Tweed© Blad van „PEEL II MAAS*» PUROL er op I Ik kan u missen! Het Onze Vader. FEUILLETON Uit de Landbouwwereld «se jaargang. NO. 99 Djing, djing 1 ging de bel, met een snuk alsof ze afgetrokken werd. Da Pastoor liet z'n pen op 't papier vallen van 't verschieten en hoorde Bob, den hond, den gang in springen, blaffend: «Een ongeluk zeker?" Marie was naar de deur loe geloopen, had iemand binnen gelaten en kwam dan kloppen «Dat Bert van den Seef hoek Mijnheer Pastoor moest spreken Bert stond in de spreekkamer, recht vóór zijnen stoel en wrong met zijn twee handen aan zijn muts Hij zager donker uit. De Pastoor stak vriendelijk zijn hand uit; Bert raakte ze aan met zijn muts: «Ga zitten, vriendlief 1" Maar Bert ging niet zitten, bleef stijf recht staan »Ik kom eens zien, Mijn heer Pastoor, of dat gemeend is, met mijnen kleine. Of hij niet mag opgaan naar het tweede jaar. Of hij te naaste jaar zijn Plechtige Communie niet mag doen Hij wond zich op en keek naar de groote print van den Paus, die zijn twee vingeren vermanend opstak. De Pastoor bleef bedaard «Laten wij eens praten, Bert. Uw jongen heeft verstand genoeg, kan leeren als bij wil Maar hij blijft onderweg spelen, komt schier nooit naar den Catechismus. Hij kent bijna niets. Ik mag hem niet laten opgaan, 'k Heb verleden winter uw vrouw twee keeren verwittigd. En aan u heb ik 't cok gezegd, toen ge de Mis kwaamt bestellen \oor uw Vader zaliger. En de kleine is niets gebeterd I" Als ge wilt, kunt gij hem wel doorlaten, tierde Bert. Maar gij wilt niet 1 Gij zijt tegen mij De Pastoor haalde zijn boeksken uit zijnen zak en hield zijnen vinger onder den naam «Stevens, Louis" Kijk eens hier, Bert. Al die zwarte streepkens achter zijnen naam. Al de keeren dat hij uit den Catechismus gebleven is 1" Maar Bert zag of hoorde niet meer, Reboot de spreekkamer uit, rok de voordeur open en stak op den dorpel zijn muts onder de kin van den Pastoor «Dat zult gij u berouwen I" schreeuwde hij. «Ik zet geenen voet meer in de kerk 1" Vriendlief, daar doet gij uw eigen schade mee. Aan uw eigen ziel Dat kan mij niet schelen I Ik kan u missen, maar gij kunt mij niet missen I Schuddekoppend zag de Pastoor hem achterna, terwijl Bert het hofken doo liep en het ijzeren poortje echter zijn hielen toesloeg, boos. —3— 's Zondags na het lof stond hij bij de kegelbaan. Kegelen deed hij dezen kee niet Hij zag rood als een oven, hield zijn handen diep in zijn broekzakken en weerde zich tegen de mannen die rond hem stonden «Hewel, ja, ik ben vandaag naar de Mis niet gewaest En 't zal de laatste keer niet zijn. Deze Pastoor zal mij in de kerk niet meer zien. Gij zijt onredelijk, Bert, meende Franssen. De Pastoor heeft gelijk Uwe kleine moet maar goed leeren. 't Is voor zijn geluk later. De Pastoor moet daar aan houden 1 Dat 's zijn plicht 1 Wat? plicht? Neen, om mij te treiteren. Maar 'k zal hem ook wel treiteren. Hij zal mij niet meer zien. Wel, sukkelaar toch I daar hebt gij den Pastoor niet mee vast. Daar doet ge uw eigen schade mee. lederen Zondag dat ge uit de Mis blijft, bedrijft ge een zonde. Ge maakt u zeiven onge lukkig voor later I Komaan, zei de Max vergoeiiijkend binnen acht dagen is uw bui over. Dan doet ge weer uw plichten. Zoolang deze Pastoor hier is, 15. Eensklaps vroeg zij Gij zult mij toch niet wegsturen wijl gij nu alles weet? Neen, Miotte. Gij gaat terug naar uw familie... Gij zult een nieuw leven beginnen. Naar mijn vader... nooit 1 Die jaagt mij toch weer weg. Wij zullen zien... Nu is het te laat en gij hebt ruBt noodig. Ik zal vannacht hier op den ligstoel mijn bed opmaken. Gij kunt dan van mijn kamer gebruik maken. Ik weet niemand hier in huis, die u dezen nacht zou kunnen herbergen. En buitendien, het is veel te laat. Ik hoop, gij zult u toch wel onder mijn hoede willen stellen? Het sloeg middernacht. O ja, antwoordde zij en hij verwonderde zich over het gloeiend rood, dat haar anders zoo bleeke wan* gen als verfde. Ik heb vaak groote en kleine gasten. Wel 's waar zijt gij de eerste jonge vrouw, die ik gastvrijheid verleen, en ik neem u aan als mijn zuster. Hij reikte haar de hand, die zij schuchter drukte. Ik wordt aan zooveel verschil lende dingen herinnerd nu ik weer hier ben in dit huis. Herinneringen nooit I Ik zeg van ja I En ik zeg van neen I Daar wil ik een volle ronde op verwedden 1 Ik kan hem missen, maar hij kan mij niet missen. -0- De Pastoor was naar Bert gegaan, maar die was nog niet thuis. De vrouw vertelde hem het geval van bij de kegelbaan en dat Bert er een volle ronde op verwed had. De vrienden meenden het zeker goed, zei de Pastoor, maar 't is ver keerd uitgedraaid. Hij is er nog stijf- koppiger door geworden. Hij zal lastiger toegeven, want nu is hij er nog bang bij, van uitgelachen te worden. Bert kwam juist binnen, verschoot, mompelde: »Dag, Mijnheer Pastoor!" zei anders geen woord en haakte zijn frak van den kapstok. Vriend, zei de Pastoor, we gaan ons zaken eens bespreken. En alles bijleggen. We gaan dat uitmaken, kort en goed, lijk chrislen menschen. Want ge moet eens denken aan de gevolgen voor u en voor uwe kinderen. Die zouden u wel kunnen nadoen. Maar Bert deed zijnen mond niet open, schoot rap zijn frak aan, duwde ijdig de lits onder zijnen kraag, trok e klep van zijn muts in zijn oogen, en liep de deur uit. tegsseaiaa UidatetliagaB. o— De zon scheen zoo helder op di_„ Zondagmorgen Ze hadden juist koffie gedronken. Louis had al een paar keeren in en uit geslenterd, nad naar de boomen staan te zien eindelijk haalde hij den velo uit den hoek naast de kast, ging er mee de deur uit en loeg er zijn been over. Moeder schoot hem achterna Hewel, Louis, wal gaat ge doen Uitrijden, met den Jaak en den Fiele. En de Mis? Ge zijt nog niet naar de Mis geweest Louis zei niets en zette zijnen voet ai op den trapper. Moeder pakte den velo vast. Eerst naar de Mis I zei ze en er af, van d*n velo I Bert was zijn pijp aan 't aansteken en kwam buit«n. Wat is er allemaal gaande? Hij wil uitrijden, zei Moeder en hij is nog niet naar de Mis geweest! Bert bezag den jongen, stuursch. Eerst naar de kerk, gebood hij De jongen werd kwaad En ge gaat zelf niell Dat gaat u niet aan. Ik heb mijn reden En ik ook, schreeuwde de knaaj Bert kon het niet meer houden Wacht, kere!, ge luistert niet? 'k Wil u onder mijn oogen niet meer zien I Ge moet hier uit. De naaste week ver huur ik u als koeiwachter. De kleine trok zijn één schouder op Wat kan mij dal schelen? Ik kan u missen, maar gij kunt mij niet missen I Bert verschoo* zoodanig dat hij zijn pijp op den grond liet vallen en stond daar als van de hand Gods geslagen... Den Zondag daarop is Bert naar de Mis gegaan. Th v. TICHELEN Fosfte r's Alom verkrijgbaar Verstopping Als gij last hebt van gedruktheid, schele hoofdpijn, het zuur, prikkelbaarheid, enz., als gevolg van ver stopping, gebruik dan Foster's Maagpillen, het ideale laxeermid del. Maagpillen a f 0.65 per flacon. uit mijn jeugd. Leeft mijn zuster nog: De kleine Evi? Ja, Miotte. En zij is lief en goed _.i frisch, gelijk een bloem, die nog geen storm heeft meegemaakt Dus wel het tegendeel van mij. Mijn afgetobd lichaam en mijn ver waarloosd uiterlijk geven maar al le duidelijk de stormen des levens te kennen, waarmee ik zoo vaak te kam pen had. Houd moed. Miotte, het zal weer beter worden 1 Overigens is het al heel gemakkelijk op gelijken weg te wan delen, wanneer geen bekoring van ter zijde lokt. Wie op een met bloemen versierd pad voortschrijdt, bevlekt haar rein kleed niet. Uwe zuster Evi is tot nu toe steeds een lieveling geweest van het geluk. Gij zijt zijn offer geweest, en ik beklaag u oneindig meer als ik haar bewonder. Marie keek naar hem op, zonder hem recht te begrijpen. Maar een straal van hoop drong door in haar hart. Zij trok zich terug in hare kleine kamer en sliep voor hel eerst, sedert jaren, vredig en zorgeloos. Toen zij met het aanbreken van den dag ontwaakte, scheen het haar toe, alsof het ellendige verleden ver achter haar lag gelijk een droom, die haar beangstigd had. Vie HOOFDSTUK. „En vergeef ons onze schulden." Jean Favre werd uit de gevangenis ontslagen. Hij ging het plein over met tnlnnondo U«l 111- K-l-t Voor vrouwen. Vrouwen vooral, hebben nu en dan behoefte aan de hulp van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Vanaf de vor ming tot voorbij den middelbaren leef tijd treden in het vrouwelijk organisme voortdurend veranderingen op, die veel inspanning van de nieren vorderen Eveneens in het kritieke tijdperk en in de maanden voor en na de geboorte van kinderen, krijgen de nieren veel extra werk te doen. Het is daarom geen wonder, dat vrouwen zoo vaak lijden aan rugpijn, afmattende pijnen, waterzuchtige zwellingen, hoofdpijn duizeligheid, zenuwachtigheid en urine stoornissen. Vrouwen behooren te weten, dat de nieren de gewichtige levenstaak hebben om de onzuivere stoffen uit het bloed le filtreeren. Als de nieren verzwakt of overspannen zijn, wordt de bloeds omloop geinfecteerd en geheele gestel aangedaan, waardoor spit, blaasont steking, rheumaliek, lendezwakte enz. kunnen ontstaan. Foster's Rugpijn. Nieren Pillen zullen voor vrouwen in tijd van nood een zegen blijken. Zij worden aanbevolen door vele dankbare, verstandige vrouwen, die haar herstel en welzijn aan hel tijdig gebruik van dit versterkend nier middel te danken hebben. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket iet hier vooral op) bij apotheken en drogisten f 1,75 ppr flacon. 37 Dit móet Uw eerste gedachte zijn bij Brand en Snijwonden, Ontvellin gen en allerlei Huidverwondingen Het verzacht en geneest Waaraan Mergel moet voldoen. Het gebruik van mergel is in de laatste jaren zeer toegenomen. Vroeger werd meest Duitsche kalkmergel ge bruikt, nu komen pieer en meer Lim- burgsche en Belgische kalkmergel tegen dikwijls lagere prijzen aan de markt. Van de Limburgsche mergel heeft men uit den oorlogstijd minder aangename herinneringen. Welke moet men nu nemen? De Duitsche mergel is veelal vettig op het gevoel, de Limburgsche is meer hard en dor. Het verschil zit, afgezien van de bewerking van het malen, in het gehalte aan koolzure kalk en in de wijze van onstaan. De hier te lande gebruikte soorten hebben een gehalte, dat varieert van 80 tot 95 pCt. koolzure kalk. Erg loopt dit niet uiteen, en het is ook niet dèètrop, dat men zoozeer moet letten Meer aandacht moet worden gêschon ken aan de fijnheid Uit een oogpunt van oplosbaarheid en dus werkzaam heid in den grond geldt: noe fijner verdeeld, des te beter lost de koolzure kalk op. Theoretisch is dus de fijnste mergel de beste. Ze kan nooit te fijn zijn. Evenwel practisch moet men zekere grenzen trekken. Naar de grove zijde moet als eisch worden gesteld dat minstens 75 pCt. van de mergel door de Thomaszeef gaat, dat wil zeg gen ze moet minstens even fijn zijn als Thomasslakkenmeel. D^ middellijn der ronde deeltjes is dan kleiner dan 0.17 m M. (17 honderdste millimeter, dus ongeveer één zesde m.M) Maar naar de fijne zijde moet men practisch als grens stellen, dat ze goed uitstrooibaar blijft en niet al te licht gaat stuiven. Deze grens is tot heden nog niet in millimeters bepaald en dus van der. witten winterdagde handen i j J 0 0 r,v,u .«ai ydid aiepciuuïij uacnien, aie mi in ae knippende oogen voor hel schelle licht [gevangenis doorbracht, het laatste, wenschen en zonder vreugde over zij bekomen vrijheid. Waartoe ook Hij ging als van zelf naar zijn woning toe, doch zonder haast. De twijfel pijnigde hem. Hoe zou hij zijn tehuis wedervinden? Zijn vuisten balden zich krampachtig bij de gedachte, dat Francine wellicht van zijn afwezigheid gebruik had ge maakt om er van door tb gaan.. En de kinderen... Hierover zou een mede lijdende ziel zich wel erbarmd hebben, en de jongen zou zonder twijfel in het gasthuis verzorgd zijn geworden Hoe durfde hij het wagen terug te keeren, nu hij door zijn ruw optreden de ge heele familie uit elkander had gedreven? Werk zou hij wel weer vinden op den timmerwinkel, want zijn armen waren sterk en gewillig, en hij was een bekwaam vakman. Maar hij schrikte terug voor het leven, dat hij nu weer moest beginnen, en dat hem zeker in den sleur der oude hartstochten zou doen terugvallen om in de gevangenis te eindigen. Bah I Dat hatelijke toekomstbeeld 1 Hij spuwde toornig voor zich uit Hij kwam een kroeg voorbij. Maar zonder aarzelen ging hij verder, het bloedende oog van Jean Jacques hield hem terug. Overigens had hij in den laatsten tijd hel drinken wel moeten afwennen. De eerste schrede tot de matigheid was reeds gedaan. Hoe vaak was hem gedurende de vele slapelooze nachten, die hij in de niet bekend. Neiging tot kleven ont staat bij zeer groote fijnheid klevende mergel komt licht plekkig te liggen r.a het uitstrooien, en de verdeeling van deze plekken laat vooral op vochtigen grond veel te wenschen over, zoodat een groot deel niet tot werking komt. Mergel, die reeds bij zeer geringe wind kracht stuift, heeft het nadeel, dat ze alleen bij volkomen windstilte kan worden gezaaid. De vettigheid kan dus zoodra zij aanleiding geeft lot kleven, niet als een voordeel worden beschouwd De Limburgsche mergel, die wat anders gevormd is dan de Duitsche, laat zich daardoor iets minder gemak keIijk tot uiteiste fijnheid malen en heeft daardoor geen neiging tot kleven. Limburgsche, Belgische en Duitsche mergel zijn practisch als gelijkwaardig le beschouwen, indien ze eenerzijds voldoen aan den eisch, dat ze minstens 75 pet fijn meel bevatten, terwijl an derzijds de fijnheid niet zoodanig is opgevoerd, dat de mergel gaat kleven en daardoor minder goed uitstrooibaar wordt. Voorkomen van bedrijfsziekten in den landbouw. Eenigen lijd geleden hield de heer Tenhaeff, Inspecteur van den Veeartse- nijkundigen Dienst te Leeuwarden voor leden der Friesche Mij van Land bouw een voordracht, waaraan wij het volgende willen ontleenen Onder de veeziekten zijn er ver scheidene, waarvan de schade door den veehouder kan worden voorkomen Yöle ziekten van he' vee zijn besmette lijk zoowel voor deze dieren als voor den mensch behandeling van hef zieke vee is derhalve zeer noodig. Zoo is b v. het miltvuur niet alleen een doodelijke ziekte voor alle vee, maar het is ook voor den mensch zeer ge vaarlijk. Het eerste optredende geval is niet te voorkomen, maar voor de volgende gevallen kan men zich hoeden Men volge de aanwijzingen van den veearts slipt, met het begraven van plotseling gestorven dieren ga men voorzichtig te werk, want de miltvuur- pacil blijft in den vorm van sporen jarenlang in den bodem levensvatbaar. Om zich zelf te beschermen, moeten handen en schoeisel ontsmet worden met een 5 procents creoline oplossing. Een andere ziekte, waarvoor gewaar schuwd dient te worden, is de z.g huid8chimmeiziekte of haarschimmel (arme rude, ater of ringvuur). De ziekte geeft geen directe schade, maar als de dieren het erg hebben, lijden ze er zeer onder. En dan deze ziekte kan ook van dier op mensch overgaan, en zoo gemakkelijk als ze geneest bij het eerste, zoo hardnekkig is ze bij den laatste, bij wien ze een pijnlijke aandoening veroorzaakt, die vaak niet dan na een langdurige en uiterst zorgvuldige be h8(.deling verdwijnt. Vooral als de huidschimmel in het gezicht voorkomt, lijdt de patiënt erge pijn en ziet er gewoonlijk onooglijk uif. Laten de veehouders tegenover deze ziekte, die bij de Landbouw Onderlinge onder de bedrijfsziekten is opgenomen onder den naam van »trichophytie", derhalve alle mogelijke maatregelen nemen om besmetting te voorkomen de ziekte laten voortwoekeren, is on verantwoordelijk. Het maakt ook op koopers een slordigen indruk, en bij de keuring van vee, dat voor den uitvoer is bestemd, wordt er ook wel degelijk op gelet. Ieder, die in aanraking komt met dieren, welke aan haarschimmelziekte lijden, zorge er vooral voor, dat handen en gezicht niet besmet worden, en de handen geregeld te reinigen Over d«n runderhorzel hadden we het al meermalen. De bestrijding vindt steeds meer toepassing, 't zij door in t voorjaar in den stal en in de weide wormbuiten uit te knijpen, of door ze in te smeren met raapolie, of met een ot I huiselijke tooneel voor den geest ge de broekzakken verborgen, zonder komen hoe Francine Jean Jacques schen en /nnnsr vrminrHo nnan ïiJn -l n MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten60 ct Zenuw-Tabletten75 ct Staal-Tabletten 90 ct Maag-Tabletten 75 ct Bij Apoth. en Drogisten smeersel, dat door het Comité ter bestrijding van den runderhorzel wordt aanbevolen en verkrijgbaar is bij Taconis te Meppel. Men onthoude dit, want de schade, door den runderhorzel jaarlijks veroor zaakt, beloopt groote sommen. Wenken en mededeelingen. In verschillende provincies zijn de laatste jaren Pachtbureauxdat in Friesland heeft, naar we meenen, het meeste te doen, en dat is, helaas, nog niet veel. Over 1926 werden in totaal 33 boerderijen getaxeerd en maar 3 complexen los land, terwijl 3 uitspra ken in geschillen werden gedaan. De meeste der getaxeerde eigendommen (24) waren nog van een burgerlijke of kerkelijke gemeente; slechts 12 behoor den aan particulieren. In 2 gevallen woonde de eigenaar buiten de provincie. Daar de klachten over de ongunstige pachtverhoudingen niet van de lucht zijn, is het wel zeer jammer, dat niet vaker van de bemiddeling van het Pachtbureau wordt gebruik gemaakt. Over de oorzaak van hladrol bij aard appelen zijn de «geleerde heeren" het niel eens. Hier te lande wordt de ziekte voor besmettelijk gehouden, in het buitenland zijn mannen, die het hier mede niet eens zijn. Dr. G. Lindner, verbonden aan de beetwortelsuikerfabriek te Klein-Wanz- leben, zocht de oorzaak in de scheikun dige samenstelling der knollen. Prof Schander te Landsberg gelooft met hem, dat het gedrag der eiwit stoffen bij de kieming van aardappels ten aanzien van de hladrolziekte een beslissende rol speelt. Hij gelooft echter niet als Lindner, dat hierbij gedacht moet worden aan de directe waarde van het slikstofhoudend deel der reserve als bouwstof van nieuwe weefsels maar wel aan de rol, die eiwit bij het vervoer van zetmeel speelt. Het laatste woord is er dus nog niet over gesproken. Weet Gij Weet gij, dat onderzoekingen hebben geleerd, dat in zeer, zéér zeldzame ge vallen bij ongeslachtelijke vermenig vuldiging van aardappelen plotseling nieuwe eigenschappen kunnen optreden, die erfelijk blijken te zijn, d w.z. op de nakomelingschap overgaandat dit plotseling optreden van nieuwe erfelijke eigenschappen bij de ongeslachtelijke vermenigvuldiging knopmutatie ge noemd wordt Weet gij, dat de praktijk, misschien onbewust, het bovenstaande al in toe passing heeft gebracht; dat men bij Thorbpcke aardappels b v. spreekt van stam Kram, stam Oldenziel, enz. en de verschillen tusschen deze stammen ook wel degelijk weet aan te geven, al zijn het toch alle Thorbecke aardappels Weet gij, dat Limburgsche kalkmer gel zich beter laat bewaren dan Duit sche; dat de werking overigens afhangt van het gehalte aan koolzure kalk en van fijnheid, en dat inzonderheid op het laatste moet worden gelet? Weet gij, dat kanariezaad een uit stekend korrelvoeder voor kuikens is, hoewel wat duur; dal het den groei >evorderl; dat het echter beslist frisch moet zijn, en muf kanariezaad zelfs gevaarlijk is voor de vogels? B-r. verdedigd had en zich medelijdend over hem had heengebogen. En hem zelf, die toch het ongeluk over den armen jongen bracht, had zij zoo zacht-droef toegesproken. Dat was het geweest, wat hem den moed had gegeven, zich zelf bij de politie aan. te geven, en zijn vrijwillige en Gpenhartige bekentenis had zijn straf verzacht. Wanneer zij eens niet was wegge gaan. Francine 1 O God... wanneer hij haar thuis mocht weerzien Onwillekeurig verhaastte hij zijn stap. Niemand wist iets af van zijn terug keer. Op den timmerwinkel verwachten ze hem morgen pas. Zijn patroon, de heer Maynard, die een edele menschen- vriend was, nam hem weer graag terug, waartoe zijn goed gedrag gedurende de gevangenschap en het oprecht berouw, dat nij getoond had, niet weinig bij droegen. Voor zijn huis aangekomen, liep hij enkele malen besluiteloos heen en weer Plotseling, als schaamde hij zich over deze zwakheid, rukte hij de deur open en ging naar boven. Op de laatste trede stond hij stil, zijn hart klopte hoorbaar en het zweet parelde hem van het voorhoofd. Daar hoorde hij in het dakkamertje, dat eens zijn armzalig, ellendig tehuis had uitgemaakt, vroolijke stemmen, lachen en schertsen, zoo overmoedig en levens blij, zooals hij dat nooit in zijn huis vernomen had Een hevige angst be ving hem. Andere huurders waren ei zeker gekomen. Men had Francine met de kinderen op straat gezel- Hij stond als aan den grond genageld Hierop was hij niet voorbereid geweest, 't Was alsof duizenden puntige mesjes hem pijnigde en zijn vleesch door kerfden. Op het kleine deurplaatje stond nog steeds: Jean Favre, timmerman. Achter deze deur was zijn heele leven lang zamerhand vervallen gelijk een bouw vallig huis. Hoe zij daar binnen lachten en vroolijk waren, die gelukkige kinderen. Neen, Mausi en Loly hadden nooit zooveel pret gehad, zij hadden er trouwens vroeger geen reden toe, die arme wurmen 1 Medelijden en zelfverwijt greep hem aan. Wie weet waarheen en waartoe men de arme schepseltjes verdreven had. Hij klopte ruw aan. Nu, in elk geval moet ik weten, wat er van mijn huishouden geworden is, ik laat mij toch maar niet zoo, zonder meer, uit mijn huis zetten. Doch zijn kloppen werd overstemd door het gesnap der kinderen. Onge duldig opende hij de deur en trad met saamgetrokken wenkbrauwen naar binnen, vast besloten het noodlot vrij in de oogen te zien. Het kamertje was een en al zon, en zindelijk gekleede kinderen speeldeu erin. Het was alsof van deze vroolijk- heid het licht uitstraalde. Plotseling echter waren allen als verstomd. Schuw zwijgen heerschte opeens. Toen de man echter een schrede nader in de kamer deed, weerklonken "cnsklaps de woorden Vader! Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1927 | | pagina 7