Tweede Blad van .JPBEIL IN MAAS WRiGLEYS Het Onze Vader. Puistjes Jaarmarkt ie VENRAY Kerkbezoekers en gods dienstige menschen. Voornaamste oorzaak FBUILLETON Het habijt van den Franciscaan. Fruitteelt voor den handel. ConfrisschoMom is hooi wat waard! Woensdag 23 November /.UICRUA ^TsrïMWvc'viocrc i»zi en Het is heelemaal niet nieuw nog veel minder oorspronkelijk wat wij hier gaan beweren, maar het is een opmerking die bijna ieder oogen- blik van den dag gemaakt wordt: Kijk nou, die gaat naar de kerk, zit in de eerste banken, loopt de kerk plat en hij leeft overigens alsof er geen God bestaat, hij doet zijn personeel te kort, zuigt zijn huurders uit en hij is rijk geworden in een ordinaire volkskroeg.... Zoo zijn er diverse andere opmer kingen te maken over heel veel kerkbezoekers. En die opmerkingen zijn soms zeer raak en zeer waar. Maar... nu komt er iets gekkers, omdat zulke menschen naar de kerk gaan, zeggen dan die kritikers, kom er maar liever niet, daarvoor is de godsdienst mij nog te hoog en te edel 1 Ooede vrienden, die zoo oordeelt, gij meent het waarschijnlijk niet zoo kwaad, maar denk nu eens een oogenblikje na. Als iemand naar de kerk gaat zonder eenige overtuiging, als hij niet leeft zooals zijn geloof dat van hem eischt, dan is die man de schuldige en niet de kerk, dat is toch duidelijk. Zelf zal je het beter willen doen, welnu geef dan het goede voorbeeld en ga wel naar de kerk, leef zooals het geloof dat voorschrijft, maar je zult toch niet beweren dat het niet eaat, omdat anderen het verkeerd doen Pas die redeneering nu eens toe op water, op de volgende manier Het is laf om je zelf te verdrin ken, het is gebrek aan levensmoed, ik zal zooiets nooit doen, ja, ik drink zelfs geen water, omdat het velen den dood heeft gebracht Dat is toch gekkenpraat, nietwaar Dan is het ook dwaas om te zeg gen dat je niet godsdienstig wilt zijn omdat anderen doen alsof. Neen, in dit geval heb je alleen maar met je zelf te maken en niet met een ander. Daarom is het ook gezwam in de ruimte om iets te zeggen over de tekortkomingen van een ander en zelf een veel grooter verzuim te plegen. Want die menschen die naar de kerk loopen en niet deugen, hebben nog wel eens kans dat ze een preek hooren die hen voorgoed de oogen opent, zoodat zij hun leven gaan beteren. Eén ding staat vast, naar de kerk gaan is in geen geval verkeerd, het is zelfs heel goed en het is Christen plicht. Doe dus zelf uw plicht en leef zoo dat de anderen zich gaan scha men voor zichzelf, maar blijf niet op een afstand staan om kritiek uit te oefenen, die nergens toe dient. Haal eerst het kleine balkje uit uw eigen oog en help dan die groote splinter te verwijderen uit het oog van die anderen. naamste oorzaak daarvan. Maar eerst een andere vraag. Zouden er veel ongelukkige huwelijken zijn Dokter Schim van der Loeff spreekt van het ontzaggelijk aantal". Me dunkt dat zegt veel en vvie eenige ervaring heeft zal erkennen, dat hij toch niet overdrijft. Er is een groot aantal huwelijken, waarin man en vrouw zich niet gelukkig voelen. Hoe het komt? Wat is de oorzaak? Dezelfde schrijver geeft als zijn meening, dat de voornaamste oor zaak hiervan is gelegen, „dat de wederzijdsche offervaardigheid is verloren geraakt." De moderne jeugd, ook de ka tholieke, is doortrokken van den individualistischen geest en het eigen welzijn, het eigen genot, het zich elf uitleven is het belangrijkste doel geworden". 't fs wel droevig, maar zeer waar. Men zoekt zich zelf, eigen genot, eigen voldoening. En dat begint al voor 't huwelijk en de verkeering wordt begonnen om te genieten, aan zijn zinnelijke lusten te voldoen. Dan gaan ze het huwelijk in, zonder ware liefde, zonder hooger doel, „om bij elkaar te zijn", zooals men het hoort uitdrukken. Maar dan komt en 't kan niet anders spoedig de bittere teleur stelling. Men vindt geen bevrediging en 't verlangen „om bij elkaar te zijn" wordt omgezet in een verzuch ting „om van elkaar af te zijn". lk heb het over ongelukkige hu welijken en vraag naar de voor- 23 Eenige oogenblikken vergingen oogenblikken van angstige spanning voor Favre. Een rinkelen deed hem uit zijn ver- dooving ontwaken De beer Maynard, zijn patroon, trad naar hem toe. Hier, Favre, zijn de sleutels van de magaztjnen, u vertrouw ik deze toe in de toekomst en ik ben er van over tuigd, dat zij in goede handen zullen zijn. Over eenige dagen kom ik u eens opzoeken en nu kunt gij gaan. Favre was niet in staat een woord van dank te uiten. Hij draaide verlegen aan zijn pet, werd rood, keek den directeur met een blik vol dankbaar heid aan, terwijl deze hem de sleutels overreikte en nam ze zoo voorzichtig in zijn hand, alsof hij vreesde ze beschadigen. Achter hem riepen de kameraden die allen verheugd waren over den gunstigen uitslag in deze onaangena me zaak: Gij zijt een geluksvogel, gij... en het gerinkel der sleutels herhaalde rhytmi8ch het woord ^geluksvogel" zoodat hij overal het zalige woord meende te zien en te hooren. Hij lachte stil. De geheele straat scheen geplaveid met de woorden »ge- in het gelaat verdwijnen spoedig door het gelaat 's avonds met PUROL in te wrijven en 's morgens met warm water en zeep uit te wasschen. 't Voldoet iedereen. Naar aanleiding van de verplaatsing van pater G. A. Haenraets, geboortig uit Venray, van d^n Haag naar Gorinchem, schrijft de Residentiebode te Den Haag om. het volgende; Wanneer wij hier op dit heengaan van pater Haenraets nog eens nader terugkomen, dan is dit niet zoo zeer om zijn kwaliteiten, maar omdat deze Franciscaansche figuur uit onze Haag sche straten verdwijnt. Want ook daar zal pater Haenraets gemist worden. Het is, misschien mogen we ^eggen helaas, bij de Franciscanen bok de Dominicanen doen het trouwens hier in de groote steden geen gewoonte in hun habijt op straat te loopen. Dat is heel gemakkelijk te verklaren uit de z.g. »hervorming" hier te lande die de bescha"ing zoover achteruitzette eeuwenlang geen kloosterhabijt duldde. Bekend is het bijtend antwoord, dat voor enkele jaren een geleerd Benedictijn in Duitschland, te Berlij door een vriend, protestansch professor, verwelkomd, gaf op de vraag waarop hij zijn mooi habijt niet droeg»neen amice, dat dragen we alleen in beschaaf de streken". Helaas, ons land is ook nog niet overal zoo beschaafd, dat een monnik zijn habijt kan dragen, zonder gemolesteerd te worden. Evenwel pater Haenraets heeft zich daaraan niet gestoord en meende blijk baar, dat de lijd gekomen was, dat die »olle Kamelle" moesten worden opge ruirad. Zoo spoedig men de pastorie verlaat heeft de bruine pij ook hier ter stede plaats moeten maken voor de zwarte kuitbroek met lange zwarte jas. Behalve bij pater Haenraets. Hij dacht er niet aan zulks te doen. En wanneer men hier door de Haag- sche straten en niet alleen in de buiten- jken, maar ook midden in het volle stadsleven, op elk uur van den dag, daar een Franciscaner monnik zijn weg zag gaan, gshuld in het sobere arme kleed van St. Franciscus, dan wist m«n, dat dit pater Haenraets was van de St. Paschalis. Zijn verschijning in het kleed der vrijwillige Franciscaansche armoede, was als 't ware een openbare prediking van de siraat, zooals we dit:gehad hebben tijdens de Renaissance in Italië, toen de ergerlijke weeldeuit- spatlingen van dien tijd een reactie opriepen van den Franciscaanschen en Dominicaanschen geest. Zoo accentueerde pater Haenraets met zijn kleed der armoede de gewei dige tegenstelling die vooral in onze luxe stad bestaat, met haar soms ergerlijke weelde en verbrassing en nijpende ontbering en knagend gebrek anderzijds. Zijn kleed van den arme van Pove rello, was daar een waarschuwend teeken voor een wereld, die zoo ver af slaat van den Franciscaanschen geest en van het begeeren ijlt naar het ge nieten om dan weer te veismachten in den nooit te lesschen dorst van het begeeren. En die daarom met al die luxe en die weelde, niet het geluk, de tevredenheid en rijkdom kende, van dien armen monnik, die daar rustig zijn weg ging langs al die verlokkende ges, waarvan de doodende stralen machteloos waren om hem te vangen. We zullen da bruine pij der armoede en de witte geknoopte koorden van ersterving uit onze Haagsche straten missen, nu pater Haenraets naar Go rinchem vertrekt. Want zijn verschijning te midden van het mondaine en wufte Den Haag. dat zeker wel eens spotte of lach te met dit Franciscaansche kleed der armoede, was een levend commentaar op de door St. Paulus geinspireerde vers regelen van onzen grooten staatsman, dichter Dr Schaepman De wijsheid der Hellenen, Vergaat met al haar trota De dwaasheid van die kleenen Is toch de wijsheid Gods. luksvogel". Zijn gang werd elastisch en licht Aan zijn huis gekomen, vloog hij de trappen op met drie treden tegelijk stiet de deur heftig open en riep Francine, ik ben een geluksvogel zooals gij mij hier ziet. een geluks vogel, hoera Francine dacht, dat hij weer dronken as en een schaduw vloog over haar gelaat, die nog donkerder werd, toen hij luid begon te lachen. Zij wist, dat hij het gereedschap had teruggebracht en wellicht was alles ontdekt. Toen nam hij den sleutelbos, het teeken zijner nieuwe waardigheid, riep de kinderen toe, dat zij zouden dansen en springen en zong op alle melodieën Ik ben geworden opzichter, joech hei die 1 En hij sloeg zijn arm om Francine en draaide met haar de kamer rond. Hij nam toen een kop koffie en haar omhoog houdend, riep hij Hallo kindertjes 1 Op het welzij van den heer Maynard 1 Hij leve lang En de kinderen herhaalden Hij leve lang, hoera I Hij leve lang 1 Jean Favre was trotsch en gelukkig, Hij had dien eersten prikkel in den dienst der eerlijkheid wel verdiend. Mona Liza lag sinds eenige weken bleek en afgemat in de kussens. Tante Sabine was heengegaan, zonder afscheid te nemen, doch de laatste dagen waren geweest dagen van innige zielgemeen Volgens de Verslagen en Mededeelin gen van de Directie van den Landbouw telde Nederland in 'l jaar 1925 28728 HA. ooftteelt voor den handel, waaraan in Limburg 8175 H A. Dat is dus ruim 1/4 deel. Een bewijs, dat ons provincie dit opzicht een voorname plaats inneemt. Limburg heeft veel fruit en ui: stekend fruit. Of wij echter de hoogste prijzen voor ons fruit maken, waag ik echter te betwijfelen Dat er echter veel hooger prijzen konden gemaakt worden bij een betere behandeling, is wel aan geen twijfel onderhevig. Wij kennen in Limburg vooral de fruitboomgaarden met gras als onder teelt. Vele boerderijen beschikken over een boomgaard, die tevens als weide dient voor het vee. Het fruit wordt nog maar al te vaak als bijkomende om standigheid beschouwd, met als gevolg, dat de opbrengsten sterk naar den mageren kant overhellen. Het gaat nog dikwijls met een fruit boom, zooals vroeger met de kippen Deze waren alleen goed om eieren te leggen en moesten zich met een ver loren hoekje tevreden stellen. Ze hadden geen vaste plaats aan den disch, zooda schraalhans keukenmeester was. Dit werkte weer indirect op de eierproductie op dezelfde manier als de gang van de kreeft, en een natuurlijke zeak was, dat het pluimveevolk een heele boel schap met haar pleegkind. Mona had bij haar gewaakt Zij had het einde niet zoo nabij gedacht, maar de merel had getreurd en hij had met de vleugeltjes tegen den muur geslagen ei. des anderen daags was hij door het openstaande venster ontvlucht en tante Sabine was dood. De oude dokter had Mona rust en nog eens rust voorgeschreven. Nu lag zij reeds weken te bed en niets was in staat haar eenig belang in te boezemen. Zij nam deel aan niets en het sctieen alsof zij in een volsla gen lijdzaamheid vervallen was. Doch voor de goedheid, die men haar bewees bleef zij niet onverschillig en een dank baar lachje dankte degene, die over haar waakte Eveline Dimier kwam eiken dag tot haar. Het jonge meisje was in haar voordeel veranderd, zij was ernstig en nadenkend geworden en alle vrije uren die haar resiten, bracht zij door aan het ziekbed van Mona. Toen Lazare Saville aan Mona vroeg of zij Marie Dimier niet als zieken verpleegster wilde hebben, aarzelde zij geen oogenblik met haar antwoord Zeker, Lazare, laat haar komen Mona herleefde bij de gedachte aan hare vroegere vriendin, die zelf zoo veel leed had meegemaakt en zij wilde haar dit helpen vergeten. Zij ontving haar vriendelijk, alsof zij eerst gisteren van elkander gescheiden waren en stelde geen noodelooze en nuttelooze vragen. Toen de toestand van Mona Liza verergerde, verbood de dokter alle be vacanliedagen in het jaar had, zoodat moeder de vrouw met het eier rapen geen eelt in de handen kreeg. Elke tak van bedrijf eischt zijn aparte kennis en verzorging, en wordt deze in een of ander opzicht verwaarloosd, dan zijn de dubbeltjes gauw geteld. Wie een geschikt terrein heeft voor fruitcultuur en er de noodige zorg aan besteedt, kan werkelijk een aardig stuk geld verdienen en daar is het toch in het bedrijf om te doen. Men dient bij den aanleg van een boomgaard of fruittuin op verschillende dingen te letten, waarvan ik er enkele wil bespreken. Vooreerst een geschikt terrein. Het meest geschikt voor fruitteelt is de kleigrond, als de ondergrond maar niet te nat is en geen ondoordringende laag dicht bij de oppervlakte ligt. Maar ook vele zandgronden zijn uitstekend geschikt, als ze maar eenigszins vocht- houdend zijn en de grond behoorlijk bemest wordt. Dan de keuze en de afstand der boomen. Om te weten, welk soort fruit men zal nemen, moet men eens den omtrek inspecteeren. De soorten, die het daar het beste doen, zullen ook wel op ons terrein een goed beschot geven. Het verstandigst doet men dan, dat men zich tot een betrouwbaren fruit kweeker wendt. Die zal u ook zeggen, dat ge niet te veel soorten moet nemen, om op die manier een flinke partij van één soort voor den handel te krijgen. En tevens zult ge ook vernemen, welke soorten ge bij elkaar moet planten, om een goede bestuiving en bevruchting te verkrijgen. De beste tijd voor het planten is het najaar. Dan kunnen de boomen in den winter al aangroeien. Alleen op natte gronden en in een natten herfst is het aan te raden, in het voorjaar te planten. Het beste resultaat krijgt men, als men het heele terrein 60 tot 80 c M diep kan losmaken en bemesten. Dan hoeven de plantgalen niet dieper te zijn, dan noodig is, om de wortsls goed en wel in den grond te kunnen uit ipreiden. In grasland maakt men plant gaten van een tot twee meter in't vier sant, en 60 tot 80 c M. diep. Men houdt vooral de eerste jaren een strook van een halve meter cm den boom los Hoogstam appelboomen krijgen een afstand van 10 tot IA Mhoogstam peren van 8 tot 10 M. In een fruittuin met struikvormen zijn de afstanden respectievelijk 56 M en 4—5 M. Ieder jaar moeten de boomen gesnoeid worden* Wie een cursus in fruitteelt heeft gevolgd, zal 't wel zelf kunnen, anders laat men dit door een goeden beroepsnoeier doen. En waar nog veel te weinig aandacht aan besteed wordt, dat is de behandeling der boomen tegen vreterij en ziekten. Allerlei dierlijke en plantaardige parasieten vallen op het fruit aan en vinden vaak een beschut winterkwatier tutschen de schorsspleten. Daarom moeten elk jaar na het vallen der bladeren in herfst of winter de ruwe schorsdeelen met een krabber of oude schoffel afgestreken worden en deze afval, ook met het snoeihout worden verzameld en verbrand Stam men en takken worden mei een kalk- borstel bestreken, of nog beter, de heele boom wordt met een carbolineum- oplossing besproeid. Nu de boomen kaal worden, ziet men duideljik een groot aantal nesten van ineengesponnen bladeren aan de uiteinde der takken zitten. Dat is het werk van de jonge rupsen van den bastaardsatijn-vlinders, die zich nu hebben iugesponnen, om het volgend aar knoppen en bladeren te vernielen. Die nesten moeten worden uitgeknipt of met een rupsenfakkel verbrand worden. Het is te vreesen, dat er 't olgend jaar heel wat boomen kaal gevreten worden. Voor de knoppen opengaan, worden de boomen besproeid met Bordeauxsche Flinke verkoopsters weten dit heel goed en besteden dus niet alleen aan hun uiterlijk veel zorg. Behalve welverzorgde kleeding is een mooi gebit en een frissche adem voor een ieder, die veel met publiek moet omgaan, van onschatbare waarde. WRIGLEY's P.K.-Kauw- bonbons bewijzen hierbij de beste diensten. HH 20 pap tegen schurft Als de vruchten zijn aangezet, wordt besproeid met een oplossing van 0.1 pet. Parijsch groen tegen vreterij van rupsen die de vruchten aantasten en de blade ren vernielen. Dit kan ook met de Bordeauxsche pap vermengd worden. In den herfst worden lijmbanden aangelegd om te verhinderen, dat de wijfjes van den wintervlinder naar boven klimmen. Worden zoo de boomen behandeld en een passende bemesting toegepast, dan krijgt men goed gevormde en ge zonde boomen en zijn er ook vele gave vruchten te verwachten. Het plukken geschiedt met de hand in van binnen bekleede korven, zoo, dat de steel aan de vrucht blijft. Het aangetaste fruit wordt direct van de hand gedaan, het betere kan des noods nog wat bewaard worden in schuren of vruchtenkelders, om op een lateren tijd betere prijzen te maken. Wie op de veiling eens een kijkje neemt, ziet het fruit in zakken en kis ten aangevoerd. Het vervoer in zakken is sterk af te keuren. De vruchten kneuzen en zijn niet houdbaar. Maar ook in de kisten ziet het er nog alles behalve rooskleurig uit Vaak legt men de mooiste vruchten boven en het minderwaardige fruit onder Dat is geen manier om een flinken prijs te. maken. De koopman is zoo dom niet, om zich op die manier beet te laten nemen. Hij koopt alles voor mindere kwaliteit en daardoor wordt ook de prijs van het betere gedrukt. Een fruitkoopman vertelde me, dat hij alleen van geregelde leveranciers kocht. Die kende hij als betrouwbaar en naar de andere keek hij niet om. We moesten zien te komen tot een geregelde en uniforme verpakking van fruit gesorteerd in eerste kwaliteit, tweede kwaliteit en rebut, met nog een extra kwaliteit, waartoe de buiten gewoon mooie en dikke vruchten ge rekend worden. H. J. H. D. zoeken, daar zij volkomen rust moest hebben, tenminste gedurende enkele weken. Lazare kwam nu en dan om naar den toestand der zieke te vragen en Miotte stond hem dan te woord. Zoodoende bestond er voor de twee zusters geen gelegenheid elkander te ontmoeten in den eersten tijd. Op zekeren deg kwam Eveline ech ter geheel onverwacht naar boven. Toen zij haar zuster zoo plotseling voor zich zag, kon zij een uitroep van vreugde niet onderdrukken. Sedertdien avond, dat haar vader en Gaston La- se de zuster met zoo'n gruwzame woorden uit het huis hadden verdreven vervolgde haar de gedachte zonder op houden, dat zij de hinderpaal voor Marie geweest was en dat deze zonder haar stellig weer in hei ouderhuis zou zijn opgenomen. Men offerde Marie terwille van haar zoogenaamd geluk 1 De onzekerheid en de duisternis, die over het lot van haar zuster zweefden, hadden haar gekweld dag en nacht. En zij herademde, toen zij haar zoo plotseling voor zich zag met vreedzame trekken en in zindelijke kleeding, ter wijl zij bij Mona Liza de wacht hield. Eveline was goed en vriendelijk voor Miotte en zij deed alsof ze van haar verleden niets afwist, alsof ze steeds te samen geweest en nimmer geschei den waren. Haar vader hield zij de ontmoeting met haar zuster geheim uit vrees, dat deze haar zoude verbieden haar verder te bezoeken, doch aan de moeder, die met haar had geschreid en gesidderd, vertelde zij alles. Telkenmale wanneer Saville Mona bezocht, bracht hij voor haar een mooi boek, wijn of vruchten mede; maar ook Miotte vergat hij niet. Deze kreeg meestal bloemen, die teedere bloesems, die, schoon zij uit aarde en slijk ont sproten, toch teekenen der reinheid zijn. En de arme Miotte herleefde en werd weer jeugdig en nam de bewijzen van vriendschap dankbaar aan. Eenige weken later klopte Lazare Saville op zekeren avond bij Dimier aan. Hij vond de geheele familie bij ei kander. Dimier las zijn avondblad en rookte zijn pijpje. Zijn vrouw en doch ter hielden zich mst een handwerk onledig. Dimier, die voor den jongen man een bijzondere achting koesterde, bood hem vriendelijk een sioel, terwijl de beide vrouwen hem het welkom tegenlachten De moeder keek naar hem met dankbaren, hoopvollen blik, zij wist immers dat Seville's komst slechts vreugde en vrede brengen zou. Saville ging recht op het doel af en sprak Mijnbeer Dimier, mag ik zoo vrij zijn u te vragen, waarom gij uwe doch ter, die berouwvol terugkeerde en zoo zeer op uwe vergiffenis gehoopt had, niet in uw huis hebt opgenomen. Ik hoop dat ge in deze vraag geen nieuws-

Peel en Maas | 1927 | | pagina 7