdelgen van herik en andere
onkruidplanten.
Poederkalk en fijne kopervitriool be
dreigen de slakken in haar beslaan.
De zaden der verschillende granen
worden met allerlei bijtmiddelen behan
deld, zooals kopervitriool, formalde
rhyd, germisan, tutan, enz. om de aan
klevende zwamsporen te dooden.
Maaggiften, als Parijschgroen,
Schweinfurtergroen, worden op de
bladeren gespoten, waar de vraatzuch
tige rups het leven met een wissen dood
moet bekoopen.
Zelfs de vliegmachine doet haar dienst,
om over groote complexen bosch het
doodelijke gif uit te spreiden.
Zoo is het en zal het blijven een
hardnekkigen strijd, om het ongedierte
te weren of te verdelgen.
N. K.
Doorzitten bij Wielrijden, Stuk-
loopen van Huid en Voeten, en
Verbranden der Huid door de
zon, verzacht men dadelijk en
geneest men spoedig, door
onmiddellijk te behandelen met
764:17
vrouwen naderbij kwamen. Natuurlijk
was, zooals men licht begrijpen kan,
zoowel de vreugde over de redding van
den kleinen jonker bij moeder en
Angelina, als de zorg die men aan mij
besteed had, buitengewoon groot geweest
Aanstonds was er een van hen naar
Kleef moeten rijden om den genees
heer te halen. Hoe zij mij naar het
Slot gebracht hebben, weet ik niet.
In het kort: Toen ik weder bij kwam,
lag ik in mijn bed en waren er wel
bijna veertien dagen verloopen sinds
boven vermeld avontuur. Dien heelen
lijd had ik met koorts gelegen en in
mijn droomen joeg ik nu eens Emeren
tiana achterna, die ik natuurlijk nooit
te pakken kreeg, dan weer zocht ik den
kleinen Christoffel in de beek. Ik zag
hem altijd heel duidelijk spartelen
onder het water, maar wanneer ik hem
grijpen wilde veranderde hij altijd in
een aal.
Op dien morgen toen ik eigenlijk
voor het eerst wist waar ik was, zag
ik tot mijne niet ge inge verbazing de
lieve jonkvrouw Angelina aan mijn bed
zitten. Zij had voortdurend koude com-
pre8sen op mijn slapen gelegd en
nauwelijks was ik bij kennis of ik
vroeg haar of het mij werkelijk gelukt
was den kleinen levend uit de beek te
halen Zij begon toen heel minzaam te
lachen en verzekerde mij dat de kleine
het heel goed maakte. Als ik nu heel
rustig bleef en nog een weinig ging
slapen, zooals de geneesheer had gezegd,
dan zou zij later het knaapje aan mijn
bed brengen. Zij hield woord, want nog
dienzelfden middag bracht zij en vrouw
779—8
Het is zelfs schrikwekkend veell
Ieder jaar zijn er in Europa 22.000
gevallen van zelfmoord, dus 22 000, die
eerstens hun leven moe zijn, het niet
meer goed weten te gebruiken en
tweedens de hand aan zich zelf slaan
om zich te doen verdwijnen.
En men verzekert, dat zeker de helft
niet eens bekend wordt, zoodat de ge
vallen, wel 50 000 kunnen bedragen 1
Wilt ge nu weten, waar de meeste
en waar de minste zelfmoorden voor
komen?
In Europa komen deze in Denemar
ken en Saksen het meest voor, de
minste in het Katholieke Spanje en
Beyeren1
Dat bij alle plezier, muziek, dans,
films en wat al niet!
Daze schijnen den menschen niet
geheel te bevredigen.
Het zijn lapmiddelen voor het geluk
de ware tevredenheid en de ware energie,
die ons het leed doet te boven komen,
moet in den mensch zitten.
Wij moeten niet met leegen geest en
leeg hart tegenover het leven staan
Dan worden we omver gekegeld. Het
is in de godsdienstloosheid van onzen
tijd, dat de neiging tot zelfmoord haar
oorsprong vindt.
Zijn we geloovig, dan behoeven we
niet van de wereld te gaan loopen.
We hebben dan fut genoeg om het
leed te aanvaarden en te dragen, dan
laten we ons niet neer werpen, maar
desnoods zullen wij helden worden in
het lijden. Maar nooit deserteurs,
lafaards als 4® zelfmoordenaars.
Wat elke maand te doen
geeft
(le helft Juli)
Op den voorzomer valt niet te roe
men. Weinig warmte en meestal een
grauwe lucht; het oude liedje werd
weer bewaarheid:
De lucht is zoo grauw,
Dra onweert het gauw,
Mijn koren gaat plat o wee I
Heel wat koren is plat geslagen, van
het zaad komt dan weinig terecht.
Hooigras is er in vele streken ook
weinig gekomen. De nazomer heeft dus
heel wat goed te maken.
Laten wij waakzaam zijn om schade
zooveel mogelijk te voorkomen, b.v
door de aardappelziekte.
Het voorkomen van een aantasting
door bespuiting is zeer gewenscht. De
bereiding van Bordauxsche pap ge
schiedt door samenvoeging van koper
vitriool en versch gebluschte kalk,
beiden in water opgelost in zoodanige
verhouding, dat op 100 L. vloeistof
aanwezig zijn anderhalf twee Kg.
kopervitriool en H 1 en een derde
Kg. kalk, (deze laatste als ongeblusch
te kalk berekend) Bourgondische pap
wordt bereid uit 2 kg. kopervitriool en
1 kg walervrije soda (sodex op 100 L
Calharina den lieven jonker op mijn
kamer, zette hem zelfs op mijn kussen
en al spoedig was hij met zijn handjes
mijn wangen en haren aan't bewerken.
Van toen af aan werd ik, onder zulke
liefderijke verpleging, met den dag beter,
zoodat ik een week later reeds op kon
staan. De beide vrouwen hadden vol
zorg den grooten leuningstoel van Heer
Arnold op mijn kamer laten brengen
en nu moest ik daarin gaan zitten.
Verder durf ik hier niet vertellen hoe
niet alleen de beide vrouwen maar ook
mijn genadige Heer mij door woord en
daad met dankbetuigingen hebben over
laden. Van dit oogenblik af beschouwden
zij mij bijna als tot de familie behoorend
en moest ik voorlaan met hen aan tafel
eten. Wel ia waar heb ik nog lang met
mijn arm in het verband moeten loopen,
en is hij altijd wat stijf gebleven, maar
daar het mijn linker arm was had ik
er niet veel last van en hinderde het
mij niet bijzonder bij het schilderen
en snijden. De wond op zich was wel
niet erg gevaarlijk geweest, maar van
wege het groote bloedverlies meende
de geneesheer eerst ik had op zijn
minst tien liter van dit kostbare levens
sap verloren dat ik in het graf zou
bijten Een jonge, vurige schilder kan
echter beter een paar liter bloed missen
dan een paar liter bier in een heete
zomer.
Eilieve, intusschen was het misschien
maar beter geweest dat ik nog maar
een paar liter verloren had, aangezien
de duivel een schelm is en mij dien
zelfden dag een nog veel grootere wonde
in mijn hart sloeg als die oude buka
water).
Wij willen er nogmaals op wijzen,
dat een, 2 of 3malige besproeiing, met
tu8schenruimte van enkele weken, ver
de voorkeur verdient boven éénmalige
daar deze meermalige bespuiting eerst
voldoende zekerheid geeft, dat ook de
knollen vrij van ziekte zullen zijn.
Wie nadere inlichtingen omtrent de
toepassing verlangt, wende zich tot den
Plantenziektenkundigen Dienst te Wa-
geningen, of tot een der in verschillende
plaatsen gevestigde ambtenaren van
dien dienst. Uitvoerige recepten en
brochures zijn te Wageningen verkrijg
baar.
Van het aardappelgewas gaan we
naar den groententuin Bij nat weer
is het een heele toer om dien goed
schoon te houden en geregeld van
onkruid te zuiveren.
Telkens moeten de wortelen en sla-
bedden enz gewied worden. Bij droog
weer schoffelt men de paden, tusschen
de erwten en boonenrijen «n de groen
ten, waar men met de schoffel tusschen
kan komen. Late soorten erwten en
capucijner8 moeten ook schoongehouden
en aangebonden worden, hetgeen ook
met de laatst gelegde stoksnij en sla»
boonen moet geschieden.
In dezen tijd kan de rups een zeer
gevaarlijke vijand zijn van de kool.
Begint ze zich hier en daar te ver-
toonen, dan moet men er onmiddellijk
bij zijn; dagelijks ga men de kool na
om de rupsen, die men aantreft, te
dooden.
Men kan thans nog eens andijvie
zaaien. Is de grond, dan moet men
deze eerst goed vochtig maken. Na
gezaaid te hebben, kan men natuur
lijk alleen bij erge droogte een mat
over het beu leggen, want het zaad
zou niet opkomen als het niet in
vochtige aarde lag. Het soort, dat men
nu zaait, moet winterandijvie zijn.
Deze is harder dan de zomervol-
harlsoort, aan deze kan men 't spoedig
zien, wanneer het in 't najaar maar
even vriest; de winterandijvie daaren
tegen is tegen de eerste nachtvorsten
wel bestand. De planten der late andijvie
behoeven niet alle uitgeplant te worden:
men kan een gezaaid bed lot op onge
veer een voet van elkaar uitdunnen;
die blijven staan zullen dan goed door
groeien, en de rest kan men verplaatsen.
Van de zomerandijvie krijgen som
migen niet veel goeds, omdat zij ze
hebben verplant. Zomerandijvie late
men liefst op het zaaibed staan, omdat
zij anders licht gaan schieten. Daarmee
houde men dus bij het zaaien reeds
rekening, door het zaaibed flink groot
te nemen en het zaad dun uit te
le strooien, zoodat de planten later op
een behoorlijken afstand van elkaar
komen te staan.
Er komt hier en daar al een bed vrij
van gewassen, die afgeloopen zijn.
Daarop kan men plantenkoolsoorten,
selderij, prei, late andijvie. Koolsoorten
moet men planten met den kop naar
het Noorden, de zon trekt ze dan recht.
Men moet liefst 's avonds verplanten
en den grond vooral flink vochtig
maken. Radijs kan men ook nog zaaien
en als nateelt: worteltjes en kropsla,
terwijl nog wel eens gelegd worden in
deze maand vroege doperwten en peulen.
Voor stokboonen is het te laat maar
vroege stamprimassen kunnen nog een
goede opbrengst geven. Natuurlijk
bestaat er veel kans voor mislukking.
Uien en sjalotten worden nu opgenomen.
Augurken onj in te leggen, worden
regelmatig geplukt. De uitloopers van
de aardbeien worden afgesneden, en
nieuwe bedden kunnen al worden aan
gelegd.
In den bloementuin worden de anje
lieren afgelegd.
Uitgebloeide vaste planten kunnen
gescheurd worden. Tweejarige en over
blijvende planten worden nog gezaaid.
Reseda, Eschscholzia, Convolvulus
tricoler, geven, nu gezaaid, in October
nog bloemen.
Geraniums (Pelarzoniums) en Fuch-
in mijn arm. Ik zal u eerlijk bekennen
hoe dit gekomen is. Die voortdurende
omgang met de beide edele vrouwen
deugde heelemaal niet voor mij AI
lang had ik bij mij zelf waargenomen
dat er iets met mijn hart niet in orde
was en tenslotte bemerkte ik dat het
in lichte laaie stond en van liefde
gloeide voor de bevallige, engelschoone
en engelreine jonkvrouw Angelina. Ik
heb er eerlijk tegen gestreden, daar
zulk een liefde tusschen een armen
schilder en de hoogedele zuster van
den Schenk van Nydeggen wel tot groot
verdriet en onheil, maar tot niets ver
standigs leiden kon. Nu echter na dit
avontuur en de gelukkige redding
zoowel van de vrouwen als van den
jonker toonde mij Heer Arnold zulk
een liefde en dankbaarheid, dat ik
werkelijk begon te denken dat hij mij
misschien Angelina nog wel tot echt-
genoote zou geven, indien zij ook van
dezelfde meening was en mijn liefde
beantwoordde. Aldus ontbrandde de
strijd opnieuw in mijn hart, nu eens
was ik vast besloten eens openhartig
met Angelina te spreken dan weer dacht
ik echter dal het pure waanzin was en
dat ik niets beters doen kon, dan maar
zoo spoedig mogelijk van Blyenbeek
weg te vluchten en de wijde wereld in
te trekken.
Wordt vervolgd.