Tweed© Blad van „PEEL II MAAS*»
PUROL er op I
Ik kan u missen!
Het Onze Vader.
FEUILLETON
Uit de Landbouwwereld
«se jaargang.
NO. 99
Djing, djing 1 ging de bel, met een
snuk alsof ze afgetrokken werd.
Da Pastoor liet z'n pen op 't papier
vallen van 't verschieten en hoorde
Bob, den hond, den gang in springen,
blaffend: «Een ongeluk zeker?"
Marie was naar de deur loe geloopen,
had iemand binnen gelaten en kwam
dan kloppen «Dat Bert van den Seef
hoek Mijnheer Pastoor moest spreken
Bert stond in de spreekkamer, recht
vóór zijnen stoel en wrong met zijn
twee handen aan zijn muts Hij zager
donker uit. De Pastoor stak vriendelijk
zijn hand uit; Bert raakte ze aan met
zijn muts: «Ga zitten, vriendlief 1"
Maar Bert ging niet zitten, bleef stijf
recht staan »Ik kom eens zien, Mijn
heer Pastoor, of dat gemeend is, met
mijnen kleine. Of hij niet mag opgaan
naar het tweede jaar. Of hij te naaste
jaar zijn Plechtige Communie niet mag
doen
Hij wond zich op en keek naar de
groote print van den Paus, die zijn
twee vingeren vermanend opstak.
De Pastoor bleef bedaard «Laten
wij eens praten, Bert. Uw jongen heeft
verstand genoeg, kan leeren als bij wil
Maar hij blijft onderweg spelen, komt
schier nooit naar den Catechismus. Hij
kent bijna niets. Ik mag hem niet laten
opgaan, 'k Heb verleden winter uw
vrouw twee keeren verwittigd. En aan
u heb ik 't cok gezegd, toen ge de
Mis kwaamt bestellen \oor uw Vader
zaliger. En de kleine is niets gebeterd I"
Als ge wilt, kunt gij hem wel
doorlaten, tierde Bert. Maar gij wilt
niet 1 Gij zijt tegen mij
De Pastoor haalde zijn boeksken uit
zijnen zak en hield zijnen vinger onder
den naam «Stevens, Louis" Kijk eens
hier, Bert. Al die zwarte streepkens
achter zijnen naam. Al de keeren dat
hij uit den Catechismus gebleven is 1"
Maar Bert zag of hoorde niet meer,
Reboot de spreekkamer uit, rok de
voordeur open en stak op den dorpel
zijn muts onder de kin van den Pastoor
«Dat zult gij u berouwen I" schreeuwde
hij. «Ik zet geenen voet meer in de
kerk 1"
Vriendlief, daar doet gij uw eigen
schade mee. Aan uw eigen ziel
Dat kan mij niet schelen I Ik kan
u missen, maar gij kunt mij niet
missen I
Schuddekoppend zag de Pastoor hem
achterna, terwijl Bert het hofken doo
liep en het ijzeren poortje echter zijn
hielen toesloeg, boos.
—3—
's Zondags na het lof stond hij bij de
kegelbaan. Kegelen deed hij dezen kee
niet Hij zag rood als een oven, hield
zijn handen diep in zijn broekzakken
en weerde zich tegen de mannen die
rond hem stonden «Hewel, ja, ik ben
vandaag naar de Mis niet gewaest En
't zal de laatste keer niet zijn. Deze
Pastoor zal mij in de kerk niet meer
zien.
Gij zijt onredelijk, Bert, meende
Franssen. De Pastoor heeft gelijk
Uwe kleine moet maar goed leeren.
't Is voor zijn geluk later. De Pastoor
moet daar aan houden 1 Dat 's zijn
plicht 1
Wat? plicht? Neen, om mij te
treiteren. Maar 'k zal hem ook wel
treiteren. Hij zal mij niet meer zien.
Wel, sukkelaar toch I daar hebt
gij den Pastoor niet mee vast. Daar
doet ge uw eigen schade mee. lederen
Zondag dat ge uit de Mis blijft, bedrijft
ge een zonde. Ge maakt u zeiven onge
lukkig voor later I
Komaan, zei de Max vergoeiiijkend
binnen acht dagen is uw bui over. Dan
doet ge weer uw plichten.
Zoolang deze Pastoor hier is,
15.
Eensklaps vroeg zij
Gij zult mij toch niet wegsturen
wijl gij nu alles weet?
Neen, Miotte. Gij gaat terug naar
uw familie... Gij zult een nieuw leven
beginnen.
Naar mijn vader... nooit 1 Die jaagt
mij toch weer weg.
Wij zullen zien... Nu is het te
laat en gij hebt ruBt noodig. Ik zal
vannacht hier op den ligstoel mijn bed
opmaken. Gij kunt dan van mijn kamer
gebruik maken. Ik weet niemand hier
in huis, die u dezen nacht zou kunnen
herbergen. En buitendien, het is veel
te laat. Ik hoop, gij zult u toch wel
onder mijn hoede willen stellen?
Het sloeg middernacht.
O ja, antwoordde zij en hij
verwonderde zich over het gloeiend
rood, dat haar anders zoo bleeke wan*
gen als verfde.
Ik heb vaak groote en kleine
gasten. Wel 's waar zijt gij de eerste
jonge vrouw, die ik gastvrijheid verleen,
en ik neem u aan als mijn zuster.
Hij reikte haar de hand, die zij
schuchter drukte.
Ik wordt aan zooveel verschil
lende dingen herinnerd nu ik weer
hier ben in dit huis. Herinneringen
nooit I
Ik zeg van ja I
En ik zeg van neen I Daar wil ik
een volle ronde op verwedden 1 Ik kan
hem missen, maar hij kan mij niet
missen.
-0-
De Pastoor was naar Bert gegaan,
maar die was nog niet thuis. De vrouw
vertelde hem het geval van bij de
kegelbaan en dat Bert er een volle
ronde op verwed had.
De vrienden meenden het zeker
goed, zei de Pastoor, maar 't is ver
keerd uitgedraaid. Hij is er nog stijf-
koppiger door geworden. Hij zal lastiger
toegeven, want nu is hij er nog bang
bij, van uitgelachen te worden.
Bert kwam juist binnen, verschoot,
mompelde: »Dag, Mijnheer Pastoor!"
zei anders geen woord en haakte zijn
frak van den kapstok.
Vriend, zei de Pastoor, we gaan
ons zaken eens bespreken. En alles
bijleggen. We gaan dat uitmaken, kort
en goed, lijk chrislen menschen. Want
ge moet eens denken aan de gevolgen
voor u en voor uwe kinderen. Die
zouden u wel kunnen nadoen.
Maar Bert deed zijnen mond niet
open, schoot rap zijn frak aan, duwde
ijdig de lits onder zijnen kraag, trok
e klep van zijn muts in zijn oogen,
en liep de deur uit.
tegsseaiaa UidatetliagaB.
o—
De zon scheen zoo helder op di_„
Zondagmorgen Ze hadden juist koffie
gedronken. Louis had al een paar
keeren in en uit geslenterd, nad naar
de boomen staan te zien eindelijk
haalde hij den velo uit den hoek naast
de kast, ging er mee de deur uit en
loeg er zijn been over.
Moeder schoot hem achterna
Hewel, Louis, wal gaat ge doen
Uitrijden, met den Jaak en den
Fiele.
En de Mis? Ge zijt nog niet naar
de Mis geweest
Louis zei niets en zette zijnen voet
ai op den trapper. Moeder pakte den
velo vast.
Eerst naar de Mis I zei ze en er
af, van d*n velo I
Bert was zijn pijp aan 't aansteken
en kwam buit«n.
Wat is er allemaal gaande?
Hij wil uitrijden, zei Moeder en
hij is nog niet naar de Mis geweest!
Bert bezag den jongen, stuursch.
Eerst naar de kerk, gebood hij
De jongen werd kwaad
En ge gaat zelf niell
Dat gaat u niet aan. Ik heb mijn
reden
En ik ook, schreeuwde de knaaj
Bert kon het niet meer houden
Wacht, kere!, ge luistert niet? 'k
Wil u onder mijn oogen niet meer zien I
Ge moet hier uit. De naaste week ver
huur ik u als koeiwachter.
De kleine trok zijn één schouder op
Wat kan mij dal schelen? Ik kan u
missen, maar gij kunt mij niet missen I
Bert verschoo* zoodanig dat hij zijn
pijp op den grond liet vallen en stond
daar als van de hand Gods geslagen...
Den Zondag daarop is Bert naar de
Mis gegaan.
Th v. TICHELEN
Fosfte r's
Alom verkrijgbaar
Verstopping
Als gij last hebt van
gedruktheid, schele
hoofdpijn, het zuur,
prikkelbaarheid, enz.,
als gevolg van ver
stopping, gebruik dan
Foster's Maagpillen,
het ideale laxeermid
del.
Maagpillen
a f 0.65 per flacon.
uit mijn jeugd. Leeft mijn zuster nog:
De kleine Evi?
Ja, Miotte. En zij is lief en goed
_.i frisch, gelijk een bloem, die nog
geen storm heeft meegemaakt
Dus wel het tegendeel van mij.
Mijn afgetobd lichaam en mijn ver
waarloosd uiterlijk geven maar al le
duidelijk de stormen des levens te
kennen, waarmee ik zoo vaak te kam
pen had.
Houd moed. Miotte, het zal weer
beter worden 1 Overigens is het al heel
gemakkelijk op gelijken weg te wan
delen, wanneer geen bekoring van ter
zijde lokt. Wie op een met bloemen
versierd pad voortschrijdt, bevlekt haar
rein kleed niet. Uwe zuster Evi is tot
nu toe steeds een lieveling geweest van
het geluk. Gij zijt zijn offer geweest,
en ik beklaag u oneindig meer als ik
haar bewonder.
Marie keek naar hem op, zonder
hem recht te begrijpen. Maar een straal
van hoop drong door in haar hart. Zij
trok zich terug in hare kleine kamer
en sliep voor hel eerst, sedert jaren,
vredig en zorgeloos. Toen zij met het
aanbreken van den dag ontwaakte,
scheen het haar toe, alsof het ellendige
verleden ver achter haar lag gelijk een
droom, die haar beangstigd had.
Vie HOOFDSTUK.
„En vergeef ons onze schulden."
Jean Favre werd uit de gevangenis
ontslagen. Hij ging het plein over met
tnlnnondo U«l 111- K-l-t
Voor vrouwen.
Vrouwen vooral, hebben nu en dan
behoefte aan de hulp van Foster's
Rugpijn Nieren Pillen. Vanaf de vor
ming tot voorbij den middelbaren leef
tijd treden in het vrouwelijk organisme
voortdurend veranderingen op, die veel
inspanning van de nieren vorderen
Eveneens in het kritieke tijdperk en in
de maanden voor en na de geboorte
van kinderen, krijgen de nieren veel
extra werk te doen. Het is daarom
geen wonder, dat vrouwen zoo vaak
lijden aan rugpijn, afmattende pijnen,
waterzuchtige zwellingen, hoofdpijn
duizeligheid, zenuwachtigheid en urine
stoornissen.
Vrouwen behooren te weten, dat de
nieren de gewichtige levenstaak hebben
om de onzuivere stoffen uit het bloed
le filtreeren. Als de nieren verzwakt
of overspannen zijn, wordt de bloeds
omloop geinfecteerd en geheele gestel
aangedaan, waardoor spit, blaasont
steking, rheumaliek, lendezwakte enz.
kunnen ontstaan.
Foster's Rugpijn. Nieren Pillen zullen
voor vrouwen in tijd van nood een
zegen blijken. Zij worden aanbevolen
door vele dankbare, verstandige vrouwen,
die haar herstel en welzijn aan hel
tijdig gebruik van dit versterkend nier
middel te danken hebben.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met
geel etiket iet hier vooral op) bij
apotheken en drogisten f 1,75 ppr
flacon. 37
Dit móet Uw eerste gedachte zijn
bij Brand en Snijwonden, Ontvellin
gen en allerlei Huidverwondingen
Het verzacht en geneest
Waaraan Mergel moet
voldoen.
Het gebruik van mergel is in de
laatste jaren zeer toegenomen. Vroeger
werd meest Duitsche kalkmergel ge
bruikt, nu komen pieer en meer Lim-
burgsche en Belgische kalkmergel
tegen dikwijls lagere prijzen aan de
markt. Van de Limburgsche mergel
heeft men uit den oorlogstijd minder
aangename herinneringen.
Welke moet men nu nemen? De
Duitsche mergel is veelal vettig op het
gevoel, de Limburgsche is meer hard
en dor. Het verschil zit, afgezien van
de bewerking van het malen, in het
gehalte aan koolzure kalk en in de
wijze van onstaan.
De hier te lande gebruikte soorten
hebben een gehalte, dat varieert van
80 tot 95 pCt. koolzure kalk. Erg loopt
dit niet uiteen, en het is ook niet
dèètrop, dat men zoozeer moet letten
Meer aandacht moet worden gêschon
ken aan de fijnheid Uit een oogpunt
van oplosbaarheid en dus werkzaam
heid in den grond geldt: noe fijner
verdeeld, des te beter lost de koolzure
kalk op. Theoretisch is dus de fijnste
mergel de beste. Ze kan nooit te fijn
zijn. Evenwel practisch moet men
zekere grenzen trekken. Naar de grove
zijde moet als eisch worden gesteld
dat minstens 75 pCt. van de mergel
door de Thomaszeef gaat, dat wil zeg
gen ze moet minstens even fijn zijn
als Thomasslakkenmeel. D^ middellijn
der ronde deeltjes is dan kleiner dan
0.17 m M. (17 honderdste millimeter,
dus ongeveer één zesde m.M)
Maar naar de fijne zijde moet men
practisch als grens stellen, dat ze goed
uitstrooibaar blijft en niet al te licht
gaat stuiven. Deze grens is tot heden
nog niet in millimeters bepaald en dus
van
der. witten winterdagde handen
i j J 0 0 r,v,u .«ai ydid aiepciuuïij uacnien, aie mi in ae
knippende oogen voor hel schelle licht [gevangenis doorbracht, het laatste,
wenschen en zonder vreugde over zij
bekomen vrijheid. Waartoe ook
Hij ging als van zelf naar zijn
woning toe, doch zonder haast. De
twijfel pijnigde hem. Hoe zou hij zijn
tehuis wedervinden?
Zijn vuisten balden zich krampachtig
bij de gedachte, dat Francine wellicht
van zijn afwezigheid gebruik had ge
maakt om er van door tb gaan.. En
de kinderen... Hierover zou een mede
lijdende ziel zich wel erbarmd hebben,
en de jongen zou zonder twijfel in het
gasthuis verzorgd zijn geworden Hoe
durfde hij het wagen terug te keeren,
nu hij door zijn ruw optreden de ge
heele familie uit elkander had gedreven?
Werk zou hij wel weer vinden op
den timmerwinkel, want zijn armen
waren sterk en gewillig, en hij was
een bekwaam vakman.
Maar hij schrikte terug voor het
leven, dat hij nu weer moest beginnen,
en dat hem zeker in den sleur der
oude hartstochten zou doen terugvallen
om in de gevangenis te eindigen. Bah I
Dat hatelijke toekomstbeeld 1
Hij spuwde toornig voor zich uit
Hij kwam een kroeg voorbij. Maar
zonder aarzelen ging hij verder, het
bloedende oog van Jean Jacques hield
hem terug. Overigens had hij in den
laatsten tijd hel drinken wel moeten
afwennen. De eerste schrede tot de
matigheid was reeds gedaan.
Hoe vaak was hem gedurende de
vele slapelooze nachten, die hij in de
niet bekend. Neiging tot kleven ont
staat bij zeer groote fijnheid klevende
mergel komt licht plekkig te liggen r.a
het uitstrooien, en de verdeeling van
deze plekken laat vooral op vochtigen
grond veel te wenschen over, zoodat
een groot deel niet tot werking komt.
Mergel, die reeds bij zeer geringe wind
kracht stuift, heeft het nadeel, dat ze
alleen bij volkomen windstilte kan
worden gezaaid. De vettigheid kan dus
zoodra zij aanleiding geeft lot kleven,
niet als een voordeel worden beschouwd
De Limburgsche mergel, die wat
anders gevormd is dan de Duitsche,
laat zich daardoor iets minder gemak
keIijk tot uiteiste fijnheid malen en
heeft daardoor geen neiging tot kleven.
Limburgsche, Belgische en Duitsche
mergel zijn practisch als gelijkwaardig
le beschouwen, indien ze eenerzijds
voldoen aan den eisch, dat ze minstens
75 pet fijn meel bevatten, terwijl an
derzijds de fijnheid niet zoodanig is
opgevoerd, dat de mergel gaat kleven
en daardoor minder goed uitstrooibaar
wordt.
Voorkomen van bedrijfsziekten
in den landbouw.
Eenigen lijd geleden hield de heer
Tenhaeff, Inspecteur van den Veeartse-
nijkundigen Dienst te Leeuwarden
voor leden der Friesche Mij van Land
bouw een voordracht, waaraan wij het
volgende willen ontleenen
Onder de veeziekten zijn er ver
scheidene, waarvan de schade door den
veehouder kan worden voorkomen
Yöle ziekten van he' vee zijn besmette
lijk zoowel voor deze dieren als voor
den mensch behandeling van hef zieke
vee is derhalve zeer noodig. Zoo is
b v. het miltvuur niet alleen een
doodelijke ziekte voor alle vee, maar
het is ook voor den mensch zeer ge
vaarlijk. Het eerste optredende geval
is niet te voorkomen, maar voor de
volgende gevallen kan men zich hoeden
Men volge de aanwijzingen van den
veearts slipt, met het begraven van
plotseling gestorven dieren ga men
voorzichtig te werk, want de miltvuur-
pacil blijft in den vorm van sporen
jarenlang in den bodem levensvatbaar.
Om zich zelf te beschermen, moeten
handen en schoeisel ontsmet worden
met een 5 procents creoline oplossing.
Een andere ziekte, waarvoor gewaar
schuwd dient te worden, is de z.g
huid8chimmeiziekte of haarschimmel
(arme rude, ater of ringvuur). De ziekte
geeft geen directe schade, maar als de
dieren het erg hebben, lijden ze er zeer
onder. En dan deze ziekte kan ook
van dier op mensch overgaan, en zoo
gemakkelijk als ze geneest bij het eerste,
zoo hardnekkig is ze bij den laatste,
bij wien ze een pijnlijke aandoening
veroorzaakt, die vaak niet dan na een
langdurige en uiterst zorgvuldige be
h8(.deling verdwijnt.
Vooral als de huidschimmel in het
gezicht voorkomt, lijdt de patiënt erge
pijn en ziet er gewoonlijk onooglijk
uif.
Laten de veehouders tegenover deze
ziekte, die bij de Landbouw Onderlinge
onder de bedrijfsziekten is opgenomen
onder den naam van »trichophytie",
derhalve alle mogelijke maatregelen
nemen om besmetting te voorkomen
de ziekte laten voortwoekeren, is on
verantwoordelijk.
Het maakt ook op koopers een
slordigen indruk, en bij de keuring
van vee, dat voor den uitvoer is bestemd,
wordt er ook wel degelijk op gelet.
Ieder, die in aanraking komt met
dieren, welke aan haarschimmelziekte
lijden, zorge er vooral voor, dat handen
en gezicht niet besmet worden, en de
handen geregeld te reinigen
Over d«n runderhorzel hadden we
het al meermalen. De bestrijding vindt
steeds meer toepassing, 't zij door in
t voorjaar in den stal en in de weide
wormbuiten uit te knijpen, of door ze
in te smeren met raapolie, of met een
ot I huiselijke tooneel voor den geest ge
de broekzakken verborgen, zonder komen hoe Francine Jean Jacques
schen en /nnnsr vrminrHo nnan ïiJn -l n
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten60 ct
Zenuw-Tabletten75 ct
Staal-Tabletten 90 ct
Maag-Tabletten 75 ct
Bij Apoth. en Drogisten
smeersel, dat door het Comité ter
bestrijding van den runderhorzel wordt
aanbevolen en verkrijgbaar is bij
Taconis te Meppel.
Men onthoude dit, want de schade,
door den runderhorzel jaarlijks veroor
zaakt, beloopt groote sommen.
Wenken en mededeelingen.
In verschillende provincies zijn de
laatste jaren Pachtbureauxdat in
Friesland heeft, naar we meenen, het
meeste te doen, en dat is, helaas, nog
niet veel. Over 1926 werden in totaal
33 boerderijen getaxeerd en maar 3
complexen los land, terwijl 3 uitspra
ken in geschillen werden gedaan. De
meeste der getaxeerde eigendommen
(24) waren nog van een burgerlijke of
kerkelijke gemeente; slechts 12 behoor
den aan particulieren. In 2 gevallen
woonde de eigenaar buiten de provincie.
Daar de klachten over de ongunstige
pachtverhoudingen niet van de lucht
zijn, is het wel zeer jammer, dat niet
vaker van de bemiddeling van het
Pachtbureau wordt gebruik gemaakt.
Over de oorzaak van hladrol bij aard
appelen zijn de «geleerde heeren" het
niel eens. Hier te lande wordt de ziekte
voor besmettelijk gehouden, in het
buitenland zijn mannen, die het hier
mede niet eens zijn.
Dr. G. Lindner, verbonden aan de
beetwortelsuikerfabriek te Klein-Wanz-
leben, zocht de oorzaak in de scheikun
dige samenstelling der knollen.
Prof Schander te Landsberg gelooft
met hem, dat het gedrag der eiwit
stoffen bij de kieming van aardappels
ten aanzien van de hladrolziekte een
beslissende rol speelt. Hij gelooft echter
niet als Lindner, dat hierbij gedacht
moet worden aan de directe waarde
van het slikstofhoudend deel der reserve
als bouwstof van nieuwe weefsels maar
wel aan de rol, die eiwit bij het vervoer
van zetmeel speelt. Het laatste woord
is er dus nog niet over gesproken.
Weet Gij
Weet gij, dat onderzoekingen hebben
geleerd, dat in zeer, zéér zeldzame ge
vallen bij ongeslachtelijke vermenig
vuldiging van aardappelen plotseling
nieuwe eigenschappen kunnen optreden,
die erfelijk blijken te zijn, d w.z. op de
nakomelingschap overgaandat dit
plotseling optreden van nieuwe erfelijke
eigenschappen bij de ongeslachtelijke
vermenigvuldiging knopmutatie ge
noemd wordt
Weet gij, dat de praktijk, misschien
onbewust, het bovenstaande al in toe
passing heeft gebracht; dat men bij
Thorbpcke aardappels b v. spreekt van
stam Kram, stam Oldenziel, enz. en de
verschillen tusschen deze stammen ook
wel degelijk weet aan te geven, al zijn
het toch alle Thorbecke aardappels
Weet gij, dat Limburgsche kalkmer
gel zich beter laat bewaren dan Duit
sche; dat de werking overigens afhangt
van het gehalte aan koolzure kalk en
van fijnheid, en dat inzonderheid op
het laatste moet worden gelet?
Weet gij, dat kanariezaad een uit
stekend korrelvoeder voor kuikens is,
hoewel wat duur; dal het den groei
>evorderl; dat het echter beslist frisch
moet zijn, en muf kanariezaad zelfs
gevaarlijk is voor de vogels?
B-r.
verdedigd had en zich medelijdend over
hem had heengebogen. En hem zelf,
die toch het ongeluk over den armen
jongen bracht, had zij zoo zacht-droef
toegesproken. Dat was het geweest, wat
hem den moed had gegeven, zich zelf
bij de politie aan. te geven, en zijn
vrijwillige en Gpenhartige bekentenis
had zijn straf verzacht.
Wanneer zij eens niet was wegge
gaan. Francine 1 O God... wanneer hij
haar thuis mocht weerzien
Onwillekeurig verhaastte hij zijn stap.
Niemand wist iets af van zijn terug
keer. Op den timmerwinkel verwachten
ze hem morgen pas. Zijn patroon, de
heer Maynard, die een edele menschen-
vriend was, nam hem weer graag terug,
waartoe zijn goed gedrag gedurende de
gevangenschap en het oprecht berouw,
dat nij getoond had, niet weinig bij
droegen.
Voor zijn huis aangekomen, liep hij
enkele malen besluiteloos heen en
weer Plotseling, als schaamde hij zich
over deze zwakheid, rukte hij de deur
open en ging naar boven.
Op de laatste trede stond hij stil, zijn
hart klopte hoorbaar en het zweet
parelde hem van het voorhoofd. Daar
hoorde hij in het dakkamertje, dat
eens zijn armzalig, ellendig tehuis had
uitgemaakt, vroolijke stemmen, lachen
en schertsen, zoo overmoedig en levens
blij, zooals hij dat nooit in zijn huis
vernomen had Een hevige angst be
ving hem. Andere huurders waren ei
zeker gekomen. Men had Francine
met de kinderen op straat gezel-
Hij stond als aan den grond genageld
Hierop was hij niet voorbereid geweest,
't Was alsof duizenden puntige mesjes
hem pijnigde en zijn vleesch door
kerfden.
Op het kleine deurplaatje stond nog
steeds: Jean Favre, timmerman. Achter
deze deur was zijn heele leven lang
zamerhand vervallen gelijk een bouw
vallig huis.
Hoe zij daar binnen lachten en
vroolijk waren, die gelukkige kinderen.
Neen, Mausi en Loly hadden nooit
zooveel pret gehad, zij hadden er
trouwens vroeger geen reden toe, die
arme wurmen 1
Medelijden en zelfverwijt greep hem
aan. Wie weet waarheen en waartoe
men de arme schepseltjes verdreven
had. Hij klopte ruw aan.
Nu, in elk geval moet ik weten,
wat er van mijn huishouden geworden
is, ik laat mij toch maar niet zoo,
zonder meer, uit mijn huis zetten.
Doch zijn kloppen werd overstemd
door het gesnap der kinderen. Onge
duldig opende hij de deur en trad met
saamgetrokken wenkbrauwen naar
binnen, vast besloten het noodlot vrij
in de oogen te zien.
Het kamertje was een en al zon, en
zindelijk gekleede kinderen speeldeu
erin. Het was alsof van deze vroolijk-
heid het licht uitstraalde. Plotseling
echter waren allen als verstomd. Schuw
zwijgen heerschte opeens.
Toen de man echter een schrede
nader in de kamer deed, weerklonken
"cnsklaps de woorden
Vader!
Wordt vervolgd.